Statenvertaling - 2 - 30

Total number of words is 4281
Total number of unique words is 1088
29.3 of words are in the 2000 most common words
38.6 of words are in the 5000 most common words
44.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
heir werd van bij hem verstrooid.
6. Zij dan grepen den koning, en voerden hem opwaarts tot den
koning van Babel, naar Ribla; en zij spraken een oordeel tegen
hem.
7. En zij slachtten de zonen van Zedekia voor zijn ogen, en men
verblindde Zedekia's ogen, en zij bonden hem met twee koperen
ketenen, en voerden hem naar Babel.
1285
8. Daarna in de vijfde maand, op den zevenden der maand (dit was
het negentiende jaar van Nebukadnezar, den koning van Babel)
kwam Nebuzaradan, de overste der trawanten, de knecht des
konings van Babel, te Jeruzalem.
9. En hij verbrandde het huis des HEEREN, en het huis des
konings, mitsgaders alle huizen van Jeruzalem; en alle huizen
der groten verbrandde hij met vuur.
10. En het ganse heir de Chaldeen, dat met den overste der
trawanten was, brak de muren van Jeruzalem rondom af.
11. Het overige nu des volks, die in de stad overgelaten waren, en de
afvalligen, die tot den koning van Babel gevallen waren, en het
overige der menigte, voerde Nebuzaradan, de overste der
trawanten, gevankelijk weg.
12. Maar van de armsten des lands liet de overste der trawanten
[enigen] overig tot wijngaardeniers en tot akkerlieden.
13. Verder braken de Chaldeen de koperen pilaren, die in het huis
des HEEREN waren, en de stellingen, en de koperen zee, die in
het huis des HEEREN was; en zij voerden het koper daarvan
naar Babel.
14. Zij namen ook de potten, en de schoffelen, en de gaffelen, en de
rookschalen, en al de koperen vaten, daar men den dienst mede
deed.
15. En de overste der trawanten nam weg de wierookvaten en de
sprengbekkens, wat geheel goud en wat geheel zilver was.
16. De twee pilaren, de ene zee, en de stellingen, die Salomo voor
het huis des HEEREN gemaakt had; het koper van al deze vaten
was zonder gewicht.
17. De hoogte van een pilaar was achttien ellen, en het kapiteel
1286
daarop was koper; en de hoogte des kapiteels was drie ellen; en
het net, en de granaatappelen op het kapiteel rondom, waren alle
van koper; en dezen gelijk had de andere pilaar, met het net.
18. Ook nam de overste der trawanten Seraja, den hoofdpriester, en
Zefanja, den tweeden priester, en de drie dorpelbewaarders.
19. En uit de stad nam hij een hoveling, die over de krijgslieden
gesteld was, en vijf mannen uit degenen, die des konings
aangezicht zagen, die in de stad gevonden werden, mitsgaders
den oversten schrijver des heirs, die het volk des lands ten
oorlog opschreef, en zestig mannen van het volk des lands, die
in de stad gevonden werden.
20. Als Nebuzaradan, de overste der trawanten, dezen genomen had,
zo bracht hij hen tot den koning van Babel, naar Ribla.
21. En de koning van Babel sloeg hen, en doodde hen te Ribla, in
het land van Hamath. Alzo werd Juda uit zijn land gevankelijk
weggevoerd.
22. Maar aangaande het volk, dat in het land van Juda overgebleven
was, dat Nebukadnezar, de koning van Babel, had laten
overblijven, daarover stelde hij Gedalia, den zoon van Ahikam,
den zoon van Safan.
23. Toen nu al de oversten der heiren, zij en hun mannen, hoorden,
dat de koning van Babel Gedalia tot overste gesteld had,
kwamen zij tot Gedalia naar Mizpa; namelijk, Ismael, de zoon
van Nethanja, en Johanan, de zoon van Kareah, en Seraja, de
zoon van Tanhumeth, de Netofathiet, en Jaazanja, de zoon van
den Maachathiet, zij en hun mannen.
24. En Gedalia zwoer hun en hun mannen, en zeide tot hen: Vreest
niet van te zijn knechten der Chaldeen, blijft in het land, en dient
1287
den koning van Babel, zo zal het u wel gaan.
25. Maar het geschiedde in de zevende maand, dat Ismael, de zoon
van Nethanja, den zoon van Elisama, van koninklijk zaad,
kwam, en tien mannen met hem; en zij sloegen Gedalia, dat hij
stierf; mitsgaders de Joden en de Chaldeen, die met hem te
Mizpa waren.
26. Toen maakte zich al het volk op, van de minste tot den meeste,
en de oversten der heiren, en kwamen in Egypte; want zij
vreesden voor de Chaldeen.
27. Het geschiedde daarna in het zeven en dertigste jaar der
wegvoering van Jojachin, den koning van Juda, in de twaalfde
maand, op den zeven en twintigsten der maand, dat
Evilmerodach, de koning van Babel, in het jaar, als hij koning
werd, het hoofd van Jojachin, den koning van Juda, uit het
gevangenhuis, verhief.
28. En hij sprak vriendelijk met hem, en stelde zijn stoel boven den
stoel der koningen, die bij hem te Babel waren.
29. En hij veranderde de klederen zijner gevangenis, en hij at
geduriglijk brood voor zijn aangezicht, al de dagen zijns levens.
30. En aangaande zijn tering, een gedurige tering werd hem van den
koning gegeven, elk dagelijks bestemde deel op zijn dag, al de
dagen zijns levens.


1288
1. Kronieken
Hoofdstuk 1
1. Adam, Seth, Enos,
2. Kenan, Mahalal-el, Jered,
3. Henoch, Methusalah, Lamech,
4. Noach, Sem, Cham en Jafeth.
5. De kinderen van Jafeth waren Gomer, en Magog, en Madai, en
Javan, en Tubal, en Mesech, en Tiras.
6. En de kinderen van Gomer waren Askenaz, en Difath, en
Thogarma.
7. En de kinderen van Javan waren Elisa en Tharsisa, de Chittieten
en Dodanieten.
8. De kinderen van Cham waren Cusch en Mitsraim, Put, en
Kanaan.
9. En de kinderen van Cusch waren Seba, en Havila, en Sabta, en
Raema, en Sabtecha; en de kinderen van Raema waren Scheba
en Dedan.
10. Cusch nu gewon Nimrod; die begon geweldig te zijn op aarde.
11. En Mitsraim gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de
Lehabieten, en de Naftuchieten,
12. En de Pathrusieten, en de Casluchieten, (van welke de Filistijnen
zijn voortgekomen) en de Cafthorieten.
13. Kanaan nu gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth,
14. En den Jebusiet, en den Amoriet, en den Girgasiet,
15. En den Heviet, en den Arkiet, en den Siniet,
1289
16. En den Arvadiet, en den Zemariet, en den Hamathiet.
17. De kinderen van Sem waren Elam, en Assur, en Arfachsad, en
Lud, en Aram, en Uz, en Hul, en Gether, en Mesech.
18. Arfachsad nu gewon Selah, en Selah gewon Heber.
19. Aan Heber nu zijn twee zonen geboren; de naam des enen was
Peleg, omdat in zijn dagen het aardrijk verdeeld is, en de naam
zijns broeders was Joktan.
20. En Joktan gewon Almodad, en Selef, en Hazarmaveth, en Jerah,
21. En Hadoram, en Uzal, en Dikla,
22. En Ebal, en Abimael, en Scheba,
23. En Ofir, en Havila, en Jobab. Alle dezen waren zonen van
Joktan.
24. Sem, Arfachsad, Selah,
25. Heber, Peleg, Rehu,
26. Serug, Nahor, Terah,
27. Abram; die is Abraham.
28. De kinderen van Abraham waren Izak en Ismael.
29. Dit zijn hun geboorten: de eerstgeborene van Ismael was
Nebajoth, en Kedar, en Adbeel, en Mibsam,
30. Misma en Duma, Massa, Hadad en Thema,
31. Jetur, Nafis, en Kedma; deze zijn de kinderen van Ismael.
32. De kinderen nu van Ketura, Abrahams bijwijf: [die] baarde
Zimram, en Joksan, en Medan, en Midian, en Isbak, en Suah. En
de kinderen van Joksan waren Scheba en Dedan.
33. De kinderen van Midian nu waren Efa, en Efer, en Henoch, en
Abida, en Eldaa. Die allen waren zonen van Ketura.
34. Abraham nu gewon Izak. De zonen van Izak waren Ezau en
Israel.
1290
35. En de kinderen van Ezau: Elifaz, Rehuel, en Jehus, en Jaelam,
en Korah.
36. De kinderen van Elifaz waren Theman, en Omar, Zefi, en
Gaetham, Kenaz, en Timna, en Amalek.
37. De kinderen van Rehuel waren Nahath, Zerah, Samma en Mizza.
38. De kinderen van Seir nu waren Lotan, en Sobal, en Zibeon, en
Ana, en Dison, en Ezer, en Disan.
39. De kinderen van Lotan nu waren Hori en Homam; en de zuster
van Lotan was Timna.
40. De kinderen van Sobal waren Aljan, en Manahath, en Ebal, Sefi
en Onam; en de kinderen van Zibeon waren Aja en Ana.
41. De kinderen van Ana waren Dison; en de zonen van Dison
waren Hamram, en Esban, en Jithran, en Cheran.
42. De kinderen van Ezer waren Bilhan, en Zaavan, en Jaakan. De
kinderen van Disan waren Uz en Aran.
43. Dit nu zijn de koningen, die geregeerd hebben in het land van
Edom, eer er een koning regeerde over de kinderen Israels: Bela,
de zoon van Beor; en de naam zijner stad was Dinhaba.
44. En Bela stierf, en Jobab regeerde in zijn plaats, een zoon van
Zerah, van Bozra.
45. En Jobab stierf, en Husam, uit het land der Themanieten,
regeerde in zijn plaats.
46. En Husam stierf, en Hadad, de zoon van Bedad, regeerde in zijn
plaats, die de Midianieten in het veld van Moab versloeg; en de
naam zijner stad was Avith.
47. En Hadad stierf, en Samla, van Masreka, regeerde in zijn plaats.
48. En Samla stierf, en Saul, van Rehoboth aan de rivier, regeerde in
zijn plaats.
1291
49. En Saul stierf, en Baal-hanan, de zoon van Achbor, regeerde in
zijn plaats.
50. Als Baal-hanan stierf, zo regeerde Hadad in zijn plaats, en de
naam zijner stad was Pahi, en de naam zijner huisvrouw was
Mehetabeel, de dochter van Matred, dochter van Mee-sahab.
51. Toen Hadad stierf, zo werden vorsten in Edom: de vorst Timna,
de vorst Alja, de vorst Jetheth,
52. De vorst Aholi-bama, de vorst Ela, de vorst Pinon,
53. De vorst Kenaz, de vorst Theman, de vorst Mibzar,
54. De vorst Magdiel, de vorst Iram. Dezen waren de vorsten van
Edom.


1292
1. Kronieken
Hoofdstuk 2
1. Dezen zijn de kinderen van Israel: Ruben, Simeon, Levi en Juda,
Issaschar en Zebulon,
2. Dan, Jozef en Benjamin, Nafthali, Gad en Aser.
3. De kinderen van Juda zijn: Er, en Onan, en Sela; drie zijn er hem
geboren van de dochter van Sua, de Kanaanietische; en Er, de
eerstgeborene van Juda, was kwaad in de ogen des HEEREN;
daarom doodde Hij hem.
4. Maar Thamar, zijn schoondochter, baarde hem Perez en Zerah.
Al de zonen van Juda waren vijf.
5. De kinderen van Perez waren Hezron en Hamul.
6. En de kinderen van Zerah waren Zimri, en Ethan, en Heman, en
Chalcol, en Dara. Deze allen zijn vijf.
7. En de kinderen van Charmi waren Achan, de beroerder van
Israel, die zich aan het verbannene vergreep.
8. De kinderen van Ethan nu waren Azaria.
9. En de kinderen van Hezron, die hem geboren zijn, waren
Jerahmeel, en Ram, en Chelubai.
10. Ram nu gewon Amminadab, en Amminadab gewon Nahesson,
den vorst der kinderen van Juda;
11. En Nahesson gewon Salma, en Salma gewon Boaz,
12. En Boaz gewon Obed, en Obed gewon Isai,
13. En Isai gewon Eliab, zijn eerstgeborene, en Abinadab, den
tweede, en Simea, den derde,
1293
14. Nethaneel, den vierde, Raddai, den vijfde,
15. Ozem, den zesde, David, den zevende.
16. En hun zusters waren Zeruja en Abigail. De kinderen nu van
Zeruja waren Abisai, en Joab, en Asa-el; drie.
17. En Abigail baarde Amasa; en de vader van Amasa was Jether,
een Ismaeliet.
18. Kaleb nu, de zoon van Hezron, gewon kinderen uit Azuba, [zijn]
vrouw, en uit Jerioth. En de zonen van deze zijn: Jeser, en
Sobab, en Ardon.
19. Als nu Azuba gestorven was, zo nam zich Kaleb Efrath, die
baarde hem Hur.
20. En Hur gewon Uri, en Uri gewon Bezaleel.
21. Daarna ging Hezron in tot de dochter van Machir, den vader van
Gilead, en hij nam ze, toen hij zestig jaren oud was; en zij
baarde hem Segub.
22. Segub nu gewon Jair; en hij had drie en twintig steden in het
land van Gilead.
23. En hij nam Gesur en Aram, met de vlekken van Jair, van
dezelve, met Kenath en haar onderhorige plaatsen, zestig steden.
Deze allen zijn zonen van Machir, den vader van Gilead.
24. En na den dood van Hezron, in Kaleb-efratha, heeft Abia,
Hezrons huisvrouw, hem ook gebaard Asschur, de vader van
Thekoa.
25. De kinderen van Jerahmeel nu, den eerstgeborene van Hezron,
waren [deze]: de eerstgeborene was Ram, daartoe Buna, en
Oren, en Ozem [en] Ahia.
26. Jerahmeel had nog een andere vrouw, welker naam was Atara;
zij was de moeder van Onam.
1294
27. En de kinderen van Ram, den eerstgeborene van Jerahmeel
waren Maaz, en Jamin, en Eker.
28. En de kinderen van Onam waren Sammai en Jada. En de
kinderen van Sammai: Nadab en Abisur.
29. De naam nu der huisvrouw van Abisur was Abihail: die baarde
hem Achban en Molid.
30. En de kinderen van Nadab waren Seled en Appaim; en Seled
stierf zonder kinderen.
31. En de kinderen van Appaim waren Jisei; en de kinderen van
Jisei waren Sesan; en de kinderen van Sesan, Achlai.
32. En de kinderen van Jada, den broeder van Sammai, waren Jether
en Jonathan; en Jether is gestorven zonder kinderen.
33. De kinderen van Jonathan nu waren Peleth en Zaza. Dit waren
de kinderen van Jerahmeel.
34. En Sesan had geen zonen, maar dochteren. En Sesan had een
Egyptischen knecht, wiens naam was Jarha.
35. Sesan nu gaf zijn dochter aan zijn knecht Jarha tot een vrouw; en
zij baarde hem Attai.
36. Attai nu gewon Nathan, en Nathan gewon Zabad,
37. En Zabad gewon Eflal, en Eflal gewon Obed,
38. En Obed gewon Jehu, en Jehu gewon Azaria,
39. En Azaria gewon Helez, en Helez gewon Elasa,
40. En Elasa gewon Sismai, en Sismai gewon Sallum,
41. En Sallum gewon Jekamja, en Jekamja gewon Elisama.
42. De kinderen van Kaleb nu, den broeder van Jerahmeel, zijn
Mesa, zijn eerstgeborene (die is de vader van Zif), en de
kinderen van Maresa, den vader van Hebron.
43. De kinderen van Hebron nu waren Korah, en Tappuah, en
1295
Rekem, en Sema.
44. Sema nu gewon Raham, den vader van Jorkeam, en Rekem
gewon Sammai.
45. De kinderen van Sammai nu waren Maon; en Maon was de
vader van Beth-zur.
46. En Efa, het bijwijf van Kaleb, baarde Haran, en Moza, en Gazez;
en Haran gewon Gazez.
47. De kinderen van Jochdai nu waren Regem, en Jotham, en Gesan,
en Pelet, en Efa, en Saaf.
48. Uit het bijwijf Maacha gewon Kaleb: Seber en Tirhana.
49. En [de] [huisvrouw] van Saaf, den vader van Madmanna, baarde
Seva, den vader van Machbena, en den vader van Gibea; en de
dochter van Kaleb was Achsa.
50. Dit waren de kinderen van Kaleb, den zoon van Hur, den
eerstgeborene van Efratha: Sobal, de vader van Kirjath-jearim;
51. Salma, de vader der Bethlehemieten; Haref, de vader van Beth-
gader.
52. De kinderen van Sobal, den vader van Kirjath-jearim, waren
Haroe [en] Hazihammenuchoth.
53. En de geslachten van Kirjath-jearim waren de Jithrieten, en de
Futhieten, en de Sumathieten, en de Misraieten; van dezen zijn
uitgegaan de Zoraieten en de Esthaolieten.
54. De kinderen van Salma waren de Bethlehemieten, en de
Netofathieten, Atroth, Beth-joab, en de helft der Manathieten,
[en] de Zorieten.
55. En de huisgezinnen der schrijvers, die te Jabes woonden, de
Tirathieten, de Simeathieten, de Suchathieten; dezen zijn de
Kenieten, die gekomen zijn van Hammath, den vader van het
1296
huis van Rechab.


1297
1. Kronieken
Hoofdstuk 3
1. Dezen nu waren de kinderen van David, die hem te Hebron
geboren zijn: de eerstgeborene Amnon, van Ahinoam, de
Jizreelietische; de tweede Daniel, van Abigail, de
Karmelietische;
2. De derde Absalom, de zoon van Maacha, de dochter van
Thalmai, de koning te Gesur; de vierde Adonia, de zoon van
Haggith;
3. De vijfde Sefatja, van Abital; de zesde Jithream, van zijn
huisvrouw Egla.
4. Zes zijn hem te Hebron geboren; want hij regeerde daar zeven
jaren en zes maanden; en drie en dertig jaren regeerde hij te
Jeruzalem.
5. Dezen nu zijn hem te Jeruzalem geboren: Simea, en Sobab, en
Nathan, en Salomo; [deze] vier zijn van Bath-sua, de dochter
van Ammiel;
6. Daartoe Jibchar, en Elisama, en Elifelet,
7. En Nogah, en Nefeg, en Jafia,
8. En Elisama, en Eljada, en Elifelet, negen.
9. [Deze] allen zijn zonen van David, behalve de kinderen der
bijwijven, en Thamar hun zuster.
10. Salomo's zoon nu was Rehabeam; zijn zoon was Abia; zijn zoon
was Asa; zijn zoon was Josafat;
11. Zijn zoon was Joram; zijn zoon was Ahazia; zijn zoon was Joas;
1298
12. Zijn zoon was Amazia; zijn zoon was Azaria; zijn zoon was
Jotham;
13. Zijn zoon was Achaz; zijn zoon was Hizkia; zijn zoon was
Manasse;
14. Zijn zoon was Amon; zijn zoon was Josia.
15. De zonen van Josia nu waren [dezen]: de eerstgeborene Johanan,
de tweede Jojakim, de derde Zedekia, de vierde Sallum.
16. De kinderen van Jojakim nu waren: Jechonia zijn zoon, Zedekia
zijn zoon.
17. En de kinderen van Jechonia waren Assir; zijn zoon was
Sealthiel;
18. Dezes [zonen] waren Malchiram, en Pedaja, en Senazar,
Jekamja, Hosama en Nedabja.
19. De kinderen van Pedaja nu waren Zerubbabel en Simei; en de
kinderen van Zerubbabel waren Mesullam en Hananja; en
Selomith was hunlieder zuster;
20. En Hasuba, en Ohel, en Berechja, en Hasadja, Jusabhesed; vijf.
21. De kinderen van Hananja nu waren Pelatja en Jesaja. De
kinderen van Refaja, de kinderen van Arnan, de kinderen van
Obadja, de kinderen van Sechanja.
22. De kinderen nu van Sechanja waren Semaja; en de kinderen van
Semaja waren Hattus, en Jigeal, en Bariah, en Nearja, en Safat;
zes.
23. En de kinderen van Nearja waren Eljoenai, en Hizkia, en
Azrikam; drie.
24. En de kinderen van Eljoenai waren Hodajeva, en Eljasib, en
Pelaja, en Akkub, en Johanan, en Delaja, en Anani; zeven.

1299
1. Kronieken
Hoofdstuk 4
1. De kinderen van Juda waren Perez, Hezron en Charmi, en Hur,
en Sobal.
2. En Reaja, de zoon van Sobal, gewon Jahath, en Jahath gewon
Ahumai en Lahad; dit zijn de huisgezinnen der Zorathieten;
3. En dezen zijn van den vader Etam: Jizreel, en Isma, en Idbas; en
de naam hunner zuster was Hazelelponi.
4. En Pnuel was de vader van Gedor, en Ezer de vader van Husah.
Dit zijn de kinderen van Hur, den eerstgeborene van Efratha,
den vader van Bethlehem.
5. Asschur nu, de vader van Thekoa, had twee vrouwen, Hela en
Naara.
6. En Naara baarde hem Ahuzzam, en Hefer, en Temeni, en
Haahastari. Dit zijn de kinderen van Naara.
7. En de kinderen van Hela waren Zereth, Jezohar, en Ethnan.
8. En Koz gewon Anub en Hazobeba, en de huisgezinnen van
Aharlel, den zoon van Harum.
9. Jabez nu was heerlijker dan zijn broeders; en zijn moeder had
zijn naam Jabez genoemd, zeggende: Want ik heb hem met
smarten gebaard.
10. Want Jabez riep den God Israels aan, zeggende: Indien Gij mij
rijkelijk zegenen, en mijn landpale vermeerderen zult, en Uw
hand met mij zijn zal, en met het kwade [alzo] maakt, dat het
mij niet smarte! En God liet komen, wat hij begeerde.
1300
11. En Chelub, de broeder van Suha, gewon Mechir; hij is de vader
van Eston.
12. Eston nu gewon Beth-rafa, en Pasea, en Tehinna, den vader van
Ir-nahas; dit zijn de mannen van Recha.
13. En de kinderen van Kenaz waren Othniel en Seraja; en de
kinderen van Othniel, Hathath.
14. En Meonothai gewon Ofra; en Seraja gewon Joab, den vader des
dals der werkmeesters; want zij waren werkmeesters.
15. De kinderen van Kaleb nu, den zoon van Jefunne, waren Iru, Ela
en Naam; en de kinderen van Ela, te weten Kenaz.
16. En de kinderen van Jehalelel waren Zif en Zifa, Thirea en
Asareel.
17. En de kinderen van Ezra waren Jether, en Mered, en Efer, en
Jalon; en zij baarde Mirjam, en Sammai, en Isbah, den vader van
Esthemoa.
18. En zijn Joodse huisvrouw baarde Jered, den vader van Gedor, en
Heber, den vader van Socho, en Jekuthiel, den vader van
Zanoah; en die zijn kinderen van Bitja, de dochter van Farao, die
Mered genomen had.
19. En de kinderen van de huisvrouw Hodija, de zuster van Naham,
waren Abikehila, de Garmiet, en Esthemoa, de Maachathiet.
20. En de kinderen van Simon nu waren Amnon en Rinna, Ben-
hanan en Tilon; en de kinderen van Isei waren Zoheth en Ben-
zoheth.
21. De kinderen van Sela, den zoon van Juda, waren Er, de vader
van Lecha, en Lada, de vader van Maresa; en de huisgezinnen
van het huis der linnenwerkers in het huis Asbea.
22. Daartoe Jokim, en de mannen van Chozeba, en Joas, en Saraf
1301
(die over de Moabieten geheerst hebben) en de Jasubilehem;
doch deze dingen zijn oud.
23. Dezen waren pottenbakkers, wonende bij plantages en tuinen; zij
zijn daar gebleven bij den koning in zijn werk.
24. De kinderen van Simeon waren Nemuel en Jamin, Jarib, Zerah,
Saul.
25. Sallum was zijn zoon; Mibsam was zijn zoon; Misma was zijn
zoon.
26. De kinderen van Misma waren [dezen]: Hammuel zijn zoon,
Zaccur zijn zoon, Simei zijn zoon.
27. Simei nu had zestien zonen en zes dochteren; maar zijn broeders
hadden niet veel kinderen; en hun ganse huisgezin werd zo zeer
niet vermenigvuldigd, als van de kinderen van Juda.
28. En zij woonden te Ber-seba, en te Molada, en te Hazar-sual,
29. En te Bilha, en te Ezem, en te Tholad,
30. En te Bethuel, en te Horma, en te Ziklag,
31. En te Beth-markaboth, en te Hazar-susim, en te Beth-biri, en te
Saaraim. Dit waren hun steden, totdat David koning werd.
32. En hun dorpen waren Etam en Ain, Rimmon en Tochen, en
Asan; vijf steden.
33. En al haar dorpen, die in den omloop dezer steden waren, tot
Baal toe. Dit zijn hun woningen en hun geslachtsrekening voor
hen.
34. Doch Mesobab, en Jamlech, en Josa, de zoon van Amazia,
35. En Joel, en Jehu, de zoon van Jesibja, den zoon van Seraja, den
zoon van Asiel,
36. En Eljoenai, en Jaakoba, en Jesohaja, en Asaja, en Adiel, en
Jesimeel, en Benaja,
1302
37. En Ziza, de zoon van Sifei, den zoon van Allon, den zoon van
Jedaja, den zoon van Simri, den zoon van Semaja;
38. Dezen kwamen tot namen, zijnde vorsten in hun huisgezinnen,
en de huisgezinnen hunner vaderen braken uit in menigte.
39. En zij gingen tot aan den ingang van Gedor tot het oosten des
dals, om weide te zoeken voor hun schapen.
40. En zij vonden vette en goede weide, en een land, wijd van
begrip, en stil, en gerust; want die van Cham woonden daar te
voren.
41. Dezen nu, die met namen beschreven zijn, kwamen in de dagen
van Hizkia, den koning van Juda, en zij sloegen de tenten en
woningen dergenen, die daar gevonden werden; en zij
verbanden hen, tot op dezen dag; en zij woonden aan hun plaats,
want daar was weide voor hun schapen.
42. Ook gingen uit hen, [te] [weten] uit de kinderen van Simeon,
vijfhonderd mannen, tot het gebergte van Seir; en Pelatja, en
Nearja, en Refaja, en Uzziel, de zonen van Isei, waren hun tot
hoofden.
43. En zij sloegen de overigen der ontkomenen onder de
Amalekieten, en zij woonden aldaar tot op dezen dag.


1303
1. Kronieken
Hoofdstuk 5
1. De kinderen van Ruben nu, den eerstgeborene van Israel; (want
hij was de eerstgeborene; maar dewijl hij zijns vaders bed
ontheiligd had, werd zijn eerstgeboorte gegeven aan de kinderen
van Jozef, den zoon van Israel; doch niet [alzo], dat hij zich in
het geslachtsregister naar de eerstgeboorte rekenen mocht;
2. Want Juda werd machtig onder zijn broederen, en die tot een
voorganger was, was uit hem; doch de eerstgeboorte was van
Jozef.)
3. De kinderen van Ruben, den eerstgeborene van Israel, zijn
Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi.
4. De kinderen van Joel: zijn zoon Semaja; zijn zoon Gog; zijn
zoon Simei;
5. Zijn zoon Micha; zijn zoon Reaja; zijn zoon Baal;
6. Zijn zoon Beera, welken Tiglath-pilneser, de koning van
Assyrie, gevankelijk wegvoerde; hij was de vorst der
Rubenieten.
7. Aangaande zijn broederen in hun huisgezinnen, als zij naar hun
geboorten in de geslachtsregisters gesteld werden; de hoofden
zijn geweest Jehiel en Zecharja,
8. En Bela, de zoon van Azaz, den zoon van Sema, den zoon van
Joel, die woonde te Aroer, en tot aan Nebo, en Baal-meon,
9. En hij woonde tegen het oosten, tot den ingang der woestijn, van
de rivier Frath af; want hun vee was veel geworden in het land
1304
van Gilead.
10. En in de dagen van Saul voerden zij krijg tegen de Hagarenen,
die vielen door hun hand; en zij woonden in hun tenten tegen de
gehele oostzijde van Gilead.
11. De kinderen van Gad nu woonden tegen hen over, in het land
van Basan, tot Salcha toe.
12. Joel was het hoofd; en Safam de tweede; maar Jaenai en Safat
[bleven] in Basan.
13. Hun broeders nu, naar hun vaderlijke huizen, waren Michael, en
Mesullam, en Seba, en Jorai, en Jachan, en Zia, en Heber: zeven.
14. Dezen zijn de kinderen van Abihail, den zoon van Huri, den
zoon van Jaroah, den zoon van Gilead, den zoon van Michael,
den zoon van Jesisai, den zoon van Jahdo, den zoon van Buz.
15. Ahi, de zoon van Abdiel, den zoon van Guni, was het hoofd van
het huis hunner vaderen.
16. En zij woonden in Gilead, in Basan, en in haar onderhorige
plaatsen, en in al de voorsteden van Saron, tot aan hun
uitgangen.
17. Deze allen zijn naar hun geslachtsregisters geteld, in de dagen
van Jotham, den koning van Juda, en in de dagen van Jerobeam,
den koning van Israel.
18. Van de kinderen van Ruben, en van de Gadieten, en van den
halven stam van Manasse, van de strijdbaarste mannen, schild
en zwaard dragende, en den boog spannende, en ervaren in den
krijg, waren vier en veertig duizend zevenhonderd en zestig,
uitgaande in het heir.
19. En zij voerden krijg tegen de Hagarenen, en [tegen] Jethur, en
Nafis, en Nodab.
1305
20. Doch zij werden geholpen tegen hen, en de Hagarenen werden
in hun hand gegeven, en allen, die met hen waren; omdat zij tot
God riepen in den krijg, zo liet Hij Zich van hen verbidden,
dewijl zij op Hem vertrouwden.
21. En zij voerden hun vee gevankelijk weg; van hun kemelen
vijftig duizend, en tweehonderd en vijftig duizend schapen, en
twee duizend ezelen, en honderd duizend zielen der mensen.
22. Want er vielen vele verwonden, dewijl de strijd van God was; en
zij woonden in hun plaats, totdat zij gevankelijk weggevoerd
werden.
23. De kinderen nu van den halven stam van Manasse woonden in
dat land. Zij werden vermenigvuldigd van Basan tot aan Baal-
hermon, en Senir, en den berg Hermon.
24. Dezen nu waren de hoofden hunner vaderlijke huizen, te weten:
Hefer, en Jisei, en Eliel, en Azriel, en Jeremia, en Hodavja, en
Jahdiel; mannen sterk van kracht, mannen van naam, hoofden
der huizen hunner vaderen.
25. Maar zij hebben tegen den God hunner vaderen overtreden, en
de goden der volken des lands nagehoereerd, welke God voor
hun aangezichten had verdelgd.
26. Zo verwekte de God Israels den geest van Pul, den koning van
Assyrie, en den geest van Tiglath-pilneser, den koning van
Assyrie, die voerde hen gevankelijk weg, [te] [weten] de
Rubenieten, en de Gadieten, en den halven stam van Manasse;
en hij bracht hen te Halah, en Habor, en Hara, en aan de rivier
Gozan, tot op dezen dag.


1306
1. Kronieken
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 2 - 31
  • Parts
  • Statenvertaling - 2 - 01
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 802
    58.3 of words are in the 2000 most common words
    75.1 of words are in the 5000 most common words
    82.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 02
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 787
    56.5 of words are in the 2000 most common words
    71.7 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 03
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 806
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 04
    Total number of words is 4378
    Total number of unique words is 808
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    65.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 05
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 910
    51.2 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 06
    Total number of words is 4519
    Total number of unique words is 936
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 07
    Total number of words is 4551
    Total number of unique words is 820
    54.4 of words are in the 2000 most common words
    70.4 of words are in the 5000 most common words
    76.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 08
    Total number of words is 4580
    Total number of unique words is 847
    57.4 of words are in the 2000 most common words
    72.0 of words are in the 5000 most common words
    79.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 09
    Total number of words is 4521
    Total number of unique words is 877
    57.0 of words are in the 2000 most common words
    72.5 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 10
    Total number of words is 4527
    Total number of unique words is 900
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 11
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 866
    54.8 of words are in the 2000 most common words
    70.3 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 12
    Total number of words is 4586
    Total number of unique words is 877
    53.8 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 13
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 784
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    76.3 of words are in the 5000 most common words
    83.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 14
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 809
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    71.6 of words are in the 5000 most common words
    77.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 15
    Total number of words is 4538
    Total number of unique words is 877
    53.7 of words are in the 2000 most common words
    72.7 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 16
    Total number of words is 4474
    Total number of unique words is 876
    55.6 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    76.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 17
    Total number of words is 4639
    Total number of unique words is 871
    57.8 of words are in the 2000 most common words
    74.8 of words are in the 5000 most common words
    80.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 18
    Total number of words is 4679
    Total number of unique words is 859
    57.3 of words are in the 2000 most common words
    73.2 of words are in the 5000 most common words
    79.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 19
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1024
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 20
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 866
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    76.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 21
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 791
    55.1 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 22
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 852
    56.6 of words are in the 2000 most common words
    72.4 of words are in the 5000 most common words
    78.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 23
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 769
    59.7 of words are in the 2000 most common words
    72.6 of words are in the 5000 most common words
    79.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 24
    Total number of words is 4658
    Total number of unique words is 835
    58.9 of words are in the 2000 most common words
    73.3 of words are in the 5000 most common words
    80.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 25
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 834
    58.8 of words are in the 2000 most common words
    74.5 of words are in the 5000 most common words
    81.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 26
    Total number of words is 4671
    Total number of unique words is 822
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    73.7 of words are in the 5000 most common words
    80.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 27
    Total number of words is 4554
    Total number of unique words is 767
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 28
    Total number of words is 4510
    Total number of unique words is 845
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    71.3 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 29
    Total number of words is 4472
    Total number of unique words is 838
    53.5 of words are in the 2000 most common words
    69.2 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 30
    Total number of words is 4281
    Total number of unique words is 1088
    29.3 of words are in the 2000 most common words
    38.6 of words are in the 5000 most common words
    44.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 31
    Total number of words is 4308
    Total number of unique words is 934
    35.0 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 32
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 1045
    45.9 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 33
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 906
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    63.2 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 34
    Total number of words is 4352
    Total number of unique words is 883
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    60.9 of words are in the 5000 most common words
    68.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 35
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 845
    53.0 of words are in the 2000 most common words
    69.3 of words are in the 5000 most common words
    75.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 36
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 893
    51.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 37
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 886
    53.1 of words are in the 2000 most common words
    70.2 of words are in the 5000 most common words
    77.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 38
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 853
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 39
    Total number of words is 4387
    Total number of unique words is 872
    51.6 of words are in the 2000 most common words
    67.9 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 40
    Total number of words is 4285
    Total number of unique words is 881
    46.6 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 41
    Total number of words is 4334
    Total number of unique words is 879
    49.4 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 42
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 973
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 43
    Total number of words is 4265
    Total number of unique words is 1012
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    66.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 44
    Total number of words is 4313
    Total number of unique words is 953
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    57.4 of words are in the 5000 most common words
    63.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 45
    Total number of words is 3955
    Total number of unique words is 718
    60.0 of words are in the 2000 most common words
    76.0 of words are in the 5000 most common words
    81.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.