Statenvertaling - 2 - 40

Total number of words is 4285
Total number of unique words is 881
46.6 of words are in the 2000 most common words
60.8 of words are in the 5000 most common words
67.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
stampte hij, [die] vergruizende, en al de zonnebeelden hieuw hij
af in het ganse land van Israel; daarna keerde hij weder naar
Jeruzalem.
1494
8. In het achttiende jaar nu zijner regering, als hij het land en het
huis gereinigd had, zond hij Safan, den zoon van Azalia, en
Maaseja, den overste der stad, en Joha, den zoon van Joahaz,
den kanselier, om het huis des HEEREN, zijns Gods, te
verbeteren.
9. En zij kwamen tot Hilkia, den hogepriester, en zij gaven het
geld, dat ten huize Gods gebracht was, hetwelk de Levieten, die
den dorpel bewaarden, vergaderd hadden uit de hand van
Manasse en Efraim, en uit het ganse overblijfsel van Israel, en
uit gans Juda en Benjamin, en te Jeruzalem wedergekomen
waren;
10. Zij nu gaven het in de hand der verzorgers van het werk, die
besteld waren over het huis des HEEREN, en [deze] gaven dat
dengenen, die het werk deden, die arbeidden aan het huis des
HEEREN, om het huis te vermaken en te verbeteren.
11. Want zij gaven het den werkmeesters en den bouwlieden, om
gehouwen stenen te kopen, en hout tot de samenvoegingen, en
om de huizen te zolderen, die de koningen van Juda verdorven
hadden.
12. En die mannen handelden trouwelijk in dit werk; en de bestelden
over dezelve waren Jahath en Obadja, Levieten van de kinderen
van Merari, mitsgaders Zacharia en Mesullam, van de kinderen
der Kahathieten, om het werk voort te drijven; en die Levieten
waren allen verstandig op instrumenten van muziek.
13. Zij waren ook over de lastdragers, en de voortdrijvers van allen,
die in enig werk arbeidden; want uit de Levieten waren
schrijvers, en ambtlieden, en poortiers.
14. En als zij het geld uitnamen, dat in het huis des HEEREN
1495
gebracht was, vond de priester Hilkia het wetboek des
HEEREN, [gegeven] door de hand van Mozes.
15. En Hilkia antwoordde en zeide tot Safan, den schrijver: Ik heb
het wetboek gevonden in het huis des HEEREN. En Hilkia gaf
Safan dat boek.
16. En Safan droeg dat boek tot den koning; daarbenevens bracht hij
nog den koning bescheid weder, zeggende: Al wat in de hand
uwer knechten gegeven is, dat doen zij;
17. En zij hebben het geld samengestort, dat in het huis des
HEEREN gevonden is, en hebben het gegeven in de hand der
bestelden, en in de hand dergenen, die het werk maakten.
18. Voorts gaf Safan, de schrijver, den koning te kennen, zeggende:
Hilkia, de priester, heeft mij een boek gegeven. En Safan las
daarin voor het aangezicht des konings.
19. Het geschiedde nu, als de koning de woorden der wet hoorde,
dat hij zijn klederen scheurde.
20. En de koning gebood Hilkia, en Ahikam, den zoon van Safan, en
Abdon, den zoon van Micha, en Safan, den schrijver, en Asaja,
den knecht des konings, zeggende:
21. Gaat heen, vraagt den HEERE voor mij, en voor het
overgeblevene in Israel en in Juda, over de woorden dezes
boeks, dat gevonden is; want de grimmigheid des HEEREN is
groot, die over ons uitgegoten is, omdat onze vaders niet hebben
gehouden het woord des HEEREN, om te doen naar al hetgeen
in dat boek geschreven is.
22. Toen ging Hilkia henen, en die des konings waren, tot de
profetes Hulda, de huisvrouw van Sallum, den zoon van
Tokhath, den zoon van Hasra, den klederbewaarder. Zij nu
1496
woonde te Jeruzalem in het tweede deel; en zij spraken zulks tot
haar.
23. En zij zeide tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Zegt
den man, die ulieden tot mij gezonden heeft:
24. Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over deze plaats en over
haar inwoners brengen; al de vloeken, die geschreven zijn in het
boek, dat men voor het aangezicht des konings van Juda gelezen
heeft.
25. Daarom dat zij Mij verlaten, en anderen goden gerookt hebben,
opdat zij Mij tot toorn verwekten met alle werken hunner
handen; zo zal Mijn grimmigheid uitgegoten worden tegen deze
plaats, en niet uitgeblust worden.
26. Maar tot den koning van Juda, die ulieden gezonden heeft, om
den HEERE te vragen, tot hem zult gij alzo zeggen: Zo zegt de
HEERE, de God Israels: Aangaande de woorden, die gij hebt
gehoord;
27. Omdat uw hart week geworden is, en gij u voor het aangezicht
Gods vernederd hebt, als gij Zijn woorden hoordet tegen deze
plaats en tegen haar inwoners, en hebt u vernederd voor Mijn
aangezicht, en uw klederen gescheurd, en geweend voor Mijn
aangezicht, zo heb Ik [u] ook verhoord, spreekt de HEERE.
28. Zie, Ik zal u verzamelen tot uw vaderen, en gij zult met vrede in
uw graf verzameld worden, en uw ogen zullen al dat kwaad niet
zien, dat Ik over deze plaats en over haar inwoners brengen zal.
En zij brachten den koning dit antwoord weder.
29. Toen zond de koning henen, en verzamelde alle oudsten van
Juda en Jeruzalem.
30. En de koning ging op in het huis des HEEREN, en al de mannen
1497
van Juda en de inwoners van Jeruzalem, mitsgaders de priesters
en de Levieten, en al het volk, van den grote tot den kleine toe;
en men las voor hun oren al de woorden van het boek des
verbonds, dat in het huis des HEEREN gevonden was.
31. En de koning stond in zijn standplaats, en maakte een verbond
voor des HEEREN aangezicht, om den HEERE na te wandelen,
en om Zijn geboden, en Zijn getuigenissen, en Zijn inzettingen,
met zijn ganse hart en met zijn ganse ziel, te onderhouden,
doende de woorden des verbonds, die in datzelve boek
geschreven zijn.
32. En hij deed allen, die te Jeruzalem en in Benjamin gevonden
werden, staan; en de inwoners van Jeruzalem deden naar het
verbond van God, den God hunner vaderen.
33. Josia dan deed alle gruwelen weg uit alle landen, die der
kinderen Israels waren, en maakte allen, die in Israel gevonden
werden, te dienen; te dienen den HEERE, hun God; al zijn
dagen weken zij niet af van den HEERE, den God hunner
vaderen, na te volgen.


1498
2. Kronieken
Hoofdstuk 35
1. Daarna hield Josia het pascha den HEERE te Jeruzalem; en zij
slachtten het pascha op den veertienden der eerste maand.
2. En hij stelde de priesters op hun wachten; en hij sterkte hen tot
den dienst van het huis des HEEREN.
3. En hij zeide tot de Levieten, die gans Israel onderwezen, die den
HEERE heilig waren: Zet de heilige ark in het huis, hetwelk
Salomo, de zoon van David, de koning van Israel, gebouwd
heeft; gij hebt geen last op de schouderen; dient nu den HEERE,
uw God, en Zijn volk Israel;
4. En bereidt u naar de huizen uwer vaderen, naar uw verdelingen,
naar het voorschrift van David, den koning van Israel, en naar de
beschrijving van zijn zoon Salomo;
5. En staat in het heiligdom, naar de onderscheiding der vaderlijke
huizen, voor uw broederen, het volk, en [naar] de afdeling van
de vaderlijke huizen der Levieten;
6. En slacht het pascha, en heiligt u, en bereidt [dat] voor uw
broederen, doende naar het woord des HEEREN, door de hand
van Mozes.
7. En Josia gaf voor het volk, van klein vee, lammeren en jonge
geitenbokken, die alle tot paasofferen, naar al hetgeen er
gevonden werd, in getal dertig duizend; maar van runderen drie
duizend; dit was van des konings have.
8. Ook gaven zijn vorsten tot een vrijwillig offer voor het volk,
1499
voor de priesteren, en voor de Levieten; Hilkia, en Zacharia, en
Jehiel, de oversten van het huis Gods, gaven den priesteren tot
paasofferen, twee duizend en zeshonderd [klein] [vee], en
driehonderd runderen.
9. Daartoe Chonanja, en Semaja, en Nethaneel, zijn broeders,
mitsgaders Hasabja, en Jeiel, en Jozabad, de oversten der
Levieten, gaven den Levieten tot paasofferen, vijf duizend
[klein] [vee] en vijfhonderd runderen.
10. Alzo werd de dienst toebereid; en de priesteren stonden in hun
standplaats, en de Levieten in hun verdelingen, naar het gebod
des konings.
11. Daarna slachtte men het pascha, en de priesters sprengden [het]
[bloed] uit hun handen, en de Levieten trokken de huiden af.
12. En zij namen het brandoffer daar af, opdat zij die naar de
verdelingen der vaderlijke huizen, aan het volk geven mochten,
om den HEERE te offeren, gelijk geschreven is in het boek van
Mozes; en alzo met de runderen.
13. En zij kookten het pascha bij het vuur, naar het recht; maar de
[andere] heilige dingen kookten zij in potten, en in ketels, en in
pannen; en zij deelden het haastelijk onder al het volk.
14. Daarna bereidden zij ook voor zichzelven en voor de priesteren;
want de priesters, de zonen van Aaron, waren tot aan den nacht
in het offeren der brandofferen en des vets; daarom bereidden de
Levieten voor zichzelven, en voor de priesteren, de zonen van
Aaron.
15. En de zangers, de zonen van Asaf, waren in hun standplaats,
naar het gebod van David, en Asaf, en Heman, en Jeduthun, den
ziener des konings, mitsgaders de poortiers aan elke poort; zij
1500
behoefden niet te wijken van hun dienst, overmits hun broeders,
de Levieten, voor hen bereidden.
16. Alzo werd de ganse dienst des HEEREN op denzelfden dag
beschikt, om pascha te houden, en brandofferen op het altaar des
HEEREN te offeren, naar het gebod van den koning Josia.
17. En de kinderen Israels, die er gevonden werden, hielden het
pascha ter zelfder tijd, en het feest der ongezuurde [broden],
zeven dagen.
18. Daar was ook geen pascha als dat in Israel gehouden, van de
dagen van Samuel, den profeet, af; en geen koningen van Israel
hadden zulk een pascha gehouden, gelijk dat Josia hield met de
priesters en de Levieten, en gans Juda en Israel, dat er gevonden
werd, en de inwoners van Jeruzalem.
19. In het achttiende jaar van het koninkrijk van Josia, werd dit
pascha gehouden.
20. Na dit alles, toen Josia het huis toebereid had, toog Necho, de
koning van Egypte, op, om te krijgen tegen Karchemis, aan den
Frath; en Josia toog uit hem tegemoet.
21. Toen zond [hij] boden tot hem, zeggende: Wat heb ik met u te
doen, gij, koning van Juda? Wat u aangaat, ik ben heden tegen u
niet, maar tegen een huis, dat oorlog voert tegen mij; en God
heeft gezegd, dat ik mij haasten zou; houd u af van God, Die
met mij is, opdat Hij u niet verderve.
22. Doch Josia keerde zijn aangezicht niet van hem; maar hij
verstelde zich, om tegen hem te strijden, en hoorde niet naar de
woorden van Necho uit den mond van God; maar hij kwam om
te strijden in het dal Megiddo.
23. En de schutters schoten den koning Josia. Toen zeide de koning
1501
tot zijn knechten: Voert mij weg, want ik ben zeer gewond.
24. En zijn knechten namen hem weg van den wagen, en voerden
hem op den tweeden wagen, dien hij had, en brachten hem te
Jeruzalem; en hij stierf, en werd begraven in de graven zijner
vaderen; en gans Juda en Jeruzalem bedreven rouw over Josia.
25. En Jeremia maakte een klaaglied over Josia; desgelijks alle
zangers en zangeressen spraken in hun klaagliederen van Josia,
tot op dezen dag; want zij gaven ze tot een inzetting in Israel; en
ziet, zij zijn geschreven in de klaagliederen.
26. Het overige nu der geschiedenissen van Josia, en zijn
goeddadigheden, naar dat geschreven is in de wet des HEEREN;
27. Zijn geschiedenissen dan, de eerste en de laatste, ziet, die zijn
geschreven in het boek der koningen van Israel en van Juda.


1502
2. Kronieken
Hoofdstuk 36
1. Toen nam het volk des lands Joahaz, den zoon van Josia, en zij
maakten hem koning, in zijns vaders plaats, te Jeruzalem.
2. Drie en twintig jaren was Joahaz oud, als hij koning werd, en hij
regeerde drie maanden te Jeruzalem.
3. Want de koning van Egypte zette hem af te Jeruzalem; en hij
leide het land een boete op van honderd talenten zilvers en een
talent gouds.
4. En de koning van Egypte maakte zijn broeder Eljakim koning
over Juda en Jeruzalem, en veranderde zijn naam in Jojakim;
maar zijn broeder Joahaz nam Necho, en bracht hem in Egypte.
5. Vijf en twintig jaren was Jojakim oud, als hij koning werd, en
regeerde elf jaren te Jeruzalem; en hij deed dat kwaad was in de
ogen des HEEREN, zijns Gods.
6. Nebukadnezar, de koning van Babel, toog tegen hem op, en
bond hem met twee koperen ketenen, om hem te voeren naar
Babel.
7. Nebukadnezar bracht ook van de vaten van het huis des
HEEREN naar Babel, en stelde ze in zijn tempel te Babel.
8. Het overige nu van de geschiedenissen van Jojakim, en zijn
gruwelen, die hij deed, en wat aan hem gevonden werd, ziet, dat
is geschreven in het boek der koningen van Israel en Juda; en
Jojachin, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.
9. Acht jaren was Jojachin oud, als hij koning werd, en regeerde
1503
drie maanden en tien dagen te Jeruzalem, en deed dat kwaad
was in de ogen des HEEREN.
10. En met de wederkomst des jaars zond de koning Nebukadnezar
henen, en liet hem naar Babel halen, met de kostelijke vaten van
het huis des HEEREN; en hij maakte zijn broeder Zedekia
koning over Juda en Jeruzalem.
11. Een en twintig jaren was Zedekia oud, als hij koning werd, en
regeerde elf jaren te Jeruzalem.
12. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, zijns Gods;
hij verootmoedigde zich niet voor het aangezicht van den
profeet Jeremia, [sprekende] uit den mond des HEEREN.
13. Daartoe werd hij ook afvallig tegen den koning Nebukadnezar,
die hem beedigd had bij God; en verhardde zijn nek, en
verstokte zijn hart, dat hij zich niet bekeerde tot den HEERE,
den God Israels.
14. Ook maakten alle oversten der priesteren, en het volk, der
overtredingen zeer veel, naar alle gruwelen der heidenen; en zij
verontreinigden het huis des HEEREN, dat Hij geheiligd had te
Jeruzalem.
15. En de HEERE, de God hunner vaderen, zond tot hen, door de
hand Zijner boden, vroeg op zijnde, om [die] te zenden; want
Hij verschoonde Zijn volk en Zijn woning.
16. Maar zij spotten met de boden Gods, en verachtten Zijn
woorden; zij verleidden zichzelven tegen Zijn profeten; totdat de
grimmigheid des HEEREN tegen Zijn volk opging, dat er geen
helen aan was.
17. Want Hij deed tegen hen opkomen den koning der Chaldeen, die
hun jongelingen met het zwaard in het huis huns heiligdoms
1504
doodde, en hij verschoonde de jongelingen niet, noch de
maagden, de ouden noch de stokouden; Hij gaf hen allen in zijn
hand.
18. En alle vaten van het huis Gods, de grote en de kleine, en de
schatten van het huis des HEEREN, en de schatten des konings
en zijner vorsten, dit alles voerde hij naar Babel.
19. En zij verbrandden het huis Gods, en zij braken den muur van
Jeruzalem af, en al de paleizen daarvan verbrandden zij met
vuur, verdervende ook alle kostelijke vaten derzelve.
20. En wie overgebleven was van het zwaard, voerde hij weg naar
Babel, en zij werden hem en zijn zonen tot knechten, tot het
regeren des koninkrijks van Perzie;
21. Opdat het woord des HEEREN vervuld wierd, door den mond
van Jeremia, totdat het land aan zijn sabbatten een welgevallen
had; het rustte al de dagen der verwoesting, totdat de zeventig
jaren vervuld waren.
22. Maar in het eerste jaar van Kores, koning van Perzie, opdat
volbracht wierd het woord des HEEREN, door den mond van
Jeremia, verwekte de HEERE den geest van Kores, koning van
Perzie, dat hij een stem liet doorgaan door zijn ganse koninkrijk,
zelfs ook in geschrift, zeggende:
23. Zo zegt Kores, koning van Perzie: De HEERE, de God des
hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij
heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem,
hetwelk in Juda is; wie is onder ulieden van al Zijn volk? De
HEERE, zijn God, zij met hem, en hij trekke op.


1505
Ezra
Hoofdstuk 1
1. In het eerste jaar nu van Kores, koning van Perzie, opdat
volbracht wierd het woord des HEEREN, uit den mond van
Jeremia, verwekte de HEERE den geest van Kores, koning van
Perzie, dat hij een stem liet doorgaan door zijn ganse koninkrijk,
zelfs ook in geschrift, zeggende:
2. Zo zegt Kores, koning van Perzie: De HEERE, de God des
hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij
heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem,
hetwelk in Juda is.
3. Wie is onder ulieden van al Zijn volk? Zijn God zij met hem, en
hij trekke op naar Jeruzalem, dat in Juda is, en hij bouwe het
huis des HEEREN, des Gods van Israel; Hij is de God, Die te
Jeruzalem [woont].
4. En al wie achterblijven zou in enige plaatsen, waar hij als
vreemdeling verkeert, dien zullen de lieden zijner plaats
bevorderlijk zijn met zilver, en met goud, en met have, en met
beesten; benevens een vrijwillige gave, voor het huis Gods, Die
te Jeruzalem [woont].
5. Toen maakten zich op de hoofden der vaderen van Juda en
Benjamin, en de priesteren en de Levieten, benevens een
iegelijk, wiens geest God verwekte, dat zij optrokken om te
bouwen het huis des HEEREN, die te Jeruzalem [woont].
6. Allen nu, die rondom hen waren, sterkten hunlieder handen met
1506
zilveren vaten, met goud, met have, en met beesten, en met
kostelijkheden; behalve alles, wat vrijwillig gegeven werd.
7. Ook bracht de koning Kores uit, de vaten van het huis des
HEEREN, die Nebukadnezar uit Jeruzalem had uitgevoerd, en
had gesteld in het huis zijns gods.
8. En Kores, de koning van Perzie, bracht ze uit door de hand van
Mithredath, den schatmeester, die ze aan Sesbazar, den vorst
van Juda, toetelde.
9. En dit is hun getal: dertig gouden bekkens, duizend zilveren
bekkens, negen en twintig messen;
10. Dertig gouden bekers, vierhonderd en tien andere zilveren
bekers; andere vaten, duizend.
11. Alle vaten van goud en van zilver waren vijf duizend en
vierhonderd; deze alle voerde Sesbazar op, met degenen, die van
de gevangenis opgevoerd werden, van Babel naar Jeruzalem.


1507
Ezra
Hoofdstuk 2
1. Dit zijn de kinderen van dat landschap, die optogen uit de
gevangenis, van de weggevoerden, die Nebukadnezar, koning
van Babel, weggevoerd had naar Babel, die naar Jeruzalem en
Juda zijn wedergekeerd, een iegelijk naar zijn stad;
2. Dewelken kwamen met Zerubbabel, Jesua, Nehemia, Seraja,
Reelaja, Mordechai, Bilsan, Mizpar, Bigvai, Rehum [en] Baena.
[Dit] is het getal der mannen des volks van Israel.
3. De kinderen van Paros, twee duizend honderd twee en zeventig.
4. De kinderen van Sefatja, driehonderd twee en zeventig.
5. De kinderen van Arach, zevenhonderd vijf en zeventig.
6. De kinderen van Pahath-moab, van de kinderen van Jesua-joab,
twee duizend achthonderd en twaalf.
7. De kinderen van Elam, duizend tweehonderd vier en vijftig.
8. De kinderen van Zatthu, negenhonderd vijf en zestig.
9. De kinderen van Zakkai, zevenhonderd zestig.
10. De kinderen van Bani, zeshonderd twee en veertig.
11. De kinderen van Bebai, zeshonderd drie en twintig.
12. De kinderen van Azgad, duizend tweehonderd twee en twintig.
13. De kinderen van Adonikam, zeshonderd zes en zestig.
14. De kinderen van Bigvai, twee duizend zes en vijftig.
15. De kinderen van Adin, vierhonderd vier en vijftig.
16. De kinderen van Ater, van Hizkia, acht en negentig.
17. De kinderen van Bezai, driehonderd drie en twintig.
1508
18. De kinderen van Jora, honderd en twaalf.
19. De kinderen van Hasum, tweehonderd drie en twintig.
20. De kinderen van Gibbar, vijf en negentig.
21. De kinderen van Bethlehem, honderd drie en twintig.
22. De mannen van Netofa, zes en vijftig.
23. De mannen van Anathoth, honderd acht en twintig.
24. De kinderen van Azmaveth, twee en veertig.
25. De kinderen van Kirjath-arim, Cefira en Beeroth, zevenhonderd
drie en veertig.
26. De kinderen van Rama en Gaba, zeshonderd een en twintig.
27. De mannen van Michmas, honderd twee en twintig.
28. De mannen van Beth-el en Ai, tweehonderd drie en twintig.
29. De kinderen van Nebo, twee en vijftig.
30. De kinderen van Magbis, honderd zes en vijftig.
31. De kinderen van den anderen Elam, duizend tweehonderd vier
en vijftig.
32. De kinderen van Harim, driehonderd en twintig.
33. De kinderen van Lod, Hadid en Ono, zevenhonderd vijf en
twintig.
34. De kinderen van Jericho, driehonderd vijf en veertig.
35. De kinderen van Senaa, drie duizend zeshonderd en dertig.
36. De priesters. De kinderen van Jedaja, van het huis van Jesua,
negenhonderd drie en zeventig.
37. De kinderen van Immer, duizend twee en vijftig.
38. De kinderen van Pashur, duizend tweehonderd zeven en veertig.
39. De kinderen van Harim, duizend en zeventien.
40. De Levieten. De kinderen van Jesua en Kadmiel, van de
kinderen van Hodavja, vier en zeventig.
1509
41. De zangers. De kinderen van Asaf honderd acht en twintig.
42. De kinderen der poortiers. De kinderen van Sallum, de kinderen
van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de
kinderen van Hatita, de kinderen van Sobai; deze allen waren
honderd negen en dertig.
43. De Nethinim. De kinderen van Ziha, de kinderen van Hasufa, de
kinderen van Tabbaoth;
44. De kinderen van Keros, de kinderen van Siaha, de kinderen van
Padon;
45. De kinderen van Lebana, de kinderen van Hagaba, de kinderen
van Akkub;
46. De kinderen van Hagab, de kinderen van Samlai, de kinderen
van Hanan;
47. De kinderen van Giddel, de kinderen van Gahar, de kinderen van
Reaja;
48. De kinderen van Rezin, de kinderen van Nekoda, de kinderen
van Gazzam;
49. De kinderen van Uza, de zonen van Paseah, de kinderen van
Bezai;
50. De kinderen van Asna, de kinderen der Mehunim, de kinderen
der Nefusim;
51. De kinderen van Bakbuk, de kinderen van Hakufa, de kinderen
van Harhur;
52. De kinderen van Bazluth, de kinderen van Mehida, de kinderen
van Harsa;
53. De kinderen van Barkos, de kinderen van Sisera, de kinderen
van Thamah;
54. De kinderen van Neziah, de kinderen van Hatifa.
1510
55. De kinderen der knechten van Salomo. De kinderen van Sotai,
de kinderen van Sofereth, de kinderen van Peruda;
56. De kinderen van Jaala, de kinderen van Darkon, de kinderen van
Giddel;
57. De kinderen van Sefatja, de kinderen van Hattil, de kinderen van
Pocherethazebaim, de kinderen van Ami.
58. Al de Nethinim, en de kinderen der knechten van Salomo, waren
driehonderd twee en negentig.
59. Dezen togen ook op van Tel-melah, Tel-harsa, Cherub, Addan
[en] Immer; doch zij konden hunner vaderen huis en hun zaad
niet bewijzen, of zij uit Israel waren.
60. De kinderen van Delaja, de kinderen van Tobia, de kinderen van
Nekoda, zeshonderd twee en vijftig.
61. En van de kinderen der priesteren, de kinderen van Habaja, de
kinderen van Koz, de kinderen van Barzillai, die van de
dochteren van Barzillai, den Gileadiet, een vrouw genomen had,
en naar hun naam genoemd was.
62. Dezen zochten hun register, onder degenen, die in het
geslachtsregister gesteld waren, maar zij werden niet gevonden;
daarom werden zij als onreinen van het priesterdom geweerd.
63. En Hattirsatha zeide tot hen, dat zij van de heiligste dingen niet
zouden eten, totdat er een priester stond met urim en met
thummim.
64. Deze ganse gemeente te zamen was twee en veertig duizend
driehonderd [en] zestig.
65. Behalve hun knechten en hun maagden, die waren zeven
duizend driehonderd zeven en dertig; en zij hadden tweehonderd
zangers en zangeressen.
1511
66. Hun paarden waren zevenhonderd zes en dertig; hun muildieren,
tweehonderd vijf en veertig;
67. Hun kemelen, vierhonderd vijf en dertig; de ezelen, zes duizend
zevenhonderd en twintig.
68. En [sommigen] van de hoofden der vaderen, als zij kwamen ten
huize des HEEREN, die te Jeruzalem [woont], gaven
vrijwilliglijk ten huize Gods, om dat te zetten op zijn vaste
plaats.
69. Zij gaven naar hun vermogen tot den schat des werks, aan goud,
een en zestig duizend drachmen, en aan zilver, vijf duizend
ponden, en honderd priesterrokken.
70. En de priesters en de Levieten, en [sommigen] uit het volk, zo de
zangers als de poortiers, en de Nethinim woonden in hun steden,
en gans Israel in zijn steden.


1512
Ezra
Hoofdstuk 3
1. Toen nu de zevende maand aankwam, en de kinderen Israels in
de steden waren, verzamelde zich het volk, als een enig man, te
Jeruzalem.
2. En Jesua, de zoon van Jozadak, maakte zich op, en zijn
broederen, de priesters en Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en
zijn broederen, en zij bouwden het altaar des Gods van Israel,
om daarop brandofferen te offeren, gelijk geschreven is in de
wet van Mozes, den man Gods.
3. En zij vestigden het altaar op zijn stelling, maar met
verschrikking, [die] over hen was, vanwege de volken der
landen; en zij offerden daarop brandofferen den HEERE,
brandofferen des morgens en des avonds.
4. En zij hielden het feest der loofhutten, gelijk geschreven is; en
[zij] [offerden] brandofferen dag bij dag in getal, naar het recht,
van elk dagelijks op zijn dag.
5. Daarna ook het gedurig brandoffer, en van de nieuwe maanden,
en van alle gezette hoogtijden des HEEREN, die geheiligd
waren; ook van een ieder, die een vrijwillige offerande den
HEERE vrijwilliglijk offerde.
6. Van den eersten dag af der zevende maand begonnen zij den
HEERE brandofferen te offeren; doch de grond van den tempel
des HEEREN was niet gelegd.
7. Zo gaven zij geld aan de houwers en werkmeesters, ook spijs en
1513
drank, en olie aan de Sidoniers en aan de Tyriers, om
cederenhout van den Libanon te brengen aan de zee naar Jafo,
naar de vergunning van Kores, koning van Perzie, aan hen.
8. In het tweede jaar nu hunner aankomst ten huize Gods te
Jeruzalem, in de tweede maand, begonnen Zerubbabel, de zoon
van Sealthiel, en Jesua, de zoon van Jozadak, en de overige
hunner broederen, de priesters en de Levieten, en allen, die uit
de gevangenis te Jeruzalem gekomen waren; en zij stelden de
Levieten, van twintig jaren oud en daarboven, om opzicht te
nemen over het werk van des HEEREN huis.
9. Toen stond Jesua, zijn zonen en zijn broederen, [en] Kadmiel
met zijn zonen, kinderen van Juda, als een [man], om opzicht te
hebben over degenen, die het werk deden aan het huis Gods, met
de zonen van Henadad, hun zonen en hun broederen, de
Levieten.
10. Als nu de bouwlieden den grond van des HEEREN tempel
leiden, zo stelden zij de priesteren, aangekleed zijnde, met
trompetten, en de Levieten, Asafs zonen, met cimbalen, om den
HEERE te loven, naar de instelling van David, den koning van
Israel.
11. En zij zongen bij beurten, met den HEERE te loven en te
danken, dat Hij goed is, dat Zijn weldadigheid tot in eeuwigheid
is over Israel. En al het volk juichte met groot gejuich, als men
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 2 - 41
  • Parts
  • Statenvertaling - 2 - 01
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 802
    58.3 of words are in the 2000 most common words
    75.1 of words are in the 5000 most common words
    82.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 02
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 787
    56.5 of words are in the 2000 most common words
    71.7 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 03
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 806
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 04
    Total number of words is 4378
    Total number of unique words is 808
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    65.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 05
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 910
    51.2 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 06
    Total number of words is 4519
    Total number of unique words is 936
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 07
    Total number of words is 4551
    Total number of unique words is 820
    54.4 of words are in the 2000 most common words
    70.4 of words are in the 5000 most common words
    76.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 08
    Total number of words is 4580
    Total number of unique words is 847
    57.4 of words are in the 2000 most common words
    72.0 of words are in the 5000 most common words
    79.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 09
    Total number of words is 4521
    Total number of unique words is 877
    57.0 of words are in the 2000 most common words
    72.5 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 10
    Total number of words is 4527
    Total number of unique words is 900
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 11
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 866
    54.8 of words are in the 2000 most common words
    70.3 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 12
    Total number of words is 4586
    Total number of unique words is 877
    53.8 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 13
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 784
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    76.3 of words are in the 5000 most common words
    83.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 14
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 809
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    71.6 of words are in the 5000 most common words
    77.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 15
    Total number of words is 4538
    Total number of unique words is 877
    53.7 of words are in the 2000 most common words
    72.7 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 16
    Total number of words is 4474
    Total number of unique words is 876
    55.6 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    76.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 17
    Total number of words is 4639
    Total number of unique words is 871
    57.8 of words are in the 2000 most common words
    74.8 of words are in the 5000 most common words
    80.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 18
    Total number of words is 4679
    Total number of unique words is 859
    57.3 of words are in the 2000 most common words
    73.2 of words are in the 5000 most common words
    79.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 19
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1024
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 20
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 866
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    76.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 21
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 791
    55.1 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 22
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 852
    56.6 of words are in the 2000 most common words
    72.4 of words are in the 5000 most common words
    78.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 23
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 769
    59.7 of words are in the 2000 most common words
    72.6 of words are in the 5000 most common words
    79.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 24
    Total number of words is 4658
    Total number of unique words is 835
    58.9 of words are in the 2000 most common words
    73.3 of words are in the 5000 most common words
    80.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 25
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 834
    58.8 of words are in the 2000 most common words
    74.5 of words are in the 5000 most common words
    81.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 26
    Total number of words is 4671
    Total number of unique words is 822
    59.4 of words are in the 2000 most common words
    73.7 of words are in the 5000 most common words
    80.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 27
    Total number of words is 4554
    Total number of unique words is 767
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 28
    Total number of words is 4510
    Total number of unique words is 845
    55.2 of words are in the 2000 most common words
    71.3 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 29
    Total number of words is 4472
    Total number of unique words is 838
    53.5 of words are in the 2000 most common words
    69.2 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 30
    Total number of words is 4281
    Total number of unique words is 1088
    29.3 of words are in the 2000 most common words
    38.6 of words are in the 5000 most common words
    44.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 31
    Total number of words is 4308
    Total number of unique words is 934
    35.0 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 32
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 1045
    45.9 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 33
    Total number of words is 4376
    Total number of unique words is 906
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    63.2 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 34
    Total number of words is 4352
    Total number of unique words is 883
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    60.9 of words are in the 5000 most common words
    68.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 35
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 845
    53.0 of words are in the 2000 most common words
    69.3 of words are in the 5000 most common words
    75.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 36
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 893
    51.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    76.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 37
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 886
    53.1 of words are in the 2000 most common words
    70.2 of words are in the 5000 most common words
    77.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 38
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 853
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 39
    Total number of words is 4387
    Total number of unique words is 872
    51.6 of words are in the 2000 most common words
    67.9 of words are in the 5000 most common words
    76.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 40
    Total number of words is 4285
    Total number of unique words is 881
    46.6 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 41
    Total number of words is 4334
    Total number of unique words is 879
    49.4 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 42
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 973
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 43
    Total number of words is 4265
    Total number of unique words is 1012
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    66.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 44
    Total number of words is 4313
    Total number of unique words is 953
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    57.4 of words are in the 5000 most common words
    63.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 2 - 45
    Total number of words is 3955
    Total number of unique words is 718
    60.0 of words are in the 2000 most common words
    76.0 of words are in the 5000 most common words
    81.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.