Statenvertaling - 2 - 09

Total number of words is 4521
Total number of unique words is 877
57.0 of words are in the 2000 most common words
72.5 of words are in the 5000 most common words
79.3 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
en zij offerden brandofferen en dankofferen voor het aangezicht
des HEEREN.
27. En de kinderen Israels vraagden den HEERE, want aldaar was
de ark des verbonds van God in die dagen.
28. En Pinehas, de zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, stond
voor Zijn aangezicht, in die dagen, zeggende: Zal ik nog meer
uittrekken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin, mijn
broeder, of zal ik ophouden? en de HEERE zeide: Trekt op,
want morgen zal Ik hem in uw hand geven.
29. Toen bestelde Israel achterlagen op Gibea rondom.
30. En de kinderen Israels togen op, aan den derden dag, tegen de
kinderen van Benjamin; en zij schikten [den] [strijd] op Gibea,
als op de andere malen.
31. Toen togen de kinderen van Benjamin uit, het volk tegemoet,
[en] werden van de stad afgetrokken; en zij begonnen te slaan
van het volk, [en] te doorsteken, gelijk de andere malen, op de
straten, waarvan de een opgaat naar het huis Gods, en de ander
naar Gibea, in het veld, omtrent dertig man van Israel.
32. Toen zeiden de kinderen van Benjamin: Zij zijn voor ons
aangezicht geslagen, als te voren; maar de kinderen Israels
zeiden: Laat ons vlieden, en hen van de stad aftrekken naar de
straten.
33. Toen maakten zich alle mannen van Israel op uit hun plaatsen,
en schikten [den] [strijd] te Baal-thamar; ook brak Israels
achterlage op uit haar plaats, na de ontbloting van Gibea.
34. En tien duizend uitgelezen mannen van gans Israel kwamen van
tegenover Gibea, en de strijd werd zwaar; doch zij wisten niet,
dat het kwaad hen treffen zou.
861
35. Toen sloeg de HEERE Benjamin voor Israels aangezicht; dat de
kinderen Israels op dien dag van Benjamin vernielden vijf en
twintig duizend en honderd mannen; die allen trokken het
zwaard uit.
36. En de kinderen van Benjamin zagen, dat zij geslagen waren;
want de mannen van Israel gaven den Benjaminieten plaats,
omdat zij vertrouwden op de achterlage, die zij tegen Gibea
gesteld hadden.
37. En de achterlage haastte, en brak voorwaarts naar Gibea toe; ja,
de achterlage trok recht door, en sloeg de ganse stad met de
scherpte des zwaards.
38. En de mannen van Israel hadden een bestemden tijd met de
achterlage, wanneer zij een grote verheffing van rook van de
stad zouden doen opgaan.
39. Zo keerden zich de mannen van Israel om in den strijd; en
Benjamin had begonnen te slaan [en] te doorsteken van de
mannen van Israel omtrent dertig man; want zij zeiden: Immers
is hij zekerlijk voor ons aangezicht geslagen, als in den vorigen
strijd.
40. Toen begon de verheffing op te gaan van de stad, [als] een pilaar
van rook; als nu Benjamin achter zich omzag, ziet, zo ging de
brand der stad op naar den hemel.
41. En de mannen van Israel keerden zich om; en de mannen van
Benjamin werden verbaasd, want zij zagen, dat het kwaad hen
treffen zou.
42. Zo wendden zij zich voor het aangezicht der mannen van Israel
naar den weg der woestijn; maar de strijd kleefde hen aan, en die
uit de steden vernielden ze in het midden van hen.
862
43. Zij omringden Benjamin, zij vervolgden hem, zij vertraden hem
gemakkelijk, tot voor Gibea, tegen den opgang der zon.
44. En er vielen van Benjamin achttien duizend mannen; deze allen
waren strijdbare mannen.
45. Toen keerden zij zich, en vloden naar de woestijn, tot den
rotssteen van Rimmon; maar zij deden een nalezing onder hen
op de straten, van vijf duizend man; voorts kleefden zij hen
achteraan tot aan Gideom, en sloegen van hen twee duizend
man.
46. Alzo waren allen, die op dien dag van Benjamin vielen, vijf en
twintig duizend mannen, die het zwaard uittrokken; die allen
waren strijdbare mannen.
47. Doch zeshonderd mannen keerden zich, en vloden naar de
woestijn, tot den rotssteen van Rimmon, en bleven in den
rotssteen van Rimmon, vier maanden.
48. En de mannen van Israel keerden weder tot de kinderen van
Benjamin, en sloegen hen met de scherpte des zwaards, die van
de gehele stad tot de beesten toe, ja, al wat gevonden werd; ook
zetten zij alle steden, die gevonden werden, in het vuur.


863
Richteren
Hoofdstuk 21
1. De mannen van Israel nu hadden te Mizpa gezworen, zeggende:
Niemand van ons zal zijn dochter aan de Benjaminieten ter
vrouwe geven.
2. Zo kwam het volk tot het huis Gods, en zij bleven daar tot op
den avond, voor Gods aangezicht; en zij hieven hun stem op en
weenden met groot geween.
3. En zeiden: O HEERE, God van Israel! Waarom is dit geschied
in Israel, dat er heden een stam van Israel gemist wordt?
4. En het geschiedde des anderen daags, dat zich het volk vroeg
opmaakte, en bouwde aldaar een altaar; en zij offerden
brandofferen en dankofferen.
5. En de kinderen Israels zeiden: Wie is er, die niet is opgekomen
in de vergadering uit al de stammen van Israel tot den HEERE?
Want er was een grote eed geschied aangaande dengene, die niet
opkwam tot den HEERE te Mizpa, zeggende: Hij zal zekerlijk
gedood worden.
6. En het berouwde den kinderen Israels over Benjamin, hun
broeder; en zij zeiden: Heden is een stam van Israel afgesneden.
7. Wat zullen wij, belangende de vrouwen, doen aan degenen, die
overgebleven zijn? Want wij hebben bij den HEERE gezworen,
dat wij hun van onze dochteren geen tot vrouwen zullen geven.
8. En zij zeiden: Is er iemand van de stammen van Israel, die niet
opgekomen is tot den HEERE te Mizpa? En ziet, van Jabes in
864
Gilead was niemand opgekomen in het leger, tot de gemeente.
9. Want het volk werd geteld, en ziet, er was niemand van de
inwoners van Jabes in Gilead.
10. Toen zond de vergadering daarheen twaalf duizend mannen, van
de strijdbaarste; en zij geboden hun, zeggende: Trekt heen, en
slaat met de scherpte des zwaards de inwoners van Jabes in
Gilead, met de vrouwen en de kinderkens.
11. Doch dit is de zaak, die ge doen zult; al wat mannelijk is, en alle
vrouwen, die de bijligging eens mans bekend hebben, zult gij
verbannen.
12. En zij vonden onder de inwoners van Jabes in Gilead
vierhonderd jonge dochters, die maagden waren, die geen man
bekend hadden in bijligging des mans; en zij brachten die in het
leger te Silo, dewelke is in het land Kanaan.
13. Toen zond de ganse vergadering heen, en sprak tot de kinderen
van Benjamin, die in den rotssteen van Rimmon waren, en zij
riepen hun vrede toe.
14. Alzo kwamen de Benjaminieten ter zelfder tijd weder; en zij
gaven hun de vrouwen, die zij in het leven behouden hadden van
de vrouwen van Jabes in Gilead; maar alzo waren er nog niet
genoeg voor hen.
15. Toen berouwde het den volke over Benjamin, omdat de HEERE
een scheur gemaakt had in de stammen van Israel.
16. En de oudsten der vergadering zeiden: Wat zullen wij,
belangende de vrouwen, doen aan degenen, die overgebleven
zijn? Want de vrouwen zijn uit Benjamin verdelgd.
17. Wijders zeiden zij: De erfenis dergenen, die ontkomen zijn, is
van Benjamin, en er moet geen stam uitgedelgd worden uit
865
Israel.
18. Maar wij zullen hun geen vrouwen van onze dochteren kunnen
geven; want de kinderen Israels hebben gezworen, zeggende:
Vervloekt zij, die den Benjaminieten een vrouw geeft!
19. Toen zeiden zij: Ziet, er is een feest des HEEREN te Silo, van
jaar tot jaar, dat [gehouden] [wordt] tegen het noorden van het
huis Gods, tegen den opgang der zon, aan den hogen weg, die
opgaat van het huis Gods naar Sichem, en tegen het zuiden van
Lebona.
20. En zij geboden den kinderen van Benjamin, zeggende: Gaat
heen, en loert in de wijngaarden.
21. En let er op, en zie, als de dochters van Silo zullen uitgegaan
zijn om met reien te dansen, zo komt gij voort uit de
wijngaarden, en schaakt u, een ieder zijn huisvrouw, uit de
dochteren van Silo; en gaat heen in het land van Benjamin.
22. En het zal geschieden, wanneer haar vaders of haar broeders
zullen komen, om voor ons te rechten, dat wij tot hen zullen
zeggen: Zijt hun om onzentwil genadig, omdat wij geen
huisvrouw voor een ieder van hen in dezen krijg genomen
hebben; want gijlieden hebt ze hun niet gegeven, dat gij te dezer
tijd schuldig zoudt zijn.
23. En de kinderen van Benjamin deden alzo, en voerden naar hun
getal vrouwen weg, van de reiende dochters, die zij roofden, en
zij togen heen, en keerden weder tot hun erfenis, en herbouwden
de steden, en woonden daarin.
24. Ook togen de kinderen Israels te dier tijd van daar, een iegelijk
naar zijn stam en naar zijn geslacht; alzo togen zij uit van daar,
een iegelijk naar zijn erfenis.
866
25. In die dagen was er geen koning in Israel; een iegelijk deed, wat
recht was in zijn ogen.


867
Ruth
Hoofdstuk 1
1. In de dagen, als de richters richtten, zo geschiedde het, dat er
honger in het land was; daarom toog een man van Bethlehem-
juda, om als vreemdeling te verkeren in de velden Moabs, hij, en
zijn huisvrouw, en zijn twee zonen.
2. De naam nu dezes mans was Elimelech, en de naam zijner
huisvrouw Naomi, en de naam zijner twee zonen Machlon en
Chiljon, Efrathers, van Bethlehem-juda; en zij kwamen in de
velden Moabs, en bleven aldaar.
3. En Elimelech, de man van Naomi, stierf; maar zij werd
overgelaten met haar twee zonen.
4. Die namen zich Moabietische vrouwen; de naam der ene was
Orpa, en de naam der andere Ruth; en zij bleven aldaar omtrent
tien jaren.
5. En die twee, Machlon en Chiljon, stierven ook; alzo werd deze
vrouw overgelaten na haar twee zonen en na haar man.
6. Toen maakte zij zich op met haar schoondochters, en keerde
weder uit de velden van Moab; want zij had gehoord in het land
van Moab, dat de HEERE Zijn volk bezocht had, gevende hun
brood.
7. Daarom ging zij uit van de plaats, waar zij geweest was en haar
twee schoondochters met haar. Als zij nu gingen op den weg,
om weder te keren naar het land van Juda,
8. Zo zeide Naomi tot haar twee schoondochters: Gaat heen, keert
868
weder, een iegelijk tot het huis van haar moeder; de HEERE doe
bij u weldadigheid, gelijk als gij gedaan hebt bij de doden, en bij
mij.
9. De HEERE geve u, dat gij ruste vindt, een iegelijk in het huis
van haar man! En als zij haar kuste, hieven zij haar stem op en
weenden;
10. En zij zeiden tot haar: Wij zullen zekerlijk met u wederkeren tot
uw volk.
11. Maar Naomi zeide: Keert weder, mijn dochters! Waarom zoudt
gij met mij gaan? Heb ik nog zonen in mijn lichaam, dat zij u tot
mannen zouden zijn?
12. Keert weder, mijn dochters! Gaat heen; want ik ben te oud om
een man te hebben. Wanneer ik al zeide: Ik heb hoop, of ik ook
in dezen nacht een man had, ja, ook zonen baarde;
13. Zoudt gij daarnaar wachten, totdat zij zouden groot geworden
zijn; zoudt gij daarnaar opgehouden worden, om geen man te
nemen? Niet, mijn dochters! Want het is mij veel bitterder dan
u; maar de hand des HEEREN is tegen mij uitgegaan.
14. Toen hieven zij haar stem op, en weenden wederom; en Orpa
kuste haar schoonmoeder, maar Ruth kleefde haar aan.
15. Daarom zeide zij: Zie, uw zwagerin is wedergekeerd tot haar
volk en tot haar goden; keer gij ook weder, uw zwagerin na.
16. Maar Ruth zeide: Val mij niet tegen, dat ik u zou verlaten, om
van achter u weder te keren; want waar gij zult heengaan, zal ik
ook heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten; uw
volk is mijn volk, en uw God mijn God.
17. Waar gij zult sterven, zal ik sterven, en aldaar zal ik begraven
worden; alzo doe mij de HEERE en alzo doe Hij daartoe, zo niet
869
de dood [alleen] zal scheiding maken tussen mij en tussen u!
18. Als zij nu zag, dat zij vastelijk voorgenomen had met haar te
gaan, zo hield zij op tot haar te spreken.
19. Alzo gingen die beiden, totdat zij te Bethlehem inkwamen; en
het geschiedde, als zij te Bethlehem inkwamen, dat de ganse
stad over haar beroerd werd, en zij zeiden: Is dit Naomi?
20. Maar zij zeide tot henlieden: Noemt mij niet Naomi, noemt mij
Mara; want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan.
21. Vol toog ik weg, maar ledig heeft mij de HEERE doen
wederkeren; waarom zoudt gij mij Naomi noemen, daar de
HEERE tegen mij getuigt, en de Almachtige mij kwaad
aangedaan heeft?
22. Alzo kwam Naomi weder, en Ruth, de Moabietische, haar
schoondochter, met haar, die uit de velden Moabs wederkwam;
en zij kwamen te Bethlehem in het begin van den gersteoogst.


870
Ruth
Hoofdstuk 2
1. Naomi nu had een bloedvriend van haar man, een man, geweldig
van vermogen, van het geslacht van Elimelech; en zijn naam
was Boaz.
2. En Ruth, de Moabietische, zeide tot Naomi: Laat mij toch in het
veld gaan, en van de aren oplezen, achter dien, in wiens ogen ik
genade zal vinden. En zij zeide tot haar: Ga heen, mijn dochter!
3. Zo ging zij heen, en kwam en las op in het veld, achter de
maaiers; en haar viel bij geval voor, een deel van het veld van
Boaz, die van het geslacht van Elimelech was.
4. En ziet, Boaz kwam van Bethlehem, en zeide tot de maaiers: De
HEERE zij met ulieden! En zij zeiden tot hem: De HEERE
zegene u!
5. Daarna zeide Boaz tot zijn jongen, die over de maaiers gezet
was: Wiens is deze jonge vrouw?
6. En de jongen, die over de maaiers gezet was, antwoordde en
zeide: Deze is de Moabietische jonge vrouw, die met Naomi
wedergekomen is uit de velden Moabs;
7. En zij heeft gezegd: Laat mij toch oplezen en [aren] bij de
garven verzamelen, achter de maaiers; zo is zij gekomen en
heeft gestaan van des morgens af tot nu toe; nu is haar te huis
blijven weinig.
8. Toen zeide Boaz tot Ruth: Hoort gij niet, mijn dochter? Ga niet,
om in een ander veld op te lezen; ook zult gij van hier niet
871
weggaan, maar hier zult gij u houden bij mijn maagden.
9. Uw ogen zullen zijn op dit veld, dat zij maaien zullen, en gij zult
achter haarlieden gaan; heb ik den jongens niet geboden, dat
men u niet aanroere? Als u dorst, zo ga tot de vaten, en drink
van hetgeen de jongens zullen geschept hebben.
10. Toen viel zij op haar aangezicht, en boog zich ter aarde, en zij
zeide tot hem: Waarom heb ik genade gevonden in uw ogen, dat
gij mij kent, daar ik een vreemde ben?
11. En Boaz antwoordde en zeide tot haar: Het is mij wel aangezegd
alles, wat gij bij uw schoonmoeder gedaan hebt, na den dood
uws mans, en hebt uw vader en uw moeder, en het land uwer
geboorte verlaten, en zijt heengegaan tot een volk, dat gij van te
voren niet kendet.
12. De HEERE vergelde u uw daad en uw loon zij volkomen, van
den HEERE, den God Israels, onder Wiens vleugelen gij
gekomen zijt om toevlucht te nemen!
13. En zij zeide: Laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer,
dewijl gij mij getroost hebt, en dewijl gij naar het hart uwer
dienstmaagd gesproken hebt, hoewel ik niet ben, gelijk een uwer
dienstmaagden.
14. Als het nu etenstijd was, zeide Boaz tot haar: Kom hier bij, en
eet van het brood, en doop uw bete in den azijn. Zo zat zij neder
aan de zijde van de maaiers, en hij langde haar geroost [koren],
en zij at, en werd verzadigd, en hield over.
15. Als zij nu opstond, om op te lezen, zo gebood Boaz zijn jongens,
zeggende: Laat haar ook tussen de garven oplezen, en
beschaamt haar niet.
16. Ja, laat ook allengskens van de handvollen voor haar wat vallen,
872
en laat het liggen, dat zij het opleze, en bestraft haar niet.
17. Alzo las zij op in dat veld, tot aan den avond; en zij sloeg uit,
wat zij opgelezen had, en het was omtrent een efa gerst.
18. En zij nam het op, en kwam in de stad; en haar schoonmoeder
zag, wat zij opgelezen had; ook bracht zij voort, en gaf haar, wat
zij van haar verzadiging overgehouden had.
19. Toen zeide haar schoonmoeder tot haar: Waar hebt gij heden
opgelezen, en waar hebt gij gewrocht? Gezegend zij, die u
gekend heeft! En zij verhaalde haar schoonmoeder, bij wien zij
gewrocht had, en zeide: De naam des mans, bij welken ik heden
gewrocht heb, is Boaz.
20. Toen zeide Naomi tot haar schoondochter: Gezegend zij hij den
HEERE, Die Zijn weldadigheid niet heeft nagelaten aan de
levenden en aan de doden! Voorts zeide Naomi tot haar: Die
man is ons nabestaande; hij is een van onze lossers.
21. En Ruth, de Moabietische, zeide: Ook, omdat hij tot mij gezegd
heeft: Gij zult u houden bij de jongens, die ik heb, totdat zij den
gansen oogst, die ik heb, zullen hebben voleindigd.
22. En Naomi zeide tot haar schoondochter Ruth: Het is goed, mijn
dochter, dat gij met zijn maagden uitgaat, opdat zij u niet
tegenvallen in een ander veld.
23. Alzo hield zij zich bij de maagden van Boaz, om op te lezen,
totdat de gersteoogst en tarweoogst voleindigd waren; en zij
bleef bij haar schoonmoeder.


873
Ruth
Hoofdstuk 3
1. En Naomi, haar schoonmoeder, zeide tot haar: Mijn dochter!
zoude ik u geen rust zoeken, dat het u welga?
2. Nu dan, is niet Boaz, met wiens maagden gij geweest zijt, [van]
onze bloedvriendschap? Zie, hij zal dezen nacht gerst op den
dorsvloer wannen.
3. Zo baad u, en zalf u, en doe uw klederen aan, en ga af naar den
dorsvloer; [maar] maak u den man niet bekend, totdat hij
geeindigd zal hebben te eten en te drinken.
4. En het zal geschieden, als hij nederligt, dat gij de plaats zult
merken, waar hij zal nedergelegen zijn; ga dan in, en sla zijn
voetdeksel op, en leg u; zo zal hij u te kennen geven, wat gij
doen zult.
5. En zij zeide tot haar: Al wat gij [tot] [mij] zegt, zal ik doen.
6. Alzo ging zij af naar den dorsvloer, en deed naar alles, wat haar
schoonmoeder haar geboden had.
7. Als nu Boaz gegeten en gedronken had, en zijn hart vrolijk was,
zo kwam hij om neder te liggen aan het uiterste van een [koren]
hoop. Daarna kwam zij stilletjes in, en sloeg zijn voetdeksel op,
en leide zich.
8. En het geschiedde te middernacht, dat die man verschrikte, en
om zich greep; en ziet, een vrouw lag aan zijn voetdeksel.
9. En hij zeide: Wie zijt gij? En zij zeide: Ik ben Ruth, uw
dienstmaagd, breid dan uw vleugel uit over uw dienstmaagd,
874
want gij zijt de losser.
10. En hij zeide: Gezegend zijt gij den HEERE, mijn dochter! Gij
hebt deze uw laatste weldadigheid beter gemaakt dan de eerste,
dewijl gij geen jonge gezellen zijt nagegaan, hetzij arm of rijk.
11. En nu, mijn dochter, vrees niet; al wat gij gezegd hebt, zal ik u
doen; want de ganse stad mijns volks weet, dat gij een
deugdelijke vrouw zijt.
12. Nu dan, wel is waar, dat ik een losser ben; maar er is nog een
losser, nader dan ik.
13. Blijf dezen nacht over; voorts in den morgen zal het geschieden,
indien hij u lost, goed, laat hem lossen; maar indien het hem niet
lust u te lossen, zo zal ik u lossen, [zo] [waarachtig] [als] de
HEERE leeft; leg u neder tot den morgen toe.
14. Alzo lag zij neder aan zijn voetdeksel tot den morgen toe; en zij
stond op, eer dat de een den ander kennen kon; want hij zeide:
Het worde niet bekend, dat een vrouw op den dorsvloer
gekomen is.
15. Voorts zeide hij: Lang den sluier, die op u is, en houd dien; en
zij hield hem; en hij mat zes [maten] gerst, en leide ze op haar;
daarna ging hij in de stad.
16. Zij nu kwam tot haar schoonmoeder, dewelke zeide: Wie zijt gij,
mijn dochter? En zij verhaalde haar alles, wat die man haar
gedaan had.
17. Ook zeide zij: Deze zes [maten] gerst heeft hij mij gegeven;
want hij zeide [tot] [mij]: Kom niet ledig tot uw schoonmoeder.
18. Toen zeide zij: Zit [stil], mijn dochter, totdat gij weet, hoe de
zaak zal vallen; want die man zal niet rusten, tenzij dat hij heden
deze zaak voleind hebbe.
875
Ruth
Hoofdstuk 4
1. En Boaz ging op in de poort, en zette zich aldaar en ziet, de
losser, van welken Boaz gesproken had, ging voorbij; zo zeide
hij: Wijk herwaarts, zet u hier, gij, zulk een! En hij week
derwaarts, en zette zich.
2. En hij nam tien mannen van de oudsten der stad, en zeide: Zet u
hier; en zij zetten zich.
3. Toen zeide hij tot dien losser: Het stuk lands, dat van onzen
broeder Elimelech was, heeft Naomi, die uit der Moabieten land
wedergekomen is, verkocht;
4. En ik heb gezegd: Ik zal het [voor] uw oor openbaren, zeggende:
Aanvaard het in tegenwoordigheid der inwoners, en in
tegenwoordigheid der oudsten mijns volks; zo gij het zult
lossen, los het; en zo men het ook niet zou lossen, verklaar het
mij, dat ik het wete; want er is niemand, behalve gij, die het
losse, en ik na u. Toen zeide hij: Ik zal het lossen.
5. Maar Boaz zeide: Ten dage, als gij het land aanvaardt van de
hand van Naomi, zo zult gij het ook aanvaarden van Ruth, de
Moabietische, de huisvrouw des verstorvenen, om den naam des
verstorvenen te verwekken over zijn erfdeel.
6. Toen zeide die losser: Ik zal het voor mij niet kunnen lossen,
opdat ik mijn erfdeel niet misschien verderve; los gij mijn
lossing voor u; want ik zal niet kunnen lossen.
7. Nu was dit van ouds [een] [gewoonheid] in Israel, bij de lossing
876
en bij de verwisseling, om de ganse zaak te bevestigen, zo trok
de man zijn schoen uit en gaf die aan zijn naaste; en dit was tot
een getuigenis in Israel.
8. Zo zeide de losser tot Boaz: Aanvaard gij het voor u; en hij trok
zijn schoen uit.
9. Toen zeide Boaz tot de oudsten en al het volk: Gijlieden zijt
heden getuigen, dat ik aanvaard heb alles, wat van Elimelech
geweest is, en alles, wat van Chiljon en Machlon geweest is, van
de hand van Naomi.
10. Daartoe aanvaard ik mij ook Ruth, de Moabietische, de
huisvrouw van Machlon, tot een vrouw, om den naam des
verstorvenen over zijn erfdeel te verwekken, opdat de naam des
verstorvenen niet worde uitgeroeid van zijn broederen, en van
de poort zijner plaats; gijlieden zijt heden getuigen.
11. En al het volk, dat in de poort was, mitsgaders de oudsten
zeiden: Wij zijn getuigen; de HEERE make deze vrouw, die in
uw huis komt, als Rachel en als Lea, die beiden het huis van
Israel gebouwd hebben; en handel kloekelijk in Efratha, en
maak [uw] naam vermaard in Bethlehem!
12. En uw huis zij, als het huis van Perez (die Thamar aan Juda
baarde), van het zaad, dat de HEERE u geven zal uit deze jonge
vrouw.
13. Alzo nam Boaz Ruth, en zij werd hem ter vrouwe, en hij ging tot
haar in; en de HEERE gaf haar, dat zij zwanger werd en een
zoon baarde.
14. Toen zeiden de vrouwen tot Naomi: Geloofd zij de HEERE, Die
niet heeft nagelaten u heden een losser te geven; en zijn naam
worde vermaard in Israel!
877
15. Die zal u zijn tot een verkwikker der ziel, en om uw ouderdom te
onderhouden; want uw schoondochter, die u liefheeft, heeft hem
gebaard, dewelke u beter is dan zeven zonen.
16. En Naomi nam dat kind, en zette het op haar schoot, en werd
zijn voedster.
17. En de naburinnen gaven hem een naam, zeggende: Aan Naomi
is een zoon geboren; en zij noemden zijn naam Obed; deze is de
vader van Isai, Davids vader.
18. Dit nu zijn de geboorten van Perez: Perez gewon Hezron;
19. En Hezron gewon Ram; en Ram gewon Amminadab;
20. En Amminadab gewon Nahesson; en Nahesson gewon Salma;
21. En Salmon gewon Boaz, en Boaz gewon Obed;
22. En Obed gewon Isai; en Isai gewon David.


878
1. Samuรซl
Hoofdstuk 1
1. Daar was een man van Ramathaim-zofim, van het gebergte van
Efraim, wiens naam was Elkana, een zoon van Jerocham, den
zoon van Elihu, den zoon van Tochu, den zoon van Zuf, een
Efrathiet.
2. En hij had twee vrouwen; de naam van de ene was Hanna, en de
naam van de andere was Peninna. Peninna nu had kinderen,
maar Hanna had geen kinderen.
3. Deze man nu ging opwaarts uit zijn stad van jaar tot jaar om te
aanbidden, en om te offeren den HEERE der heirscharen te Silo;
en aldaar waren priesters des HEEREN, Hofni, en Pinehas, de
twee zonen van Eli.
4. En het geschiedde op dien dag, als Elkana offerde, zo gaf hij aan
Peninna, zijn huisvrouw, en aan al haar zonen en haar dochteren,
delen.
5. Maar aan Hanna gaf hij een aanzienlijk deel, want hij had Hanna
lief; doch de HEERE had haar baarmoeder toegesloten.
6. En haar tegenpartijdige tergde haar ook met terging, om haar te
vergrimmen, omdat de HEERE haar baarmoeder toegesloten
had.
7. En alzo deed hij jaar op jaar; van dat zij opging tot het huis des
HEEREN, zo tergde zij haar alzo; daarom weende zij en at niet.
8. Toen zeide Elkana, haar man: Hanna, waarom weent gij, en
waarom eet gij niet, en waarom is uw hart kwalijk gesteld? Ben
879
ik u niet beter dan tien zonen?
9. Toen stond Hanna op, nadat [hij] gegeten, en nadat [hij]
gedronken had te Silo. En Eli, de priester, zat op een stoel bij
een post van den tempel des HEEREN.
10. Zij dan viel bitterlijk bedroefd zijnde, zo bad zij tot den HEERE,
en zij weende zeer.
11. En zij beloofde een gelofte, en zeide: HEERE der heirscharen,
zo Gij eenmaal de ellende Uwer dienstmaagd aanziet, en mijner
gedenkt, en Uw dienstmaagd niet vergeet, maar geeft aan Uw
dienstmaagd een mannelijk zaad, zo zal ik dat den HEERE
geven al de dagen zijns levens, en er zal geen scheermes op zijn
hoofd komen.
12. Het geschiedde nu, als zij evenzeer bleef biddende voor het
aangezicht des HEEREN, zo gaf Eli acht op haar mond.
13. Want Hanna sprak in haar hart; alleenlijk roerden zich haar
lippen, maar haar stem werd niet gehoord; daarom hield Eli haar
voor dronken.
14. En Eli zeide tot haar: Hoe lang zult gij u dronken aanstellen?
Doe uw wijn van u.
15. Doch Hanna antwoordde en zeide: Neen, mijn heer! ik ben een
vrouw, bezwaard van geest; ik heb noch wijn, noch sterken
drank gedronken; maar ik heb mijn ziel uitgegoten voor het
aangezicht des HEEREN.
16. Acht toch uw dienstmaagd niet voor een dochter Belials; want ik
heb tot nu toe gesproken uit de veelheid van mijn gedachten en
van mijn verdriet.
17. Toen antwoordde Eli en zeide: Ga heen in vrede, en de God
Israels zal uw bede geven, die gij van Hem gebeden hebt.
880
18. En zij zeide: Laat uw dienstmaagd genade vinden in uw ogen!
Alzo ging die vrouw haars weegs; en zij at, en haar aangezicht
was haar [zodanig] niet meer.
19. En zij stonden des morgens vroeg op, en zij aanbaden voor het
aangezicht des HEEREN, en zij keerden weder, en kwamen tot
hun huis te Rama. En Elkana bekende zijn huisvrouw Hanna, en
de HEERE gedacht aan haar.
20. En het geschiedde, na verloop van dagen, dat Hanna bevrucht
werd, en baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Samuel:
Want, [zeide] [zij], ik heb hem van den HEERE gebeden.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 2 - 10
  • Parts
  • Statenvertaling - 2 - 01
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 802
    58.3 of words are in the 2000 most common words
    75.1 of words are in the 5000 most common words
    82.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 02
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 787
    56.5 of words are in the 2000 most common words
    71.7 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 03
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 806
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 04
    Total number of words is 4378
    Total number of unique words is 808
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    65.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 05
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 910
    51.2 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 06
    Total number of words is 4519
    Total number of unique words is 936
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 07
    Total number of words is 4551
    Total number of unique words is 820
    54.4 of words are in the 2000 most common words
    70.4 of words are in the 5000 most common words
    76.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 08
    Total number of words is 4580
    Total number of unique words is 847
    57.4 of words are in the 2000 most common words
    72.0 of words are in the 5000 most common words
    79.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 09
    Total number of words is 4521
    Total number of unique words is 877
    57.0 of words are in the 2000 most common words
    72.5 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 10
    Total number of words is 4527
    Total number of unique words is 900
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 11
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 866
    54.8 of words are in the 2000 most common words
    70.3 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 12
    Total number of words is 4586
    Total number of unique words is 877
    53.8 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 13
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 784
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    76.3 of words are in the 5000 most common words
    83.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 14
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 809
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    71.6 of words are in the 5000 most common words
    77.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 15
    Total number of words is 4538
    Total number of unique words is 877
    53.7 of words are in the 2000 most common words
    72.7 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 16
    Total number of words is 4474
    Total number of unique words is 876
    55.6 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    76.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 17
    Total number of words is 4639
    Total number of unique words is 871
    57.8 of words are in the 2000 most common words
    74.8 of words are in the 5000 most common words
    80.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 18
    Total number of words is 4679
    Total number of unique words is 859
    57.3 of words are in the 2000 most common words
    73.2 of words are in the 5000 most common words
    79.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 19
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1024
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 20
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 866
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    76.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 21
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 791
    55.1 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 22
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 852
    56.6 of words are in the 2000 most common words
    72.4 of words are in the 5000 most common words
    78.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 23
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 769
    59.7 of words are in the 2000 most common words
    72.6 of words are in the 5000 most common words
    79.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 24
    Total number of words is 4658
    Total number of unique words is 835
    58.9 of words are in the 2000 most common words
    73.3 of words are in the 5000 most common words
    80.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 25
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 834
    58.8 of words are in the 2000 most common words
    74.5 of words are in the 5000 most common words
    81.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 26
    Total number of words is 4671
    Total number of unique words is 822
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    73.7 of words are in the 5000 most common words
    80.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 27
    Total number of words is 4554
    Total number of unique words is 767
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 28
    Total number of words is 4510
    Total number of unique words is 845
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    71.3 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 29
    Total number of words is 4472
    Total number of unique words is 838
    53.5 of words are in the 2000 most common words
    69.2 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 30
    Total number of words is 4281
    Total number of unique words is 1088
    29.3 of words are in the 2000 most common words
    38.6 of words are in the 5000 most common words
    44.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 31
    Total number of words is 4308
    Total number of unique words is 934
    35.0 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 32
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 1045
    45.9 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 33
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 906
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    63.2 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 34
    Total number of words is 4352
    Total number of unique words is 883
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    60.9 of words are in the 5000 most common words
    68.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 35
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 845
    53.0 of words are in the 2000 most common words
    69.3 of words are in the 5000 most common words
    75.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 36
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 893
    51.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 37
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 886
    53.1 of words are in the 2000 most common words
    70.2 of words are in the 5000 most common words
    77.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 38
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 853
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 39
    Total number of words is 4387
    Total number of unique words is 872
    51.6 of words are in the 2000 most common words
    67.9 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 40
    Total number of words is 4285
    Total number of unique words is 881
    46.6 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 41
    Total number of words is 4334
    Total number of unique words is 879
    49.4 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 42
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 973
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 43
    Total number of words is 4265
    Total number of unique words is 1012
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    66.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 44
    Total number of words is 4313
    Total number of unique words is 953
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    57.4 of words are in the 5000 most common words
    63.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 45
    Total number of words is 3955
    Total number of unique words is 718
    60.0 of words are in the 2000 most common words
    76.0 of words are in the 5000 most common words
    81.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.