De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15

Total number of words is 4508
Total number of unique words is 1485
36.6 of words are in the 2000 most common words
50.1 of words are in the 5000 most common words
56.5 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
Pompile, als toen je nog leefde, en al of niet woonde op die fameuze
Keizersgracht!
--Dag, Dieper! Dag, Wilkens! Dag Eugène! Papa nog niet beneden? Hier
zyn de brieven ... een voor huishouden--van Leon, Eugène!--waar is
Gerrit? Zoo, is dat de jonge Pieterse? Weet-i den weg in de stad! Ik
heb veel boodschappen, weetje! Krimp te Rotterdam vraagt twee
wittegrondjes-driekleur--je weet wel, Wilkens, die Victoria-fancies
van Crawfurth-Leeds--maar hy wil dat ouwe krieuweltje met 'n oogjen
... is 't er nog? Waar is Gerrit? Ik heb veel boodschappen. Hoe is 't
met mama, Eugène? Zou 't lukken vandaag ... ik meen de verhuizing? 't
Saizoen gaat voorby, en ik wou zoo graag de Hocker's en de Pleier's
en de Krucker'S vragen op Groenehuize. Die briefbesteller is 'n
lap ... de vent wil altyd geld voor 'n borrel als-i de brieven
op-straat afgeeft, want ... hy mag 't niet doen, dat weetje. Als
't gemerkt wordt, krygt-i z'n ontslag. Ik heb 'm dezen keer 'n
stuiver gegeven: denk er om, Wilkens, maar ... zet 'm op huishouden,
want er is 'n brief van Leon ook. Dus ... 't kan wel op huishouden:
wat zeg jy, Eugène? Zoo, ei, is dàt de jonge Pieterse? Heb jy wat
voor Gerrit vandaag, Dieper? Ik heb veel boodschappen. Wilkens,
je moet zoo goed wezen Gerrit hier te roepen, en zeg dat ik veel
boodschappen heb, en ... en ... ziehier den brief van Krimp. Die
menschen vragen altyd wat er niet is, want ... dat krieweltjen
met dat oogjen is er niet meer. Weetje wat we doen zullen. Als 't
krieuweltje 'r niet meer is--met dat oogje, weetje?--dan zenden wy
't moesjen, of 't slangetjen, of dat patroontje met de blokjes ... je
weet wel, 't zyn de witte-grondjes-driekleur, Victoria-fancies van
Crawfurth-Leeds. Maar je zult zien dat Krimp weer chikaneert, want
... dat doet-i altyd. Roep Gerrit ... ik heb zooveel boodschappen,
weetje. Zoo, mannetje ken jy goed den weg in de stad? Nu, dat's goed,
want ... ik heb altyd zooveel boodschappen. Eugène, als papa komt,
zeg dat ik by mama ben, met den brief van Leon, weetje. Want hy is
geadresseerd aan mama. Leon adresseert altyd z'n brieven aan mama ...
Zeker. Altyd aan mama. Ziehier de reden van deze byzonderheid. Op
't adres van een brief aan 'n gehuwde vrouw, is plaats voor twee
weledelgeborenhedens. De briefbesteller kwam nu van-tyd tot-tyd te
weten dat de op zekere wys ter-wereld gekomen echtgenoot van m'nheer
Kopperlith, ook reeds als jonkvrouw zich had weten meester te maken
van 'n geboorte die hemelsbreed afweek van de gewone. Dat het mensch
vóór haar huwelyk Niemendal heette, doet niet ter-zake. De postklerk te
Tjanjor--daar werden die epistels uitgebroed--was niet zeer bedreven in
't hollandsch, en had geen verstand van heraldiek. Hy kreeg te zien
dat de jongeheer Leon zóóveel vierkante duimen noodig had om z'n mama
te kwalificeeren, en slechts dit was de bedoeling van den jongeheer
Leon. Heel Tjanjor zou er verbaasd van staan, want: "postklerken zyn
praterig" hoopte de kwast juffrouw Pieterse na.
Gedurende het rollen van den sneeuwval waarmee Pompile z'n
tegenwoordigheid had aangekondigd, liep hy gedurig heen-en-weer, en
maakte--ook in zeer letterlyken zin--zooveel wind als maar eenigszins
mogelyk was. Een oogenblik nadat-i met Leon's brief in de hand de
kamer verlaten had, keerde hy terug.
--A-propos, Eugène, ik hoop toch dat mama zal kunnen vertrekken
vandaag? Ik zit anders en peine, zeer, zéér en peine, weetje
... erg en peine, met de Hocker's en de Pleier's en de Krucker's,
die ik allemaal geinviteerd heb op Groenehuize. En ... ik heb de
kruiers gesproken. Weetje wat die Flip zei? Hy vroeg--grof volk,
zulke kruiers!--of we mama niet het venster konden uithyschen? Dat
vroeg-i! Lomp, hè? Maar ... zie je, hy meende-n-in 'n leuningstoel,
en ... nu, ik hoop maar dat het lukt, want ik kompromitteer me
zoo allerverschrikkelykst voor de Hocker's en de Pleier's en de
Krucker's. Dat is het maar, weetje!
En hierop verliet hy weder 't kantoor.
't Spreekt alweer vanzelf, dat onze Wouter allerfatsoenlykst had
staan toeluisteren. Na 't vertrek van m'nheer Pompile verdiepte hy
zich op-nieuw in z'n optellingen. Och, hy wou zoo heel graag z'n
naast-byliggend plicht je doen. Was 't zyn schuld dat-i zich zeer
onbekwaam voelde, en telkens rekende: drie en acht is vier-en-twintig,
of wat anders?
Wilkens ging naar 't magazyn, om de slangetjes uittezoeken, of de
moesjes of de blokjes die 't huis Kopperlith den winkelier Krimp zou
trachten in de maag te stoppen, in plaats van 't verlangde krieuweltje
met 'n oogje.
"Twee en zes is twaalf, en tien is twintig ...
't Begon weer te waaien. Pompile stormde het kantoor in:
--Hè! Beroerd! Akelig! Heel beroerd! Verbeeldje, Dieper ... zeg,
Eugène, hoor eens, 't wordt àl te erg! Weet jelui 't al, van
Gerrit? Hy is weer styf van de rhumatiek ... hoe vind je dàt? Hy kan
geen boodschappen doen! En ik ... ik had juist zooveel boodschappen. Op
m'n woord van eer, ik heb wel tien boodschappen ... ja, wel twaalf! Heb
jy ook boodschappen, Dieper? Wisseltjes? Accepten? Hè?
--Vandaag niet, jongeheer. Maar morgen ...
De boekhouder sloeg 'n kleine agenda op.
... morgen heb ik 'n wisseltjen in den jodenhoek, 'n smerig dingetje.
--Zoo? Morgen? Nu dat's goed. Weet je wat je doet, Dieper? Zeg 't
aan papa, dat je telkens wisseltjes hebt, en dat Gerrit altyd styf
van rhumatiek is, en dat het zoo niet langer kàn, weetje? Zeg jy dat
aan papa, Dieper, want ... ik heb zooveel boodschappen, ik heb erg
veel boodschappen.
--Ja, jongeheer Pompile, ik zal 't zeker aan m'nheer zeggen. En ...
hoe vaart de jongeheer Leon?
Ei, ei, de slimme Dieper! Hy durfde den ouden rhumatieken Gerrit niet
aan. En ook de jongeheer Pompile, inweerwil van z'n vele boodschappen,
zou liefst dat meubel uit den weg zien zetten door 'n andere hand
dan de zyne. Gerrit namelyk had met den ouden heer relatien uit den
vóórtyd, 'n coprolithische verwantschap die ontzien moest worden. En
daarom sprong de omzichtige Dieper zoo handig en belangstellend over op
't welvaren van den jongeheer Leon.
--Heel wel, dankje, antwoordde Pompile. Den heelen brief heb ik nog
niet gelezen. Hy vertelt van tygers, en van slangen en van optochten
met zonneschermen en gouden wapens ... o, allerlei! Mama is er dol
bly mee, dat begryp je. Maar ... hy is nog altyd surnumerair. Hy
klaagt dat allerlei gemeen volk hem over 't hoofd springt ...
--Dat is zeer hard voor iemand van ... stand, zei Dieper, met 'n
treurigheid in z'n stem, die wel eenige verhooging van traktement
waard was.
--Niet waar? Die vervloekte Gerrit met z'n rhumathiek! En ik heb juist
zoo erg veel boodschappen! Zeg-eens, jy, Pieterse--je heet immers
Pieterse?--je moet eens zoo goed wezen 'n paar boodschappen voor
me te doen.
Wouter stond marschvaardig, met z'n hoed in de hand, en 'n verheugd:
"asjeblieft, m'nheer!" op de lippen. Verheugd? Ja, waarlyk! Want de
opdracht die hy te-gemoet zag, was hem 'n verademing. De jongeheer
Pompile nam plaats tegenover Dieper--daar namelyk was de lessenaar
van den "patroon"--en hy wenkte Wouter tot zich.
--Je weet dus den weg in de stad? Heel goed! Dan moet je-n-eens
zoo goed wezen ... maar zeg, heb je-n- 'n zakboekje? Een
portefeuille-n-of zoo-iets?
--N... e... e... n, m'nheer.
--Zoo? Heb je dàt niet? 'n Kantoorbediende moet 'n portefeuille
hebben, om ... iets in opteschryven, weetje? Anders vergeet je 't. Nu,
voor vandaag moet je dan maar de boodschappen ... onthouden, die ik
je-n-opgeef. Je moet zoo goed wezen te gaan by m'nheer Hocker, en daar
doe je-n-'t kompliment van my--van den jongen m'nheer Kopperlith,
moet je zeggen, van m'nheer Pompile, weetje?--en je vraagt, of de
juffrouwen Pleier uit Frankfort--want die logeeren by m'nheer Hocker,
weetje?--of de juffrouwen plezier hebben, vanmiddag met my en m'n
vrouw--zeg jy maar: met de jonge mevrouw Kopperlith-Huddewitz, dan
weten ze-n 't wel--ja, vraag of de juffrouwen Pleier plezier hebben,
met ons en de familie Krucker ...
--Ben je mal, Pompile? bromde Eugène. De jongen weet immers niet waar
Hocker woont.
--Ah...ja! Dat's waar! M'nheer Hocker woont ...
En Wouter's handelswetenschap werd verrykt met de zeer nauwkeurige
kennis van de plek waar m'nheer Hocker woonde. Ook vernam hy wat voor
dien middag de plannen waren met de familie van dien heer, en met de
juffrouwen Pleier uit Frankfort, en hoe ze zich des-verkiezende zouden
kunnen verheugen in 't gezelschap van mevrouw Kopperlith-Huddewitz,
ook wel genaamd: de jonge mevrouw.
--En dan moet je zoo goed wezen in de Kerkstraat by de
Korte-krulledwarsstraat te gaan naar den stal van papa. Je vraagt maar
naar den stal van m'nheer Kopperlith op de Keizersgracht, weetje, want
... papa houdt rytuig, eigen rytuig. En daar zeg je-n-aan Jakob--dat
is de koetsier--daar zeg je ...
Volgt: 'n boodschap aan Jakob, die me glad ontschoten is.
--En dan moet je zoo goed wezen even naar juffrouw Lins te gaan,
in de Katoenstraat, en je doet het kompliment van de jonge mevrouw
Kopperlith--je moet zeggen: van mevrouw Kopperlith-Huddewitz--en je
zegt dat de juffrouw zoo goed moet wezen om je-n-'t tapisseriepatroon
te geven ... 't is 'n liggende jachthond, kan je dit onthouden?
--J...a, m'nheer!
--Goed! 'n Liggende jachthond, weetje? Nu, dat patroon moet ze je geven
voor de jonge mevrouw Kopperlith, voor mevrouw Kopperlith-Huddewitz,
begrypje? En je vraagt den prys ... den allernaasten prys, moet
je zeggen. En dan ga je naar myn huis, en je schelt aan, en je zegt
aan de meid dat je van my komt--van "m'nheer" weetje--en je doet
het kompliment, en je zegt ...
--Maar, Pompile, hoe kan hy weten waar je huis is?
--Ah, ja! Ik woon op de Leliegracht ... stille zy, weetje, waar
de deftige huizen staan. 't Is 'n huis met opgaande stoep, en
ruiten van spiegelglas. Dáár moet je maar altyd na kyken, want ...
m'n ruiten zyn van spiegelglas. En je zegt aan de meid, dat je by
juffrouw Lins geweest bent, en dat je van my komt, en dat je de
nieuwe kantoorbediende bent, en hoeveel dat patroon kost. En ... als
dan de jonge mevrouw den prys te hoog vindt--'t is 'n jachthond op
'n kussen, weetje?--dan breng je-n-'t weerom aan juffrouw Lins,
en je zegt dat het te duur is. En dan moet je zoo goed wezen eens
te gaan by m'n schoenmaker. Hy woont in de Hallestraat, en daar doe
je-n-'t kompliment van my--van m'nheer Kopperlith van de Leliegracht,
moet je maar zeggen--en zeggen dat-i zoo goed wezen moet, morgen
ochtend negen uur, de maat te komen nemen van 'n paar pantoffels. En
dan ga je by m'nheer Krucker, en je doet het kompliment van my, en
je vraagt hoe de oude mevrouw vaart--want ze-n-is ziek, weetje, ze
heeft het pootje ... maar dat hoef jy niet te zeggen: je vraagt maar
hoe ze vaart?--en dan breng je daar 't antwoord van de juffrouwen
Pleier uit Frankfort, die by de Hocker's logeeren. Maar als nu de
juffrouwen Pleier de invitatie hebben aangenomen, dan moet je zoo
goed wezen even aanteloopen by m'nheer Kruis op de Engelsche-kaai,
en zeggen daar--maar je moet eerst het kompliment van my doen--dat
ik van-middag door zware hoofdpyn verhinderd ben gebruik te maken van
de uitnoodiging om met de familie te gaan room-eten op Lokhorst. Maar
als nu de juffrouwen Pleier laten bedanken voor de invitatie ...
--God-zegen-me, Pompile, dat alles kan de jongen nooit onthouden!
--Niet waar? Juist wat ik zeg. Waarom heeft zoo'n jongmensch geen
zakboekje? Net wat ik zeg! Je moet maken dat je-'n zakboekje krygt,
om ... alles opteschryven, weetje? Want ... 'n kantoorbediende moet
altyd 'n zakboekje hebben: wat zeg jy, Dieper? Maar ... zoo lang je
nu nog geen zakboekje hebt, moet je maar ... alles onthouden wat ik
je gezegd heb. Ga nu maar eerst die boodschappen doen. Dan kan ik je
de anderen later zeggen. Want ... als ik je te veel tegelyk opgeef,
zou je ze maar vergeten--wat zeg jy, Eugène?--omdat je geen zakboekje
hebt, weetje?
Oef!

Wouter deed z'n boodschappen zoo goed mogelyk, en zeker
allerbeleefdst. Al de meiden die hem de deur openden, vonden hem 'n
fatsoenlyk jongetje. Dit was al iets. Tot m'n innigsten spyt mag ik
niet zeggen dat-i zich zeer gedrukt voelde door de zonderlinge manier
waarop men over z'n gaven beschikte. Hyzelf kende die gaven niet,
en voelde zich in 't minst niet vernederd. Bovendien, hy was verheugd
de buitenlucht inteademen, en z'n leedjes eens te kunnen uitstrekken,
't Kwam hem voor, dat z'n ruggegraat in slaap gevallen was, en dat
'n beetje beweging hem goed zou doen. Nog iets: hy voelde zich in
funktie, en zou er niet afkeerig van geweest zyn, 'n bordjen om z'n
hals te hangen, met het opschrift: "deze jongeling wandelt langs
's heeren straten, in dienst van de firma Ouwetyd & Kopperlith" en
niet zonder eenige minachting zag-i neer op de velen die geen recht
hadden op zoo'n bordje.
Toen-i, na allerlei andere bedryven, was aangeland op de
Leliegracht--de hééle deftige zy!--en aangescheld had aan 't
fameuze huis met spiegelglas, van veertien voet breed--het huis, meen
ik--bespeurde hy terstond dat er door die ruiten heen gerekognosceerd
werd, evenals 'n uur of zooveel geleden op die andere stoep. Maar
de dame die hem begluurde, had 'n veel aangenamer uiterlyk dan de
"oude mevrouw" van de Keizersgracht. Julie Huddewitz, slechts sedert
eenige maanden de echtgenoot van Pompile, was 'n jong ding dat nog
altyd niet diep genoeg was doorgedrongen in amsterdamsch fatsoen en
in de hooge waardigheid van haar gemaal, om precies te weten wat 'n
jongsten kantoorbediende niet toekomt. Ze liet Wouter binnenkomen,
en vergat zich zoover in haar ongemanierdheid, dat ze niet alleen
geheel eigenhandig den liggenden jachthond aannam, maar zelfs aan
Wouter de vraag richtte, hoe hy 't patroon vond? Een der oorzaken van
haar wangedrag lag hierin, dat haar vader--'n Duitscher die "mooie
slagen in koffi" gedaan had--zelf kantoorbediende geweest, en nog
niet lang genoeg in Holland gevestigd was, om te weten dat men zich
met zoo'n wezen nergens anders inlaat dan op 't kantoor. In vreemde
landen namelyk, beschouwt de "patroon" zich eerst dan van andere klei
gekneed, wanneer de "bediende" door 'n huwelyk zich voorgoed laat
inlyven in den niet-vleeschetenden stand. Van dat oogenblik af, heeft
hyzelf zich z'n ontcasting te wyten. In Nederland echter neemt die
uitsluiting lang voor 't huwelyk 'n aanvang, en eigenlyk reeds voor
de geboorte. Voor 'n jongeling die daar de eerste levensduisterheid
aanschouwen mocht--verzenmakers, die 't zoo nauw niet nemen met de
waarheid, noemen 't licht!--bestaat kans om generaal te worden,
zeeheld, planeet-ontdekker, wereldberoemd kunstenaar, vaandrager
van den vaderlandschen roem ... byna al wat men maar wil, maar
deelgenoot in de firma Ouwetyd & Kopperlith wordt-i niet! Men zou,
om dat te beleven, z'n eigen kleinzoon moeten worden, want--dit
erken ik--in 't derde geslacht gelukt het soms 'n handig aventurier,
zich te doen vergeven dat z'n overgrootvader de vreeselyke misdaad
begaan had, iets anders te wezen dan "patroon." Dit alles nu wist
Julie Huddewitz wel, maar ze was er nog niet genoeg van doordrongen,
en daarom boog zy zich op den gewichtigen maandag dien ik beschryf,
zoo onvoorzichtig neder tot belangstelling in Wouter's opinie over
dien jachthond. Ik weet niet of zy ooit dochters ter-wereld bracht,
maar zoo ja ... deze zouden zich niet zoo ver vergeten hebben! Het
verheven geslacht maakt plaats voor verhevener geslachten.
Wanneer Wouter behoefte gevoeld had aan bemoediging by 't intreden van
z'n nieuwe loopbaan, dan ware zy hem waarschynlyk geleverd door die
verregaande neerbuigendheid van mevrouw Kopperlith-Huddewitz. Een dame
in 'n huis met spiegelglas, op de Leliegracht--heele deftige zy--had
hèm z'n opinie gevraagd! Dit maakte hem dan ook zoo opgetogen, dat-i
op 't punt stond een der zotste antwoorden te geven, die er konden
bedacht worden. Maar ze kwam hem voor:
--Drie gulden, zestien? Vindje 't niet wat duur?
--O, mevrouw ...
En hy hakkelde. Ik geloof dat-i zeggen wou: "mag ik 'n paar dubbeltjes
van dien vreeselyken prys voor myn rekening nemen?" Maar hy bedacht
nog by-tyds dat-i van die paar dubbeltjes juist het allereerste
niet bezat, en vergenoegde zich dus met de betuiging dat-i nog geen
verstand had van borduurpatroontjes. 't Spreekt vanzelf dat-i zich
ernstig voornam dien tak van wetenschap tot 'n onderwerp van byzondere
studie te maken. Voorloopig bepaalde hy zich tot de vraag:
--Verkiest mevrouw dat ik nog eens ga beproeven by juffrouw Lins ...
--Wel zeker, ga jy nog eens vragen by juffrouw Lins of 't niet wat
minder kan, by-voorbeeld voor ... drie gulden, twaalf? Of ... als
't mogelyk is, voor drie gulden, tien?
En met deze zielverheffende opdracht sukkelde Wouter door den
modder. Want het had zwaar geregend na al die hitte, en de straten
zagen er amsterdamsch uit. Een regenscherm had-i niet, en hy versleet
driemaal meer aan schoeisel en kleeren, dan door de vier-stuivers
die hy inderdaad in den tapisseriewinkel wist aftedingen, kon worden
gedekt. Zóó religieus vervulde hy dien dag z'n naast-byliggenden
plicht, of wat de arme jongen daarvoor hield.
Juffrouw Lins vroeg, na z'n vertrek, aan haar adjudantjes:
--Wat scheelde dat jongetje toch? 't Leek wel of-i me kussen of
... vermoorden wou om die paar stuivers?
Toen hy, na bericht te hebben gedaan van z'n zegevierend wedervaren,
voor den tweeden keer de stoep van 't huis met spiegelglas afstapte,
stond er 'n rytuig voor de deur. Dit won hem den tocht naar de
Korte-krulledwarsstraat uit, want op last van de "jonge mevrouw"
kwam de meid hem achterna roepen dat dit de britschka van m'nheer
Kopperlith was, en die koetsier de Jakob aan wien hy 'n boodschap
had. Hy stelde zich met aandoenlyke bescheidenheid voor, als de
"nieuwe jongste-bediende" van 't kantoor, en zei wat-i te zeggen
had. Uit de britschka golfde een vleeschklomp, 'n reuzin, Hersilia
Kopperlith, de zwaarlyvige huwelyksvreugd van den Elsasser Heinrich
Kalbb, die te Amsterdam konsul van z'n land was, en tevens chef van
'n handelshuis. Met andere woorden: de man "deed" in katoentjes. Maar
heel in 't deftige, namelyk in katoentjes van Mühlhausen. Engelsche
lappen van Manchester zyn minder aanzienlyk. En daarin toch slechts
handelde met groote inspanning van ziel en geestkracht, de zeer
verheven firma Ouwetyd & Kopperlith. Het is den begaafden lezer
misschien bekend dat de grootste mannen hun zwakke zyde hebben, en
dat niemand zoo totaal wordt ondergedompeld in den Styx van kreupele
voornaamheid, of er blyft 'n kwetsbare hiel waarop laaghartige vyanden
hun pylen schieten. Die vervloekte manchestersche katoentjes! Ze
maakten vlek op 't Kopperlithsche fatsoensschild, en eigenlyk op de
heele Keizersgracht.
Het is niet volkomen zeker, of de Ouwetyd's uit de wereldgeschiedenis
verdwynen tegelyk met een der menigvuldige vallen van Babyion, die
telkens zoo aandoenlyk worden geprofeteerd in de Schrift, en wel met
'n leedvermaak alsof de "Heer" 'n byzonderen hekel aan die stad had,
en of 't koelen van z'n wrevel hem buitengewone moeite kostte. Ook
de oorsprong van de Kopperlith's is moeielyk nategaan, en ik wraak
elke inlichting die te dezer zake zou kunnen worden gegeven door 'n
grieksch lexikon. Van versteende vuiligheid is hier geen spraak, want
de overgrootvader van den ouden heer was loopjongen by 'n bloemist,
en oefende dus een te welriekend ambacht uit, om aan etymologische
pedanterie vat te geven tot het al te beteekenisvol vertalen van
z'n naam. In de dagen van den tulpenhandel, was de zoon van den
aspirant-tuinier 'n paar graden gestegen, zooal niet in geestelyk
opzicht, dan toch in maatschappelyken rang. Eén geslacht daarna,
wist de vertegenwoordiger van de familie zich te nestelen op de
Keizersgracht, en wel in 'tzelfde huis waar we vandaag Wouter
hebben ingeleid. De tegenwoordige "oude-heer" erfde van z'n vader
'n handel in Oostindische lynwaden, en trok zich uit de "zaken"
terug toen de amerikaansche katoen zich meester maakte van de markt,
en engelsche wevers en drukkers van 't fabrikaat. Het naderschuiven
van de bron bedierf 't monopolie waarvan onze groot-ouweluî byzondere
liefhebbers waren, omdat het openstellen van konkurrentie zekere
inspanning noodzakelyk maakt, die niet kan gevorderd worden van 'n
"man met fortuin, zooals m'nheer Kopperlith". Zoo luidde Dieper's
plechtig advies. Het geschiedde in die dagen, dat de jongeheer Pompile
werd aangesteld tot procuratiehouder en chef, doch altyd slechts
voorzoover dien lappenhandel aanging, want het eigenlyk vermogen van
den "ouden-heer" met het daaraan verknocht diepzinnig geknutsel "in"
effekten, bleef onder diens byzondere hoede en behandeling, waarin-i
met verbazende zaakkennis door den ouden Dieper werd bygestaan. Deze
had hieraan op 't kantoor zekere wichtigheid te danken, die hy
geenszins versmaadde, en z'n aanzien stond tot dat van Wilkens
nagenoeg in rede, als 'n vod van papier tot 'n vod van katoen. Men
weet nu eenmaal dat in onze eeuw, papier vóórgaat.
De "handel" in katoentjes--waarachtig, ze deden in diemet, shirting
en sheeting ook!--heette te strekken tot 'n bezigheid voor de
jongeluî, want: "om-den-broode hoefden zy 't niet te doen! Waarlyk
niet! Volstrekt niet! Papa was zeer ryk, o zoo ryk!"
Aannemende dat het gesjacher met gedrukte katoentjes--en met de
zoo diep-wetenschappelyke diemetten, waarin Wilkens 'n specialiteit
was--moest strekken tot voedsel voor de ziel der jongeheeren Pompile en
Eugène, en vertrouwende dat deze beide zielen geen geeuwhonger leden,
kan men konkludeeren dat de twee onsterfelyke deelen der ikheid van
die jongeheeren zeer goedkoop in 't leven waren te houden. De ziel van
'n muis zou by zoo'n dieet bezweken zyn. Er is handel en ... handel,
dit wil ik wel gelooven. Maar de "mannen van zaken" worden beleefd
verzocht, niet zeer boos te worden, als ik hier coram populo verklaar,
dat hun "zaken" gewoonlyk niet boven de bevatting gaan van 'n heel
klein jongetje. Godbewaarme dat ik Wouter's bekwaamheden overdryven
zou, maar ik kan den lezer verzekeren dat er op 't kantoor van de
heeren Ouwetyd & Kopperlith niets voorviel, dat niet allergevoegelykst
had kunnen worden toevertrouwd aan zyn ontwikkeling en kennis,
het schryven van 'n kort briefjen in gebroken engelsch, misschien
uitgezonderd. Ook eenige routine in de boekhouding zou hem ontbroken
hebben, maar overigens? Och, zoo'n "handel" is zoo eenvoudig. Men
koopt iets voor ... zooveel, en verkoopt het voor 'n beetje meer,
liefst voor den hoogsten prys die er te bedingen is, getemperd
door de zorg om vandaag niemand afteschrikken door 'n inhaligheid,
die hem al te duidelyk zou waarschuwen tegen 't vilproces waaraan
men hoopt hem morgen te onderwerpen. En zoo van den eenen dag op den
ander. Diepzinniger is de zaak niet. Maar wàt moet men inslaan? Hiertoe
wordt kennis vereischt, zal menigeen denken, en wie luisteren zou
naar Wilkens, kon allicht op 't idee komen dat er eens 'n huis
te-gronde was gegaan door 't bestellen van 'n "haarstreep-diemet"
te veel, en 'n stuk of wat "dubbel-gebroken-streep" te weinig. Ook
Pompile wist lange verhandelingen te houden over kennis van "zaken"
naar aanleiding van 'n witte-gronds-driekleur-krieuweltje. Die
heeren zouden ons wel willen wysmaken dat hun "vak" bovenmenschelyke
inspanning en studie vordert, en dat de arme wiens ziel haar bezigheid
zocht buiten hun magazyn en kantoor, 'n zeer slecht figuur maken zou
in de "zaken." Zoodanige overschatting ontmoet men overal. Welnu,
lezer, 't is kwakzalvery! Verstand van koffie, verstand van kurken,
verstand van lappen en vodden ... eilieve, ga eens na, wie in 't
laatste ressort al die verbazende verstanden keuren en vonnissen
moet. De verbruiker immers? Al de vakwysheid van den jongeheer
Pompile en van m'nheer Wilkens, moest tenlaatste, om beslissend te
worden goed- of afgekeurd, te-berde komen by 'n dienstmaagd die
'n bont jak kocht, by 'n boeremeid die haar vryer 'n gekleurden
halsdoek wou ten-geschenke geven. Zeker soort van opgeblazenheid
zal wèl doen, 'n beetje te slinken na deze opmerking. Nogeens:
er is handel en handel, maar de meeste beoefenaars van dergelyke
speciaal-vakken staan waarschynlyk byzonder laag in ontwikkeling,
en zéker is 't dat zy tot de uitoefening van hun "vak" aan die
ontwikkeling geen behoefte hebben. Wat is dat voor 'n levensdoel,
zich te bekwamen in de behandeling van de vraag: of dienstmeiden
zich dit jaar zullen opmooien met 'n ruitjen of met 'n streepje? Met
'n witte-grond-driekleur of 'n bruin palmpje? Of men de "dames" zal
kunnen wys-maken dat de ... echte ware onvervalschte zuivere parysche
distinktie van 't saizoen--haute nouveauté, heusch!--zich openbaren zal
in spinazie-groen, in rooie-koolpaars, in kaas-schimmelzilver, of in
'n ander wankleurtje, liefst zoo onnoemelyk mogelyk? Ik blyf vragen,
by welke wysgeerige school de studenten in zulke wetenschappen zich
moeten aanmelden tot het erlangen van den meestergraad?
Toch neem ik 't niemand kwalyk dat-i 'n onbeduidend wezen is. Ook
dezulken moeten er zyn, om de gaping te vullen die 'r anders bestaan
zou tusschen den Mensch en z'n pantoffel. Maar ... die pantoffel
mag zich niet uitgeven voor 'n rylaars. Ik ken iemand die--hoed en
hooge hakken meegerekend--maar zestig pond weegt. Ben ik daar boos
om? Volstrekt niet. Maar zeker zou ik wrevelig z'n pretentie afwyzen,
wanneer-i zich aan my wou opdringen als 'n reus. En wèl word ik boos by
't ontwaren van lieden die, niets zynde, niets kunnende, en nooit iets
degelyks hebbende uitgericht, 'n plaats in de Maatschappy innemen,
welke hun meerderen toekomt. Ze zyn dieven. Afkeer van zùlk geboefte,
gaf my aanleiding, in dit en 'n paar der volgende hoofdstukken
het bekende draadjen om den poot der Kopperlith's te slaan. Wie nu
niet in gedrukte katoentjes "doet" maar "in tabak is" of "in" gort,
krenten, mixed pickle of schoensmeer--wie schoensmeer maakt staat
hooger!--wie niet precies "in" die katoentjes rondkruipt, behoeft
nu niet te denken dat het verboden is m'n opmerkingen toetepassen op
zichzelf. Lieve hemel, wat zou m'n uitgever verdrietig zyn, wanneer
m'n Wouter-epos alleen waarde had voor handelaars in manchestersche
lynwaden: wittegrond-driekleur-victoria-fancies van Crawfurth-Leeds,
met 'n krabbeltjen of 'n loovertjen of 'n moesjen, of met blokjes of
'n slangetjen of 'n krieuweltje met 'n oogjen ... altyd 'n volslagen
niemendalletje!
En in die niemendalletjes zou Wouter studeeren, al den tyd dien-i
overhield van de boodschappen voor den jongeheer Pompile. Daaraan
zou z'n ziel worden besteed.
Is 't niet, om de dagen te betreuren van Pennewip's afsnydende
teekens in de lucht? De dagen van den Weledelen heer Motto, met z'n
gehuurden snuifpot, en wat er verder op dien Zeedyk 't "voornaamste"
mag geweest zyn? Ja, ja, en zelfs--ik word daar byna onzedelyk--byna
zou ik me vergrypen aan de verzuchting, m'n heldje terug te wenschen
op de boven-voor-achter-beneden-insteekkamer van juffrouw Laps! De
verontreiniging die hem dáár dreigde, zou ter-nauwernood weerstand
hebben geboden aan de pomp van Vrouw Claus, terwyl hier ...
M'n bedoeling is nagenoeg, dat 'n gezonde beenbreuk my minder gevaarlyk
voorkomt dan 't stikken in vermuffing. Gelooft ge niet met my lezer,
dat er veel menschenzielen te-gronde gaan in 'n atmosfeer als die der
Kopperlith's? Maak liever 'n ambachtsman van uw jongen, of 'n matroos!



Over al de rytuigen van "papa" en de hoogheid van 'n elsasser
konsul "die m'n zwager is." Engelsche nottings en onderscheiden
windsoorten, uitloopende in 'n lange verhandeling over 't
parelduiken.

Toen Wouter, na 'n paar uur dravens, het kantoor weder
betrad--Vellestaat, stokvischbeukery, olievaten, gang naast het
achterhuis, binnenplaats en gangdeur ... hy vond in behoorlyke
volgorde al de stadien der via dolorosa terug, die Gerrit hem dien
ochtend gewezen had, en was er zeer grootsch op!--toen hy bezweet
terugkwam, vond-i alleen Dieper en Wilkens op 't kantoor. De laatste
was half weggedoken in 'n kast, die naast den ingang tot de alkoof in
'n donkeren hoek stond en met lappen gevuld was. Waarschynlyk zocht-i
daar naar 't staal van zeker krieuweltje. Hy had Wouter niet hooren
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.