Statenvertaling - 2 - 29

Total number of words is 4472
Total number of unique words is 838
53.5 of words are in the 2000 most common words
69.2 of words are in the 5000 most common words
76.2 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
29. En dat zij u een teken, dat men [in] dit jaar eten zal, wat van zelf
gewassen is; en in het tweede jaar, wat daarvan weder uitspruit;
maar zaait in het derde jaar, en maait, en plant wijngaarden, en
eet hun vruchten.
30. Want het ontkomene, dat overgebleven is van het huis van Juda,
zal wederom nederwaarts wortelen, en zal opwaarts vrucht
dragen.
31. Want van Jeruzalem zal het overblijfsel uitgaan, en het
ontkomene van den berg Sion; de ijver van den HEERE der
heirscharen zal dit doen.
32. Daarom zo zegt de HEERE van den koning van Assyrie: Hij zal
in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten; ook zal
hij [met] geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen
opwerpen.
33. Door den weg, dien hij gekomen is, door dien zal hij
wederkeren; maar in deze stad zal hij niet komen, zegt de
1265
HEERE.
34. Want Ik zal deze stad beschermen, om die te verlossen, om
Mijnentwil, en om Davids, Mijns knechts wil.
35. Het geschiedde dan in dienzelven nacht, dat de Engel des
HEEREN uitvoer, en sloeg in het leger van Assyrie honderd vijf
en tachtig duizend. En toen zij zich des morgens vroeg
opmaakten, ziet, die allen waren dode lichamen.
36. Zo vertrok Sanherib, de koning van Assyrie, en toog henen, en
keerde weder; en hij bleef te Nineve.
37. Het geschiedde nu, als hij in het huis van Nisroch, zijn god, zich
nederboog, dat Adramelech en Sarezer, [zijn] [zonen], hem met
het zwaard versloegen; doch zij ontkwamen in het land van
Ararat; en Esar-haddon, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.


1266
2. Koningen
Hoofdstuk 20
1. In die dagen werd Hizkia krank tot stervens toe; en de profeet
Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en zeide tot hem: Zo
zegt de HEERE: Geef bevel aan uw huis, want gij zult sterven,
en niet leven.
2. Toen keerde hij zijn aangezicht om naar den wand, en hij bad tot
den HEERE, zeggende:
3. Och, HEERE, gedenk toch, dat ik voor Uw aangezicht in
waarheid en met een volkomen hart gewandeld, en wat goed in
Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans zeer.
4. Het gebeurde nu, als Jesaja uit het middelvoorhof [nog] niet
gegaan was, dat het woord des HEEREN tot hem geschiedde,
zeggende:
5. Keer weder en zeg tot Hizkia, den voorganger Mijns volks: Zo
zegt de HEERE, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed
gehoord, Ik heb uw tranen gezien; zie, Ik zal u gezond maken;
aan den derden dag zult gij opgaan in het huis des HEEREN;
6. En Ik zal vijftien jaren tot uw dagen toedoen, en zal u uit de
hand des konings van Assyrie verlossen, mitsgaders deze stad;
en Ik zal deze stad beschermen om Mijnentwil, en om Mijns
knechts Davids wil.
7. Daarna zeide Jesaja: Neemt een klomp vijgen; en zij namen ze,
en leiden ze op de zweer, en hij werd genezen.
8. Hizkia nu had gezegd tot Jesaja: Welk is het teken, dat de
1267
HEERE mij gezond maken zal, en dat ik den derden dag in des
HEEREN huis zal opgaan?
9. En Jesaja zeide: Dit zal u een teken van den HEERE zijn, dat de
HEERE het woord, dat Hij gesproken heeft, doen zal: Zal de
schaduw tien graden voorwaarts gaan, of tien graden
achterwaarts keren?
10. Toen zeide Hizkia: Het is der schaduwe licht, tien graden
nederwaarts te gaan; neen, maar dat de schaduw tien graden
achterwaarts kere.
11. En Jesaja, de profeet, riep den HEERE aan; en Hij deed de
schaduw tien graden achterwaarts keren in de graden, dewelke
zij nederwaarts gegaan was, in de graden van Achaz'
[zonnewijzer].
12. Te dier tijd zond Berodach Baladan de zoon van Baladan, de
koning van Babel, brieven en een geschenk aan Hizkia; want hij
had gehoord, dat Hizkia krank geweest was.
13. En Hizkia hoorde naar hen, en hij toonde hun zijn ganse
schathuis, het zilver, en het goud, en de specerijen, en de beste
olie, en zijn wapenhuis, en al wat gevonden werd in zijn
schatten; er was geen ding in zijn huis, noch in zijn ganse
heerschappij, dat hij hun niet toonde.
14. Toen kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot
hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u
gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit verren lande gekomen,
uit Babel.
15. En hij zeide: Wat hebben zij gezien in uw huis? En Hizkia zeide:
Zij hebben alles gezien, wat in mijn huis is; geen ding is er in
mijn schatten, dat ik hun niet getoond heb.
1268
16. Toen zeide Jesaja tot Hizkia: Hoor des HEEREN woord.
17. Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is, en wat uw
vaderen tot dezen dage toe opgelegd hebben, naar Babel
weggevoerd zal worden; er zal niets overgelaten worden, zegt de
HEERE.
18. Daartoe zullen zij van uw zonen, die uit u zullen voortkomen,
die gij gewinnen zult, nemen, dat zij hovelingen zijn in het
paleis des konings van Babel.
19. Maar Hizkia zeide tot Jesaja: Het woord des HEEREN, dat gij
gesproken hebt, is goed. Ook zeide hij: Zou het niet, naardien
vrede en waarheid in mijn dagen wezen zal?
20. Het overige nu der geschiedenissen van Hizkia, en al zijn macht,
en hoe hij den vijver en den watergang gemaakt heeft, en water
in de stad gebracht heeft, zijn die niet geschreven in het boek der
kronieken der koningen van Juda?
21. En Hizkia ontsliep met zijn vaderen; en zijn zoon Manasse werd
koning in zijn plaats.


1269
2. Koningen
Hoofdstuk 21
1. Manasse was twaalf jaren oud, toen hij koning werd, en hij
regeerde vijf en vijftig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner
moeder was Hefzi-bah.
2. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar de
gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der
kinderen Israels uit de bezitting verdreven had.
3. Want hij bouwde de hoogten weder op, die Hizkia, zijn vader,
verdorven had; en hij richtte Baal altaren op, en maakte een bos,
gelijk als Achab, de koning van Israel, gemaakt had, en boog
zich neder voor het heir des hemels, en diende ze.
4. En hij bouwde altaren in het huis des HEEREN, waarvan de
HEERE gezegd had: Te Jeruzalem zal Ik Mijn Naam zetten.
5. Daartoe bouwde hij altaren voor al het heir des hemels, in beide
de voorhoven van het huis des HEEREN.
6. Ja, hij deed zijn zoon door het vuur gaan, en pleegde guichelarij
en gaf op vogelgeschrei acht; en hij stelde waarzeggers en
duivelskunstenaren; hij deed zeer veel kwaads in de ogen des
HEEREN, om [Hem] tot toorn te verwekken.
7. Hij stelde ook een gesneden beeld van het bos, dat hij gemaakt
had, in het huis, waarvan de HEERE gezegd had tot David, en
tot zijn zoon Salomo: In dit huis, en in Jeruzalem, die Ik uit alle
stammen van Israel verkoren heb, zal Ik Mijn Naam zetten in
eeuwigheid.
1270
8. En Ik zal niet voortvaren den voet van Israel te bewegen uit dit
land, dat Ik hun vaderen gegeven heb; alleenlijk, zo zij
waarnemen te doen, naar alles, wat Ik hun geboden heb, en naar
de ganse wet, die Mijn knecht Mozes hun geboden heeft.
9. Maar zij hoorden niet; want Manasse deed hen dwalen, dat zij
erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht
der kinderen Israels verdelgd had.
10. Toen sprak de HEERE door den dienst van Zijn knechten, de
profeten, zeggende:
11. Dewijl dat Manasse, de koning van Juda, deze gruwelen gedaan
heeft, erger doende dan al wat de Amorieten gedaan hebben, die
voor hem geweest zijn, ja, ook Juda door zijn drekgoden heeft
doen zondigen;
12. Daarom, alzo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, Ik zal een
kwaad over Jeruzalem en Juda brengen, dat een ieder, die het
hoort, beide zijn oren klinken zullen.
13. En Ik zal over Jeruzalem het meetsnoer van Samaria trekken,
mitsgaders het paslood van het huis van Achab; en Ik zal
Jeruzalem uitwissen, gelijk als men een schotel uitwist; men
wist dien uit, en men keert hem om op zijn holligheid.
14. En Ik zal het overblijfsel Mijns erfdeels verlaten, en zal ze in de
hand hunner vijanden geven; en zij zullen tot een roof en
plundering worden al hun vijanden.
15. Daarom, dat zij gedaan hebben dat kwaad was in Mijn ogen, en
Mij tot toorn verwekt hebben, van dien dag, dat hun vaderen van
Egypte uitgegaan zijn, ook tot op dezen dag toe.
16. Daartoe vergoot Manasse ook zeer veel onschuldig bloed, totdat
hij Jeruzalem van het ene einde tot het andere vervuld had;
1271
behalve zijn zonde, die hij Juda zondigen deed, doende wat
kwaad was in de ogen des HEEREN.
17. Het overige der geschiedenissen van Manasse, en al wat hij
gedaan heeft, en zijn zonde, die hij gezondigd heeft, zijn die niet
geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda?
18. En Manasse ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven in den
hof van zijn huis, in den hof van Uzza; en zijn zoon Amon werd
koning in zijn plaats.
19. Amon was twee en twintig jaren oud, toen hij koning werd, en
hij regeerde twee jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder
was Mesullemet, een dochter van Haruz van Jotba.
20. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; gelijk als
zijn vader Manasse gedaan had.
21. Want hij wandelde in al den weg, dien zijn vader gewandeld
had, en hij diende de drekgoden, die zijn vader gediend had, en
hij boog zich voor die neder.
22. Zo verliet hij den HEERE, den God zijner vaderen, en hij
wandelde niet in den weg des HEEREN.
23. En de knechten van Amon maakten een verbintenis tegen hem,
en zij doodden den koning in zijn huis.
24. Maar het volk des lands versloeg allen, die tegen den koning
Amon een verbintenis gemaakt hadden; en het volk des lands
maakte zijn zoon Josia koning in zijn plaats.
25. Het overige nu der geschiedenissen van Amon, wat hij gedaan
heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der
koningen van Juda?
26. En men begroef hem in zijn graf, in den hof van Uzza; en zijn
zoon Josia werd koning in zijn plaats.
1272
2. Koningen
Hoofdstuk 22
1. Josia was acht jaren oud, toen hij koning werd, en regeerde een
en dertig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was
Jedida, een dochter van Adaja, van Bozkath.
2. En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN; en hij
wandelde in al den weg van zijn vader David, en week niet af ter
rechter [hand] noch ter linkerhand.
3. Het geschiedde nu in het achttiende jaar van den koning Josia,
dat de koning den schrijver Safan, den zoon van Azalia, den
zoon van Mesullam, zond in het huis des HEEREN, zeggende:
4. Ga op tot Hilkia, den hogepriester, opdat hij het geld opsomme,
dat in het huis des HEEREN gebracht is, hetwelk de wachters
des dorpels van het volk verzameld hebben;
5. En dat zij dat geven in de hand der verzorgers van het werk, die
besteld zijn over het huis des HEEREN; opdat zij het geven aan
degenen, die het werk doen, dat in het huis des HEEREN is, om
de breuken van het huis te beteren;
6. Aan de timmerlieden en de bouwlieden, en de metselaars, en om
hout en gehouwene stenen te kopen, om het huis te beteren.
7. Doch er werd met hen geen rekening gehouden van het geld, dat
in hun hand geleverd was, want zij handelden trouwelijk.
8. Toen zeide de hogepriester Hilkia tot Safan, den schrijver: Ik
heb het wetboek in het huis des HEEREN gevonden; en Hilkia
gaf dat boek aan Safan, die las het.
1273
9. Daarna kwam Safan, de schrijver, tot den koning, en bracht den
koning bescheid weder, en hij zeide: Uw knechten hebben het
geld, dat in het huis gevonden was, samengebracht, en hebben
het gegeven in de hand der verzorgers van het werk, die besteld
waren over het huis des HEEREN.
10. Ook gaf Safan, de schrijver, den koning te kennen, zeggende: De
priester Hilkia heeft mij een boek gegeven. En Safan las dat
voor het aangezicht des konings.
11. Het geschiedde nu, als de koning de woorden des wetboeks
hoorde, dat hij zijn klederen scheurde.
12. En de koning gebood Hilkia, den priester, en Ahikam, den zoon
van Safan, en Achbor, den zoon van Michaja, en Safan, den
schrijver, en Asaja, den knecht des konings, zeggende:
13. Gaat henen, vraagt den HEERE voor mij, en voor het volk, en
voor het ganse Juda, over de woorden dezes boeks, dat
gevonden is; want de grimmigheid des HEEREN is groot,
dewelke tegen ons aangestoken is, omdat onze vaderen niet
gehoord hebben naar de woorden dezes boeks, om te doen naar
al wat voor ons geschreven is.
14. Toen ging de priester Hilkia, en Ahikam, en Achbor, en Safan,
en Asaja henen tot de profetes Hulda, de huisvrouw van Sallum,
den zoon van Tikva, den zoon van Harhas, den klederbewaarder
(zij nu woonde te Jeruzalem, in het tweede deel), en zij spraken
tot haar.
15. En zij zeide tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Zegt tot
den man, die u tot mij gezonden heeft:
16. Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over deze plaats brengen,
en over haar inwoners, [namelijk] al de woorden des boeks, dat
1274
de koning van Juda gelezen heeft.
17. Daarom dat zij Mij verlaten, en anderen goden gerookt hebben,
opdat zij Mij tot toorn verwekten met al het werk hunner
handen, zo zal Mijn grimmigheid aangestoken worden, tegen
deze plaats, en niet uitgeblust worden.
18. Maar tot den koning van Juda, die u gezonden heeft, om den
HEERE te vragen, alzo zult gij tot hem zeggen: Zo zegt de
HEERE, de God Israels: Aangaande de woorden, die gij
gehoord hebt;
19. Omdat uw hart week geworden is, en gij u voor het aangezicht
des HEEREN vernederd hebt, als gij hoordet, wat Ik gesproken
heb tegen deze plaats en derzelver inwoners, dat zij tot een
verwoesting en vloek zullen worden, en dat gij uw klederen
gescheurd en voor Mijn aangezicht geweend hebt; zo heb Ik [u]
ook verhoord, spreekt de HEERE.
20. Daarom zie, Ik zal u verzamelen tot uw vaderen, en gij zult met
vrede in uw graf verzameld worden, en uw ogen zullen al het
kwaad niet zien, dat Ik over deze plaats brengen zal. En zij
brachten den koning het antwoord weder.


1275
2. Koningen
Hoofdstuk 23
1. Toen zond de koning henen, en tot hem verzamelden al die
oudsten van Juda en Jeruzalem.
2. En de koning ging op in het huis des HEEREN, en met hem alle
man van Juda, en alle inwoners van Jeruzalem, en de priesters
en de profeten, en al het volk, van den minste tot den meeste; en
hij las voor hun oren al de woorden van het boek des verbonds,
dat in het huis des HEEREN gevonden was.
3. De koning nu stond aan den pilaar, en maakte een verbond voor
des HEEREN aangezicht, om den HEERE na te wandelen, en
Zijn geboden, en Zijn getuigenissen, en Zijn inzettingen met
ganser harte en met ganser ziele te houden, bevestigende de
woorden dezes verbonds, die in dit boek geschreven zijn. En het
ganse volk stond in dit verbond.
4. En de koning gebood den hogepriester Hilkia, en den priesteren
der tweede ordening, en den dorpelbewaarders, dat zij uit den
tempel des HEEREN alle gereedschap, dat voor Baal, en voor
het [beeld] [van] [het] bos, en voor al het heir des hemels
gemaakt was, uitbrengen zouden; en hij verbrandde dat buiten
Jeruzalem in de velden van Kidron, en liet het stof daarvan naar
Beth-el dragen.
5. Daartoe schafte hij de Chemarim af, die de koningen van Juda
gesteld hadden, opdat men roken zou op de hoogten, in de
steden van Juda, en rondom Jeruzalem, mitsgaders, die voor
1276
Baal, de zon, en de maan, en de [andere] planeten, en al het heir
des hemels rookten.
6. Hij bracht ook het [beeld] [van] [het] bos uit het huis des
HEEREN weg, buiten Jeruzalem, tot de beek Kidron, en
verbrandde het aan de beek Kidron, en vergruisde het tot stof; en
hij wierp het stof daarvan op de graven der kinderen des volks.
7. Daartoe brak hij de huizen der schandjongens af, die aan het huis
des HEEREN waren, alwaar de vrouwen huisjes voor het
[beeld] [van] [het] bos weefden.
8. En hij bracht al de priesters uit de steden van Juda, en
verontreinigde de hoogten, alwaar die priesters gerookt hadden,
van Geba af tot Ber-seba toe; en hij brak de hoogten der poorten
af, [ook] die aan de deur der poort van Jozua, den overste der
stad, was, welke aan iemands linkerhand was, in de stadspoort
[gaande].
9. Doch de priesters der hoogten offerden niet op het altaar des
HEEREN te Jeruzalem; maar zij aten ongezuurde [broden] in
het midden van hun broederen.
10. Hij verontreinigde ook Thofeth, dat in het dal der kinderen van
Hinnom is, opdat niemand zijn zoon of zijn dochter voor den
Molech door het vuur deed gaan.
11. En hij schafte de paarden af, die de koningen van Juda voor de
zon gesteld hadden, van den ingang van het huis des HEEREN,
tot de kamer van Nathanmelech, den hoveling, die in Parvarim
was; en de wagenen der zon verbrandde hij met vuur.
12. Verder de altaren die op het dak der opperzaal van Achaz waren,
die de koningen van Juda gemaakt hadden, mitsgaders de
altaren, die Manasse in de twee voorhoven van het huis des
1277
HEEREN gemaakt had, brak de koning af; en hij verbrijzelde ze
van daar, en wierp het stof daarvan in de beek Kidron.
13. De hoogten ook, die vooraan Jeruzalem waren, dewelke waren
ter rechterhand van den berg Mashith, die Salomo, de koning
van Israel, voor Astoreth, het verfoeisel der Sidoniers, en voor
Kamos, het verfoeisel der Moabieten, en voor Milchom, den
gruwel der kinderen Ammons, gebouwd had, verontreinigde de
koning.
14. Insgelijks brak hij de opgerichte beelden, en roeide de bossen
uit; en hij vervulde hun plaats met mensenbeenderen.
15. Daartoe ook het altaar, dat te Beth-el was, [en] de hoogte, die
Jerobeam, de zoon van Nebat, dewelke Israel zondigen deed,
gemaakt had; te zamen dat altaar en die hoogte brak hij af; ja, hij
verbrandde de hoogte, hij vergruisde ze tot stof, en hij
verbrandde het bos.
16. En als Josia zich omkeerde, zag hij de graven, die daar op den
berg waren, en zond henen, en nam de beenderen uit de graven,
en verbrandde ze op dat altaar, en verontreinigde dat; naar het
woord des HEEREN, dat de man Gods uitgeroepen had, die
deze woorden uitriep.
17. Verder zeide hij: Wat is dat voor een grafteken, dat ik zie? En de
lieden der stad zeiden tot hem: Het is het graf van den man
Gods, die uit Juda kwam, en deze dingen, die gij tegen dit altaar
van Beth-el gedaan hebt, uitgeroepen heeft.
18. En hij zeide: Laat hem liggen, dat niemand zijn beenderen
verroere. Zo bevrijdden zij zijn beenderen, met de beenderen
van den profeet, die uit Samaria gekomen was.
19. Daartoe nam Josia ook weg al de huizen der hoogten, die in de
1278
steden van Samaria waren, die de koningen van Israel gemaakt
hadden, om [den] HEERE tot toorn te verwekken; en hij deed
dezelve naar al de daden, die hij te Beth-el gedaan had.
20. En hij slachtte al de priesteren der hoogten, die daar waren, op
de altaren, en verbrandde mensenbeenderen op dezelve. Daarna
keerde hij weder naar Jeruzalem.
21. En de koning gebood het ganse volk, zeggende: Houdt den
HEERE, uw God, pascha, gelijk in dit boek des verbonds
geschreven is.
22. Want gelijk dit pascha was er geen gehouden, van de dagen der
richteren af, die Israel gericht hadden, noch in al de dagen der
koningen van Israel, noch der koningen van Juda.
23. Maar in het achttiende jaar van den koning Josia, werd dit
pascha den HEERE te Jeruzalem gehouden.
24. En ook deed Josia weg de waarzeggers, en de
duivelskunstenaars, en de terafim, en de drekgoden, en alle
verfoeiselen, die in het land van Juda en in Jeruzalem gezien
werden; opdat hij bevestigde de woorden der wet, die
geschreven waren in het boek, dat de priester Hilkia in het huis
des HEEREN gevonden had.
25. En voor hem was geen koning zijns gelijke, die zich tot den
HEERE, met zijn ganse hart, en met zijn ganse ziel, en met zijn
ganse kracht, naar al de wet van Mozes, bekeerd had; en na hem
stond zijns gelijke niet op.
26. Nochtans keerde zich de HEERE van den brand Zijns groten
toorns niet af, waarmede Zijn toorn brandde tegen Juda, om al
de tergingen, waarmede Manasse Hem getergd had.
27. En de HEERE zeide: Ik zal Juda ook van Mijn aangezicht
1279
wegdoen, gelijk als Ik Israel weggedaan heb; en Ik zal deze stad
Jeruzalem verwerpen, die Ik verkoren heb, en het huis, waarvan
Ik gezegd heb: Mijn Naam zal daar wezen.
28. Het overige nu der geschiedenissen van Josia, en al wat hij
gedaan heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken
der koningen van Juda?
29. In zijn dagen toog Farao Necho, de koning van Egypte, op tegen
den koning van Assyrie, naar de rivier Frath; en de koning Josia
toog hem tegemoet, en hij doodde hem te Megiddo, als hij hem
gezien had.
30. En zijn knechten voerden hem dood op een wagen van Megiddo,
en brachten hem te Jeruzalem, en begroeven hem in zijn graf; en
het volk des lands nam Joahaz, den zoon Josia, en zalfden hem,
en maakten hem koning in zijns vaders plaats.
31. Drie en twintig jaren was Joahaz oud, toen hij koning werd, en
hij regeerde drie maanden te Jeruzalem; en de naam zijner
moeder was Hamutal, de dochter van Jeremia, van Libna.
32. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles,
wat zijn vaderen gedaan hadden.
33. Doch Farao Necho liet hem binden te Ribla in het land van
Hamath, opdat hij te Jeruzalem niet regeren zou; en hij leide het
land een boete op van honderd talenten zilvers en een talent
gouds.
34. Ook maakte Farao Necho Eljakim, den zoon van Josia, koning,
in de plaats van zijn vader Josia, en veranderde zijn naam in
Jojakim; maar Joahaz nam hij mede, en hij kwam in Egypte, en
stierf aldaar.
35. En Jojakim gaf dat zilver en dat goud aan Farao; doch hij schatte
1280
het land, om dat geld naar het bevel van Farao te geven; een
ieder naar zijn schatting eiste hij het zilver en goud af van het
volk des lands, om aan Farao Necho te geven.
36. Vijf en twintig jaren was Jojakim oud, toen hij koning werd, en
regeerde elf jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was
Zebudda, een dochter van Pedaja, van Ruma.
37. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles,
wat zijn vaders gedaan hadden.


1281
2. Koningen
Hoofdstuk 24
1. In zijn dagen toog Nebukadnezar, de koning van Babel, op, en
Jojakim werd zijn knecht drie jaren; daarna keerde hij zich om,
en rebelleerde tegen hem.
2. En de HEERE zond tegen hem de benden der Chaldeen, en de
benden der Syriers, en de benden der Moabieten, en de benden
der kinderen Ammons, en zond hen tegen Juda, om dat te
verderven, naar het woord des HEEREN, dat Hij gesproken had
door den dienst Zijner knechten, de profeten.
3. Zekerlijk geschiedde [dit] naar het bevel des HEEREN tegen
Juda, dat Hij hen van Zijn aangezicht wegdeed, om de zonden
van Manasse, naar alles, wat hij gedaan had;
4. Als ook [om] het onschuldig bloed, dat hij vergoten had, zodat
hij Jeruzalem met onschuldig bloed vervuld had; daarom wilde
de HEERE niet vergeven.
5. Het overige nu der geschiedenissen van Jojakim, en al wat hij
gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken
der koningen van Juda?
6. En Jojakim ontsliep met zijn vaderen; en zijn zoon Jojachin
werd koning in zijn plaats.
7. De koning nu van Egypte toog voortaan niet meer uit zijn land;
want de koning van Babel had, van de rivier van Egypte af tot
aan de rivier Frath, ingenomen al wat van den koning van
Egypte was.
1282
8. Jojachin was achttien jaren oud, toen hij koning werd, en
regeerde drie maanden te Jeruzalem; en de naam zijner moeder
was Nehusta, een dochter van Elnathan, van Jeruzalem.
9. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles,
wat zijn vader gedaan had.
10. Te dier tijd togen de knechten van Nebukadnezar, den koning
van Babel, naar Jeruzalem; en de stad werd belegerd.
11. Zelfs kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, tegen de stad,
als zijn knechten die belegerden.
12. Toen ging Jojachin, de koning van Juda, uit tot den koning van
Babel, hij, en zijn moeder, en zijn knechten, en zijn vorsten, en
zijn hovelingen; en de koning van Babel nam hem [gevangen] in
het achtste jaar zijner regering.
13. En hij bracht van daar uit al de schatten van het huis des
HEEREN, en de schatten van het huis des konings; en hij hieuw
alle gouden vaten af, die Salomo, de koning van Israel, in den
tempel des HEEREN gemaakt had, gelijk als de HEERE
gesproken had.
14. En hij voerde gans Jeruzalem weg, mitsgaders al de vorsten, en
alle strijdbare helden, tien duizend gevangen, en alle
timmerlieden en smeden; niemand werd overgelaten, dan het
arme volk des lands.
15. Zo voerde hij Jojachin weg naar Babel, mitsgaders des konings
moeder, en des konings vrouwen, en zijn hovelingen; daartoe de
machtigen des lands bracht hij gevankelijk van Jeruzalem naar
Babel;
16. En alle kloeke mannen tot zeven duizend, en timmerlieden en
smeden tot een duizend, [en] alle helden, die ten oorlog
1283
geoefend waren; dezen bracht de koning van Babel gevankelijk
naar Babel.
17. En de koning van Babel maakte Mattanja, deszelfs oom, koning
in plaats van hem, en veranderde zijn naam in Zedekia.
18. Zedekia was een en twintig jaren oud, als hij koning werd, en hij
regeerde elf jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was
Hamutal, een dochter van Jeremia, van Libna.
19. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles,
wat Jojakim gedaan had.
20. Want het geschiedde, om den toorn des HEEREN tegen
Jeruzalem en tegen Juda, totdat Hij hen van Zijn aangezicht
weggeworpen had. En Zedekia rebelleerde tegen den koning van
Babel.


1284
2. Koningen
Hoofdstuk 25
1. En het geschiedde in het negende jaar zijner regering, in de
tiende maand, op den tienden der maand, [dat] Nebukadnezar,
de koning van Babel, kwam tegen Jeruzalem, hij en zijn ganse
heir, en legerde zich tegen haar; en zij bouwden tegen haar
sterkten rondom.
2. Zo kwam de stad in belegering, tot in het elfde jaar van den
koning Zedekia.
3. Op den negenden der [vierde] maand, als de honger in de stad
sterk werd, en het volk des lands geen brood had,
4. Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden [vloden]
des nachts door den weg der poort, tussen de twee muren, die
aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad
rondom), en [de] [koning] trok [door] den weg des vlakken
velds.
5. Doch het heir der Chaldeen jaagde den koning na, en zij
achterhaalden hem in de vlakke velden van Jericho, en al zijn
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 2 - 30
  • Parts
  • Statenvertaling - 2 - 01
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 802
    58.3 of words are in the 2000 most common words
    75.1 of words are in the 5000 most common words
    82.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 02
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 787
    56.5 of words are in the 2000 most common words
    71.7 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 03
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 806
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 04
    Total number of words is 4378
    Total number of unique words is 808
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    65.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 05
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 910
    51.2 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 06
    Total number of words is 4519
    Total number of unique words is 936
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 07
    Total number of words is 4551
    Total number of unique words is 820
    54.4 of words are in the 2000 most common words
    70.4 of words are in the 5000 most common words
    76.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 08
    Total number of words is 4580
    Total number of unique words is 847
    57.4 of words are in the 2000 most common words
    72.0 of words are in the 5000 most common words
    79.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 09
    Total number of words is 4521
    Total number of unique words is 877
    57.0 of words are in the 2000 most common words
    72.5 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 10
    Total number of words is 4527
    Total number of unique words is 900
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 11
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 866
    54.8 of words are in the 2000 most common words
    70.3 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 12
    Total number of words is 4586
    Total number of unique words is 877
    53.8 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 13
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 784
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    76.3 of words are in the 5000 most common words
    83.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 14
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 809
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    71.6 of words are in the 5000 most common words
    77.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 15
    Total number of words is 4538
    Total number of unique words is 877
    53.7 of words are in the 2000 most common words
    72.7 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 16
    Total number of words is 4474
    Total number of unique words is 876
    55.6 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    76.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 17
    Total number of words is 4639
    Total number of unique words is 871
    57.8 of words are in the 2000 most common words
    74.8 of words are in the 5000 most common words
    80.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 18
    Total number of words is 4679
    Total number of unique words is 859
    57.3 of words are in the 2000 most common words
    73.2 of words are in the 5000 most common words
    79.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 19
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1024
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 20
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 866
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    76.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 21
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 791
    55.1 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 22
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 852
    56.6 of words are in the 2000 most common words
    72.4 of words are in the 5000 most common words
    78.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 23
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 769
    59.7 of words are in the 2000 most common words
    72.6 of words are in the 5000 most common words
    79.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 24
    Total number of words is 4658
    Total number of unique words is 835
    58.9 of words are in the 2000 most common words
    73.3 of words are in the 5000 most common words
    80.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 25
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 834
    58.8 of words are in the 2000 most common words
    74.5 of words are in the 5000 most common words
    81.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 26
    Total number of words is 4671
    Total number of unique words is 822
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    73.7 of words are in the 5000 most common words
    80.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 27
    Total number of words is 4554
    Total number of unique words is 767
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 28
    Total number of words is 4510
    Total number of unique words is 845
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    71.3 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 29
    Total number of words is 4472
    Total number of unique words is 838
    53.5 of words are in the 2000 most common words
    69.2 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 30
    Total number of words is 4281
    Total number of unique words is 1088
    29.3 of words are in the 2000 most common words
    38.6 of words are in the 5000 most common words
    44.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 31
    Total number of words is 4308
    Total number of unique words is 934
    35.0 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 32
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 1045
    45.9 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 33
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 906
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    63.2 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 34
    Total number of words is 4352
    Total number of unique words is 883
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    60.9 of words are in the 5000 most common words
    68.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 35
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 845
    53.0 of words are in the 2000 most common words
    69.3 of words are in the 5000 most common words
    75.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 36
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 893
    51.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 37
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 886
    53.1 of words are in the 2000 most common words
    70.2 of words are in the 5000 most common words
    77.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 38
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 853
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 39
    Total number of words is 4387
    Total number of unique words is 872
    51.6 of words are in the 2000 most common words
    67.9 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 40
    Total number of words is 4285
    Total number of unique words is 881
    46.6 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 41
    Total number of words is 4334
    Total number of unique words is 879
    49.4 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 42
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 973
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 43
    Total number of words is 4265
    Total number of unique words is 1012
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    66.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 44
    Total number of words is 4313
    Total number of unique words is 953
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    57.4 of words are in the 5000 most common words
    63.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 45
    Total number of words is 3955
    Total number of unique words is 718
    60.0 of words are in the 2000 most common words
    76.0 of words are in the 5000 most common words
    81.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.