De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10

Total number of words is 4481
Total number of unique words is 1676
36.6 of words are in the 2000 most common words
51.1 of words are in the 5000 most common words
57.7 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
Wouter begreep noch dat "groen-worden" noch de daarby behoorende
"peper." Maar ... boeredeern?
Hy wierp 't met z'n geweten op 'n akkoordje, door zich zoowel van
vrees te onthouden als van hoop. En hy trachtte het vurig verlangen
naar Scylla's onechtheid te gebruiken ter aanvulling van de leegte
die deze bestudeerde onverschilligheid openliet in z'n gemoed.
Helaas! Het was voor 't meisjen in Vrouw Gooremest's kroeg wel
de moeite waard geweest, de hand uittestrekken als 'n koningin,
om nu alweer verloochend te worden om-den-wille van ... van wàt
eigenlyk? Femke's kostuum was minder bespottelyk dan de mode-plaatjes
van den dag. Ware zy inderdaad gekleed geweest zooals boeredeerns
gewoon zyn, die zich nog zotter opschikken dan 'n parysche modiste
verzinnen kan... maar dit was 't geval niet. En hierin lag dan
ook geenszins de reden van Willem's nuffigheid. Femke's schuld was
zwaarder dan dit. Ze zag er uit als 'n meisje dat met haar handen
den kost verdient. Ziedaar den gruwel die alle studenten ergeren zou!
En--heel in 't voorbygaan, willen wy hopen--Wouter voelde
zich aangestoken door die kinderachtigheid. 't Was jammer,
't was verdrietig, 't was kleingeestig en ondichterlyk, maar--o,
Caligula!--we zyn zoo! En wie ieder 't hoofd wou afslaan, die zich
ooit schuldig maakte aan zoo'n... menschelykheid, zou veel te doen
hebben. By volslagen wilden, waar koningen hun eigen hout hakken,
vindt men weer andere fouten die even onpleizierig zyn.



Tekstverklaring van Ovidius, door Willem Holsma. Idem door
Rotgans en den auteur. Konflikt op 't Leidsche-Plein tusschen
twee potentaten: Napoleon I, en Minos van Kreta.

Verdienste van 't succes met geestdrift aangebeên,
Kweekt in 't armzalig koor, laaghartigheid alleen.

Onder-weg stelde zich Willem zooveel mogelyk op den voorgrond, door
het leveren eener toelichting van 't stuk dat men straks zou te zien
krygen. Dit kwam hem noodzakelyk voor: "omdat verzen zoo moeielyk
te begrypen zyn, als men niet vooruit weet wat de dichter heeft
willen zeggen." Ik ben zoo vry, deze eigenaardigheid van de "taal
der goden"--er ligt 'n Rotgans in kwarto voor me--kostbaar te noemen.
Maar ook de pedante Willem kende Scylla niet anders dan uit z'n
Ovidius--zonder onzen Vecht-zwaan zou ik 't mensch in 't geheel niet
kennen--en dit verschafte hem gewenschte aanleiding om z'n relaas
optesieren met citaten die wel eenige kans hadden begrepen te worden,
omdat men door 't hotsen van den wagen niet hooren kon dat-i latyn
sprak. Ziehier iets van z'n verhaal... vry overgezet.
Minos was Koning van Kreta, en boos op de Atheners omdat-i ze voor
medeplichtig hield aan den moord op z'n zoon Androgeos. Oorlog dus. Met
z'n leger op-weg naar den hoofdzetel des vyands, stuitte hy op 'n
stad die in één richting minstens driehonderd-en-zestig aardbolgraden
breed moet geweest zyn, want rechts en links was geen ruimte om voorby
te trekken. Ze moest dus belegerd worden. Sommigen betwyfelen die
uitgebreidheid, en beweren dat de krygskundige liefhebbery van die
dagen voorschreef met pyl en boog op de muren te schieten, al kon
men er langs. Dit verschafte veel krygsroem, en gaf tevens aan den
vyand gelegenheid ook van zyn kant 'n vesting te belegeren, waaruit de
heugelyke kans geboren werd, overwinningen te behalen aan twee zyden
tegelyk. De traditie dezer wyze van oorlogvoeren, waarby krygslieden
elkaar zoo lang mogelyk uit den weg loopen, is tot heden toe bewaard
gebleven. Slechts enkele botterikken--Napoleon I, byv.--hielden zich
niet met het beschieten van vestingen op, en de garnizoenen geven
zich in zoo'n geval--behoudens krygseer natuurlyk--ongedeerd over,
zonder andere heldendaden te hebben verricht dan 't beredeneeren der
mogelykheid, dat ze rotten en muizen zouden gegeten hebben... àls ze
belegerd waren geworden.
De stad met welker omsingeling koning Minos zich vermaakte, was
met-een 'n heel Ryk, heette Megara of Alkathoë, en werd geregeerd
door zekeren Nisus, 'n allerbraafst man die aan den dood van
Androgeos even weinig schuld had als de lezer en ik. Eigenlyk zou
Minos--vooral in hoedanigheid van aanstaand zielenrechter in de
Onderwereld--billykheidshalve verplicht geweest zyn, de zaak wat
grondiger te onderzoeken voor hy zoo onbesuisd het beleg sloeg voor
Alkathoë. Maar men is niet volmaakt.
Koning Nisus was in 't bezit van twee byzonderheden. Hy had 'n
indelikate dochter--de Scylla van 't stuk--en 'n purperen haartjen op
z'n hoofd, of één purperen haartje, of maar één haartjen, en dat was
purper van kleur. De lezer mag kiezen tusschen deze drie mogelykheden
die door Willem, Rotgans en Ovidius onbeslist worden gelaten. Wie
nu meenen wil dat deze vorst op dat eene haartje na, kaal was, heeft
er vryheid toe. Ook is 't geoorloofd zich den man voortestellen als
prykende met 'n dikken haarbos van gewone kleur--spierwit kleedt
antieke koningen het best--mits slechts dat eene haartje ... kortom
't was 'n uniek en zeer kostbaar exemplaar. Dit was den onderdanen
van koning Nisus--volgens de laatste volkstelling had hy er, hemzelf
meegerekend, drie dozyn--zeer wel bekend. Stad en Ryk waren trotsch
op dat haartje, meer dan trotsch: 't was 'n waarborg voor welvaart,
'n pand van de welwillendheid der goden, 'n palladium. Iets als onze
Kieswet alzoo.
Maar ... die indelikate dochter! Niemand was bedreven genoeg in
verdorvenheid, om de verregaande ondeugd van haar gemoed te begrypen,
laat staan te voorzien. Eilieve, wat baat 'n purperen Kieswet, als
dochters die zich lieten geboren worden op de trappen van den troon
... maar laat ons Willem's verhaal niet vooruit loopen.
Het haartje zou de stad beschermen. Dit hadden de goden beloofd,
en goden liegen niet. Heel oppervlakkig geoordeeld, zou dus onze
Nisus geen leger noodig gehad hebben, tegen welken vyand ook. Een
flinke schildwacht op de kruin van z'n hoofd, moest voldoende geweest
zyn. Maar dit scheen weer te stryden tegen aloude beginselen van
krygskunde. Wel stond het vertrouwen dat de goden den Staat zouden
beschermen, onwrikbaar vast, maar ... men mocht de goden te-hulp
komen met militie, schuttery, landstorm, torpedo's, krygsliederen
en naaldgeweren. Als ik 'n heidensche god was geweest, zou ik dit
wantrouwen in de kracht van m'n bescherming heel kwalyk genomen hebben,
en ik had ieder in den steek gelaten, die my 't werk uit de hand
nemen wou. Ook in dit opzicht alzoo heeft het christendom weldadige
vruchten gedragen. In alle landen waar men door 'n waar Geloof 't recht
verkreeg op God te vertrouwen, is de krygsdienst finaal afgeschaft en
de begrooting van "Oorlog" begrepen in 't budget van "Eeredienst." Dit
is zuinig en rationeel. Maar Nisus was 'n heiden, en had dus verkeerde
begrippen over 't gebruik van theologie in krygskunde. De onnoozele
stumpert zette z'n heele leger achter de wallen van z'n ... Ryk, om
zich daar te verschuilen voor de pylen van Minos en al die Kretenzers.
De ondeugende Scylla nu was niet afkeerig van das Militär, en
wandelde parmantig op den muur. Nog proëminenter vertoonde zich van
zyn kant koning Minos, en wel zóó dat de jonge prinses smoorlyk op
hem verliefd werd. Niets natuurlyker. Z'n eerbiedwaardige ouderdom,
z'n gebukte houding, z'n lange gryze baard, en misschien ook z'n
aanstaande verheffing in de onderwereld--onze Scylla kende haar
mythologie op 'r duimpje!--dit alles was wel in-staat het hart van
'n treurspelmaagd in gloed te zetten. Zoo waren de tooneelmeisjes in
dien tyd. Men kon nooit te bejaard, te krom of te krygskundig wezen,
als ze maar zeker waren dat haar liefde eenmaal zou noodig zyn tot
het samenflansen van verzen of echt-vaderlandsche treurspelen.
Zielkundig gesproken, er bestond voor Scylla nòg 'n reden om den ouden
Minos byzonder interessant te vinden. Venus' dartel wicht heeft veel
koorden op z'n boog. Ze had medelyden met hem. En hier was reden toe.
Met 'n heelen stoet soldaten--men telde in dien tyd duizend krygslieden
op één onderdaan: 'n byzonderheid die 't regelen van de konskriptie
tot 'n moeilyk vak maakte!--met 'n groot leger dan, was de man van
heel ver gekomen. Hy gaf zich de moeite Akathoë te belegeren volgens
alle regels van de kunst, en 't was háár bekend dat-i het strand
ploegde... om dat purperen haartje! Arme Minos!
Hy scheen alweer verzuimd te hebben, vóór z'n oorlogsverklaring
nauwkeurig te onderzoeken wie en wat er zou te bestryden wezen. Het
schynt dat men in oude tyden vry los over de toebereidselen tot
'n oorlog heenliep. Volgens Ovidius was Minos-zelf zoo byzonder
slordig niet, maar de goden hadden hem gestraft met 'n minister die
op allerzonderlingste manier omhoog was gevallen, en den Louvois
spelen wilde om te worden aangezien voor iets wezenlyks. Hierom dan
ook had-i alle onderzoek naar de voorgewende medeplichtigheid van
Nisus aan Androgeos' dood, weten te verydelen. De casus belli die
hy zoo hoognoodig had voor de zeer partikuliere industrie van z'n
ministerschap, mocht eens niet bestaan, wat toch jammer zou geweest
zyn. Het zedelyk krygsbeginsel in die onbeschaafde dagen schynt
voorgeschreven te hebben: eerst vechten, en dan vragen waarom? Zoo-iets
zou thans niet kunnen gebeuren, omdat onze parlementen rekenschap
van oorlogsverklaringen vragen, en ook bovendien niet dulden zouden
dat de res publica beheerd werd door zulk soort van ministers.
Doch zelfs deze onvolkomenheid in de ouwerwetsche manier van regeeren,
werkte Scylla's al te gevoelig hart ten-kwade mee. O goden, zuchtte zy,
zou ik den man niet beminnen, die op z'n ouden dag zóó'n minister te
torschen heeft? En zonder Parlement nogal!
Het schepsel preekte zich voor, dat haar verliefdheid 'n ware deugd
was. Zoo waren de meisjes in die dagen.
Ovidius knoopt aan dit alles eenige niet onbelangryke beschouwingen
over liefde en artillerie, en wel bepaaldelyk over de vorderingen die
't gebruik van schietwapenen in onze dagen gemaakt heeft. Misschien
ook, zegt-i, zou men genoodzaakt zyn, zekeren evenredigen achteruitgang
te konstateeren, òf in de beminnelykheid van ouweheeren, òf in de
ontvlambaarheid van 't vrouwelyk geslacht. Ziehier de gronden waarop
hy, redelyk scherpzinnig voor 'n heiden--Ovidius was Hollander noch
Christen--z'n stellingen bouwt. Er blykt uit het feit der zaak-zelf,
dat Minos door Scylla kon gezien worden van naby genoeg om haar
verliefd te maken, en tevens dat ze niet gedood of gewond werd door
'n kretenser pyl. Ook de voor Scylla zichtbare Minos werd niet
geraakt door de scherpschutters uit de stad. Wat volgt hieruit? Dat
in die dagen de schootvèrheid der liefde, die van 'n pyl uit den
boog teboven ging. Welke grysaard, welke man, welke jongeling, zou
heden-ten-dage kans zien 't hart van 'n maagd te treffen op meer
dan chassepot-afstand?
Aan 'n beslissing waagt zich Ovidius niet. Hy stipt slechts aan, en
laat den lezer kiezen. Ook den laaghartigen oorlog met Atjin gaat-i
stilzwygend voorby, en zegt alleen dat Scylla doodeenvoudig besloot
haar lieveling Minos krachtdadig te-hulp te komen, en wel door haar
vaderstad te onttrekken aan de bescherming der goden. Om dit doel
te bereiken, sluipt zy op de teenen in de slaapkamer van haar vader,
en plukt hem--heu facinus: o gruwel ... ja, 't wàs gemeen!--dat ééne
kostbare haartjen uit, en progressa porta per medios hostes, komt ze by
Minos aan: pervenit ad regem, juist waar ze wezen wou met dat haartje.
Vorst Minos was 'n kreuzbraver Kerl die o.a. zelf kinderen
had. Waarschynlyk dacht-i tevens aan z'n eigen haren, en aan 't malle
figuur dat-i eenmaal maken zou als onkreukbaar zielenrechter, wanneer-i
nu die ondeugende dochter styfde in haar verkeerdheid. Misschien ook
vond-i haar niet mooi. Hoe dit zy, principiis obsta: hy noemde haar
kort en goed 'n monster, en gebood...
--Wy zyn er, riep mevrouw Holsma. Wat 'n drukte! Ik wou dat ik al
weer goed en wel thuis zat by m'n kleinen Erik!
Sietske vertelde dat ze zoo benieuwd was naar 't uittrekken van
dat eene haartje, en of men uit de verte zou kunnen zien dat het
purper was?
--'t Staat er zoo, kind! Crinis purpureus. Stap uit, en hou je jurk
wat by-een, om 't wagensmeer... puelletje!
De familie nam de plaatsen in, die dezen avend achter in 't
parterre bestemd waren voor de leden van den stedelyken raad, en hun
gezinnen. Ze kwam nagenoeg te zitten onder den rand der loge waarin
ze anders gewoon was de voorstellingen bytewonen.
Die loge was nog altyd leeg. De hooge, hoogere, hoogste, en
byna-allerhoogste personen die haar dezen avend vullen zouden, waren
nog niet verschenen, en Wouter had dus ruim tyd om te bekomen van
den indruk dien de Schouwburgzaal op hem gemaakt had: dit was alzoo
de Komedie, de ware!
Hy verslikte z'n teleurstelling over de blykbaar echte geboorte van
Scylla, en keek nieuwsgierig rond. Z'n gedachten wiegden zich op
't gesuis dat hem omgaf. De toedrang was groot. Alles praatte en
fluisterde. Men twistte over de plaatsen. Men schoof voorby elkaar
heen. Men verschikte z'n kleeren. Men vertelde 't nieuwste nieuws van
't hof. Men voorspelde wie dáár zitten zou, wie 't eerst zou komen,
wie plaatsnemen moest achter den keizer, en wie achter den Koning. Men
berekende waar de prinsen zouden zitten--die ééne ook, wiens vader
herbergier was, en die zich zoo grappig kleedde--en wat de hooge
heeren en dames zouden bestellen uit het buvet. Men psjstte om 'n
stoof, en loofde fooien uit. Men leende elkaar het tooneelbriefjen,
en verzekerde dat de affiches die daarboven vastgesteld lagen op den
karmozyn-fluweelen rand van loges en balkon, gedrukt waren op satyn
van zóóveel stuiver de el. Men beoordeelde ook het stuk, en zei dat
het gekozen was...
--Rotgans is 'n eerste dichter!
--Hm! Eigenlyk 'n tweede of ... derde!
Onder ons, lezer, eenmaal aangeland in 't verzenmakersgild, is dit
alles zoowat hetzelfde.
--Hy is maar 'n dichter van den zevenden rang, zei 'n ander.
--Waarom dan 'n stuk van hèm? We hebben toch ànderen, mannen die
... klinken als klokken!
--Zeker, zeker! Bilderdyk, by-voorbeeld, 'n ware feniks!
--Waarom dan Rotgans?
--Och ... die vreemdelingen verstaan er toch niets van. We kunnen
laten spelen wat we willen.
--'t Is jammer van den Floris...
--Die was er expres voor gemaakt, en zou dus wel mooi geweest zyn.
--Ik hoor dat de akteurs te lui waren om hun rollen te leeren.
Neen, dàt was de oorzaak niet! Er zit heel iets anders achter. Onze
Bilderdyk is 'n vaderlander...
--Van belang!
--'n Hollander in z'n hart!
--'n Echte!
--Zeker heeft-i in z'n stuk die vreemde kerels...
--Sjt!
... niet genoeg gevleid. Dat doet geen ware Hollander!
--Neen, dat doet geen Hollander ... nooit!
--Sjt!
Alles stond op. Er was reden toe. Een lakei vertoonde zich op den
achtergrond der koningsloge, waarschynlyk om te zien of de kussens
wel behoorlyk op de fauteuils lagen.
--Ze lyken allemaal wel mal! Optestaan voor 'n lakei, voor 'n
mostertjongen!
Aldus spraken sommigen, die toch precies 'tzelfde hadden gedaan als
de ons reeds eenigszins bekende zondebok: Ze, en Wouter werd hier
weer levendig herinnerd aan de eigenaardigheden van de "massa". Ook
maakte hy de opmerking dat men niet juist by de Pietersens heeft te
komen, om zich gestuit te voelen door dat eeuwig verschil tusschen
indruk en uiting. "Zou dit overal zoo wezen, dacht hy, en is dit nu
de bekwaamheid die ik me moet eigen maken om iets te worden in de
wereld?" Koningen van Afrika waren eigenlyk de heeren wier gesprekken
hy beluisterde, niet, maar zeer aanzienlyke menschen toch. Daar waren
dokters onder, geleerden, leden van den stadsraad, jazelfs groote
koopluî ... misschien wel m'nheer Kopperlith in eigen persoon. Met
eenige tusschenpoozen, veroorzaakt door 't plaats-nemen van nieuw
aangekomenen, werden deze en dergelyke gesprekken voortgezet.
--Maar waarom dan juist iets van dien Rotgans?
--Z'n Boerenkermis is heel aardig.
--Man, hoe kan je 't zeggen! 't Is 'n onfatsoenlyk stuk, vol gemeene
woorden.
--Nu ja, maar ... aardig toch!
--Dat weet ik niet. Ik heb 't nooit gelezen, omdat het zoo gemeen
is. In poëzie gaat by my niets boven deftigheid, en wat niet deftig
is...
--Och, wat geeft zoo'n Keizer daarom?
--Ik begryp heel goed waarom ze van-avend 'n stuk van Rotgans
spelen. Hy droeg altyd z'n stukken op aan een van de Huydekopers. Dàt
is de zaak!
--Hy was van de familie.
--Juist! Misschien wil een van de schepens, als de Keizer 't stuk mooi
vindt, hem zeggen: Sire, de dichter van die... Scylla, of hoe heet
de man?--die Scylla is 'n bloedneef van me, om uwe Majesteit te dienen.
--Gekheid! Wie zal grootsch wezen op de verwantschap met 'n man die
komedies maakt?
--Hm ... in Frankryk is dat anders, heel anders!
--Bovendien, Rotgans was zoo'n minne man niet. Hy had 'n
buitenplaats aan de Vecht.
--Dat moeten ze dan den Keizer er by zeggen.
--De hoofdzaak komt neer...
Weer 'n lakei. Alles vloog omhoog als duveltjes uit 'n
surprise-doosje. En alles--op de zwygende Holsma's na--schimpte weer
op de verdoemelyke karakterloosheid van "ze".
...de hoofdzaak komt neer op de toespraak van Thomasvaer. Dit zeg
ik maar!
--Daarin zal dezen keer 'n echt-vaderlandsche geest heerschen, naar
ik hoor.
--Ja... echt-vaderlandsch! 't Moet heel mooi zyn. De prefekt van
policie heeft 't zelf gezegd. Er zyn drie gezworen translateurs by
te-pas gekomen. Je begrypt dat men zich zooveel moeite niet geven
zou voor 'n prul?
--Zeker niet! En de vertaling is naar Parys geweest? De minister
heeft er eigenhandig op geschreven: approuvé!
--'t Is toch maar altyd 'n zékere waarheid, dat ze-n-in 't buitenland
eerbied hebben voor onze letterkunde.
--O ja, en voor ons karakter!
--Er is geen beter volkskarakter dan 't hollandsche.
--En geen beter letterkunde! Die is... echt-nationaal.
--Dat zegt de Préfet de Police ook. Hy laat alles vertalen wat er
uitkomt. Wat hem vooral bevalt, naar ik hoor, zyn onze alexandrynen ...
--Nu ja, en 't karakter!
--Zeker, 't karakter ook. Maar de alexandrynen zyn even lang als die
van Racine, en dat 's juist het mooie. Ik ben zeer benieuwd naar de
maat van Thomasvaer. Korte regels kan ik niet verdragen...
--Hm! Bellamy's Roosje dan?
--Ja, en z'n: Schoone maan, zeg, ziet gy heden...
--En z'n: 't Was nacht toen u uw moeder baarde...
--Mooi, hoor!
--En z'n: Oproeping aan de Bataafsche jongelingen, om den
Engelschman te bestryden. Dat's óók geen gekheid!
--En z'n toespraak: Aan de vaderlandsche meisjes. Dáár zit pit in,
hè? Weetje wat-i zegt? Hy zegt:

Indien ik ooit ontaarde
Van Vaderlandsche fierheid,
Dan moet gy, waardste Fillis...

Weer kwam 'n lakei deze echt-vaderlandsche ontboezeming afbreken. De
man inspekteerde ditmaal de kussens in de loge der Palatine die
byzonder graag op 'r gemak zat. Als door 'n veer bewogen, stond het
heele Publiek op. Die groene rok met gouden tressen ...
--Och, 't is weer zoo'n doodeter. 'k Wou dat de vent...
En teleurgesteld nam men weer plaats. De liefhebber van korte verzen
waarin echt-vaderlandsche "pit" zat, liet zich niet van z'n stuk
brengen:

Indien ik ooit ontaarde,
Dan moet gy my verachten,
Dan moet gy my vervloeken!

--Dat's táál, hè?
--Heel mooi, maar ik houd meer van alexandrynen. Ze zyn honderd
percent deftiger, dunkt me.
Het gegons werd gedurig sterker. De keeren dat het Publiek misleid
werd door dezen of genen die de deur van een der loges opende--'n
foppery die telkens op 'n te-loor gaande eerbiedsbetuiging te staan
kwam--waren niet meer te tellen. Men begon te morren, maar... zacht,
zeer zacht, zoo zacht als maar gemord worden kan.
Wat onzen Wouter aangaat, hy vond alles vreemd, maar tot behoorlyke
ontleding van z'n indrukken was-i niet in-staat. Voor den tienden
keer reeds sedert twee dagen, verdrongen de gebeurtenissen die hem
overstelpten, de aandoeningen van 'n oogenblik te-voren. Hy was er
duizelig van. Tot zelfs de eigenaardige reuk van de zaal, bracht het
zyne by tot verdooving van z'n begrip. Zoo-even in 't rytuig nog,
had-i zich ingespannen om iets te verstaan van Willem's vertellinkje,
en ook de daarvan opgevangen indrukken waren nu reeds uitgewischt,
of althans zeer vermengd met iets anders. Hy geleek op 't lang
gebruikt leiblad van den schoolknaap, waarin de oude krassen 't later
schrift onleesbaar maken zonder baat voor eigen duidelykheid. Op 'n
palimpsest dat ingewyd werd met catullische zangen, daarna dienst
deed als afstandwyzer van germaans-romeinsche castra, vervolgens
'n spikspelder nieuw systeem van--nogal oude--wysbegeerte op z'n
rug droeg, en eindelyk tot ons kwam als lofzang op de H. Maagd,
gratiâ plena. Er behoort veel geduld toe--en scheikunde--om al dat
overpleisterd menschenwerk uit elkaar te houden. En wanneer nu,
gelyk hier 't behandeld palimpsest, zelf 'n mensch is... 'n codex,
zooveel moeielyker te ontwarren dus dan elk ander geschrift...
Zoo goed mogelyk luisterde hy naar de gesprekken om hem heen. De graad
van belangrykheid der opmerkingen die hy hoorde maken, herinnerde
hem eenigermate aan de godzaligheid van pater Jansen, die hem zoo erg
was tegen-gevallen. Al die voorname heeren zeiden òf gewone dingen,
òf erger. De Holsma's waren de eenigen die niet spraken. Eens slechts
hoorde hy Oom Sybrand die naar 'n loge wees, iets zeggen, en 't kort
gesprek dat daaruit voortvloeide:
--Ik denk dat ze dáár zitten zal... àls ze komt!
--'t Zou me leed doen, als ik m'n kleinen Erik had alleen gelaten
voor niemendal, antwoordde mevrouw Holsma.
--Nu, Femke is vertrouwd!
--O ja! Maar 't drukt me dat ik hier zit, terwyl m'n kind ziek is. Lang
wacht ik niet op haar...
--'t Is de vraag, of ze gelyk komt met de anderen. Ik hoorde zeggen
dat ze veel luimen heeft, en die altyd in-volgt. Aan etikette stoort
ze zich niet. Dat schynt in 't bloed te zitten.
--Als ze 'r om tien uur niet is, ga ik heen. Héél veel belang stel
ik niet in de zaak...
De beteekenis van dit gesprek hield Wouter maar weer kort bezig. Hy
had ter-nauwernood tyd zich de vraag voorteleggen, wie toch wel de
persoon wezen kon, die oorzaak scheen te zyn dat mevrouw Holsma tegen
haar zin het ziekbed van den kleinen Erik verlaten had.
Een groote beweging in de zaal, dwong tot aandacht. Men hoorde een
oogenblik haastig schuifelen... alles rees op, en bleef ditmaal
staan ...
Een... Keizer of zoo-iets, betrad de koningsloge. Wouter zag er weinig
van. Hy hoorde fluisterend behandelen wat er geschiedde. Z. M. was
haastig naar den voor hem bestemden fauteuil gestapt, niet zonder
'n paar stoelen omver te loopen, die hem in den weg stonden...
Dit was de niet onpraktische gewoonte van Zyne Keizerlyke
Majesteit. Vivat sequens!
...hy had daarna 'n oogenblik--één oogenblik maar--in de zaal
rondgezien, éven geknikt, als iemand die byna geen tyd heeft om
te zeggen: "'t is wel!" en daarna z'n fauteuil met 'n ruk schuins
naar-achter gehaald. Hy liet zich daarin neervallen, en 't Publiek
kon weer gaan zitten... nog niet voor goed.
Ook de andere loges werden nu als door 'n tooverslag gevuld. Men
zag zonderlinge kostumes: de "Wede. Maaskamp en Zonen!" Dames met
lyven van drie duim, en 'n schoot van byna zooveel ellen. De boezems
zweefden tusschen kin en ceinture. Kleine pofmouwtjes wisten zelf
niet, of ze dienen moesten tot bedekking van den bovenarm of van den
schouder. Maar dit te-kortschieten werd eerlyk aangevuld door witte
kabretleeren handschoenen, die van den pink tot den oksel reikten. Op
't hoofd droegen de dames tulbanden, toques, bloemtuinen... dáár
was wat te plukken gevallen voor Scylla! Maar al wat er leelyks te
zien was, werd overtroffen door de onuitstaanbare militaire kostumes
van dien tyd. Wie die steeken en chakots gezien had, begreep terstond
waarom de vyand altyd zoo verschrikt op den loop ging. Die aanhoudende
vlucht ontstond uit schoonheidsgevoel.
De muziek speelde...
't Spreekt vanzelf... daar wàs ze weer, de lyzige melodie van den
dapperen Dunois!
Een vreeselyk geraas stoorde op-nieuw onzen Wouter in het toegeven aan
de herinneringen die deze lamentable deun in hem opwekte. Ook immers
gisteravend op de straten, was dat lied de tolk van... van... nu ja,
van geestdrift niet, maar van de zucht toch om zich aantestellen
alsof men byzonder verheugd was. En zelfs by Vrouw Gooremest...
Debout... debout! werd er geroepen. Een der hardste schreeuwers was
de man van de korte verzen, waarin zooveel echt-vaderlandsche "pit"
zat. En alles schreeuwde mee: debout! Men moest opstaan voor den:
jeune et beau Dunois!
Reeds was de muziek gevorderd tot de strofe: de bénir ses exploits,
toen er met 'n bundel papier vry driftig op den rand der koningsloge
werd getikt, juist op de plaats waar men berekenen kon dat de Keizer
zat. De Holsma's recht naar-boven ziende, werden slechts 'n stuk van
den zonderlingen hamer gewaar, waarmee Z. M. de maat sloeg...
De maat? 't Mocht wat! Het geklepper met dat pak dokumenten, in der
haast saamgevouwen tot dirigeerstok, sloeg heel wat anders dan de
maat! Ieder die in 't parterre zat, kon aan de angstige blikken die
uit de loges naar den vreemdsoortigen kapelmeester werden geworpen,
duidelyk bespeuren dat er iets haperde, schoon men van-beneden-af de
oorzaak niet begrypen kon. Deze werd dan ook niet spoedig geraden,
zelfs niet door de bewoners der hoogere sfeeren. Ook de Palatine, juist
bezig haar lievelings-vyandin, de Hertogin-titulair van Groenland, heel
hartelyk te verwelkomen in de tegenover liggende loge, raakte in de
war, wat anders de gewoonte van deze dame volstrekt niet was. De koord
van haar joujou krinkelde, en 't ding bleef levenloos hangen, als 'n
geëxekuteerde. Dit was hem in de hand der Palatine nog nooit overkomen!
De Keizer stond op, en tokkelde met z'n rol papier als 'n razende.
Een afgescheurd driehoekje schrift warrelde tegenzinnig omlaag. Wie
't opving, kon te weten komen dat er wat aan-de-hand was met Kykduin en
't perfide Albion.
Onze verstoorde tamboer stond op, en zette een gezicht als 'n
izegrim. Een dame die naast hem zat, scheen genade te vragen,
maar hy luisterde niet, en ranselde hoe langer hoe heftiger op 't
fluweel van de balustrade, zoodat het stof er uit vloog. Lakeien,
koningen, kamerheeren, maarschalken, adjudanten, aides de camp,
schoten toe. Maar Z. M. verkoos niet te zeggen wat hem zoo boos
maakte. Hy verwaardigde zich alleen, het hoofd te schudden, en den
roffel 'n oogenblik aftebreken, om met z'n papieren trommelstok naar
't orkest te wyzen. Men had nu vryheid, te raden wat dit beteekenen
moest. De bevolking van de voorste loges gaven den orkest-direkteur
te kennen, dat de schuld der stoornis aan hem scheen te liggen, en
siste hem van alle kanten toe. De man schrok, en bleef als versteend
staan, met z'n maatstok zuid-oost half-oost in de lucht, dat hier
zooveel beteekende als heelemaal buiten-west. 'n Plotselinge stilte
verving nu 't geraas, en liet verraderlyk toe, dat men heel duidelyk
'n te laat ingehouden vaderlandsch nagalmpje te hooren kreeg. In
den engelenbak namelyk--dezen avend bezet door fatsoenlyke burgers,
want alle standen waren 'n graad of tien in waarde gedaald, omdat de
markt van rang overvoerd was--in den engelenbak had 'n onverlaat zich
de magere voldoening gegund: al is ons prinssie te zingen, wèl bedekt
natuurlyk onder de noten van koningin Hortense's prachtstuk.
Was zy de dame die om genade gesmeekt had voor haar liedje? Misschien
wel. Maar de lezer weet nu eenmaal, dat historische juistheid me
byzaak is, omdat ik my de verplichting opleî, juister te zyn dan de
Historie. We hebben hier noch met stellig gebeurde feiten noch met
datums te doen, en trachten slechts mogelyke indrukken te schetsen,
en menschen te teekenen zooals de denker zich kan voorstellen dat ze
geweest zyn.
De stoornis was pynlyk. Allerlei waardigheidbekleeders vlogen als
opgejaagde vleermuizen heen-en-weer, en de arme orkest-direkteur
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.