De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26

Total number of words is 4910
Total number of unique words is 1392
44.4 of words are in the 2000 most common words
59.6 of words are in the 5000 most common words
67.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
dat de deur áánstond. Zou die den geheelen nacht open geweest zyn? Was
Vrouw Claus zoo vroeg reeds uitgegaan? Of misschien Femke-zelf? Helaas,
zou ze dáár wezen? Moed om 't meisjen optezoeken by de Holsma's,
had-i niet. Hy was beschaamd voor die familie, en bovendien,
hy durfde de stad niet in, om die gekke jas! Zeer waarschynlyk
had juist de afkeer om zich in de straten te vertoonen, hem 't
denkbeeld ingegeven hulp of raad by Femke te zoeken, of wel--indien
ze hem noch het een noch het ander verschaffen kon, gelyk immers
te voorzien was--haar tot vertrouwelinge van z'n kommer te maken,
om wat troost. Zeker zoud-i niet tot dit besluit gekomen zyn als 't
meisjen in de stad gewoond had, en niet op 'n buitensingel waar ze
bereikt worden kon zonder 'n spitsroedengang tusschen de reien van
't straatpubliek. By 't opsporen van de oorzaken onzer handelingen,
moeten we niet zelden afdalen tot het nietigste. Wouter wist niet dat
er verband was tusschen liefde en stryd, en al ware hy in dit opzicht
minder onkundig geweest, dan nog blyft het de vraag of-i lust zou
gevoeld hebben zich in z'n allerzonderlingst kostuum te vertoonen
aan de uitverkorene van z'n hart. Bovendien, nooit had hyzelf zich
rekenschap van z'n verhouding tot Femke gegeven. Nog altyd dobberden
z'n aandoeningen op die grens die 't kind overschryden moet om mensch
te worden, en 't was meer de ontwakende behoefte aan liefde die hem
vervulde, dan de liefde-zelf. Wouter was niet veel meer dan 'n jongen,
en wanneer-i met wat meer juistheid z'n standpuntje begrepen had,
zoud-i ontheven zyn geweest van 'n groot deel der schaamte over z'n
bespottelyke uitrusting. Wel beschouwd kwam 't er nog drommels weinig
op aan, hoe hy er uitzag. Maar hy was alweer niet jong genoeg ook, om
onbewust de voordeelen van z'n onbeduidendheid te genieten. Hoe dit zy,
de nood perste, en hy voelde instinktmatig behoefte aan 't ontmoeten
van iets liefs, iets vriendelyks, na al 't leelyke waarmee men hem
sedert zoo langen tyd oververzadigd had. Toch wist-i zeer goed dat
Femke niet bymachte wezen zou hem zyn kleeren terug te bezorgen,
noch de verhouding tot die gevreesde patroons in orde te brengen,
noch hem te verzoenen met z'n moeder die woedend wezen zou als ze
te weten kwam dat-i onfatsoenlyk was geweest, parasols gebroken,
en fortuinen met voeten geschopt had. Neen, neen, Femke zou hem niet
kunnen helpen! Byna begon hy te wenschen dat-i niet dáár was.
Maar Vrouw Claus dan? Evenmin! In-godsnaam, als-i zich dan maar
'n oogenblik in haar huisje mocht neerzetten, haar z'n nood klagen,
en... 'n dikken boteram eten. Dàt zou hem de kracht geven om afscheid
van 't leven te nemen. Hy wou wel sterven, heel graag zelfs, als-i maar
niet zoo'n honger gehad had! Dááraan eerst 'n eind gemaakt, en dan...
Juist wilde hy de deur openstooten en binnengaan, toen z'n aandacht
werd getrokken door 'n luid gelach. Het kwam van verre. Over 't
bleekveld heen, den weg op, zag Wouter twee gestalten die hem schenen
te naderen. Met begeerigheid elk voorwendsel aangrypend om 't gevreesd
binnentreden uittestellen, staarde hy zoo scherp mogelyk op de beide
personen die in luidruchtig gesprek schenen. Van-lieverlede werden de
omtrekken duidelyker. De een scheen 'n jong zeeman en de ander... myn
God, was dat Femke niet? Wouter keek zich blind, en moest telkens
de oogen uitwisschen om opnieuw... ze wàs het! En de ander? 't
Was wel waarlyk 'n matroos: wie anders draagt zoo'n gelakt-leeren
hoed? Van-tyd tot-tyd kaatsten daarop de nog horizontale zonnestralen
in schitterend goud af, zoodat Wouter de oogen sluiten moest als ze
door dien glans getroffen werden. Maar, ze weer opslaande, kon hy zich
niet troosten met onzekerheid. Femke liep daar in den zeer vroegen
morgen--byna was 't nacht nog--met 'n matroos! Ach, Wouter zou minder
tydmeterig-fatsoenlyk met z'n aandoeningen hebben omgegaan, wanneer
de begrooting van de heeren Ouwetyd & Kopperlith vyf-en-twintig gulden
's jaars had kunnen dragen aan busrecht!
Femke liep daar in den zeer vroegen morgen, naar Wouter's meening,
met 'n matroos! Een oogenblik lang vlood alle herinnering aan 't
gebeurde en aan de oorzaken die hem daar brachten, op den achtergrond,
om slechts plaats te maken voor yverzucht, vreeselyke yverzucht. De
arme jongen had 'n gevoel alsof hem 'n gloeiende dolk in 't hart
werd gestoken. Z'n knieën knikten, en als wezenloos viel hy tegen
den post van de deur aan. Maar jalouzie is de minst kleinzeerige
van alle kwalen: ze houdt van pyn. Wouter sloeg geen oog af van 't
schouwspel dat hem zoo wondde en hoe langer hoe smartelyker aandeed,
want de blykbare vertrouwelykheid tusschen de beide jongelieden
was groot. Gedurende hun wandeling gaven ze elkander de hand, of
liever 't scheen dat ze hun pinken ineenhaakten. Dit kon worden
opgemaakt uit 'n eigenaardig gelykmatig slingeren van den linkerarm
der persoon die rechts liep, en van den rechterarm der andere. Het
gesprek was luidruchtig en zelfs van sarrende vroolykheid. Vooral
het meisje joelde en schaterde, en hierdoor voelde Wouter zich als
vernietigd. Het baatte niet of-i zich al vóórzei dat ze hem niets
schuldig was, dat hy geen recht op haar had, en dat ze... god in
den hemel, moest het nog erger worden? Daar liet zy de hand van den
jongeling los, en viel hem om den hals, en 't duurde wel 'n eeuw,
vond Wouter, of 'n uur, of zooiets, maar 'n zéér langen tyd in allen
geval. In al de romans die hy gelezen had, werd de aandoening die hy
onderging omschreven met de woorden: "onze held stierf duizend dooden"
maar hy had waarlyk geen afgezaagde boekenfraze noodig om te voelen
wat-i leed. Na de omhelzing hervatte het dartele paar de wandeling
op den weg, en naderde, telkens omkeerend, nu en dan het huisje,
waarop dan ook eenige malen door 't meisje gewezen werd alsof ze
daarover iets aan haar vrindje te vertellen had. Wouter spande zich
in om iets van hun gesprek te verstaan, maar 't lukte niet. Als
om hem 't begrypen onmogelyk te maken, keerden zy zich telkens
om als-i juist op 't punt meende te zyn eenig gevolg verzekerd te
zien aan z'n onbescheidenheid, en dan slenterden ze weer den weg
naar de Aschpoort op. De arme jongen meende te droomen, want zelfs
't niet verstaan van wat er gezegd werd, bracht het zyne tot z'n
verbazing by. Telkens meende hy eenige klanken duidelyk genoeg
te hebben opgevangen om te begrypen wat-i hoorde, en toch wou dit
maar niet het geval worden. Hy wreef zich de ooren alsof daarover
'n vlies gespannen was, doch zonder baat. En, wanneer 't paartje
weer wat verder-af was, hoorde hy slechts 't geschater. Er ontbrak
maar aan dat ze daar gingen dansen op den publieken weg. Waarachtig,
't scheelde niet veel! Het uitgelaten meisje pakte 'n paar malen den
jonkman, die iets bedaarder bleek dan zy, by den arm, en zwaaide hem
om zich heen. Daarop volgde dan weer luid gejuich en gesnap... er was
geen eind aan! Ja toch, eindelyk bleven ze staan en schenen afscheid
te nemen. Er werd hartelyk gekust, de jongeling verwyderde zich, en 't
meisje sloeg met bedaarder tred, den weg naar 't huisjen in. Eens nog
stond ze stil, wuifde met 'n doek, en ontving haar groet behoorlyk van
't zeemannetje terug, die driemaal met z'n hoed zwaaide. Voor evenwel
't meisje genoeg genaderd was om Wouter met kennis te zien, liep deze
woedend heen, en wou... en zou... ja, wat? Na eenig heen-en-weer
zwerven, waarby hem z'n onbehagelyke kleeding zeer ergerde, vooral
omdat het getal der voorbygangers aangroeide, niet zonder verdriet
ook over den honger dien-i zich toedichtte om 'n afleider te hebben
van z'n velerlei wanhopen... kortom, 'n half uur daarna stond-i
weer voor 't huisje van Vrouw Claus, en ditmaal trad hy binnen. De
tafel droeg toebereidselen tot 'n flink ontbyt--goddank!--maar hy
zag niemand. Uit het kamertje waar-i eens zoo heerlyk geslapen had,
klonk 'n stem--'n lieve heldere jonkvrouwelyke stem toch!--die hem
begroette met 'n soldatesk: werda! Wouter antwoordde niet, of byna
niet, want het onnoozele "ik" dat-i zeer verwonderd uit-piepte,
mag geen naam hebben. Hoe drommel kon-i voorbereid wezen op zoo'n
militaire ontvangst? Gelukkig dat zich hierop Vrouw Claus vertoonde,
die hem wat burgerlyker toesprak.
--Zoo, jongeheer, ben jy daar? Heel goed! Waarom bleef je zoo lang
weg? Onze Fem heeft wel honderdmaal naar je gevraagd. Ga zitten... ik
kleed me, zooals je ziet, en kom terstond weer by je.
Ze trad haar kamer weer in, en Wouter hoorde haar zeggen: "dat is nou
't jongetje van 't paard, weetje?" Hierop volgde iets als teruggehouden
lachen en daarop 'n doodelyke stilte. Wouter wist alweer niet hoe hy
't had. Na eenig wachten waagde hy 't even in de kamer te gluren,
waaruit men hem zoo geheimzinnig had toegeroepen. Vrouw Claus,
dacht-i, zou nu toch wel met haar toilet gereed zyn. Nu, dit was zoo,
maar in de kamer was niemand. Moeder en dochter waren zeker op 't erf
by de bekende pomp. Een oogenblik daarna keerde Vrouw Claus terug,
en noodigde op haar gewone vriendelyke manier Wouter op 't ontbyt.
--Asjeblieft, juffrouw. Maar wil u me asjeblieft zeggen waarom Femke
niet komt?
--Fem? Jawel, o jawel, die zal wel komen. Of misschien komt ze niet,
want ze staat te wasschen. Zoo zal ik nu maar zeggen, weetje? Weetje
wat jy doet? Eet 'n boteram, jongen, en hier is koffi. En zeg me nu
eens gauw hoe 't met je moeder gaat? Die is immers ziek geweest? Ja,
'n mensch kan gauw wat krygen... neem er wat kaas op.
--M'n moeder is heel wel, maar...
--En jy? Heb je geen pyn meer? Van je val, meen ik. Och... neen, neen,
neen, ik weet al! Je hebt immers nooit op 'n paard gezeten. Hoe kan
ik zoo mal vragen, maar je moet altyd denken, 'n mensch z'n hoofd
loopt wel 'reis om. En is moeder weer heelemaal in orde. Wel, dat's
best. Als ze nu maar oppast niet weer ziek te worden. Was 't koorts,
of wat was het?
--M'n moeder is heel wel, juffrouw, maar ikzelf ben 'n beetje...
--Ben jy ziek? Wat mankeert je? Maar... gut, jongen, wat heb je daar
'n gekke jas aan je lyf. Hoe kom je daaraan?
--Ja, dat komt... dat is... ik moet... ik wilde...
Wouter stotterde. Vrouw Claus greep hem by den arm, trok hem van z'n
stoel, en draaide hem in de rondte, om hem op haar gemak van alle
kanten te bekyken.
--Ajakkes, jongen, wat schikt jou moeder je raar op! Je lykt wel 'n
sjouwerman, neen... ik weet niet wat je wel lykt! Je broekie is netjes,
dat moet ik zeggen, en je boordjes zitten redelyk, maar die jas! En
wat zit je vol stof. Waar heb je gezeten, jongen? Waar ben je geweest?
Toen de goede vrouw zich bukte om 't stof van z'n schoenen te slaan,
kreeg ze tot overmaat van ergernis, Wouter's hoed in 't oog, dien-i by
't plaatsnemen had verstopt onder z'n stoel.
--Heeremensch, wat 'n hoed! Ik geloof dat je mal bent, jongen! En,
nu ik je wel bezie, je gezicht staat ook niet best! Och, och, vroeger
was je zoo'n lief jongetje, en op dat paard... o neen, op 'n paard
heb je nooit gezeten, maar toch, je zag 'r vroeger aardig uit. En
nu? 't Is 'n ware schand zooals je moeder je toetakelt!
--Moeder kan 't waarlyk niet helpen! Ik zal u alles vertellen,
juffrouw.
--Wàt? Kan je moeder niet helpen dat jy voor spot loopt? Ik zeg je dat
het schande-n-is, 'n ware schande, ja... 'n schandaal! Hoor eens, ik
ben maar 'n waschvrouw, en dat wil ik blyyen ook, al zouden ze... nu,
dit gaat jou niet aan, maar ik verzeker je dat ik me schamen zou,
schamen, ja schamen, hoorje!
--M'n moeder weet het niet...
--Weet je moeder niet wat je-n-aan je lyf draagt, jongen? Waar is ze
dan moeder voor?
--Neen, juffrouw, maar...
--Zeg jy maar Vrouw Claus. Ik ben geen juffrouw, en wil 't niet wezen.
--Och, Vrouw Claus, m'n moeder weet er niets van. Ik kom van Haarlem,
en...
--Van Haarlem? Wat deed je dáár? En moet je 'r daarom zoo verpieterd
uitzien? Als Fem hier was, zou ze...
--Is ze dan niet hier, vroeg Wouter haastig, is Femke niet hier? En
ik heb 'r gezien!
De beurt om verlegen te worden, was aan Vrouw Claus. Ze antwoordde met
'n zonderling gerekt "ja" dat heel best kon gelden voor 'n ontkenning.
--Nu ja, Fem is wel hier, maar... toch, neen, ze is hier eigenlyk
niet. Je moet denken, ze is dikwyls uit, en by m'n nicht op den
Kolveniersburgwal ook, en ze brengt waschgoed weg... och, ze heeft
allerlei te doen, en weetje wat jy doet, jongen? Eet jy nog 'n boteram
of twee, want als je heel van Haarlem komt... onze Fem is aan de
wasch, weetje, en als ze gehinderd wordt in haar werk... jeesis-maria,
wat lieg ik!
Met dezen kreet op de lippen stoof Vrouw Claus de kamer uit, en 't
achtervertrekjen in. Het scheen wel dat ook zy wat te verbergen had,
want Wouter bemerkte tot z'n verbazing dat zy de deur achter zich
sloot, alsof ze bevreesd was dat-i haar volgen zou. Een oogenblik
lang meende hy 'n onderdrukt lachen te hooren, maar weldra werd
het in de kamer naast hem volkomen stil. Zeker was Vrouw Claus op
haar erfje by de pomp gegaan, om daar aan Femke te vertellen hoe
bespottelyk hy was opgetooid. Hy begon zich optedringen dat de in 't
oog vallend zonderlinge houding der moeder, inverband stond met dat
al te vroegtydig bezoek van den matroos. Zeker giste Vrouw Claus dat
hy daarvan iets bemerkt had, en ze wist niet hoe ze dat voor de eer
van haar huisje zou goedpraten. Zoo wàs het! Weinige maanden geleden
nog, zou Wouter zeker niet op zulke gedachten gekomen zyn. Maar
z'n wereldwysheid was aan 't groeien, en wel als naar gewoonte den
verkeerden kant uit. Wat de kans op juist-raden aangaat, had-i beter
gedaan zich te houden aan z'n kinderlykheid, want de wysheid van deze
wereld is dwaasheid by Fancy.
Wouter bleef niet zeer lang met z'n boterammen alleen. De buitendeur
werd opengesloten, en een man die blykbaar zoo-even was komen aanryden
met 'n handkar waarop 'n koffer geplaatst was, vroeg of-i te-recht
was by Vrouw Claus? Er bleek dat deze 't voertuig had zien aankomen,
en tevens dat zy de bestemming daarvan kende, want voor nog Wouter
tyd had gehad iets te vernemen van de herkomst--sommigen beweren
dat-i grooten lust had er naar te vragen--kwam de goede oude vrouw
haastig aanloopen. Ze stuwde Wouter op-zy, toen-i met z'n gewone
dienstvaardigheid behulpzaam wezen wou in 't afladen, en droeg met den
kruier 't vry zware voorwerp dat haar gebracht werd, het huisjen in,
en met één vaart naar de achterkamer door. Indien 't haar plan was,
den naam des afzenders voor Wouter geheim te houden--en zoo scheen
't wel--liep ze gevaar hierin te worden teleurgesteld door den kruier
die op haar vraag naar 't bedrag van 't veerloon, ten antwoord gaf dat
de vracht voldaan was door de heeren... sakkerloot, Wouter verstond
den naam niet! Na 't vertrek van den man met de handkar voelde hy zich
verlegen omdat hem maar al te duidelyk gebleken was dat er iets voor
hem verborgen werd. Hy wilde dus niets liever dan vertrekken, maar
werd weerhouden door Vrouw Claus die hem op-nieuw 'n stoel aanwees.
--Ze zegt... ik wil maar zeggen dat ik nu graag eens precies weten wou
waarom je 'r zoo mal uitziet, en wat je toch in 's heere-menschen-naam
te Haarlem hebt uitgevoerd? Zeg, jongen, wat deed je te Haarlem, en
waarom heb je zoo'n schandaligen hoed op? En die jas? Vertel me nu eens
alles precies, net of ik je moeder was. Want ze wil alles weten ...
--Femke? vroeg Wouter.
--Ja, neen, nu ja... Femken ook, dat kan je denken. Heeremensch,
wat verveelt me dat liegen...ah!
Deze uitroep gold pater Jansen, die z'n goedig gezicht aan de deur
vertoonde. Wouter zag hem met groot genoegen. Er was in dat bejaard
kind iets vredigs, iets verzoenends, dat weldadig werken moest op
'n ontstemd gemoed.
--Wel, dat 's goed, pater! Ga zitten, en eet 'n stuk. Heb je-n-'n
zieke-n-in de buurt.
--Dat ook. Maar ik kom 'ns hooren of ze 't gedaan heeft?
--Ja zeker! Maar... dat jongetje weet er niets van. We praten er dus
maar niet over voor-i weg is.
Natuurlyk alweer wilde Wouter, zich hoorende uitmaken voor zoo storend,
z'n bezoek afbreken. Maar Vrouw Claus liet het niet toe.
--Neen, mannetje, jy blyft nog wat. Net goed dat pater 't hoort wat
je hebt uitgevoerd. Kyk 't kind er 'ns disselaat uitzien, pater!
De goede pastoor bekeek Wouter van onder tot boven, maar hy was nu
juist de rechte man niet om den snit van 'n jas te-beoordeelen, en
toonde dus minder verontwaardiging dan volgens Vrouw Claus behoorlyk
zou geweest zyn.
--Nu, pater, jy weet dat zoo niet, maar hy is 'n fatsoenlyk mans kind,
en ziet er uit als 'n schooier uit de polders. En hy is te Haarlem
geweest zonder dat z'n moeder er van weet. Maar vertel dan toch,
jongen, wat je gedaan hebt! Wel ja, niet waar, dan weet pater 't ook!
Wouter begon z'n relaas hakkelend en verward, en sprak nog veel
slechter dan over 't algemeen de hollandsche gewoonte is, 'n fout
die vergeeflyk voorkomt omdat ze in zekeren zin 't gevolg is van den
rykdom der taal. Och, niet dáárop kon zich de jongen ter verschooning
van z'n gebrabbel beroepen. Behalve de schaamte die hem beheerschte,
hinderde hem zekere onzekerheid omtrent het bevattingsvermogen
van z'n hoorders, 'n twyfel die Demosthenessen en Ciceroos zou
stom gemaakt hebben. Hierdoor werd hy vooral belemmerd wanneer-i
ter verklaring van z'n vreemd gedrag, oorzaken wou uitleggen die
hemzelf niet zeer duidelyk waren. 't Is waar ook, waaròm toch voelde
hy zich zoo ontevreden, zoo alleen, zoo weinig "thuis" in 't wereldje
dat hem omgaf? De wrevel in byzondere gevallen--over de minachting,
byv. waarmee de opgeblazen Hersilia hem behandeld had--was gemakkelyker
te verklaren, en dit deed-i dan ook zoo goed hy kon.
--Als 't kind van de kerk was, zou ik zeggen dat je hem eens
onderhanden moest nemen, zei Vrouw Claus tot den pater. En, zieje,
't is niet om 't verkwanselen van z'n kleeren alleen, en ook niet om
dien perresol, maar z'n gezicht bevalt me-n-ook niet. Zeg jyzelf nu
eens, pater, of-i er niet verpieterd uitziet? Nu, we zullen zien wat
er aan te doen is.
Dit gezegd hebbende, stond zy op en begaf zich naar 't achterkamertje,
alsof daar de geneesmiddelen voor Wouter's kwalen moesten gezocht
worden. En dit bleek eenige minuten later werkelyk 't geval te zyn.
--Hoor eens, jongeheer, zei pater Jansen, wil je weten hoe ik over de
zaak denk? Ik vind dat je je kleeren moest zien weerom te krygen. Zie
je kans, 't huis van dien man terugtevinden?
Wouter vertoonde het adreskaartje van den menschenvriend die hem
zoo edelmoedig behulpzaam geweest was in 't uit- en aankleeden. Hy
maakte de opmerking dat er tot het lossen van de verkochte stukken
geld noodig wezen zou, véél geld, en dat juist dit bezwaar...
--Geld heb ik ook niet veel, zei de goede man, maar als je wat wachten
kan, zal ik er om schryven naar Vucht, aan m'n broer die daar smid is,
en 't gaat 'm goed. En 'n herberg houdt-i ook, en zondags wordt er by
hem gedanst... nou! Na kerktyd, weetje? Dàt moet je zien, vooral als
't kermis is. Een pret... je leven zoo niet!
De zedepreeken van pater Jansen waren ligt te verteren, gelyk men
ziet. Of liever, 't waren geen preeken, en misschien zelfs was z'n
taal onzedelyk. Want de man sprak van dansen, pret en kermishouden
zonder afschuw, 'n byzonderheid waarin de scherpzinnige lezers een
der oorzaken zullen ontdekken, waarom de goede pater nooit lid van
'n gemeenteraad geworden is. In zulke kollegien heeft men leden van
eigenaardige bravigheid noodig. Och, Jansen was zoo braaf niet! Hy
preekte niet, en sprak niet over zedelykhedens. Ternauwernood roerde
hy zulke dingen aan, als 't zyn beurt was alleen te praten in de kerk,
wat hem moeielyk genoeg viel, omdat hy er volstrekt geen slag van had
zich aantestellen alsof-i beter was en meer wist dan 'n ander. Voor
schryver zou hy in 't geheel niet gedeugd hebben. Hy was goed in den
uitgestrektsten zin van 't woord, tenzy men het toekennen van deze
hoedanigheid beperke tot de personen die in zichzelf iets kwaads
te bestryden hadden en overwinnaars bleven in dien stryd. Dit kon
nu eenmaal met pater Jansen 't geval niet wezen omdat hy niet wist
wat kwaad was. Toch, of juist daarom misschien, wekte z'n voorkomen,
z'n manier van spreken en vooral, waar 't noodig was, z'n handelwys,
in zeer hooge maat tot deugd op. Maar ook dit was hemzelf geheel
onbewust, 'n onkunde die hem bewaarde voor de nederigheid waarop hy
in dat geval zich misschien zou hebben toegelegd, en die z'n overigens
zoo volkomen ongekunsteld karakter zou ontsierd hebben.
Hy verhaalde nog een-en-ander van z'n dorp, en Wouter die behoefte
voelde aan afleiding, luisterde met meer belangstelling dan de zaakjes
die pater Jansen meedeelde, waard waren. Het was de gemoedelyke,
zachte, onhartstochtelyke toon die hem goeddeed, en telkens betrapte hy
zich op de verzuchting: "och, was ik maar te Vucht by dien smid!" De
herberg en 't dansen hoefde er niet eens by om naar zoo'n heerlyk
land te verlangen.
--Je moet 'm zien staan in z'n travalje, zei de pastoor. Klik,
klak, bim, boem, de vonken vliegen rechts en links! En z'n mouwen
opgestroopt tot den schouder toe, want je begrypt, zoo'n smid werkt
in z'n hemdsmouwen.
Wouter voelde neiging z'n pronkjas uittetrekken, en aan 't smeden te
gaan. Wat zoo'n smid toch 'n gelukkig mensch is, en hy...
--Och, m'nheer, ik zit zoo verlegen! Ik durf waarlyk niet thuis komen
met dit vervloekte ding aan m'n lyf.
--O, we moeten niet vloeken. Zoo'n jas heeft er geen weet van of-i
mooi of leelyk is, moet je denken. Ja, de man zal zeker veel geld
willen hebben, want van z'n winst moet-i leven, zieje, en zulke
menschen hebben altyd groote huishoudens. Heb je misschien kennis aan
'n horlogemaker?
--Neen, stamelde Wouter.
--Misschien weet Vrouw Claus wel waar we wezen moeten, zei de pater,
terwyl-i 'n ouwerwetsch zilveren horloge uithaalde. Maar 't is niet
best van loop... als we maar wisten wie 't koopen wou! Waarom huilje?
Inderdaad, de tranen liepen Wouter over de wangen.
--O neen, neen, dàt niet, m'nheer, dat kan niet!
--Ik zal er weinig weet van hebben, want dikwyls staat-i stil. 't
Is heel lastig, 'n horloge dat niet goed gaat, maar 't is van m'n
vader, en daarom... och, ik hecht er niemendal aan, want ik heb genoeg
andere dingen van hem, die ik bewaar als goud, dat begryp je wel! Als
je-n-'ns by me komt, zal je 't zien. 't Briefje van z'n eerste kommunie
hangt boven den schoorsteen. Hy was ook 'n smid, en nog veel sterker
dan m'n broer... zooals ze zeggen, want gekend heb ik den man niet,
omdat ik pas 'n jaar oud was toen-i stierf. Als we nu maar wisten wie
't koopen wou!
De goede man woog 't horloge op de hand.
--Dat zal niet gebeuren, pater, riep Vrouw Claus, die weer
binnentredend, de laatste woorden verstaan, en terstond begrepen
had wat er mee bedoeld werd. Dàt zal niet gebeuren, en 't is niet
noodig ook, ging ze voort, 'n papiertje waarin geld gewikkeld scheen,
omhoog houdende. Ik heb hier andere hulp, maar al was dat zoo niet,
dan zou ikzelf nog wel raad weten voor 'n dukaton of tien. Hoor eens,
jongeheer, kyk me-n-eens goed aan... ja, pater, 't moet er nu maar
uit, ze zegt het zelf, en dat gedraai en gemaal verveelt me danig.
Zeg, jongen, kan je zwygen?
--Ja, zei Wouter, en hy sprak de waarheid.
--Nu dan, Fem is niet hier, en 't meiske dat je zeker gezien hebt op
den weg... ja, aan je oogen zie ik dat je 'r gezien hebt...
't Is waar dat Wouter 'n eigenaardig gezicht zette by 't ontwaren van
wat kans op opheldering over de vreemde vertooning van dien ochtend.
... ja, ja, ik begryp heel goed dat je 'r naar gekeken hebt! Nu, dat
was onze Fem niet, jongen! Dat is, om 't nu maar zoo eens uittedrukken,
'n juffer die--hoe zal ik zeggen, pater? Want de pater weet er van,
dat begryp je wel, anders deed ik 't niet!--dat is 'n juffer die van
staat veranderen wil.
--Prinses Erika, riep Wouter, prinses Erika die komt ruilen! O God,
o God, ik wist het wel!
--Hè? Hoe kon jy dat weten, jongen? Wat weet je? Niks!
--Prinses Erika! Heeft ze niet naar me gevraagd! O, zeg, of ze niet
naar me gevraagd heeft?
--'t Is 'n juffer die van staat verandert, zeg ik je, en die by my
't wasschen leeren wil. Maar ze wil 't niet weten voor de menschen
en voor 'r familie, en daarom laat ze je verzoeken, nooit 'n woord
over haar te spreken. Ze zei me dat je woord houden zou als je 't
beloofde. Je schynt iets met 'r gehad te hebben...
--Ja, o ja, riep Wouter.
--Men moet altyd z'n woord houden, zei pater Jansen.
--Dus je belooft het? vroeg Vrouw Claus.
--Ja, by God! riep Wouter.
--Je hoeft er niet op te zweren, mannetje, vermaande de pater, die
als 'n eed opnam wat in Wouter's mond slechts 'n romanfraze was,
al meende hy 't dan even goed alsof-i eenvoudig "ja" gezegd had. Hy
'n dame verraden, en háár nogal!
--Nu, goed dan, vervolgde Vrouw Claus, ik heb haar verteld wat je
op die buitenplaats en te Haarlem hebt uitgevoerd, en ze zegt dat er
geen kwaad by is, als je nu maar precies doet wat ik je zeggen zal.
--O, alles, alles!
--Kyk, hier is geld voor je kleertjes--steek je horloge gerust weer in
je zak, pater--maar ze zegt dat het eerst gewisseld moet worden. Gut,
pater, als de jongen 't nu maar niet weer verdoet!
--Je moet het vooral niet verdoen, jongeheer. Ik ken die munt wel. We
hebben er eens precies zoo een in 't zakje gehad... verleden, weetje,
toen er zooveel vreemde heeren in de stad waren.
't Waren gouden friedrichs, en wel vyf in getal. Vrouw Claus zei
dat het meisje meer had willen geven, maar dat ze haar hiervan had
teruggehouden uit vrees voor 't "verdoen." Die glinsterende stukken
herinnerden Wouter aan de gemakkelykheid waarmee de schipper met
den bonten muts zich gezag had weten te verschaffen in die kroeg
op de Botermarkt. Er ging hem 'n lichtjen op, waarvan-i gebruik
maakte om 'n schrede voorwaarts te doen op 't gebied van munt- en
menschenkennis. Maar tyd om zich te verdiepen in de aandoeningen van
dien vreeselyken en toch zoo heerlyken nacht, had-i niet. "Ze noemde
my broeder..." begon hy te mymeren toen Vrouw Claus z'n gedachten
afbrak, al had het er dan wel iets van alsof zy ze voortzette, want
ook zy sprak van 'n broeder, schoon men erkennen moest dat het woord
in haar mond wat minder voornaam en boekerig klonk.
Op-eens zag ze Wouter nadenkend aan, alsof z'n trekken haar byzonder
belang inboezemden.
--Ja, gut, jy zag er vroeger ook lief uit, maar nu niet meer, als
ik je nu eens de gulle waarheid zeggen zal. 't Was misschien voor
jou ook wel 'reis goed als ie 't zeegat uitging--want, pater, hy wil
naar zee... haar broer, meen ik--je ziet erg bleek, jongen, wat zeg
jy, pater? Zoo'n kind versagrineert en verpietert zoo in stad. Neef
Holsma zei 't ook. Maar nu dat geld, weetje waar 't gewisseld worden
kan? En zal je 't niet verdoen?
--Neen, juffrouw, zeker niet! Maar...
--'t Is waar ook, je durft met die malle plunje de stad niet in. Dat
zal toch moeten! En heel naar Haarlem dan, hoe zou je dàt maken?
--Als ik van dienst wezen kan, zei pater Jansen.
--Wel, pater, als je met den jongen meeging?
--Dat wil ik wel doen, antwoordde de goede man, als we maar weten
waar we wezen moeten.
Wouter voelde zich groots dat-i eens eindelyk in één ding zich diligent
toonen kon, en haalde met zekeren triumf weer 't adreskaartje voor
den dag. Pater Jansen verzekerde dat de zaak nu heel makkelyk kon
geschikt worden, en er werd afgesproken dat Wouter hem naar z'n woning
vergezellen zou om daar te wachten tot het geld gewisseld was. Dan
zouden ze tezamen naar Haarlem gaan.
--Ja, maar dan je moeder nog, en die heeren van de buitenplaats? Ze
heeft gezegd... wacht even, pater. Ik denk dat ze nu wel klaar wezen
zal, want ze wou 'n brief schryven.
Inderdaad, de juffer die van staat veranderen wou, was aan 't
schryven geweest. Althans Vrouw Claus die zich 'n oogenblik naar
't achterkamertje verwyderd had, kwam met 'n briefjen in de hand terug.
--Ze zegt dat je dit bezorgen moet als je van Haarlem terugkomt, maar
eerst moet je by Neef Holsma gaan, en hem alles precies vertellen. En
nu, gaat heen, allebei. Ik heb 'n drukte, je leven zoo niet! En dat
vreemde kind... lief en goed is ze, dat moet ik zeggen Maar, zieje,
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.