De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16

Total number of words is 4483
Total number of unique words is 1622
38.2 of words are in the 2000 most common words
53.3 of words are in the 5000 most common words
60.4 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
binnentreden, zoodat deze vergast werd op 't onsmakelyk staartje van
'n diskoers, of wellicht van des heeren Wilkens alleenspraak:
--Je zult zien: ik zal den schoolmeester moeten spelen! Op my zal
alles neerkomen! Ze zullen my tot plakmonarch willen maken, my! Dat's
m'n vak niet ... dat's m'n karakter niet! In 't geheel niet!
Toen de man die zoo bang was dat men 'n schoolmeester van hem maken
wilde, Wouter ontwaarde, brak hy op-eens de roerende complainte over
't gevreesd verkrachten van z'n roeping af.
--Daar staat 'n tas koffie voor je, zeide hy met 'n majesteit in toon
en vingerwyzing, alsof de oude lappen waarmede hy zich bezighield,
'n kollektie kronen en scepters geweest was. Maar hy had de zuivere
waarheid gesproken. Inderdaad, daar ergens op 'n tafeltje was
koffi. En de heer Wilkens had wel mogen zeggen: 'n bak. Maar "tas"
kwam hem indrukwekkender of aanzienlyker voor, en Wouter, die weinig
grondstof noodig had om zich te verheugen, was zeer in z'n schik met
het nieuwe woord dat-i daar zoo onverwacht en gratis mocht leeren
kennen. By hèm aan-huis namelyk, noemde men zoo'n ding 'n spoelkom.
--E...è...è...n, ik zou je raden dat je-n-in 't vervolg 'n kadetje
meebracht, of zoo-iets.
Alweer wat nieuws voor 't jong Amsterdammertje! Hy begreep niet recht
wat Wilkens bedoelde, en vreezend, dat men z'n onkunde zou aanzien voor
'n begin van dienstweigering, antwoordde hy met zekere fermeteit:
--O zeker, m'nheer! Dat zal ik zeker doen!
Och, hy was zoo gewillig! Als-i maar geweten had, wàt er dan eigenlyk
moest worden meegebracht in 't vervolg? Gelukkig dat-i uit het
vreemde woord niet opmaakte dat de heer Wilkens de poorten van Gaza
op 't kantoor wenschte te zien, of den merinossen rok van juffrouw
Pieterse! Ja, al ware die juffrouw Pieterse-zelf 't verlangd voorwerp
geweest ... de kleine Simson zou't geleverd hebben, waarachtig! Want
... men moet altyd z'n naastbyliggend plichtje vervullen, en Wouter's
plicht was nu, te doen wat 'm geboden werd door ... iedereen. Er bleek
evenwel dat Wilkens niet aan z'n moeder gedacht had, want--wetende
dat Wouter gespeend was--liet hy op z'n onbegrepen vermaning de
sententieuze kommentaar volgen: dat 'n jongmensch niet zeer lang
zonder voedsel blyven kon. Dit gaf licht. En Wouter's vermoeden
werd tot zekerheid toen-i naast twee geledigde spoelkommen van 'n
zeer aquatintig-bedropen voorkomen, eenige broodkruimels ontwaarde,
in gezelschap van 'n verlept stuk krant met botervlekken. Ook Dieper
en Wilkens alzoo, schenen zich 'n oogenblik geleden gedragen te
hebben als jongeluî die niet lang zonder eten kunnen, en ze hadden de
welwillende voorzorg gebruikt hun kiökkenmödding achtertelaten, om
'n jonger kantoorgeslacht te dienen tot baak. Dat vette stuk krant,
welsprekender dan vóór de botering, fluisterde Wouter de gissing in dat
de benaming van 't voorwerp dat hy in 't vervolg moest meebrengen--hoe
drommel heette het ook?--weleens de zeer aristokratische ambtstitel
wezen kon, waarmee men "in de zaken" 'n boteram aanspreekt. In
'n gelyksoortig vermoeden werd hy versterkt door z'n maag en door
den geest van Strabbe. Hy begon namelyk honger te krygen, en voelde
zich voorbeschikt om eetwaren te verstaan uit èlken klank die z'n oor
bereikte, al ware het 'n engelenzang geweest, of 'n preek. Wat Strabbe
aangaat ... onze handelsstudent wist nu eenmaal dat 'n spoelkom, in
kantoorstyl "tas" heet ... het onbekende ding zal dus wel 'n boteram
zyn! Men ziet, het was een soort van regula de tri, en juist daarin
was-i zoo byzonder sterk geweest op de school van meester Pennewip.
De jongeheeren Pompile en Eugène waren gewoon zoo tegen twaalven het
kantoor 'n uurtje te verlaten, om te gaan "koffiedrinken en 'n broodjen
eten by mama." Aldus luidde onveranderlyk de aankondiging van Pompile,
waarmede hy aan de "heeren van 't kantoor" verlof scheen te geven ook
iets te gebruiken ... als ze wat hadden. Want "kadetjes" of boterammen
werden niet verstrekt door het huis Ouwetyd & Kopperlith, waarvan de
"papa" zoo byzonder ryk was. De "heeren van 't kantoor" mochten,
indien ze niet wilden flauwvallen, zulke zaken meebrengen in hun
rokzak, en de fyngevoelige Eugène maakte altyd dat-i de kamer uit was,
voor die in papier gekonserveerde levensmiddelen genaderd waren aan
't oogenblik hunner ontwikkeling. Hy vond dat ze 'r zoo heel onoogelyk
uitzagen, en vooral 't rantsoen van Wilkens die, wys geworden door
treurige ervaring, gewoon was z'n "kadetjes" warm te houden tusschen
den linker voorpand van z'n vest, en z'n edel hart. Eens namelyk
hadden 'n paar neefjes van den huize--ze wisten niet, de onzaligen,
dat welgeboren jongelui geen gekheid maken met 'n kantoorbediende!--ze
hadden den weg gevonden naar de donkere alkoof waar de ongelukkige z'n
met viktualie bezwangerde straatjas bewaarde, en de kadetjes verrykt
met 'n laag fyngeknipte witte-grondjes-driekleur. De martelaar van z'n
"vak" verslikte zoo goed mogelyk de taaie geestigheid der "neefjes
van m'nheer"--z'n naastbyliggend plichtje, naar-i meende--maar droeg
voortaan de mishandelde toeverlaatjes van z'n maag by zich, tot de
finale exekutie toe. En eenmaal is 't gebeurd dat hy ze ongegeten
weer thuis bracht by de trouwe echtgenoot die ze met zooveel liefde
geboterd had, en nu niet zonder moeite haar eigen werk herkende. De
jongeheer Pompile lag dien dag overhoop met "mama" en was op 't
kantoor gebleven. De "heeren" hadden den moed niet hun spaarkruimels
voor den dag te halen. En ook de kommen met geile koffi bleven dien
nefasten dag onaangeroerd staan. Met is hier de plaats, een valsheid
van Klaas Kolyn aan 't licht te brengen, die als eerroovend voor
'n deftig handelshuis, aan de nog levende nazaten der Kopperlith's
menigen traan gekost heeft. Die knoeier beweert dat "de heeren van
't kantoor" ook hun koffie van-huis meebrachten: dwaling, valsheid,
bedrog, laster! De koffi werd uit de keuken geleverd, en de "booien"
zelf dronken ze niet beter. Dit is voor notaris en getuigen bevestigd
door dezelfde autoriteit die dezen ochtend zoo kordaat geweigerd had,
Wouter wederrechtelyk te-woord te staan by de boven-voordeur. Balthasar
Huydecoper heeft dus volkomen gelyk, zich over dien kakolyn telkens
zoo driftig te maken. Valsche gedenkschriften zyn zaad van den Duivel.
Juist was Wouter van meening 'n aanval te wagen op den hem aangewezen
spoelkom, toen de jongeheer Pompile met z'n gewone schichtige haast
het kantoor binnenstoof. Vol schrik zette de jeugdige handelsman z'n
vermeten opzet uit den zin, en den kom neer. Was 't niet opmerkelyk
dat-i tegenwoordigheid van geest genoeg had om 't ding niet te
laten vallen?
--Ei zoo? Terug? Wèl? Hoe is 't? Wat zei de schoenmaker? En de
juffrouwen Pleier? En heb je m'n huis gevonden? Je moet maar altyd
kyken naar spiegelglas, want ... die glazen in m'n zykamer zyn
van spiegelglas, weetje? En wat heeft de jonge mevrouw je laten
zeggen? Heeft ze ie geen boodschap aan my meegegeven? En ... ben
je-n-in den stal geweest? Heb je Jakob gezien? En wat deed-i? Aan
't poetsen, zeker? Zeker aan 't poetsen, hè? Want ... papa heeft
'n britschka, en 'n landauwer, en 'n tentwagen, en 'n koets, en dat
alles moet gepoetst worden. En zeg me nu maar eerst, wat de juffrouwen
Pleier geantwoord hebben?
De kleine Merkuur bracht relaas van wedervaren uit, zoo goed-i kon. Het
scheen dat z'n eerste proefstuk niet slecht was uitgevallen, want
de jongeheer Pompile knikte tevreden, en beloofde hem te zullen
begunstigen met meer boodschappen. By 'n aanleg als die welke
Wouter ten-toon spreidde, opgekweekt in den groeizamen zonneschyn
van Pompile's tevredenheid, was het te voorzien dat deze jongste
kantoorbediende--mits in leven blyvende--eenmaal den rang van
alleroudsten kantoorbediende bereiken zou. Hiertoe was slechts wat
tyd noodig.
--Ei zoo? Heb je mevrouw Kalbb ook al gezien? Wèl, dat is goed! Zoo
leer je de menschen kennen. Mevrouw Kalbb-Kopperlith, weetje? Ei zoo,
heb je die gezien? Juist, precies, dat was de britschka van papa,
want ... papa houdt rytuig. Had ze d'r huurpaarden voor ... och,
dat weet je nog niet. Maar anders ... 't is maar, weetje, dat papa
niet graag ziet dat de paarden ... nu, dit gaat jou niet aan. Je moet
alles goed onthouden ... en 'n zakboekje koopen, 'n klein zakboekjen,
en daarin alles opschryven wat ik je zeg, en wat m'nheer Wilkens je
zegt, niet waar, Wilkens?
--Ja, m'nheer!
--Juist. Mevrouw Kalbb is m'n zuster, mevrouw Kalbb-Kopperlith--zóó
moet je zeggen!--en denk er aan dat m'nheer Kalbb z'n naam met twee
b's spelt. Onthoud dat, en schryf 't op als je-n-'n zakboekje hebt
... met twee b's weetje? Want er zyn ook menschen die Kalb heeten
met één b, geringe menschen, heel geringe menschen ... 'n leerkooper,
geloof ik. Wat zeg jy, Dieper?
Dieper legde langzaam en voorzichtig z'n pen neer, trad 'n stap
achterwaarts--hy boekhouwerde altyd overeind--snoot z'n neus, hèmde
z'n keel schoon, en sprak met expresselyk voor deze betuiging gereed
gemaakte organen:
--Ja, jongeheer, heel geringe menschen!
--Zieje, ging Pompile voort, m'nheer Dieper zegt het ook, en ... die
leerkooper schryft z'n naam met één b. Maar myn zwager heet Kalbb
... met twee b's, en hy is konsul van den heelen Elsas, en als de
Koning in de stad komt, moet-i altyd op audiëntie, en dan zegt de
Koning: eh bien, m'sieur le consul, comment vont les affaires? En
dan antwoordt m'nheer Kalbb ... ook in 't fransch. En dan heeft-i
'n rok aan met 'n geborduurden kraag. En dan knikt de Koning--'t is
eergister nog gebeurd, en alle jaren weer!--en m'nheer Kalbb ... is
m'n zwager, de schoonzoon van papa. En ... heb jyzelf nu mevrouw
Kalbb al gezien? Wèl, wat zei ze?
--Ze zei niets, m'nheer.
--Zoo, zei ze niets? Dat komt omdat ze niet wist dat je hier jongste
bediende bent, anders zou ze je zeker wel iets ... gezegd hebben, of
... 'n boodschap opgedragen, of zoo-iets, want ... ze is m'n zuster,
weetje! Dat moet je goed onthouden. En hoe is 't afgeloopen met dat
borduurpatroon?
Wouter's triumf over de afgedongen vier stuivers, werd eenigszins
gematigd door 't gefronsd voorhoofd van Pompile, toen deze de
buitensporigheid van z'n lichtzinnige wederhelft te weten kwam:
--Binnen geweest? Zelf de jonge-mevrouw gesproken! Ei
... zoo? Binnen-geweest in de zykamer? Waarom ben je binnen geweest?
--M'nheer, stamelde Wouter, die bemerkte dat-i 'n fout begaan
had, m'nheer, de meid zei dat mevrouw me liet roepen, en dat ik
... binnenkomen moest.
--De meid, de meid! Wat geef je-n-om 'n meid? Zoo'n meid kan wel
zeggen ... kyk, dit is nu zóó, weetje? Als ik je wat opdraag, dan
moetje-n-altyd ...
Men hoorde een sloffenden tred in de gang. 't Spyt me. Want ik
had gaarne eens vernomen hoe Wouter zich in 't vervolg zou te
gedragen hebben, wanneer "de jonge-mevrouw" hem door de meid liet
binnenroepen? Pompile brak op-eens z'n onderricht af:
--Daar is papa! Ik zal je voorstellen aan papa. Je moet nu zoo goed
wezen heel beleefd te zyn tegen papa. Dag, papa!
De eerwaardige gedaante van den ouden heer Kopperlith schoof 't kantoor
in. Met 'n welbehagelyk lachje nam hy de nederige begroetingen van
Dieper en Wilkens in ontvangst, en ook op Wouter spatte een drupjen af,
van den genadestroom dien hy zich alleredelmoedigst ontvloeien liet.
--Zoo, is dat de jonge Pieterse? Wel, mannetje, nu moet je maar
braaf oppassen, dan kan er iets degelyks van je groeien. Je bent ons
gerekommandeerd door m'nheer Dieper ...
De boekhouder trad 'n pas achterwaarts, en maakte een beweging alsof-i
nogmaals verschooning vroeg voor 'n stoutheid die hy scheen begaan
te hebben. Maar de oude heer glimlachte weder. Goddank, Dieper zou
voorloopig niet geradbraakt worden.
--Ja, door m'nheer Dieper, die myn boekhouder is. En aan mênheer Dieper
ben je gerekommandeerd door zekeren heer ... hoe heet-i ook weer?
--Och, m'nheer, antwoordde de boekhouder, als ware de naam dien-i
zou uitspreken, eigenlyk te gering voor het oor van den heer
Kopperlith. Och, m'nheer, 't jonge mensch is my aanbevolen door
... zekeren Kalb, 'n leerkooper ... iemand dien ik wel eens ontmoet
heb ... m'nheer!
Kalb was z'n neef, en z'n beste vriend, voor-zoo-ver het
kantoorbedienden en boekhouders geoorloofd is, neven en beste vrienden
te hebben.
--Juist! Zekere ... Kalb. Nu, dat's hetzelfde. Je zult hier veel
werk vinden, jongetje! Hard werken is de boodschap. Heeft Wilkens
hem reeds een-en-ander gewezen? Is-i al in 't magazyn geweest? Op de
zolders? Zeker zet je 'm aan 't kopyboek, Pompile?
Op al deze vragen had Pompile 'n dozyn: "O ja, papa's" ten-beste
gegeven.
--En schryft-i 'n mooie hand?
--O ja, papa!
Wouter begon eerbied te voelen voor Pompile's doorzicht. De vereerende
hoedanigheid die hem werd toegekend, was zeker gebleken uit z'n
boodschappen by de Pleiers, of de Kruckers, of de Hockers, of den
schoenmaker. Wat die voorname lieden toch scherpzinnig zyn!
--Zoo? Ei! 'n Mooie hand? Ei, ei! Wel, Pompile, wat zeg je 'r van,
als we hem den brief van Leon 'n keer of wat lieten overschryven voor
Flodoard, en voor neef Griekel, en voor de familie Pruikers?
--O ja, papa!
--Niet waar, ze inviteerden Leon altyd zoo trouw op hun
kinderpartytjes. Ze zullen 't aardig vinden dat-i zoo'n man geworden
is, en al zulke mooie brieven schryven kan. Maar ... op dun papier,
op heel dun papier! 't Is om de port naar Rome, weetje ... op héél
dun papier!
--O ja, papa!
--Zieje, dan kan 't mannetje zich met-een wat oefenen in briefstyl,
vind je niet, Pompile?
--O ja, papa!
En zoo geschiedde het. Wouter werd belast met het verveelvuldigen der
oostindische wysheid van den jongeheer Leon, ter opvroolyking van den
jongeheer Flodoard die te Rome was en daar heette te schilderen. Tot
amuzement ook van neef Griekel te Leiden. En om de vriendschap te
cimenteeren met de familie Pruikers, óók lieden in 't best van hun
fatsoen. Na 't eerbiedig aanhooren van veel leerstelsels over de
ware manier om 'n brief overteschryven, ging Wouter dapper aan
't werk. Hy keek niet op, kopieerde letter voor letter, woord
voor woord, zin voor zin, en ... netjes! Z'n werk leek op 'n
gravure. Hy volbracht dus alweer zoo goed mogelyk z'n naastbyliggend
plichtje. Maar wel verwonderde het hem dat de heer Leon Kopperlith,
surnumerair by de Landelyke Inkomsten en Kultures in de afdeeling
Tjanjor, residentie Preanger Regentschappen, op het eiland Java,
in Nederlandsch lndië--aldus onderteekende die verre jongeheer 'n
brief aan z'n moeder, die niets vreemds vond in deze zotterny--wel
bevreemdde het hem dat die voorname persoonlykheid zooveel taal- en
spelfouten maakte. En ... iets anders nog. Hy voelde zich eenigszins
beleedigd--meer dan door die boodschappen!--dat men hèm al die fouten
te kopieeren gaf ... tot oefening in briefstyl.
Er bestond nòg iets dat hem zeer begon te hinderen. Maar dit kon Leon
niet helpen. Hy had 'n vreeselyken honger.
Slechts zeer zelden verwaardigde zich de oudeheer des morgens op 't
kantoor te komen, d. i. vóór den toenmaligen beurstyd en 't daarop
volgend middagmaal. Het scheen dat-i zich dezen keer wat vroeger dan
gewoonlyk naar beneden had laten dryven door de verveling, een euvel
waaraan hy zich twaalf uren in 't etmaal schuldig maakte, jaar-in,
jaar-uit. Hoe zou 't anders kunnen? De man was leeg. Misschien
herinnert zich de lezer 't portret van den baron Van Een-en-ander,
dat ik tentoonstellend aan den wand hing in m'n "Specialiteiten." Ook
daar schetste ik een nietig wezen. Welnu, zoo'n Een-en-ander-baron
is by den hier bedoelden Kopperlith vergeleken, 'n ware Humboldt,
'n Kroesus naar den geest. Die oude baron beteekende zeer weinig,
omdat-i slechts ... een-en-ander was. Kopperlith senior was nòch
't een, nòch 't ander. Hy was niets.
Z'n komst op 't kantoor werd altyd, door Pompile vooral, met weerzin
gezien, omdat hy--voor-zoo-ver er inderdaad iets te doen viel--de
bedienden van 't werk hield door z'n eindeloos gebabbel. Dit was,
vooral nà den middag, zeer hinderlyk, en Wouter's menschenkennis had
dan ook weldra gelegenheid zich uittebreiden tot het besef hoe zekere
lieden byzonder grappig worden als ze goed gedineerd hebben. Doch ook
in den "stillen tyd", in 't saizoen dat z'n botanischen naam aan de
cucurbitaceën ontleent, zagen de jongeheeren den oorsprong van hun
bestaan liever vertrekken dan komen. Door overmaat van opgeblazenheid
namelyk, meende hy in zekere buien niet noodig te hebben den toegang
tot z'n hoogheid zoo angstvallig te versperren als sommige anderen,
en deze noodlottige waan verleidde hem soms--vooral nà tafel!--tot
inbreuk op 't decorum van het kantoor. Dit beviel de jongeheeren
niet, zy die in de bespottelyke gemeenzaamheid van "papa" een element
van bederf meenden te ontdekken voor 't verheven standpunt dat zy
wilden blyven innemen. Wie 'n zuiver muzikaal gehoor had, kon altyd
in den toon dien de jongeheeren terstond na 't vertrek van "papa"
aansloegen, duidelyk zekere scherpte waarnemen, waaruit men verstaan
kon: "denk nu vooral niet dat je geen bediende bent omdat papa zich
zoo met je gekompromitteerd heeft." Het: "je moet eens zoo goed wezen"
van Pompile klonk dan waarlyk komisch, juist omdat z'n linksgedragen
hoogheid zoo kluchtig afstak by de laagte der sfeer waarin hyzelf
zich bewoog. Zeker bezat hy één hoedanigheid van 'n groot man. Déze,
dat niets hem te klein was. Om nu echter wezenlyk-groote mannen niet
te-schande te maken door dezen schyn van verwantschap, behoort men
zich te haasten er bytevoegen dat hem alles te groot was, behalve
het allerlaagste. We vernamen reeds hoe hy den stuiver waarmede hy
'n briefbesteller paaide voor 't verzaken van z'n plicht, niet wilde
doen drukken op de "zaken" waarin hy 'n vierde aandeel had, terwyl-i
als aanstaand mede-erfgenaam ter-zyner-tyd slechts voor 'n geringer
deel zou betrokken zyn in 't wel of wee van "huishouden." En veel
hooger dan Pompile stonden de andere leden der familie Kopperlith niet,
noch in kennis, noch in verstand, noch in hart.
Het spreekt vanzelf dat Wouter--in 't oordeelen nog altyd
belemmerd door naïveteit--dit alles niet dan zeer langzaam
opmerkte. In-den-beginne nam hy zich z'n eigen verwondering kwalyk. Hoe
trager evenwel z'n oordeel zich ontwikkelde tot overtuiging, hoe dieper
deze overtuiging geworteld werd. Aanvankelyk voelde hy slechts z'n
nieuwsgierigheid geprikkeld. Telkens echter werd er 'n nieuw hoekjen
opgelicht van de gordyn die de Maatschappy--of het nietig onderdeel
er van dat hy nu te beschouwen kreeg--tot-nog-toe voor z'n oogen
bedekt hield. Langzamerhand ging deze nieuwsgierigheid in verzadiging
over, weldra in minachting, en daarna in verachting en walg, waaruit
ten-slotte de hoogmoed voortkwam die 't doel van ons streven moet
zyn. Maar zoo ver zyn we nog niet. Op dit oogenblik begint hy juist
z'n derde afschrift van den fameuzen brief des zeer jongen heers
Leon. Daarin kwam 'n vertelling over zeker feestmaal voor, waaraan
de auteur beweerde te hebben deelgenomen. Daar was veel gedronken,
gegeten en ... och, Wouter had zoo'n honger! Hy kende het dokument nu
van buiten, en schreef werktuigelyk voort, niet zonder te luisteren
naar alles wat er gesproken werd door de "heeren van 't kantoor." Maar
dat de honger hem vreeselyk plaagde, is de waarheid. Als ooit "de
handel" hem aan "brood" helpen zou, moesten de zaken zeer veranderen.
Wat de luistervink al zoo te weten kwam, zal ik meedeelen in 't
volgend hoofdstuk, waarschyntyk niet zonder kommentaar.
De lezer zal wel reeds hebben opgemerkt--en misschien niet zonder
eenig medelyden met den auteur--dat er onder al de personen die ik
in dezen kring ten-tooneele voer, geen enkel slecht mensch voorkomt,
althans niet in den zin dien wy gewoonlyk aan dit woord hechten. Het
is zoo. Al die sujetten vallen niet in de termen van welk artikel
ook uit het Wetboek van Strafrecht, noch zelfs van policie-keur.
De oude Dieper zou geen kind te vondeling leggen, al was 't een
voorbarige spruit van z'n eigen dochter geweest. Wilkens maakte reeds
sedert ruim 'n halve eeuw zich niet schuldig aan belletjes-trekken,
en ik kan den lezer verzekeren dat ook de drie stuivers die er te-kort
kwamen in z'n "kleine kas" niet in zyn zak waren overgegaan. Eugène
vermaakte zich wel met de booswichten in die fransche romannetjes,
maar verder ging z'n verkeer met zulk onfatsoenlyk gezelschap niet. In
z'n gedrag geleek hy wel volstrekt niet op de deugdhelden in die
boeken--wat ik verstandig vind--maar toch, hy vermoordde nooit
iemand. Zelfs verleidde hy geen meisjes welker eer den prys van
'n halven dukaton te-boven ging. Dit was 'n principe van hem. Hy
was dus wat men gewoon is te noemen: van onberispelyk zedelyk
gedrag, en zou--wat dit betreft, en nu eens geen acht-slaande op
den gerekwireerden "lust in werken"--best geschikt zyn geweest voor
de betrekking van winkeljongetje by m'nheer Motto. De oude Gerrit
was 'n pruttelaar, maar overigens bestond z'n grootste fout--op de
rhumatiek na--in 't koketteeren mèt die rhumatiek, 'n begaafdheid
die hem alleraardigst te-pas kwam om nu-en-dan 'n boodschap voor den
jongeheer Pompile uittewinnen. En ook deze leverde geen bruikbare
vlek in de eentonige schildery van 't gewone. Gelukkig dus dat ik
geen romanschryver ben! Hoe immers zou ik 't aanleggen, om straks wat
licht te doen uitkomen by zoo weinig bruin? By zoo'n totaal gemis van
't krimineel-zwarte? Wie zou helder blinkende deugd kunnen schilderen
op zoo'n vaalgryzen grond?
Neen, neen, dat gaat niet! Al moest dan de heele deugd achterwege
blyven--ik zweer er niet op dat dit het geval wezen zal!--dan toch
... vanhier, vanhier, gy die meent 'n roman te halen uit den huize
Kopperlith!
Als ik 'n romanschryver was, zou m'n taak ligter zyn. Dan immers had ik
slechts den gek Wilkens te verdoopen in 'n bandiet, hem 'n roovermantel
van diemet en shirting om den schouder te slaan, z'n kantoortjen onder
de stoep te veranderen in 'n spelonk vol doodsbeenderen en geronnen
bloed, z'n kadetjes in zakpistolen, z'n pedante praatjes in moord-
en wraakschreeuwende tooneelkrankzinnigheid. Niets gemakkelyker
dan dat alles, maar ... 't is nu eenmaal bepaald dat m'n taak zoo
eenvoudig-akelig niet wezen zal. Want ... 'n romanschryver ben ik niet!
Ware ik 'n romanschryver ... zeker, dan liet ik de draadpoppen
myner chinesche schimmen elkaar den nek omdraaien tot vermaak en
zielestichting van den lezer. Dan ware reeds lang de lyvige Hersilia
op-weg naar Gretnagreen, met den ouden Dieper en de kas ... de
groote. Want in die van Wilkens kwamen nog altyd de drie stuivers
te-kort, die volstrekt noodig zyn om sous d'autres climats zalig
te wezen met 'n verboden geliefde. Ware ik romanschryver ... dan
boezemde ik den teederen Pompile yverzucht in tegen 't allerjongst
kantoormannetje dat zich, één halven dag nog slechts in funktie, reeds
verstout had integaan tot z'n vrouws zykamer! Ware ik romanschryver
... dan liet ik den achtenswaardigen hoofddader van 't wanbedryf:
Ouwetyd & Kopperlith, bekneld raken tusschen twee olievaten, woedend
allebeî over de zoo sarrend te-kyk gedragen persifflage hunner smeerige
welgedaanheid ...
Maar, helaas, 'n romanschryver ben ik niet! Ik kan van al die menschen
niets anders maken dan wat zy inderdaad waren: niemendal! Is 't
niet treurig voor my, gedoemd te zyn tot schilderen met zoo weinig
kleur? Welke lezer zal tevreden wezen, wanneer ik alles wat 'n boek
lezenswaard maakt--uitdrukking, styl, schryfmethode, en ... inhoud
nog bovendien op den koop toe--wanneer ik me veroorloofde dat alles
te borgen van Gerrit Sloos, en my te bepalen tot 'n bondig:
--Je kunt me gelooven, Pieterse, ik ben 'n oud man, en jy 'n jonk
borssie, maar ... wat ik je zeg: 't is allemaal wind en 'n engelsche
notting!
Sloos had nog 'n andere uitdrukking, die hem zeer scheen te bevallen
omdat ze, naar-i meende, de zaak even duidelyk en eenigszins
tooneelachtiger voorstelde. Hy leefde in den eersten bloeityd van
Kotzebue, en laafde gedurende al z'n vele boodschappen zyn kunstzin
aan de tooneelbriefjes die de opvoering van Armuth und Edelsinn
aankondigden. De hollandsche vertaler had dit laatste woord als in
ons land minder gangbaar beschouwd, en doopte dus dat tooneelstuk met
den meer hollands-klinkenden titel: Armoede en Grootheid. Onze Gerrit
had wel dien naam diep in z'n geheugen geprent, doch--eenigszins
tegen de bedoeling van den schryver en vertaler--in den zin van:
kalen bluf. Ieder is de uitlegger van z'n eigen woorden, en indien
de oude Sloos nog leefde ...
Komaan, z'n engelsche notting is mooier. En z'n wind ook. De oudeheer
was 'n neerbuigend-winderige notting. Eugène's notting-wind woei
naar-binnen. Pompile was 'n notting met kinderachtigen wind. De notting
van Wilkens suisde en blaasde ploertig-pedant. De oude Dieper ... hm,
'n volslagen notting was deze niet, maar toch, de wind die daarby zou
behoord hebben, was hem niet geheel-en-al vreemd. Hy bewaarde dien
voor huis- en buurtgebruik. Zoodra hy, van 't kantoor komende, de brug
bereikte die den Jordaan waar-i woonde afscheidt van deftiger buurt,
liet-i zyn wind los. Op die brug rekte hy hals en lenden eenige duimen
uit. Hy richtte zich met zekere fierheid omhoog--op 't horloge-n-af,
altyd kwart over vieren--gaf aan longen, armen en beenen, aan gezichts-
en nekspieren, de zoolang ontbeerde vryheid weder, en kuchte dat de
Jordaan er van daverde. Die kuch was 'n jerichoosch trompetgeschal
dat schetterend verkondigde: "de Kopperlith van déze buurt ben
ik!" Jammer dat de ware bezitters van dezen roemruchtigen naam zich
nooit verwaardigden hun voeten in die gemeene wyk te zetten. Want
als eens onze Dieper in zoo'n huisbui van overmoedige handlichting
den oudeheer had ontmoet, Of den jongeheer Pompile, of den jongeheer
Eugène ... tot groot nadeel van den Jordaan, nu ja, maar ... dan had
ik 'n natuurtooneel te beschryven gehad, en in deze hoofdstukken iets
anders te schetsen dan één doorgaande nietigheid!
Waarheid blyft echter, dat Wouter in zóó'n kring 'n paar van z'n
"Lehrjahre" moest doorbrengen ...
Fancy had gelyk!
Hy moest leeren dat er in onze kleine wereld heel iets anders dan
ridders, roovers en reuzen te bestryden valt. Dat er heel wat schooners
moet veroverd worden dan betooverde kasteelen, heel wat grooters dan
werelddeelen. Dat de adelyke kampvechter zich moet toerusten met geheel
àndere wapenen dan zwaard, lans en Edelsinn, om niet ondertegaan in
den stryd tegen 't geboefte. Wouter moest zich leeren verdedigen tegen
't kleine.
Dit nu gelukt byna allen, omdat weinigen daartoe te hoog staan. Maar
te-gelyker-tyd was hem opgedragen het groote in 't oog te houden
... rein te blyven by aanraking met vuil ... buigend en bukkend niet
te breken ... steeds gereed te staan tot krachtig opspringen als
'n gebogen veêr ... te-midden van zooveel smetstof gezond te blyven
... in één woord: steeds zichzelf te zyn. Dit gelukt weinigen!

Thema van dezen bundel, en in zekeren zin van de geheele
Wouter-geschiedenis:
Een parelduiker vreest den modder niet.



Schetsen uit onwelriekende streken van zekere wereld beneden de
oppervlakte der zee, waarby men, o. a. "een man als U, m'nheer!" te
aanschouwen krygt. Ook de jongeheer Pompile blyft voortgaan zich
te vertoonen in al z'n geurige beminnelykheid van verstand en hart.

De lezer herinnert zich den indruk dien pater Jansen's eenvoudige taal
op Wouter gemaakt had. Niet geheel-en-al ongelyk dááraan nu was z'n
bevreemding over den aard der gesprekken op het kantoor. Doch ... er
bestond verschil. Wel sprak ook pater Jansen geheel anders dan hy
zich had voorgesteld, maar er blonk iets zoo liefelyk-goedaardigs
in z'n onderhoud door, dat Wouter den moed niet had iets in hem
aftekeuren. Al was onze leerling in menschenkennis en menschkunde
nog niet ontwikkeld genoeg om intezien hoe hoog het waar-menschelyke
boven het vals-goddelyke verheven is, toch zou in dit geval z'n
smaak al zeer spoedig den weg hebben gewezen aan z'n oordeel. Om
nu evenwel zelfs den braven Jansen niet meer te geven dan hem
toekomt, moeten wy wel onthouden dat Wouter's kennismaking met dien
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.