De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01

Total number of words is 4413
Total number of unique words is 1525
38.6 of words are in the 2000 most common words
54.5 of words are in the 5000 most common words
60.9 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.

Multatuli
De Geschiedenis van Woutertje Pieterse
Opnieuw verzameld uit de "Ideen"
Door
Dr. J. van den Bergh van Eysinga-Elias

Tweede Deel

Amsterdam--Uitgevers-Maatschappij "Elsevier"--1921




N.V. Electr. Drukkerij "Volharding" Ceintuurbaan 250 Amsterdam



Voornaam bezoek. Koningen en oliekoeken. De gesprekken van de
"massa." Catapultische inspatting van de "massa." Où peut-on être
mieux? Zweven en vallen. Helaas! De auteur is beschaamd over z'n
held, en bevreesd dat dit wel 'ns meer zal gebeuren.

Gedurende den loop der week die Wouters tweede plaatsing "in den
handel" vooraf ging, werd-i door 'n drie- viertal ontmoetingen zoo
vreemd heen-en-weer geslingerd, dat-i zich byna suf voelde, en veel
moeite had om z'n hoofdje heel te houden.
En z'n hart ook!
't Was donderdag. Stoffel kwam thuis met 'n belangryk bericht. De
Koning--ik weet weer niet welke koning--was onverwachts in stad
gekomen, en zou den volgenden avend of 'n dag later den Schouwburg
bezoeken. Alles was in rep en roer, want in republikeinsche landen
hecht men veel waarde aan titels, pronk en geboorte.
Meer nog dan naar gewoonte was de nieuwsgierigheid des Volks
ditmaal gespannen, omdat veel buitenlandsche vorsten--waaronder
zelfs 'n Keizer--Z.M. waren komen bezoeken. En van uit z'n
residentie--Utrecht? 's-Gravenhage? Haarlem?--zouden die aanzienlyke
vreemdelingen 't Hof naar Amsterdam volgen. 't Was dus deze keer
'n praal mit Umstände, met 'n sleep.
Het republikeinsche Volk zou niet alleen 't aangezicht te zien
krygen--of 'n slip van den rok--des tirans, maar tevens aangezichten
en rokspanden van veel andere tirannen, om nu niet te spreken van
tiranninnen.
De vrouwtjes die gewoon waren oliekoeken te verkoopen op den dam--'n
pleintje dat de stedelyke regeering zich veroorloofde te verhuren
als markt--dreigden de stad met 'n proces.
't Was dan ook zeer hard, dag-in dag-uit huurgeld voor plaatsen
open-luchtgebruik te betalen voor de kans om 'n paar oliekoeken te
slyten aan de straatjeugd, en nu op-eens verjaagd te worden omdat
Z. M. zich aan "het Volk" zou vertoonen op 't balkon van het gewezen
stadhuis.
Mocht hy die vrouwtjes niet zien? Moest de oliekoek-industrie 'n
geheim blyven? Vreesde men voor namaak, voor onvorstelyke konkurrentie?
Of mochten die olievrouwtjes en haar koeken den Koning niet zien? Was
ook hy misschien bevreesd voor onedel nabaksel van z'n majesteit? Dit
zouden noch de vrouwtjes noch de oliebollen gedaan hebben.
Hoe dit zy, de kraampjes werden weggeruimd, en de verjaagde
industrieelen behielden alleen het recht zich privatim onder de
menigte te dringen, die straks roepen zou: "leve... dit of dat!" naar
den eisch van 't oogenblik. Ze mochten meeschreeuwen ook.
't Is eigenlyk heel vreemd dat vorsten sterven. Al die vivat's schynen
niets uittewerken.
De drukte in de stad was ditmaal ongewoon groot, door en om al de
vreemde Hoog- en Doorluchtigheden die den tiran by deze gelegenheid
vergezelden.
Daar was--naar men uit de couranten vernam--de prins van Caramanie,
die aanspraak had op de byzondere sympathie des Volks, wyl men
had uitgerekend dat een van z'n voorouders kapitein was geweest
in Staatschen dienst, en dus... z'n bloed had vergoten voor de
Nederlandsche vryheid.
Dit bloed--en misschien ook de vryheid--was 'n krantenverzinsel. Maar
dat onze prins 'n groenen rok droeg met dikke gouden nestels, was
waar. En op z'n hoofd had-i 'n byzonder grooten steek. Men kon dus
by de eerste gelegenheid zeer gevoegelyk roepen:
Leve de prins van Caramanie!
Onder de hooggeboren persoonlykheden bevond zich ook zekere Hertog
die uit z'n land was gejaagd wegens z'n deugden. De man was spaarzaam
en huishoudelyk. Nooit had-i zichzelf te-kort gedaan. Toch was-i door
't dom gepeupel onttroond, en met 'n schepel diamanten over de grenzen
gezet. Van deze diamanten zoud-i nu in Amsterdam 'n paar dozyn laten
zien, en wel in hoedanigheid van roksknoopen en rottingknoppen. De
couranten vermaanden dus 't Volk tot den allerwelstgemeenden roep:
Leve de Hertog met z'n diamanten!
Prinses Erika was 'n nicht van den Koning, en bestemd voor den
troonopvolger van 'n groot Ryk dat te Zaandam timmeren geleerd, en dus
aan Nederland z'n carriere te danken had. Dat Ryk zou de Nederlandsche
staatsschuld betalen--zoo verzekerden eenstemmig de kranten--als men
nu maar braaf schreeuwde:
Leve prinses Erika!
De oude Paltsgravin van Aetolie stamde rechtstreeks af van zekeren
ridder die z'n stalknechts liet bedienen door Lusignans. De couranten
betoogden dat het den waren republikein paste, in dit byzonder geval
bewys te geven van heraldische ontwikkeling, door met byzonderen
nadruk aantedringen op de levensverlenging van die hoogheid. Men
moest dus roepen:
Leve de Paltsgravin van Aetolie!
De Groothertog van Ysland was de welgeslaagde kleinzoon
van 'n kroeghouder. Z'n verdiensten waren drie krantkolommen
lang... brevier-letter, en nauw gezet. 't Volk moest dus even nauwgezet
wezen in 't waardeeren. De man was meester op kling en bâton, en kon
zelfs--met 'n beetje inspanning, nu ja--hy kon z'n naam zetten. Langs
'n oceaan van afgronden--zoo zei de krant--had-i zich vervolmaakt
tot zwager van 'n halfgod. Ook was-i gewoon zich te kleeden als 'n
koorddanser. Wie dus 't belang des Vaderlands op 't onbesmet harte
droeg--zoo zei de krant--kon niet laten uit zeer onbeklemde borst
meeteschreeuwen:
Leve de Groothertog van Ysland!
Er waren nog meer potentaten en potentaatgenooten die Amsterdam
vereerden met 'n bezoek. Ze hadden gehoord dat die stad eigenlyk:
"la Venise du Nord" heette, en... interessant was, zeer interessant!
En de hollandsche haring! Delicieus! Maar... de Hollanders weten er
niet mee omtegaan: ze moet gebakken zyn.
En de hollandsche schilderschool! "Rambrànn... magnifique!"
Er waren nog meer dingen in Holland byzonder goed, gelyk met
neerbuigende vriendelykheid door al die hoogheden werd erkend.
--Il paraît qu'un certain Wondèle a écrit des choses, des
choses... mais des choses... passablement bien!
En de dyken! De Katwyksche sluis...
Lezer, géén kronologie, wat ik u bidden mag!
...die sluis: gigantesque! De hollandsche natie houdt zich in
de snipperuren die 'r overblyven na 't haringkaken en kaasmaken,
by-voorkeur bezig met het breidelen van elementen. Dit was met
schaatsryden en harddraven 't meest geliefd--geliefkoosd, zeiden
de kranten--volksvermaak.
Nu reeds kan ik den lezer verzekeren dat het voorname gezelschap met
minzame tevredenheid ons land weder verlaten heeft.
De eenige persoon die 'n gansch anderen--doch daarom geenszins
tegenovergestelden--indruk meenam... neen, zóó ver mag ik m'n Wouter
niet vooruitspringen. Ook 'n schryver heeft z'n plichten.

Den eersten avend zou er geïllumineerd worden. Tweehonderd
vyftig duizend vetvlammen zouden de geestdrift van het Volk
verkondigen. Geestdrift, voor wàt eigenlyk? Tweehonderd vyftig duizend
vurige tongen zouden roepen: hosiannah! Gezegend wie komt in den
naam... in den naam van wàt eigenlyk? Hosiannah voor wien, voor wàt?
Nu, dit is 'n Volk onverschillig. Er was praal, pracht en pronk. Er
was drukte. 't Volk heeft iets van kinderen die zich verheugen in
'n verhuisboel, in 'n sterfgeval, in 'n brand, in alles wat hurry en
bereddering veroorzaakt.
Wouter had verlof bekomen de illuminatie te gaan zien. Hy getroostte
zich het domme gezicht te zetten, dat by zulke gelegenheden gebruikelyk
is, en hoorde de praatjes van de menschen die hem omstuwden, zonder
acht te slaan op de leegte van die praatjes.
--Nou, dat 's me 'n ook 'n ulleminatie! Negen pitjes voor zoo'n
groot huis!
--Twaalf! riep 'n ander.
--Né, negen!
--Twaalf!
--Negen!
--Drie... drie... drie, en... kyk dáár: drie! Dat's twaalf, of ik heb
't mis!
--Né, die drie hooren er niet by. Dat's van de verdieping, weetje? Want
de verdieping is verhuurd. Dat wéét ik.
--O, als je zóó meent! Ik wil maar zeggen dat viermaal drie, twaalf
is. Wat zeg jij, Hannes?
Hannes vond het ook. Enz.
--Tot hoe lang zouden die pitjes branden?
--Wel tot... één uur.
--Dat geloof ik niet.
--Ik wel!
--Ik niet! Enz.
--Heb je-n-al gekeken op de Sukkelgracht?
--Och, 't is er niet mooi.
--Nou, mooier als hier!
--Ja.
--Neen. Enz.
--Zeg, dring zoo niet!
--Ik kan 't niet helpen. Ze dringen my ook.
--De menschen lyken wel mal. Altyd dringen ze zoo.
--Ja, niet waar? Altyd dringen ze. Weet je wat ik zeg? Ik zeg dat de
kalverstraat eens zoo breed wezen moest.
--Ja, eens zoo breed. Want... weetje, wat het is? Hy is te smal. Dat
is het!
--Ja, hy is te smal.
--En daarom dringen de menschen zoo, weetje! Enz.

Wouter's eigen rykdom was hem te onbewust dan dat hy zich kon ergeren
aan de walgelyke armoed van geest, die by zulke gelegenheden zich alom
vertoont. De tyd was nog niet aangebroken dat-i rilde by 't áánzien
van geestelyke naaktheid. Hoogstens zoud-i bedroefd geweest zyn als
z'n blik gerust had op slechtgevoede lichamen, op 'n bedelfamilie in
lompen gekleed.
Heel veel moralisten, romanschryvers en vooral staathuishoudkundigen,
zyn heden-ten-dage nog niet veel verder dan onze kleine jongen in den
tyd der vetpitjes. Zou misschien hiervan de oorzaak zyn dat stoffelyke
armoed zich makkelyker laat schilderen? En... genezen?
Zulke gesprekken zyn toch zoo diepzinnig niet. Ieder kan ze
schryven. Ieder lezer kan ze vermeerderen tot het oneindige toe. Aan
modellen van geestelyke nietigheid is waarlyk geen gebrek.
Inderdaad, de kalverstraat was wat smal, en... "de menschen drongen
zoo!"
Wouter werd meegedrongen, en voelde iets als schaamte. Zeker! Was-i
niet: "massa" op dit oogenblik? Dat-i stompen en stooten kreeg,
hinderde hem minder. Kleinzeerig was-i niet.
Maar: "de menschen drongen zoo!"
Weldra was er voor stomp en stoot geen geschikte ruimte meer.
Men werd geknepen, en wie ten-gevolge van 'n laag zwaartecyfer minder
dan anderen aan 't aardsche gehecht was, rees van den grond. 'n
Allergekst excelsior! Wouter werd gedragen, en zag heen over mannen
die veel grooter waren dan hy.
--Loop jy op stelten, jongeheer? vroeg 'n dikke vrouw, die met haar
heup Wouter tegen de knie schopte. Loop jy op stelten? Nou, dat's er
óók een!
Dit "ook" heeft 'n geschiedenis en 'n pretensie. 't Beduidt,
ziehier 'n spikspelder nieuwe bydrage tot het bundeltje ana's die
ik verzamel. Deze kurioziteit hoort er in! Als je dit niet grappig,
vreemd en belangryk vindt...
't Gedrang werd sterker. Weldra zou de vrouw Wouter op schouder kunnen
nemen als 'n geweer. Ook begon-i kans te krygen daarop te-land te
komen in hoedanigheid van ruiter. Nog 'n beetje, en hy kon "aangegeven"
worden, zooals timmerluî elkaar 'n plank toereiken.
Naar de lichtjes werd niet meer gekeken. Men hield zich bezig met
dringen en gedrongen worden. Ook 'n uitspanning!
Neen... de kalverstraat moet niet verbreed, want wel beschouwd is dat
"dringen" 't prettigst van de zaak.
Och, wat zouden die vetvlammen spoedig vervelend worden, als men
ze alle tweehonderd veertig duizend--er waren er 'n paar uitgewaaid
sedert zoo-even--op z'n gemak had kunnen beschouwen in z'n eentje!
Onze kleine man lag op de schouders en hoofden van z'n
medemenschen. Als zekere troonveroveraars: il s'appuyait sur la
masse! Wie de geschiedenis van illuminatien en Volken bestudeerd heeft,
zal erkennen dat er steviger rustpunten bestaan. Zichzelf, byv.
Gut, onze Wouter was zoo verlegen met z'n drukkende pozitie! Telkens
liep hy gevaar zich vasttehouden, aan 'n oor of wenkbrauw. En dit
gedoogt de "massa" niet. Gedrukt wil ze wel worden--daar is ze
voor--maar wie zich aan haar wil vasthouden...
Krak!
Schrik niet, lezer! Wouter brak niet, maar de geperste menigte
had de dubbeldeur van 'n koffiehuis verkracht. De inbersting was
vreeselyk. Als berouwhebbende lava stroomde de massa naar binnen, en
vulde den krater waarin onze held--na 't beschryven van den bekenden
bruinvisch-parabool--vry geleidelyk en zonder zich te bezeeren te-land
kwam op 'n tafeltje...
--Woutertje Pieterse! riep 't verschrikt gezelschap dat er omheen zat.
--Heb je je zeer gedaan, Wouter?
Neen! Bezeerd had-i zich niet. Maar hy was lam van verbazing. Over z'n
verheffing eerst, daarna over z'n luchtreis, toen over 't neerkomen op
en onder allerlei glaswerk, en eindelyk--dit was 't minst verrassende
niet!--omdat-i zich op-eens in den kring bevond van de hem zoo goed
bekende familie Holsma.
't Was Sietske die met lieve belangstelling vroeg of hy gewond was.
"Gods vinger" had al de glazen en glaasjes gebroken, maar Wouter was
heel gebleven. Dit was 'n arglistigheid van dien vinger. De bedoeling
schynt geweest te zyn den patiënt nog heel anders heen-en-weer te
smyten. En als-i nu voortydig gebroken was op dien avend...
Oom Sybrand hielp hem, zoo goed en kwaad het ging, op de been. De zaak
had veel moeite in, want de volte was... nu ja, er kon ter-nauwernood
iemand by. Maar Wouter was smalletjes, en 't lukte. De kastelein--op
doordringen was geen kans--schreeuwde uit de verte, dat het gebrokene
moest betaald worden. Maar ook van andere plaatsen vernam men dergelyk
gerinkel. De man was wanhopig. Hy vervloekte alle Koningen... en de
massa's er by.
--Eén flesch wyn... drie limonade... zes glazen stuk! riep Holsma, als
om zich aansprakelyk te stellen voor Wouter's onwillekeurig vergryp.
En oom Sybrand hield 'n paar zeeuwen omhoog.
--O God, m'nheer, ik durf niet thuis komen, riep Wouter! Wie zal dat
betalen? Ik heb geen geld, m'nheer! En moeder...
In de drukte verstond Holsma hem niet. Maar Sietske wel.
--Sjt! fluisterde zy. Ik ben zeker dat papa 't betaalt, maar
anders... ik heb wel geld. En Willem ook. En Herman ook. Wees gerust...
Maar dit verstond Wouter weer niet. En toen-i eindelyk onder de hoede
der Holsma's weder op-straat stond, en 't gezelschap door 't inslaan
van 'n zyweg zich onttrokken had aan de "massa" verklaarde hy ronduit
dat hem de moed ontbrak z'n moeder en broer Stoffel onder de oogen
te zien, na zóó'n schandaal!
--'t Geld is niets, zei de goede Holsma. Daarvoor zal ik wel
zorgen. Maar je bent ontsteld, jongen. Kom even met ons mee naar de
kolveniersburgwal, ik zal je wat hofmansdruppels geven. Dan kan je
daar bekomen van den schrik.
De afstand van de kolveniersburgwal was niet groot genoeg om Wouter
tot bedaren te brengen voor 't gezelschap daar aankwam.
--M'n moeder zal boos zyn, als ik te laat thuis kom, klaagde hy.
Holsma stelde hem gerust. Er zou 'n boodschap naar z'n huis worden
gezonden, om z'n familie te doen weten waar-i was.
De dokter gaf hem iets te drinken, en bracht hem in 'n kamer naast
die waar de familie scheen plaats te nemen. Het voorschrift was dat
de patiënt daar wat heen-en-weer loopen zou, tot-i zich kalm voelde.
Maar dit vermoeide hem. Hy deed weldra juist wat 'm verboden was,
zette zich in den hoek van 'n sofa, en viel in slaap.
Of 't in het algemeen nuttig is, na 'n schrik in beweging te blyven,
kan ik niet beslissen. Zeker is het dat Wouter na hevige aandoeningen
altyd groote behoefte voelde aan slaap, en dan ook werkelyk door dit
middel--de natuur wees het hem aan--meermalen 't verbroken evenwicht
herstelde. Misschien ook was 't geen eigenlyk slapen dat hem by zulke
gelegenheden te-hulp kwam. Maar geheel wakend was-i niet. Hy droomde.
Er was weer de oude hoogheid in z'n droom. Maar met 'n schok viel-i
telkens neer.
En weder klom hy, en weer werd-i opgeheven, hoog, hoog tot in de
wolken, en weder maakten duizelingwekkende tuimelingen 'n eind aan
z'n zweven.
Daar namen sterke vuisten hem op, en staken hem boven de hoofden uit,
en de massa droeg hem, tot 'n man hem in de hand beet...
Hy schaafde namelyk zyn pols aan 'n ongedresseerd paardehaartje dat
bezig-was z'n dienst optezeggen by 't vulsel van de rustbank.
...tot 'n vrouw hem toesnauwde: dom? Niet dom? Wy, wy de
massa? Ziedaar!
En men smeet hem neer.
Gelukkig kwam z'n hoofd te-recht in Sietske's schoot, zonder 't
minste glaswerk.
En als ziedend water opkokend, golfde op-nieuw z'n ziel omhoog. Hy
voelde geen handen meer die hem droegen, geen tanden die hem beten,
hy rustte op donzige wolken. En hy overzag de menigte onder hem,
en was verheugd dat-i zoo hoog daarboven stond, maar wilde toch...
--Ik wil gaarne by u zyn, riep hy, maar maakt 'n plaatsjen open,
waar ik staan kan, staan op m'n eigen beenen! Ik zal waarlyk niemand
hinderen... gooit me niet! In die drukte kan ik niet denken. Ieder moet
handelen naar z'n overtuiging. De massa heeft geen overtuiging. Wie
kan denken als er geen plaats is om te staan?
Weer schuurde z'n hand langs 't weerspannig paardehaartje. Hy verzette
zich... en scheen niet geheel-en-al te slapen...
Daar klonk op-eens 'n stem...
Neen! Hy droomde door. Altyd van zweven en vallen. Daar was Femke...
Wel zeker, er moest in z'n droomen iets van Femke! Waar bleef ze
zoo lang?
't Was weer iets van de bleek. Maar pater Jansen was er ditmaal by. De
man was zonderling gekleed. Hy zweefde met Wouter omhoog, en vertoonde
aan de sterren z'n kostuum: 'n onderbroek... die door háár versteld
was! Orion en de groote beer vonden het ding mooi, maar Wouter niet.
--Heb je 't zelf gedaan, hoorde hy Sietske vragen in de kamer naast
hem. Jyzelf, of kon je 'r niet dóór?
--Neen, ik kon niet om de drukte. Maar ik heb 't den kruier opgedragen.
Wàt? In-godsnaam, wàt?
Wouter richtte zich op. Pater Jansen was weg. Orion en groote beer
ook. Ook de onderbroek, en de wolken, en de domme "massa" maar... die
stem?
Die stem klonk nog!
En ze klonk weer:
--Ik ken hem heel goed, o, zoo goed! 't Is 'n lief jongetje! Dàt
hoorde hy Femke zeggen!
Hy sprong op, trad haastig de kamer der Holsma's in, zag nog even
het driehoekje van 't gewaad eener vrouwspersoon die de deur uittrad
en sloot...
Hy had den moed niet--of wat ànders was daartoe noodig?--om te vragen:
--Heet dat dienstmeisje... Femke?
Komaan, in Satans naam, vraag of Femke de naam is van die... meid!
Op weg naar-huis had Wouter niet den minsten last van zweven. Hy
voelde zich redelyk laag, en had ditmaal volkomen gelyk.
Want... als die byna tusschen deur en post benepen jurk van zyde
geweest was...
Of... als-i dat driehoekjen elders ontdekt had, elders! Niet by de
Holsma's! Niet in gezelschap van Sietske die zooveel geld had in haar
spaarpot! Niet in dien allerfatsoenlyksten kring! Niet onder de oogen
van Willem die hem zoo plaagde met z'n hoogmoedig latyn...
Dan... dan... o zeker!
Dàn!
Maar nu! Maar hier!
Hy was braaf genoeg om zich te schamen. Maar dit is ook 't eenige
wat ik in z'n voordeel zeggen kan.
Overigens...
Alas, poor mankind!
Wat beteekende de dolfyn-parabool op 't koffihuistafeltje, by
zóó'n val?
Hy had zich dezen keer werkelyk bezeerd!



Over de zedelyke strekking van 't kleerborstelen. Onridderlyke
verdichtselen des harten. Godenvingers en duivelsklauwen, tweede
editie. De eigenaardige kalmte van 'n kwaad geweten. Iets
over driehoeksmeting in 'n bedstee, en maagdeperen in den
Jodenhoek. Hm... zy weer!

Juffrouw Pieterse was in de wolken. Ze hoopte dat de kruier die de
boodschap had overgebracht, haar huis niet te spoedig mocht gevonden
hebben, en dat de man toch vooral hier-en-daar in de buurt te-vergeefs
gezocht had naar 't ware adres.
--Zeker is-i in de kommeny geweest, zei ze, want ze weten nooit waar
ze wezen moeten... zulke kruiers! En waarom zoud-i daar niet verteld
hebben dat de jongeheer--want "jongeheer" zeid-i--by dokter Holsma
leseerde, op den kolveniersburgwal? Want, zieje, zoo'n man praat
altyd. Die soort van menschen doen niets als praten.
Nu, ieder mag 't weten. 't Is maar om te zeggen dat de menschen altyd
zoo praten, en zulke kruiers...
Maar... zeg, Wouter, hoe kwam het toch dat je zoo opeens met de
familie meeging? 't Is nogal heel erg asterant van je. Je bent toch
'n asterante jongen... wat zeg jy er van, Stoffel?
Stoffel zette het bedenkelyk gezicht dat by zulke gelegenheden
dienst deed als: "ja nogal!" Of: "ik zal er me op beslapen." Of:
"daar zit meer achter dan sommige menschen wel weten!" Enz.
--Moeder antwoordde Wouter, ik... ontmoette de familie in de
kalverstraat.
Waar! Zeer waar! Allerwaarst! Hy had inderdaad de Holsma's in de
kalverstraat ontmoet, wat men mag noemen: ontmoet! De lezer kan 't
getuigen. Maar... waarom vertelde hy niets van den nogal byzonderen
modus quo?
Och!
--Wat kleeft die rug, klaagde Petrò die belast was met de zorg voor
het "lakensche goed."
De familie rook, en streek, en wreef, en tastte, en verklaarde
eenstemmig dat Wouter's rug zich had schuldig gemaakt aan 't inzuigen
van allerlei vloeistoffen.
--'t Ruikt zoowaar naar citroen ook, zei Trui.
--Het riekt, verbeterde de schoolmeester, en wy ruiken, Sertrude!
--Och kom... ruik, riek, weet ik het. Ik wil maar zeggen dat het
zoo...
--Dat het zoo naar lemoentjes... ruikt, zei de moeder.
--En naar wyn!
--En je kunt er de suiker afkrabben! Waar ben je toch geweest,
jongen? Schaam je je niet! By zulke fatsoenlyke menschen op vizite
te komen--ik mag wel zeggen: te leseeren, wat zeg jy, Stoffel?--en
je dan zóó aantestellen met suiker en citroen op je rug! 't Is 'n
ware schande!
--'t Was zoo erg vol op straat, moeder!
--Van de volte kryg je geen wyn op je rug! En geen citroen ook! En
geen suiker ook! Wat zeg jy, Trui?
De eenstemmigheid was kompleet. Schuw als altyd, durfde Wouter niet
voor-den-dag komen met de ware toedracht der zaak. En dit zou hem ook
niet gebaat hebben. Het begrip der Pietersens was als 'n verstopt
slot waarop geen enkele sleutel paste. Wouter wist dit by treurige
ondervinding, en liet moedeloos den storm over z'n hoofd waaien, die
toch niet kon bezworen worden. Jammer evenwel dat er ook in hemzelf
iets verstopt, en dus bedorven was. 't Hoog gevoel dat hem gewoonlyk
bezielde, was geknakt.
Hy had 'n laagheid begaan!
Zóó gevoelde hy. Geen dominee kon 't wegpreeken! Ja, God-zelf
niet! Noch de God van bliksem en donder uit de Schrift, noch de
andere...
Die andere!
Waar was-i toen Petrus struikelde? Waarom was hy zoo gierig op 'n
beetje staal in 't mengsel waaruit Wouter's ziel gegoten werd?
--Maar... als 't Gods schuld was, dacht-i, dan behoefde ik zoo
beschaamd niet te zyn! Dan kon ik zeggen: ja, Femke, 't is wel
waar dat ik 'n ellendeling ben, 'n brok massa, te dom en te laf om
verantwoordelyk te wezen voor m'n laffe domheid. Maar... zóó heeft
God me gemaakt, zieje! Hy is aansprakelyk.
Dit kan ik niet zeggen! Want... ieder moet handelen naar z'n
overtuiging.
Waartoe zou 'n overtuiging dienen, als men de schuld mocht gooien op
God? Dàn had mevrouw Holsma wel gezegd: "ieder moet handelen naar Gods
overtuiging!" En dit heeft ze juist niet gezegd! Waar zou dat heen!
Ik ben laag geweest, afschuwelyk laag, ik! God is er heelemaal buiten.
Misschien liet hy de zaak toe, om my te doen zien hoe gemeen ik was!
Een hond zou Femke gekust hebben, als-i haar weerzag na langen tyd. Ik
ben minder dan 'n hond!
Want... ze wàs het! Zeker, ze wàs het! Of...
O, die huichelaar... hy zocht naar ofjes!...
...of zou 't misschien 'n ander geweest zyn? 't Kan heel best 'n
ander geweest zyn! Hoe zou Femke dáár komen!
Neen, neen, neen, zy wàs het! Zei ze niet dat ze my zoo goed kende? Zei
ze dat niet met de stem die my 'n lieven jongen noemde toen ze my
dien kus gaf by 't brugje?
Ze heeft my gekust en 'n lieven jongen genoemd! Ze wist toen nog niet
dat ik 'n ellendige bloodaard ben, zonder hart!
O, zeker zou zy me niet verloochenen, miskennen, verraden! Zy zou gewis
overal en tegen ieder zeggen: "dat is Wouter, die m'n vrindje... was,
en dien ik eens 'n zoen gegeven heb omdat-i zich dapper toonde tegen
de jongens die steenen wierpen op m'n bleek!"
En ik... o God!
Neen, God blyft er heelemaal buiten. Ik ben lafhartig. Zóó kan ik
niet leven!
Hy dacht aan zelfmoord. En in deze stemming bracht-i den nacht
van donderdag op vrydag door. Zelfs overleefde z'n wanhoop de
duisternis. Hy stond dien vrydag op, met het vaste voornemen 'n eind
te maken aan z'n onwaardig bestaan.
Heel gelukkig evenwel werd-i terstond na 't ontbyt aan 'n bezigheid
gezet die allergeschiktst is om iemand met het leven te verzoenen.
Men had hem met algemeene stemmen veroordeeld tot het reinigen van z'n
jasje--een vonnis dat m'n volkomen goedkeuring wegdraagt--en hy spande
zich zóó in, dat-i na 'n uur arbeids met betrekkelyke tevredenheid
naar z'n moeder liep, en juichend uitriep:
--Kyk, moeder, er is niets meer van te zien!
't Onnoozel triumfjen over 'n kleine moeielykheid joeg de wolken voort,
die z'n gemoed beneveld hadden.
Men zou voor z'n plezier in limonade vallen, als men wist hoe weldadig
de inspanning werkt die noodig is tot het reinigen van 'n paletootje.
De ongelukkige die nooit z'n eigen kleeren borstelde, kent het
leven niet.

--Ik zal haar vergeving vragen, dacht Wouter.
En by dit... oneerlyk voornemen lei zich de storm die z'n gemoed
beroerd had, geheel neder.
"Oneerlyk" noemde ik dit omdat het ware berouw geen vergeving zoekt by
anderen, maar by zichzelf. Wie met 'n uitgesproken klank tevreden is,
wie z'n geweten meent te kunnen paaien met 'n kwitantie van schuld,
geteekend door 'n ander...
Ei zie, daar ben ik alweer op het terrein van schuldvergiffenis
en genade! Pas-op, lezer, juffrouw Laps is in de buurt! Wie haar
niet ontmoeten wil, moet dit hoofdstuk overslaan. En vooral dien
vrydagavend niet by de Pietersens komen. Want dáár zou ze optreden,
en wel ditmaal met haar wouterkundig: voilà Toulon!
Maar eerst moet ik nog iets zeggen over 't ellendig gehalte van
Wouter's schuldbesef. Zeker, hy zou vergiffenis vragen! En na 'n beetje
getob zou Femke zeggen--precies als in Kotzebue's Menschenhaat--"ik
verrrgeef het u!"
En dan zou de zaak zyn als niet gebeurd.
Hoe sneller hoe beter dan!
Een ondragelyken last werpt men terstond neer! Terstond!
Wouter's last bleek niet ondragelyk. Want hy besloot hem nog 'n tydje
te blyven dragen.
De oorzaak hiervan was deze. Om Femke te spreken moest-i naar de
Holsma's. En dit... durfde hy niet. Wat zouden die menschen 't
gek vinden!
Gáán zoud-i, o zeker! Maar... niet op dien vrydag!
't Kon immers best wachten tot-i eerst 'n paar dagen... "in den handel"
geweest was? Dit geeft houding, vond-i, en dàn zoud-i zeggen...
Nu ja, hy zou vergeving vragen, en Femke "heusch" verzekeren...
De uitvinding van dit "heusch" was zoo kwaad niet. By lamlendige
beroerdheid... frazen vóór! Van welken letterkundige had onze
misdadiger dit geleerd?
Hy zou haar verzekeren...
Wàt?
Dit, byv. dat de Weledele heeren Ouwetyd & Kopperlith in wier "handel"
hy nu was aangeland...
Ja, ja, hy zou iets vertellen van de Weledele heeren Ouwetyd &
Kopperlith en hun "handel."
Dan hoefde hy niet zoo naakt voor-den-dag te komen met... dat andere.
Misschien zou z'n nieuwe chef hem pryzen over... z'n krulletters! Of
over z'n aardrykskunde! Of over z'n strabbische uitgeleerdheid! En
dan kon-i tegenover Femke z'n schande hullen in 'n wolkje van
allervereerendste byzaakjes. 't Meisje zou verbaasd staan over z'n
knapheid, en ten-slotte hèm vergeving vragen voor de vrypostigheid
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.