De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11

Total number of words is 4555
Total number of unique words is 1599
39.8 of words are in the 2000 most common words
55.8 of words are in the 5000 most common words
63.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
kommandeerde eindelyk in den angst van z'n hart: "où peut-on être
mieux." De vaderlander uit den engelenbak maakte zich gereed de
muziek toetelichten met de bekende romance van 'n "sleepersknol... op
hol" toen er bleek dat Z. M. nog altyd niet voldaan was. 't Moest:
"veillons au salut de l'empire" wezen! Dacht hy er aan, dat het
huiselyke: "waar kan men beter zyn" bewaard moest blyven voor de
Beresina, by den terugtocht uit Rusland? Want by die gelegenheid is
't--o bloedig sarkasme!--gespeeld.
"Veillons" dus! Weer het knikje: 't is wèl! en weer liet hy zich vallen
in z'n fauteuil, waar-i voortging zich te verdiepen in de vestingwerken
by Huisduinen. Toen 't "Veillons" behoorlyk was afgespeeld, mochten
al de vaderlanders weer gaan zitten. Nu eindelyk voor goed, goddank!
Het scherm ging op, en 't woord was aan Rotgans:

Ja, Minos, aan 't geschenk dat ik u heb gegeven,
En uit de kerk geschaakt...

--Wàt? vroeg Wouter. Uit de kerk? 't Purper haartjen uit de kerk? Ik
meende...
--Sjt! zei Willem. Straks zullen we wel te weten komen wat dit
beteekent. Misschien 'n licentia poetica, weetje.
Heel juist geraden! De treurspeldichter had den vreemsoortigen crinis
purpureus heel handig omgesmeed in 'n schild dat door Scylla geroofd
wordt. Zeer wel. Maar... uit de kerk?

...hangt Nisus' kroon en leven!"

--Qu'est-ze qu'elle changte? riep de Paltsgravin. Il barait que zela
zera excèzivemang larmoyang! Za doilette est egzégraple! La bedite
est attivée d'une magnière ... et quelle langue, mong Dié, mong Dié,
quelle langue! Za m'égorssche les oreiglles!
Onder al de aanwezige vreemdelingen had niemand minder te lyden van den
klank der taal, dan die Keizer. Hy was by Kykduin, te Boulogne... te
Dover... overal, behalve dáár! Behalve daar, en... op Sint Helena!
Wouter luisterde als 'n vink. Niet omdat hy alles begreep, nog minder
omdat alles hem schoon voorkwam, maar de geheele zaak was hem te
vreemd om niet z'n aandacht volkomen in beslag te nemen. Z'n wangen
rustten op beide vuisten, en z'n elbogen op de leuning der bank vóór
hem. Wie met half geopenden mond deze houding nabootst, kan precies
weten hoe nieuwsgierig hy was naar den afloop van Scylla's tocht in
't kamp van Koning Minos.
Een schild in-plaats van 't haartje? Dacht hy. Wie weet of niet
de dichter, als-i toch aan 't verzinnen gaat, ook iets zegt van
onechte zoons, en van het terugkeeren op 't pad der deugd, dat de
menschen altyd met zooveel plezier schynen te verlaten... zeker om
het terugkeeren mogelyk te maken.
Voor deze sarkasme verklaart zich de auteur niet aansprakelyk. Wouter
mag zeggen en denken wat-i wil. Ik wasch m'n handen in onschuld.



De tuchtelooze auteur--gebrek aan school!--vertelt niets van 't
purpren haartje, doch integendeel allerlei zaken die in 'n roman
niet te-pas komen. Hy geleidt den lezer langs keizerlyken weg in
de kommeny waar Leentje zout moet halen. Verzoeke vriendelyk dit
gebrek aan zout niet meer dan driemaal in-verband te brengen met
des auteurs schryfmanier.

Die arme Rotgans! 't Was wèl de moeite waard 'n paarduizend verzen by
elkaar te rymen, om zóó verwaarloosd te worden! Geen der toeschouwers
was geroerd door de treurspellige bravigheid van Minos, die de ontaarde
juffer zoo flink op haar plaats zette. Men luisterde niet. [10]
Met naïve verbazing trachtte Wouter de tirades van 't stuk te
volgen. Ze bevielen hem niet, en byna klom z'n ontevredenheid op
tot den moed, zichzelf in-staat te achten tot het leveren van iets
beters. Vooral trof hem de verregaande leegte aan denkbeelden. De
aan Ovidius ontleende handeling van 't stuk mocht dan in zekeren
zin hoofdzaak zyn, tot het schetsen dáárvan waren geen tweeduizend
regels noodig. Aan "gaan en komen" waren meer verzen besteed dan aan
menschkundige ontwikkeling, of aan opmerkingen die de moeite van 't
onthouden waard schenen. Zoo gaat het meer. Is dàt 'n dichter? vroeg
Wouter. [11]
Wouter bemerkte dat de volwassen leden van de familie Holsma
by-voortduring niet den minsten acht sloegen op het stuk. Ze richtten
hun blikken naar de loges, doch blykbaar met andere bedoeling dan de
meesten, of zelfs dan àlle anderen, die de hooge personaadjes alleen
om de vreemdigheid aangaapten. Ook uit de afgebroken zinsneden die
tusschen Oom Sybrand met z'n broeder en zuster gewisseld werden,
scheen te blyken dat hun aandacht door iets zeer byzonders werd tot
zich getrokken.
--Als ze niet spoedig komt, ga ik heen, zei weder mevrouw Holsma.
--Misschien zit zy in de keizersloge, en achter-af. Dan kunnen we
haar van-hier niet zien.
--Men heeft me gezegd, dat ze te Parys nooit 'n kwartier achtereen
op dezelfde plaats blyft. Misschien komt ze straks dáár of dáár...
En met 'n bescheiden beweging van den uit z'n vuist opgestoken duim,
wees Holsma 'n paar der zyloges aan.
--Ze komt soms in 't parterre ook, naar ik hoor.
--Langer dan nog vyf minuten wacht ik niet, zei mevrouw Holsma. M'n
kleine Erik is my meer waard dan duizend...
Wouter meende te verstaan: "dan duizend nichten." Ja, zóó zal 't ook
wel geweest zyn. Want:
--Van den koning, voegde Holsma er by.
Dit deed hem den draad weer verliezen. Hy had gemeend dat Femke
bedoeld werd. En nu: van den koning? Waarom was juist die prinses zoo
belangwekkend? De loges zaten vol neven en nichten, de een nog meer
opgepronkt dan de ander. Welke byzonderheid verhief juist die eene
afwezige, in aanspraak op belangstelling tot mededingster van den
kleinen zieken Erik? Toen de tooneelspelers het derde bedryf hadden
afgealexandrynd, was de zorgvuldige moeder niet langer te houden. Ze
verliet de zaal met Oom Sybrand, die weldra zou terugkeeren met Femke:
--Als ze wil! voegde hy er by, op 'n toon die twyfel te kennen
gaf. Want, zeid-i, ze houdt niet van drukte.
O he, dit meende Wouter beter te weten. Oom Sybrand had haar eens op
de Botermarkt moeten zien, en in de gekroonde Jeneverbes! Maar zulke
dingen verklapt geen ridder. Hy zweeg dus.

De oude Minos is byzonder verliefd op Ismene die zeer schoon en
deugdzaam is. Scylla is byzonder verliefd op Minos die zeer oud en
eerbiedwaardig is. Ismene is byzonder verliefd op Fokus die zeer
heldhaftig is. En Fokus is byzonder verliefd op Ismene... dat's
mogelyk. Maar hy spreekt haar zonderling toe, en wel juist op 'n
oogenblik dat ze het in alle treurspelen onmisbaar voorstel doet, om
voor haar beminde te sterven. Ik geloof gaarne dat Fokus 'n held was,
maar heel hoffelyk was de man niet:

"Weerhou die redenèn, prinses, die my verveelen...

Wat is dàt? Een nieuw rumoer, en ditmaal in den engelenbak. Aller
oogen richtten zich opwaarts, maar niemand kon spoedig te weten
komen wat er in dat hoog regioen voorviel. Eerst meende men dat er
gevochten werd, maar dit scheen toch 't geval niet te zyn. Na eenig
dringen en andere blyken van roering en onrust, werd de uniform van
'n policiekommissaris zichtbaar, die blykbaat met vruchtelooze moeite
iets wilde begrypelyk maken aan 'n paar mannen op de voorste bank. Het
scheen dat ze van 'n ander gevoelen waren dan hy. Om z'n fransch of
italiaansch te vertolken, greep de vertegenwoordiger van 't gezag die
beide personen by den arm, en trachtte hun aan 't verstand te brengen
dat ze niet zouden worden opgehangen, noch zelfs gearresteerd, maar
dat ze hun plaatsen moesten ruimen.

"Weerhou die redenèn, prinses, die my verveelen...

--Qu'y a-t-il encore? vroeg de keizer weer.
En toen een der kamerheeren hem op deze vraag geantwoord had, begon
hy hartelyk te lachen. Er scheen iets nieuws geschied te zyn, dat
byzonder in den smaak viel van de aanzienlykste bezoekers der zaal,
want in alle loges stak men de hoofden by elkaar. Men fluisterde,
en lachte, en giechelde, en staarde naar den engelenbak. Zelfs
de keizer stond op, boog zich over den rand van z'n loge, en keek
rechtuit naar boven. Maar zonder baat, want krom-zien kon hy niet,
wat hem by deze gelegenheid wrevel, en zelfs eenige verwondering op den
hals haalde. Ook de bewoners der lagere sfeer in 't parterre, kregen
voorloopig niets te zien dan de gebaren en mimiek der personen die men
verjagen wilde van hun welbetaalde plaatsen, en die zich hiertegen
hardnekkig bleven verzetten. Onze oude kennis, de Paltsgravin, gaf
weldra blyk meer van de zaak te begrypen, dan de onderste laag van
't gezelschap. Halverweeg uit haar loge buigend, telegrafeerde zy
met iemand die in 't paradys nog altyd op den achtergrond scheen te
blyven. Het stuk van Rotgans... och!

"Weerhou die redenèn, prinses, die my verveelen...

De Palatine groette met haar joujou. Wien of wie groette zy? Het
scheen dat ze zich byzonder vermaakte. Met wyd uitgestrekten arm wees
ze aan al haar buurtgenooten in aanzienlykheid, dat daarboven in die
gemeene-volkskooi iets zeer byzonders te zien was. Arme Rotgans! En
arme akteur ook. De man zag van alle gepruikte en ongepruikte
hoofden niets dan de kruin. Blyf eens begeistert... achter zoo'n
Publiek! Nogeens, en als sprak hy nu zeer in 't byzonder tot de
Palatine:

... Weerhou die redenèn, prinses, die my verveelen ...

De Palatine gaf er niets om. Ze schaterde van lachen--ook de keizer
had gelachen: het mocht dus!--en ze scheen maar niet tot bedaren te
kunnen komen van plezier.
Nu moest ik 'n dubbele pen hebben, om te vertellen wat Oom Sybrand
zei, die teruggekeerd was na mevrouw Holsma te hebben thuis-gebracht,
en te-gelyker-tyd den uitroep van Wouter behoorlyk weertegeven, die
met open mond en verdraaiden hals zat te kyken naar het tooneel van
den stryd.
--Waar is Femke? vroeg Holsma.
--Ze wil niet, zei Oom Sybrand. Ik dacht het wel.
--O God, daar is ze! riep Wouter.
--Wie?
--Femke, m'nheer! Femke, Femke... o God, dàt is nu wel wezenlyk
Femke! En ze... vecht! Zie, dáár, daarboven, zie!
Hm... 't had er veel van! Maar vechten deed ze toch eigenlyk niet. Het
meisjen in den engelenbak had den policiekommissaris by den kraag
genomen, hem achteruit getrokken, was zoo goed mogelyk tusschen de
bezitters van de nauw-bezette voorbank heengedrongen, en liet zich
daar neervallen op de twee halve schoten van de buurtjes die ze zoo
onbarmhartig gescheiden had.
--'t Is Femke, m'nheer! O god, het is Femke! Als men haar maar geen
kwaad doet!
Weer stond de keizer op, en weer staarde hy naar boven. Hy kreeg 't
meisje met den noordhollandschen kap in 't oog, en knikte haar toe...
--Maar, m'nheer Holsma, het is Femke... onze Femke!
En de Paltsgravin groette het meisje nogeens met den joujou, als om
haar geluk te wenschen met de verovering van dat plaatsje...
--Maar, m'nheer, 't is Femke! riep de verbaasde Wouter, die maar niet
begrypen kon dat-i geen antwoord kreeg.
Ook Holsma en Oom Sybrand waren verbaasd, doch niet als Wouter,
die zich by 't hoofd greep om te voelen of-i wel terdeeg wakker was?
--Nu, kinderen, zei eindelyk de dokter, je kunt straks aan moeder
vertellen dat we haar gezien hebben.
En, zich tot Wouter keerende:
--Dat meisjen is 'n nicht van ons...
--O ja... Femke!
--Neen, ze heet anders, en...
--M'nheer, 't is Femke! Zou ik Femke niet kennen!
Ei, Petrusje! Dit klinkt reeds geheel anders dan: wie is die
meid? Of... dan zelfs dàt niet!
Op-eens kreeg 't vreemdsoortig meisje dat haar groote blauwe oogen
onbeschroomd door de zaal liet dwalen, onzen kleinen jongen in het
oog. Ze bukte voorover, staarde hem met aandacht en inspanning in
't gelaat, knikte vriendelyk, en wierp hem 'n kushand toe...
Zoo meende hy, en zoo wàs het. Maar 't geheel parterre was ditmaal
al te zeer van zyn gevoelen. Ieder meende dat ze hemzelf, of
allen meenden dat zy allen gegroet had. De deftige lui ergerden
zich aan de verregaande onbeschaamdheid van zoo'n boeredeern--in
hoofdsteden heet elk provinciaal 'n boer--en de meer vroolyk gestemden
beantwoordden haar groet met spottende overdryving. Weldra echter
werd er gesist. Uit de hoogere sfeeren kwam de tyding neerdalen dat
's konings nicht, prinses Erika, 'n blyk willende geven van sympathie
voor 't Nederlandsche Volk, zich kwam vertoonen in "nationaal kostuum"
of wat by vreemdelingen daarvoor doorgaat.
--O god, geloof er niets van, m'nheer Holsma! Ik zeg u dat het Femke
is, verzekerde Wouter met tranen in de oogen.
--Neen, m'n jongen, dat meisjen is Femke niet.
--Maar... ze heeft my gegroet!
--En de keizer háár. Je begrypt toch wel dat hy geen waschmeisje
groeten zou?
Zeker! Dit was moeilyk te veronderstellen. Maar even vreemd kwam
het Wouter voor, dat die... prinses 'n nicht wezen zou van dokter
Holsma. Op-nieuw meende hy te bemerken dat het meisje hem toewenkte,
en dat ze haar lippen bewoog. Naar die beweging te oordeelen, kon ze
best gezegd hebben: myn broeder! Wouter hield het er voor, en lispte
die woorden na, en drukte beide handen styf tegen de borst, als om
'n kostbaarheid te bewaren die zoo-even daarin was neergelegd.
In-weerwil van z'n hoogachting voor dokter Holsma, was het hem
onmogelyk diens verzekering te gelooven, dat het jonge meisje
daar-boven eene andere was dan de door hem verloochende dochter
van Vrouw Claus. Hy knoopte de voorvallen der laatste uren zoo goed
mogelyk aan elkander, en meende te begrypen hoe hy door z'n drift
aan die Kaatje aanleiding had gegeven tot 'n zonderling bericht
van wedervaren. Men had hem voor krankzinnig aangezien, letterlyk:
voor gek gehouden, en wilde nu hem afleiden van 'n idée fixe. Daarom
ook die uitnoodiging tot het bezoeken van den Schouwburg, en Femke's
voorgewende weigering om meetekomen met Oom Sybrand, die van zyn kant
op deze reeds lang afgesproken weigering had voorbereid. Zeker had de
dokter haar den wenk gegeven, wanneer ze dan toch ook iets zien wilde
van al die pracht en vreemdigheid, ergens anders plaats te nemen dan in
't parterre. 't Was voor zyn ontroerd gestel beter geoordeeld, dat ze
nu juist niet naast Wouter kwam te zitten, die haar verloochend had,
en daaronder zoo leed! Misschien had men daar in die hoogste loge
'n plaats voor haar opengehouden, en die kommissaris van policie ...
Maar ... hoe durfde zy dien man zoo onzacht storen in de al te
welwillende uitoefening van z'n funktie? Hem 't gezag uit de hand
nemen? En ... die groet van den keizer? En ... vanwaar wist Holsma
dat hy haar verloochend had, en dat haar tegenwoordigheid de kalmte
van z'n gemoed bedreigen kon?
--Och, m'nheer, laat Femke maar gerust hier zitten ... ik zal heusch
heel bedaard wezen! Ik ben zoo bang dat men haar kwaad zal doen,
daar-boven onder al die ruwe menschen!
Holsma zag hem vorschend aan. Zou dan toch die Kaatje gelyk hebben
gehad? Hy vond nu goed, Wouter niet langer tegentespreken in z'n
meening omtrent de identiteit van de verschyning, en trachtte door
eenige onverschillige opmerkingen z'n aandacht en gewaarwordingen
afteleiden. Het toeval wilde dat hy hierby 't woord "engelenbak"
gebruikte, dat ook den niet-amsterdamschen lezer nu zeer gewoon klinkt,
omdat ik het reeds verscheiden malen gebruikt heb, doch den nuchteren
Wouter geheel vreemd was.
--Juist, viel hy den dokter driftig in de rede. Juist: engelenbak! U
ziet dus wel, m'nheer, dat het Femke is!
Ook deze konklusie klonk weer zonderling in Holsma's oor. Al te
zonderling zelfs, om nu te laten bemerken dat hy er niets van
begreep. En om Wouter te bewaren voor nòg meer opwinding, gaf hy toe.
--Wel zeker, jongen, dat zeg ik ook. Ik wou je maar 'n beetje
plagen. Femke zit dáár, omdat ze ... niet gaarne hier wil
zitten. Ze meent dat ... het zoo raar zou staan, omdat ze maar 'n
waschmeisjen is. En dat wy ons schamen zouden over de verwantschap
zieje!
--O, m'nheer, niemand behoeft zich te schamen naast Femke te
zitten. Zelfs de keizer niet! En ... God niet!
Ei, Petrus!
--Ja, ja, suste Holsma. Precies! Zóó is het! Wie braaf en goed is,
hoeft zich voor niemand wegtestoppen. Kyk nu maar verder naar 't stuk,
m'n jongen.
Wouter wilde gehoorzamen, doch niet voor z'n oogen afscheid hadden
genomen van de heerlyke verschyning. Nog eenmaal zag hy op. Zy
wenkte hem toe, nam 't takje met drie rozeknopjes van de borst,
hield het eenige oogenblikken tusschen duim en voorvinger van de
linkerhand, wees met de rechter op Wouter, en liet het vallen. Het
kwam--niet te-recht, o goden, maar neer toch!--op 'n dikken heer
in Wouter's buurt, die 't aangreep, en heel verwonderd keek. De man
leek niet op rozeknopjes, en z'n verbaasd gezicht scheen te vragen:
wat doe ik daarmee? Vóór-i evenwel zichzelf 'n bruikbaar antwoord op
deze vraag geven kon, was Wouter van z'n plaats gesprongen. Hy wipte
langs en over 'n paar buren en banken, greep 't gulden vlies dat den
valschen Jason zoo in verlegenheid bracht, en drukte het, opziende
naar den engelenbak, aan z'n lippen. Overal elders dan te Amsterdam,
zou 't publiek geapplaudisseerd hebben. Hier deed het de Palatine,
vooral toen prinses Erika knikte: "dat ze 't juist zóó gemeend had!"
Dit was meer dan Wouter's geschokt gestel verdragen kon. Nooit zou
hyzelf zich 't verloochenen van Femke vergeven, maar nu had zy, de
edelmoedige, de groote, de majestueuze, hem vergiffenis geschonken
ten-aanzien van 't gansche Volk! O, dààrom wilde zy bóven zitten,
zoo hóóg ... in den engelenbak! Zy had de vlek van z'n ziel gewischt,
z'n geschonden riddereer hersteld ...
By deze gedachten die hem als bliksems door 't hoofd schoten, viel
hy flauw. Was 't wonder?
Holsma nam hem mede naar zyn huis, en liet aan juffrouw Pieterse
berichten dat de jongeheer Wouter ...
--Zieje wel, Stoffel, net wat ik gezegd heb! Ieder mag 't weten: het
kind leseert effectief by dokter Holsma op de Kolveniersburgwal. Trui,
denk er aan dat Leentje morgen ochtend zout haalt in de kommeny,
want ... werachtig, 't kind leseert er!


Ariadnisme met modern-burgerlyke verwikkeling. Treurzang over
de hedendaagsche onbruikbaarheid van wonderen. Wouter krygt
les, en wordt--als de lezer--uitgenoodigd zich 'n tydje te
spenen van romantiek.

Het is me zeer moeielyk, te berekenen hoeveel van m'n lezers genoeg
menschelyk gevoel hebben uitgeschud, om niet te schreien by de
ongelukken van juffrouw Laps. Als het medelyden dat ik voor haar
inroep, gering is, wyt ik dit aan te groote geleerdheid. Het schynt
wel dat de belezen mensch onzer dagen z'n gevoelighedens heeft
opgemaakt aan mythologie, romantiek en bybelkennis. Hy heeft zich
moê getreurd op 't legio modellen van verlatenheid, die ons sedert
eeuwen geleverd zyn in profane en heilige Schriften. De tranen alzoo
waarop juffrouw Laps 'n onmiskenbaar recht heeft, en die haar ook
niet zouden geweigerd zyn door naïver toeschouwers of lezers, zyn de
buit geworden van Medea, van Fedra, van Asnath, der vrouwe Potifars,
van Ariadne op Naxos, en dergelyke persoonlykheden meer, waarvan
er toch geen enkele by ons Lapsjen in welbegrepen rampspoed halen
kon. Ze was, zy by-uitnemendheid, wat de romanschryvers gewoon zyn
met sierlyke spraakwending: "de ongelukkigste der vrouwen" te noemen,
en haar door Wouter zoo schichtig verlaten boven- voor- onder- achter-
insteekkamer, 'n ware tempel van verschillende smarten.
Het is geenszins m'n bedoeling, Wouter boven Jozef, Theseus, Jason
of Hippolytus te stellen. Apollo beware my voor de by auteurs
somwylen voorkomende apenliefde, die hen in hun helden altyd de
"belangwekkendste der stervelingen" doet zien. De lezer zal erkennen
dat ik genoeg moed en plichtbesef heb, om m'n jongetje nu-en-dan
niet zeer malsch te behandelen. Neen, niet in Wouter's verdienste
zoek ik den maatstaf voor de wanhoop der verlatene. En ook zyzelf
voedde haar verdriet niet uitsluitend met 'n droevig staren op de
waarde van den verloren schat. De hem kwalificeerende benamingen
die ze 't weggeloopen heil namurmureerde, getuigden meer van vinnige
verstoordheid dan van byzondere waardeering. Er bestond iets geheel
anders, dat met volle recht haar verstoordheid stempelde tot wrevel,
en zelfs tot woede. Met gepasten eerbied voor de smart van al die
andere dames, meen ik te mogen in 't midden brengen, dat er onder die
gansche weenende vrouwenschaar geen enkele zoo'n gek figuur maakte
tegenover de respektieve verwanten van haar verlaters, als juffrouw
Laps. Ze moest Wouter verantwoorden aan z'n familie. Dàt was het!
De zonderlingste plannen gingen haar door 't hoofd. Hoe zou 't zyn,
als ze vertelde dat-i was "weggenomen" van voor de oogen des Volks,
en opgevaren in 'n gloeiende diligence? Ze verwierp dit denkbeeld,
uit zeer gegronde vrees dat men haar niet gelooven zou. Onder alle
wonderen zyn er maar weinig zoo ongeschikt tot dagelyksch gebruik,
als hemelvaarten. Zelfs Politie en Justitie gelooven er niet aan, dit
zy gezegd zonder 't minste wantrouwen op de historische grondslagen
van de christelyke godsdienst, die zulke zaken niet missen kan zonder
in elkaar te storten als 'n slecht gebouwd kaartenhuis. Het zal den
godsdienstigen lezer genoegen doen, te ontwaren dat ik in dit opzicht
geheel-en-al 't gevoelen aankleef van den zeer heiligen Paulus. (I
Corinthen, XV, vs 14.)
Dus: géén hemelvaart! dacht onze Ariadne, met bedroevend
verstand! Maar... wat dan?
Ze begon met wachten of haar Theseusje misschien zou terugkeeren? Het
was haar niet duidelyk geweest, of hy in die kroeg geraakt, dan wel
gebleven was onder de volksmenigte die er vóór stond. Misschien ook had
deze of gene stroom van de joelende menigte hem meegevoerd. Hm... hoe
vèr? 't Land uit? Naar... Amerika of 't peperland? Dit zou zoo
kwaad niet wezen, vond ze, want eigenlyk was ze nu meer angstig
voor z'n terugkeer by de zynen, dan begeerig naar zyn wederkomst by
hààr. De oorzaak is ligt te vatten. Wat zou Wouter vertellen aan z'n
verwanten? Tot haar groote teleurstelling was z'n medeplichtigheid
niet ver genoeg gegaan, om hem bescheidenheid inteboezemen in z'n
eigen belang, en 't schepsel stond te laag om kiesheid te verwachten
uit oorzaken van anderen aard.
Om by 't schriftuurlyke te blyven, zon ze, na 't verwerpen van de
gedemodeerde luchtvaart, op 't aanwenden der egyptische methode
van Asnath. Helaas, daarby is de verrukkelyke naïveteit van Potifar
onmisbaar, en ze had menschenkennis genoeg om te berekenen dat noch
Stoffel, noch z'n moeder, noch zelfs een van Wouter's zusters,
onnoozel genoeg wezen zouden om zich te laten vangen in 'n strik
van zoo verouderd maaksel. Zeker zou er blyken dat haar zeer bekend
"Geloof" eer 'n wapen tégen haar opleverde, dan 'n schild waarachter
ze schuilen kon. Want, lezer, de achtbaarheid van de goddienery is wat
versleten. Ze voorzag dat men meer vertrouwen stellen zou in Wouter's
... kinderachtigheid, dan in haar gescherm met "Schrift" of "Heer" en
hierin had zy alweer volkomen gelyk. De tyd nadert, dat men zeggen zal:
"ziedaar iemand die niet gelooft, en toch 'n schelm is." Dit "toch"
zal beter op z'n plaats staan dan 't arme woordje gewoon is, daar we
't nu meestal zien misbruiken om betrekkelyke verdorvenheid en wèl
gelooven--zaakjes die zeer na aan elkander verwant, en dikwyls zelfs
identisch zyn--in tegenstellend verband te brengen.
Uit spyt en woede beet onze martelares haar nagels af, en vervloekte
al het volk dat daar onder haar vensters nog altyd nafeest vierde van
'n feest dat er niet geweest was. Ze vleide zich eenige oogenblikken
met de hoop haar deserteur in 't oog te krygen, en nam zich voor, als
't lukte, hem unguibus et rostris in haar nest te slepen, niet om 't
genoegen van z'n gezelschap nu, maar om te voorkomen dat-i naar z'n
eigen huis ging, en daar meer vertelde dan haar aangenaam was. Doch
ze slaagde er niet in, Wouter te ontdekken, en vermoeid van staren
schoof ze eindelyk haar venster toe, juist 'n oogenblik te vroeg om
den wagen te zien wegryden, waarin prinses Erika zich liet brengen naar
't paleis op den Dam.
Schoon de morgenstond reeds lang was aangebroken, begreep onze Laps dat
het te vroeg was om reeds nu naar de Pietersens te gaan. En bovendien
... wat zou ze daar zeggen? Dat haar riddertjen in 't holst van den
nacht was weggeloopen? Waarheen? Waarom? Wie verzekerde haar, dat niet
reeds 't heel schandaal door hemzelf was bekend gemaakt, en dat alzoo
Vrouw Asnath ditmaal visschen zou achter Jozef's net? Och, hoe pynlyk!
Ze besloot ... niet te besluiten, en de zaak nog 'n paar uurtjes
overtelaten aan den "Heer." Met deze verzuchting besteeg ze haar
maagdelyke koets, 't frigidum lectum waarover 'n latynsch dichter de
eenzame Penelope laat klagen in den zevenden regel van haar brief aan
Ulysses. Als juffrouw Laps latyn gesproken had, zou ze waarschynlyk ook
zoo-iets gezegd hebben. De lezing van de twee regels die Ovidius laat
voorafgaan, luidde nu in háár mond: "ik wou liever dat de kwajongen
z'n nek had gebroken op de manier van hoogepriester Eli in 1 Samuel,
IV. Maar de weldadige wonderen zyn de wereld uit. Die vervlll...oekte
zevenklapper!"
En nu, gewillige Muze, leid ons terug naar den Pietersburg! Blaas my
in, wat daar geschiedde gedurende Wouter's romantische omzwerving,
en zorg dat m'n taal niet al te ver sta beneden de waardigheid van
't onderwerp! Wy weten reeds, o Clio, hoe de slotvoogdes haren spruit
had zien uittrekken tot bescherming zyner geïmprovizeerde dame, en
hoe zy hem wel geen zegenbeden, heilwenschen of gewyden sjerp meegaf,
maar 'n slaapmuts toch, en den bekenden sitsen nachtpon. Wy weten
hoe Jonker Stoffel, erfstadhouder van den familieroem...
Komaan, laat ons liever de zaak heel eenvoudig behandelen. Die Muze
kan wegblyven. Juffrouw Pieterse was den bewusten vrydagavend naar
bed gegaan als gewoonlyk. En de rest ook. Van akelige droomen is me
niets gebleken. In m'n archieven vind ik geen spoor van angst over
't vreeselyk gevaar waaraan men Wouter zoo onbedacht had blootgesteld,
misschien wel omdat dit gevaar z'n verwanten ten-eenen-male onbekend
was. Juffrouw Laps had waarlyk niet noodig gehad haar opzetje zoo
fyn intekleeden, en 't overslaan van Wouter's naam by 't oproepen
van de ridders wier bescherming zy beweerde noodig te hebben, was 'n
overbodige weelde van staatkundery. Dank zy de domheid der Pietersens,
ze zou by veel grover behandeling van zaken, even goed haar doel
bereikt hebben. De voornaamste aandoening die haar onbegrepen
taktiekje te-weeg bracht, sproot voort uit den afkeer dien hare
geheele persoonlykheid inboezemde, en volstrekt niet uit achterdocht
omtrent haar byzonder plan. Aan zoo-iets werd by de Pietersens niet
gedacht. De oorzaak hiervan lag volstrekt niet in zedelyke hoogte,
maar geheel-en-al in laagte van verstandelyke ontwikkeling. Zekere
lieden zouden omtrent Mensch en Wereld veel te leeren hebben, voor ze
't standpunt van beredeneerd vertrouwen bereiken.
En ook van de geestige onwetendheid die we naïveteit noemen, was hier
geen spraak. Dat de Pietersens voor weinigen uit den weg behoefden
te gaan in onkunde, moge waar zyn, maar geestig waren ze niet. Ze
hadden in dit byzonder geval alleen hierom niets ergs gedacht, omdat ze
gewoon waren in 't geheel niet te denken, en deelden dus de verdienste
van 't vertrouwen, met Wouter's muts die er ook geen kwaad in zag,
juffrouw Laps 'n paar uurtjes gezelschap te houden. [12]
--Ik begryp om al de wereld niet, waar de jongen zoo lang blyft? zei
de moeder.
--Hy zal niet vroeg opgestaan wezen, en misschien laat ze hem by
't ontbyt 'n kapittel uit de Schrift lezen.
Aldus Stoffel. En de familie berustte zonder veel inspanning 'n
half-uurtjen in die bemoediging.
--Wat zou je-n-'r van zeggen, als jyzelf er eens heenging? stelde
eindelyk juffrouw Pieterse voor.
--'t Zal moeielyk gaan, moeder! Want ... uwe weet, het is niet in
den weg van m'n school.
Dit argument voor non-interventie was volkomen geldig. Men moet nooit
iets doen wat niet op z'n weg ligt. Ziehier een der liefelyke kanten
van 'n welbegrepen konservatismus. Stoffel zelf wist niet hoe diep
de zin was van z'n staatkundig grondbeginsel.
--Maar... als we dan Leentjen eens daarheen zonden, om te vragen waar
de jongen blyft?
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.