De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29

Total number of words is 4830
Total number of unique words is 1522
39.7 of words are in the 2000 most common words
54.8 of words are in the 5000 most common words
61.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
voorviel op den deel. En ik vroeg weer, waar Trineke was, en zei dat
ik niet dansen wou voor ik wist wat haar scheelde. Want toen ik den
vorigen keer by Koremans was, had ik al gemerkt dat ze erg hoestte, en
nog kaduker was, dan gewoonlyk. Ze was 'n beetje mank ook, maar ze had
altyd braaf gewerkt... o, by Koremans z'n ouders al! En daarom vroeg
ik waar ze was? "Ze is op 'r bed, zei Lies, en ik begryp niet wat je
hebt uittestaan met dat ouwe mensch. Kom, dans maar!" En ze wenkte den
speelman dat-i beginnen zou. Maar ik liep weg om Trineke te zoeken,
want het was me alsof God me ingaf--dit gebeurt soms--dat ze slecht
behandeld werd. En Lies me na! En Koremans ook! Je moet nu geen kwaad
van dat meisje denken omdat ze me naliep. 't Was maar dat ze niet wou
dat ik Trineke zou vinden, en weten waar ze lag. Want... ze lag in den
stal. Maar dat wist ik niet, en Koremans zei 't me niet--dat begryp
je wel--maar 't was of God het me ingaf. En ik stond voor den stal,
en vroeg: "is ze hier?" maar Koremans durfde niet antwoorden, en Lies
riep weer: "wat wil je toch met dat ouwe mensch?" Maar ik zei: "met
jou dans ik niet!" en 't speet 'r. Toen vroeg ik aan Koremans, of-i de
deuren van den stal wou openen? "Neen, zeid-i, en ze is er niet!" En
ik zei dat ze 'r wèl was, en vroeg 't hem nògeens, want men moet
'n mensch altyd tyd laten om zich te beteren. Dat doet God ook. Maar
hy zei weer neen, en Lies wou me vasthouden, maar ik duwde haar weg,
en zette m'n schouder tegen de staldeur dat-i kraakte, en... ik was
er in, hoor! Vind je dat niet sterk? Ik heb er nog schik van.
--En Trineke, m'nheer?
--Wel zeker, daar lag ze-n-als de reiziger uit 's heeren Schrift! 't
Was naar en akelig om aantezien. Heel lang heeft ze niet meer geleefd,
maar... ze is toch behoorlyk gestorven op 'n kristelyk bed. Want ik heb
Koremans onder handen genomen, dat verzeker ik je! Ik zei dat God hem
verbryzelen zou, precies zoo als ik de staldeur gedaan had... neen,
veel erger nog! En ik zei--met 'n zwaren vloek er op--dat ik bord
noch beker in z'n huis zou aanroeren voor Trineke op 'n bed lag,
met 'n dokter er voor, en medicyn op de plank. 't Gebeurde, hoor!
O, ik heb veel gezegd! Ook over dien Sebastiaan... want daar was-i
erg groots op, en ieder die in de buurt van ons dorp kwam, moest
het weten dat de Sebastiaan in onze kapel van Koremans was. Ik zei:
"denk jy dat God met koperen koppen gediend is? Die oude Trine draagt
meer pylen in haar lyf dan Sebastiaan ooit gehad heeft, want ze is
er heelemaal kaduuk van, en mag je dan zoo'n mensch op stroo leggen
in je stal? Zet jy daar jou Sebastiaan in, die zal er geen weet van
hebben, want hy is maar van koper, en de levendige Trineken is je
nader. Ze heeft je-n-uit de sloot gehaald toen je-n-'n dreumis was,
en wat heeft ooit Sebastiaan voor je gedaan? 't Was 'n heilig man, ja,
maar jy moet ook 'n beetje heilig wezen, en niet je volk in de mest
leggen. Wie denk je wel dat je bent, omdat je geld hebt, en koeien en
land? God heeft veel meer dan jy, en als-i verkiest, kan-i Trineke wel
honderd boerderyen geven waar de jouwe-n-in verdrinken zou. 't Is nu
Gods wil dat zy niks heeft, en jy veel, maar als 't hem in z'n hoofd
komt, keert-i 't om, en geeft je hoest en jicht en allerlei krupsies
meer. Wil jy dan op stroo liggen als 'n varken?" Zoo heb ik gesproken,
en ik zei nog veel meer, en ik gaf er latynsche teksten by, want daar
kan 'n boer niet tegen. Ook zei ik dat-i in de hel komen zou, maar ik
weet niet zeker of dat wel waar was. Je moet denken, ik was nog maar
in theologie-tweede. Gut, er hoort zooveel toe om alles precies te
weten van God en goddelyke zaken! 't Is 't zwaarste vak van de heele
wereld, en ik was nooit erg voorlyk. Die Koremans had eens pastoor
Koens vóór zich moeten hebben, die had 't hem ànders ingepeperd! Maar
Koens had nu weer die staldeur niet zoo gauw opengekregen... krak,
daar lag-i! De hengsels waren verdraaid.
--En Liesje, m'nheer?
--Ze had er veel weet van dat ik zoo driftig geweest was, en toen
Trineken op 'n bed lag, vroeg ze-n-of ik nu met haar dansen wou? Maar
ik wou niet. En toen bracht ze Trineken 'n glas brandewyn met rozynen
en krentenkoek, dat heel versterkend is by de boeren, en toen vroeg
ze weer of ik met 'r dansen wou, en ik deed het, maar zonder veel
plezier. Ik schoof maar zoo'n beetje heen-en-weer, en Liesje was ook
anders. En ze wou haar huwelyk uitstellen, maar Koremans was er kwaad
om, en haar vryer ook. Ik geloof dat-i me niet lyden mocht... zeker
om die weddingschap.
Hier zweeg Jansen 'n oogenblik: en 't scheen wel of z'n gedachten
minder vroolyk waren dan naar gewoonte. Misschien "schoven ze
maar zoo'n beetje heen-en-weer, zonder veel plezier." Wouter was
wreed genoeg, de herinneringen van den ouden man aantezetten tot
wat gehuppel. Jazelfs hy verwachtte een flinken sprong, 'n saut
périlleux. De onkunde der jeugd is wreed--cet âge est sans pitié ,
zei de fabeldichter--en Wouter wist niet wat-i deed, toen hy vroeg:
--En is Liesje met haar vryer getrouwd, m'nheer?
--O ja, zeker, zeker! Waarom zou ze niet met hem getrouwd zyn? Alles
was immers afgesproken en klaar. Maar ze beloofde my vooraf dat
ze-n-altyd goed voor haar volk wezen zou, want dàt had ik haar
verzocht, maar ik zei er by dat ik niet heelemaal zeker was van de
hel, omdat ik nog maar theologie-tweede was. Ja, niet waar, ik mocht
me niet voor hooger uitgeven dan me toekwam, en waarom dan zoo'n
meisje voor niemendal schrik aantejagen, als ik 't soms mocht mis
hebben? Maar ze zei dat ze geen hel noodig had, en dat ze-n-altyd
heel goed wezen zou als ze 't my maar beloofd had. Nu, ze méénde
't wel, want ze gaf er my 'n hartelyken zoen op... och, ze huilde zoo!
--Waarom huilde ze zoo, m'nheer?
--Je moet begrypen, de eene mensch is niet als de ander, en soms
heeft men verdrietige buien. Misschien huilde ze-n-omdat ik zoo
driftig tegen haar vader geweest was, en dat was goed van haar, want
'n kind moet altyd partytrekken voor z'n ouders. 't Begon al toen ik
Trineken opnam...
--Had U dat gedaan, m'nheer?
--Ja zeker, ik was de sterkste van allemaal, en 't bed was boven in
huis. Wie zou haar den trap opgedragen hebben zonder 't mensch zeer
te doen? Ze was maar vel en been, en alles deed haar pyn. 't Was
Koremans z'n eigen bed...
--Och!
--Daar stònd ik op! Ik hield me koppig, en zei dat het zoo wezen moest,
of ik zou 'n omgekeerd Jeruzalem van z'n huis maken. En Lies wou
háár bed afstaan, maar ik zei: "né, in 't zyne, of ik kom hier nooit
weer!" En ik zei er 'n heel ruw woord by, tegen haar vader--je bent
maar 'n ruige Ezau! zei ik--en daarom zal ze misschien gehuild hebben.
--Was ze-n-'n... lief meisje, m'nheer?
Deze vraag zweefde Wouter reeds lang op de lippen, maar de weifeling
tusschen de varianten "mooi" en "schoon" deed hem telkens aarzelen. 't
Een kwam hem tegenover 'n geestelyke wat gemeenzaam voor--te gemeen ook
misschien--'t andere klonk te boekerig by Jansens gemeenzaamheid. Toch
moest ons roman-lezertjen iets van Liesjens uiterlyk weten, en
hy kleedde z'n nieuwsgierigheid naar dat hoofdmoment van de zaak,
zoo deftig in als de omstandigheden toelieten. Maar ook Jansen had
zeker dekorum in-acht te nemen. Niet met bewustheid tegenover Wouter,
of wien ook, maar zonder zelf hiervan iets te weten, jegens z'n eigen
vlekkelooze reinheid. Van mooi of niet mooi was dus ook by hem geen
spraak. En meer nog: hy dacht er niet aan, hy wist het niet!
--O ja, heel lief. En vroom ook, op zondag en hoogty, dàt moet
ik zeggen! Maar de heiligheid van den huwelyken staat wou ze niet
vatten. 't Is by ons 'n Sakrement, weetje, en dat zei ik haar. Maar ze
was er niet mee tevreden, en wou haar trouwen uitstellen tot zy al haar
kristenplichten beter kennen zou, zei ze. En ze vroeg of ik 'r daarin
helpen wou? Maar haar vryer had er geen zin in en zei dat hy dat wel
zou doen, en toen gaf ik hem 'n boek waar alles in stond. Maar, och,
zy is na haar trouwen bleek en verdrietig en ziek geworden, en heeft
niet lang geleefd. Kort voor haar dood liet ze nog vragen hoe Trineken
't maakte, en of ik de stumpert wel trouw bezocht? Nu, dit deed ik,
en 't zal Liesje zeker plezier gedaan hebben.
--En, m'nheer, bezocht u Liesje niet?
--Neen, want haar man was niet heel vrindelyk als ik naar haar
vroeg. Ik geloof dat-i bang was dat ik iemand mee zou brengen, dien-i
misschien liever niet zag. Want Liesje... kyk, de zaak was zóó. In
't dorp zei iedereen dat ze liever 'n ander gehad had, als ze 't maar
had durven zeggen. Maar dit durfde ze juist niet, omdat die ander
van de kerk was. Ja ja, ik weet wel wie 't was, ook!
--Hè? vroeg Wouter die 't ook meende te weten.
--Ja, maar zeg 't niemand. Ik had al lang gemerkt dat ze zoo best op
de hoogte was van onze uitgangsuren, en als we-n-om karnemelk kwamen,
stond zy aan 't venster. Ook soms aan 't hek, maar zoodra we naderby
kwamen, ging ze naar binnen, net als iemand die niet weten wil dat-i
uitgekeken heeft. Zoo zyn de meisjes, en dit wist ik heel goed, want
nergens doet men zooveel menschenkennis op als op 'n simmenarie. Nu,
dat ze-n-altyd zoo uitkeek, was zeker om Kruger, 'n besten, besten
jongen! En dat haar man zoo stuursch tegen me was, zal ook zeker om
Kruger geweest zyn. Misschien dacht-i dat ik hem zou meebrengen, en dat
zou ik ook misschien weleens gedaan hebben, want Kruger was m'n beste
vrind, en hy hield byna net zooveel van Liesjen als ik. O, heel veel!
Tot zoover was Jansen gevorderd met z'n vertrouwelykheden, toen 't
paar de Haarlemmerpoort bereikte. Wouter had gaarne meer vernomen van
de roerende tragedie die niet recht scheen begrepen te worden door een
der hoofdpersonen zelf. Hy voelde wel dat Jansen eigenlyk meer verteld
had dan-i zich veroorloofde te weten. Of wist hy meer? Gedurende
het doorgaan van de duistere bochtige poort had de man gezwegen. De
eigenaardige galm die door dat zonderlinge gewelf dreunde en 't spreken
moeielyk maakte, was daarvan zeker de oorzaak. Maar toen ze weer in
de open lucht kwamen, klaagde Jansen over den vreeselyken tocht die
hem de oogen vol zand gewaaid had.
--Zou je wel gelooven, jongeheer, dat ze 'r van tranen? En ik ben
moè ook. Ja, ja, ik heb vandaag al wat af gedraafd, en verlang naar
'n zitje. Maar... wat is dáár te doen?
Inderdaad, er was 'n "standje" by de aanlegplaats van de schuit Onze
wandelaars versnelden hun stap, om er zoo spoedig mogelyk 't rechte
van te weten.
Wat my betreft, ik meen in dit hoofdstuk voldaan te hebben aan de
belofte dat ik eens 'n staaltje van pater Jansen's preekmanier geven
zou, en ik zeg er dit uitdrukkelyk by, om niet dezen of genen onkundige
in den waan te laten dat-i 'n idylle gelezen heeft.



Wouter en deugdzame lezers worden teleurgesteld door Fancy, die
'n lynch-vonnis kasseert. Ter vergoeding levert ze bydragen tot
de physiologie van zekere nyverheid, en benoemt ze Wouter tot
trooster van 'n diep bedroefde moeder. De lezer wordt gepaaid
met het stuk volksroem, waarop hy al zoo lang gewacht heeft. Of
Wouter Haarlem bereikt?

--Wel, jongeheer, daar schynt wat vreemds voortevallen. Hoor me die
vrouwspersoon eens schreeuwen!
--Ja, m'nheer, ze schelden. Ik geloof zeker dat er ruzie is.
De opmerking van pater Jansen was gegrond, en Wouter's geloof ditmaal
eens byzonder goed. Er was inderdaad iets byzonders aan de hand en
er werd gescholden.
En alweer vroeg Wouter waarom die vrouw zoo schold, en "tegen wien
ze 't had?" Hy kon aanvankelyk niet uit de zaak wys worden, en deed
hiermee tot m'n groot genoegen z'n leermeesters by het postkantoor
weinig eer aan. Uit de onnoozele vragen die hy tot z'n bejaarden vriend
richtte, bleek duidelyk dat hun onderwys niet best aan hem besteed
was geweest. En pater Jansen was nu juist de rechte man niet om hem
behoorlyk intelichten, want er was by die schuit iets zeer gemeens te
doen, en daarvan had-i geen verstand. Wel kende hy in z'n hoedanigheid
van zielengeneesheer de gewone verschynselen van de ziekten die men
hem in theologie-derde als "zonde" had leeren kennen en behandelen--de
kursus liep, excusez du peu, in theologie-eerste tot en met genezen
toe!--maar juist omdat-i ze slechts als zoodanig bestudeerd had,
stond-i met de handen verkeerd, zoodra de vyand tot wiens verdelging
hy ambtshalve geroepen was, zich in levenden lyve aan hem vertoonde,
wat hier werkelyk 't geval bleek. De goede pater mocht van geluk
spreken dat-i, eenigszins verlegen door de verrassing, en misschien
ook weerhouden door de stoffeering van het tooneel dat byzonder weinig
op 'n biechtstoel geleek, niet terstond aan 't bedokteren ging van
de zieken die hier overvloedige blyken gaven van behoefte aan wat
beterschap. De goede man zou zeker 'n gek figuur hebben gemaakt, en
dit ware jammer geweest. Hy vernam by deze gelegenheid byna evenveel
nieuws als Wouter, en ook zonder deze overeenstemming was 't opmerkelyk
in hoevéél opzichten de indrukken die zy hier opvingen, elkander
geleken. Jansen was in wereld- en menschenkennis ongeveer blyven
staan op 't standpunt dat Wouter onlangs bereikt had, en alzoo steeds
minderjarig in de boosheid gebleven. Het verschil tusschen deze beide
kinderen bestond hoofdzakelyk hierin, dat de ontwikkelende knaap méér
weten wilde en zichzelf beschuldigde van domheid, terwyl de volwassen
man heel tevreden was met z'n verstandelyke toerusting. En waarom
zoud-i niet? Hy had immers alle voorgeschreven examens achter den
rug, en wist dus precies wat er in zake zielenherderschap kon geweten
worden. Z'n tevredenheid sproot volstrekt niet uit eigenwaan voort,
maar uit plichtmatig vertrouwen op de knappe luî die verklaard hadden
dat-i behoorlyk volleerd was en raad wist met alle zonden. Hy had er
latynsche getuigschriften van, met zegels er op. Wat wil men meer?
Ik kan de meening niet deelen van sommigen die beweren dat 'n
katholiek geestelyke zoo byzonder veel menschkunde zou opdoen in den
biechtstoel. Het komt me voor, dat men daarby over 't hoofd ziet hoe
moeielyk het is zichzelf te schetsen, en dat de biechteling, ook by de
hoogstdenkbare oprechtheid--volkomen oprechtheid is onmogelyk!--slechts
daden en feiten kan openbaren. Vanwaar immers zou hy de psychologische
ontwikkeling halen, die niet ontbeerd worden kan door iemand die al
de schakeeringen van de roersels zyner handelingen uit elkaar wil
houden? En vanwaar de welbespraaktheid om die duidelyk blootteleggen
voor 'n ander? Waarlyk, wie dit kan, knielt niet naast 'n biechtstoel
om de geheimen van z'n ziel toetefluisteren aan 'n priester! Niet
voor dezulken is de oorbiecht uitgevonden, en niet voor hèn wordt ze
in-stand gehouden. Wie dit betwyfelt, lette eens op den graad van
verstandelyke ontwikkeling waarmee 't meerendeel der geestelyken
blykt te kunnen volstaan. Er hing me hier 'n beeld in de pen,
waarmee ik 't verschil in soort van hun werkzaamheid wilde schetsen,
doch ik houd het terug. 't Was iets als 'n vergelyking tusschen den
Schwartzwalder boer die houten klokjes snitselt, en den fabrikant van
fyne zakuurwerken te Genève. Deugt niet, deugt niet! Er is hier geen
spraak van 't onderscheid tusschen grof en fyn, niet eens zelfs altyd
van meer of minder ingewikkeldheid der organismen. Op 't oneindig
wyd gebied van menschkunde heerschen àndere verschillen! Reeds
zeer lang geleden zagen we hoe tevreden pater Jansen was over
Femke's ziel--geen Schwartzwalder snitselwerk, op m'n woord!--en
onlangs stelde ik den lezer in de gelegenheid 'n brok theologischen
kursus bytewonen, door hem in kennis te brengen met Styntje. Hoe
gelieft men nu den toon te noemen, waarop die beidie personen zich
uitlieten over zaken die door anderen slechts werden behandeld met
konynenmondjes en in pontifikaal! Ondeftig was die toon, o zeker! Maar
toch--en ik bedoel dit in zéér hoogen zin--onaesthetisch, grof,
onzedelyk dus, was die toon niet! Er was hart in, en kinderlykheid,
en overtuiging. De uitdrukkingen die pater Jansen en z'n dienstbode
zich veroorloofden... och, ze wisten niet dat er iets te veroorlooven
viel! Van kinds-af vereenzelvigd met hun naïf geloof, bespraken zy
de dingen die daarmee in verband stonden, met dezelfde gemakkelykheid
als andere belangen van hun huishoudentje, en Styntje's tevredenheid
over 't vereffenen der schuld van haar moeder was van gelyke soort
als haar voldoening zou geweest zyn over 't wèlslagen van ingemaakte
zuurkool. 't Spyt me dat ik op 't oogenblik niemand tot getuige roepen
kan die haar aankomst in den hemel heeft bygewoond, maar we mogen ons
verzekerd houden dat ze by die gelegenheid even onbevangen gevraagd
heeft: "wel, waar is ze nu... m'n moeder? Ze weet immers dat ik alles
krek in-orde heb gebracht?" als ze Wouter opdroeg haar teerbeminden
pater te beschermen tegen z'n goedgeefsheid. En ook hyzelf was er
de man niet naar, om z'n God en goddelyke dingen terugstootend te
maken door deftigheid. Z'n geloof en al wat daaruit voortvloeide,
was hem de meest dagelyksche zaak van die wereld.
Maar... die wereld-zelf kende hy nu eenmaal niet! Hy wist er niet
veel meer van dan z'n biechtelingen hem konden of wilden meedeelen,
en deze zeer gebrekkige inlichtingen namen nog bovendien steeds
de kleur aan van z'n eigen schuldeloos gemoed. Elk bedreven kwaad
scheen hem 'n ongeluk toe, en de vermaningen die hy uitsprak of de
boetedoening die hy soms meende te moeten voorschryven, geleken meer
op 'n vriendschappelyk toegediende hartsterking dan op berisping
en straf. 't Was waarlyk geen wonder dat-i niet recht vatte wat er
by die haarlemmer-schuit verhandeld werd! Een der hoofdpersonen in
het drama-bedryf dat hier werd afgespeeld, de vrouw die door haar
luidruchtigheid en gemeenen opschik de aandacht van 't publiek tot
zich trok, was te Amsterdam geweest om wat koopwaar optedoen voor haar
winkel te Haarlem. Die koopwaar bestond in 'n tweetal... meisjes,
neen--twee "meiden" zeg ik ook niet graag--uit twee jeugdige
vrouwspersonen dan, die ze door geschenken en de voorspiegeling van
'n lui leven tot zich had weten te lokken. Wat ik hier "geschenken"
noem, was in werkelykheid 'n driedubbel geboekt woekervoorschot. En
"ze had het zwart op wit" zei ze, op haar dy slaande, waar de kostbare
dokumenten geborgen schenen die haar woorden konden bevestigen. Deze
bewysvoering was tegen de moeder van een der beide schepseltjes
gericht, die lucht van de zaak gekregen, en gezorgd had vóór 't afvaren
van de schuit daar te zyn. 't Woord "moeder" klinkt liefelyk, en de
goedige lezer verwacht dat de vrouw zich daar bevond om haar kind te
ontrukken--"zoo noemt men zulks" zou Stoffel zeggen--aan de klauwen
des verderfs... och, ik ben daar jammerlyk op 'n boekenfraze verzeild
geraakt. Dat komt er van, als men z'n schryftafel zoo vol modellen
heeft liggen! [27] Die "moeder" was doodeenvoudig daargekomen om 'n
aandeel te vorderen in 't reeds genotene, en vooral om 'n aandeel
te bedingen in de toekomstige winst. Het toegeschoten publiek was
verontwaardigd, of toonde zich zoo, en verdeelde de uiting van z'n
misnoegen vry gelyk tusschen de moeder en de waardin. Deze beiden
aan 't kyven! De twee rekruten zwegen, maar toch kon 'n opmerkzaam
toeschouwer te weten komen wie van de strydvoerende partyen met
haar sympathie vereerd werd, en wel door de plaats die zy innamen,
of die ze trachtten te hernemen als ze voor 'n oogenblik vandaar waren
weggedrongen. Blykbaar schaarden ze zich, zoowel in overdrachtelyke als
in letterlyke beteekenis van 't woord, aan den kant der waardin. En er
was reden toe! Deze had "so werachtich as Chot" niets minder verzekerd
dan dat haar kontubernaaltjes 's morgens zoo lang konden slapen als ze
maar verkozen, en 's avends zouden ze onthaald worden op jenever met
suiker... als ze maar 'n "heer" wisten te bewegen die versnaperingen
voor zyn rekening aan 't buvet te bestellen. Nu, hiertoe meenden de
meisjes kans te zien. Maar 't zou haar tegenvallen. Ze overschatten den
invloed en den markt-prys van haar bekoorlykheden--de goedkoopste zaak
ter-wereld!--en ook wel 'n beetje de mildheid van de "heeren." Maar
de beminnelyke waardin liet haar aanstaande voedsterlingetjes in
den waan dat er met nagebootste huurliefde terdeeg wat 'te verdienen
viel. En er werd nog meer beloofd. Ze zouden Krelien en Sefie heeten,
en door de meid "juffrouw" genoemd worden. Om 'n voorsmaak van die
heerlykheid te geven, en tevens van den toon die in haar etablissement
heerschte, sprak 't wyf gedurig van haar "dames." Wat kon, tegenover
zulke schitterende aanloksels, de moeder bieden, zy die maar 'n arme
werkster was? Ik weet wel dat sommige boekenluî 'n antwoord op deze
vraag gereed hebben. Ze spreken by zulke gelegenheden van tucht,
reinheid van ziel, eer, gemoedsrust, moederlyke teederheid... och,
onze beide Kaatjes hadden liever jenever met suiker! Maar ik moet
er by zeggen dat de keus haar niet zóó moeielyk gemaakt werd, als
de papiermoralisten van zoo-even wel denken zouden, want de moeder
hield zich met al die roerende dingen niet op. Ze reklameerde haar
deel van de zaak, en eischte vóór alles 'n bonten voorschoot terug,
dat ze volgens haar beweren aan haar dochter geleend had.
--En zal ik er nou dàt niet eens van hebben, riep ze, dat ik m'n
eigen goed weerom kryg? Hy heeft me drie skelling en 'n oortje gekost?
Er van? Wáárvan, o vrouw? Wáárvan? Ik vraag u, wáárvan? Nu, dit kon
háár niet schelen, en:
--Dat kan my niet schelen, schreeuwde ook de waardin. Mensch,
je moest je schamen, dat moest je! Wel ja, wat zeg jylui--dit was
'n beroep op de kiesheid van de omstanders, die deze onderscheiding
ten-volle verdienden--wat zeg jylui? Is 't geen schande dat 'n moeder
haar eigen kind 'n standje komt maken om 'n boezelaar?
--Ik wou maar dat we-n-afvoeren, zuchtte een van de Kaatjes. Wat
treuzelt die schipper!
--Drie skelling en 'n oortje, zoo waar as er 'n God in den hemel is,
op de Numàrt in den bontjeswinkel! Geef hier, m'n goed! 't Is myn goed,
zeg ik je! Geef hier!
Een poging om 't betwist voorwerp met geweld machtig te worden,
mislukte. Op-eens wendde de teedere moeder de zaak over 'n anderen
boeg. Ze trachtte haar stem aandoenlyk te maken, en huilde:
--Heb ik je dáártoe opgebracht?
Wel zeker! Waartoe ànders, o teedere moeder?
--'t Is om te besterven, menschen, dat is het! En zeg, wat zal je
vader daarvan zeggen?
--Nou, laat er je man maar buiten, zou ik je raden! Die zit hoog en
droog in de rooie zaagsel. [28] Wat zeg jy, Ka?
Kaatje bevestigde de zaak wel niet uitdrukkelyk, maar gaf toch
'n antwoord dat heel weinig op verontwaardigde ontkenning geleek,
door op-nieuw moeite te doen om zich van haar moeder te verwyderen,
en 'n veilig plaatsje te krygen achter de waardin. Deze haastte zich
'n zegel op de beteekenis van Kaatje's manoeuvre te zetten:
--Wel ja, meid, 'n woord 'n woord, 'n man 'n man, niet waar? En... ik
heb ommers al de papieren in m'n zak. Wat zeg jyluî? Een mensch kan
toch niet meer verlangen als zwart op wit!
De vrouw had weer op haar dy geslagen, en scheen antwoord te
wachten. Er gingen dan ook uit het publiek eenige stemmen op, maar ze
getuigden van verdeeldheid der meeningen. Wel hoorde men hier-en-daar:
"zieje, 't is toch altyd haar moeder!" maar ook toonden sommigen
zich verontwaardigd over de vreemde soort van 't moederschap dat hier
vertoond werd. Een stemming by zittenblyven en opstaan kon moeielyk
verordend worden, omdat de heele zaak in de letterlyke termen van 'n
"standje" viel. Bovendien, de strydvoerende partyen wachtten zich wel
'n beroep op de meerderheid te doen, voor ze met eenige zekerheid
berekenen konden die meerderheid op haar hand te hebben. En hiertoe
bestonden aan geen van beide zyden voldoende gegevens. Velerlei
scheldwoorden rezen uit de vergaderde menigte op, maar 't viel
moeielyk te beslissen tot wie ze gericht waren, omdat ze meestal nogal
toepasselyk konden geacht worden op ieder van de vier vrouwspersonen in
't byzonder. De hieruit voortspruitende verwarring bewees hoe groot
de behoefte was--ook zelfs in de laagste standen der Maatschappy--aan
eenig besef van onderscheid tusschen schelden en beschuldigen.
--M'n drie skellinge wil ik hebben, kryschte de vrouw, terwyl ze
trachtte haar dochter by den voorschoot te grypen. Ik wil m'n geld,
m'n drie skellingen, of anders...
Haar schreeuwen herinnerde Wouter aan de wanhoop der edele Hersilia
over die verloren zeven gulden dertien, en langs de rails van al wat er
sedert 'n etmaal weer met hem was voorgevallen, liep z'n herinnering
uit op de vyftig guldens die hy in z'n zak had. "Als hy eens die arme
vrouw aan 'n nieuw voorschoot hielp? God zou 't zeker weer niet doen,
en daar er nu toch eenmaal in 't helpen iets goddelyks ligt:
--Wat dunkt u, m'nheer? vroeg-i aan pater Jansen?
--Ik ben erg bedroefd over die menschen, zei de goede man.
--O zeker, m'nheer! Maar... die boezelaar? Drie schellingen is nog
geen volle gulden, en als wy nu eens...
--Dat mag volstrekt niet, jongeheer! Het doet my in de ziel leed dat
die menschen op zoo'n verkeerden weg zyn--want dit moet ik er haast wel
van gelooven--maar 't geld dat je by je hebt, is je niet gegeven om...
--M'n drie skellinge, huilde het wyf, of anders ten-minste m'n
kind weerom!
Dit "ten-minste" was verrukkelyk! Zal er misschien straks blyken dat
prinses Erika onzen Wouter die vyftig guldens geschonken heeft om
'n radelooze moeder weer in 't bezit van haar verloren kind te stellen?
--Ze is heel ongelukkig, m'nheer... hoor maar! Och, wat komt er nu voor
òns die ééne gulden op aan? En... 't is nog niet eens 'n volle gulden!
--We mogen 't heusch niet doen, jongeheer! Kom, kom mee in de
schuit! Ik word er koud van, en kan 't heusch niet langer aanzien.
't Scheen wel dat pater Jansen z'n eigen standvastigheid wantrouwde
en de verlokking ontvlieden wou. Maar hy aarzelde. Ook Wouter volgde
slechts heel langzaam, en niet zonder telkens opnieuw, by z'n geleider
aantedringen op interventie.
--Wat is voor òns 'n enkele gulden, m'nheer!
Kyk me-n-eens zoo'n kleine rykaard! Jansen antwoordde niet, bleef
weer staan, en scheen te weifelen. De vrouw die met 'n eigenaardig
armeluî's-instinkt iets bemerkt had van wat er tusschen die twee gaande
was, vond het raadzaam van tekst en toon te veranderen, en begon te
jammeren over de drie "wurmen die ze thuis had, en die nu zouden moeten
vergaan van ongemak en kou." Inhoever deze verdrietige omstandigheden
't gevolg konden wezen van Kaatje's wangedrag, of van 't bankroet dat
ze aan haar boezelaar leed, liet zy onopgehelderd. Toch had vooral de
beweerde plotselinge temperatuurverlaging van die "wurmen" zoo in 't
hartje van den zomer, best eenige meteorologische toelichting kunnen
gebruiken. Maar hiernaar werd door de tegenparty niet gevraagd. Zoowel
de waardin als anderen uit den hoop beantwoordden haar klachten slechts
met onwetenschappelyke scheldwoorden, doch tereere van 't stukje
publiek dat hier vergaderd was, moet ik erkennen dat ook de koopvrouw
uit Haarlem niet verschoond werd. Haar beroep leverde overvloedige
stof tot schimp en smaad. Maar 't scheen dat ze de uitdrukkingen
waarmee men haar zedelyk en maatschappelyk standpunt kwalificeerde,
wel eens meer gehoord had, en niet gewoon was flauw te vallen om 'n
beetje schande. Tartend, en als om te pronken met haar ongedeerdheid,
bauwde zy de scheldwoorden na die men haar naar 't hoofd wierp,
en wanneer daarin zekere eentonigheid begon te heerschen, omdat de
voorraad wat klein bleek in verhouding tot den duur van de scène,
hielp zy de schreeuwers op den weg door 'n sarrend: "nou mot jelui dàt
weer 'ns zeggen!" of: "ik heb in lang niet dàt of dàt gehoord, koman,
bedenk jelui je nou 'reis goed of je niet ereis wat nieuws weet!" Deze
betrekkelyke kalmte prikkelde tot opwinding, en op zeker oogenblik
nam de afkeer van haar ellendig bedryf zoo de overhand... neen, dit
is onjuist, men werd zóó boos over de onverschilligheid waarmee ze
't schelden opnam, dat de moeder hoop begon te scheppen. Het blyft 'n
raadsel wat die vrouw eigenlyk van plan was met haar "kind" aantevangen
als 't bevryd wezen zou uit de handen van de waardin, doch zonder
zich hierover te bekommeren begon de meerderheid haar bytevallen.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.