De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07

Total number of words is 4614
Total number of unique words is 1546
39.7 of words are in the 2000 most common words
54.6 of words are in the 5000 most common words
60.8 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
blykbaar hadden voorgenomen 'n hollandsche zon te zien opgaan, doch wat
laat voor den dag kwamen. Want de zon begon zich reeds te vertoonen,
en er was prins noch prinses te zien.
Behalve eenige werklieden, wier dag wat vroeger dan die van de
anderen scheen te beginnen, stonden er geen toeschouwers om de
"kleine steentjes van 't Paleis." En gepraat werd er onder dat
schamel publiekje niet. Op de deugdzaamheid van de omstanders wil
ik niets afdingen, maar wel bleek er dat de verkwikkende morgenstond
hen slaperig maakte. Misschien heeft de fransche verzenmaker zich in
die beide menschelyke zwakheden vergist, en de eene voor de andere
genomen. Maat of rym zullen dit zoo vereischt hebben.
Ook Wouter voelde slaperigheid. Gister nog zoud-i zich veel moeite
hebben getroost om 'n wezenlyken koning te zien te krygen--zeker om
te weten of zoo'n wezen op Macbeth, Arthur en King Lear gelykt--maar
nu... och, hy gaf er zoo weinig om.
Juist wilde hy heengaan, toen de koetsiers zich oprichtten en in 't
styve postuur zetten, dat hun door Heeren, Vrouwen en traditie schynt
voorgeschreven tot verhooging van de deftigheid. Ze sloten de armen
aan 't lyf, als iemand die zichzelf 'n stoot met den elleboog in de
lenden geven wil, haalden de teugels op, en vertoonden zich zoo leelyk
en voornaam als maar eenigszins mogelyk was. Een schoenmakersjongen
die de wereld scheen te kennen, maakte hieruit op: "dat ze nou wel
gauw komme zouwe."
Die "ze" waren Keizerlyke, Koninklyke en andere Hoogheden. Zoo'n
schoenmakersjongen steekt zonder omslag al zulke waardigheden als
bruine boonen op den elst van z'n tong.
De olykert had juist geraden. "Ze" kwamen inderdaad, en bestegen de
meestal open wagens, die zoo snel wegreden dat Wouter 't gelaat van
al de Majesteiten en Hoogheden niet te zien kon krygen. Slechts één
bejaarde dame gaf op 't oogenblik van wegryden den koetsier met haar
zonnescherm 'n tikje op den schouder, dat zooveel scheen te beduiden
als: wacht even!
--Ze het wat vergeten, diagnozeerde 't krispyntje.
Drie, vier "Kavaliere" vlogen als weerlichten 't paleis in,
en schenen 'n wedloop te houden om den achtergelaten joujou de
Normandie te halen. Een hunner--de ongelukkige!--kon den ingang
niet vinden. Vreemder is 't dat de anderen wèl wisten binnen te
komen, omdat het achtste wereldwonder eigenlyk geen ingang hééft,
'n byzonderheid die zeer gevoegelyk voor negende wonder kan doorgaan,
en dan ook een der hoofdgronden is van den rechtmatigen trots der
Amsterdammers. Paleizen of Stadhuizen met 'n behoorlyke deur of poort
kan men overal te zien krygen.
Twee ridders des Heiligen Roomschen Ryks betwistten elkander de eer van
't veroveren... nu ja, veroverd werd er niets, maar ze kwamen te-gelyk
aanloopen met den joujou. Ze schenen 'n compromis te hebben gesloten,
en klemden beiden juist even ver duim en wysvinger om 't gouden
doosje waarin 't kleinood bewaard werd. Beiden lachten en bogen by 't
aanbieden, met gelyke allerunterthänigste Pflichtschuldigkeit. Onder
beiden verdeelde de rechtvaardige Palatine haar tevredenheidswenk van
den zevenden rang. Beiden klopte het hart met gelyke slagen, en wie op
'n goudschaaltje de zieleverrukking van die twee eendrachtige heeren
gewogen had...
Toch ontstond er later twist. In den jare O. H. tweeduizend zóóveel,
procedeerden de naneven van die twee ridders, over de voorzitting in
'n demokratisch kieskollegie. Ridder A zou volgens de traditie z'n
wysvinger een millimeter verder onder de doos hebben uitgestrekt
dan de helft, en dus grooter aandeel hebben gehad in... grooter
aanspraak op...
Gekheid! riepen de afstammelingen van z'n mededinger B. Onze voorvader
heeft er ook den ringvinger aan geslagen! Ziedaar ònzen titel, ònze
aanspraak! Welke onverlaat zou in deze demokratische eeuw, de rechten
miskennen... enz.
--Zieje wel dat ze puissies in d'r gezicht het! riep de
schoenmakersleerling.
't Was de waarheid! Koninklyk-Keizerlyke puisten! Menschelyke
puisten! Dit had geen der poppen op Wouter's printen. Al z'n gekleurde
prinsen en prinsessen verheugden zich in gave gezichten, en 't viel
hem zeer tegen, dat 'n dame die tot den stoet van koningen en keizers
bleek te behooren, zoo bitter weinig op z'n printen geleek. Als hy
't mensch gekleurd had, zou ze 'r beter uitzien, meende hy.
Hoe geheel anders was dit met... háár, met Femke! Zy had frisscher
gelaat dan-i met al z'n vleeschkleur schilderen kon. En 'n houding! Nu
kwam hem op-eens voor den geest aan welke figuur ze hem had doen
denken, toen ze daar stond met half-opengeslagen mantel by 't
flikkerend kaarslicht: aan konigin Elisabeth van Engeland... juist!
Maar deze vrouw met haar puistjes? Gut, ze kon best 'n waschvrouw
wezen, 'n allergewoonste waschvrouw, die nog slordig blauwde op den
koop toe, en zoekgeraakte mansetten te vergoeden kreeg.
Het onaanzienlyk voorkomen van de Paltsgravin, werkte zeer... burgerlyk
op Wouter's verbeelding, en 't kwam hem niet heel waardig voor,
prinses te wezen, als men daarby puistjes in 't gezicht hebben kon
gelyk ieder ander. Hy beloofde zich vast en zeker, dat-i nooit Femke
verlaten zou om-den-wille van welke Majesteit ook.
Wel voelde hy eenige yverzucht op 'n zeer jong mensch die kort na
't wegryden van de Paltsgravin, 'n opening in 't Paleis scheen
gevonden te hebben, en naar buiten trad. Gelyk 'n deel der andere
Kavaliere--de meesten torschten 'n witte pruik, met 'n staartjen
in den nek--droeg hy eigen haar, dat vry lang was, en hem los om
de schouders slingerde. Z'n kleeding was 'n eenigszins fantastische
variant op de uniform der adelborsten van die dagen. De kleur van z'n
buis was donkerblauw, met roode opslagen aan hals en mouwen, doch
zonder 't minste goud, wat by de schitterende uitmonstering van al
de andere heeren, zeer in 't oog viel. Ook droeg-i geen ridderorde,
en scheen dus 'n gedistingeerd persoon te wezen, al ware 't hierom
alleen dat-i minder dan alle anderen op 'n begunstigde koninklyke
kamerdienaar of 'n hansworst geleek. Op z'n hoofd had-i 'n zoogenaamd
schotsch-mutsje, zooals ligt-matroosjes gaarne dragen. Twee jockey's
brachten 'n schoon paard voor, dat door den een by den teugel werd
gehouden, terwyl de ander den stygbeugel hield.
--Dat 's god-straf-me-n-'n jonker! zei 'n sjouwerman. As de bliksem
zes man 't grietje-want in, om dat vet in 't blok te klaren!
--Mot hy op dat paard? vroeg 'n oud-kavallerist, die 't in zyn vak
gebracht had tot "oppasser" van ongetrouwde ouwe-heeren. Weetje wat
ik zeg? Ik zeg: 'n zeeman op 'n paard, is 'n gruwel in Gods oog!
Wouter was te onbedreven in de vakpedanterie dezer beide
pronkstukken van mislukte soldaat- en zeemanschap, om hun spotterny
te begrypen. Voor-i gereed was met het ontcyferen van dat "vet in 't
blok" en dien "gruwel" sprong prins Erik, den stygbeugel versmadend,
op den goudvos. De toeschouwers schrikten van 't steigeren, en maakten
zich gereed om wegtestuiven zoodra 't wilde beest blyk mocht geven
dat de "kleine steentjes" te nauw waren voor den stryd dien 't met
z'n ruiter aanving. Het zette den kop in de borst, steigerde, schoot
vooruit, en stond op-eens pal, zwenkte onverwacht, brieschte, schudde
de manen, schopte, trachtte z'n ruiter over-kop te werpen ... alles
te-vergeefs! Of prins Erik 'n gruwel in Gods oog was, weet ik niet,
maar hy zat vast in 't zaal, dit is zeker.
--Dàt 'n zeeman? riep de oud-matroos--die in zyn tyd den welverdienden
bynaam droeg van "lamstralige snertmalènger"--dàt 'n zeeman? 't Is
de vraag of-i 't verschil kent tusschen'n bezaan en 'n fok! Al die
rykeluîs-zoontjes komen de kajuitspoort in! Ik en 'n ander kruipen
door de kluisgaten, zieje! Dat 's 't ware!
En, als om op deze diepzinnige meening 't zegel te zetten, verschikte
hy z'n tabakspruim van rechts naar links.
--Hm, zei de kavalerist-kleerenklopper, hy heeft meer 'n paard tusschen
de pooten gehad! Anders ... ik wil maar zeggen dat zoo'n pallas van
anderhalf verrel, 'r heel mal by staat. Die vliegeprikker slingert
het arme beest tegen de beenen. Hy moest dat ding opgespen.
Prins Erik gespte niets op. Hy vermaakte zich met temmen van z'n
paard. Toen dit gelukt was, begon hy op zyn beurt het schoone dier
te plagen, en kittelde het met de sporen, onder 't inhouden van den
toom. Telkens gaf het blyk van goeden wil, maar scheen wat straf
te-goed te hebben voor z'n speelschen moedwil van zoo-even. Eindelyk
scheen de ruiter voldaan. Hy liet den vos, die niets liever wilde
dan de nog altyd wegrollende rytuigen narennen, z'n zin, en schoot
vooruit. De dunne gordel omstanders brak af, en op-eenmaal bevond
zich de ruiter voor 'n kruiwagen, die de dubbele funktie vervulde van
voertuig en augurken-magazyn. Nog juist by-tyds hield de jonge ruiter
z'n paard even in, maar toch... 't was te laat om te wyken. Op-eens
liet hy den teugel schieten, en 't vlugge dier sprong welberaden over
't beletsel heen.
De weinige toeschouwers riepen: hé! en onze prinselyke adelborst
joeg den stoet rytuigen na, die sedert eenige oogenblikken in de
kalverstraat verdwenen was.
Het schoenmakertje, dat zooveel blyk gegeven had op de hoogte
van hofzaken te wezen, beweerde dat "ze" den Diemermeer zouden
doorryden, en, van daar terugkeerend, al de buitensingels om, door
de Haarlemmerpoort weer naar 't Paleis.
Wouter verheugde zich hartelyk in z'n afkeer van de puistige
Prinses. 't Was hem als 'n geschenk van 't lot, dat hy eens eindelyk
iets had te zien gekregen uit 'n sfeer die van de zyne zoo hemelsbreed
verschilde, en dat toch z'n begeerigheid niet opwekte.
Met dat schoone paard was 't iets anders! Wat 'n sprong! En wat
die jonge ruiter 'n lief gezicht had! Precies Hamlet... vóór 't
kleuren! Zoo'n paard zou hy ook wel eens bezitten, als-i maar op
goeden voet bleef met Femke...
Dit scheen hem de eenige bron van alle geluk!
...als Femke hem maar lief had! En... zoo niet? Wel, dan verkoos-i
niet eens 'n paard te hebben, geen ezel zelfs, en ... niets! 't Was
immers juist om door háár te worden bewonderd, dat-i z'n beest zulke
sprongen wilde laten doen over kruiwagens, of... hooger dingen!
In afwachting van die gelukzaligheid te-paard, sukkelde hy voorloopig
op z'n voeten verder, en raakte weldra in de buurt van Femke's huisje.
Hier zette hy zich op haar bleekveldjen in 't gras, en peinsde, en
voelde zich overmand van vermoeienis, en viel in 'n slaap die meer
onrustig dan verkwikkend was.
Hy droomde allerlei vreemde dingen, waarvan de hoofdzaak was dat 'n
jong meisjen op 'n tafel stond, en zich vermaakte met het opwerpen
en vangen van zware mannen in schippersdracht. Ze speelde er mee, of
't ballen waren...
--Laat ik haar nu goed aanzien, vermaande zich Wouter. Straks rydt
zy de lucht in ... ze ziet niet op 'n daalder... en daarom... al is
't nu maar 'n droom...
En hy zàg. Hy staarde zoo scherp als men dat in 'n droom kan, en hy
onderscheidde duidelyk de trekken van ... de kleine Sietske Holsma!
Zéker was zy het! Want ze riep heel verstaanbaar: 'n "massa" is
'n heele troep, weetje!
En met zoo'n massa--die precies geleek op Klaas Verlaan en de
zynen--kaatste zy...
--Dàt zal ik nu eens goed onthouden als ik wakker word, beloofde zich
Wouter. Men hoeft zulk volk maar tusschen duim en vinger in den nek te
pakken, en 't gaat vanzelf. Ik zal 't opschryven, want zoo'n droom...
Van Femke geen woord, helaas! Zou men niet bevreesd worden inteslapen,
als men bedenkt dat dit ons verleiden kan tot zooveel ontrouw, tot
zoo'n valsheid?



Lezers die gesteld zyn op deftige poëzie, kunnen ook dit
hoofdstuk weer overslaan. 't Is vol prozaïsch realismus,
zich openbarend in de hydrogymnastische oefeningen van 'n
kastalische-fonteinnimf--tevens van beroep: waschvrouw--met
'n ridder in de luur, die 'n brief ontvangt uit den hemel: mirakel!

Toen Wouter zich in 't gras zette met z'n rug tegen 'n boom, was z'n
voornemen daar te blyven zitten wachten tot-i leven bespeuren zou in
Femke's huisje. Al was 't dan hoogstonzeker of ze zich dáár bevond,
toch immers zou hy dan iets vernemen. In-allen-geval kon haar moeder
hem zeggen, zoo hoopte hy, of ze behouden was thuis gekomen, en of
de wond in haar hals of gezicht van beteekenis was? Want bebloed was
ze geweest, dit had-i duidelyk gezien.
Hy wist niet of ze gedurende haar tydelyke funktien by de Holsma's--'n
nicht... hoe zàt dat in elkaar!--op de Kolveniersburgwal sliep, of
's avends te-huis kwam by haar moeder. Maar hoe dit wezen mocht,
iets zou hy nu zeker vernemen, als-i maar wachtte...
Helaas! Om hem overeind te houden, waren drie stevige boomen niet
te veel geweest, en hy had er maar één. Hy viel dan ook weldra om,
en lag daar alleronfatsoenlykst. Z'n petje rolde in de sloot, en
verdween langzaam maar zeker onder 't kroos.
De zeer enkele voorbyganger die hem bemerkte, meende dat daar 'n
beschonkene lag, en was ruimschoots in de gelegenheid om bespiegelingen
te maken over de al te vroege rypheid van zoo'n jong ventje. Een
onderzoek naar de oorzaken van 't geval--hy toch kon ziek, gewond
of dood wezen--lag niet in de zeden. Dat zyn politiezaken. 't Was
volgens die zeden al wel, dat niemand hem leed deed.
Gelukkig was 't aantal voorbygangers, om 't vroege morgenuur, nog zeer
gering. Bovendien, hy lag niet zeer naby het pad dat door 't grasveldje
kronkelde, en de meesten gingen voorby zonder hem te zien. Maar straks
als er gebleekt moest worden, zoud-i in den weg liggen, dat was zeker.
Z'n droomen blyven--als 't wakend leven-zelf--'n zonderling mengsel van
schyn en werkelykheid. Een beetje waarheid, en veel bedrog ...ziedaar
alles! Om rechtvaardig te zyn jegens slaapdroomen, moet men erkennen
dat ze maar beschikken kunnen over één soort van leugen. Even als
dichters en lasteraars!--vinden ze niets uit, en bepalen zich tot
eenige verandering in 't rangschikken of samenvoegen. Personen, zaken
en denkbeelden wisselen gedurig van rol, en leenen van elkander 't
heterogeenste. Wouter droomde precies als 'n ander in zyn geval zou
gedaan hebben, d. i. onder den indruk van de gegevens die hem waren
meegegeven in den slaap, en van den boomwortel waarop z'n lenden
waren te-recht gekomen. Die wortel speelde voor juffrouw Laps die hem
pynlyk omhelsde, maar ze sprak daarby als oom Sybrand, over taal en
kippenhokken. Z'n moeder zag het aan, en geleek op koningin Elisabeth
die, volgens haar, Amerika had gekocht, en betaald met háár geldje:
honderd kromme pietjes. Klaas Verlaan droeg 'n fluweelen mantel, en
zat schrylings op 'n gevleugelden kruiwagen vol augurken, waarmed-i
heensprong over 'n dame vol puistjes en ridderorden. Daar kwam ook:
"massa"--persoon geworden--met 'n pruim in den mond, en verklaarde
dat-i Gooremest heette en op de Keizersgracht woonde, waar-i "met
God" in effekten deed. Een zevenklapper hield redevoeringen over
menschenrecht, en beukte Wouter in de ribben ... dit was weer de
schuld van dien wortel. Een vries-bont boezelaar zong: honneur au
plus vaillant, en scheen daarmee broêr Stoffel te bedoelen, die er
naar stond te luisteren, en met allerliefste bescheidenheid 'n wolk
van toegeworpen lauwerkransen opving op 'n yzeren leerlineaal.
Zoo ziet men, hoe billyk het lot is. Wie roem te-kort komt in
werkelykheid, krygt z'n deel in 'n anderen droom.
Maar, in-weerwil van 't vermoeiend geflikker dezer half-uitgewreven
en bont dooreen gemengde beelden van z'n herinnering, behield één
figuur vry standvastig haar trekken. Ze beheerschte elk tooneel dat
aan Wouter's verbeelding voorbyschoof. 't Was die van 't meisje dat op
'n tafel stond, en haar armen kruiste.

--Lieve goeie god, jongen, hoe kom je dáár? Hoe kom jy daar?
Zoo sprak 'n stem, eerst op eenigen afstand, toen naderby, en weldra
zelfs aan z'n oor. Hy had 'n flauw besef dat iemand bezig was hem
opterichten.
--Sietske! mompelde de slapende.
--Ja, zoo heet ik! Maar hoe weet jy dat?
--Sietske... Holsma!
--Wel zeker! Maar wie heeft je dat gezegd? En hoe kom je hier? Heel
fatsoenlyk is 't niet! Ben je dronken? 't Is 'n groote schande voor
zoo'n jong bloedje!
Ja, zeker was-i dronken. Maar 't was nog altyd van den slaap. En
nogeens sprak hy den naam van Sietsken uit.
--'t Kan me niet schelen dat je me by m'n voornaam noemt, maar ... hoe
kom je 'r aan? Heeft Fem je zoo wys gemaakt? 't Is 'n ware schand voor
god, dat ie hier zoo ligt als... 'n zwyn, dat zeg ik je! En zoo-even
nog... geen uur geleden, zat je d'r op als 'n banjer... 't Is schande,
zeg ik!
De persoon die aldus tot hem sprak, was by hem neergeknield. Ze
richtte hem wat op, en hy viel wezenloos tegen haar aan, zoodat ze
wel genoodzaakt was, hem weer in 't gras te leggen.
--Och, och, och, 'n waar schandaal! Zoo jong nog, en dan al zoo
gruweloos aan 't verpieteren!
De vrouw die zich met Wouter bezighield, scheen te willen voortgaan
met de niet ongewone fout, 'n beschonkene z'n schandelyken toestand
te verwyten op 'n oogenblik dat-i onvatbaar is voor rede. Maar op-eens
bedacht ze zich, en, van toon veranderend:
--Och, lieve god, 't is waar ook, riep ze, hoe kan ik zoo praten! 't
Kind is van 't paard gevallen, de stumpert! Jesis-Maria, wat
ben ik 'n gemeen schepsel! Zeg, jongeheer, ben je van je paard
gevallen? Och, och, och, wat doe je-n-ook op zoo'n beest! En... waar
is je skos-mussie? 't Stond je zoo aardig! En je sabeltje? 't Rinkelde
zoo! En nu al dood... Jesis-Maria! En je kleertjes? Och, lieve god,
hy is dood, en... van z'n paard gevallen! Ben je dood?
--Sietske! mompelde Wouter.
--Goed, goed, noem jy me gerust by m'n naam. Ik geef er niets om, want
groots ben ik niet, als je me maar zeggen wilt of je dood bent! Och,
och, och, Maria-Josef, hy is dood! Als Femke maar hier was!
Daar trilde iets in den zevenslaper: Femke! Was zy 't? Femke? Was
't niet Sietske?
--Sietske ben ik, zei... Vrouw Claus.
Deze vreemde mededeeling was de moeite van 't oog-opslaan waard! Maar
ze vielen weer toe, en hy tegen haar aan.
--Je mag me noemen zooals je wilt--gut, waarom niet? Ik ben
waschvrouw--als je me maar zeggen wilt of je je bezeerd hebt, en of
't erg is? En waar is je geruite muts? 't Is schande van je moeder,
dat ze je-n-op zoo'n beest zet ... 'n ware schande! Zeker heb je
armen en beenen gebroken? En je ribben? En misschien je nek, hè? Zeg
't maar, jongen! Ja 't is schande van je moeder! Zoo-even zag je 'r
nog zoo snoepig uit ... geen uur geleden! En nu ... leg maar gerust
tegen me-n-aan. Och, wat zal Fem er van zeggen? De meid zal desperaat
wezen, en... ik ook!
Wouter richtte zich 'n weinig op, en wreef zich de oogen uit.
--Zeg, wat is er aan je gebroken? Wil je dat ik pater Jansen laat
roepen? Och, 't wurm kan niet spreken! Wat is er aan je stuk?
--Stuk? Gebroken? Aan my?
--Ja, stumpert, zeg 't maar!
Wouter betastte zich. Toen z'n hand de plek bereikte, waar die
boomwortel z'n plooien en knoesten had ingestempeld, nam z'n gelaat
'n vragende uitdrukking aan. Geheel overtuigd dat men hem niet buiten
z'n weten had geradbraakt, was-i niet!
--Gebroken? Stuk? Ik?
--Wie anders?
--En... wie zou dat gedaan hebben?
--Wie? Wèl ... jyzelf, stumpert!
--Ik?
--Wat doe je-n-op zoo'n beest!
--Op 'n beest? Ik op 'n beest?
--Weet je dan niet dat je d'r afgevallen bent?
--Ik? Van 'n beest gevallen? Van welk beest?
--Van 'n paard immers? Weet jyzelf dat niet? Ben je dan
toch... misschien... 'n beetje... dronken ook?
--Ik? Dronken? Van 't paard gevallen? Ik?
En hy legde beide handen met wyd-uitgespreide vingers op de borst,
als om met onomstootelyke zekerheid vasttestellen van welke ikheid
hier de rede was:
--Ik? Ben ik dronken? Ben ik van 't paard gevallen?
--Wat ànders? Wie ànders?
--God, god, hoe is dàt mogelyk?
En nogeens betastte hy z'n rib die 't cachet droeg van den
boomwortel. Daarop greep-i Vrouw Claus by den arm, en schreeuwde,
op elk woord drukkende:
--Je... zegt... dat... ik... van... 'n paard... ben... gevallen?
--Ja, schaap, dàt zeg ik! Houd je bedaard!
Nu sloeg Wouter de handen aan z'n hoofd, misschien begrypende dat
dààr de ikheid woonde die geraadpleegd worden moest. De slotsom van
z'n overwegingen schynt zonderling, maar is natuurlyk:
--Ik wou me graag eens wasschen!
--Wel, dàt 's goed! riep Vrouw Claus verheugd. Zou er dan waarlyk
niets aan je kapot zyn? En waar is je muts?
--Wasschen, ging Wouter peinzend voort, met heel koud water!
--Goed, jongen! Kom maar mee naar de pomp! Ben je zeker dat je loopen
kunt? Heb je je beenen niet gebroken?
Wouter betastte ze, en zei zonder de minste overyling:
--Ik... geloof... het... niet!
--En je ribben?
--Ook... niet!
--En je nek?
--N...e...e...n!
Om de goede vrouw gerusttestellen, schudde hy langzaam 't hoofd,
maar hy had wel eenigen moed noodig om die gymnastische bewysvoering
te beproeven. 't Mocht eens niet lukken!
--Kom dan mee naar de pomp! En... zeg eens, jongen, maar jok niet,
ben je altemet niet 'n beetje... dronken ook? Zeg de waarheid!
Wouter stond langzaam op, bedacht zich vry lang, en zei, blykbaar na
konscientieuze raadpleging van z'n herinneringen:
--Ik geloof het niet! Maar... ik wou me zoo graag wasschen in heel,
heel, heel koud water... koud als ys!
Vrouw Claus geleidde hem in en door haar huisje naar 't erf daarachter,
waar 'n groote pomp stond.
--Kleed jy je maar gerust uit, m'n jongen! Niemand kan je hier
zien. Maar... hoe kwam je 'r toe, my zoo op-eens by m'n voornaam te
noemen? Niet dat ik 't kwalyk neem, gut né, maar...
Geheel wakker was onze slaper nog niet. Hy had tyd noodig om z'n
herinneringen te regelen, en 't werkelyk gebeurde te zuiveren van de
laatste droomerige toevoegsels, Hy verzekerde daarom dat-i... hoofdpyn
voelde, en niet zou kunnen spreken voor-i zich behoorlyk gewasschen
had. Vrouw Claus bemerkte dat-i te beschroomd was om zich te
ontkleeden. Met kostbare naïveteit dacht zy te-dezer-zake in 't
minst niet aan zichzelf, en meende al heel veel gedaan te hebben om
Wouter gerust te stellen, door 'n paar lakens over den rand van 'n
latten-schutting te slaan, zoodat nu 't erfjen, op de zoldering na,
vry wel naar 'n afgesloten kamer geleek.
--Zie zoo, m'n jongen, nu kan geen mensch je zien, geen sterveling! Wie
dáár overheen kykt, moet knap wezen!
Geen "mensch" geen "sterveling?" En zy dan? Wouter wist waarlyk niet
hoe hy 't had. Gister nog zoud-i misschien zonder den minsten erg...
Ach, hy was zooveel ouder sedert gister! En 'n beetje wyzer ook! En
dus... iets minder onnoozel ook! Of hoe anders moet het heeten,
die schroom om zich te stellen op de laagte of hoogte van Vrouw Claus?
--Ja, ja, ik begryp best wat je mankeert, zei ze. Je hebt je leedjes
niet tot je wil, dàt is het! Wat doe je-n-ook op zoo'n beest!
En ze pakte hem flink beet, en begon hem te ontdoen van z'n kleeren,
en Wouter liet haar begaan alsof hy vyftien jaar jonger geweest
was. 't Moest wel! Hy voelde zich vernietigd, en al wat in hem was,
loste zich op in één uit afmatting berustend: in-godsnaam! De flauwe
tegenstand dien-i nu-en-dan bood, werd door z'n baker opgevat als
kinderlyken gril, en dáármee wist ze raad! 't Scheelde weinig, of
ze had er 'n "suia, suia, kindje" by gezongen. Want--honni soit qui
mal y pense!--zoo bakerlyk was haar indruk by 't uitkleeden van den
jongen ridder.
Toen ze gereed was, zette zy hem op 'n laag bankjen onder de pomp,
en sloeg de hand aan den slinger. By de eerste druppel rilde hy, en
weldra klaterde 'n breede waterstraal hem op hoofd en schouders. Van
teweerstellen was geen spraak. Hy kon zien noch spreken, en Vrouw
Claus vatte z'n "brrr!" dat misschien beteekenen moest: "genoeg,
genoeg!" als 'n betuiging van tevredenheid op.
--Ja, zieje, na zoo'n val stygt het bloed...
'n Pompslag!
--Brrr!
...naar je hoofd! En de kou van 't water...
'n Pompslag!
--Brrr!
...als je maar niet je nek gebroken hebt...
'n Pompslag!
--Brrr!
...want dan helpt het niemendal! En...
'n Pompslag!
--Brrr!
...als je ribben stuk zyn, ook niet! Zou je niet...
'n Pompslag!
--Brrr!
...denken, dat het nu genoeg is! ik heb...
'n Pompslag!
--Brrr!
...pyn in m'n milt! Maar anders, ik...
'n Pompslag!
--Brrr!
...ik wil wel! Zoo lang als je maar...
'n Pompslag!
--Brrr!
... als je maar wilt!
Op-eens hield zy op, maar liet den slinger niet los, zeker om blyk
te geven van goeden wil om terstond weer te beginnen, als de patiënt
het verlangen mocht.
--Gut, ik heb vergeten je te vragen of je misschien liever hebt...
--Brrr!
...dat ik je boen met groene zeep? Zoo wascht zich onze Fem altyd,
weetje? 't Vel glimt er zoo van! Je moest haar rug eens zien... 'n
ware spiegel, kompleet 'n spiegel!
Wouter wilde heusch iets zeggen, maar kon niet. Wàt zoud-i gezegd
hebben? Femke's rug, een... spiegel?
--Ja, en haar voorhoofd ook? Heb je dat nooit opgemerkt? Nu, dat komt
alleen van de groene zeep! Is je moeder niet gewoon je te wasschen
met groene zeep? En dan... boenen, weetje, schuieren, schuren,
flink! Maar ben jy gewoon 't zonder zeep te doen? Gut, dat wil ik
ook wel...
En ze maakte zich gereed om weer te beginnen. De vreeselyke slinger
rees...
--Ik... geloof... heusch... dat het nu wel genoeg zal wezen,
bibberde Wouter.
En hy kreeg 'n gulp water in de mond, zoodat zy hem alweer niet
verstaan kon.
--Groene zeep is ook goed voor peesknoopen...
--Brrr!
...en rimmetiek! Als je maar van-binnen niet heelemaal stuk bent,
want dan...
--Brrr!
...is er niks an 'n mensch te doen.
Het was niet zonder inspanning, dat Wouter, koud, moe, beschaamd en
gebiologeerd, het waagde zich en z'n bankje eventjes van onder den
straal wegteschuiven. Dit sprak iets duidelyker, en bad vry welsprekend
om genade. Eigenlyk had-i gedurende de heele kunstbewerking niet
anders gedaan, maar wat baatte het? Besef om optestaan had-i niet. En
bovendien... de goeie vrouw had z'n kleeren over 'n droogstok geslagen,
die niet onder z'n bereik was, en hy, gaandeweg wakker geworden, begon
schaamte te voelen over z'n volslagen gemis aan bedekking. Hy bleef
onbewegelyk zitten, maakte zich zoo klein mogelyk, en verschool z'n
kin tusschen de knieën. Ik denk dat Adam in Genesis III ook zoo-iets
gedaan heeft, en dit zal wel de oorzaak geweest zyn, waarom hy in dat
verdrietig hoofdstuk van de paradyshistorie zoo moeielyk te vinden was.
--Wou je nog wat? vroeg z'n goedige Najade.
--Neen, neen, o neen, antwoordde hy snel, bevreesd dat 'n nieuwe
straal--de slinger rees al!--hem weer de spraak zou afsnyden. Neen,
maar...
De onschuldige vrouw begreep niet wat hy wilde. En daar-i als 'n
klomp en in-een gedoken zat:
--Heb je véél pyn? vroeg ze.
--Neen! Pyn juist niet, maar ...
--Ben je misschien moe van 't ryden?
--Van 't ryden? Ja, ja, ik ben erg moe!
--Dàt is het! riep Vrouw Claus. En ik heb 't wurm in z'n slaap
gestoord! Weetje wat we doen zullen? Je moet wat slapen... dat denk
ik er van.
En met 'n onbeschroomdheid, waarvoor ik eerbied vorder van den
lezer--zouden er zyn, die hiertoe te laag staan?--droogde zy Wouter
af. Ze trok 'n beddelaken van de schutting, wikkelde hem--zoo
opgevouwen als-i was--daarin, en droeg 'm weg als 'n pakje waschgoed.
Hy voelde dat ze hem neerlegde, en warm toedekte...
--Strek jy je beenen gerust uit, m'n jongen, als ze maar...
in-godsnaam niet gebroken zyn.
Wouter deed wat ze gelastte, en voelde 'n onbeschryfelyke gewaarwording
van welbehagelykheid. Z'n lichamelyke aandoening steeg tot verrukking,
toen z'n voedster de dekens naast hem "instoppende" de heerlyke
woorden uitte:
--Ja, slaap maar, arm kind. Je ligt daar goed... dat is 't bedje van
onze Fem, weetje!
Op Femke's bed! Wèl mocht Vrouw Claus zeggen dat dit hem goed zou
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.