Statenvertaling - 2 - 23

Total number of words is 4589
Total number of unique words is 769
59.7 of words are in the 2000 most common words
72.6 of words are in the 5000 most common words
79.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
lichaam; en zij kwamen en zeiden het in de stad, waarin de oude
profeet woonde.
26. Als de profeet, die hem van den weg had doen wederkeren, [dit]
hoorde, zo zeide hij: Het is de man Gods, die den mond des
HEEREN wederspannig is geweest; daarom heeft de HEERE
hem den leeuw overgegeven, die hem gebroken, en hem gedood
heeft, naar het woord des HEEREN, dat Hij tot hem gesproken
had.
27. Verder sprak hij tot zijn zonen, zeggende: Zadelt mij den ezel.
En zij zadelden [hem].
28. Toen toog hij heen, en vond zijn dood lichaam geworpen op den
weg, en den ezel, en den leeuw, staande bij het dode lichaam; de
leeuw had het dode lichaam niet gegeten, en den ezel niet
gebroken.
29. Toen nam de profeet het dode lichaam van den man Gods op, en
leide dat op den ezel, en voerde het wederom; zo kwam de oude
profeet in de stad om rouw te bedrijven en hem te begraven.
30. En hij leide zijn dood lichaam in zijn graf; en zij maakten over
hem een weeklage: Ach, mijn broeder!
31. Het geschiedde nu, nadat hij hem begraven had, dat hij sprak tot
zijn zonen, zeggende: Als ik zal gestorven zijn, zo begraaft mij
in dat graf, waarin de man Gods begraven is, [en] legt mijn
beenderen bij zijn beenderen.
32. Want de zaak zal gewisselijk geschieden, die hij door het woord
des HEEREN uitgeroepen heeft tegen het altaar, dat te Beth-el
is, en tegen al de huizen der hoogten, die in de steden van
Samaria zijn.
1146
33. Na deze geschiedenis keerde zich Jerobeam niet van zijn bozen
weg; maar maakte wederom priesters der hoogten van de
geringsten des volks; wie wilde, diens hand vulde hij, en werd
een van de priesters der hoogten.
34. En hij werd in deze zaak het huis van Jerobeam tot zonde, om
[hetzelve] te doen afsnijden en te verdelgen van den aardbodem.


1147
1. Koningen
Hoofdstuk 14
1. Te dierzelfder tijd was Abia, de zoon van Jerobeam, krank.
2. En Jerobeam zeide tot zijn huisvrouw: Maak u nu op, en verstel
u, dat men niet merkte, dat gij Jerobeams huisvrouw zijt, en ga
heen naar Silo, zie, daar is de profeet Ahia, die van mij
gesproken heeft, dat ik koning zou zijn over dit volk.
3. En neem in uw hand tien broden, en koeken, en een kruik honig,
en ga tot hem; hij zal u te kennen geven, wat dezen jongen
geschieden zal.
4. En Jerobeams huisvrouw deed alzo, en maakte zich op, en ging
naar Silo, en kwam in het huis van Ahia. Ahia nu kon niet zien,
want zijn ogen stonden stijf vanwege zijn ouderdom.
5. Maar de HEERE zeide tot Ahia: Zie, Jerobeams huisvrouw
komt, om een zaak van u te vragen, aangaande haar zoon, want
hij is krank; zo en zo zult gij tot haar spreken, en het zal zijn, als
zij inkomt, dat zij zich vreemd aanstellen zal.
6. En het geschiedde, als Ahia het geruis harer voeten hoorde, toen
zij ter deure inkwam, dat hij zeide: Kom in, gij huisvrouw van
Jerobeam! Waarom stelt gij u dus vreemd aan? Want ik ben tot
u gezonden met een harde [boodschap].
7. Ga heen, zeg Jerobeam: Zo zegt de HEERE, de God Israels:
Daarom, dat Ik u verheven heb uit het midden des volks, en u tot
een voorganger over Mijn volk Israel gesteld heb;
8. En het koninkrijk van het huis van David gescheurd, en dat u
1148
gegeven heb, en gij niet geweest zijt, gelijk Mijn knecht David,
die Mijn geboden hield, en die Mij met zijn ganse hart navolgde,
om te doen alleen wat recht is in Mijn ogen;
9. Maar kwaad gedaan hebt, doende des meer dan allen, die voor u
geweest zijn, en henengegaan zijt, en hebt u andere goden en
gegotene beelden gemaakt, om Mij tot toorn te verwekken, en
hebt Mij achter uw rug geworpen;
10. Daarom, zie, Ik zal kwaad over het huis van Jerobeam brengen,
en van Jerobeam uitroeien wat mannelijk is, den beslotene en
verlatene in Israel; en Ik zal de nakomelingen van het huis van
Jerobeam wegdoen, gelijk de drek weggedaan wordt, totdat het
ganselijk vergaan zij.
11. Die van Jerobeam in de stad sterft, zullen de honden eten; en die
in het veld sterft, zullen de vogelen des hemels eten; want de
HEERE heeft het gesproken.
12. Gij dan maak u op, ga naar uw huis; als uw voeten in de stad
zullen gekomen zijn, zo zal het kind sterven.
13. En gans Israel zal hem beklagen, en hem begraven; want deze
alleen van Jerobeam zal in het graf komen, omdat in hem wat
goeds voor den HEERE, den God Israels, in het huis van
Jerobeam gevonden is.
14. Doch de HEERE zal Zich een koning verwekken over Israel, die
het huis van Jerobeam ten zelfden dage uitroeien zal; maar wat
zal het ook nu zijn?
15. De HEERE zal ook Israel slaan, gelijk een riet in het water
omgedreven wordt, en zal Israel uitrukken uit dit goede land, dat
Hij hun vaderen gegeven heeft, en zal hen verstrooien op gene
zijde der rivier; daarom dat zij hun bossen gemaakt hebben, den
1149
HEERE tot toorn verwekkende.
16. En Hij zal Israel overgeven, om Jerobeams zonden wil, die
gezondigd heeft, en die Israel heeft doen zondigen.
17. Toen maakte zich Jerobeams vrouw op, en ging heen, en kwam
te Thirza; als zij nu op den dorpel van het huis kwam, zo stierf
de jongeling.
18. En zij begroeven hem, en gans Israel beklaagde hem; naar het
woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst van
Zijn knecht Ahia, den profeet.
19. Het overige nu der geschiedenissen van Jerobeam, hoe hij
gekrijgd, en hoe hij geregeerd heeft, ziet, die zijn geschreven in
het boek der kronieken der koningen van Israel.
20. De dagen nu, die Jerobeam heeft geregeerd, zijn twee en twintig
jaren; en hij ontsliep met zijn vaderen, en Nadab, zijn zoon,
regeerde in zijn plaats.
21. Rehabeam nu, de zoon van Salomo, regeerde in Juda; een en
veertig jaren was Rehabeam oud, als hij koning werd, en
regeerde zeventien jaren te Jeruzalem, in de stad, die de HEERE
verkoren had uit al de stammen van Israel, om Zijn Naam daar
te zetten; en de naam zijner moeder was Naama, de
Ammonietische.
22. En Juda deed, wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en zij
verwekten Hem tot ijver, meer dan al hun vaderen gedaan
hadden, met hun zonden, die zij zondigden.
23. Want ook zij bouwden zich hoogten, en opgerichte beelden, en
bossen, op allen hogen heuvel, en onder allen groenen boom.
24. Er waren ook schandjongens in het land; zij deden naar al de
gruwelen der heidenen, die de HEERE van het aangezicht der
1150
kinderen Israels uit de bezitting verdreven had.
25. Het geschiedde nu in het vijfde jaar van den koning Rehabeam,
[dat] Sisak, de koning van Egypte, optoog tegen Jeruzalem.
26. En hij nam de schatten van het huis des HEEREN, en de
schatten van het huis des konings weg, ja, hij nam alles weg; hij
nam ook al de gouden schilden weg, die Salomo gemaakt had.
27. En de koning Rehabeam maakte, in plaats van die, koperen
schilden; en hij beval [die] onder de hand van de oversten der
trawanten, die de deur van het huis des konings bewaarden.
28. En het geschiedde, zo wanneer de koning in het huis des
HEEREN ging, [dat] de trawanten dezelve droegen, en die
wederbrachten in der trawanten wachtkamer.
29. Het overige nu der geschiedenissen van Rehabeam, en al wat hij
gedaan heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken
der koningen van Juda?
30. En er was krijg tussen Rehabeam en tussen Jerobeam, al [hun]
dagen.
31. En Rehabeam ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij
zijn vaderen in de stad Davids; en de naam zijner moeder was
Naama, de Ammonietische; en zijn zoon Abiam regeerde in zijn
plaats.


1151
1. Koningen
Hoofdstuk 15
1. In het achttiende jaar nu van den koning Jerobeam, den zoon van
Nebat, werd Abiam koning over Juda.
2. Hij regeerde drie jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder
was Maacha, een dochter van Abisalom.
3. En hij wandelde in al de zonden zijns vaders, die hij voor hem
gedaan had; en zijn hart was niet volkomen met den HEERE,
zijn God, gelijk het hart van zijn vader David.
4. Maar om Davids wil, gaf de HEERE, zijn God, hem een lamp in
Jeruzalem, verwekkende zijn zoon na hem, en bevestigende
Jeruzalem.
5. Omdat David gedaan had wat recht was in de ogen des
HEEREN, en niet geweken was van alles, wat Hij hem geboden
had, al de dagen zijns levens, dan alleen in de zaak van Uria,
den Hethiet.
6. En er was krijg geweest tussen Rehabeam en tussen Jerobeam, al
de dagen zijns levens.
7. Het overige nu der geschiedenissen van Abiam, en alles, wat hij
gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken
der koningen van Juda? Er was ook krijg tussen Abiam en
tussen Jerobeam.
8. En Abiam ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de
stad Davids; en Asa, zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
9. In het twintigste jaar van Jerobeam, den koning van Israel, werd
1152
Asa koning over Juda.
10. En hij regeerde een en veertig jaren te Jeruzalem, en de naam
zijner moeder was Maacha, een dochter van Abisalom.
11. En Asa deed wat recht was in de ogen des HEEREN, gelijk zijn
vader David.
12. Want hij nam weg de schandjongens uit het land, en deed weg al
de drekgoden, die zijn vaders gemaakt hadden.
13. Ja, zelfs zijn moeder Maacha zette hij ook af, dat zij geen
koningin ware, omdat zij een afgrijselijken afgod in een bos
gemaakt had; ook roeide Asa uit haar afgrijselijken afgod, en
verbrandde [hem] aan de beek Kidron.
14. De hoogten werden wel niet weggenomen; nochtans was het hart
van Asa volkomen met den HEERE, al zijn dagen.
15. En hij bracht in het huis des HEEREN de geheiligde dingen
zijns vaders, en [zijn] geheiligde dingen, zilver, en goud, en
vaten.
16. En er was krijg tussen Asa en tussen Baesa, den koning van
Israel, al hun dagen.
17. Want Baesa, de koning van Israel, toog op tegen Juda, en
bouwde Rama; opdat hij niemand toeliet uit te gaan en in te
komen tot Asa, den koning van Juda.
18. Toen nam Asa al het zilver en goud, dat overgebleven was in de
schatten van het huis des HEEREN, en de schatten van het huis
des konings, en gaf ze in de hand zijner knechten; en de koning
Asa zond ze tot Benhadad, den zoon van Tabrimmon, den zoon
van Hezion, den koning van Syrie, die te Damaskus woonde,
zeggende:
19. Er is een verbond tussen mij en tussen u, tussen mijn vader en
1153
tussen uw vader; zie, ik zend u een geschenk, zilver en goud; ga
heen, maak uw verbond te niet met Baesa, den koning van
Israel, dat hij aftrekke van tegen mij.
20. En Benhadad hoorde naar den koning Asa, en zond de oversten
der heiren, die hij had, tegen de steden van Israel; en sloeg Ijon,
en Dan, en Abel Beth-maacha, en het ganse Cinneroth, met het
ganse land Nafthali.
21. En het geschiedde, als Baesa [zulks] hoorde, dat hij afliet van
Rama te bouwen, en hij bleef te Thirza.
22. Toen liet de koning Asa door gans Juda uitroepen (niemand was
vrij), dat zij de stenen van Rama, en het hout daarvan, zouden
wegdragen, waarmede Baesa gebouwd had; en de koning Asa
bouwde daarmede Geba-benjamins, en Mizpa.
23. Het overige nu van alle geschiedenissen van Asa, en al zijn
macht, en al wat hij gedaan heeft, en de steden, die hij gebouwd
heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der
koningen van Juda? Doch in den tijd zijns ouderdoms werd hij
krank aan zijn voeten.
24. En Asa ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven met zijn
vaderen, in de stad van zijn vader David; en zijn zoon Josafat
werd koning in zijn plaats.
25. Nadab nu, de zoon van Jerobeam, werd koning over Israel, in het
tweede jaar van Asa, den koning van Juda; en hij regeerde twee
jaren over Israel.
26. En hij deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en
wandelde in den weg zijns vaders, en in zijn zonde, waarmede
hij Israel had doen zondigen.
27. En Baesa, de zoon van Ahia, van het huis van Issaschar, maakte
1154
een verbintenis tegen hem, en Baesa sloeg hem te Gibbethon,
hetwelk der Filistijnen is, als Nadab en gans Israel Gibbethon
belegerden.
28. En Baesa doodde hem, in het derde jaar van Asa, den koning van
Juda, en werd koning in zijn plaats.
29. Het geschiedde nu, als hij regeerde, dat hij het ganse huis van
Jerobeam sloeg; hij liet niets over van Jerobeam, wat adem had,
totdat hij hem verdelgd had, naar het woord des HEEREN, dat
Hij gesproken had door den dienst van Zijn knecht Ahia, den
Siloniet;
30. Om de zonden van Jerobeam, die zondigde, en die Israel
zondigen deed, [en] om zijn terging, waarmede hij den HEERE,
den God Israels, getergd had.
31. Het overige nu der geschiedenissen van Nadab, en al wat hij
gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken
der koningen van Israel?
32. En er was oorlog tussen Asa en tussen Baesa, den koning van
Israel, al hun dagen.
33. In het derde jaar van Asa, koning van Juda, werd Baesa, de zoon
van Ahia, koning over gans Israel, te Thirza, [en] [regeerde] vier
en twintig jaren.
34. En hij deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en
wandelde in den weg van Jerobeam, en in zijn zonde, waarmede
hij Israel had doen zondigen.


1155
1. Koningen
Hoofdstuk 16
1. Toen geschiedde het woord des HEEREN tot Jehu, den zoon van
Hanani, tegen Baesa, zeggende:
2. Daarom, dat Ik u uit het stof verheven, en u tot een voorganger
over Mijn volk Israel gesteld heb, en gij gewandeld hebt in den
weg van Jerobeam, en Mijn volk Israel hebt doen zondigen, Mij
tot toorn verwekkende door hun zonden;
3. Zie, zo zal Ik de nakomelingen van Baesa, en de nakomelingen
van zijn huis wegdoen; en Ik zal uw huis maken, gelijk het huis
van Jerobeam, den zoon van Nebat.
4. Die van Baesa in de stad sterft, zullen de honden eten, en die van
hem in het veld sterft, zullen de vogelen des hemels eten.
5. Het overige nu der geschiedenissen van Baesa, en wat hij gedaan
heeft, en zijn macht, zijn die niet geschreven in het boek der
kronieken der koningen van Israel?
6. En Baesa ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven te Thirza;
en zijn zoon Ela regeerde in zijn plaats.
7. Alzo geschiedde ook het woord des HEEREN, door den dienst
van den profeet Jehu, den zoon van Hanani, tegen Baesa en
tegen zijn huis; en dat om al het kwaad, dat hij gedaan had in de
ogen des HEEREN, Hem tot toorn verwekkende door het werk
zijner handen, omdat hij was gelijk het huis van Jerobeam, en
omdat hij hetzelve verslagen had.
8. In het zes en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda, werd
1156
Ela, de zoon van Baesa, koning over Israel, te Thirza, [en]
[regeerde] twee jaren.
9. En Zimri, zijn knecht, overste van de helft der wagenen, maakte
een verbintenis tegen hem, als hij te Thirza was, zich dronken
drinkende in het huis van Arza, den hofmeester te Thirza;
10. Zo kwam Zimri in, en sloeg hem, en doodde hem, in het zeven
en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda; en hij werd
koning in zijn plaats.
11. En het geschiedde, als hij regeerde, als hij op zijn troon zat, dat
hij het ganse huis van Baesa sloeg; hij liet hem niet over die
mannelijk was, noch zijn bloedverwanten, noch zijn vrienden.
12. Alzo verdelgde Zimri het ganse huis van Baesa, naar het woord
des HEEREN, dat Hij over Baesa gesproken had, door den
dienst van den profeet Jehu;
13. Om al de zonden van Baesa, en de zonden van Ela, zijn zoon,
waarmede zij gezondigd hadden, en waarmede zij Israel hadden
doen zondigen, tot toorn verwekkende den HEERE, den God
Israels, door hun ijdelheden.
14. Het overige nu der geschiedenissen van Ela, en al wat hij gedaan
heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der
koningen van Israel?
15. In het zeven en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda,
regeerde Zimri zeven dagen te Thirza; en het volk had zich
gelegerd tegen Gibbethon, dat der Filistijnen is.
16. Het volk nu, dat zich gelegerd had, hoorde zeggen: Zimri heeft
een verbintenis gemaakt, ja, heeft ook den koning verslagen;
daarom maakte het ganse Israel ten zelfden dage Omri, den
krijgsoverste, koning over Israel, in het leger.
1157
17. En Omri toog op, en gans Israel met hem van Gibbethon, en
belegerde Thirza.
18. En het geschiedde, als Zimri zag, dat de stad ingenomen was, dat
hij ging in het paleis van het huis des konings, en verbrandde
boven zich het huis des konings met vuur, en stierf;
19. Om zijn zonden, die hij gezondigd had, doende wat kwaad was
in de ogen des HEEREN, wandelende in den weg van Jerobeam,
en in zijn zonde, die hij gedaan had, doende Israel zondigen.
20. Het overige nu der geschiedenissen van Zimri, en zijn
verbintenis, die hij gemaakt heeft, zijn die niet geschreven in het
boek der kronieken der koningen van Israel?
21. Toen werd het volk van Israel verdeeld in twee helften; de helft
des volks volgde Tibni, den zoon van Ginath, om hem koning te
maken; en de helft volgde Omri.
22. Maar het volk, dat Omri volgde, was sterker dan het volk, dat
Tibni, den zoon van Ginath, volgde; en Tibni stierf, en Omri
regeerde.
23. In het een en dertigste jaar van Asa, den koning van Juda, werd
Omri koning over Israel, [en] [regeerde] twaalf jaren; te Thirza
regeerde hij zes jaren.
24. En hij kocht den berg Samaria van Semer, voor twee talenten
zilvers, en bebouwde den berg; en noemde den naam der stad,
die hij bouwde, naar den naam van Semer, den heer des bergs,
Samaria.
25. En Omri deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN; ja, hij
deed erger dan allen, die voor hem geweest waren.
26. En hij wandelde in alle wegen van Jerobeam, den zoon van
Nebat, en in zijn zonden, waarmede hij Israel had doen
1158
zondigen, verwekkende den HEERE, den God Israels, tot toorn,
door hun ijdelheden.
27. Het overige nu der geschiedenissen van Omri, wat hij gedaan
heeft, en zijn macht die hij gepleegd heeft, zijn die niet
geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israel?
28. En Omri ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven te
Samaria; en zijn zoon Achab regeerde in zijn plaats.
29. En Achab, de zoon van Omri, werd koning over Israel, in het
acht en dertigste jaar van Asa, den koning van Juda; en Achab,
de zoon van Omri, regeerde over Israel, te Samaria, twee en
twintig jaren.
30. En Achab, den zoon van Omri, deed wat kwaad was in de ogen
des HEEREN, meer dan allen, die voor hem geweest waren.
31. En het geschiedde (was het een lichte zaak, dat hij wandelde in
de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat?), dat hij nog ter
vrouwe nam Izebel, de dochter van Eth-baal, den koning der
Sidoniers, en heenging, en diende Baal, en boog zich voor hem.
32. En hij richtte voor Baal een altaar op, in het huis van Baal,
hetwelk hij te Samaria gebouwd had.
33. Ook maakte Achab een bos, zodat Achab nog meer deed, om
den HEERE, den God Israels, tot toorn te verwekken, dan alle
koningen van Israel, die voor hem geweest waren.
34. In zijn dagen bouwde Hiel, de Betheliet, Jericho; op Abiram,
zijn eerstgeborenen zoon, heeft hij haar gegrondvest, en op
Segub, zijn jongsten [zoon], heeft hij haar poorten gesteld; naar
het woord des HEEREN, dat Hij door den dienst van Jozua, den
zoon van Nun, gesproken had.

1159
1. Koningen
Hoofdstuk 17
1. En Elia, de Thisbiet, van de inwoneren van Gilead, zeide tot
Achab: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE, de God Israels, leeft,
voor Wiens aangezicht ik sta, indien deze jaren dauw of regen
zijn zal, tenzij dan naar mijn woord!
2. Daarna geschiedde het woord des HEEREN tot hem, zeggende:
3. Ga weg van hier, en wend u naar het oosten, en verberg u aan de
beek Krith, die voor aan de Jordaan is.
4. En het zal geschieden, dat gij uit de beek drinken zult; en Ik heb
de raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen.
5. Hij ging dan heen, en deed naar het woord des HEEREN; want
hij ging en woonde bij de beek Krith, die voor aan de Jordaan is.
6. En de raven brachten hem des morgens brood en vlees,
desgelijks brood en vlees des avonds; en hij dronk uit de beek.
7. En het geschiedde ten einde van [vele] dagen, dat de beek
uitdroogde; want geen regen was in het land geweest.
8. Toen geschiedde het woord des HEEREN tot hem, zeggende:
9. Maak u op, ga heen naar Zarfath, dat bij Sidon is, en woon
aldaar; zie, Ik heb daar een weduwvrouw geboden, dat zij u
onderhoude.
10. Toen maakte hij zich op, en ging naar Zarfath. Als hij nu aan de
poort der stad kwam, ziet, zo was daar een weduwvrouw, hout
lezende; en hij riep tot haar, en zeide: Haal mij toch een weinig
waters in dit vat, dat ik drinke.
1160
11. Toen zij nu heenging om te halen, zo riep hij tot haar, en zeide:
Haal mij toch [ook] een bete broods in uw hand.
12. Maar zij zeide: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE, uw God,
leeft, indien ik een koek heb, dan alleen een hand vol meels in
de kruik, en een weinig olie in de fles! En zie ik heb een paar
houten gelezen, en ik ga heen, en zal het voor mij en voor mijn
zoon bereiden, dat wij het eten, en sterven.
13. En Elia zeide tot haar: Vrees niet, ga heen, doe naar uw woord;
maar maak mij vooreerst een kleinen koek daarvan, en breng mij
dien hier uit; doch voor u en uw zoon zult gij daarna [wat]
maken.
14. Want zo zegt de HEERE, de God Israels: Het meel van de kruik
zal niet verteerd worden, en de olie der fles zal niet ontbreken,
tot op den dag, dat de HEERE regen op den aardbodem geven
zal.
15. En zij ging heen, en deed naar het woord van Elia; zo at zij, en
hij, en haar huis, [vele] dagen.
16. Het meel van de kruik werd niet verteerd, en de olie van de fles
ontbrak niet, naar het woord des HEEREN, dat Hij gesproken
had door den dienst van Elia.
17. En het geschiedde na deze dingen, dat de zoon dezer vrouw, der
waardin van het huis, krank werd; en zijn krankheid werd zeer
sterk, totdat geen adem in hem overgebleven was.
18. En zij zeide tot Elia: Wat heb ik met u te doen, gij man Gods?
Zijt gij bij mij ingekomen, om mijn ongerechtigheid in
gedachtenis te brengen, en om mijn zoon te doden?
19. En hij zeide tot haar: Geef mij uw zoon. En hij nam hem van
haar schoot, en droeg hem boven in de opperzaal, waar hij zelf
1161
woonde, en hij leide hem neder op zijn bed.
20. En hij riep den HEERE aan, en zeide: HEERE, mijn God, hebt
Gij dan ook deze weduwe, bij dewelke ik herberge, zo kwalijk
gedaan, dat Gij haar zoon gedood hebt?
21. En hij mat zich driemaal uit over dat kind, en riep den HEERE
aan, en zeide: HEERE, mijn God, laat toch de ziel van dit kind
in hem wederkomen.
22. En de HEERE verhoorde de stem van Elia; en de ziel van het
kind kwam weder in hem, dat het weder levend werd.
23. En Elia nam het kind, en bracht het af van de opperzaal in het
huis, en gaf het aan zijn moeder; en Elia zeide: Zie, uw zoon
leeft.
24. Toen zeide die vrouw tot Elia: Nu weet ik, dat gij een man Gods
zijt, en dat het woord des HEEREN in uw mond waarheid is.


1162
1. Koningen
Hoofdstuk 18
1. En het gebeurde [na] vele dagen, dat het woord des HEEREN
geschiedde tot Elia, in het derde jaar, zeggende: Ga heen,
vertoon u aan Achab; want Ik zal regen geven op den
aardbodem.
2. En Elia ging heen, om zich aan Achab te vertonen. En de honger
was sterk in Samaria.
3. En Achab had Obadja, den hofmeester, geroepen; en Obadja was
den HEERE zeer vrezende.
4. Want het geschiedde, als Izebel de profeten des HEEREN
uitroeide, dat Obadja honderd profeten nam, en verborg ze bij
vijftig man in een spelonk, en onderhield hen met brood en
water.
5. En Achab had gezegd tot Obadja: Trek door het land, tot alle
waterfonteinen en tot alle rivieren; misschien zullen wij gras
vinden, opdat wij de paarden en de muilezelen in het leven
behouden, en niets uitroeien van de beesten.
6. En zij deelden het land onder zich, dat zij het doortogen; Achab
ging bijzonder op een weg, en Obadja ging ook bijzonder op een
weg.
7. Als nu Obadja op den weg was, ziet, zo was hem Elia tegemoet;
en hem kennende, zo viel hij op zijn aangezicht, en zeide: Zijt
gij mijn heer Elia?
8. Hij zeide: Ik ben het; ga heen, zeg uw heer: Zie, Elia is [hier].
1163
9. Maar hij zeide: Wat heb ik gezondigd, dat gij uw knecht geeft in
de hand van Achab, dat hij mij dode?
10. [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE, uw God, leeft, zo er een volk
of koninkrijk is, waar mijn heer niet gezonden heeft, om u te
zoeken; en als zij zeiden: Hij is hier niet; zo nam hij dat
koninkrijk en dat volk een eed af; dat zij u niet hadden
gevonden.
11. En nu zegt gij: Ga heen, zeg uw heer: Zie, Elia is [hier].
12. En het mocht geschieden, wanneer ik van u zou weggegaan zijn,
dat de Geest des HEEREN u wegnam, ik weet niet waarheen; en
ik kwam, om [dat] Achab aan te zeggen, en hij vond u niet, zo
zou hij mij doden; ik, uw knecht, nu vrees den HEERE van mijn
jonkheid af.
13. Is mijn heer niet aangezegd, wat ik gedaan heb, als Izebel de
profeten des HEEREN doodde? Dat ik van de profeten des
HEEREN honderd man heb verborgen, elk vijftig man in een
spelonk, en die met brood en water onderhouden heb?
14. En nu zegt gij: Ga heen, zeg uw heer: Zie, Elia is [hier], en hij
zou mij doodslaan.
15. En Elia zeide: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE der heirscharen
leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, ik zal voorzeker mij heden
aan hem vertonen!
16. Toen ging Obadja Achab tegemoet, en zeide het hem aan; en
Achab ging Elia tegemoet.
17. En het geschiedde, als Achab Elia zag, dat Achab tot hem zeide:
Zijt gij die beroerder van Israel?
18. Toen zeide hij: Ik heb Israel niet beroerd, maar gij en uws vaders
huis, daarmede, dat gijlieden de geboden des HEEREN verlaten
1164
hebt en de Baals nagevolgd zijt.
19. Nu dan, zend heen, verzamel tot mij het ganse Israel op den berg
Karmel, en de vierhonderd en vijftig profeten van Baal, en de
vierhonderd profeten van het bos, die van de tafel van Izebel
eten.
20. Zo zond Achab onder alle kinderen Israels, en verzamelde de
profeten op den berg Karmel.
21. Toen naderde Elia tot het ganse volk, en zeide: Hoe lang hinkt
gij op twee gedachten? Zo de HEERE God is, volgt Hem na, en
zo het Baal is, volgt hem na! Maar het volk antwoordde hem
niet een woord.
22. Toen zeide Elia tot het volk: Ik ben alleen een profeet des
HEEREN overgebleven, en de profeten van Baal zijn
vierhonderd en vijftig mannen.
23. Dat men ons dan twee varren geve, en dat zij voor zich den enen
var kiezen, en denzelven in stukken delen, en op het hout
leggen, maar geen vuur daaraan leggen; en ik zal den anderen
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 2 - 24
  • Parts
  • Statenvertaling - 2 - 01
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 802
    58.3 of words are in the 2000 most common words
    75.1 of words are in the 5000 most common words
    82.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 02
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 787
    56.5 of words are in the 2000 most common words
    71.7 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 03
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 806
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 04
    Total number of words is 4378
    Total number of unique words is 808
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    65.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 05
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 910
    51.2 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 06
    Total number of words is 4519
    Total number of unique words is 936
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 07
    Total number of words is 4551
    Total number of unique words is 820
    54.4 of words are in the 2000 most common words
    70.4 of words are in the 5000 most common words
    76.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 08
    Total number of words is 4580
    Total number of unique words is 847
    57.4 of words are in the 2000 most common words
    72.0 of words are in the 5000 most common words
    79.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 09
    Total number of words is 4521
    Total number of unique words is 877
    57.0 of words are in the 2000 most common words
    72.5 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 10
    Total number of words is 4527
    Total number of unique words is 900
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 11
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 866
    54.8 of words are in the 2000 most common words
    70.3 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 12
    Total number of words is 4586
    Total number of unique words is 877
    53.8 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 13
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 784
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    76.3 of words are in the 5000 most common words
    83.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 14
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 809
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    71.6 of words are in the 5000 most common words
    77.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 15
    Total number of words is 4538
    Total number of unique words is 877
    53.7 of words are in the 2000 most common words
    72.7 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 16
    Total number of words is 4474
    Total number of unique words is 876
    55.6 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    76.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 17
    Total number of words is 4639
    Total number of unique words is 871
    57.8 of words are in the 2000 most common words
    74.8 of words are in the 5000 most common words
    80.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 18
    Total number of words is 4679
    Total number of unique words is 859
    57.3 of words are in the 2000 most common words
    73.2 of words are in the 5000 most common words
    79.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 19
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1024
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 20
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 866
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    76.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 21
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 791
    55.1 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 22
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 852
    56.6 of words are in the 2000 most common words
    72.4 of words are in the 5000 most common words
    78.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 23
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 769
    59.7 of words are in the 2000 most common words
    72.6 of words are in the 5000 most common words
    79.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 24
    Total number of words is 4658
    Total number of unique words is 835
    58.9 of words are in the 2000 most common words
    73.3 of words are in the 5000 most common words
    80.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 25
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 834
    58.8 of words are in the 2000 most common words
    74.5 of words are in the 5000 most common words
    81.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 26
    Total number of words is 4671
    Total number of unique words is 822
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    73.7 of words are in the 5000 most common words
    80.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 27
    Total number of words is 4554
    Total number of unique words is 767
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 28
    Total number of words is 4510
    Total number of unique words is 845
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    71.3 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 29
    Total number of words is 4472
    Total number of unique words is 838
    53.5 of words are in the 2000 most common words
    69.2 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 30
    Total number of words is 4281
    Total number of unique words is 1088
    29.3 of words are in the 2000 most common words
    38.6 of words are in the 5000 most common words
    44.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 31
    Total number of words is 4308
    Total number of unique words is 934
    35.0 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 32
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 1045
    45.9 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 33
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 906
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    63.2 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 34
    Total number of words is 4352
    Total number of unique words is 883
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    60.9 of words are in the 5000 most common words
    68.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 35
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 845
    53.0 of words are in the 2000 most common words
    69.3 of words are in the 5000 most common words
    75.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 36
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 893
    51.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 37
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 886
    53.1 of words are in the 2000 most common words
    70.2 of words are in the 5000 most common words
    77.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 38
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 853
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 39
    Total number of words is 4387
    Total number of unique words is 872
    51.6 of words are in the 2000 most common words
    67.9 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 40
    Total number of words is 4285
    Total number of unique words is 881
    46.6 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 41
    Total number of words is 4334
    Total number of unique words is 879
    49.4 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 42
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 973
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 43
    Total number of words is 4265
    Total number of unique words is 1012
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    66.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 44
    Total number of words is 4313
    Total number of unique words is 953
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    57.4 of words are in the 5000 most common words
    63.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 45
    Total number of words is 3955
    Total number of unique words is 718
    60.0 of words are in the 2000 most common words
    76.0 of words are in the 5000 most common words
    81.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.