Statenvertaling - 2 - 33

Total number of words is 4376
Total number of unique words is 906
48.0 of words are in the 2000 most common words
63.2 of words are in the 5000 most common words
71.0 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
heidenen uit te stoten van het aangezicht Uws volks, hetwelk Gij
uit Egypte verlost hebt?
22. En Gij hebt Uw volk Israel U ten volk gemaakt tot in der
eeuwigheid; en Gij, HEERE, zijt hun tot een God geworden.
23. Nu dan, HEERE, het woord, dat Gij over Uw knecht gesproken
hebt, en over zijn huis, dat worde waar tot in eeuwigheid; en
doe, gelijk als Gij gesproken hebt.
24. Ja, het worde waar, en Uw Naam worde groot gemaakt tot in
eeuwigheid, dat men zegge: De HEERE der heirscharen, de God
van Israel, is Israels God; en het huis van David, Uw knecht, zij
bestendig voor Uw aangezicht.
25. Want Gij, mijn God, hebt voor het oor Uws knechts
geopenbaard, dat Gij hem een huis bouwen zoudt; daarom heeft
Uw knecht [in] [zijn] [hart] gevonden, om voor Uw aangezicht
te bidden.
26. Nu dan, HEERE, Gij zijt die God; en Gij hebt dit goede over Uw
knecht gesproken.
27. Nu dan, het heeft U beliefd te zegenen het huis Uws knechts, dat
1348
het in eeuwigheid voor Uw aangezicht zij; want Gij, HEERE,
hebt het gezegend, en het zal gezegend zijn in eeuwigheid.


1349
1. Kronieken
Hoofdstuk 18
1. Het geschiedde nu na dezen, dat David de Filistijnen sloeg, en
hen ten onder bracht; en hij nam Gath, en haar onderhorige
plaatsen, uit der Filistijnen hand.
2. Hij sloeg ook de Moabieten, alzo dat de Moabieten Davids
knechten werden, brengende geschenken.
3. David sloeg ook Hadar-ezer, den koning van Zoba, naar Hamath
toe, toen hij heentoog, om zijn hand te stellen aan de rivier
Frath.
4. En David nam hem duizend wagens af, en zeven duizend ruiters,
en twintig duizend man te voet; en David ontzenuwde al de
wagen [paarden]; doch hij behield honderd wagens daarvan
over.
5. En de Syriers van Damaskus kwamen, om Hadar-ezer, den
koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg van de Syriers
twee en twintig duizend man.
6. En David leide [bezetting] in Syrie van Damaskus, alzo dat de
Syriers Davids knechten werden, geschenken brengende. En de
HEERE behoedde David overal, waar hij heenging.
7. En David nam de gouden schilden, die bij Hadar-ezers knechten
waren, en hij bracht ze te Jeruzalem.
8. Ook nam David zeer veel kopers uit Tibchath, en uit Chun,
steden van Hadar-ezer; daarvan heeft Salomo de koperen zee, en
de pilaren, en de koperen vaten gemaakt.
1350
9. Toen Thou, de koning van Hamath, hoorde, dat David de ganse
heirkracht van Hadar-ezer, den koning van Zoba, geslagen had;
10. Zo zond hij zijn zoon Hadoram tot den koning David, om hem
naar [zijn] welstand te vragen, en om hem te zegenen, vanwege
dat hij met Hadar-ezer gestreden, en hem verslagen had (want
Hadar-ezer voerde oorlog tegen Thou), en alle gouden, en
zilveren, en koperen vaten;
11. Deze heiligde de koning David ook den HEERE, met het zilver
en het goud, hetwelk hij medegebracht had van al de heidenen:
van de Edomieten, en van de Moabieten, en van de kinderen
Ammons, en van de Filistijnen, en van de Amalekieten.
12. Ook sloeg Abisai, de zoon van Zeruja, de Edomieten in het
Zoutdal, achttien duizend.
13. En hij leide bezetting in Edom, zodat al de Edomieten Davids
knechten werden; en de HEERE behoedde David overal, waar
hij heenging.
14. Alzo regeerde David over gans Israel, en hij deed zijn gansen
volke recht en gerechtigheid.
15. Joab nu, de zoon van Zeruja, was over het heir; en Josafat, de
zoon van Ahilud, was kanselier;
16. En Zadok, de zoon van Ahitub, en Abimelech, de zoon van
Abjathar, waren priesters, en Sausa schrijver;
17. En Benaja, de zoon van Jojada, was over de Krethi en Plethi;
maar de zonen van David waren de eersten aan de hand des
konings.


1351
1. Kronieken
Hoofdstuk 19
1. En het geschiedde na dezen, dat Nahas, de koning der kinderen
Ammons, stierf, en zijn zoon werd koning in zijn plaats.
2. Toen zeide David: Ik zal weldadigheid doen aan Hanun, den
zoon van Nahas; want zijn vader heeft weldadigheid aan mij
gedaan. Daarom zond David boden, om hem te troosten over
zijn vader. Toen de knechten van David in het land der kinderen
Ammons tot Hanun kwamen, om hem te troosten,
3. Zo zeiden de vorsten der kinderen Ammons tot Hanun: Eert
David uw vader in uw ogen, omdat hij troosters tot u gezonden
heeft? Zijn niet zijn knechten tot u gekomen, om te doorzoeken,
en om om te keren, en om het land te verspieden?
4. Daarom nam Hanun de knechten van David, en hij beschoor
hen, en sneed hun klederen half af tot aan de heupen, en liet hen
henengaan.
5. Zij nu gingen henen, en men boodschapte David van deze
mannen; en hij zond hun tegemoet; want die mannen waren zeer
beschaamd. De koning dan zeide: Blijft te Jericho, totdat ulieder
baard weder gewassen zij; komt dan wederom.
6. Toen de kinderen Ammons zagen, dat zij zich stinkende
gemaakt hadden bij David, zo zond Hanun en de kinderen
Ammons duizend talenten zilvers, om zich wagenen en ruiters te
huren uit Mesopotamie, en uit Syrie-maacha, en uit Zoba;
7. Zodat zij zich huurden twee en dertig duizend wagenen; en de
1352
koning van Maacha en zijn volk kwamen en legerden zich voor
Medeba; ook vergaderden de kinderen Ammons uit hun steden,
en zij kwamen ten strijde.
8. Toen het David hoorde, zo zond hij Joab en het ganse heir met
de helden.
9. Als de kinderen Ammons uitgetogen waren, zo stelden zij de
slagorde voor de poort der stad; maar de koningen, die gekomen
waren, die waren bijzonder in het veld.
10. Toen Joab zag, dat de spits der slagorde van voren en van
achteren tegen hem was, zo verkoos hij [enigen] uit alle
uitgelezenen in Israel, en hij stelde hen in orde tegen de Syriers
aan.
11. En het overige des volks gaf hij in de hand van zijn broeder
Abisai, en zij stelden hen in orde tegen de kinderen Ammons
aan.
12. En hij zeide: Indien mij de Syriers te sterk worden, zo zult gij
mij komen verlossen; en indien de kinderen Ammons u te sterk
worden, zo zal ik u verlossen.
13. Wees sterk, en laat ons sterk zijn voor ons volk, en voor de
steden onzes Gods; de HEERE nu doe, wat goed is in Zijn ogen.
14. Toen naderde Joab en het volk, dat bij hem was, ten strijde voor
het aangezicht der Syriers; en zij vloden voor zijn aangezicht.
15. Toen de kinderen Ammons zagen, dat de Syriers vloden, zo
vloden zij ook voor het aangezicht van Abisai, zijn broeder, en
zij kwamen in de stad; en Joab kwam te Jeruzalem.
16. Als de Syriers zagen, dat zij voor het aangezicht van Israel
geslagen waren, zo zonden zij boden, en brachten de Syriers uit,
die aan gene zijde der rivier woonden; en Sofach, de
1353
krijgsoverste van Hadar-ezer, [toog] voor hun aangezicht heen.
17. Toen het David werd aangezegd, zo vergaderde hij gans Israel,
en hij toog over de Jordaan, en hij kwam tot hen, en hij stelde de
slagorde tegen hen. Als David de slagorde tegen de Syriers
gesteld had, zo streden zij met hem.
18. Doch de Syriers vloden voor het aangezicht van Israel, en David
versloeg van de Syriers zeven duizend wagenen, en veertig
duizend mannen te voet; daartoe doodde hij Sofach, den
krijgsoverste.
19. Toen de knechten van Hadar-ezer zagen, dat zij geslagen waren,
voor het aangezicht van Israel, zo maakten zij vrede met David,
en dienden hem; en de Syriers wilden de kinderen Ammons niet
meer verlossen.


1354
1. Kronieken
Hoofdstuk 20
1. Het geschiedde nu ten tijde van de wederkomst des jaars, ten
tijde als de koningen uittrokken, zo voerde Joab de heirkracht,
en hij verdierf het land der kinderen Ammons; en hij kwam, en
belegerde Rabba; maar David bleef te Jeruzalem. En Joab sloeg
Rabba, en verwoestte ze.
2. En David nam de kroon huns konings van zijn hoofd, en hij
bevond haar in gewicht een talent gouds, en daar was
edelgesteente aan; en zij werd op Davids hoofd [gezet], en hij
voerde zeer veel roofs uit de stad.
3. Hij voerde ook al het volk uit, dat daarin was, en hij zaagde ze
met de zaag, en met ijzeren dorswagens, en met bijlen; en alzo
deed David aan al de steden der kinderen Ammons. Toen keerde
David wederom met al het volk naar Jeruzalem.
4. En het geschiedde daarna, als de krijg met de Filistijnen te Gezer
opstond, toen sloeg Sibchai, de Husathiet, Sippai, die van de
kinderen van Rafa was; en zij werden ten ondergebracht.
5. Daarna was er nog een krijg tegen de Filistijnen, en Elhanan, de
zoon van Jair, versloeg Lachmi, den broeder van Goliath, den
Gethiet, wiens spieshout was als een weversboom.
6. Daarna was er nog een krijg te Gath; en daar was een zeer lang
man, en zijn vingeren waren zes en zes, vier en twintig, en hij
was ook van Rafa geboren;
7. En hij hoonde Israel, maar Jonathan, de zoon van Simea, den
1355
broeder van David, versloeg hem.
8. Dezen waren van Rafa geboren te Gath; en zij vielen door de
hand van David, en door de hand zijner knechten.


1356
1. Kronieken
Hoofdstuk 21
1. Toen stond de satan op tegen Israel, en hij porde David aan, dat
hij Israel telde.
2. En David zeide tot Joab en tot de oversten des volks: Gaat heen,
telt Israel van Berseba tot Dan toe, en brengt hen tot mij, dat ik
hun getal wete.
3. Toen zeide Joab: De HEERE doe tot Zijn volk, gelijk zij [nu]
zijn, honderdmaal meer; zijn zij niet allen, o mijn heer koning,
mijn heer tot knechten? Waarom verzoekt mijn heer dit?
Waarom zou het Israel tot schuld worden?
4. Doch het woord des konings nam de overhand tegen Joab;
derhalve toog Joab uit, en hij doorwandelde gans Israel; daarna
kwam hij weder te Jeruzalem.
5. En Joab gaf David de som van het getelde volk; en gans Israel
was elfhonderd duizend man, die het zwaard uittrokken, en Juda
vierhonderd duizend, en zeventig duizend man, die het zwaard
uittrokken.
6. Doch Levi en Benjamin telde hij onder dezelve niet; want des
konings woord was Joab een gruwel.
7. En deze zaak was kwaad in de ogen Gods; daarom sloeg Hij
Israel.
8. Toen zeide David tot God: Ik heb zeer gezondigd, dat ik deze
zaak gedaan heb; maar neem toch nu de misdaad Uws knechts
weg, want ik heb zeer zottelijk gehandeld.
1357
9. De HEERE nu sprak tot Gad, den ziener van David, zeggende:
10. Ga heen, en spreek tot David, zeggende: Aldus zegt de HEERE:
Drie dingen leg Ik u voor; kies u een uit die, dat Ik u doe.
11. En Gad kwam tot David, en zeide tot hem: Zo zegt de HEERE:
Neem u uit:
12. Of drie jaren honger, of drie maanden verteerd te worden voor
het aangezicht uwer wederpartij, en dat het zwaard uwer
vijanden [u] achterhale; of drie dagen het zwaard des HEEREN,
dat is, de pestilentie in het land, en een verdervenden engel des
HEEREN in al de landpalen van Israel? Zo zie nu toe, wat
antwoord ik Dien zal wedergeven, Die mij gezonden heeft.
13. Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat mij toch in de
hand des HEEREN vallen; want Zijn barmhartigheden zijn zeer
vele, maar laat mij in de hand der mensen niet vallen.
14. De HEERE dan gaf pestilentie in Israel; en er vielen van Israel
zeventig duizend man.
15. En God zond een engel naar Jeruzalem, om die te verderven; en
als hij haar verdierf, zag het de HEERE, en het berouwde Hem
over dat kwaad; en Hij zeide tot den verdervenden engel: Het is
genoeg, trek nu uw hand af. De engel des HEEREN nu stond bij
den dorsvloer van Ornan, den Jebusiet.
16. Als David zijn ogen ophief, zo zag hij den engel des HEEREN,
staande tussen de aarde en tussen den hemel, met zijn
uitgetrokken zwaard in zijn hand, uitgestrekt over Jeruzalem;
toen viel David, en de oudsten, bedekt met zakken, op hun
aangezichten.
17. En David zeide tot God: Ben ik het niet, die gezegd heb, dat men
het volk tellen zou? Ja, ik zelf ben het, die gezondigd en zeer
1358
kwalijk gehandeld heb; maar deze schapen, wat hebben die
gedaan? O HEERE, mijn God, dat toch Uw hand tegen mij, en
tegen het huis mijns vaders zij, maar niet tegen Uw volk ter
plage.
18. Toen zeide de engel des HEEREN tot Gad, dat hij David zeggen
zou, dat David zou opgaan, om den HEERE een altaar op te
richten op den dorsvloer van Ornan, den Jebusiet.
19. Zo ging dan David op naar het woord van Gad, dat hij in den
Naam des HEEREN gesproken had.
20. Toen zich Ornan wendde, zo zag hij den engel; en zijn vier
zonen, die bij hem waren, verstaken zich; en Ornan dorste tarwe.
21. En David kwam tot Ornan; en Ornan zag toe, en zag David; zo
ging hij uit den dorsvloer, en boog zich neder voor David, met
het aangezicht ter aarde.
22. En David zeide tot Ornan: Geef mij de plaats des dorsvloers, dat
ik op dezelve den HEERE een altaar bouwe; geef ze mij voor
het volle geld, opdat deze plage opgehouden worde van over het
volk.
23. Toen zeide Ornan tot David: Neem ze maar henen, en mijn heer
de koning doe wat goed is in zijn ogen; zie, ik geef deze
runderen tot brandofferen, en deze sleden tot hout, en de tarwe
tot spijsoffer; ik geef het al.
24. En de koning David zeide tot Ornan: Neen, maar ik zal het
zekerlijk kopen voor het volle geld; want ik zal voor den
HEERE niet nemen wat uw is, dat ik een brandoffer om niet
offere.
25. En David gaf aan Ornan voor die plaats zeshonderd gouden
sikkelen van gewicht.
1359
26. Toen bouwde David aldaar den HEERE een altaar, en hij offerde
brandofferen en dankofferen. Als hij den HEERE aanriep, zo
antwoordde Hij hem door vuur uit den hemel, op het
brandofferaltaar.
27. En de HEERE zeide tot den engel, dat hij zijn zwaard weder in
zijn schede steken zou.
28. Ter zelfder tijd, toen David zag, dat de HEERE hem geantwoord
had op den dorsvloer van Ornan, den Jebusiet, zo offerde hij
aldaar;
29. Want de tabernakel des HEEREN, dien Mozes in de woestijn
gemaakt had, en het altaar des brandoffers, was te dier tijd op de
hoogte te Gibeon.
30. David nu kon niet heengaan voor hetzelve, om God te zoeken;
want hij was verschrikt voor het zwaard van den engel des
HEEREN.


1360
1. Kronieken
Hoofdstuk 22
1. En David zeide: Hier zal het huis Gods des HEEREN zijn, en
hier zal het altaar des brandoffers voor Israel zijn.
2. En David zeide, dat men vergaderen zou de vreemdelingen, die
in het land Israels waren; en hij bestelde steenhouwers, om uit te
houwen stenen, welke men behouwen zou, om het huis Gods te
bouwen.
3. En David bereidde ijzer in menigte, tot nagelen aan de deuren
der poorten, en tot de samenvoegingen; ook koper in menigte,
zonder gewicht;
4. En cederenhout zonder getal; want de Sidoniers en de Tyriers
brachten tot David cederenhout in menigte.
5. Want David zeide: Mijn zoon Salomo is een jongeling en teder;
en het huis, dat men den HEERE bouwen zal, zal men ten
hoogste groot maken, tot een Naam en tot heerlijkheid in alle
landen; ik zal hem nu [voorraad] bereiden. Alzo bereidde David
[voorraad] in menigte voor zijn dood.
6. Toen riep hij zijn zoon Salomo, en gebood hem den HEERE,
den God Israels, een huis te bouwen.
7. En David zeide tot Salomo: Mijn zoon, wat mij aangaat, het was
in mijn hart den Naam des HEEREN, mijns Gods, een huis te
bouwen;
8. Doch het woord des HEEREN geschiedde tot mij, zeggende: Gij
hebt bloed in menigte vergoten, want gij hebt grote krijgen
1361
gevoerd; gij zult Mijn Naam geen huis bouwen, dewijl gij veel
bloeds op de aarde voor Mijn aangezicht vergoten hebt.
9. Zie, de zoon, die u geboren zal worden, die zal een man der rust
zijn, want Ik zal hem rust geven van al zijn vijanden rondom
henen; want zijn naam zal Salomo zijn, en Ik zal vrede en stilte
over Israel geven in zijn dagen.
10. Die zal Mijn Naam een huis bouwen, en die zal Mij tot een zoon
zijn, en Ik hem tot een Vader; en Ik zal den troon zijns rijks over
Israel bevestigen tot in eeuwigheid.
11. Nu, mijn zoon, de HEERE zal met u zijn, en gij zult voorspoedig
zijn, en zult het huis des HEEREN, uws Gods, bouwen, gelijk
als Hij van u gesproken heeft.
12. Alleenlijk de HEERE geve u kloekheid en verstand, en geve u
bevel over Israel, en dat om te onderhouden de wet des
HEEREN, uws Gods.
13. Dan zult gij voorspoedig zijn, als gij waarnemen zult te doen de
inzettingen en de rechten, die de HEERE aan Mozes geboden
heeft over Israel. Wees sterk en heb goeden moed, vrees niet, en
wees niet verslagen!
14. Zie daar, ik heb in mijn verdrukking voor het huis des HEEREN
bereid honderd duizend talenten gouds, en duizend maal duizend
talenten zilvers; en des kopers en des ijzers is geen gewicht,
want het is er in menigte; ik heb ook hout en stenen bereid; doe
gij er nog meer bij.
15. Ook zijn er bij u in menigte, die het werk kunnen doen, houwers,
en werkmeesters in steen en hout, en allerlei wijze lieden in
allerlei werk.
16. Des gouds, des zilvers, en des kopers, en des ijzers is geen getal;
1362
maak u op, en doe het, en de HEERE zal met u zijn.
17. Ook gebood David aan alle vorsten van Israel, dat zij zijn zoon
Salomo helpen zouden, [zeggende]:
18. Is niet de HEERE, uw God, met ulieden, en heeft u rust gegeven
rondom henen? Want Hij heeft de inwoners des lands in mijn
hand gegeven, en dit land is onderworpen geworden voor het
aangezicht des HEEREN, en voor het aangezicht Zijns volks.
19. Zo begeeft dan nu uw hart en uw ziel, om te zoeken den
HEERE, uw God, en maakt u op, en bouwt het heiligdom Gods
des HEEREN; dat men de ark des verbonds des HEEREN en de
heilige vaten Gods in dit huis brenge, dat den Naam des
HEEREN zal gebouwd worden.


1363
1. Kronieken
Hoofdstuk 23
1. Toen nu David oud was en zat van dagen, maakte hij zijn zoon
Salomo tot koning over Israel.
2. En hij vergaderde al de vorsten van Israel, ook de priesters en de
Levieten.
3. En de Levieten werden geteld, van dertig jaren af en daarboven;
en hun getal was, naar hun hoofden, aan mannen, acht en dertig
duizend.
4. Uit dezen waren er vier en twintig duizend om het werk van het
huis des HEEREN aan te drijven; en zes duizend ambtlieden en
rechters;
5. En vier duizend poortiers, en vier duizend lofzangers des
HEEREN, met instrumenten, die ik gemaakt heb, [zeide]
[David], om lof te zingen.
6. En David verdeelde hen in verdelingen, naar de kinderen van
Levi, Gerson, Kehath en Merari.
7. Uit de Gersonieten waren Ladan en Simei.
8. De kinderen van Ladan waren [dezen]: Jehiel, het hoofd, en
Zetham, en Joel; drie.
9. De kinderen van Simei waren Selomith, en Haziel, en Haran,
drie; dezen waren de hoofden der vaderen van Ladan.
10. De kinderen van Simei nu waren Jahath, Zina, en Jeus, en Beria;
dezen waren de kinderen van Simei; vier.
11. En Jahath was het hoofd, en Zizza de tweede; maar Jeus en
1364
Beria hadden niet vele kinderen; daarom waren zij in het
vaderlijke huis maar van een telling.
12. De kinderen van Kehath waren Amram, Jizhar, Hebron en
Uzziel; vier.
13. De kinderen van Amram waren Aaron en Mozes. Aaron nu werd
afgezonderd, dat hij heiligde de allerheiligste dingen, hij en zijn
zonen, tot in eeuwigheid, om te roken voor het aangezicht des
HEEREN, om Hem te dienen en om in Zijn Naam tot in
eeuwigheid te zegenen.
14. Aangaande nu Mozes, den man Gods, zijn kinderen werden
genoemd onder den stam van Levi.
15. De kinderen van Mozes waren Gersom en Eliezer.
16. Van de kinderen van Gersom was Sebuel het hoofd.
17. De kinderen van Eliezer nu waren [dezen]: Rehabja het hoofd;
en Eliezer had geen andere kinderen, maar de kinderen van
Rehabja vermeerderden ten hoogste.
18. Van de kinderen van Jizhar was Selomith het hoofd.
19. Aangaande de kinderen van Hebron: Jeria was het hoofd,
Amarja de tweede, Jahaziel de derde, en Jekameam de vierde.
20. Aangaande de kinderen van Uzziel: Micha was het hoofd, en
Jissia de tweede.
21. De kinderen van Merari waren Maheli en Musi; de kinderen van
Maheli waren Eleazar en Kis.
22. En Eleazar stierf, en hij had geen zonen, maar dochters; en de
kinderen van Kis, haar broeders, namen ze.
23. De kinderen van Musi waren Maheli, en Eder, en Jeremoth; drie.
24. Dit zijn de kinderen van Levi, naar het huis hunner vaderen, de
hoofden der vaderen, naar hun gerekenden in het getal der
1365
namen naar hun hoofden, doende het werk van den dienst van
het huis des HEEREN van twintig jaren oud en daarboven.
25. Want David had gezegd: De HEERE, de God Israels, heeft Zijn
volk rust gegeven, en Hij zal te Jeruzalem wonen tot in
eeuwigheid.
26. En ook aangaande de Levieten, dat zij den tabernakel, noch enig
van deszelfs gereedschap, tot deszelfs dienst [behorende], niet
[meer] zouden dragen.
27. Want naar de laatste woorden van David werden de kinderen
van Levi geteld, van twintig jaren oud en daarboven;
28. Omdat hun standplaats was aan de hand der zonen van Aaron in
den dienst van het huis des HEEREN, over de voorhoven, en
over de kameren, en over de reiniging van alle heilige dingen, en
het werk van den dienst van het huis Gods;
29. Te weten tot het brood der toerichting, en tot de meelbloem ten
spijsoffer, en tot ongezuurde vladen, en tot de pannen, en tot het
gerooste, en tot alle mate en afmeting;
30. En om alle morgens te staan, om den HEERE te loven en te
prijzen; en desgelijks des avonds;
31. En tot al het offeren der brandofferen des HEEREN, op de
sabbatten, op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden
in getal, naar de wijze onder hen, geduriglijk, voor het
aangezicht des HEEREN;
32. En dat zij de wacht van de tent der samenkomst zouden
waarnemen, en de wacht des heiligdoms, en de wacht der zonen
van Aaron, hun broederen, in den dienst van het huis des
HEEREN.

1366
1. Kronieken
Hoofdstuk 24
1. Aangaande nu de kinderen van Aaron, [dit] waren hun
verdelingen. De zonen van Aaron waren Nadab, en Abihu,
Eleazar en Ithamar.
2. Maar Nadab stierf, en Abihu, voor het aangezicht huns vaders,
en zij hadden geen kinderen. En Eleazar en Ithamar bedienden
het priesterambt.
3. David nu verdeelde hen, en Zadok uit de kinderen van Eleazar,
en Abimelech uit de kinderen van Ithamar, naar hun ambt in hun
dienst.
4. En van de kinderen van Eleazar werden meer gevonden tot
hoofden der mannen, dan van de kinderen van Ithamar, als zij
hen afdeelden; van de kinderen van Eleazar waren zestien
hoofden der vaderlijke huizen, maar van de kinderen van
Ithamar, naar hun vaderlijke huizen, acht.
5. En zij deelden hen door loten af, dezen met genen; want de
oversten des heiligdoms en de oversten Gods waren uit de
kinderen van Eleazar en van de kinderen van Ithamar.
6. En Semaja, de zoon van Nethaneel, de schrijver, uit de Levieten,
schreef hen op, voor het aangezicht des konings, en van de
vorsten, en van den priester Zadok, en van Achimelech, den
zoon van Abjathar, en van de hoofden der vaderen onder de
priesters en onder de Levieten; een vaderlijk huis werd genomen
voor Eleazar, en desgelijks werd genomen voor Ithamar.
1367
7. Het eerste lot nu ging uit voor Jojarib, het tweede voor Jedaja,
8. Het derde voor Harim, het vierde voor Seorim,
9. Het vijfde voor Malchia, het zesde voor Mijamin,
10. Het zevende voor Hakkoz, het achtste voor Abia,
11. Het negende voor Jesua, het tiende voor Sechanja,
12. Het elfde voor Eljasib, het twaalfde voor Jakim,
13. Het dertiende voor Huppa, het veertiende voor Jesebeab,
14. Het vijftiende voor Bilga, het zestiende voor Immer,
15. Het zeventiende voor Hezir, het achttiende voor Happizzes,
16. Het negentiende voor Petahja, het twintigste voor Jehezkel,
17. Het een en twintigste voor Jachin, het twee en twintigste voor
Gamul,
18. Het drie en twintigste voor Delaja, het vier en twintigste voor
Maazja.
19. Het ambt van dezen in hun dienst was te gaan in het huis des
HEEREN, naar hun ordening door de hand van Aaron, huns
vaders; gelijk als hem de HEERE, de God Israels, geboden had.
20. Van de overige kinderen van Levi nu, was van de kinderen van
Amram Subael, van de kinderen van Subael was Jechdeja.
21. Aangaande Rehabja: van de kinderen van Rehabja was Jissia het
hoofd.
22. Van de Jizharieten was Selomoth; van de kinderen van Selomoth
was Jahath.
23. En van de kinderen van [Hebron] was Jeria de [eerste], Amarja
de tweede, Jahaziel de derde, Jekameam de vierde.
24. [Van] de kinderen van Uzziel was Micha; van de kinderen van
Micha was Samir;
25. De broeder van Micha was Jissia; van de kinderen van Jissia was
1368
Zecharja.
26. De kinderen van Merari waren Maheli en Musi. De kinderen van
Jaazia waren Beno.
27. De kinderen van Merari van Jaazia waren Beno, en Soham, en
Zakkur, en Hibri.
28. Van Maheli was Eleazar; en die had geen kinderen.
29. Aangaande Kis: de kinderen van Kis waren Jerahmeel.
30. En de kinderen van Musi waren Maheli, en Eder, en Jeremoth.
Dezen zijn de kinderen der Levieten, naar hun vaderlijke huizen.
31. En zij wierpen ook loten, nevens hun broederen, de zonen van
Aaron, voor het aangezicht van den koning David, en Zadok, en
Achimelech, en van de hoofden der vaderen onder de priesteren
en onder de Levieten; het hoofd der vaderen tegen zijn kleinsten
broeder.


1369
1. Kronieken
Hoofdstuk 25
1. En David, mitsgaders de oversten des heirs, scheidde af tot den
dienst, van de kinderen van Asaf, en van Heman, en van
Jeduthun, die met harpen, met luiten en met cimbalen profeteren
zouden; en die onder hen geteld werden, waren mannen,
bekwaam tot het werk van hun dienst.
2. Van de kinderen van Asaf waren Zakkur, en Jozef, en Nethanja,
en Asarela, kinderen van Asaf; aan de hand van Asaf, die aan
des konings handen profeteerde.
3. Aangaande Jeduthun: de kinderen van Jeduthun waren Gedalja,
en Zeri, en Jesaja, Hasabja en Mattithja, zes; aan de handen van
hun vader Jeduthun, op harpen profeterende met den HEERE te
danken en te loven.
4. Aangaande Heman: de kinderen van Heman waren Bukkia,
Mattanja, Uzziel, Sebuel, en Jerimoth, Hananja, Hanani, Eliatha,
Giddalti, en Romamthi-ezer, Josbekasa, Mallothi, Hothir,
Mahazioth.
5. Deze allen waren kinderen van Heman, den ziener des konings,
in de woorden Gods, om den hoorn te verheffen; want God had
Heman veertien zonen gegeven, en drie dochters.
6. Dezen waren altemaal aan de handen huns vaders [gesteld] tot
het gezang van het huis des HEEREN, op cimbalen, luiten, en
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 2 - 34
  • Parts
  • Statenvertaling - 2 - 01
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 802
    58.3 of words are in the 2000 most common words
    75.1 of words are in the 5000 most common words
    82.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 02
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 787
    56.5 of words are in the 2000 most common words
    71.7 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 03
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 806
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 04
    Total number of words is 4378
    Total number of unique words is 808
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    65.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 05
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 910
    51.2 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 06
    Total number of words is 4519
    Total number of unique words is 936
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 07
    Total number of words is 4551
    Total number of unique words is 820
    54.4 of words are in the 2000 most common words
    70.4 of words are in the 5000 most common words
    76.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 08
    Total number of words is 4580
    Total number of unique words is 847
    57.4 of words are in the 2000 most common words
    72.0 of words are in the 5000 most common words
    79.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 09
    Total number of words is 4521
    Total number of unique words is 877
    57.0 of words are in the 2000 most common words
    72.5 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 10
    Total number of words is 4527
    Total number of unique words is 900
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 11
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 866
    54.8 of words are in the 2000 most common words
    70.3 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 12
    Total number of words is 4586
    Total number of unique words is 877
    53.8 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 13
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 784
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    76.3 of words are in the 5000 most common words
    83.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 14
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 809
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    71.6 of words are in the 5000 most common words
    77.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 15
    Total number of words is 4538
    Total number of unique words is 877
    53.7 of words are in the 2000 most common words
    72.7 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 16
    Total number of words is 4474
    Total number of unique words is 876
    55.6 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    76.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 17
    Total number of words is 4639
    Total number of unique words is 871
    57.8 of words are in the 2000 most common words
    74.8 of words are in the 5000 most common words
    80.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 18
    Total number of words is 4679
    Total number of unique words is 859
    57.3 of words are in the 2000 most common words
    73.2 of words are in the 5000 most common words
    79.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 19
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1024
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 20
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 866
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    76.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 21
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 791
    55.1 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 22
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 852
    56.6 of words are in the 2000 most common words
    72.4 of words are in the 5000 most common words
    78.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 23
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 769
    59.7 of words are in the 2000 most common words
    72.6 of words are in the 5000 most common words
    79.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 24
    Total number of words is 4658
    Total number of unique words is 835
    58.9 of words are in the 2000 most common words
    73.3 of words are in the 5000 most common words
    80.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 25
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 834
    58.8 of words are in the 2000 most common words
    74.5 of words are in the 5000 most common words
    81.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 26
    Total number of words is 4671
    Total number of unique words is 822
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    73.7 of words are in the 5000 most common words
    80.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 27
    Total number of words is 4554
    Total number of unique words is 767
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 28
    Total number of words is 4510
    Total number of unique words is 845
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    71.3 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 29
    Total number of words is 4472
    Total number of unique words is 838
    53.5 of words are in the 2000 most common words
    69.2 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 30
    Total number of words is 4281
    Total number of unique words is 1088
    29.3 of words are in the 2000 most common words
    38.6 of words are in the 5000 most common words
    44.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 31
    Total number of words is 4308
    Total number of unique words is 934
    35.0 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 32
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 1045
    45.9 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 33
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 906
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    63.2 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 34
    Total number of words is 4352
    Total number of unique words is 883
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    60.9 of words are in the 5000 most common words
    68.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 35
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 845
    53.0 of words are in the 2000 most common words
    69.3 of words are in the 5000 most common words
    75.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 36
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 893
    51.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 37
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 886
    53.1 of words are in the 2000 most common words
    70.2 of words are in the 5000 most common words
    77.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 38
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 853
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 39
    Total number of words is 4387
    Total number of unique words is 872
    51.6 of words are in the 2000 most common words
    67.9 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 40
    Total number of words is 4285
    Total number of unique words is 881
    46.6 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 41
    Total number of words is 4334
    Total number of unique words is 879
    49.4 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 42
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 973
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 43
    Total number of words is 4265
    Total number of unique words is 1012
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    66.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 44
    Total number of words is 4313
    Total number of unique words is 953
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    57.4 of words are in the 5000 most common words
    63.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 45
    Total number of words is 3955
    Total number of unique words is 718
    60.0 of words are in the 2000 most common words
    76.0 of words are in the 5000 most common words
    81.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.