De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02

Total number of words is 4605
Total number of unique words is 1441
40.2 of words are in the 2000 most common words
54.1 of words are in the 5000 most common words
59.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
dat ze zich had laten verloochenen door zóó'n handels-fenomeen!
Aldus redeneerde Wouter niet. En zelfs niet op deze wys werd hem z'n
onbewust gevoel kenbaar, doch... er was iets in hem--wat dan ook!--dat
voorwendsel en verschooning leverde voor 't niet doen van z'n plicht.
Bovendien... die plicht was zoo makkelyk niet!
Naar den kolveniersburgwal gaan? Goed.
Aanschellen? Goed.
Maar... wat dàn?
De deur zal geopend worden. Door wien? Juist immers door de dienstmaagd
uit Joh. XVIII, vs. 17, wier aanblik meer dan iets anders den
wankelmoedigen Petrus weerhouden zou van ridderlyke oprechtheid?
De zaak is dat onze Wouter zich niet waagde aan dokters Kaatje! Wat
zoud-i zeggen? Iets als:
"Vryster, ik moet Femke spreken, 't adjunkt-kindermeisje?"
Daar hoort wat toe, waarachtig!
En dàn?
In de gang... 'n knieval doen? Of zelfs--o gruwel!--in de keuken?
Om-godswil, lezer, wat zouden al de ridders uit z'n boeken daarvan
zeggen!
Welke Turk zou zich laten doodslaan door iemand die zich schuldig
maakte aan zoo'n dorperheid?
Die engelsche lord zou hem zeker geen hand geven--en de Afrikanen
geen kroon!--als-i...
Zou Ivanhoe 't gedaan
hebben? Neen! Ypsilanti? neen! Themistocles? Neen! De "Eduards" van
Lafontaine? Hm... dit kon-i niet zoo stellig ontkennen. In de werken
van dien schryver komen inderdaad huiselyke trekken van ridderlykheid
voor. Maar... ze staan in 'n boek, en de lezer kykt er naar, en zal
't weten dat er, zonder harnas, pluim of veldgeschrei dan, groote
daden geschieden in 'n hoekje. De auteur heeft gewaarschuwd: het
boekeheldje kampt onder de oogen van 'n publiek.
Zou ook dokters Kaatje gevoelig zyn voor 't grandioze van
de vernedering, als ze daar Wouter zag geknield liggen op de
vloermat? Zoo'n held in de boeken heeft makkelyk plichtdoen. Ieder
slaat acht op z'n prouesses, en weet ze te schatten.
--Welnu, dacht Wouter, ik zàl m'n plicht doen, o zeker, ik zàl! Maar
eerst "in den handel" en bovendien...
Een nieuw duiveltje bekroop z'n gemoed. Wie weet of Femke niet
spoedig de Holsma's verlaten zou, en terugkeeren naar 't huisje by
de aschpoort. Dáár... of in de buurt... of op de "paden"... of by 't
brugje, zou alles makkelyker gaan, dacht hy. Daar was geen nood van
Kaatje's fâcheuze tegenwoordigheid, noch van Willem's onmenschelyk
latyn. En ook Sietske die zoo majestueus sprak over drie-guldens...
De lezer gelieve optemerken dat er 'n leelyk deficit bestond in
Wouter's gemoed en dat de aanzuivering daarvan meer moeite kostte dan
't reinigen van 'n bemorst jasje.
Dat overigens 't verloop van z'n... liefde voor 't meisjen, 'n geheel
andere richting insloeg dan z'n onschuld...
Hier spreek ik van verloren onschuld, en ik meen te weten wat ik zeg!
...nu, dit spreekt vanzelf! Om lieftehebben, moet men goed zyn,
en Wouter was niet goed op dien vrydag!
Nu komt de "vinger Gods" die hem straffen zou. Dit goddelyk
lichaamsdeel lei 't zonderling aan.

De vrydag hield zich alsof-i voorby was. Wouter maakte zich gereed z'n
nauwe bedstee te beklimmen in opgeruimder stemming dan hem paste. Hy
had zelfs geen lust in 't kibbelen met Laurens, die altyd--zonder
pretentie op 't konstrueeren van 'n meetkunstig werkstuk--de diagonaal
beschreef.
Zeer eigenaardig nam ons Petrusje zich voor, z'n inslapen te doen
voorafgaan door 't overdenken van de voorvalletjes die gedurende den
afgeloopen dag aan de orde waren geweest.
Heel natuurlyk! Hy voelde geen lust zich bezig te houden met zichzelf,
wat anders z'n gewoonte was.
Zekere prins had geld onder 't volk gestrooid...
--Hé... als ik zoo'n prins was!
Nu, deze indruk was de leelykste niet. De meeste jongens denken in
zoo'n geval: hé, als ik mocht meegrabbelen!
De Paltsgravin van... hoe heet het land waar ze vàn was? Ik heb
geen lust den naam optezoeken dien ik haar gaf. 't Mensch was in
't Trippenhuis geweest, en daar--volgens de couranten--minzaam,
zeer minzaam...
--Dàt zou ik ook zyn, dacht Wouter, als ik... Paltsgravin was. Wat
is dat toch voor 'n betrekking?
De Koning had audiënties en 'n diner gegeven, en gezegd... och, de
gewone praatjes. Maar voor Wouter waren ze nieuw en belangryk. Het
welzyn van de Hoofdstad ging Z. M. byzonder ter-harte. Wouter ook. Dit
belette niet dat hy deze byzonderheid heel lief vond in den Koning. In
Afrika zoud-i precies hetzelfde doen! En zyn hoofdstad...
Neen, weg met Afrika!
Hy smeet z'n linkerkous onzacht weg, zoodat het ding zich om den
sport van 'n stoel slingerde als 'n stervende paling.
Weg met Afrika! Want...
Daar rees de schim van Femke op, en dreigde, en vroeg of zy haar
plaats verbeurd had op dien troon? En of ze...
Weg met Afrika!
Wat al zonderlinge vertellingen over prinses Erika! Men zei dat ze
huwen moest met 'n grootvorst, maar... geweigerd had.
Alle burgerlui vonden dit heel mooi, zonder nog te weten of 't niet
'n malle koppigheid was van prinses Erika.
Ze was zoo zonderling van gedrag en manieren, en kon zich niet schikken
in de hoogheid van haar stand...
Wouter trok z'n tweede kous uit, en keurde 't af dat prinses Erika
geen lust had in aanzienlykhedens. Hm... zou ze misschien willen
ruilen? Hy: prins Erik. En zy...
Zou ook zy 's nachts zoo'n leelyke muts opzetten? Wel neen, dacht
Wouter, prinsessen dragen mutsen van diamanten. 't Is waarlyk zonde
en jammer dat zoo'n schepsel haar geluk niet waardeert!
En dit scheen toch 't geval. Toen ze met de Paltsgravin uit het
Trippenhuis kwam--waar ze minzaam geweest was--had ze geweigerd
terstond mee terug te ryden naar 't paleis. Ze wou den "amsterdamschen
Jodenhoek" zien, en nam flinkweg 'n kamerheer onder den arm, die
haar den weg wyzen zou. De man kende dien zelf niet, en had alle
moeite haar te loodsen tot op Vlooienburg... in 't hartje! En zie, hy
droeg 'n korte broek--gelyk byna iedereen, in Wouter's tyd--en zyden
kousen. En die kousen werden bespat. En prinses Erika had er zoo om
gelachen. En nog meer onvorstelyke zonderlingheden van die soort...
Maar dit alles stond niet in de courant. De krant sprak alleen van
de minzaamheid.
Nu, ook op Vlooienburg was de prinses allerminzaamst geweest, of
zelfs meer dan minzaam. Ze had 'n heele kruiwagen vol maagdeperen leeg
gekocht, en de straatjeugd gebombardeerd met handenvol sappig genot.
Maar dit stond alweer niet in de krant. De redakteurs wisten niet
hoe ze dat voorvalletje salvâ reverentiâ zouden inkleeden, en
bepaalden zich dus maar tot de alom bekende minzaamheid. Toch had
ieder er van gehoord, al wist men dan niet of 't waar was. Duizenden
schiepen er stof uit tot drie vertellingen. Eerst: dat het geschiedde:
"wezenlyk!" Daarop dat het 'n verzonnen praatjen, niet geschied was:
"wat ik je zeg!" Eindelyk: dat het wel deze keer misschien niet
geschied was, maar dat, wel beschouwd, zoo-iets wel 'ns op 'n anderen
keer geschieden kon, en dat het zeer moeilyk was altyd precies te
weten wàt geschied was, en wat niet.
Dit vind ik ook.
Prinses Erika...
Wouter blies z'n kaarsjen uit, of wilde dit doen. Hy had peiling
genomen op een der twee scherpe driehoeken die Laurens hem te kiezen
had gegeven, en op-eens verneemt hy groote ontsteltenis in den huize
Pieterse: beroering!
't Is waar, er was drie, vier malen hevig gescheld, ja
gebengeld. Brand?
Hm! Zou 't misschien prinses Erika wezen, die komt ruilen?
Och neen, 't was juffrouw Laps.
Ruilen kwam ze niets.
Maar wat dàn, zoo laat op den avend?
Wouter trok z'n ééne been terug uit den tophoek, en luisterde.
Wy ook!



Zelfs juffrouw Laps zegt soms 'n waarheid die 't overdenken
en toepassen waard is. Dezelfde autoriteit in-zake:
menschenkennis. Don Quixote de la Mancha. Goden, duivels
en... Fancy.

Het vertrekje waar Wouter met Laurens in één bedstee sliep, was boven
de huiskamer. Ze deelden dat verblyf met twee van hun zusters, en
moesten uit kiesheid altyd 'n kwartiertje vroeger slaap voelen dan
die jonge-juffrouwen.
Ik ben niet geleerd genoeg om te weten hoeveel zuurstof vier
jonge menschen gedurende acht uren noodig hebben om net even niet
te stikken. Maar benauwd wàs 't in dat hokje! Soldaten zouden
"gereklameerd" hebben.
In 'n ander lokaaltje had 'n soortgelyke verdeeling van engte plaats,
en ook daar werd het oogenblik van slaperig worden geregeld en bepaald
door gelyke wetten van kiesheid.
Met 'n weinig administratief genie zal nu de lezer kunnen berekenen wat
de oorzaak was dat 'n gedeelte van den grooten staf der Pietersens--en
wel het deel dat tot de klasse der vrouwspersonen behoorde--nog
altyd in de huiskamer by-een zat, op 't oogenblik toen Wouter zich
voordroomde dat die gekke prinses Erika wel 'ns in 't hoofd kon krygen
met hem te komen ruilen van pozitie.
In-plaats dáárvan echter, hoorde hy de stem van juffrouw Laps, die
als 'n razende de trap scheen opgevlogen, en schreeuwend, snikkend
en huilend het huisvertrek binnenstormde.
De gewone tusschenwerpsels van: "mensch, wat is er?" en: "goeie god,
wat is er gebeurd?" waren afgeloopen. Wouter kon waarnemen dat het
traditioneele glas water was aangeboden en leeggedronken, en tevens
hoe men de blykbaar allerdiepst-ongelukige vriendelyk uitnoodigde om
"te bedaren." Een zonderling voorstel altyd.
Juffrouw Laps begon met de zeer verstaanbaar geartikuleerde verzekering
dat het haar onmogelyk was 'n woord uittebrengen.
De zaak scheen dus belangryk. Wouter trok z'n eene kous weer aan om
beter te kunnen luisteren.
--Ik zweer je by God allemachtig, juffrouw Pieterse, dat ik niet
spreken kan van schrik en alteraasie.
--Gut, mensch!
--Waar zyn je kinderen... allemaal? Al naar bed? Toch nog niet naar
bed, wil ik hopen! Ik kan waarachtig niet spreken! Nog 'n glas water,
Trui! Hoor 'ns hoe ik bibber... 'n mensch klappertandt van schrik,
niet waar? Dankje, Trui, en waar is... Stoffel?
--Wel, mensch, die kleedt 'm uit. Hy gaat me vóór, my en Petró.
Want... Mine schopt zoo, weetje, en Trui moet by de jongens wezen...
anders vechten ze. En daarom slaap ik met Petrò, weetje. En daarom
kleedt Stoffel 'm uit, en dan sluit-i z'n gordyntje, weetje, als-i
ons op de trap hoort. Maar, mensch, wat scheelt er an?
--Ja juist... wat me scheelt, niet waar? Ik ben geschrokken, erg,
heel erg! En is... Laurens ook al naar bed?
--Gut ja, mensch, al lang! Want-i moet vroeg op z'n drukkery
wezen. Maar...
--Allemaal al naar bed! En ik...ik loop als 'n ongeluk langs de straat,
als 'n mal mensch--van schrik, weetje!--en weet niet waar ik belanden
zal. Zóó? Is hier... iedereen al... naar... bed...
--Maar wat is er dan toch gebeurd?
--Ik zal 't je zeggen, juffrouw Pieterse... och, als je wist hoe ik
geschrokken ben! Verbeelje...
Wouter trok uit 'n akoustisch beginsel z'n tweede kous aan.
--Je weet, juffrouw Pieterse, dat er tegenwoordig veel gestolen wordt?
--O ja, maar...
--En ingebroken? En gemoord? En dat de politie er maar niet achter
komen kan wie dat telkens gedaan heeft? De moord van de oude Mevrouw
en haar dienstmeid, in de Lommerstraat...
--Maar mensch, daarvoor zitten er drie in de gevangenis! Wat wil
je meer?
--'t Mocht wat! De moordenaars loopen vry rond, wat ik je zeg! Dat
gevangen-zetten van die drie kerels is maar om ons 'n doekie voor de
oogen te binden, en dat de menschen niet vragen zullen: waarvoor dient
de jistiessie, zieje! De luî die 't gedaan hebben, willen wel zoo, en
hebben al den tyd om op 'r gemak hun boeltjen opteknappen. Want weetje
wat ik altyd zeg... ik zeg dat 'n gemeene kerel die 'n moord doet,
en veel geld steelt, z'n bebloede kleeren niet kan verdonkeremanen. En
al dat geld ook niet!
Want, zeg ik, hy is niet gewend met zooveel geld omtegaan. Al z'n
buren kennen z'n buizen en broeken van-buiten. 'n Kast waarin-i
wat kan wegstoppen, heeft zoo'n man niet. Verstand van effekten
of obbeligaassies ook niet! En den weg naar 't buitenland weet-i
ook niet! En vrinden die hem den weg wyzen om van z'n boeltjen
aftekomen, heeft-i ook niet! Zoodat ik maar zeggen wil dat... 'n
moord of 'n diefstal, of... zoowat... als ze den moordenaar niet
terstond pakken... nu, juffrouw Pieterse, dan zeg ik dat het door
'n fatsoenlyk man gedaan is, die meer rokken en kasten en kemsoossies
heeft dan alleman weet, en... ongeteld linnengoed, zieje! En vrinden
onder bankiers, zieje, die 'm afhelpen van z'n obbeligaassies. 'n
Gemeene vent zou honderdduizend gulden in z'n broodkast leggen,
en daar vinden 't de kinderen als ze boter snoepen. Wat zeg jy, Trui?
Trui had nooit nagedacht over dezen wel-eens uit het oog verloren
grondregel van kriminalistiek. Althans Wouter vernam geen antwoord,
schoon de nieuwsgierigheid hem noopte z'n broek aantetrekken.
--Maar, hoorde hy op-nieuw z'n moeder vragen, wat is er dan toch met
je gebeurd?
--Wat er gebeurd is? Ik ben geschrokken... kyk, hoe ik bibber! De
stad is vol moordenaars, juffrouw Pieterse!
--Lieve-god, mensch, wat kan ik daaraan doen?
--Niks, juffrouw Pieterse, heelmaal niks! Maar ik ben geschrokken,
en kom je-n-om raad vragen. En... gaan Stoffel, en... Laurens,
en... iedereen hier altyd zoo vroeg naar bed? Kyk, hoe ik nog
bibber. Zou je wel gelooven dat ik niet naar m'n huis durf te gaan?
--Maar waaròm dan niet? Denk je dat ze je vermoorden zullen?
--Ja, juffrouw Pieterse, dàt denk ik! De moordenaars van die
ouwe Mevrouw en haar dienstmeid loopen nog altyd rond--gister by
de ullemenatie hebben ze god weet hoeveel horlogies gerold!--en de
policie... weet je wat de policie doet? Ze kykt of iemand 'n vloerkleed
uitklopt na tienen 's morgens... dàt doet de policie! Maar al die
moordenaars laat ze loopen. Dat zeg ik!
--Maar wat weet je dan van die moordenaars? Geef ze-n-aan, als je ze
kent! Dat 's je plicht, mensch!
Wouter trok z'n vest aan, en deed 'n dasjen om.
--Wat ik er van weet! Ze belagen me-n-in m'n eigen huis! Is 't erg of
niet? Ik ben van middag uit geweest, om 't hardzeilen op den Amstel
te zien. Maar er was niets te kyk, omdat er geen wind was. En 't was
heel vol op den weg, en by den Amstel ook, tot Ouwerkerk toe. Al die
koningen waren er, en die vreemde prinsen en prinsessen, weetje,
en de menschen keken naar de koetsen, en ik ook. Niet dat ik om
'n koning geef, gut né! Want hy is 'n wurm in Gods hand, net als
jy en ik, en als de Heer hem niet steunt... och al 't aardsche is
maar gekheid. Stof en asch... geloof dàt maar! Maar ik keek naar de
koetsen, weetje, en naar de paarden, en naar al 't volk... dat er naar
keek. En ik dacht zoo by mezelf, als ik vanavend thuis kom, zal ik m'n
aardappelen opbakken, want... die had ik over van van-middag, en als ik
aardappelen over heb, bak ik ze 's avends altyd op, weetje. En er was
groot gedrang by den Amstel, en 't speet ieder zoo dat er geen wind
was, want de menschen zyn dol op plezier, en slaan geen acht op wat
des Heeren is. Wereldsch waren die prinsen en prinsessen... kyk! Ja
dacht ik, 't wondert me volstrekt niet dat er zoo erg gemoord wordt,
en gestolen, want ze verzoeken God. En: de Heer zal jeluî wel krygen,
dacht ik, maar Hy wacht z'n uur af. Want, juffrouw Pieterse, dàt
doet-i altyd. Eén dame--'t mensch had roode puisten in 't gezicht,
en was nog ouder dan jy, juffrouw Pieterse!--wat denk je dat ze-n-op
't hoofd had? 'n Tulleband, mensch! En ze zat in 'n koets met vier
paarden. Is dat den Heer tergen of niet? Dat vraag ik maar! En ze
speelde met 'n soesoe, en toen er 'n prins te-paard naast haar koets
kwam, stak ze d'r hand uit het portier, en liet 'r soesoe driemaal
op-en-neer gaan. En dat deed die prins ook. Waren ze mal of niet? En
wat moet de Heer daarvan zeggen. Als er geen pestilentie komt...
--Maar... wat is je dan toch overkomen?
--Ja juist... wat me-n-overkomen is? Dàt zal ik je zeggen... maar
ik beef nog zoo. Ik had m'n aardappelen aan schyfjes gesneden, en
op 'n schoteltjen in de kast gezet. Want, dacht ik, als ik thuis
kom, kan ik terstond aan 't bakken gaan, want ik hecht niet aan
wereldsche dingen--want ik heb de genade, weetje--want ik dacht zoo
by mezelf, dat ik niet lang onder al die menschen blyven wou... gut,
juffrouw Pieterse, je moest... Stoffel roepen. Dan kan-i hooren wat
me-n-overkomen is.
Stoffel was reeds in aantocht, en dit deed Wouter genoegen. Hy had
geruisch in de kamer naast zich gehoord, en grondde op Stoffel's
opstaan de hoop dat ook hyzelf weer voor-den-dag zou mogen komen, om 't
spannend verhaal wat meer op z'n gemak aantehooren dan door de porien
van z'n kamervloer. Intusschen had hy zich geheel gekleed, omdat-i
niet door juffrouw Laps wou gezien worden in z'n nachtpon. Hy nam nu
waar dat Stoffel de, huiskamer binnentrad, en dat de bezoekster, na
den gewonen groet en de plechtige verzekering dat ze nog altyd van 't
bibberen niet spreken kon, de vraag deed: waar toch... Laurens bleef?
Laurens? Wèl, hy sliep, en leverde door z'n neusgaten de demonstratie
van 't pythagoreïsch vraagstuk, waarin hyzelf de hypothenuze zoo
aanschouwelyk voorstelde.
Dit zou juffrouw Laps volkomen onverschillig geweest zyn, als ze
't geweten had. Ze wist alleen--en 't hinderde haar erg, naar 't
scheen--dat... Laurens zich niet bevond onder haar gehoor.
Was dit misschien de reden dat ze zoo talmde met de katastroof? Moest
juist... Laurens getuige wezen van de ontwikkeling en de
uitbersting? Waarom toch?
--Zeg jyzelf nu eens, Stoffel, of de stad niet vol moordenaars en
dieven is?
Stoffel zoog z'n bovenlip naar binnen, en trachtte met de andere de
punt van z'n neus te bereiken. De lezer wordt uitgenoodigd dezen
mondgreep natebootsen, en hy zal, volgens de door my meegedeelde
methode van ziel-ontdekking, nagenoeg weten hoe en wat Stoffel niet
antwoordde op deze vraag.
Juffrouw Laps hield zich of ze "ja!" verstond, omdat het zoo in haar
kraam te-pas kwam. En dus:
--Zie je wel, Stoffel zegt het ook! De stad is vol dieven en
moordenaars, en... 'n fatsoenlyk mensch durft niet meer in z'n eentje
naar bed gaan. Dat zeg ik!
--Maar... juffrouw...
--De policie? Gekheid! Wat helpt de policie, als je niet
op God vertrouwt? Dàt 's 't ware! En wie dàt niet doet, is
verloren. Menschelyke hulp... ik kan me niet begrypen dat... Laurens
altyd zoo vroeg slapen gaat. Weet jelui wel, dat het niet gezond is
zoo veel te slapen! Wat zegt de Schrift? Waak en bid! Maar... ieder
z'n sinnigheid! Ik kan je voor God verklaren dat ik niet alleen naar
huis durf, en...
Hier vertoonde zich weer 'n "vinger!" Wouter's nieuwsgierigheid was
ten hoogste gespannen. Om beter te kunnen verstaan stond-i in gebukte
houding, en leunde met één hand op den rug van 'n stoel. Z'n steunpunt
kantelde, de stoel gleed uit, knerste over den grond, bereikte 'n
ander meubel...
--Heere-jesis-kristis, wat 's dàt nu weer? kryschte de moeder. Ben jy
't, Laurens?
Wouter piepte verlegen terug, dat het: "ik" was. Uit deze stoornis
vloeide voort dat-i zich wist overteplaatsen in den kring waar zulke
belangwekkende dingen werden verhandeld.
Z'n entrée de salon had plaats onder de allerongunstigste
omstandigheden. Hy werd hevig berispt omdat-i "nog" niet uitgekleed
was, en...
--Zet jy je bakker op, voor je je kleeren uittrekt?" riep de moeder.
Zoo waar, de jongen had vergeten zich te ontdoen van z'n slaapmuts! Hy
meende van schaamte te verzinken. Liever had-i àl 't andere gemist,
dan dat eene te hebben!
--En... wat heb je dáár?
Helaas! Ons heldje was belachelyker nog dan men in-staat is zich te
maken met 'n pluimmuts alleen. Er bleek dat-i zich gewapend had met
den yzeren staaf die in voorhistorische dagen door z'n vader gebruikt
werd tot recht-afsnyden van leêr. Gedurende 't begin van 't lapsisch
verhaal dat zoo slecht vlotte, meende hy, dacht-i, hoopte hy...
Nu ja, hy verstond iets van 't oude: "waar blyft Wouter?" Uit den mond
der spreekster niet, o neen--'t waren immers juist de woorden die
ze by-voorkeur niet uitsprak!--maar... hy meende ze toch te hooren,
al kwamen ze tot hem van geheel anderen kant.
Wel was-i dien vrydag laag en slecht geweest, onridderlyk en infaam,
maar... hy bleef nog altyd Wouter!
Moordenaars? Dieven? Een vrouw in nood, 'n dame--ze heette Laps,
godbetert!--wat anders kon daarop volgen, dan:
--Ce sera moi, Nassau!
en..:
--God laat die moordenaars maar begaan... ik niet! Ik, Wouter! Ivanhoe
was-i gewis dien dag niet geweest... helaas! Doch er was toch nog
altyd genoeg in hem van zichzelf, om niet lager te staan dan de
slechtaard Brian de Bois-Guilbert, die toch ook niet wegliep voor
gevaar, al was dan z'n gedrag jegens Rebekka hoogst-indelikaat.
Slecht? Het zy zoo! Maar lafhartig ook? Dat zou te veel zyn.
In zóó'n stemming had Wouter--hy scheen niet te weten dat ook z'n eigen
felonie voortkwam uit lafheid!--tusschen z'n tweede kous en z'n broek
in, den leder-lineaal gegrepen. En dat ding hield-i nog altyd in de
hand, toen er door zoo'n zonderlingen samenloop van omstandigheden
'n welgelukt beroep werd gedaan op z'n moed.
O, eerbiedwaardige, korrekte, maar dikwyls laaghartige, toch
altyd onschuldige, kansverevening, waarom moest ge dat onïngetogen
ridderzwaard in-handen geven van iemand die vergeten had zich te
ontdoen van z'n slaapmuts? Waarom niet die twee belachelykheden in
billykheid over Stoffel en den held verdeeld? Waarom niet aan ieder
wat? Den een de muts, den ander 't wapen? Of, beter nog, waarom niet
Stoffel den hellebaard in de hand gedrukt, en den slapenden Laurens
by uitsluiting belast met het torschen van den gepluimden diadeem? Wat
kon het hèm schelen hoe hy er uitzag in z'n bed!
Maar... 'n held, 'n ridder? En dat onder de oogen van de dame die hy
beschermen zal!
Arme Rebekka, wanneer Ivanhoe ware te-voorschyn gekomen met zóó'n helm!
Wouter was woedend.
En... ik ook! Op die kansverevening namelyk, en niet zoozeer om de
boosaardige kombinatie van muts en degen. Zy is niet te vermyden,
en de Don Ouixotten schikken zich. Weldra zien ze die pluimmuts voor
'n stalen helm aan, en hun hemd voor 'n schubbejak.
Niet dáárom alzoo ben ik boos. Ik zou waarlyk te veel te doen hebben,
indien ik toegaf in de neiging tot zùlke verstoordheid. Maar om 'n
andere samenvoeging die bedroevender is, en waarin 'n braaf ridder
zich niet màg leeren schikken.
Wouter was lafhartig geweest, toen-i Femke had behooren te kennen en
te èrkennen. En... z'n gevloden ridderlykheid kwam tevoorschyn op 'n
roep uit den mond van juffrouw Laps! Dit is erger dan belachelykheid!
Tegenover reinheid had-i zich stug betoond, en arm aan ziel. De rykdom
van z'n gemoed berstte weelderig uit, zoodra ze werd opgevorderd door
't gemeene. Is 't niet treurig?
Dat de Don Quixotten weldra de onheraldische beteekenis van
hun pluimmutsen over 't hoofd zien--lafaards wachten zich wel
voor zulke gekheid!--is begrypelyk, en te vergeven. Maar wie--en
op-den-duur--genoegen nemen zou met de verkrachting van zedelyke
logika, met het tragisch-heterogeene...
't Huwelyk van rapier en muts was maar komisch!
... wie op-den-duur zich tevreden stelt met... dat andere, hy is
verloren! Hoogstens kan er 'n rykworder uit hem groeien, 'n schoonzoon
van Kappelman, of zoo-iets.
Goddank, Wouter zou 't leeren inzien. De zeer intelligente lezer
begrypt immers dat-i anders geen geschiedenis hebben zou? Maar hy
was nog in lang zoo ver niet, en meende al veel gedaan te hebben
tot herstel van de zoo sarkastisch bedorven tooneelzetting, toen-i
met driftig gebaar z'n wapen kletterend op den grond smeet, en z'n
muts--flap!--op de tafel.
Niemand had ooit geweten dat het manneke zoo driftig worden kon. Z'n
moeder vroeg dan ook met de gewone belangstelling in 't welzyn van
z'n zieltje: "of-i dan in gods-heeren-naam heelemaal bezeten was?" 't
Had er veel van.
De "vinger" van zoo-even zal wel weer de klauw van 'n duivel geweest
zyn, of... van den Duivel, naar verkiezing van den lezer.

--Ik zeg dat jelui 't kind niet zoo moet versagrineeren, zei de
bibberende bezoekster.
--Oogenblikkelyk naar je bed! riep de moeder.
--Och, laat het kind zitten! Maar... wat ik je zeggen wou, juffrouw
Pieterse, van m'n aardappelen...
Wouter blééf. Dat-i dit kon, had hy te danken aan de algemeene
nieuwsgierigheid. Heel gelukkig waarlyk, want ik heb z'n blyven
hoognoodig voor de ekonomie van m'n vertelling.
...verbeelje toen ik thuis kwam, zoo tegen half-elf... want ik kòn niet
eer, om de drukte, weetje--anders... ik houd niet van remoerigheid,
dat weetje wel--nu, toen ik thuis kwam--de stad is vol moordenaars
en dieven, dit moet je wèl in 't oog houden!--toen waren m'n
aardappelen... waar denk ie dat m'n aardappelen waren? Ze waren... weg!
--Weg?
--Weg!
--Heelemaal weg?
--Heelemaal... wèg!
--Je aardappelen weg?
--M'n aardappelen... heeeeelemaal... wèg!
--Maar...
--En ik zeg: dat hebben de dieven en moordenaars gedaan! Wie anders? Er
zyn moordenaars op m'n zolder, en nu wou ik je vragen... want ik durf
niet alleen thuiskomen...
Wouter's oogen flikkerden.
...ik wou je vragen of misschien... je zoon Stoffel...
Stoffel zette 'n allerzonderlingst gezicht, dat zeker alle moordenaars
uitmuntend zou bevallen hebben, omdat het 'n geruststelling bevatte
voor de toekomst van 't métier.
--Maar, juffrouw Laps, vroeg-i heb je dan geen kat in huis?
--Een kat? Ben je mal? 'n Kat tegen moordenaars?
--Né, juffrouw, niet tegen moordenaars. Maar 'n kat die misschien je
aardappels heeft opgegeten?
--Ik weet van geen kat! Ik weet dat de stad vol gemeen volk is, dat
de menschen vermoordt zonder dat er 'n haan na kraait! Niet dat ik om
m'n leven geef, gut neen, niet... zie zóóveel! Als de Heer me roept,
zal ik zeggen: laat je dienstmaagd gaan in vrede. M'n oogen hebben
je heerlykheid gezien! En dan...
--Maar, mensch, waarom heb je niet op je zolder gezocht, of onder
je bed?
--Dat mòcht ik niet, juffrouw Pieterse! Wien God bewaart, is
wèlbewaard, maar... men mag den Heer niet verzoeken! Op m'n zolder
ga ik niet, en onder m'n bed kyk ik niet, voor alle wereldsch
goed niet! Want dáár zit-i zeker! En juist daarom wou ik je vragen
of... je zoon... Stoffel... of--als Stoffel geen senie heeft--byv. je
zoon... Laurens, of...
--Maar... waarom heeft uwe niet liever de buren er by geroepen,
juffrouw?
Aldus sprak Stoffel.
--De buren? Nou, je moet ze kennen, die buren! De man onder me durft
geen schoothondjen aan, laat staan, 'n moordenaar! En naast me woont
er een die... wat zal ik je zeggen, 't is 'n jonkman, en je weet dat
ik me niet graag in opspraak breng. Want... 'n mensch moet zorgen
voor z'n fatsoen, en nooit ergernis geven, dat weet je-n-ook wel.
Niemand kwam op de gedachte, haar te vragen wie of wat Stoffel dan
voor 'n wezen was? Géén jonkman? Zoud-i misschien "door z'n school"
boven wereldsche verdenking verheven zyn?
--En bovendien, ging de verlokster voort, meen je dat al die mannen
kerasie hebben? Ik zeg neen! Ze zyn zoo bang voor 'n dief, als de
dood. Verleje week stond er 'n brittale bedelkerel in 't pertaal,
en de vent wou niet weg. Denk je dat ze 'm aandurfden? Maar ik,
ik pakte hem flink beet, en...
Ze versprak zich, en bemerkte het:
... nu ja, dat zou ik gedaan hebben als ik niet 'n vrouw was
geweest. Want vrouwen moeten zich nooit inlaten met ruwigheid. Dat
stáát niet... wat zeg jy, Trui? Ik liep weg, en sloot m'n kamer,
zieje! Neen, kerasie hebben al die manlui niet!
"Al die manlui!"
Wouter voelde zich beleedigd, en beefde van ingehouden strydlust,
of althans van begeerte om te toonen dat hy niet behoorde onder zùlke
"manluî." Juffrouw Laps merkte 't wel.
--Nu, als Stoffel 't niet graag doet...
--Om je de waarheid te zeggen, ik...
... en als Laurens al slaapt. En als... niemand er senie in heeft...
Ze stond op.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.