Statenvertaling - 2 - 28

Total number of words is 4510
Total number of unique words is 845
55.2 of words are in the 2000 most common words
71.3 of words are in the 5000 most common words
78.2 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
zijn dagen niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van
Nebat, die Israel zondigen deed.
19. [Toen] kwam Pul, de koning van Assyrie, tegen het land; en
Menahem gaf aan Pul duizend talenten zilvers, opdat zijn hand
met hem zoude zijn, om het koninkrijk in zijn hand te sterken.
20. Menahem nu bracht dit geld op van Israel, van alle geweldigen
van vermogen, om den koning van Assyrie te geven, voor elk
man vijftig zilveren sikkels; alzo keerde de koning van Assyrie
weder, en bleef daar niet in het land.
21. Het overige nu der geschiedenissen van Menahem, en al wat hij
gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken
der koningen van Israel?
22. Daarna ontsliep Menahem met zijn vaderen; en zijn zoon
Pekahia werd koning in zijn plaats.
23. In het vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd
Pekahia, de zoon van Menahem, koning over Israel, [en]
[regeerde] twee jaren te Samaria.
24. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij week
niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die
Israel zondigen deed.
25. En Pekah, de zoon van Remalia, zijn hoofdman, maakte een
verbintenis tegen hem, en sloeg hem te Samaria, in het paleis
van het huis des konings, met Argob en met Arje, en met hem
vijftig mannen van de kinderen der Gileadieten; alzo doodde hij
hem, en werd koning in zijn plaats.
26. Het overige nu der geschiedenissen van Pekahia, en al wat hij
gedaan heeft, ziet, dat is geschreven in het boek der kronieken
der koningen van Israel.
1245
27. In het twee en vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda,
werd Pekah, de zoon van Remalia, koning over Israel, [en]
[regeerde] twintig jaren te Samaria.
28. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij week
niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die
Israel zondigen deed.
29. In de dagen Pekah, den koning van Israel, kwam Tiglath-pilezer,
de koning van Assyrie, en nam Ijon in, en Abel-beth-maacha, en
Janoah, en Kedes, en Hazor, en Gilead, en Galilea, het ganse
land van Nafthali; en hij voerde hen weg naar Assyrie.
30. En Hosea, de zoon van Ela, maakte een verbintenis tegen Pekah,
den zoon van Remalia, en sloeg hem, en doodde hem, en werd
koning in zijn plaats; in het twintigste jaar van Jotham, den zoon
van Uzzia.
31. Het overige nu der geschiedenissen van Pekah, en al wat hij
gedaan heeft, ziet, dat is geschreven in het boek der kronieken
der koningen van Israel.
32. In het tweede jaar van Pekah, den zoon van Remalia, den koning
van Israel, werd Jotham koning, de zoon van Uzzia, den koning
van Juda.
33. Vijf en twintig jaren was hij oud, als hij koning werd, en
regeerde zestien jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder
was Jerusa, de dochter van Zadok.
34. En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN; naar alles,
wat zijn vader Uzzia gedaan had, deed hij.
35. Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk
offerde en rookte nog op de hoogten; dezelve bouwde de hoge
poort aan het huis des HEEREN.
1246
36. Het overige nu der geschiedenissen van Jotham, en al wat hij
gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken
der koningen van Juda?
37. In die dagen begon de HEERE in Juda te zenden Rezin, den
koning van Syrie, en Pekah, den zoon van Remalia.
38. En Jotham ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn
vaderen in de stad van zijn vader David; en zijn zoon Achaz
werd koning in zijn plaats.


1247
2. Koningen
Hoofdstuk 16
1. In het zeventiende jaar van Pekah, den zoon van Remalia, werd
Achaz koning, de zoon van Jotham, den koning van Juda.
2. Twintig jaren was Achaz oud, toen hij koning werd, en hij
regeerde zestien jaren te Jeruzalem; en hij deed niet dat recht
was in de ogen des HEEREN zijns Gods, als zijn vader David.
3. Want hij wandelde in den weg der koningen van Israel; ja, hij
deed ook zijn zoon door het vuur gaan, naar de gruwelen der
heidenen, die de HEERE voor de kinderen Israels verdreven
had.
4. Hij offerde ook en rookte op de hoogten en op de heuvelen, ook
onder alle groen geboomte.
5. Toen toog Rezin, de koning van Syrie, op, met Pekah, den zoon
van Remalia, den koning van Israel, naar Jeruzalem ten strijde;
en zij belegerden Achaz, maar zij vermochten niet met strijden.
6. Te dierzelfder tijd bracht Rezin, de koning van Syrie, Elath
weder aan Syrie, en wierp de Joden uit Elath; en de Syriers
kwamen te Elath, en hebben daar gewoond tot op dezen dag.
7. Achaz nu zond boden tot Tiglath-pilezer, den koning van
Assyrie, zeggende: Ik ben uw knecht en uw zoon; kom op, en
verlos mij uit de hand van den koning van Syrie, en uit de hand
van den koning van Israel, die zich tegen mij opmaken.
8. En Achaz nam het zilver en het goud, dat in het huis des
HEEREN, en in de schatten van het huis des konings gevonden
1248
werd, en hij zond den koning van Assyrie een geschenk.
9. Zo hoorde de koning van Assyrie naar hem; want de koning van
Assyrie toog op tegen Damaskus, en nam haar in, en voerde hen
gevankelijk naar Kir, en hij doodde Rezin.
10. Toen toog de koning Achaz Tiglath-pilezer, den koning van
Assyrie, tegemoet, naar Damaskus; en gezien hebbende een
altaar, dat te Damaskus was, zo zond de koning Achaz aan den
priester Uria de gelijkenis van het altaar, en zijn afbeelding, naar
zijn ganse maaksel.
11. En Uria, de priester, bouwde een altaar, naar alles, wat de
koning Achaz van Damaskus ontboden had; alzo deed de
priester Uria, tegen dat de koning Achaz van Damaskus kwam.
12. Als nu de koning van Damaskus gekomen was, zag de koning
het altaar en de koning naderde tot het altaar, en offerde daarop.
13. En hij stak zijn brandoffer aan, en zijn spijsoffer, en goot zijn
drankoffer en sprengde het bloed zijner dankofferen op dat
altaar.
14. Maar het koperen altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN
was, dat bracht hij van het voorste deel van het huis, van tussen
[zijn] altaar, en van tussen het huis des HEEREN, en hij zette
het aan de zijde [zijns] altaars noordwaarts.
15. En de koning Achaz gebood Uria, den priester, zeggende: Steek
op het grote altaar aan het morgenbrandoffer, en het
avondspijsoffer, en des konings brandoffer, en zijn spijsoffer, en
het brandoffer van al het volk des lands, en hun spijsoffer, en
hun drankofferen; en spreng daarop al het bloed des brandoffers,
en al het bloed des slachtoffers; maar het koperen altaar zal mij
zijn, om te onderzoeken.
1249
16. En Uria, de priester, deed naar alles, wat de koning Achaz
geboden had.
17. En de koning Achaz sneed de lijsten der stellingen af, en nam
die van boven het wasvat weg, en deed de zee af van de koperen
runderen, die daaronder waren; en hij zette die op een stenen
vloer.
18. Daartoe het deksel des sabbats, dat zij in het huis gebouwd
hadden, en den buitensten ingang des konings nam hij weg van
het huis des HEEREN, vanwege den koning van Assyrie.
19. Het overige nu der geschiedenissen van Achaz, wat hij gedaan
heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der
koningen van Juda?
20. En Achaz ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn
vaderen, in de stad Davids; en Hizkia, zijn zoon, werd koning in
zijn plaats.


1250
2. Koningen
Hoofdstuk 17
1. In het twaalfde jaar van Achaz, den koning van Juda, werd
Hosea, de zoon van Ela, koning over Israel te Samaria, [en]
[regeerde] negen jaren.
2. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; evenwel
niet, als de koningen van Israel, die voor hem geweest waren.
3. Tegen hem toog op Salmaneser, koning van Assyrie; en Hosea
werd zijn knecht, dat hij hem een geschenk gaf.
4. Maar de koning van Assyrie bevond een verbintenis in Hosea,
dat hij tot So, den koning van Egypte, boden gezonden had, en
het geschenk aan den koning van Assyrie niet als te voren van
jaar tot jaar opbracht; zo besloot hem de koning van Assyrie, en
bond hem in het gevangenhuis.
5. Want de koning van Assyrie toog op in het ganse land; ja, hij
kwam op naar Samaria, en hij belegerde haar drie jaren.
6. In het negende jaar van Hosea, nam de koning van Assyrie
Samaria in, en voerde Israel weg in Assyrie, en deed ze wonen
in Halah, en in Habor, aan de rivier Gozan, en in de steden der
Meden.
7. Want het was geschied, dat de kinderen Israels gezondigd
hadden tegen den HEERE, hun God, Die hen uit Egypteland
opgebracht had, van onder de hand van Farao, den koning van
Egypte; en hadden andere goden gevreesd;
8. En hadden gewandeld in de inzettingen der heidenen, die de
1251
HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdreven had,
en der koningen van Israel, die ze gemaakt hadden.
9. En de kinderen Israels hadden de zaken, die niet recht zijn, tegen
den HEERE, hun God, bemanteld; en hadden zich hoogten
gebouwd in al hun steden, van den wachttoren af tot de vaste
steden toe.
10. En zij hadden zich staande beelden opgericht en bossen, op allen
hogen heuvel en onder alle groen geboomte.
11. En zij hadden daar gerookt op alle hoogten, gelijk de heidenen,
die de HEERE van hun aangezichten weggevoerd had; en zij
hadden kwade dingen gedaan, om den HEERE tot toorn te
verwekken.
12. En zij hadden de drekgoden gediend, waarvan de HEERE tot
hen gezegd had: Gij zult deze zaak niet doen.
13. Als nu de HEERE tegen Israel en tegen Juda, door den dienst
van alle profeten, van alle zieners, betuigd had, zeggende:
Bekeert u van uw boze wegen en houdt Mijn geboden, [en] Mijn
inzettingen, naar al de wet, die Ik uw vaderen geboden heb, en
die Ik tot u door de hand van Mijn knechten, de profeten,
gezonden heb;
14. Zo hoorden zij niet, maar zij verhardden hun nek, gelijk de nek
hunner vaderen geweest was, die aan den HEERE, hun God, niet
geloofd hadden.
15. Daartoe verwierpen zij Zijn inzettingen, en Zijn verbond, dat Hij
met hun vaderen gemaakt had, en Zijn getuigenissen, die Hij
tegen hen betuigd had, en wandelden de ijdelheid na, dat zij ijdel
werden, en achter de heidenen, die rondom hen waren, van
dewelke de HEERE hun geboden had, dat zij niet zouden doen
1252
gelijk die.
16. Ja, zij verlieten al de geboden des HEEREN, huns Gods, en
maakten zich gegoten beelden, twee kalveren; en maakten
bossen, en bogen zich voor alle heir des hemels, en dienden
Baal.
17. Ook deden zij hun zonen en hun dochteren door het vuur gaan,
en gebruikten waarzeggerijen, en gaven op vogelgeschrei acht,
en verkochten zich, om te doen dat kwaad was in de ogen des
HEEREN, om Hem tot toorn te verwekken.
18. Daarom vertoornde zich de HEERE zeer over Israel, dat Hij hen
wegdeed van Zijn aangezicht; er bleef niets over, behalve de
stam van Juda alleen.
19. Zelfs hield Juda de geboden des HEEREN, huns Gods, niet;
maar zij wandelden in de inzettingen van Israel, die zij gemaakt
hadden.
20. Zo verwierp de HEERE het ganse zaad van Israel, en bedrukte
hen, en gaf ze in de hand der rovers, totdat Hij hen van Zijn
aangezicht weggeworpen had.
21. Want Hij scheurde Israel van het huis van David af, en zij
maakten Jerobeam, den zoon van Nebat, koning; en Jerobeam
dreef Israel af van achter den HEERE, en hij deed ze een grote
zonde zondigen.
22. Alzo wandelden de kinderen Israels in alle zonden van Jerobeam
die hij gedaan had; zij weken daarvan niet af;
23. Totdat de HEERE Israel van Zijn aangezicht wegdeed, gelijk als
Hij gesproken had door den dienst van al Zijn knechten, de
profeten; alzo werd Israel weggevoerd uit zijn land naar Assyrie,
tot op dezen dag.
1253
24. De koning nu van Assyrie bracht [volk] van Babel, en van
Chuta, en van Avva, en van Hamath, en Sefarvaim, en deed hen
wonen in de steden van Samaria, in de plaats der kinderen
Israels; en zij namen Samaria erfelijk in, en woonden in haar
steden.
25. En het geschiedde in het begin hunner woning aldaar, dat zij den
HEERE niet vreesden; zo zond de HEERE leeuwen onder hen,
die [enigen] van hen doodden.
26. Daarom spraken zij tot den koning van Assyrie, zeggende: De
volken, die gij vervoerd hebt, en hebt doen wonen in de steden
van Samaria, weten de wijze des Gods van het land niet; daarom
heeft Hij leeuwen onder hen gezonden, en ziet, zij doden hen,
dewijl zij niet weten de wijze des Gods van het land.
27. Toen gebood de koning van Assyrie, zeggende: Brengt een der
priesteren daarheen, die gijlieden van daar weggevoerd hebt, dat
zij henentrekken, en wonen aldaar; en dat hij hun lere de wijze
des Gods van het land.
28. Zo kwam een uit de priesteren, die zij van Samaria weggevoerd
hadden, en woonde te Beth-el; en hij leerde hun, hoe zij den
HEERE vrezen zouden.
29. Maar elk volk maakte zijn goden; en zij stelden ze in de huizen
der hoogten, die de Samaritanen gemaakt hadden, elk volk in
hun steden, waarin zij woonachtig waren.
30. Want de lieden van Babel maakten Sukkoth Benoth, en de lieden
van Chut maakten Nergal, en de lieden van Hamath maakten
Asima,
31. En de Avieten maakten Nibhaz en Tartak, en de Sefarvieten
verbrandden hun zonen voor Adramelech en Anamelech, de
1254
goden van Sefarvaim, met vuur.
32. Ook vreesden zij den HEERE, en maakten zich van hun
geringsten priesteren der hoogten, dewelke voor hen [dienst]
deden in de huizen der hoogten.
33. Zij vreesden den HEERE, en dienden [ook] hun goden, naar de
wijze der volken, van dewelke zij die weggevoerd hadden.
34. Tot op dezen dag toe doen die naar de eerste wijzen; zij vrezen
den HEERE niet, en zij doen niet naar hun inzettingen, en naar
hun rechten, en naar de wet, en naar het gebod, dat de HEERE
geboden heeft aan de kinderen van Jakob, dien Hij den naam
Israel gaf.
35. Nochtans had de HEERE een verbond met hen gemaakt, en had
hun geboden, zeggende: Gij zult geen andere goden vrezen,
noch u voor hen nederbuigen, noch hen dienen, noch hun
offerande doen.
36. Maar den HEERE, Die u uit Egypteland met grote kracht en met
een uitgestrekten arm opgevoerd heeft, Dien zult gij vrezen, en
voor Hem zult gij u buigen, en Hem zult gij offerande doen;
37. En de inzettingen, en de rechten, en de wet, en het gebod, die Hij
u geschreven heeft, zult gij waarnemen te doen te allen dag; en
gij zult andere goden niet vrezen.
38. En het verbond, dat Ik met u gemaakt heb, zult gij niet vergeten;
en gij zult andere goden niet vrezen.
39. Maar den HEERE, uw God, zult gij vrezen; en Hij zal u redden
uit de hand van al uw vijanden.
40. Doch zij hoorden niet, maar zij deden naar hun eerste wijze.
41. Maar deze volken vreesden den HEERE, en dienden hun
gesneden beelden; ook doen hun kinderen en hun kindskinderen,
1255
gelijk als hun vaders gedaan hebben, tot op dezen dag.


1256
2. Koningen
Hoofdstuk 18
1. Het geschiedde nu in het derde jaar van Hosea, den zoon van
Ela, den koning van Israel, [dat] Hizkia koning werd, de zoon
van Achaz, koning van Juda.
2. Vijf en twintig jaren was hij oud, toen hij koning werd, en hij
regeerde negen en twintig jaren te Jeruzalem, en de naam zijner
moeder was Abi, een dochter van Zacharia.
3. En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, naar alles,
wat zijn vader David gedaan had.
4. Hij nam de hoogten weg, en brak de opgerichte beelden, en
roeide de bossen uit; en hij verbrijzelde de koperen slang, die
Mozes gemaakt had, omdat de kinderen Israels tot die dagen toe
haar gerookt hadden; en hij noemde haar Nehustan.
5. Hij betrouwde op den HEERE, den God Israels, zodat na hem
zijns gelijke niet was onder alle koningen van Juda, noch die
voor hem geweest waren.
6. Want hij kleefde den HEERE aan; hij week niet van Hem na te
volgen, en hij hield Zijn geboden, die de HEERE aan Mozes
geboden had.
7. Zo was de HEERE met hem; overal, waar hij henen uittrok,
handelde hij kloekelijk; daartoe viel hij af van den koning van
Assyrie, dat hij hem niet diende.
8. Hij sloeg de Filistijnen tot Gaza toe, en haar landpalen, van den
wachttoren af tot de vaste steden toe.
1257
9. Het geschiedde nu in het vierde jaar van den koning Hizkia
(hetwelk was het zevende jaar van Hosea, den zoon van Ela, den
koning van Israel) dat Salmaneser, de koning van Assyrie,
opkwam tegen Samaria, en haar belegerde.
10. En zij namen haar in ten einde van drie jaren, in het zesde jaar
van Hizkia; het was het negende jaar van Hosea, den koning van
Israel, als Samaria ingenomen werd.
11. En de koning van Assyrie voerde Israel weg naar Assyrie, en
deed hen leiden in Halah, en in Habor, bij de rivier Gozan, en in
de steden der Meden.
12. Daarom dat zij de stem des HEEREN, huns Gods, niet waren
gehoorzaam geweest, maar Zijn verbond overtreden hadden;
[en] al wat Mozes, de knecht des HEEREN, geboden had, dat
hadden zij niet gehoord, noch gedaan.
13. Maar in het veertiende jaar van den koning Hizkia kwam
Sanherib, de koning van Assyrie, op tegen alle vaste steden van
Juda, en nam ze in.
14. Toen zond Hizkia, de koning van Juda, tot den koning van
Assyrie, naar Lachis, zeggende: Ik heb gezondigd, keer af van
mij, wat gij mij opleggen zult, zal ik dragen. Toen leide de
koning van Assyrie Hizkia, den koning van Juda, driehonderd
talenten zilvers, en dertig talenten gouds op.
15. Alzo gaf Hizkia al het zilver, dat gevonden werd in het huis des
HEEREN, en in de schatten van het huis des konings.
16. Te dier tijd sneed Hizkia [het] [goud] af van de deuren van den
tempel des HEEREN, en van de posten, die Hizkia, de koning
van Juda, had laten overtrekken, en gaf dat aan de koning van
Assyrie.
1258
17. Evenwel zond de koning van Assyrie Tartan, en Rabsaris, en
Rabsake, van Lachis tot den koning Hizkia, met een zwaar heir
naar Jeruzalem; en zij togen op, en kwamen naar Jeruzalem. En
als zij optogen en gekomen waren, bleven zij staan bij den
watergang des oppersten vijvers, welke is bij den hogen weg van
het veld des vollers.
18. En zij riepen tot den koning; zo ging tot hen uit Eljakim, de zoon
van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de
zoon van Asaf, de kanselier.
19. En Rabsake zeide tot hen: Zegt nu tot Hizkia: Zo zegt de grote
koning, de koning van Assyrie: Wat vertrouwen is dit,
waarmede gij vertrouwt?
20. Gij zegt (doch het is een woord der lippen): Er is raad en macht
tot den oorlog; op wien vertrouwt gij nu, dat gij tegen mij
rebelleert?
21. Zie nu, vertrouwt gij u op dien gebroken rietstaf, op Egypte, op
denwelken zo iemand leunt, zo zal hij in zijn hand gaan, en die
doorboren; alzo is Farao, de koning van Egypte, al dengenen,
die op hem vertrouwen.
22. Maar zo gij tot mij zegt: Wij vertrouwen op den HEERE, onzen
God; is Hij die niet, Wiens hoogten en Wiens altaren Hizkia
weggenomen heeft, en tot Juda en tot Jeruzalem gezegd heeft:
Voor dit altaar zult gij u buigen te Jeruzalem?
23. Nu dan, wed toch met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik
zal u twee duizend paarden geven, zo gij voor u de ruiters
daarop zult kunnen geven.
24. Hoe zoudt gij dan het aangezicht van een enigen vorst van de
geringste knechten mijns heren afkeren? Maar gij vertrouwt op
1259
Egypte, om de wagenen en om de ruiteren.
25. Nu, ben ik zonder den HEERE opgetogen tegen deze plaats, om
die te verderven? De HEERE heeft tot mij gezegd: Trek op
tegen dat land, en verderf het.
26. Toen zeide Eljakim, de zoon van Hilkia, en Sebna, en Joah tot
Rabsake: Spreek toch tot uw knechten in het Syrisch, want wij
verstaan het [wel]; en spreek met ons niet in het Joods, voor de
oren des volks, dat op den muur is.
27. Maar Rabsake zeide tot hen: Heeft mijn heer mij tot uw heer en
tot u gezonden, om deze woorden te spreken? Is het niet tot de
mannen, die op den muur zitten, dat zij met ulieden hun drek
eten, en hun water drinken zullen?
28. Alzo stond Rabsake, en riep met luider stem in het Joods; en hij
sprak en zeide: Hoort het woord des groten konings, des konings
van Assyrie!
29. Zo zegt de koning: Dat Hizkia u niet bedriege: want hij zal u niet
kunnen redden uit zijn hand.
30. Daartoe dat Hizkia u niet doe vertrouwen op den HEERE,
zeggende: De HEERE zal ons zekerlijk redden, en deze stad zal
niet in de hand van den koning van Assyrie gegeven worden.
31. Hoort naar Hizkia niet; want zo zegt de koning van Assyrie:
Handelt met mij door een geschenk, en komt tot mij uit, en eet,
een ieder [van] zijn wijnstok, en een ieder [van] zijn vijgeboom;
en drinkt een ieder het water zijns bornputs;
32. Totdat ik kom, en u haal in een land, als ulieder land, een land
van koren en van most, een land van brood en van wijngaarden,
een land van olijven, van olie en van honig; zo zult gij leven en
niet sterven; en hoort niet naar Hizkia, want hij hitst u op,
1260
zeggende: De HEERE zal ons redden.
33. Hebben de goden der volken, ieder zijn land, enigszins gered uit
de hand van den koning van Assyrie?
34. Waar zijn de goden van Hamath, en van Arpad? Waar zijn de
goden van Sefarvaim, Hena en Ivva? Ja, hebben zij Samaria uit
mijn hand gered?
35. Welke zijn ze onder alle goden der landen, die hun land uit mijn
hand gered hebben, dat de HEERE Jeruzalem uit mijn hand
redden zou?
36. Doch het volk zweeg stil en antwoordde hem niet een woord;
want het gebod des konings was, zeggende: Gij zult hem niet
antwoorden.
37. Toen kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en
Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot
Hizkia, met gescheurde klederen; en zij gaven hem de woorden
van Rabsake te kennen.


1261
2. Koningen
Hoofdstuk 19
1. En het geschiedde, als de koning Hizkia [dat] hoorde, zo
scheurde hij zijn klederen, en bedekte zich met een zak, en ging
in het huis des HEEREN.
2. Daarna zond hij Eljakim, den hofmeester, en Sebna, den
schrijver, en de oudsten der priesteren, met zakken bedekt, tot
Jesaja, den profeet, den zoon van Amoz;
3. En zij zeiden tot hem: Alzo zegt Hizkia: Deze dag is een dag der
benauwdheid, en der schelding, en der lastering; want de
kinderen zijn gekomen tot aan de geboorte, en er is geen kracht
om te baren.
4. Misschien zal de HEERE, uw God, horen al de woorden van
Rabsake, denwelken zijn heer, de koning van Assyrie, gezonden
heeft, om den levenden God te honen, en te schelden, met
woorden, die de HEERE, uw God, gehoord heeft; hef dan een
gebed op voor het overblijfsel, dat gevonden wordt.
5. En de knechten van den koning Hizkia kwamen tot Jesaja.
6. En Jesaja zeide tot hen: Zo zult gij tot uw heer zeggen: Zo zegt
de HEERE: Vrees niet voor de woorden, die gij gehoord hebt,
waarmede Mij de dienaars van den koning van Assyrie gelasterd
hebben.
7. Zie, Ik zal een geest in hem geven, dat hij een gerucht horen zal,
en weder in zijn land keren; en Ik zal hem door het zwaard in
zijn land vellen.
1262
8. Zo kwam Rabsake weder, en vond den koning van Assyrie,
strijdende tegen Libna; want hij had gehoord, dat hij van Lachis
vertrokken was.
9. Als hij nu hoorde van Tirhaka, den koning van Cusch, zeggen:
Ziet, hij is uitgetogen om tegen u te strijden, zond hij weder
boden tot Hizkia, zeggende:
10. Zo zult gij spreken tot Hizkia, den koning van Juda, zeggende:
Laat u uw God niet bedriegen, op welken gij vertrouwt,
zeggende: Jeruzalem zal in de hand des konings van Assyrie niet
gegeven worden.
11. Zie, gij hebt gehoord, wat de koningen van Assyrie aan alle
landen gedaan hebben, die verbannende; en zoudt gij gered
worden?
12. Hebben de goden der volken, die mijn vaders verdorven hebben,
dezelve gered, [als] Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen
van Eden, die in Telasser waren?
13. Waar is de koning van Hamath, en de koning van Arpad, en de
koning der stad Sefarvaim, Hena en Ivva?
14. Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand ontvangen, en die
gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN, en Hizkia
breidde die uit voor het aangezicht des HEEREN.
15. En Hizkia bad voor het aangezicht des HEEREN, en zeide: O
HEERE, God Israels, Die tussen de cherubim woont! Gij zelf,
Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde, Gij hebt
den hemel en de aarde gemaakt.
16. O, HEERE! neig Uw oor en hoor, doe, HEERE! Uw ogen open
en zie, en hoor de woorden van Sanherib, die dezen gezonden
heeft, om den levenden God te honen.
1263
17. Waarlijk, HEERE, hebben de koningen van Assyrie die
heidenen en hun land verwoest;
18. En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen
goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom
hebben zij die verdorven.
19. Nu dan, HEERE, onze God, verlos ons toch uit zijn hand; zo
zullen alle koninkrijken der aarde weten, dat Gij, HEERE, alleen
God zijt.
20. Toen zond Jesaja, de zoon van Amoz, tot Hizkia, zeggende: Zo
spreekt de HEERE, de God Israels: Dat gij tot Mij gebeden hebt
tegen Sanherib, den koning van Assyrie, heb Ik gehoord.
21. Dit is het woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De
jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u, de
dochter van Jeruzalem schudt het hoofd achter u.
22. Wien hebt gij gehoond en gelasterd? en tegen Wien hebt gij de
stem verheven, en uw ogen omhoog opgeheven? Tegen den
Heilige Israels!
23. Door middel uwer boden hebt gij den HEERE gehoond, en
gezegd: Ik heb met de menigte mijner wagenen beklommen de
hoogten der bergen, de zijden van den Libanon; en ik zal zijn
hoge cederbomen, en zijn uitgelezen dennebomen afhouwen; en
zal komen in zijn uiterste herberg, in het woud zijns schonen
velds.
24. Ik heb gegraven en heb gedronken vreemde wateren; en ik heb
met mijn voetzolen alle rivieren der belegerde plaatsen
verdroogd.
25. Hebt gij niet gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan heb en
dat van oude dagen af geformeerd heb? Nu heb Ik dat doen
1264
komen, dat gij zoudt zijn, om de vaste steden te verstoren tot
woeste hopen.
26. Daarom waren haar inwoners handeloos; zij waren verslagen en
beschaamd; zij waren [als] het gras des velds, en de groene
grasscheutjes, het hooi der daken, en het brandkoren, eer het
over einde staat.
27. Maar Ik weet uw zitten, en uw uitgaan, en uw inkomen, en uw
woeden tegen Mij.
28. Om uw woeden tegen Mij, en dat uw woeling voor Mijn oren
opgekomen is, zo zal Ik Mijn haak in uw neus leggen, en Mijn
gebit in uw lippen, en Ik zal u doen wederkeren door dien weg,
door denwelken gij gekomen zijt.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 2 - 29
  • Parts
  • Statenvertaling - 2 - 01
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 802
    58.3 of words are in the 2000 most common words
    75.1 of words are in the 5000 most common words
    82.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 02
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 787
    56.5 of words are in the 2000 most common words
    71.7 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 03
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 806
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 04
    Total number of words is 4378
    Total number of unique words is 808
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    65.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 05
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 910
    51.2 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 06
    Total number of words is 4519
    Total number of unique words is 936
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 07
    Total number of words is 4551
    Total number of unique words is 820
    54.4 of words are in the 2000 most common words
    70.4 of words are in the 5000 most common words
    76.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 08
    Total number of words is 4580
    Total number of unique words is 847
    57.4 of words are in the 2000 most common words
    72.0 of words are in the 5000 most common words
    79.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 09
    Total number of words is 4521
    Total number of unique words is 877
    57.0 of words are in the 2000 most common words
    72.5 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 10
    Total number of words is 4527
    Total number of unique words is 900
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 11
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 866
    54.8 of words are in the 2000 most common words
    70.3 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 12
    Total number of words is 4586
    Total number of unique words is 877
    53.8 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 13
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 784
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    76.3 of words are in the 5000 most common words
    83.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 14
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 809
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    71.6 of words are in the 5000 most common words
    77.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 15
    Total number of words is 4538
    Total number of unique words is 877
    53.7 of words are in the 2000 most common words
    72.7 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 16
    Total number of words is 4474
    Total number of unique words is 876
    55.6 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    76.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 17
    Total number of words is 4639
    Total number of unique words is 871
    57.8 of words are in the 2000 most common words
    74.8 of words are in the 5000 most common words
    80.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 18
    Total number of words is 4679
    Total number of unique words is 859
    57.3 of words are in the 2000 most common words
    73.2 of words are in the 5000 most common words
    79.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 19
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1024
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 20
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 866
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    76.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 21
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 791
    55.1 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 22
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 852
    56.6 of words are in the 2000 most common words
    72.4 of words are in the 5000 most common words
    78.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 23
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 769
    59.7 of words are in the 2000 most common words
    72.6 of words are in the 5000 most common words
    79.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 24
    Total number of words is 4658
    Total number of unique words is 835
    58.9 of words are in the 2000 most common words
    73.3 of words are in the 5000 most common words
    80.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 25
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 834
    58.8 of words are in the 2000 most common words
    74.5 of words are in the 5000 most common words
    81.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 26
    Total number of words is 4671
    Total number of unique words is 822
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    73.7 of words are in the 5000 most common words
    80.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 27
    Total number of words is 4554
    Total number of unique words is 767
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 28
    Total number of words is 4510
    Total number of unique words is 845
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    71.3 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 29
    Total number of words is 4472
    Total number of unique words is 838
    53.5 of words are in the 2000 most common words
    69.2 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 30
    Total number of words is 4281
    Total number of unique words is 1088
    29.3 of words are in the 2000 most common words
    38.6 of words are in the 5000 most common words
    44.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 31
    Total number of words is 4308
    Total number of unique words is 934
    35.0 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 32
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 1045
    45.9 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 33
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 906
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    63.2 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 34
    Total number of words is 4352
    Total number of unique words is 883
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    60.9 of words are in the 5000 most common words
    68.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 35
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 845
    53.0 of words are in the 2000 most common words
    69.3 of words are in the 5000 most common words
    75.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 36
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 893
    51.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 37
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 886
    53.1 of words are in the 2000 most common words
    70.2 of words are in the 5000 most common words
    77.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 38
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 853
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 39
    Total number of words is 4387
    Total number of unique words is 872
    51.6 of words are in the 2000 most common words
    67.9 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 40
    Total number of words is 4285
    Total number of unique words is 881
    46.6 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 41
    Total number of words is 4334
    Total number of unique words is 879
    49.4 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 42
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 973
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 43
    Total number of words is 4265
    Total number of unique words is 1012
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    66.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 44
    Total number of words is 4313
    Total number of unique words is 953
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    57.4 of words are in the 5000 most common words
    63.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 45
    Total number of words is 3955
    Total number of unique words is 718
    60.0 of words are in the 2000 most common words
    76.0 of words are in the 5000 most common words
    81.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.