De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17

Total number of words is 4522
Total number of unique words is 1406
38.5 of words are in the 2000 most common words
52.3 of words are in the 5000 most common words
58.9 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
eenvoudigen geestelyke vergezeld ging van 'n boteram, terwyl het
kantoor van de heeren Ouwetyd & Kopperlith niet de minste bykomende
omstandigheid aanbood die verlokkend werkte op de beoordeeling van 't
verhandelde. Geen onzer is in-staat den oorsprong van z'n indrukken
nauwkeurig te bepalen, noch met juistheid het aandeel te schiften
dat velerlei invloeden uitoefenen op ons oordeel. De kennismaking
met het stukje nieuwe wereld waarin Wouter aanving zich te bewegen,
ging vergezeld van zulke onaangename byzaken, dat-i moeite zou gehad
hebben de gesprekken die hy aanhoorde schoon of belangryk te vinden,
al hadden de sprekers Bilderdyk's Floris gerepeteerd, of 'n preek
opgezegd. In-plaats van de gulle ontvangst die hem was te-beurt
gevallen by Vrouw Claus, voelde hy zich geplaagd door 'n onbevredigden
eetlust die hand-over-hand toenam. Bovendien ... komaan, we zullen
't woord dat niet gaarne uit m'n pen vloeit, in den mond leggen van
de sprekende personen-zelf, die niet te goed zyn voor 't platste:
--Zeg eens, Dieper, vindje niet dat het hier erg stinkt? vroeg de
oudeheer met roerende vertrouwelykheid.
De plichttrouwe boekhouder toonde zich deze neerbuiging tenvolle
waard. Hy volbracht de by zulke gelegenheden voorgeschreven hand-
en voetgrepen: pen in de gleuf van 't opgeslagen boek ... één stap
achteruit ... de handen gewreven, en:
--Ja, m'nheer, 't stinkt hier wel ... 'n beetje.
Dat "beetje" was kostelyk. Het moest er volstrekt by, om 't
gelyk-geven aan m'nheer Kopperlith niet te doen ontaarden in 'n
vermetele aanranding der eer van m'nheer Kopperlith's kantoor. Zoo
zeilt de wyze tusschen twee klippen door!
--Ja, ja, papa, bevestigde Pompile, 't stinkt hier heel erg. Dat komt
van de grachten, niet waar, Dieper?
--Zeker, jongeheer, 't komt van de grachten ...
En, alsof deze betuiging niet voldoende was om den jongen patroon
tevreden te stellen, bezwoer de boekhouder deze meening met de
plechtige woorden:
--Ik heb de intieme fiktie, m'nheer, dat het alleen van de grachten
komt!
--Ei? vroeg of zei m'nheer Kopperlith.
--Ja, m'nheer! En ... 't is zoo'n ... modderlucht, vindt u niet?
Dieper had zeer gerust de kwalifikatie 'n paar graden onfatsoenlyker
kunnen inrichten, zonder te-kort te doen aan de waarheid. Maar bégueule
stiptheid in omschryving was minder z'n zaak, dan 't reinwasschen
van m'nheer's kantoor van àl te onwelriekenden blaam. Op gelyke wys
had Gerrit dien ochtend het even laag gelegen magazyn in bescherming
genomen door de schuld op de riolen te werpen, al geschiedde dit dan
niet zoozeer uit diplomatie, als wel om den nieuwen jongste-bediende
een blyk van z'n scherpzinnigheid te geven. Misschien ook was 't
Gerrit alleen om 'n praatje te doen, een bodem waarop veel onbekookte
meeningen groeien. In-zoo-verre echter moet ik zoowel Dieper als
den knecht volkomen gelyk geven, dat de beide lokalen die thans in
zoo slechten reuk stonden, misschien welriekend zouden geworden zyn
wanneer men ze had overgeplaatst naar 'n lusthof op den Hymettus. Maar
in zoo'n lusthof lagen ze nu eenmaal niet.
--Als jeluî de ramen wat opschooft? stelde de oudeheer met bescheiden
weifeling voor.
--O né, papa! Volstrekt niet, papa! Dat kan niet, papa! Ik zal u
zeggen, papa ... vooreerst, Dieper kan niet tegen tocht, papa! Niet
waar, Dieper?
Dieper betastte z'n hoofd:
--Zinkings, m'nheer! Allemaal zinkings!
--En dan, papa, als we hier versche lucht binnenlaten, dan komt er
dadelyk zoo'n fameuze stank in van de binnenplaats, papa!
Meer afdoende reden om "versche lucht" buiten te sluiten, zal wel
nooit gegeven zyn. De oudeheer berustte dan ook in de zaak, en
Pompile die gelegenheid zag de verpeste atmosfeer te gebruiken als
bondgenoot--niets was hem ooit te gering!--en als middel om z'n doel
te bereiken met de Pleiers en de Hockers en de Kruckers, bracht zeer
handig het gesprek op iets anders.
--De zaak is, papa, dat u behoorde buiten te wezen in Juli. Niet
waar, Dieper?
--Zeker, jongeheer, zeker! Ja, m'nheer, een man als U, m'nheer,
behoorde reeds lang buiten te wezen!
Het glimlachje dat de oudeheer Kopperlith by deze gelegenheid liet
opgaan over de boozen en goeden van z'n kantoor was goud waard. Toch
niet om de zeldzaamheid, want Dieper kon het tevoorschyn roepen
zoo dikwyls hy verkoos met 'n allergoedkoopst: "een man als U,
m'nheer!" Maar hy was te bekwaam in z'n specialiteit van perpetueel
ondergeschikte, om de kitteling van z'n streelen aftestompen door
overvoer. Meer dan tweemalen daags zeide hy 't niet. En gewis ook
zóó veel keeren kon m'nheer Kopperlith het verdragen zonder op
't afgryselyk denkbeeld te komen dat z'n boekhouder hem voor den
gek hield. Neen ... Dieper had verder kunnen gaan, waarachtig! Maar
de man was 'n vriend van 't gemiddelde, een vyand van overdryving,
matig, sober en ingetogen, tot in z'n flik-vlooiery toe. Bovendien,
er was inderdaad geen element van bespotting in de hulde die hy vry
periodiek neerlegde op 't altaar van de Kopperlithsche hoogheid. Z'n
opblazen by 't betreden van de buurt die hyzelf bewoonde, had
volstrekt niets te maken met de gemoedsstemming die inderdaad de
zyne was zoodra hy den gewyden grond der Keizersgracht betrad, waar
't zoo heel erg ... 'n beetje stonk. Hy huichelde evenmin als de
bulhond die, wild en onhandelbaar onder z'n gelyken en by vreemden,
zich deemoedig kruipend neerstrekt voor de voeten van z'n meester.
Oppervlakkige ziel-ontleders denken gewoonlyk veel te spoedig aan
huichelary, wanneer zy iemand ongelyk zien aan zichzelf. Juist deze
ongelykheid is by zeer velen de strenge konsekwentie van allergewoonste
karakterloosheid.
Ook Dieper hield er 'n wezen op na, dat tienmaal in de week 'n
fleemerig: "een man als U, m'nheer Dieper!" by hem plaatsen kon, en
... op-straffe van ongenade, plaatsen moest. De majesteit waarmee de
oude boekhouder in zyn huis om z'n sloffen riep, of 'n ketel saliemelk
bestelde--zoo byzonder goed tegen de "zinkings"--was nauw verwant aan
't zelfde hondenkarakter dat hem zou hebben genoopt de pantoffels van
"m'nheer" te kussen, wanneer dit blyk van rechtgeaarde boekhouwery
mocht gevorderd worden.
--Een man als U, m'nheer, moest al lang buiten wezen, niet waar,
jongeheer?
--Ja, papa. 't Saizoen gaat voorby, papa!
--Dat is waar, Pompile. Maar ... als mama niet reizen kan ... wat
zullen we 'r aan doen? Ik hoor van Gerrit dat mama weer heel erg is,
byzonder erg, Pompile!
Dit had hy van "Gerrit" vernomen. De onnoozele lezer die nooit
te logeeren werd gevraagd aan 't hof van Spanje, en dus niet
ingewyd kan zyn in de verheven etikette van zoo'n Kopperlithsche
huishouding, is misschien verwonderd dat 'n man bericht van den
gezondheidstoestand zyner vrouw ontvangt door bemiddeling van den
knecht. Men bedenke dat--op 'n kleine uitzondering na, die straks
zal gemeld worden--slechts zeer weinige stervelingen toegang hadden
tot de suite, waar "mevrouw" huisde, sliep, ziek was, at en dronk,
enz. Daar was 'n "juffrouw" die haar gezelschap hield, en 'n kamenier
voor 't aan- of uitkleeden, en 't optooien. Want ... opgetooid wèrd
ze. Doch zie, deze beide mynslavinnen waren niet sterk genoeg om 't
logge schepsel uit haar bed op den rolstoel te helpen, waarmee ze naar
't voorvenster van de "zykamer" moest gekruid worden. Jaren geleden
reeds was er over deze zwarigheid 'n kantoor- en familieraad belegd,
met den kanonieken uitslag dat de ook toen reeds niet jeugdige Gerrit
zou worden beschouwd als geslachteloos, 'n vereerende onderscheiding
die hem 't recht van toegang tot den harem verschafte. Men bedenke
dat het er donker was, en de sultane sedert lang grootmoeder. Deze
regeling omtrent Gerrit voldeed te-meer aan den eisch, omdat zy
samenviel met de voortdurende noodzakelykheid om hem met boodschappen
te belasten. Gedurende Wouter's wittebroodsweken pynigde hem telkens
z'n wanbegrip, wanneer een der meiden of de kamenier Gerrit kwamen
zoeken met de onheldere toelichting: "'t is, weetje, om mevrouw
te kruien ... ze wil eruit" of: "ze wil er in." Ook begreep-i niet
volkomen wat er bedoeld werd met den roep: "Gerrit, mevrouw's boeken
ruilen!" Maar dit alles helderde zich weldra op. Dat eeuwige boeken
ruilen stond in verband met haar verveling. Ze was geabonneerd in drie
leesbibliotheken te-gelyk, en verslond al wat daarin fransch was. Dat
er noch door haar, noch door wien ook van de andere familieleden ooit
'n penning besteed werd om 'n boek te koopen, spreekt vanzelf. Van
'n bibliotheek was geen spoor in den huize Kopperlith! De "heeren"
meenden dat zoo-iets behoorde by geleerdheid, 'n eigenschap waarvoor
zy allerfatsoenlykst den neus optrokken.
Wat overigens die geheimzinnige suite-kamer aangaat, het is te
veronderstellen dat ze weleens bezocht werd door Pompile en Eugène
ook, wanneer deze jongeheeren hun: "broodje gingen eten by mama"
maar overigens waagde zich daarin vóór het uur van 't middagmaal,
geen schepsel. Dan namelyk, maar ook dan eerst, kon de oudeheer
z'n huwelyksgeluk 'n uurtje te zien krygen. Z'n vurige drift om
vóór dat oogenblik iets te vernemen van de wyze waarop zy den
nacht had doorgebracht, kon alleen door Gerrit bevredigd worden,
en deze ontleende alweer aan deze byzonderheid zeker gewicht, dat hy
zeer handig wist op de schaal te leggen in z'n eeuwigen gezagstryd
met: "die Wullekes!" De manier waarop hy 't aanlei om z'n welkome
voorwendsels tot dienstweigering toetepassen, is niet moeielyk te
raden. Zoodra de wyze kantoorheer iets gelastte dat den kantoor- en
huislooper niet aanstond, moest deze juist "boekenruilen voor mevrouw"
'n ultima ratio die Wilkens niet dan schoorvoetend aandurfde. En,
als: "mevrouw straks misschien zou moeten gekrooie worden" verzonk
de autoriteit van den gehaten onder-chef in 't peilloos Niet, juist
waar Gerrit ze gaarne zag om ze op z'n gemak uit het oog te verliezen.
--Zieje, Pompile, als mama zoo erg is, zoo heel erg.., wat zullen we
doen? Ik kan toch niet in m'n eentje naar Groenenhuize! Wat zeg jy,
Dieper? Ik zou me daar vervelen, denk je niet?
--Zeker, m'nheer, ik ben zeker dat m'nheer zich daar vervelen
zou. M'nheer zou daar zoo ... heelemaal alleen zyn, niet waar?
--Nu ja, papa, dat's waar, maar ... 't saizoen gaat voorby. Ik kan u
verzekeren, papa, dat er geen enkele fatsoenlyke familie meer in de
stad is, wat je noemt: 'n fatsoenlyke familie! Wat zeg jy, Dieper?
--Zeker, jongeheer, er is geen enkele fatsoenlyke familie meer in
de stad, dàt is waar.
--Ziet u, papa? En als mama niet zeer spoedig resolveert ... zal ze nog
veel zieker worden. Dat heeft de dokter ook gezegd, niet waar, Dieper?
Hm! Wat zou de boekhouder zeggen? Hy kon toch in-gemoede de
meening niet bevestigen van 'n dokter dien-i nooit had te zien of
te spreken gekregen? En ook de vreeselyke ziekte van mevrouw was
aan de "heeren van 't kantoor" slechts zeer schemerachtig bekend,
want de half-vertrouwelyke ontboezemingen van Gerrit weken weleens
'n beetje van z'n officieele berichten af, 'n byzonderheid die
oplettende hoorders en lezers ook nu-en-dan in andere kringen kunnen
waarnemen. Ook de betrekkelyke duisternis der onwetendheid omtrent
mevrouw's zeer voorname kwalen zou in diepen nacht zyn overgegaan,
wanneer men by die heeren gevorscht had naar bekendheid met de
mevrouw-zelf. Zy was in hun oog de zeer letterlyk-etymologische
uitdrukking van 't solemneele: men zag haar éénmaal 's jaars, op
den eersten Januari. Op dien dag namelyk werden Dieper, Wilkens,
en later ook Wouter, door een der ad hoc gekommitteerde jongeheeren
plechtstatig door de bovengang in de suite geleid, waar ze dan konden
wachten totdat mevrouw door haar gezelschapsjuffer het sein liet geven
dat "de heeren" mochten binnentreden in de eeuwige zykamer. Schryvers
van middelmatige konscientie zouden allicht uitstrooien dat ze daar
werden toegelaten tot den handkus, maar wie eerbied voor waarheid
heeft, zal ten-allen-tyde verzekeren dat de plechtigheid niet zóó
ver ging. Dieper wenschte by deze gelegenheid: "ook namens de andere
heeren, aan mevrouw ... des Hemels besten zegen, en ... bestendig
welzyn." Ze was er mee tevreden, en zei dat ze 't vandaag zoo
byzonder erg "op" haar zenuwen had, en dat het zeker van 't weer
kwam. Nadat dit door Dieper beaamd was--met 'n buiging, want z'n
welsprekendheid was òp--kon men de zaak als afgeloopen beschouwen. De
gezelschapsjuffer opende een der dubbeldeuren van de suite, en de
"heeren" verlieten ruggelings de "zykamer van mevrouw." Dieper was
dan gewoonlyk zeer warm, en kon niet altyd de schuld hiervan op 't
weer schuiven, want het vroor soms. En ook lag de oorzaak van die
hitte niet in de vermoeienis van de reis die zoo byzonder ver niet
was, en maar weinig inspanning vorderde. De plechtige exodus nam op
't kantoor 'n begin ... linksom, vyf treden in de ondergang ... de
keuken voorby, waar de meiden stonden te lachen en te ginnegappen,
vooral om 't malle gezicht van m'nheer Wilkens, daarop volgde een
donker slakhuisvormig trapjen, en twaalf korte schreden tot aan
de deur van de suite ... neen, neen, uit vermoeienis van de marsch
ontstond Dieper's verhitting niet! Doch al ware dit anders, ik vraag
of zoo'n kennismaking voldoende is om iemand instaat te stellen tot
beoordeeling van de vraag of "mevrouw nog zieker worden zou ais ze
niet spoedig naar buiten ging?" En tevens: of men uit zoo'n bezoek op
nieuwjaarsdag--en in die hitte nogal--voldoende gegevens putten kan om
te berekenen hoe de dokter mevrouw's toestand zou beoordeelen in 't
hartje van den komkommertyd? Maar de jongeheer Pompile had nu eenmaal
Dieper's getuigenis ingeroepen. Des boekhouders naastbyliggende
plicht schreef dus voor, een "intieme fiktie" by-de-hand te hebben,
die den jongeheer kon dienen by z'n plannetjes, en dus:
--Ja, ja, m'nheer, 't is zeker goed voor mevrouw, dat ze spoedig naar
Groenenhuize vertrekt, want ziet u--o, prachtsprong over 't onbekend
gezegde van den onbekenden dokter!--'t is zeker goed voor mevrouw,
anders ... gaat de tyd van jonge doppertjes voorby!
--Ziet u, papa? Dàt is juist wat ik altyd zeg. Mama moet absoluut
naar buiten! 't Is voor mama niet langer in de stad uittehouden,
niet waar, Dieper?
--Juist, jongeheer! M'nheer, het is voor mevrouw in de stad niet
langer uittehouden!
--Voor niemand, papa!
--Zeker, m'nheer, voor niemand!
En hyzelf dan? En al z'n lotgenooten?
--'t Water in de grachten ziet paars van den stank, papa! Niet Dieper?
Ook dit beaamde de getuige, en ditmaal met grondige reden van
wetenschap. Want hyzelf woonde in den Jordaan, waar de opgezamelde
meststof zich niet onbetuigd liet in dartele kleurspeling op 't
water. 't Was juist 'n buurt om nieuwe verfstoffen uittevinden.
--Maar ... Pompile, hoe krygen wy in-godsnaam mama de stoep af? Dat
is de vraag!
--Juist, papa, dàt is het! Dàt's de zaak! Ik heb er Flip over
gesproken, Flip den kruier, papa!
--Hè?
--Ja, papa, den kruier! Met hun drieën zien ze geen kans mama de
stoep aftedragen ...
--In 'n fauteuil, Pompile!
--Juist, papa, in 'n fauteuil! Weet u wat ze zeggen? Ze zeggen: 't
handt niet, omdat de trap van de stoep wat smal is, papa! En ze zouden
mama laten vallen, papa! U moet begrypen, papa, 't is lomp volk, papa!
--Maar ... hoe dan?
--Flip zei: als we mevrouw in 'n flinken leuningstoel hadden--fauteuils
kent zoo'n man niet, papa!--en dan 'n strop er om--om den fauteuil,
papa!--en dan ... maar toen zei ik: met veel kussens, papa, weet u,
met héél veel kussens, dan zouden we ...
Eugène trad binnen. Blykbaar was hy door z'n vader op kondschap
gezonden, of er iets met de oude koppige dame te bereiken zou zyn. Doch
ook hy bracht geen bevredigend antwoord mee.
--En jy, Pompile, wat had jy dan bedacht?
--Wel, papa, 'n fauteuil ... en mama daarin, met veel kussens, en dan
'n strop er om ... om den fauteuil, Eugène! En dan ... 't venster
open--Flip zei, 't kon best, maar ik zeg met veel kussens, weet u,
papa?--en dan ...
--Ben je mal, Pompile, wou jyzelf nu mama 't venster uithyschen? En
zoo-even zei je ...
--O neen, Eugène, zoo meende Flip. Maar ik zeg: met veel kussens,
weetje? Maar ... die kruiers zyn lompe menschen, en ... ze rekenen
hoog. Al wat boven 'n dubbeltjes-boodschap gaat ... berekenen ze
vreeselyk hoog, papa! 't Weekbriefje--vooral als Gerrit styf van
rhumatiek is, papa!--o, dan is 't weekbriefje ... fameus, papa! En
daarom had ik gedacht--omdat we nu 'n jongstebediende hebben,
ook--nu dacht ik ... kyk, papa, we kunnen voor mama die kruiers best
missen. U weet misschien dat Gerrit weer styf van rhumatiek is? Nu,
dat's hetzelfde ... maar Dieper heeft telkens briefjes te inkasseeren
... morgen 'n smerig papiertje, niet waar, Dieper?
--Ja, jongeheer! Morgen 'n smerig papiertjen in den Jodenhoek, m'nheer,
heel smerig!
--Maar, Pompile, wat wou je dan met mama?
--Met veel kussens, papa! Dan wou ik vragen of Wilkens zoo goed
zou willen zyn--niet waar, Wilkens?--met dat jongemensch daar, aan
't windas te gaan. Ziet u, papa, dan konden wy die kruiers missen
... lomp volk! Maar ... met veel kussens, dit begrypt uzelf wel,
papa! En, ziet u, papa, Eugène en ik, wy zouden ... beneden staan,
en ... er goed naar kyken, papa!
Eugène bromde. Maar 't was karakteristiek dat niemand lachte by
Pompile's voorstel om--niet zonder terugzicht op zuinigheid--z'n moeder
't venster uittehyschen aan 'n strop ... om den fauteuil.
--De buren!
--Juist, Eugène, de buren! Precies wat ik zeg! En daarom ... als we
mama konden bewegen ... 's morgens vroeg ...
By noorderzon alzoo! Wouter wist nog niet wat 'n windas was, en
dacht zich suf over de rol die hy zou te spelen hebben. Hy voelde
reeds angst by de bedenking of-i wel in-staat wezen zou by die
gelegenheid z'n naastbyliggenden plicht te vervullen. 't Was hem 'n
kleine verademing dat Pompile's voorstel nog altyd niet gaaf werd
aangenomen. Men scheen te betwyfelen of "mama" genoegen nemen zou
met de vreemde lokomotie. De oudeheer klaagde dat zy zéker weigeren
zou als ze hèm verdacht van de uitvinding.
Hy iets uitvinden!
--Wel, papa ... u kan zeggen dat Flip de kruier het verzonnen
heeft. Dat kan u best zeggen, papa!
--Hm ... ja ... als nu by-voorbeeld de juffrouw dat aan mama
verzekerde?
--Dat zou zeker 't allerbeste wezen, papa. Maar ... ik geloof dat wy
op die juffrouw niet best kunnen rekenen, papa! Weet u wat ze doet,
papa? Ze stookt!
--Zou je dat denken, Pompile?
--Ja, papa! Want, ziet u, anders had ze 'r al lang op aangedrongen
dat mama naar buiten ging, wat zeg jy, Dieper?
--Zeker, jongeheer, zeker! Anders had ze 'r al lang op aangedrongen.
--Die nieuwe juffrouw is 'n gekkin, bromde Eugène.
--Mama is zeer met 'r tevreden, zei de oudeheer. Ze is zoo erg
fatsoenlyk, zegt mama, zoo heel erg fatsoenlyk. En ... haar papa was
prokureur, Eugène!
--Ze heeft kale plekken op 't hoofd.
--Wel, wel, Eugène!
--Dat kan my nu niet schelen, zei Pompile, als ze mama maar wou
overhalen om naar Groenenhuize te gaan, papa!
--Waar is Gerrit? vroeg de oudeheer.
--Styf van 't rhumatiek, papa! En morgen heeft Dieper 'n smerig
papiertje, niet waar, Dieper?
--Nu ja, maar als Gerrit nu eens--zonder dat het van ons kwam, begryp
je?--aan de juffrouw vertelde dat de kruier gezegd had ... want zieje,
Pompile, als ik alleen ga, dan verveel ik me zoo! En ... hoe met de
keuken? Ik kan toch niet te Haarlem in 'n restauratie gaan eten, als
'n kantoorbediende! Wat zeg jy, Dieper?
--Zeker niet, m'nheer! Een man als U kan niet in 'n restauratie gaan
eten. Zeker niet!
Diezelfde "man als U" kon wel de hulp inroepen van den kruier,
en van den knecht, en van de gezelschapsjuffrouw, om z'n vrouw te
bewegen tot iets dat ze hardnekkig nalaten zou zoolang ze meende dat
hy er op gesteld was! En al die naaktheid mocht Wouter te aanschouwen
krygen! Geen van de sprekers kwam op het denkbeeld dat ze zich voor
dien jongen kantoorbediende vertoonden in 'n zonderling licht. Men
ziet het, ook 't gemeene heeft z'n naïveteit.
Om overigens den belangstellenden lezer, die zich zeker al ongerust
maakt over den gezondheidstoestand van die "mevrouw in de zykamer"
wat moed intespreken, beroep ik me hier op zeker getuigenis van Gerrit,
die eenmaal aan Wouter deze vertrouwelyke mededeeling deed:
--Je kunt me gelooven--ik ben 'n oud man, en jy 'n jonk borssie--zy
... eet te veel, en ze-n-is koppig en sagrineus: dàt is het! Haar
heele ziekte ... komaan, ik zal 't je maar op z'n rond-hollandsch
zeggen, is wind en 'n engelsche notting! Maar zy ... eet te veel. Zy
... eet den godganschelyken dag, dàt is het! Als ik haar dokter was,
kreeg ze niets dan één roggebroodjen in de week, en verder pomp-water
... anders niets, wat ik je zeg!



De auteur kruipt tot in de nauwste gaatjes de hoogheid na, van
'n "man als u, m'nheer!"

De oudeheer die tot-nog-toe had staan leunen tegen Dieper's lessenaar,
begon zich te vervelen. Of liever, hy kreeg lust de verveling die
hem kwelde en waarmee hy gewoon was ieder te plagen die met hem in
aanraking kwam, te doen veranderen van soort. By Dieper had de man
'n halfuurtje links geleund ... hy wou nu eens rechts leunen. Zoo
wentelt zich de luiaard in z'n bed om, like a door on its hinges, gelyk
Shakespeare, meen ik, ergens zegt. Maar onze emeritus-leeglooper had
nog andere redenen dan zoo'n deur, om zich eens omtekeeren. Het nieuwe
kantoorbediendetje, hoe jong en onbeduidend ook, moest doordrongen
worden van 't besef der hoogheid van m'nheer Kopperlith. Hy naderde
alzoo sloffend den hoek, waar de hongerige Wouter nog altyd bezig-was
zich door 't overschryven van Leon's epistel, bekwaam te maken voor
den "handel."
--En, mannetje, hoe gaat het nu eigenlyk met jou? Met je werk? Schryf
je wel netjes? Neen, neen, blyf maar zitten, blyf gerust zitten! Ik
kom maar even kyken of je netjes schryft, weetje? En ... klein,
heel klein, om de port. Want, mannetje ... die brief gaat naar Rome.
't Werd voor Wouter waarlyk tyd dat-i eens opkeek. Hy zou flauw-
of in-slaap gevallen zyn. Het woord Rome maakte hem eenigszins
wakker. Hy had iets geschreven dat heel naar Rome gaan zou, hy! God
weet welke Paus zyn schrift onder de oogen krygen zou! En zelfs
... welke roover! En de stad-zelf! De stad van Caesar, van Romulus
en Remus, van Numa Pomp ... 't is waar ook, waarom heette z'n hoogste
onderpatroon: Pompilius? [15]
--Ja, mannetje, naar Rome! Dat dacht je niet, hè?
--N...e...e...n, m'nheer!
--Hi, hi, hi, naar Rome! Hoorje wel, Pompile, hy dacht niet dat die
brief heel naar Rome ging! Ja, mannetje, zóó is het toch! Die brief
gaat--daarom moet je netjes schryven--naar m'n zoon, den jongeheer
Flodoard die te ... Rome-n-is! Wat zeg ie dáárvan?
Wat zou Wouter zeggen? Ik weet het waarachtig niet. En hy-zelf wist het
ook niet. Dit bezwaarde hem. Zou er ook misschien 'n naastbyliggende
plicht verzuimd worden als-i zweeg? De oudeheer genoot van z'n
hakkelen. Hy had z'n doel bereikt: het jonge-mensch was vernietigd. En
nog zyn er onverlaten die uitstrooien dat Hollanders "van fortuin"
zich niet weten te amuzeeren!
--M'n zoon--de jongeheer Flodoard, weetje?--is daar ...
Hier stuitte de kinderachtige bluffer. Het denkbeeld kwam in hem
op, dat misschien die domme burgerjongen niet op de ware hoogte
stond om te beseffen wat 'n schilder was. En deze vrees was niet
ongegrond. Juffrouw Pieterse-zelf zou dit maatschappelyk standpunt
niet byzonder hoog gevonden hebben: 'n schilder!
--Hy is ... fynschilder, weetje? Zeg, Pompile, je moet hem Mozes by
't Doornbosch eens laten zien ...
--In de hoes, papa!
--Ah, ja, in de hoes! Anders, weetje, dan kan je-n-op de zaal--vlak
boven--Mozes by 't Doornbosch zien ... als-i eens niet in de hoes
zit. Dat heeft m'n zoon, de jongeheer Flodoard-zelf geschilderd,
heelemaal zelf. Wat zeg je dààrvan? En nu is hy te ... Rome om zich
te oefenen in de Kunst, in 't fyne, weetje, heel in 't fyne van de
Kunst. Want ... dit begrypje toch ook wel, niet waar, er is schilder
en schilder! Je moet niet denken dat de jongeheer Flodoard schilderyen
maakt voor z'n brood. Volstrekt niet, in 't geheel niet! Je begrypt
immers 't verschil wel, zeg?
Die arme knoop! Wouter zette 'n gezicht alsof-i volkomen bereid was
alles te begrypen wat men hem vertellen zou.
--Om z'n brood ... hi, hi, hi, 't lykt er niets naar! Gut, Pompile,
begryp eens, er zouden menschen zyn die dachten dat Flodoard schilderde
... hi, hi, hi ... om z'n brood!
--Ja, papa!
--Neen, mannetje, ik zal je heel wat anders zeggen ... heel wat
anders! De jongeheer Flodoard schildert ... voor z'n pleizier, en
... voor de Kunst. Wat zeg je dáárvan?
Wouter bleef stom van verbazing. Heel goed!
--Voor de Kunst, mannetje! Denk je dat-i wat krygt voor z'n
schilderyen? Zeg, Pompile, je moet 'm toch Mozes by 't Doornbosch
eens laten zien ...
--Ja, papa!
--Zieje, mannetje, dat heeft-i zelf geschilderd, en hy krygt er niets
voor. En 't hangt op de zaal--vlak, vlak hierboven, weetje?--en je
mag 't zien, als de hoes er af is, want ... nu is er 'n hoes over,
omdat mevrouw naar buiten gaat, naar myn Buiten ... Groenenhuize heet
het. En daar mag je-n-ook wel eens komen, want ... daar hangen ook
schilderyen van den jongeheer Flodoard ... dàt zal je zelf zien! Dacht
jy dat-i er iets voor kreeg?
--N...e...e...n, m'nheer, o neen!
--Zoo? Ik dacht dat je dat dacht. Maar zieje, 't is juist andersom. De
jongeheer Flodoard verteert veel geld te Rome, heel veel geld! Zeg
eens, hoeveel geld denk jy wel dat de jongeheer Flodoard te Rome
verteert? Komaan, raad eens!
Och, daarvan stond weer niets in Strabbe! Onze Wouter voelde zich in
pynlyke verlegenheid. De oude dwaas scheen op antwoord te wachten:
--Ja, ja, raad eens! Je mag gerust eens raden!
--Hon...derd... gulden, m'nheer?
--Hi, hi, hi ... hoorje dat, Pompile? Hoor je 't Eugène? Heb je
't gehoord, Dieper? Honderd gulden! Help me onthouden, Eugène,
dat ik die aan mama vertel! Honderd gulden? Honderd gulden? Wil ik
je-n-eens wat zeggen, mannetje? Honderd gulden ... ja! In de maand,
weetje? Honderd gulden in de maand ... wat zeg je dáárvan?
--Hè, m'nheer!
--In... de... maand!
--Hè!
--In... de... maand! Hon...dèrd... gul... den... in... de... máánd!
Wouter zweette.
--Ja, al dat geld verteert hy te Rome. En dat haalt-i ... zeg eens,
by wien denk je dat-i al dat geld haalt?
--By... den...
--Nu, zeg maar op. Spreek gerust uit. Waar denk jy nu wel dat de
jongeheer Flodoard al dat geld haalt?
--By den ... Paus, m'nheer?
Was 't niet jammer dat er niet mocht gelachen worden op 't kantoor van
m'nheer Kopperlith? Wat Wouter aangaat, hy was ditmaal inderdaad iets
minder onnoozel dan-i scheen. Dat wereldsche hoogheid hem altyd door 't
hoofd speelde, was waar. En dat hy, eens zich verplaatsende naar Rome,
aan weinig anders dan pausen en roovers dacht, is ook waar. Toch kwam
z'n malle gissing niet hoofdzakelyk hieruit voort. Z'n onverbiddelyke
partner eischte antwoord. Dit antwoord moest den indruk uitwisschen,
dien z'n onfatsoenlyk-lage-taxatie van Flodoard's vertering gemaakt
had. Om nu zeker te zyn dat-i deze keer niet zoo héél ver beneden 't
peil zou blyven van de ontzettende hoogheid die men hem te bewonderen
gaf, wist-i niet beter dan 't voornaamste te noemen dat hem te Rome
bekend was. Het was hem zeer goed bewust dat-i mis-raadde. Maar om den
oudeheer tevreden te stellen ... och, hy vervulde z'n naastbyliggend
plichtje! En zie ... hy greep minder ver mis, dan de lezer denkt. Al
moest dan de heer Kopperlith ootmoedig erkennen dat-i nog altyd onder
z'n bankiers geen gekroond hoofd had, toch, toch ...
--De Paus? Neen, mannetje, niet de Paus. De jongeheer Flodoard
ontvangt alle maanden honderd gulden op 't kantoor van een ... van
wien, denk je? Ik zal 't je maar zeggen: van 'n ... prins! Niet waar,
Dieper! Ja, ja, mannetje, m'nheer Dieper kan je de wissels laten
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.