Statenvertaling - 2 - 41

Total number of words is 4334
Total number of unique words is 879
49.4 of words are in the 2000 most common words
64.6 of words are in the 5000 most common words
73.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
den HEERE loofde over de grondlegging van het huis des
HEEREN.
12. Maar velen van de priesteren, en de Levieten, en hoofden der
vaderen, die oud waren, die het eerste huis gezien hadden, dit
huis in zijn grondlegging voor hun ogen zijnde, weenden met
1514
luider stem; maar velen verhieven de stem met gejuich [en] met
vreugde.
13. Zodat het volk niet onderkende de stem van het gejuich der
vreugde, van de stem des geweens van het volk; want het volk
juichte met groot gejuich, dat de stem tot van verre gehoord
werd.


1515
Ezra
Hoofdstuk 4
1. Toen nu de wederpartijders van Juda en Benjamin hoorden, dat
de kinderen der gevangenis den HEERE, den God Israels, den
tempel bouwden;
2. Zo kwamen zij aan tot Zerubbabel, en tot de hoofden der
vaderen, en zeiden tot hen: Laat ons met ulieden bouwen, want
wij zullen uw God zoeken, gelijk gijlieden; ook hebben wij Hem
geofferd sinds de dagen van Esar-haddon, den koning van
Assur, die ons herwaarts heeft doen optrekken.
3. Maar Zerubbabel, en Jesua, en de overige hoofden der vaderen
van Israel zeiden tot hen: Het betaamt niet, dat gijlieden en wij
onzen God een huis bouwen; maar wij alleen zullen het den
HEERE, den God Israels, bouwen, gelijk als de koning Kores,
koning van Perzie, ons geboden heeft.
4. Evenwel maakte het volk des lands de handen des volks van
Juda slap, en verstoorde hen in het bouwen;
5. En zij huurden tegen hen raadslieden, om hun raad te
vernietigen, al de dagen van Kores, koning van Perzie, tot aan
het koninkrijk van Darius, den koning van Perzie.
6. En onder het koninkrijk van Ahasveros, in het begin zijns
koninkrijks, schreven zij een aanklacht tegen de inwoners van
Juda en Jeruzalem.
7. En in de dagen van Arthahsasta schreef Bislam, Mithredath,
Tabeel, en de overigen van zijn gezelschap, aan Arthahsasta,
1516
koning van Perzie; en de schrift des briefs was in het Syrisch
geschreven, en in het Syrisch uitgelegd.
8. Rehum, de kanselier, en Simsai, de schrijver, schreven een brief
tegen Jeruzalem, aan den koning Arthahsasta, op deze manier:
9. Toen Rehum, de kanselier, en Simsai, de schrijver, en de
overigen van hun gezelschap, de Dinaieten, de Afarsathchieten,
de Tarpelieten, de Afarsieten, de Archevieten, de Babyloniers,
de Susanchieten, de Dehavieten, de Elamieten,
10. En de overige volkeren, die de grote en vermaarde Asnappar
heeft vervoerd, en doen wonen in de stad van Samaria, ook de
overigen, aan deze zijde der rivier, en op zulken tijd.
11. Dit is een afschrift des briefs, dien zij aan hem, aan den koning
Arthahsasta, zonden: Uw knechten, de mannen aan deze zijde
der rivier, en op zulken tijd.
12. Den koning zij bekend, dat de Joden, die van u zijn opgetogen,
tot ons gekomen zijn te Jeruzalem, bouwende die rebelle en die
boze stad, waarvan zij de muren voltrekken, en de fondamenten
samenvoegen.
13. Zo zij nu den koning bekend, indien dezelve stad zal worden
opgebouwd, en de muren voltrokken, dat zij den cijns, ouden
impost, en tol niet zullen geven, en gij zult aan de inkomsten der
koningen schade aanbrengen.
14. Nu, omdat wij salaris uit het paleis trekken, en het ons niet
betaamt des konings oneer te zien, daarom hebben wij
gezonden, en [dit] den koning bekend gemaakt;
15. Opdat men zoeke in het boek der kronieken uwer vaderen, zo
zult gij vinden in het boek der kronieken, en weten, dat dezelve
stad een rebelle stad geweest is, en den koningen en
1517
landschappen schade aanbrengende, en dat zij daarbinnen afval
gesticht hebben, van oude tijden af; daarom is dezelve stad
verwoest.
16. Wij maken dan de koning bekend, dat, zo dezelve stad zal
worden opgebouwd, en haar muren voltrokken, gij daardoor
geen deel zult hebben aan deze zijde der rivier.
17. De koning zond antwoord aan Rehum, den kanselier, en Simsai,
den schrijver, en de overigen van hun gezelschappen, die te
Samaria woonden; mitsgaders aan de overigen van deze zijde
der rivier [aldus]: Vrede, en op zulken tijd.
18. De brief, dien gij aan ons geschikt hebt, is duidelijk voor mij
gelezen.
19. En als van mij bevel gegeven was, hebben zij gezocht en
gevonden, dat dezelve stad zich van oude tijden af tegen de
koningen heeft verheven, en rebellie en afval daarin gesticht is.
20. Ook zijn er machtige koningen geweest over Jeruzalem, die
geheerst hebben overal aan gene zijde der rivier; en hun is cijns,
oude impost en tol gegeven.
21. Geeft dan nu bevel, om diezelve mannen te beletten, dat diezelve
stad niet opgebouwd worde, totdat van mij bevel zal worden
gegeven.
22. Weest gewaarschuwd, [van] feil in dezen te begaan; waarom zou
het verderf tot schade der koningen aanwassen?
23. Toen, van dat het afschrift des briefs van den koning Arthahsasta
voor Rehum, en Simsai, den schrijver, en hun gezelschappen
gelezen was, togen zij in haast naar Jeruzalem tot de Joden, en
beletten hen met arm en geweld.
24. Toen hield het werk op van het huis Gods, Die te Jeruzalem
1518
[woont], ja, het hield op tot in het tweede jaar van het koninkrijk
van Darius, den koning van Perzie.


1519
Ezra
Hoofdstuk 5
1. Haggai nu, de profeet, en Zacharia, de zoon van Iddo,
profeteerden tot de Joden, die in Juda en te Jeruzalem waren; in
den naam Gods van Israel [profeteerden] [zij] tot hen.
2. Toen maakten zich op Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en
Jesua, de zoon van Jozadak, en begonnen te bouwen het huis
Gods, Die te Jeruzalem [woont]; en met hen de profeten Gods,
die hen ondersteunden.
3. Te dier tijd kwam tot hen Thathnai, de landvoogd aan deze zijde
der rivier, en Stharboznai, en hun gezelschap, en zeiden aldus tot
hen: Wie heeft ulieden bevel gegeven dit huis te bouwen, en
dezen muur te voltrekken?
4. Toen zeiden wij aldus tot hen, [en] welke de namen waren der
mannen, die dit gebouw bouwden.
5. Doch het oog huns Gods was over de oudsten der Joden, dat zij
hun niet beletten, totdat de zaak aan Darius kwam, en zij alsdan
daarover een brief wederbrachten.
6. Afschrift des briefs, dien Thathnai, de landvoogd aan deze zijde
der rivier, met Sthar-boznai, en zijn gezelschap, de
Afarsechaieten, die aan deze zijde der rivier waren, aan den
koning Darius zond.
7. Zij zonden een verhaal aan hem; en daarin was aldus
geschreven: Den koning Darius zij alle vrede.
8. Den koning zij bekend, dat wij getogen zijn naar het landschap
1520
Juda, ten huize des groten Gods, hetwelk gebouwd wordt met
grote stenen, en het hout wordt geleid in de wanden; en datzelve
werk wordt ras gedaan, en gaat voorspoediglijk door hun handen
voort.
9. Toen hebben wij denzelven oudsten gevraagd, [en] aldus tot hen
gezegd: Wie heeft ulieden bevel gegeven dit huis te bouwen, en
dezen muur te voltrekken?
10. Wijders hebben wij hun ook hun namen afgevraagd, dat wij ze u
bekend maakten; dat wij mochten overschrijven de namen der
mannen, die hoofden onder hen zijn.
11. En zij hebben ons dusdanig antwoord wedergegeven, zeggende:
Wij zijn knechten van den God des hemels en der aarde, en
bouwen het huis, dat vele jaren voor dezen is gebouwd geweest;
want een groot koning van Israel had het gebouwd en
voltrokken.
12. Maar nadat onze vaders den God des hemels hadden vertoornd,
heeft Hij hen gegeven in de hand van Nebukadnezar, den koning
van Babel, den Chaldeer; dewelke dat huis heeft vernield, en het
volk naar Babel weggevoerd.
13. Doch in het eerste jaar van Kores, koning van Babel, heeft de
koning Kores bevel gegeven dit huis Gods te bouwen.
14. Ja, de vaten van Gods huis, welke van goud en zilver waren, die
Nebukadnezar uit den tempel, die te Jeruzalem was, had
weggenomen en dezelve gebracht in den tempel van Babel, die
heeft de koning Kores uitgehaald uit den tempel van Babel, en
zij zijn gegeven aan een, wiens naam was Sesbazar, dien hij tot
een landvoogd had gesteld.
15. En hij zeide tot hem: Neem deze vaten, ga ze afvoeren in den
1521
tempel, die te Jeruzalem is, en laat het huis Gods gebouwd
worden op zijn plaats.
16. Toen kwam dezelve Sesbazar; hij leide de fondamenten van het
huis Gods, Die te Jeruzalem [woont]; en er is van toen af tot nu
toe gebouwd, doch niet volbracht.
17. Zo het dan nu den koning goeddunkt, laat er gezocht worden in
het schathuis des konings aldaar, dat te Babel is, of het zij, dat
een bevel van den koning Kores gegeven zij, om dit huis Gods
te Jeruzalem te bouwen; en dat men des konings believen
hiervan tot ons zende.


1522
Ezra
Hoofdstuk 6
1. Toen gaf de koning Darius bevel; en zij zochten in de kanselarij,
waar de schatten waren weggelegd, in Babel.
2. En te Achmetha, in de burcht, die in het landschap Medie is,
werd een rol gevonden; en daarin was aldus geschreven:
GEDACHTENIS;
3. In het eerste jaar van den koning Kores, gaf de koning Kores
[dit] bevel: Het huis Gods te Jeruzalem, dat huis zal gebouwd
worden, ter plaatse, waar zij offeranden offeren, en de
fondamenten daarvan zullen zwaar zijn; zijn hoogte van zestig
ellen, en zijn breedte van zestig ellen;
4. Met drie rijen van groten steen, en een rij van nieuw hout; en de
onkosten zullen uit des konings huis gegeven worden.
5. Daartoe zal men ook de gouden en zilveren vaten van het huis
Gods, die Nebukadnezar uit den tempel, die te Jeruzalem was,
heeft weggevoerd, en naar Babel gebracht, wedergeven, dat zij
gaan naar den tempel, die te Jeruzalem is, aan zijn plaats, en
men zal ze afvoeren ten huize Gods.
6. Nu, gij Thathnai, landvoogd aan gene zijde der rivier, gij Sthar-
boznai, met ulieder gezelschap, gij Afarsechaieten, die aan gene
zijde der rivier zijt, weest verre van daar!
7. Laat hen aan den arbeid van dit huis Gods; dat de landvoogd der
Joden en de oudsten der Joden dit huis Gods bouwen aan zijn
plaats.
1523
8. Ook wordt van mij bevel gegeven, wat gijlieden doen zult aan de
oudsten dezer Joden, om dit huis Gods te bouwen; te weten, dat
uit des konings goederen, van den cijns aan gene zijde der rivier,
de onkosten dezen mannen spoediglijk gegeven worden, opdat
men hen niet belette.
9. En wat nodig is, als jonge runderen, en rammen, en lammeren,
tot brandofferen aan den God des hemels, tarwe, zout, wijn en
olie, naar het zeggen der priesteren, die te Jeruzalem zijn, dat het
hun dag bij dag gegeven worde, dat er geen feil zij;
10. Opdat zij offeranden van liefelijken reuk aan den God des
hemels offeren, en bidden voor het leven des konings en zijner
kinderen.
11. Voorts wordt bevel van mij gegeven, dat al dengene, die dit
woord zal veranderen, een hout uit zijn huis zal gerukt en
opgericht worden, waaraan hij zal worden opgehangen; en zijn
huis zal om diens wille tot een drekhoop gemaakt worden.
12. De God nu, die Zijn Naam aldaar heeft doen wonen, werpe ter
neder alle koningen en volken, die hun hand zullen uitstrekken,
om te veranderen [en] te verderven dit huis Gods, dat te
Jeruzalem is. Ik, Darius, heb het bevel gegeven, dat het
spoediglijk gedaan worde.
13. Toen deden Thathnai, de landvoogd aan gene zijde der rivier,
Sthar-boznai, en hun gezelschap, spoediglijk alzo, naar hetgeen
de koning Darius gezonden had.
14. En de oudsten der Joden bouwden en gingen voorspoediglijk
voort, door de profetie van den profeet Haggai en Zacharia, den
zoon van Iddo; en zij bouwden en voltrokken het, naar het bevel
van den God Israels, en naar het bevel van Kores, en Darius, en
1524
Arthahsasta, koning van Perzie.
15. En dit huis werd volbracht op den derden dag der maand Adar;
datzelve was het zesde jaar van het koninkrijk van den koning
Darius.
16. En de kinderen Israels, de priesteren en Levieten, en de overige
kinderen der gevangenis deden de inwijding van dit huis Gods
met vreugde.
17. En zij offerden, ter inwijding van dit huis Gods, honderd
runderen, tweehonderd rammen, vierhonderd lammeren en
twaalf geitenbokken, ten zondoffer voor gans Israel, naar het
getal der stammen Israels.
18. En zij stelden de priesteren in hun onderscheidingen, en de
Levieten in hun verdelingen, tot den dienst Gods, Die te
Jeruzalem is, naar het voorschrift des boeks van Mozes.
19. Ook hielden de kinderen der gevangenis het pascha, op den
veertienden der eerste maand.
20. Want de priesters en de Levieten hadden zich gereinigd als een
enig [man]; zij waren allen rein; en zij slachtten het pascha voor
alle kinderen der gevangenis, en voor hun broederen, de
priesteren, en voor zichzelven.
21. Alzo aten de kinderen Israels, die uit de gevangenis
wedergekomen waren, mitsgaders al wie zich van de
onreinigheid der heidenen des lands tot hen afgezonderd had,
om den HEERE, den God Israels, te zoeken.
22. En zij hielden het feest der ongezuurde [broden] zeven dagen,
met blijdschap; want de HEERE had hen verblijd, en het hart
des konings van Assur tot hen gewend, om hun handen te
sterken in het werk van het huis Gods, des Gods van Israel.
1525
Ezra
Hoofdstuk 7
1. Na deze geschiedenissen nu, in het koninkrijk van Arthahsasta,
koning van Perzie: Ezra, de zoon van Seraja, den zoon van
Azarja, den zoon van Hilkia,
2. Den zoon van Sallum, den zoon van Zadok, den zoon van
Ahitub,
3. Den zoon van Amarja, den zoon van Azarja, den zoon van
Merajoth,
4. Den zoon van Zerahja, den zoon van Uzzi, den zoon van Bukki,
5. Den zoon van Abisua, den zoon van Pinehas, den zoon van
Eleazar, den zoon van Aaron, den hoofdpriester.
6. Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig
schriftgeleerde in de wet van Mozes, die de HEERE, de God
Israels, gegeven heeft; en de koning gaf hem, naar de hand des
HEEREN, zijns Gods, over hem, al zijn verzoek.
7. Ook [sommigen] van de kinderen Israels, en van de priesteren en
de Levieten, en de zangers, en de poortiers, en de Nethinim,
togen op naar Jeruzalem, in het zevende jaar van den koning
Arthahsasta.
8. En hij kwam te Jeruzalem in de vijfde maand; dat was het
zevende jaar dezes konings.
9. Want op den eersten der eerste maand was het begin des
optochts uit Babel, en op den eersten der vijfde maand kwam hij
te Jeruzalem, naar de goede hand zijns Gods over hem.
1526
10. Want Ezra had zijn hart gericht, om de wet des HEEREN te
zoeken en te doen, en om in Israel te leren de inzettingen en de
rechten.
11. Dit is nu het afschrift des briefs, dien de koning Arthahsasta gaf
aan Ezra, den priester, den schriftgeleerde; den schriftgeleerde
van de woorden der geboden des HEEREN, en Zijn inzettingen
over Israel:
12. Arthahsasta koning der koningen, aan Ezra, den priester, den
schriftgeleerde der wet van den God des hemels, volkomen
[vrede] en op zulken tijd.
13. Van mij wordt bevel gegeven, dat al wie vrijwillig is in mijn
koninkrijk, van het volk van Israel, en van deszelfs priesteren en
Levieten, om te gaan naar Jeruzalem, dat hij met u ga.
14. Dewijl gij van voor den koning en zijn zeven raadsheren
gezonden zijt, om onderzoek te doen in Judea, en te Jeruzalem,
naar de wet uws Gods, die in uw hand is;
15. En om henen te brengen het zilver en goud, dat de koning en zijn
raadsheren vrijwilliglijk gegeven hebben aan den God Israels,
Wiens woning te Jeruzalem is;
16. Mitsgaders al het zilver en goud, dat gij vinden zult in het ganse
landschap van Babel, met de vrijwillige gave des volks en der
priesteren, die vrijwilliglijk geven, ten huize huns Gods, dat te
Jeruzalem is;
17. Opdat gij spoediglijk voor dat geld koopt runderen, rammen,
lammeren, met hun spijsofferen, en hun drankofferen, en die
offert op het altaar van het huis van ulieder God, dat te
Jeruzalem is.
18. Daartoe, wat u en uw broederen goed dunken zal, met het
1527
overige zilver en goud te doen, zult gijlieden doen naar het
welgevallen uws Gods.
19. En geef de vaten, die u gegeven zijn tot den dienst van het huis
uws Gods, weder voor den God van Jeruzalem.
20. Het overige nu, dat van node zal zijn voor het huis uws Gods,
dat u voorvallen zal uit te geven, zult gij geven uit het schathuis
des konings.
21. En van mij, mij, koning Arthahsasta, wordt bevel gegeven aan
alle schatmeesters, die aan gene zijde der rivier zijt, dat alles,
wat Ezra, de priester, de schriftgeleerde der wet van den God
des hemels, van u zal begeren, spoediglijk gedaan worde;
22. Tot honderd talenten zilvers toe, en tot honderd kor tarwe, en tot
honderd bath wijn, en tot honderd bath olie, en zout zonder
voorschrift.
23. Al wat naar het bevel van den God des hemels is, dat het
vlijtiglijk gedaan worde, voor het huis van den God des hemels;
want waartoe zou er grote toorn zijn over het koninkrijk des
konings en zijner kinderen?
24. Ook laten wij ulieden weten, aangaande alle priesteren en
Levieten, zangers, poortiers, Nethinim en dienaars van het huis
dezes Gods, dat men den cijns, ouden impost en tol hun niet zal
vermogen op te leggen.
25. En gij, Ezra, naar de wijsheid uws Gods, die in uw hand is, stel
regeerders en richters, die al het volk richten, dat aan gene zijde
der rivier is, allen, die de wetten Gods weten, en die ze niet
weet, zult gijlieden [die] bekend maken.
26. En al wie de wet uws Gods en de wet des konings niet zal doen,
over dien laat spoediglijk recht worden gedaan, hetzij ter dood,
1528
of tot uitbanning, of tot boete van goederen, of tot de banden.
27. Geloofd zij de HEERE, de God onzer vaderen, Die alzulks in het
hart des konings gegeven heeft, om te versieren het huis des
HEEREN, dat te Jeruzalem is.
28. En heeft tot mij weldadigheid geneigd, voor het aangezicht des
konings en zijner raadsheren, en aller geweldige vorsten des
konings! Zo heb ik mij gesterkt, naar de hand des HEEREN,
mijns Gods, over mij, en de hoofden uit Israel vergaderd, om
met mij op te trekken.


1529
Ezra
Hoofdstuk 8
1. Dit nu zijn de hoofden hunner vaderen, met hun
geslachtsrekening, die met mij uit Babel optogen, onder het
koninkrijk van den koning Arthahsasta.
2. Van de kinderen van Pinehas, Gersom; van de kinderen van
Ithamar, Daniel; van de kinderen van David, Hattus.
3. Van de kinderen van Sechanja, van de kinderen van Paros,
Zacharja; en met hem werden bij geslachtsregisters gerekend,
aan manspersonen, honderd en vijftig.
4. Van de kinderen van Pahath-moab, Eljehoenai, de zoon van
Zerahja; en met hem tweehonderd manspersonen.
5. Van de kinderen van Sechanja, de zoon van Jahaziel; en met
hem driehonderd manspersonen.
6. En van de kinderen van Adin, Ebed, de zoon van Jonathan; en
met hem vijftig manspersonen.
7. En van de kinderen van Elam, Jesaja, de zoon van Athalja; en
met hem zeventig manspersonen.
8. En van de kinderen van Sefatja, Zebadja, de zoon van Michael;
en met hem tachtig manspersonen.
9. En van de kinderen van Joab, Obadja, de zoon van Jehiel; en met
hem tweehonderd en achttien manspersonen.
10. En van de kinderen van Selomith, de zoon van Josifja; en met
hem honderd en zestig manspersonen.
11. En van de kinderen van Babai, Zacharja, de zoon van Bebai; en
1530
met hem acht en twintig manspersonen.
12. En van de kinderen van Azgad, Johanan, de zoon van Katan; en
met hem honderd en tien manspersonen.
13. En van de laatste kinderen van Adonikam, welker namen deze
waren: Elifelet, Jehiel, en Semaja; en met hen zestig
manspersonen.
14. En van de kinderen van Bigvai, Uthai en Zabbud; en met hen
zeventig manspersonen.
15. En ik vergaderde hen aan de rivier, gaande naar Ahava, en wij
legerden ons aldaar drie dagen; toen lette ik op het volk en de
priesteren, en vond aldaar geen van de kinderen van Levi.
16. Zo zond ik tot Eliezer, tot Ariel, tot Semaja, en tot Elnathan, en
tot Jarib, en tot Elnathan, en tot Nathan, en tot Zacharja, en tot
Mesullam, de hoofden; en tot Jojarib en tot Elnathan, de leraars;
17. En ik gaf hun bevel aan Iddo, het hoofd in de plaats Chasifja; en
ik leide de woorden in hun mond, om te zeggen tot Iddo, zijn
broeder, [en] de Nethinim, in de plaats Chasifja, dat zij ons
brachten dienaars voor het huis onzes Gods.
18. En zij brachten ons, naar de goede hand onzes Gods over ons,
een man van verstand, van de kinderen van Mahli, den zoon van
Levi, den zoon van Israel; namelijk Serebja, met zijn zonen en
broederen, achttien;
19. En Hasabja, en met hem Jesaja, van de kinderen van Merari,
[met] zijn broederen, en hun zonen, twintig;
20. En van Nethinim, die David en de vorsten ten dienste der
Levieten gegeven hadden, tweehonderd en twintig Nethinim, die
allen bij namen genoemd werden.
21. Toen riep ik aldaar een vasten uit aan de rivier Ahava, opdat wij
1531
ons verootmoedigden voor het aangezicht onzes Gods, om van
Hem te verzoeken een rechten weg, voor ons, en voor onze
kinderkens, en voor al onze have.
22. Want ik schaamde mij van den koning een heir en ruiters te
begeren, om ons te helpen van den vijand, op den weg; omdat
wij tot den koning hadden gesproken, zeggende: De hand onzes
Gods is ten goede over allen, die Hem zoeken, maar Zijn sterkte
en Zijn toorn over allen, die Hem verlaten.
23. Alzo vastten wij; en verzochten zulks van onzen God; en Hij liet
zich van ons verbidden.
24. Toen scheidde ik twaalf uit van de oversten der priesteren:
Serebja, Hasabja, en tien van hun broederen met hen.
25. En ik woog hun toe het zilver, en het goud, en de vaten, zijnde
de offering van het huis onzes Gods die de koning en zijn
raadsheren, en zijn vorsten, en gans Israel, die er gevonden
werden, geofferd hadden;
26. Ik woog dan aan hun hand zeshonderd en vijftig talenten zilvers,
en honderd zilveren vaten in talenten; aan goud, honderd
talenten;
27. En twintig gouden bekers, tot duizend drachmen; en twee vaten
van blinkend goed koper, begeerlijk als goud.
28. En ik zeide tot hen: Gij zijt heilig den HEERE, en deze vaten
zijn heilig; ook dit zilver en dit goud, de vrijwillige gave, den
HEERE, den God uwer vaderen.
29. Waakt en bewaart het, totdat gij het opweegt, in
tegenwoordigheid van de oversten der priesteren en Levieten, en
der vorsten der vaderen van Israel, te Jeruzalem, in de kameren
van des HEEREN huis.
1532
30. Toen ontvingen de priesters en de Levieten het gewicht des
zilvers en des gouds, en der vaten, om te brengen te Jeruzalem,
ten huize onzes Gods.
31. Alzo verreisden wij van de rivier Ahava, op den twaalfden der
eerste maand, om te gaan naar Jeruzalem; en de hand onzes
Gods was over ons, en redde ons van de hand des vijands, en
desgenen, die [ons] lagen leide op den weg.
32. En wij kwamen te Jeruzalem; en wij bleven aldaar drie dagen.
33. Op den vierden dag nu werd gewogen het zilver, en het goud, en
de vaten, in het huis onzes Gods, aan de hand van Meremoth,
den zoon van Uria, den priester, en met hem Eleazar, de zoon
van Pinehas; en met hem Jozabad, de zoon van Jesua, en
Noadja, de zoon van Binnui, de Levieten.
34. Naar het getal en naar het gewicht van dat alles; en het ganse
gewicht werd ter zelfder tijd opgeschreven.
35. [En] de weggevoerden, die uit de gevangenis gekomen waren,
offerden den God Israels brandofferen; twaalf varren voor gans
Israel, zes en negentig rammen, zeven en zeventig lammeren,
twaalf bokken ten zondoffer; alles ten brandoffer den HEERE.
36. Daarna gaven zij de wetten des konings aan des konings
stadhouders en landvoogden aan deze zijde der rivier; en zij
bevorderden het volk en het huis Gods.


1533
Ezra
Hoofdstuk 9
1. Als nu deze dingen voleind waren, traden de vorsten tot mij toe,
zeggende: Het volk Israels, en de priesters, en de Levieten, zijn
niet afgezonderd van de volken dezer landen, naar hun
gruwelen, [namelijk] van de Kanaanieten, de Hethieten, de
Ferezieten, de Jebusieten, de Ammonieten, de Moabieten, de
Egyptenaren en de Amorieten.
2. Want zij hebben van hun dochteren genomen voor zichzelven en
voor hun zonen, zodat zich vermengd hebben het heilig zaad
met de volken dezer landen; ja, de hand der vorsten en
overheden is de eerste geweest in deze overtreding.
3. Als ik nu deze zaak hoorde, scheurde ik mijn kleed en mijn
mantel; en ik trok van het haar mijns hoofds en mijns baards uit,
en zat verbaasd neder.
4. Toen verzamelden zich tot mij allen, die voor de woorden van
den God Israels beefden, om de overtreding der weggevoerden;
doch ik bleef verbaasd zitten tot aan het avondoffer.
5. En omtrent het avondoffer stond ik op uit mijn bedruktheid, als
ik nu mijn kleed en mijn mantel gescheurd had; en ik boog mij
op mijn knieen, en breidde mijn handen uit tot den HEERE,
mijn God;
6. En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om
mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze
ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven [ons] hoofd,
1534
en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel.
7. Van de dagen onzer vaderen af zijn wij in grote schuld tot op
dezen dag; en wij zijn om onze ongerechtigheden overgegeven,
wij, onze koningen [en] onze priesters, in de hand van de
koningen der landen, in zwaard, in gevangenis, en in roof, en in
schaamte des aangezichts, gelijk het is te dezen dage.
8. En nu is er, als een klein ogenblik, een genade geschied van den
HEERE, onzen God, om ons een ontkoming over te laten, en
ons een nagel te geven in Zijn heilige plaats, om onze ogen te
verlichten, o onze God, en om ons een weinig levens te geven in
onze dienstbaarheid.
9. Want wij zijn knechten; doch in onze dienstbaarheid heeft ons
onze God niet verlaten; maar Hij heeft weldadigheid tot ons
geneigd voor het aangezicht der koningen van Perzie, dat Hij
ons [een] [weinig] levens gave, om het huis onzes Gods te
verhogen, en de woestigheden van hetzelve op te richten, en om
ons een tuin te geven in Juda en te Jeruzalem.
10. En nu, wat zullen wij zeggen, o onze God! na dezen? Want wij
hebben Uw geboden verlaten,
11. Die Gij geboden hadt door den dienst Uwer knechten, de
profeten, zeggende: Het land, waar gijlieden inkomt, om dat te
erven, is een vuil land, door de vuiligheid van de volken der
landen, om hun gruwelen, waarmede zij dat vervuld hebben, van
het ene einde tot het andere einde, met hun onreinigheid.
12. Zo zult gij nu uw dochteren niet geven aan hun zonen, en hun
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 2 - 42
  • Parts
  • Statenvertaling - 2 - 01
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 802
    58.3 of words are in the 2000 most common words
    75.1 of words are in the 5000 most common words
    82.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 02
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 787
    56.5 of words are in the 2000 most common words
    71.7 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 03
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 806
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 04
    Total number of words is 4378
    Total number of unique words is 808
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    65.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 05
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 910
    51.2 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 06
    Total number of words is 4519
    Total number of unique words is 936
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 07
    Total number of words is 4551
    Total number of unique words is 820
    54.4 of words are in the 2000 most common words
    70.4 of words are in the 5000 most common words
    76.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 08
    Total number of words is 4580
    Total number of unique words is 847
    57.4 of words are in the 2000 most common words
    72.0 of words are in the 5000 most common words
    79.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 09
    Total number of words is 4521
    Total number of unique words is 877
    57.0 of words are in the 2000 most common words
    72.5 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 10
    Total number of words is 4527
    Total number of unique words is 900
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 11
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 866
    54.8 of words are in the 2000 most common words
    70.3 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 12
    Total number of words is 4586
    Total number of unique words is 877
    53.8 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 13
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 784
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    76.3 of words are in the 5000 most common words
    83.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 14
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 809
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    71.6 of words are in the 5000 most common words
    77.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 15
    Total number of words is 4538
    Total number of unique words is 877
    53.7 of words are in the 2000 most common words
    72.7 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 16
    Total number of words is 4474
    Total number of unique words is 876
    55.6 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    76.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 17
    Total number of words is 4639
    Total number of unique words is 871
    57.8 of words are in the 2000 most common words
    74.8 of words are in the 5000 most common words
    80.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 18
    Total number of words is 4679
    Total number of unique words is 859
    57.3 of words are in the 2000 most common words
    73.2 of words are in the 5000 most common words
    79.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 19
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1024
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 20
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 866
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    76.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 21
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 791
    55.1 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 22
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 852
    56.6 of words are in the 2000 most common words
    72.4 of words are in the 5000 most common words
    78.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 23
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 769
    59.7 of words are in the 2000 most common words
    72.6 of words are in the 5000 most common words
    79.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 24
    Total number of words is 4658
    Total number of unique words is 835
    58.9 of words are in the 2000 most common words
    73.3 of words are in the 5000 most common words
    80.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 25
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 834
    58.8 of words are in the 2000 most common words
    74.5 of words are in the 5000 most common words
    81.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 26
    Total number of words is 4671
    Total number of unique words is 822
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    73.7 of words are in the 5000 most common words
    80.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 27
    Total number of words is 4554
    Total number of unique words is 767
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 28
    Total number of words is 4510
    Total number of unique words is 845
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    71.3 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 29
    Total number of words is 4472
    Total number of unique words is 838
    53.5 of words are in the 2000 most common words
    69.2 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 30
    Total number of words is 4281
    Total number of unique words is 1088
    29.3 of words are in the 2000 most common words
    38.6 of words are in the 5000 most common words
    44.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 31
    Total number of words is 4308
    Total number of unique words is 934
    35.0 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 32
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 1045
    45.9 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 33
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 906
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    63.2 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 34
    Total number of words is 4352
    Total number of unique words is 883
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    60.9 of words are in the 5000 most common words
    68.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 35
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 845
    53.0 of words are in the 2000 most common words
    69.3 of words are in the 5000 most common words
    75.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 36
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 893
    51.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 37
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 886
    53.1 of words are in the 2000 most common words
    70.2 of words are in the 5000 most common words
    77.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 38
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 853
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 39
    Total number of words is 4387
    Total number of unique words is 872
    51.6 of words are in the 2000 most common words
    67.9 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 40
    Total number of words is 4285
    Total number of unique words is 881
    46.6 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 41
    Total number of words is 4334
    Total number of unique words is 879
    49.4 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 42
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 973
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 43
    Total number of words is 4265
    Total number of unique words is 1012
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    66.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 44
    Total number of words is 4313
    Total number of unique words is 953
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    57.4 of words are in the 5000 most common words
    63.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 45
    Total number of words is 3955
    Total number of unique words is 718
    60.0 of words are in the 2000 most common words
    76.0 of words are in the 5000 most common words
    81.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.