De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24

Total number of words is 4503
Total number of unique words is 1591
38.2 of words are in the 2000 most common words
53.3 of words are in the 5000 most common words
60.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.

En tot verdere toelichting kwam het niet. Wouter, die al meer en meer
begon te gelooven dat-i wat degelykers over 't onderwerp zou kunnen
meedeelen, bleef zwygen. Behalve den schroom voor z'n eigen stem,
begon hy te vreezen dat er iets gevaarlyks lag in 't aanroeren van
Julie's prysvraag, iets indecents misschien als de geboorte van 'n
kind. Onwillekeurig dacht hy aan z'n kornuiten by 't postkantoor,
z'n vraagbaken sedert 'n maand of wat. Zy zouden 't weten, meende hy,
waarom de wetten die den wisselkoers beheerschen, niet mogen worden
aangeroerd in deftig gezelschap. O, prikkelend mysterie! Maar die
wetten zelf kwamen hem zóó eenvoudig voor dat-i moeite had z'n mond
te houden. Hy werd uit z'n spanning verlost door Pompile:
--Zeg, jy, Pieterse, weet je wat je doet? Je moet eens zoo goed wezen
naar de mangelkamer te gaan--niet waar, mama? Niet waar, Hersilie?--en
speel wat met den jongeheer Bonifaz, want hy hobbelt zoo fameus. 't
Is waar, zieje, Hersilie, omdat mama zoo'n fameus erge hoofdpyn heeft,
dát is het maar!
Het echtpaar Calbb keek onvergenoegd, en scheen 't beneden de
waardigheid van hun spruit te vinden zich ergens anders te vermaken
dan in den salon. Wouter verslikte z'n wysheid over de oorzaken van
den wisselkoers. Hy verliet het gezelschap, en vond de mangelkamer op
't geluid af. Hier vervulde hy z'n naastbyliggend plichtje, door den
jongeheer Bonifaz aftelokken van z'n hobbelpaard.



Merkwaardige genoegens van het Buitenleven. Treurig uiteinde van
'n romantischen droom over wisselkoers, en van 'n parasol. Wouter
gaat de wereld in om zeven gulden dertien te zoeken.

Ik moet erkennen dat onze Wouter niet zeer ingenomen was met den hem
in die mangelkamer aangewezen werkkring. Hy voelde zich verdrietig,
ja byna wrevelig. Hoewel dit niemand zal verwonderen, geloof ik
toch niet dat de ware oorzaak van deze in hem ongewone stemming den
oppervlakkigen beschouwer helder voor oogen ligt. In-verband met
sommige opmerkingen in het vorig hoofdstuk, zou men allicht geneigd
wezen z'n verdriet uitsluitend toeteschryven aan de teleurstelling
die 't "Buiten-zyn" hem berokkende. Zeker, de roeping om by 'n
ondeugend knaapje de rol van hobbelsurrogaat te vervullen, was
noch landelyk, noch idyllisch, noch romantisch, noch ridderlyk,
noch zielverheffend, en Wouter nam zich dan ook ernstig voor, andere
soorten van vermaak uittedenken zoodra hyzelf eenmaal in 't bezit wezen
zou van 'n Buitenplaats, of al was 't dan maar van 'n Optrek. Maar
teleurstellingen van dezen aard had hy sedert eenigen tyd zoo véél
ondervonden, dat hy daaraan reeds eenigszins was gewoon geraakt. De
bloemen zyner fantazie waren verlept en geurloos geworden. Tot-nog-toe
leverde hem elke aanraking waarin hy gekomen was met wat hy voor "de
wereld" houden moest, zoo geheel iets anders dan hy zich daarvan had
voorgesteld, dat-i moedeloos de oogen afwendde van de droombeelden
die vroeger z'n inwendig leven schoon, en daardoor 't andere dragelyk
maakten. De oorzaak dezer ontrouw aan zichzelf, lag evenwel minder aan
't verschil tusschen werkelykheid en illuzie, dan aan z'n geknakte
vatbaarheid om dat werkelyke te kleuren en optesieren, of des-noods
te vervormen.
Wist hy, eenige jaren geleden nog, niet kleur en leven meetedeelen
aan 't geringste dat z'n dor leventje hem aanbood? Had hy niet op
'n benauwd achterkamertje de kracht gehad, zich 'n ganschse wereld
vol heerlykheid in 't aanzyn te tooveren tot eigen gebruik? Waarom
kon hy dit nu niet meer?
Z'n onzalige kennismaking met 'n dozyn kwajongens was hiervan
de oorzaak. De reinheid zyner ziel was besmet geworden, en dit,
benevelde z'n dichterblik. De voelhorens van z'n zedelykheid verloren
't vermogen om hem te waarschuwen tegen vuil, om hem den weg te wyzen
naar 't verhevene. Z'n vleugelslag was verlamd, en zelfs meende hy van
't zweven àlles--tot zelfs den lust daartoe--verloren te hebben. Maar
al had-i zich by nauwkeuriger zelfonderzoek kunnen opdringen--wat hy
zeker beproeven zou--dat slechts aanhoudende teleurstelling de oorzaak
was van z'n moedeloosheid, ik beweer dat hy den moed zou bewaard hebben
indien hy zich z'n reinheid niet had laten ontrooven. Geen voorwerp
kan helder terugkaatsen uit 'n verweerden spiegel, en 'n bedorven
menschenziel is tot dichterlyke levensopvatting niet in-staat. Het is
me zeer wel bekend--en dit moet wel, want dagelyks zie ik daarvan de
bewyzen--dat deze waarheid door velen wordt geloochend, of althans
voorbygezien. Zy is te eenvoudig, denk ik. De zoodanigen behooren,
op-straffe van inkonsekwentie, de juistheid in twyfel te trekken van de
zoo-even gebruikte vergelyking met 'n spiegel, en tevens de stelling
aantekleven dat er zuiver water kan worden geschept uit bevuilde
bron. My komen de bronnen-zelf waaruit zulke stellingen vloeien,
niet zeer zuiver voor.
Wouter dan had sedert eenigen tyd het poëtizeeren verleerd. Hy durfde
't niet, omdat hy reden had zich te schamen voor 't liefelyke. Wel
hygde hy soms naar 't verlorene terug, wel betrapte hy zich telkens op
bittere droefgeestigheid, maar er scheen 'n stoot van-buiten-af noodig
te zyn om met de vereischte kracht z'n gewaarwordingen terugteleiden
in 't oude spoor. Deze stoot zou dan ook gegeven worden--wie anders
dan Femke kon het doen, of iemand die zeer op haar geleek?--maar zoo
ver zyn we nog niet.
Men zou zich vergissen indien men den nadeeligen invloed dien 't
gezelschap van onrype deugnietjes op Wouter uitoefende, vereenzelvigde
met het zoogenaamd wys-maken. Dit op-zichzelf houd ik niet alleen
voor onschadelyk, maar zelfs voor gewenscht. Juist in Wouter's
bespottelyke ònwysheid had de grond gelegen zyner voorbeschiktheid
tot prettig-vinden van liederlyke handlichting. Ware hy opgevoed
geweest door ontwikkelde ouders, die hem met wetenschappelyken
ernst hadden meegedeeld wat er ten-dezen-opzichte meetedeelen valt,
waarlyk hy zou geen smaak hebben gevonden in de geestigheden van
àllerlaagste orde, waarmee men nu z'n zucht tot weten had geprikkeld en
bedrogen. Niet kennis maakt onrein, maar 't aanhooren van vuile praat
over kennis... Schande over ouders en opvoeders die hun jongeren
overlaten aan 't gevaar de liefelykste geschenken der Natuur te
ontvangen op 'n wys die ze tot 'n pest maakt!
Doch ik zeide reeds dat Wouter's verdriet over de zonderlinge wyze
waarop men hem liet deelnemen aan de genoegens van 't Buitenleven,
ditmaal 'n andere oorzaak had--of 'n andere onmiddellyke aanleiding
ten-minste--dan de reeds eenigszins versleten ergernis over z'n gewone
teleurstellingen. Gedurende de gesprekken die hy zoo-even bywoonde,
was voor 't eerst de gedachte in hem opgekomen dat-i was aangeland in
'n kring van zeer onontwikkelde menschen. Nog kort geleden zoud-i by
de lage vlucht der gewisselde denkbeelden, zichzelf de schuld gegeven
en gemeend hebben dat-i niet op de hoogte stond om het gewicht der
behandelde zaken te vatten. Maar dat gesprek over den wisselkoers had
hem wakker gemaakt. Ook hy had zich tot-nog-toe geen reden gegeven
van dien eb en vloed in den prys der remises naar 't Buitenland,
en eerst door Julie's klakkeloos vragen werd hy zich z'n onkunde
bewust. Onwillekeurig verweet hy zichzelf dat-i deze vraag niet
reeds sedert lang gedaan had, en nu ze eindelyk werd geopperd door 'n
ander, was-i nieuwsgierig naar 't antwoord. Het hakkelen en stamelen
der voorlichters bevreemdde hem. Op-eens bracht hy hun blykbare
onwetendheid in verband met de meer dan onachtzame wyze waarop hy in
dien kring ontvangen was, en tevens met z'n laag standpuntjen over
't geheel. "Hoe, dacht hy, die volwassen menschen, die aanzienlyke
menschen weten geen reden te geven van 'n verschynsel dat zich dagelyks
aan hun waarneming opdringt? En juist die menschen zyn het, aan wie
ik 'n voorbeeld nemen moet om iets te worden in de wereld? En het is
door hèn dat ik behandeld wordt met 'n minachting die ... die ...
Kortom, hy was wrevelig, en voelde aandrang tot ... wraak wel niet,
maar tot iets toch als genoegdoening. Hy peinsde op middelen om aan
den oudeheer, en aan m'nheer Pompile en aan al die Kruckers 'n bewys
te leveren dat men verkeerd had gedaan hem naar de mangelkamer te
verwyzen. Het spreekt vanzelf dat Julie's vraag reeds lang vergeten
was in de achtergalery, waar 't onderhoud nog altyd op de bekende
belangwekkende manier z'n gang ging, maar onze Wouter verdiepte zich,
al spelend met den kleinen Bonifaz, in 't opgegeven raadsel. De zaak
begon hem voortekomen als 'n uitdaging. waarop hy ridderlyk verplicht
was in 't kryt te verschynen, teneinde aan de verheven dame die het
tournooi had uitgeschreven ...
Wel zeker, er was 'n hooggeboren dame in 't spel, en 'n tournooi
ook! Ik deed verkeerd zoo lang te wachten met het wyzen op deze
byzonderheid, de geringste niet onder de oorzaken die Wouter
noopten tot opscherping van z'n denkvermogen. Ach, hy had z'n roman
gereed voor ze nog terdeeg was opgezet! Die Julie ... o goden,
was zy 't niet die zich eenmaal verwaardigde hem te behandelen als
'n persoon, door hem z'n gevoelen te vragen over haar liggenden
jachthond? Een jong ridder die zùlke onderscheiding vergeten zou
... neen, ondankbaar was Wouter niet! Nu zoud-i haar toonen dat z'n
gemoed in-staat was weerklank te geven op zoo'n verheven blyk van
vertrouwen, en dat ze niet te-vergeefs haar sluier had neergeworpen
in 't strydperk. Want ... aldus begon zich de zaak te kleuren. Met
lans en zwaard strydt men niet meer--helaas!--maar de Dame die
in onze dagen riddereer op de proef stellen wil, doet 'n beroep
op de kracht van den geest. Met gemaakte achteloosheid laat zy 'n
onopgelost vraagstuk heenglyden over den rand der tribune, en daar
beneden wachten leeuwen en tygers... neen, deze soort van kampioenen
behooren tot 'n vroeger tydperk, óók niet onbehagelyk voorzeker,
maar we hebben nu zeer uitdrukkelyk met ridders te doen. Verbaasd,
verschrikt, ontzet, verlamd, staren zy 't waagstuk aan, dat er van
hen gevorderd wordt. "Aanstaren" is 't juiste woord niet, want ze
wenden de oogen af, en wiegelen, en trekken zich terug, en beroepen
zich op de onmogelykheid om 't pand ongeschonden terugtebrengen, en
als huldeblyk neerteleggen aan de voeten der uitdaagster. Alles heeft
z'n grenzen, wreede Dame, tot riddermoed toe! Keizers, Koningen en
Prinsen, zoo-even nog vast in 't zaal, en tegen elkander zoo dapper
de lans vellende... uitwegen zoeken ze nu om zich te onttrekken aan
't schrikbarend wapenfeit dat zoo roekeloos werd gevorderd van hun
geest. Sire Kopperlith-zelf had er z'n glimlach by ingeschoten, en
ridder Pompile z'n zelfgenoegzaamheid. De schrik was Don Eugène om
't hart geslagen, en hy stond op 't punt--akelig!--méér te zeggen
dan z'n enkele sylbe! Was niet zelfs de krygshaftige clan der
Kruckers--van-ouds toch zoo vermaard om z'n onvergelykelyke prouessen
in kurk!--genoodzaakt geworden z'n veldgeschrei 'n oktaaf lager te
stemmen, en zich te bepalen tot 'n deemoedig: "ja, ziet u, dat zyn
zoo van die zaken... m'n lieve mevrouwtje?" En heette dit niet in
Wouter's overzetting allerduidelykst: "Schoone dame, als je op òns
rekent tot het terugerlangen van je pand, kan je er staat op maken
ongesluierd naar huis te gaan!"
"Dat nooit!" riep ridder Wouter. En hy gordde zich aan tot begrypen.
Het vraagstuk waarmee ons heldje zich bezighield, hoe eenvoudig ook
inderdaad--zooals de meeste vraagstukken--is werkelyk 'n struikelblok
voor veel geldmannen en zoogenaamde ekonomisten. Wie meenen mocht
dat ik de geestelyke gelaatstrekken der Kopperliths en Kruckers te
afzichtelyk schilder, neme eens de proef by "mannen van 't vak." En
men behoeft zich niet te bepalen by de vraag die de onnoozele Julie
ter-tafel had gebracht in die achtergalery, noch ook by 't "vak"
waartoe kwestien van dezen aard schynen te behooren. Overal zal den
oplettenden waarnemer blyken dat het begrypen van eenvoudige waarheden
tot de zeldzaamheden behoort, en zelfs dat het niet-berusten van
sommigen, hun door vakmenschen wordt aangerekend als onpraktische
buitensporigheid.
Nu, Wouter wàs buitensporig. De hemzelf onbewuste vertaling van 't
nogal triviale gegeven in 'n heldenfeit, wond hem op. Werktuigelyk
spelend met den kleinen Bonifaz, trachtte hy in de kern van
't vraagstuk doortedringen, en de eigenaardige richting van z'n
geest--geheel-en-al uitvloeisel van 'n karakter dat slechts vrede had
met eenvoudige waarheid--leidde hem aldra tot de primitiviteit van
opvatting, waaraan alle vraagstukken--ook de moralistische--behooren
getoetst te worden. De steentjes die hy den kleinen jongen toewierp,
en door dezen naar hem werden teruggerold, stelden in z'n verbeelding
al zeer spoedig de koopmanschappen voor, die uit onderscheiden landen
in de naburige streken worden ingevoerd. Behoefte aan betalingsmiddelen
groeide aan naarmate men meer goederen ontving. Zoolang men nu hierin
kon voorzien door het terugzenden van andere waren... zeker, zoo is
het, meende hy. En hy redeneerde: "we zenden... kaas en boter naar
Engeland. Dit moet betaald worden. Zoo 'n koopman ginds, moet iemand
zoeken die van òns geld te-goed heeft voor... wittegrondjes-driekleur
of diemet--'n moeielyk vak, zegt m'nheer Wilkens!--en dan betalen
wy eigenlyk die diemetten met kaas. Maar als we nu te weinig kaas
hebben gezonden om al de lynwaden die wy ontvingen, te betalen, dan
valt het moeielyk in Holland iemand te vinden die geld te goed heeft
van 'n Engelschman. En deze moeielykheid moet overwonnen worden door
hooger bod op den wissel, want het spreekt vanzelf dat het recht om
te trekken in waarde ryst, naarmate het minder voorhanden en meer
noodig is. Wie dus 'n wissel afgeven kan, vraag er méér voor dan...
Aldus peinzend had-i allengs de steentjes die dienen moesten
tot vermaak van den kleinen jongen, verdeeld in soorten die
allerlei koopwaar voorstelden. De vloer van de mangelkamer werd
in landen en provincien afgedeeld. Dáár lag Engeland met z'n
wittegrondjes-driekleur, dáár Frankryk dat wyn leverde, dáár Nederland
met z'n stereotiepe kaas en boter... jazelfs Spanje kreeg 'n plaatsje
met z'n kurk. En hy schoof de produkten heen-en-weer, en schiep
'n handelsbeweging, en vergat daarby zelfs de crisis niet. Bonifaz
had er 't recht begrip niet van, en schopte wel-eens 'n stock of
entrepôt uit elkaar op 'n manier die gevoegelyk kon doorgaan voor 'n
revolutie, die dan door Wouter zoo goed mogelyk by z'n overleggingen
werd in rekening gebracht. Weldra was-i dan ook met de oplossing van 't
fameuze probleem gereed, en hy verlangde naar 't oogenblik dat-i onder
de oogen zyner dame... du jour, z'n tegenstanders uit het zadel ligten
zou. Laat zien wat er verder gebeuren moest. Keizer Kopperlith stond
hem de helft van z'n ryk af, met de hand zyner schoondochter Julie,
die den hemel danken zou dat ze verlost was uit de onwaardige ketenen
van den pseudo-ridder Pompile. Zeer wel, maar hoe triumfeerend ook,
Wouter schonk hem 't leven. Ook Eugène mocht blyven bestaan, en al de
Kruckers, mits ze driemaal 't schoeisel kusten van Wouter's dame. Eén
onzekerheid nog slechts hield den ridder die straks al z'n vyanden
uit het veld zou slaan, in eenige spanning. Zoud-i z'n wapenfeit
uitvoeren in eenvoudig proza of... nu ja, in verzen kwam hem de
nederlaag des vyands verpletterender voor. En verplettering hadden
ze verdiend! Was 't onheusch of niet van al die verwaten ridders,
zoo prat op hun lynwaden en kurken, de romantische mogelykheid
voorby te zien dat de jonge schildknaap zonder geslachtswapen of
uithangbord, misschien de inkognite spruit wezen kon van edelen
stam? Had men niet wat eerbied moeten voelen voor z'n prikkelende
onbekendheid? "Onze jongste bediende, onze jongste bediende!" had
wapenkoning Pompile geroepen... welnu, waarom bezat alleen de edele
Julia--god zegene haar!--roman-takt genoeg, en lektuur-bedrevenheid
en tournooi-instinkt, om onder 't palletootje van den kantoorklerk
'n kampvechter te vermoeden van den eersten rang? Waren ze dan doof
en blind en idioot, al die anderen? Te-wapen, te-wapen! riep alles
Wouter toe. "Jongste-bediende... hm! Ik zàl ze bedienen, jong of oud
dan, maar bedienen zàl ik ze! En aan de wereld en m'n Dame wil ik
toonen... sakkerloot!"
Hier kwam een der meiden berichten dat de jongeheer Bonifaz aan-tafel
werd geroepen, en "Pieterse mocht zoo goed zyn, meetekomen." Wouter
stapte met opgeheven hoofd en saamgeknepen vuisten de kamer in,
waar 't gezelschap dineeren zou. By 't binnentreden kon-i zich niet
weerhouden, Julie een blik toetewerpen die zooveel zeggen wilde als:
"wees gerust, dame van m'n hart, ik heb uw noodkreet verstaan en zal
den goeden stryd stryden. De hoofdzaak ligt in de verhouding tusschen
wittegrondjes-driekleur en hollandsche kaas... wees gerust: uw ridder
is hier!"
Dat Julie hiervan niets begreep, zou te veel beweerd zyn. Ze zag
den heelen Wouter niet, en kon zich dus onmogelyk schuldig maken
aan wanbegrip omtrent z'n bedoelingen. Hy gloeide als 'n kool
en brandde van strydlust, maar... hoe z'n wysheid aan-den-man te
brengen? Eigenlyk was 't Julie's plicht geweest hem op den weg te
helpen. Maar ze hield zich of de heele zaak haar glad ontgaan was! Zoo
zyn die edelvrouwen! Eerst lokken zy 'n ridder op allergevaarlykst
terrein... ze winden hem op tot ylhoofdigen lust om tegronde te gaan
in haar dienst, en dan... wel, ze laten hem over aan zichzelf! Lieve
hemel, domme Julie, begryp je dan niet dat Wouter daar zit te wachten
op 'n blik? Och, och, och... als-i maar door 't eerste woord heen was!
Dat eerste woord liet zich niet gemakkelyk aanhechten. Wouter bespiedde
elke uiting, elken klank, maar... helaas! Wel begon-i 'n paar keer:
"de wisselkoers, m'nheer... maar de woorden stikten hem in de
keel. Het spreekt vanzelf dat de spyzen uitstekend waren, maar wat
baatte dit hèm? De ligtzinnige Julie stelde zich aan alsof ze nooit
'n ridder op post had gezet. Ze lachte, ze keuvelde, ze ginnegapte, ze
vermaakte het gezelschap met haar naïveteit--of met de onnoozelheid die
daarvoor doorging--en sloeg geen acht op haar aanstaanden bevryder uit
de klauwen van 'n al te laag geboren echtgenoot. Wouter preekte zich
voor, dat ze zyn standvastigheid op de proef wilde stellen. Zoo-iets
was meer geschied, meende hy.
De tafelgesprekken waren van de bekende gewichtige soort. De oudeheer
begon weldra luidruchtig te worden en den toon aanteslaan, dien Wouter
had leeren kennen by z'n namiddagbezoeken op 't kantoor. Zelfs tot
hèm richtte de oude babbelaar 't woord, natuurlyk tot groote ergernis
van Pompile, die telkens beproefde den vloed van papa's spraakzaamheid
te doen afloopen in voornamer bedding.
--En jy, mannetje, zeg jy nu eens hoe 't je buiten bevalt? Want,
jongen, je bent nu... buiten! Verbeeld je, mynheer Krucker, hy
meende dat-i buiten was op den singel by de Aschpoort! Hi, hi, hi,
dàt meende-n-i!
De Kruckers vonden dit byzonder dwaas.
--En zeg nu nogeens hoeveel je wel dacht dat de jongeheer Flodoard
te Rome verteerde in 'n heel jaar! Neen, stil, Pompile, laat 'm
begaan! Luister, m'nheer Krucker! In 'n heel jaar, weetje! M'n zoon
Flodoard te Rome!
--Maar, papa...
--Stil, Pompile! Wel, mannetje, spreek op! Laat m'nheer Krucker dàt
eens hooren.
Wouter zweette. Hy zocht Julie's oogen te ontmoeten, maar 't lukte
niet. In-godsnaam! Mèt of zonder aanmoediging zyner dame dan, vóór
z'n dame:
--De wisselkoers, m'nheer...
--Néééééén, dàt is nu de vraag niet! M'nheer Krucker wou zoo graag
weten hoeveel je dacht dat m'n zoon Flodoard... te Rome...
Pompile viel z'n vader in de rede, en had het geluk hem ditmaal van z'n
belangryken topic aftebrengen. Ook een der Kruckers hielp 'n handje,
door met roerende belangstelling naar tyding van Leon te vragen.
--Hy maakt het uitstekend, zei de oudeheer, uitstekend! Zou je
wel gelooven, m'nheer Krucker, dat-i al 'n titel heeft van... o,
zoo'n langen titel! En... hy is weledelgestreng, wat zeg je
daarvan? Wel...e...del...ge...streng, m'nheer Krucker! Is 't niet
waar, Pompile?
--O ja, papa!
--En hy schryft fameus-mooie brieven! Pompile, je moet m'nheer Krucker
eens zoo'n brief van Leon laten zien.
--Zeker, papa!
--En, uw zoon de zeeofficier, m'nheer Kopperlith?
--Die was volgens de laatste berichten te... te... hoe heet het ook
weer, Pompile?
--Te Amboina, papa.
--Juist! En, m'nheer Krucker, weetje wat-i daar gedaan heeft? Hy heeft
er gedanst met de dochter van den Gouverneur. Van... den... gouverneur!
De arme Kruckers kwamen verbazing te-kort. Wouter voelde dat ze hier
'n bewerking ondergingen, van de soort die men op hèm had toegepast,
toen-i flauw moest vallen van bewondering over de vorstelyke uitgaven
van Signore Flodoardo. En deze opmerking bracht hem 'n stapje verder
in menschkunde, of liever ze deelde hem den moed mee om te erkennen
wat-i begreep. Zoolang hyzelf maar patient was, belette hem z'n
verlegenheid om 't kinderachtige van die hoogheidsjacht behoorlyk te
vatten. Maar nu hy op 't gelaat der gasten iets meende te ontdekken
dat naar spot geleek, viel hem 't doordenken iets gemakkelyker. Ook
zonder terugzicht op de schipbreuk die 't geheele gezelschap geleden
had in de opheldering van de koerskwestie, begon hy de mogelykheid
intezien, dat die heele familie Kopperlith met haar buiten en eigen
rytuig en verdere voornaamhedens, wel eens veel lager konden staan
dan ze voorgaven en dan door anderen scheen geloofd te worden. Hy
kon de vergelyking met den onderhoudenden, gezonden toon die er by de
Holsma's heerschte, niet terugdringen, en ze viel zeer tennadeele van
z'n "heeren patroons" uit. Ook maatschappelyk bleken zy eigenlyk geen
recht te hebben op de vergoding die hun door nòg lager geplaatsten
werd toegebracht, want al ware het dat rykdom grond gaf tot zoo groote
vereering, eilieve hoe plat burgerlyk was de inrichting van het huis,
hoe prozaïsch die mangelkamer, hoe bekrompen dat achterbakje van de
britschka, hoe kleingeestig die bekommering over 'n hoedendoos en
'n mand met soezen, hoe kinderachtig dat onophoudelyk streven naar
verheffing op... niemendal! De jongeheer Rodomont had gedanst met
de dochter van 'n gouverneur... gouverneur van wàt, eigenlyk? Lieve
hemel, de Holsma's hadden prinsessen in hun familie, en waren er niet
grootsch op. Hengelden zy naar bewondering van hun hoogheid? Erkenden
ze niet zelfs, zonder noodzaak en zonder schaamte, dat de eenvoudige
Femke na aan hen verwant was... zy, 'n waschmeisje!
Maar hier brak Wouter z'n gedachtenloop af. Dit geschiedde telkens
zoodra haar beeld zich aan hem vertoonde. Elke herinnering uit den
heldentyd van z'n ziel maakte hem den indruk van snerpend verwyt. Het
liefelyke deed hem zéér, en hy voelde slechts kracht tot eigenaardige
zwakheid die den naam draagt van wrevel: die Kopperlith's! Het duurde
dan ook niet lang voor zich deze stemming duidelyker op z'n gelaat
vertoonde dan in deftig gezelschap geoorloofd is. Hy kneep de lippen op
elkander, en zag een der Kruckers--die 't niet helpen kon!--uitdagend
aan. Maar men gunde hem de eer niet, naar de reden van z'n zuurkyken
te vragen. Waarschynlyk zelfs had niemand daarop acht geslagen,
en juist deze verwaarloozing stemde hem bitterder dan ooit. Hy was
woedend en had lust in... vechten. Met wien? Met allen tegelyk, als
't wezen kon. Met Bonifaz en den oudeheer, met Pompile, de Kruckers,
Eugène, de "juffrouw" en Hersilie. Met al wat 'n eigen Buiten had,
en wat er geen had. Met de heele wereld, ziedaar!
Hoe onrechtvaardig ook deze stemming was, het zal den weldenkenden
beschouwer van z'n zielegeschiedenis aangenaam wezen te ontwaren
dat-i nog iets anders was dan kinderlyk en goedig alleen. Het werd
waarlyk tyd.
Na 't eten werden de Kruckers onthaald op den traditioneelen toer. En
ook Wouter mocht meeryden... in 't achterbakjen alweer, waar men hem
't aanminnig Bonifaasje te bewaren gaf. 't Kind mocht er durchaus niet
uitvallen, zei de elsasser konsul. Julie snapte in één adem door,
en Wouter begon te vinden dat ze de proef wat ver dreef. Wel bleef
het 'n zekerheid dat zy de eenige van 't gezelschap was, die blyk
had gegeven van den lust iets te willen doorgronden, maar toch... 'n
beetje droefenis voor den misselyken toestand waarin ze haar ridder
gebracht had, zou niet kwaad hebben gestaan by haar verheven zucht
tot ontwikkeling. Ze babbelde zoo ongedwongen met al die Kruckers,
ze toonde zich zoo geheel-en-al op de laagte van de rest, ze scheen
zoo volkomen tevreden met de toejuiching waarmee de plompe Pompile
haar domste uitvallen vereerde... kortom, Wouter wist niet hoe hy
't had met z'n Dame. Hy zou er veel voor gegeven hebben, haar 'n
oogenblik alleen te spreken... hm, 'n voetval zou er niet kwaad by
staan! Maar... hoe daartoe de gelegenheid te vinden? Als-i 't huis in
brand stak? Dit plan was zoo heel verwerpelyk niet. Al de Kopperliths
en Kruckers geschroeid, verbrand, verkoold, verteerd, vernietigd,
en hy de redder van de weetgierige Julie! Hy zag zich in gedachte,
háár door rook en vlam de trap afdragend! Haar hield hy in de armen,
háár fluisterde hy toe: "wees gerust, edele dame van m'n hart, al die
stommelingen zyn dood en byna begraven! Ik ben hier, ik, Wouter, die
uw dorst naar kennis lesschen wil met m'n laatsten druppel bloed en
'n verhandeling over den wisselkoers...
--Zeg, Pieterse, of hoe heet je, houd m'n parasol wat over 't kind. De
zon steekt zoo!
Deze ontboezeming vloeide over de lippen der schoone Hersilia, die met
haar zonnescherm onzen ridder aantikte, en hem vry gevoelig terugriep
in de werkelykheid. Hy schrikte, en nam 't ding werktuigelyk aan...
--Schuif 't op, jongen! Druk op de veer... daar, daar, de veer in
't stokje! Versta je me niet? Wat 'n onhandig jongetje, Pompile!
Wouter kneep het ding, en voelde neiging de schoone Hersilia daarmee
den kop te kloven. Hy staarde haar zonderling aan.
--Op de veer drukken, weetje? Druk op dat veertjen in 't stokje,
schreeuwde Pompile, die evenmin als de anderen aan iets anders dacht
dan aan onhandigheid, of hoogstens meende dat "de jonge Pieterse"
z'n zuster niet verstaan had.
--Doe 't 'm eens voor, Pompile, zei de oudeheer.
Pompile die op de voorbank gezeten was, stond op en boog zich over 't
gezelschap heen, om den "jongen Pieterse" les te geven in 't openen
van 'n parasol. Maar hy kwam te laat. Wouter kneep, trok, drukte,
schoof, en schoof wat krachtig...
--Ik kàn wel, m'nheer, zeid-i.
... en 't ding was aan flarden! Hy hield den stok in de eene
hand, en de fladderende zy met de andere omhoog als 'n vlag! Het
heele gezelschap was "ontdaan." Men keek elkander verbaasd aan,
als om te vragen wat dit beteekenen moest? Welnu, niemand begreep
het. Niemand kwam op de gedachte dat men hier te-doen had met 'n
gewond menschenzieltje dat iets verscheuren moest om uiting te geven
aan onlydelyke pyn.
--'t Heeft zeven gulden dertien gekost, jammerde Hersilia. Niet
waar, Calbb?
--Je moet altyd begrypen Hersilie, 't is 'n burgerjongetje, riep
Pompile. Hy wist niet wat je bedoelde, zie je? Je moet altyd denken,
't is 'n burgerjongetje, en... nooit in gezelschap geweest. Dáár komt
het van!
--Zeven gulden, dertien!
Het stokjen en de lappen werden, zoo goed het hossen van 't rytuig
toeliet, aan elkaar gepast om nogeens voor 't laatst te bewonderen hoe
het ding er had uitgezien voor de vreeselyke katastroof, Nog 'n paar
maal mompelde de majestueuze Hersilia haar tragisch: "zeven gulden,
dertien" en vry ontstemd liet het gezelschap zich voortkruien door den
zandweg. Toen men thuis kwam, nam Pompile de rol van verslaggever aan
mama op zich. Niemand was meer verontwaardigd dan "de juffrouw." Ze
had wel drie fransche woorden om te betuigen dat de zaak...
--Ja, ja, zeker! zei Pompile. Maar u moet begrypen, mama...
--Hy stond mevrouw zoo délicieus by die gele bergère, maseurde de
juffrouw.
--Goed, juffrouw. Maar ziet u, mama...
--'t Is 'n ware balourdise. m'nheer!
--Zeker, juffrouw! Maar, mama, Hersilie had het niet moeten,
doen, mama. Want zoo'n jongen...
--Fi donc, zoo lomp te zyn!
--Volkomen juist, juffrouw! Maar ik wou aan mama zeggen dat mevrouw
Calbb had moeten begrypen dat zoo'n jongetje...
--'t Is infaam!
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.