De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23

Total number of words is 4465
Total number of unique words is 1510
37.9 of words are in the 2000 most common words
52.3 of words are in the 5000 most common words
59.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
meer moeielyk: "zooveel pounds, shillings en pence, tegen twaalf en
drie." En al begreep hy dan den allereersten keer niet wat er bedoeld
werd met dit jargon van den koers, hy vatte de zaak toen men ze hem
eenmaal had gelieven uitteleggen. In z'n Strabbe kwamen moeielyker
"sommen" voor. Wezenlyke inspanning kon hy slechts plaatsen in z'n
stryd tegen verveling, zeker een der onwaardigste manieren waarop
'n jongmensch z'n ziel verkwisten kan. En 'n oud mensch ook. Voor
Wouter was hiervan het onmiddellyk gevolg dat de "gezelligheid" by
't postkantoor op al te willigen bodem viel.
Reeds jaren geleden [22] heb ik er op gewezen hoe het horror vacui [23]
der oude natuurkundigen zich ook in het zedelyke alom openbaart. Men
behoorde van deze eigenschap der dingen gebruik te maken in de
opvoeding. De ziel heeft 'n opzuigend vermogen. Men houde haar gezond
voedsel voor en ze zal versmaden wat vuil is omdat ze dan daarvoor
geen ruimte heeft. [24]
Men vulle het kind met kennis, men make hem gewoon aan begrypen
en weldra zal 't hem stuiten iets aantenemen dat, met z'n weten en
begrip in-stryd, zoowel 'n miskenning van z'n oordeel wezen zal, als
'n beleediging van z'n smaak.
Dit was by onzen Wouter ten-eenen-male verzuimd. Het weinigje kennis
dat men hem had meegedeeld, was op-verre-na niet voldoende om z'n
aandrift tot kennen, weten en begrypen te bevredigen. Zoolang hy kind
was, had z'n fantazie 't noodige verricht, en meer dan dat. De tyd was
nu gekomen dat-i zich vermoeid voelde van 't vruchteloos grypen naar 't
onmogelyke. Z'n begeerten gingen rond als brieschende leeuwen, zoekende
wat er te verslinden viel... och, alweer 'n beeld dat niet deugt! Er
werd niet gebriescht en niet rondgegaan. Hy knaagde ontevreden op
't weinige dat hem werd toegeworpen, en voelde zich ongelukkig, 't
Ergste was dat-i alleen zichzelf de schuld gaf van z'n toestand. Ieder
ander, meende hy, was beter, wyzer, bekwamer, gelukkiger, dan hy,
en in zekeren zin was dit de waarheid. We mogen vaststellen dat
noch de jongeheer Pompile, noch de kantoor-satraap Wilkens, geleden
hadden onder 'n wanverhouding tusschen hun gaven en de aanwezige
middelen tot uiting, zooals die welke by-voortduring het evenwicht
van Wouter's gemoed verstoorde. Elke afleiding werd hem welkom, en
van keus was geen spraak meer. Hy zoog op wat zich voordeed. Ware
hy in aanraking gekomen met drinkers... hy had gedronken. Met
dieven... hy had gestolen. Met godzalige jongelingen... hy ware aan
't preeken en katechizeeren gegaan. Zelfs zóó ver daalde hy af,
dat-i--opgeblazen nu van z'n recente postkantoorsche wysheid--berouw
voelde over de onnoozelheid waarmed-i juffrouw Laps zoo teleurgesteld
en geërgerd had. Berouw? Neen! Maar... schaamte toch. Hy trachtte
zich optedringen dat-i 'n volgenden keer... hm! Zou die volgende
keer ooit komen! 't Geval was vreemd geweest, zeer vreemd! Zoo-iets
gebeurt maar eens in de eeuw, meende Wouter, die zich al z'n vroeger
onbegrepen romanlektuur voor den geest bracht, en daaruit meende
te moeten opmaken dat nietigheidjes als waarvan hy er een... byna
ondervonden had, de spil zou zyn waarom zich 't leven draait. De lezer
weet misschien dat zulk misgrypen in schatting van belangrykheid nog
steeds by ouderen dan Wouter, zeer ten-nadeele der ware zedelykheid, 'n
zotte rol speelt. Ook hier kan Larochefoucauld's ceux qui s'appliquent
(trop?) aux petites choses, enz. van volle toepassing geacht worden.
Toch was Wouter er niet beter om dat-i berouw voelde over 't gebrek
aan ondeugd, waaraan hy meende zich te hebben schuldig gemaakt. En
dit voelde hy zeer goed. Hy dacht niet gaarne aan wat hem vroeger
liefelyk voorkwam, jazelfs dit durfde hy niet! Z'n herinneringen aan
de indrukken die Femke hem meedeelde, z'n eerzucht, z'n lust om met
'n beetje almacht het goede te bevorderen, z'n onverzadelyke begeerte
om de oorzaken der dingen te kennen... och, dit alles hinderde
hem. Even ontevreden als immer met z'n tegenwoordigen toestand,
had hy zoomin lust zich bezig te houden met het verledene, als met
'n toekomst waarover 't bestuur hem ontglipt was omdat schuldbesef
idealen bederft. Tot krachtig hopen is reinheid noodig, en wèl is 't
grof en dom van godenmakers, dat zy, om afdwaling te bedreigen met
straf, meenden behoefte te hebben aan 'n àndere hel dan 't verlies
van die reinheid meebrengt. Het ambt van paradys-uitjagende Cherub is
'n ware sinekuur.
Eens, op-straat--boodschappen doende voor den jongeheer Pompile,
natuurlyk--bepeinsde Wouter 't nieuwste nieuwtje van ontwikkeling,
dat dien morgen door een van z'n kameraadjes aan 't Postkantoor was
ten-beste gegeven, en zie... daarginds zag hy Femke aankomen. Hy
keerde zich om en sloeg 'n dwarsstraat in. Waarom toch? Tot 'n beetje
vermindering van z'n schande moet ik hierby zeggen dat-i den avend
van dien dag langen tyd wakker lag voor hy den slaap vatten kon,
en dat hy lust in schreien voelde. Maar hy kon evenmin schreien als
slapen. 't Was zeer pynlyk, en hy nam zich voor... ja, wàt?
Met schrik bedacht hy dat het tydstip waarop Holsma hem had
uitgenoodigd verslag te komen brengen van de pogingen om altyd z'n
naastbyliggenden plicht te doen, sedert lang verstreken was. Ook dien
goeden dokter zoud-i gemeden hebben, wanneer hy hem op de straat in
de verte had zien aankomen. En misschien zelfs pater Jansen... 'n
slecht teeken!
--Toch zou ik wel 'ns willen weten, dacht-i, waarom die goeie pastoor
zoo doof is aan z'n linkeroor?
Hierover peinzende viel-i ten-laatste in slaap.
't Was donderdag geweest en vrydag geworden, en Wouter werd, op
't kantoor komende, verrast met de uitnoodiging om den volgenden
dag zich te komen verlustigen op Groenenhuize. De jongeheer Pompile
verwaardigde zich in hoogsteigen persoon hem deelgenoot te maken van
deze genadige beschikking, niet zonder Wilkens 'n wenk te geven dat
de tien stuivers welke den betrokkene voor reiskosten moesten worden
uitbetaald, zeer gevoegelyk konden geboekt worden op: huishouden.
--Niet waar, Eugène? Zeg jyzelf nu eens of zulke uitgaven de zaken
aangaan wat je noemt de zaken?
--Hm!
--Juist! Niet waar? En wat zeg jy, Dieper?
--Wel zeker, jongeheer! Ik vind dat zulke uitgaven... want, weet u,
't zyn kleinigheden, niet waar?
--Precies! En daarom zeg ik altyd... maar, kyk, daar komt my iets nog
beters in den zin. Zeg, Eugène, weet je-n-ook of Calbb en Hersilie van
plan zyn morgen op Groenenhuize te komen? En of ze papa's britschka
gevraagd hebben... met huurpaarden, weetje? Want zieje, dan kon
Pieterse best meeryden. Weetje wat je doet, Pieterse? Je moet de
goedheid hebben even by m'nheer Calbb te gaan, en doe't kompliment van
my--van m'nheer Pompile, moet je zeggen--en vragen of m'nheer Calbb...
--Calbb is niet thuis, bromde Eugène.
--Zoo? Wel, Pieterse, dan moet je-n-eens zoo goed wezen naar m'nheer
Calbb z'n huis te gaan, en... je schelt huis, weetje? En je doet
het kompliment van my, van m'nheer Pompile, en je zegt--aan de meid,
weetje, die je opendoet--dat je morgen buiten mag komen--buiten, op
Groenenhuize, moet je maar zeggen--en dat ik vragen laat of mevrouw
Calbb en m'nheer Calbb en de jongeheer Bonifaz--want Ludwig-Bonifaz
heet het zoontje van m'n zuster, mevrouw Calbb-Kopperlith, weetje?--nu,
dan zeg je dat ik vragen laat of de familie van-plan is morgen met
papa's britschka--met de britschka van m'nheer Kopperlith, moet je
zeggen--met huurpaarden...
--Hm, bromde Eugène.
--Ja, juist... van huurpaarden hoef je niet te spreken. Dat weten ze
zelf wel... wat zeg jy, Eugène? Nu dan vraag je-n-of m'nheer Calbb
en mevrouw Calbb en de jongeheer Bonifaz naar buiten gaan? En hoe
laat? En... of ie mee mag ryden? Maar... asjeblieft, moet je zeggen,
niet waar, Eugène?
--Hm!
--Juist! Asjeblieft, zeg je, en je moet vooral het kompliment van
my doen. Zeg, Eugène, vind jy 't niet wat indiskreet van Calbb,
zoo altyd met de britschka van papa...
Vóór Wouter Eugène's meening over dit diepzinnig vraagstuk te weten
kwam, was-i reeds lang op weg naar den huize Calbb. Hy deed z'n
boodschap met de voorgeschreven asjebliefts en komplimenten, en kreeg
ten-antwoord dat mevrouw en m'nheer Calbb en de jongeheer Bonifaz
Calbb zoo tusschen negenen en twaalven de Haarlemmer Poort passeeren
zouden. "Als dus Pieterse mee wou, liet de edele Hersilia door de
meid aan Wouter op de vloermat boodschappen, had-i te zorgen op z'n
tyd dáár te zyn, en men zou hem 'n plaatsjen inruimen. Maar... lastig
was 't wel, want de jongeheer Bonifaz was er op gesteld zich te laten
vergezellen van z'n hobbelpaard, en dat nam veel plaats in."
Wouter had den moed niet, m'nheer Pompile voortestellen den weg naar
Haarlem te voet te maken, al zy 't dan dat de onsmakelyke wys waarop
hem passage zou verleend worden, hem zéér deed. En toen hy, te-huis
gekomen, bemerkte dat z'n moeder opgetogen was van de eer die in hem
de heele familie werd aangedaan, meende hy alweer dat-i zich vergist
had in 't beoordeelen van den indruk die mevrouw Calbb's plompheid
by hem te-weeg bracht.
--Gut, in 'n britschka! Dat 's zeker 'n koets, Trui, 'n
staatsiekoets, denk ik! En daarin zal Wouter ryden als 'n banjerheer,
den heelen weg over van hier af tot Haarlem toe, en dat zal de heele
wereld te zien krygen...
--Met 'n hobbelpaard, moeder!
--Nu ja, met 'n hobbelpaard, maar... wat zou dat? Denk je dat iemand
daarvan iets te weten komt? Wat zeg jy, Stoffel? En bovendien, wie
loopt er op den Haarlemmerweg? Geen mensch! Geen levende ziel! Geen
sterveling! Niemand zal 't merken dat je met 'n hobbelpaard in
die... koets zit. Weetje wat ik zou doen in jou plaats? Ik nam 't
tusschen m'n knieën...
--Gut, moeder!
--Wel zeker! En je legt 'n zakdoek op je schoot, dan kraait er
geen haan na. Je bent 'n ontevreden jongen. Kyk eens naar al de
arme kinderen die God danken zouden op hun bloote voeten... ja,
dat zouden ze, als ze ook zoo 'reis naar-buiten mochten gaan, naar
'n wezenlyk Buiten.
--Drie uur wachten aan de Haarlemmer-Poort!
--Wel, wat zou dat? Wou je dan dat zoo'n heer als m'nheer Calbb
zich haasten zou voor jou? En de mevrouw van die m'nheer? En de
jongeheer... hoe heet-i?
--Zoo'n jongeheer kan toch niet, om jou pleizier te doen... weet
je wat je bent, Wouter? Je bent 'n rechte izegrim. Als je vader
't beleefd had, die zoo zuur voor z'n brood...
Den volgenden morgen stond Wouter op z'n post. 't Was nog niet volkomen
middag, toen de familie Calbb zich vertoonde in de britschka van
papa. Er was in dat tentwagentje inderdaad geen plaats over, en Wouter
werd uitgenoodigd zich te behelpen met de ruimte die door 'n menigte
pakken en pakjes was opengelaten in 'n achterbakje. Heel grootsch
was-i niet toen hy bemerkte dat z'n inscheping de aandacht trok van
den accynsman aan de poort, en van 't half dozyn straatjongetjes dat
uit armoed aan pleizier gewoon was geraakt 'n heele gebeurtenis te
zien in 't stilhouden van 'n rytuig. Helaas, hy had graag zichzelf
tusschen de knieën genomen, en... 'n zakdoek er over! Hy haalde
adem toen de Haarlemmerweg bereikt was. Zoo volstrekt verlaten van
menschen, levende zielen en stervelingen, als juffrouw Pieterse
beweerd had, was deze weg nu wel niet, maar toch niet zéér veel
personen kregen gelegenheid optemerken hoe benepen onze Wouter daar
zat tusschen al die bagage. Dat was'n àndere tocht voorwaar, dan
de rit te-paard waarvan Vrouw Claus... gedroomd had! Hy sloot z'n
oogen, en trachtte in 't sukkelig schokken van den wagen, de kadans te
vinden van z'n eigen galoppeerend rooverslied: met m'n zwaard... hop,
hop, hop... enz. Mevrouw Hersilia Calbb-Kopperlith spaarde hem 't
voortzetten van z'n vruchtelooze pogingen, door 'n vermaning:
--Zeg, Pieterse... of hoe je heet, je zit toch niet op den zak met
soezen? En... hou toch die mand wat tegen! 't Ding schommelt zoo
tegen m'n hoededoos.
Wouter deed alweer wat hem gelast was. Mand, hoededoos en soezen
kwamen onbeschadigd op Groenenhuize aan. [25]



Wouter wordt begunstigd met het verlof om diepzinnige gesprekken
aantehooren, en voor pedant meespreken bewaard door 'n vereerende
zending naar de mangelkamer.

De uitspanning der bewoners van die landelyke optrekken was... zoo
onlandelyk mogelyk. Men ontving bezoek van ebenbürtige optrekmenschen,
maar liever van hooger geplaatsten. Men maakte rytoeren in den
omtrek, waarby de tentoonstelling van "eigen equipage" hoofddoel was,
en... verveelde zich. Een der minst betwistbare genoegens die men van
't Buiten-zyn trok, was de voldoening der ydelheid z'n "Buiten" door
vrienden en kennissen te laten bewonderen. Ieder hield er z'n Pleiers
en z'n Hockers en z'n Kruckers op na, jazelfs z'n "jongste-bedienden"
wier plicht voorschreef met open mond de heerlykheid van den gastheer
aantestaren, en zoo mogelyk te bersten van afgunst. In dit bejag
kwamen de optrekmenschen vry-wel met hun meerderen, de bezitters
van eigenlyke Buitenplaatsen overeen. En hierin hadden zy inderdaad
iets bovenmenschelyks, daar wy in de meeste katechismen--heidensche,
grieksche en christelyke--als 'n eigenaardigheid der goden vinden
aangeteekend dat ze zich zoo byzonder verheugen als 'n menschenkind
zich op hun grootheid stom, blind en gek staart.
Vandaag was de beurt aan onzen Wouter om op Groenenhuize de rol van
lamgeschitterd Serafyntje te spelen.
De oudeheer Kopperlith had de waarheid gezegd: z'n buiten lag vlak
by "de Logementen." Dit was gezellig, zeide hy, want men vond er
couranten, en menschen uit de stad. Eigenaardig is het, dat de meeste
ontvluchters van 't stadsgewoel hun landelyke eenzaamheid slechts
dan behoorlyk kunnen genieten, wanneer ze nogal heel erg vermengd is
met steedsche drukte. Wouter bemerkte dan ook zeer spoedig dat het
"buiten-zyn" geheel iets anders was dan-i zich had voorgesteld. Hoe
krom en verdraaid ook de idylliteit zich in verzen aan hem had
voorgedaan, hy vond geen spoor van de beelden die zy in z'n fantazie
hadden opgewekt. By 't rondzien uit z'n achterbakjen op 't rytuig,
bespeurde hy geen enkel plekje waar 'n verloren zoon 't kleinste
biggetje had kunnen deelgenoot maken van z'n berouw. Herderinnen
met bebloemde hoeden, korte rokjes en roodkleurige schoenen zag hy
nergens. Geen Damon bespeelde de dwarsfluit. Geen jeugdige landbewoners
dansten op den fluweeligen grasgrond. En ook die grasgrond-zelf, met of
zonder fluweel dan, ontbrak. Overstappende op andere hoofdstukken uit
de geschiedenis zyner verbeelding, wou ook de romantische wildernis,
zoo aantrekkelyk door 't verondersteld gemis aan conventie, zich maar
niet aan hem vertoonen. By 't omslaan van 'n hoek, had de fameuze
"britschka van papa" byna 'n half-blinden vioolspeler overreden... was
dàt de Damon dezer streken? De ryweg was van klinkers, voethoog met
aard en stof overdekt... was dàt de fluweelen dansvloer van de
landjeugd? Aan de boomen ontwaarde hy geen appel, geen peer, geen
noot, ja-zelfs geen kokos of broodvrucht... was dàt de mildheid der
gulle buitennatuur? En... en--komaan, hy moest zichzelf bekennen
dat-i teleurgesteld was--gedurende de reis had geen enkel aventuur
de eentonigheid van dien Haarlemmerweg opgevroolykt. Geen rad van
den wagen had willen breken, geen roover had zich vertoond... ja
toch, even, iets er van. Een bedelaar scheen aanslagen in den zin te
hebben, of althans men had zich 'n oogenblik kunnen opdringen dat-i
wat anders was dan 'n vreedzame landlooper, maar 'n nietig tikje
met de zweep was voldoende om ook deze illuzie den bodem inteslaan,
en Wouter zat weer alleen met z'n soezen en z'n hoededoos. Juist was
hy aan 't bepeinzen van de vraag waarom toch iemand die 'n "Buiten"
bezitten kon, dat niet liever in Afrika zocht, toen 't rytuig
het hek van Groenenhuize binnenreed, en voor de open voorgalery
stilstond. Pompile kwam met z'n gewone schichtigheid te voorschyn:
--Dag, Calbb! Dag, Hersilie! Heb je soezen meegebracht? Je weet
dat mama er niet buiten kan. Hoe laat ben je-n-afgereden? Stof op
den weg, hè? Ja, veel stof. Die weg is heel stoffig, weetje! Dat
komt van de droogte. Als 't regenen gaat, zal je zien dat 't minder
stoffig wordt. Zoo, Pieterse, ben je daar? Kom er maar uit... je mag
er uit komen... stap maar op 't wiel. Zyn dàt de soezen? Nu, houd
ze maar vast tot de meid komt, want... straks komt de meid, niet
waar, Hersilie? En heeft Bonifaz z'n hobbelpaard meegebracht? Zeg:
dag, oom! 't Kan in de mangelkamer staan, of in 't tuinhuis... want
mama heeft hoofdpyn, weetje, Hersilie, nogal-fameus-erge vreeselyke
hoofdpyn... en zenuwen, weetje? We hebben de Kruckers hier, en
van-middag komen de Hockers, en de juffrouwen Pleier komen morgen
op 'n maderaatje. "Met veel pleizier!" hebben ze laten zeggen,
want... papa heeft ze geinviteerd. En straks gaan we toeren,
weetje, met de Kruckers, maar mama blyft thuis--vreeselyke hoofdpyn,
weetje?--ze zal bataille spelen met de juffrouw. Ze is er mooi kwaad
om, de juffrouw meen ik. Dàt kan my niet schelen, en Eugène zegt...
Gedurende dit geratel was de wagen ontpakt, en Wouter werd van
z'n soezen ontlast door een van de meiden die hiertoe door den
beredderenden Pompile scheen gekommitteerd te zyn. Hy mocht nu de
familie volgen, die 't huis was ingetreden, en weldra aanlandde in
de achtergalery waar 't hoofdkwartier opgeslagen was. Daar vond men
de steeds nogal fameus-erg zieke oude mevrouw met haar schoondochter
Julie en de gezelschapsjuffrouw. Daar zaten de oudeheer Kopperlith en
z'n spruit Eugène. Daar zat de Krucker-familie. En daar ook namen de
nieuw-aangekomenen onder geleide van Pompile hun plaatsen in. Wouter,
die iets later dan de anderen, en vry verlegen, binnentrad, werd aan
de vrouw des huizes voorgesteld met 'n onachtzaamheid waarin niets
laakbaars zou gelegen hebben, indien ze gegrond ware geweest op z'n
onbeduidend standpunt als mensch. Doch hierin lag de verontschuldiging
voor Pompile's lompheid niet. Hy maakte zoo byzonder weinig omslag
omdat-i te doen had met 'n kantoorbediende, met 'n wezen van
lagere orde. Misschien zelfs bezondigde ik my aan hoogdravendheid
door van "voorstellen" te spreken. De waarheid is dat Wouter met
'n vingerbeweging werd aangewezen als "de jonge Pieterse" en toen
'n paar leden van de familie Krucker zich schenen gereed te maken tot
iets als 'n groet, werden ze voor deze gevaarlyke misvatting bewaard
door 'n snelle vermelding van Wouter's maatschappelyk standpuntje:
--Onze jongste-bediende, zei Pompile allervoornaamst, en op 'n toon
die zooveel zeggen wilde als: je hoeft je niet op kosten te laten
jagen van beleefdheid.
Terstond daarop mocht Wouter zitten gaan, en zelfs luisteren naar de
verheven gesprekken die de achtergalery van Groenenhuize zoo byzonder
weinig deden gelyken op 'n bureau d'esprit.
De réunions die eenmaal in Frankryk dezen naam droegen, lieten zeker
aan goeden smaak veel te wenschen over, en de hemel beware my dat ik de
mode zou wenschen ingevoerd te zien elkaar te bezoeken met 'n beraamd
plan om geestigheden uittekramen, of al ware 't zelfs geest. Misselyker
nog komt my 't uitstallen van--nagemaakte!--geleerdheid voor, zooals
die welke door Molière wordt gehekeld in z'n Femmes savantes en
Précieuses ridicules. Wy weten nu eenmaal dat al dergelyke afdwalingen
van smaak neerkomen op natuurverkrachting, en dus alleen als zoodanig
reeds te veroordeelen zyn. Toch vonden sommigen--en de overgroote
meerderheid!--middel om nòg lager aftedalen, en zich bezigtehouden met
gesprekken, welker gehalte wel evenzeer doorslaand blyk gaf van gemis
aan verstandelyken zin, doch bovendien bewees dat men zelfs den schyn
daarvan niet op prys stelde. Voor onzen Wouter sproot hieruit alweer
'n misrekening voort, zoo als die welke hem de ontheologische tint van
pater Jansen's gesprekken berokkend had. Hy had zich voorgesteld nu
eindelyk iets te vernemen uit de werkelyke wereld, en hy beloofde zich
goed toeteluisteren om den waren toon te vatten die de aanzienlyken
van de burgerlui onderscheidt. Helaas!
Nadat de zeer byzondere beminnelykheid van Bonifaz naar behooren door
de familie Krucker geprezen was, kwam het gesprek op 't meegebrachte
hobbelpaard, en de moeielykheid om dat dier te stallen.
--Hy wou 't absoluut mee hebben, mama, verzekerde Hersilie. En als
't kind z'n zin niet krygt...
--Ja, dan iest-i vol oenwillen, voegde de elsasser konsul er by. 't
Kind heeft kolossaal viel karakter.
--Maar... mama heeft zoo'n fameus-erge hoofdpyn. Je kunt het vragen
aan de juffrouw. Niet waar, juffrouw?
De juffrouw getuigde naar Pompile's zin, en de nogal fameus-erg
zieke mevrouw knikte met het hoofd. De kleine jongen werd
weggezonden, met verzoek z'n beestje niet anders te behobbelen dan
in de mangelkamer. Nu, dit deed hy, en 't huis dreunde er van. Het
gezelschap stelde zich schadeloos door 'n gesprek over weer en wind,
waaraan ook de dames konden deelnemen. Na weinig overgangen kwamen de
"zaken" op 't tapyt, en 't vrouwelyk deel der vergadering kon zich
als uitgesloten beschouwen. De oude, nogal heel fameus-erg zieke
mevrouw stelde zich schadeloos door 't onophoudelyk mummelen van
soezen... zoo byzonder dienstig tot het opwekken van eetlust, had de
dokter gezegd. Julie "werkte" aan haar hooggekleurden jachthond, dien
Wouter by deze gelegenheid met genoegen weerzag. De juffrouw knutselde
aan 'n festonwerkje, en bespiedde de luimpjes van mevrouw, niet
zonder nu-en-dan sentimenteele blikken te werpen op Eugène die de
ongevoeligheid-zelf bleef. De heer van den huize hield zich bezig met
voortdurende handhaving van 't glimlachje waarmede hy gewoon was z'n
existentie toe te juichen. Pompile draaide heen-en-weer op z'n stoel
en verkneuterde zich in de verrukking van z'n Kruckers. Elk zyner
blikken scheen te vragen: "welnu, is 't waar of niet, dat papa 'n
eigen Buiten heeft?" Om hem te bedanken, maakte een hunner de
opmerking "dat lynwaden zoo'n belangryk vak was."
--Een heel belangryk vak, m'nheer Kopperlith!
--Zeker, zeker! Maar "kurken" zyn ook niet te versmaden, kaatste de
oudeheer terug.
De scherpzinnige lezer begrypt dat de Krucker-familie "in" kurk en
kurken "was."
--Als ik het voor 't kiezen had, was ik liever "in" lynwaden, zei
een hunner zediglyk.
--Hm, ja, zoo. In lynwaden, ziet u...
--Daarin is altyd iets te doen.
--Zeker, zeker, altyd iets!
--En in kurken heeft men soms...
--Ja, dit is waar.
--Maar men kan niet zoo op-eens veranderen van vak.
--Neen, dit gaat niet. Men moet verstand van 'n vak hebben...
--Juist! En er by opgebracht zyn.
't Heele gezelschap zag met betamelyken eerbied al de Kruckers aan,
die verstand van kurken hadden, en er by waren opgebracht.
--Papa, vroeg op-eens de terrible Julie, is er véél verstand noodig
voor kurken?
--Julie! riep de oude mevrouw verwytend.
--Zeker, zeker, kind! Voor den handel is verstand noodig, véél
verstand!
--We doen op Spanje, ziet u, riep de familie Krucker.
Ah! zei Julie, alsof deze mededeeling de zaak ophelderde.
--Ja, op Spanje!
--U spreekt dan zeker spaansch?
Deze vraag gold voor 'n beminnelyke ondeugendheid. Allen begonnen zoo
hartelyk mogelyk te lachen, en de geëxamineerden 't minst luid niet,
misschien wel om 't antwoorden onnoodig te maken. Pompile was grootsch
op de verrukkelyke geestigheid van z'n vrouwtje.
--Ja, ja, de kurken komen uit Spanje, verzekerde de oudeheer. Wie in
kurk doet, heeft 'n kantoor op Spanje.
--De reizigers uit Barcelona loopen 't land af, zei de familie Krucker.
--Ja, papa, 't is 'n fameus vak, verzekerde Pompile, die de door hem
aangebrachte gasten wat wilde ophemelen.
--Och, er wordt zoo in geklad, jammerde een der Kruckers, vreeselyk,
m'nheer!
--De menschen kunnen 't kladden niet laten.
--Ze gaan in de kleinste dorpen, en bezoeken den geringsten winkelier,
m'nheer Kopperlith!
--Een nekslag voor den handel!
--Dat moesten ze niet doen. Wat zeg jy, Eugène?
--Hm, zei Eugène.
--Voor den groothandel blyft niets te verdienen, niets, volstrekt
niets! Wy, grossiers, visschen achter 't net.
--En hoe staat de wissel op Spanje?
--Och, we remitteeren gewoonlyk op Parys. Dat's makkelyker.
--Parys staat hoog, zei gister m'n boekhouder, niet waar Pompile?
--Ja, papa. Dieper zei dat Parys heel hoog staat.
--Papa, riep Julie, wat wil dat toch zeggen: Parys staat hoog?
Algemeen gelach om Julie's geestigheid. Pompile wreef zich de handen
van plezier.
--Wel, dit beduidt ...
--Wel zeker, 't beduidt dat ...
--Men bedoelt daarmee dat de wissel hoog staat.
--De fransche wissel, weetje?
--Ah! zei Julie, als voldaan.
--Daar heb je nu, byv. Engeland, lichtte Pompile toe, Engeland staat
twaalf en drie.
--Ah, zoo!
--Juist, zoo is het! Engeland staat twaalf en drie. En Frankryk ...
--Frankryk staat zeker wel ...
--Ja, ja, Frankryk staat heel hoog.
--Papa, waarom staat Frankryk zoo hoog?
Deze vraag van Julie bracht het gezelschap minder in verlegenheid,
dan welbeschouwd passend zou geweest zyn. Niemand wist 'n behoorlyk
antwoord te geven, en toch schaamde zich geen der aanwezigen over
z'n onkunde. Pompile die zeker niet vernuftiger was dan de rest,
stootte een der Kruckers tegen de knie, alsof hy zeggen wilde: "wel,
wat zeg je van m'n vrouwtje?" Julie meende uit het algemeen gegiechel
te mogen opmaken dat ze 'n vraag had gedaan, die de moeite van 't
herhalen waard was. Nogeens alzoo:
--Ja, heusch, papa, waarom staat Frankryk zoo hoog?
Wouter luisterde aandachtig. Ook hy had zich meermalen by het doen van
uitrekeningen voor 't faktuurboek, de vraag voorgelegd waaraan 't ryzen
en dalen van den wisselkoers was toeteschryven? Op 't kantoor durfde
hy geen inlichting vragen. Zeker zou men hem daar hebben afgewezen
met 'n bar: "dat zyn nu eigenlyk je zaken niet!" Zeer diep had hy
dan ook nog niet over 't vraagstuk nagedacht, maar z'n belangstelling
werd nu opgewekt door de onverwachte manier waarop 't hier ter-tafel
gebracht werd. Julie drong hoofdig op antwoord aan, geenszins omdat
ze drang voelde tot weten en begrypen, maar om zoo lang mogelyk te
genieten van het triumfje dat haar naïveteit bleek behaald te hebben.
--Die Julie! had de oude mevrouw geroepen.
--Ja, ja, mama, ik vraag waarom nu eigenlyk Frankryk zoo hoog staat?
--Wel, kind, zei de oudeheer, begryp je dàt niet? Dat is de wissel. De
wissel, weetje?
--Juist, riepen de Kruckers, 't is de wissel!
--Zieje, Julie, 't is de wissel, bevestigde Pompile. En zich tot z'n
gasten keerende: àlles, àlles wil ze weten! Zóó is ze! Ze is niet
tevreden voor ze alles weet!
--Maar, papa, wat wil dat dan zeggen: de wissel staat hoog?
--Wel, heel eenvoudig, de wissel op Frankryk.
--Juist, Julie! Zieje, 't is de wissel op Frankryk.
--Maar ... wat bedoelt men dan daarmee?
--Wel, dat de wissel duur is.
--Maar ... waarom is-i duur?
--Ja, dàt zyn nu zoo van die vragen, kind, die ...
--Ja, Julie, dat zyn vragen ...
En ook de familie Krucker betuigde eenstemmiglyk dat dit van die
vragen zyn ...
Er spookte een duiveltjen in Wouter's gemoed. Het niet-weten der
anderen prikkelde hem tot wat inspanning. Hy begon te meenen dat hy
misschien 't vraagstuk zou kunnen oplossen. Hy dacht na, en peinsde,
en wou iets zeggen, maar durfde niet. Zeker zoud-i geschrokken zyn
van z'n eigen stem in dit voornaam gezelschap. Bovendien, de oudeheer
nam de taak van uitlegger op zich.
--De wissel is duur, Julie, als-i in de prys-courant hoog genoteerd
staat.
--Juist, zei Pompile. Dat is de ... beursnoteering, zieje! Dieper
neemt ook altyd onze wissels op Engeland volgens de beursnoteering
van den dag. Niet waar, papa? Niet waar, Eugène?
Noch papa, noch Eugène spraken dit tegen. En al de Kruckers knikten
toestemmend.
--Ah, zoo, ja, jawel ... beursnoteering, antwoordde Julie die volkomen
bevredigd was.
--Het zyn ... zaken, moet je begrypen, gaf Pompile nog ten-beste tot
overmaat van helderheid.
--Daar heb je 't juist, riepen de Kruckers, 't ligt 'm in de zaken,
lieve mevrouwtje!
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.