De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22

Total number of words is 4494
Total number of unique words is 1562
37.5 of words are in the 2000 most common words
51.3 of words are in the 5000 most common words
59.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
kon ze "over 'n huis gooien" als 'n wel-ingepènd kraamkind uit de oude
bakerschool. "Het is of-i 't al z'n leven gedaan heeft!" betuigde zelfs
m'nheer Wilkens in 'n eenzaam oogenblik van openhartigheid. En ik moet
erkennen dat ook Wouter schik had in 'n bekwaamheid die hem verraste,
't Was hem 'n eerezaak dat er nooit klachten werden ingebracht over
avary, noch zelfs over kreukeling, van goederen die hy had toegerust
om de wereld integaan. Deze eerzucht stond hem schooner dan wrevel,
en het ware te wenschen geweest dat men niet op misdadiger wys z'n
overmaat van goeden wil misbruikt had. Er werd 'n bezigheid voor
hem uitgedacht... neen, 'n bezigheid was 't eigenlyk niet. Het was
'n oefening in geduld, en zelfs dit niet... een kursus in versuffing
dan. Om ieder te geven wat hem toekomt zullen we maar terstond zeggen
dat het vindingryk vernuft van den jongeheer Pompile zich alweer in de
hier bedoelde zaak van 'n zeer gunstige zyde deed kennen. Op zekeren
morgen kwam de oudeheer het kantoor binnensloffen, en onthaalde het
personeel op de gewone inleiding tot z'n belangryke gesprekken:
--Zeg, Pompile, ik hoor van Gerrit dat mama weer heel erg is.
--Zoo, papa?
--Ja, Pompile. De juffrouw heeft hem gezegd dat mama den heelen nacht
gedroomd heeft!
--Dat is zeker nogal heel akelig, papa!
--Ze heeft gistr'avend kreeftensla gegeten, weetje?
--Zoo, papa?
--En daar droomt ze zoo van. De juffrouw heeft aan Gerrit gezegd dat
ze heel zenuwachtig is, byzonder erg zenuwachtig.
--Dat is wel verdrietig, papa!
--Niet waar?
--Héél verdrietig! Want, papa, om u de waarheid te zeggen, de familie
Krucker...
--Ze kan niets verdragen. De juffrouw mag niet borduren...
--Hè, papa?
--Ja, zóó erg is 't! Want... het ophalen van de draad maakt zoo'n
vreeselyk leven, zegt mama.
--Dat is heel fameus erg, papa! Weet u wat de Pleiers zeggen,
papa? Ze zeggen...
--Maar, Pompile, wat zullen wy 'r aan doen? Mama lust haar portwyn
ook niet meer...
--Dat is wel heel ontzaggelyk treurig, papa!
--En ze vraagt nu telkens madera. Ze zegt dat ze zoo zenuwachtig wordt
van chocola, als ze niet terstond daarop twee glazen madera drinkt.
--Zoo, papa? En vroeger, papa, werd mama zoo byzonder zenuwachtig
van madera?
--Zonder chocola, Pompile! De dokter zegt ook dat madera heel gezond
is, maar... met chocola, altyd met chocola! En ook de chocola is niet
goed voor mama... zonder madera, weetje. Maar 't helpt allemaal niet,
als er zoo'n vreeselyk leven in huis is. Dat eeuwige schellen, Pompile!
--Ja, papa!
--De bel staat niet stil, Pompile, en mama schrikt er zoo van.
--Hé, papa, daar is wel raad voor, papa! Zeg, Pieterse, jy moet eens
zoo goed wezen in den kelder te gaan staan, weetje? En als er dan
iemand de stoep opgaat, dan tik je-n-aan 't venster, zieje? En je
ziet... wie 't is? En je vraagt wat ze willen, zieje? En als 't dan
iemand voor de keuken is, dan sluit je de deur, en je gaat zeggen in
de keuken, dat er... iemand voor de keuken is, weetje? En als 't voor
"huis" is, dan sluit je de deur, en je komt hier zeggen aan m'nheer
Eugène... niet waar, Eugène?
--Hm!
...dat er iemand voor "huis" is, zieje? En dan zeg je-n-aan m'nheer
Eugène wie er is. En tegen de menschen zeg je dat mevrouw zoo ziek
is, zoo byzonder erg zenuwachtig, moet je zeggen. Maar denk er aan,
dat je-n-altyd de deur van den kelder sluit. Ziet u, papa, dan wordt
er niet gebeld, en... als dan mama weer beter is, kan ze naar-buiten,
papa. Want ik heb gister de Hockers gesproken, papa, en hun gezegd...
Lieve hemel, hoe kan ik nu weten wat de jongeheer Pompile gister aan
de Hockers gezegd had? Vorder 't onmogelyke niet, lezer! Zonder nu
juist te beweren dat ik geen andere bronnen raadpleeg dan Wouter's
eigen gedenkschriften, spelen toch die dokumenten 'n groote rol in m'n
geschiedkundige navorschingen. Geen lid van de beroemde familie Hocker
heeft zich verwaardigd my iets meetedeelen van 't gesprek waarop hier
de jongeheer Pompile blykt te doelen. En wat Wouter-zelf aangaat, hy
stond reeds lang op-post achter de glasdeur van 't magazyn, voor die
teedere zoon z'n papa deelgenoot maakte van de Hockersche konfidentie.
Ja, daar stond-i! Met z'n gewonen dienstyver hield hy de linkerhand
aan de kruk van de deur, en de andere tot tikken gereed, voor 't geval
dat iemand zich verstouten mocht mevrouw Kopperlith's zenuwachtigheid
te prikkelen door onbescheiden bellen aan de bovendeur. Zóó stond-i
daar dan uren achtereen in die kelder-atmosfeer op-schildwacht
voor mevrouw Kopperlith's rust! Geen vlieg zou kunnen naderen
zonder aangeroepen te worden. Nooit bracht 'n schildknaap die zich
voorbereidt tot het ontvangen van den ridderslag, meer konscientie
mee in z'n wapen-vigilie dan Wouter aan z'n afmattende taak ten-koste
lei. Waarlyk, de verdienste zyner inspanning was niet gering! Dat
z'n naastbyliggende plicht alweer met z'n wenschen noch met z'n
gaven overeenkwam, doet minder ter-zake. Die gaven kende hy niet,
en z'n wenschen telden niet mee. Het sprak vanzelf, begreep hy,
dat men zich moeite en onaangenaamheden getroosten moet om "iets te
worden in de wereld" en 't kwam niet in hem op dat er misbruik werd
gemaakt van z'n goeden wil. Hy beschouwde de vreeselyke verveling
die hy te bestryden had--en den stank!--als zoovele vyanden die
op-straffe van lafhartigheid moesten verslagen worden, en hy week
dus niet! In gewone gevallen zou het niets-doen-op-zichzelf hem
geen plaag geweest zyn, omdat hy al zeer spoedig in de vryheid zyner
gedachten 'n middel zou gevonden hebben tot bezigheid niet alleen,
maar zelfs tot uitspanning. Geen gegeven was hem onbruikbaar tot
punt van uitgang. Een luchtbelletjen in de vensterruit, de richting
van de reien der straatsteenen, 'n voorbydryvend wolkjen... alles
en 't minste was voldoende om hem aan 't denken te brengen en te
houden. Maar juist dit was hem ontzegd, want hy vreesde aftedwalen van
't besef zyner naastbyliggende verplichting. Was-i niet zoo-even reeds
byna gereed met z'n berekening hoevelen der voorbygangers wel in-staat
wezen zouden 'n examen afteleggen als hulp-onderwyzer, toen de jongen
van den pasteibakker reeds drie treden van de stoep had bestegen, om
de taartjes te komen brengen die mevrouw Kopperlith moesten troosten
in haar vreeselyke ziekte? Wouter schrok van z'n nalatigheid, en
beloofde zich plechtig z'n neiging tot denken, vorschen, uitpluizen,
redeneeren, te offeren op 't altaar van z'n onverheven plicht. Zoo
ver mogelyk liet hy z'n blikken rechts en links de straat beheerschen,
om by-tyds--en liefst te vroeg--te kunnen beoordeelen welke onverlaat
'n storing der rust van mevrouw Kopperlith in 't schild voerde. Maar
zéér ver reikten z'n bespiedende oogen niet. Aan-weerszy werden de
beenen van den hoek dien hy overzag, door de uitbouwsels der stoepen
saamgedrongen tot 'n engte die voortdurende oplettendheid vorderde,
en hem telkens plaagde met den angst dat z'n waarschuwing te laat
komen zou. De gedachte rees in hem op: als ik maar voortdurend tikte,
en iedereen van 't beklimmen der stoep terughield? Hm... dat zou
gek staan! Wat zou ik zeggen? "M'nheer, ben je-n-ook misschien van
plan hier aanteschellen aan de bovendeur?" Hy zag in, dat dit niet
kon. En ook, dat er in den handel 'n groote mate van geduld noodig
is. En dan... dat pynlyk slapen van z'n linkerbeen!
Volgens geloofwaardige annalen beging hy in dit gedeelte van z'n
loopbaan slechts twee keer 'n fout. Eens had 'n bedelbrief-industrieel
z'n waakzaamheid verschalkt, door by arglistige overklimming van de
achterleuning der stoep, de bovenbel te bereiken. De jongeheer Pompile
was er zeer verstoord over, en ook Wouter-zelf voelde verdriet. Wat
zou er van hem worden by zoo'n slordige plichts-vervulling?
Een andermaal had hy aan de majestueuze Hersilia den toegang door den
kelder geweigerd. In-plaats daarvan sloot hy haar de glasdeur voor
den neus dicht, en ging op 't kantoor aan m'nheer Eugène zeggen: dat
mevrouw Kalbb daar was: "voor huis" naar-i giste. Zeker, ze kwam voor
"huis" en was zeer boos "dat die jongen 't in z'n hersens had genomen,
háár niet doortelaten." Wouter ontving by deze gelegenheid onderricht
in 't groote verschil tusschen: "papa's eigen dochter, mevrouw Kalbb,
weetje, de eigen vrouw van den konsul van 't heele land Elsas, weetje,
en... allerlei gemeen volk dat misschien wat stelen zou in 't magazyn!"
Hy beloofde beterschap, en hield woord. Het tooveren moet wel
inderdaad 'n onmogelyke zaak zyn, want Wouter leerde het niet
achter die glasdeur. Wat de verantwoordelykheid der Kopperlith's
aangaat... wat wisten zy daarvan? Het verslonsen eener ziel is geen
handelszaak waaraan men aandacht hoeft te wyden. In-plaats daarvan
hielden ze treffende verhandelingen over 't bederf der kleuren
van de stapeltjes die vooraan in 't magazyn beschenen werden door
'n straaltje zon. Wouter moest zorgen dat ze altyd gedekt waren met
'n stuk zaklinnen of papier, want:
--Kleuren kunnen de zon niet verdragen, zei Wilkens, leer dàt van my!
Wouter leerde het, en verzorgde die voorste stapeltjes als z'n
oogappels. Geen zon zag kans ze te bereiken zoolang hy was aangesteld
als beschutter. Wat echter het beschutten der kleuren van z'n gemoed
aangaat... komaan, waren die heeren huns broeders hoeder? En Wouter
wàs niet eens 'n broeder. Geen neef zelfs. Hy was 'n burgerjongetje,
en de heeren Kopperlith woonden op de Keizersgracht. Ze behoefden
't zich niet aantetrekken dat hy zich daar stond te vervelen en
te versuffen tot krankzinnig-wordens toe! Misschien zelfs wisten
zy niet eens dat er kwaad in stak. Maar welke professor had dan
overredingskracht genoeg bezeten om hen te doordringen van 't besef
dat gekleurde lappen 't licht niet verdragen kunnen? Wie toch had déze
wysheid weten intepompen aan zulke indociele gemoederen? Magnus Apollo!
Doch zie, dat geestverdoovend schildwacht-staan was 't ergste niet! Aan
veel gevaarlyker proef werd Wouter gewetenloos blootgesteld door de
hem opgedragen taak om elken ochtend de brieven van de post te halen,
of liever: om te vragen of er brieven waren? Want drie, vier malen
's weeks kwam hy met ledige handen op 't kantoor. De toon waarop
hem dan de jongeheer vroeg: "of er alweer niets was?" maakte den
indruk alsof hy 't helpen kon dat niemand 'n wittegrondje-driekleur
bestelde. Toch was hem die gang naar 't postkantoor en 't wachten
daar, een der minst onaangename plichtjes van z'n betrekking, en
hierin lag juist het gevaarlyke.
De soort van 't gezelschap waarmee hy daar kennis maakte, heb ik
reeds met 'n enkel woord omschreven. Indien niet Wouter door byzondere
omstandigheden in deze levensperiode was voorbeschikt tot afdwaling,
zou hy voorzeker in dien omgang geen smaak hebben gevonden. Maar er
bestond by hem wel degelyk aanleiding tot misgrypen, en zelfs byna
noodzakelykheid. Sedert eenigen tyd voelde hy zich ontwassen aan
al het kinderlyke zyner eerste ideaaltjes, en al zocht hy nu niet
uitdrukkelyk naar aanvulling van de hierdoor teweeggebrachte leegte,
toch onderging hy onbewust de gevolgen van die ylheid. Ware dat eerste
hoofdstuk van z'n zieleleven opgevolgd door ingespannen arbeid--ook
zelfs door schynbaar vernederenden arbeid, mits: vermoeiend!--dan
had de overgang van kind tot mensch geleidelyk plaats gevonden,
en er zou weinig of geen kracht zyn verloren gegaan, iets wat in
psychologie, als in werktuigkunde, de eisch is. Hierop waren dan
ook de vermaningen van Holsma voornamelyk gegrond. Wouter moest
genezen worden van z'n voorliefde voor 't kontemplatieve, de klip
waarop zoovelen--en de slechtsten niet!--te-gronde gaan, en die
hen doet aanlanden in de buurt waar ze 't minst te-huis behooren:
by de luiaards. De hier bedoelde methode laat zich, zonder de minste
aanspraak op wetenschappelyken klank--maar de uitdrukking is er niet
minder schilderachtig om--samenvatten in 't huisbakken voorschrift:
"zit niet te droomen, steek je handen uit!" Denken is voorwaar
des menschen edelste bezigheid, maar juist het wèl denken schryft
handeling voor. De maat der splitsing tusschen 'n geoorloofd toegeven
in bespiegeling, en dat: "handen-uitsteken" is evenwel geenszins voor
allen gelyk. Dit laatste is niet by-uitsluiting laag by den grond. Het
eerste niet, op en door zichzelf, verheven. De verhevenheid ligt in de
korrekte toepassing van beiden. Een onpraktische droomer staat waarlyk
niet hooger dan de domste "man van zaken." We kunnen evenmin in de
wolken wonen als in den modder, en er bestaat geen enkele reden om
aan 't vervliegen van geest de voorkeur te geven boven 't smoren van
geest. Het maat-houden tusschen deze beide uitersten is onze taak,
en niet alleen ontwaren wy telkens groot verschil in neiging tot
overslaan, wanneer we onderscheiden individuen met elkander vergelyken,
maar zelfs in den enkelen mensch bestaat groote onregelmatigheid. In
sommige perioden van het leven hebben wy ons in acht te nemen tegen de
gevaren van onberaden vlucht. 'n Andermaal moeten wy onszelf opwekken
en inspannen om de mollegangen te verlaten waarin we bezig-waren ons
te versteken. Uit de wet der traagheid alweder is het te verklaren
dat wy, na terugkeer van den verkeerden weg, ons vergissen in de
maat van afwyking aan de andere zyde. Dit oscilleeren is geestelyk en
zedelyk leven. Hoe kleiner de boog, die de tong der balans beschryft,
hoe beter, maar volslagen stilstand zou de dood zyn.
Wat Wouter aangaat, hy streed nog niet. Het kleine voorpostengevecht
met die vreeselyke "naastbyliggende plichtjes" vorderde wel zware
inspanning, doch wortelde niet in 'n beginsel. Hy deed dit omdat-i
by-uitstek dociel was, en 't werd hem voorgeschreven door iemand dien
hy achting toedroeg. Er scheelde weinig aan, of hy zou 't zichzelf
hebben toegerekend als 'n goedige poging om dokter Holsma pleizier
te doen. En deze beschouwde z'n voorschrift eenvoudig als 'n tydelyk
middel om hem zonder struikelen heen te helpen over de hinderpalen
van z'n leeftyd. Het was nu eenmaal de waarheid dat hy aan dat:
"handen-uitsteken" behoefte had, een ziekteverschynsel waaruit zich
myn ingenomenheid met het pak-naaien laat verklaren. Indien ik over
hem te beschikken had gehad, hy zou eenige jaren leerjongen by
'n smid geworden zyn. Geenszins om hem binnen de grenzen van dit
ambacht te bepalen--'n smid met Wouter's gaven zou zich onmisbaar
ontwikkelen tot 'n Krupp!--maar om z'n al te eenzydige neiging
tot het kontemplatieve te-keer te-gaan, en die te-gelyker-tyd voor
zooveel noodig, te steunen. Met vermoeide leden zou hy dan 's avonds
neervallen op z'n stroozak, en den volgenden morgen geen herinnering
hebben van de gedachten die hem hadden bezig-gehouden na 't uittrekken
van z'n tweede kous, ja van z'n eerste misschien. En wat het opwekken,
aanwakkeren en voeden van z'n zucht tot bespiegeling aangaat, juist
dáártoe is niets geschikter dan een handenarbeid die genoeg inspanning
van spieren vereischt om op zeker oogenblik van lichamelyke afmatting
"halt!" toeteroepen aan de fantazie. Vóór dat oogenblik werken de
geestvermogens regelmatiger en met beter uitslag, dan wanneer men
zich meent bezig te houden: alleen met denken.
Dit eenmaal aangenomen, zie ik niet in dat het trekken aan den
blaasbalg eener smidse onzen Wouter zou geschaad hebben. Dàt, of
zoo-iets, ware hem weldra de basparty geworden, waarop hy de melodien
had kunnen zetten waarvan z'n ziel vervuld was, doch die hy nu niet
verstaanbaar wist te maken, noch aan anderen, noch aan zichzelf. En,
by-gebreke van zoo'n handleiding liep hy gevaar...
Wel zeker, hy maakte kennis met die jongelui by 't postkantoor! Zy
zouden 't hongerig zieltje vullen met hun voosrype wysheid. En Wouter's
eetlust was groot! Niet alleen psychologisch leed hy honger. Ook
in maatschappelyken en huiselyken zin was dit het geval. Hy voelde
behoefte aan gezelligheid. We weten reeds dat hieraan ten-zynent niet
voldaan werd. En wat de "heeren op 't kantoor" aangaat... ze deden
er niet in.
Doch in gezelligheid werd wèl "gedaan" door die jongeluî aan
't postkantoor. Nu ik eenmaal--met stoute miskenning der waarheid
zoowel, als van de lokaal-kleur--de heeren Ouwetyd & Kopperlith tot
'n "handelshuis" heb verheven, durf ik even ongepast die loopjongens
bevorderen tot kantoorbedienden. Zoo namelyk betitelden zy zichzelf. De
eerste aanleiding tot kennismaking werd geleverd door de ontmoeting
met een der Hallemannen. Ook hy was: "jongste-bediende." Wouter sprak
hem aan, en zei: "Gus!"
--Ah zoo... je bent Pieterse, geloof ik.
Wouter keek vreemd op by dit "geloof". Maar Pieterse wàs-i.
--Ja zeker, Gus. Wèl, ken je me niet meer?
--Ik ken je wel, maar ik moet je ronduit zeggen dat ik geen
kinderachtigheid verdragen kan. 't Lykt wel of we schooljongens zyn,
zoo praat je!
Wouter begreep er niets van. De zaak was, dat-i: Halleman had moeten
zeggen. Hy leerde dit, en weldra begon-i ook z'n eigen familienaam
mannelyker en aanzienlyker te vinden dan: Wouter. Hy zag al zeer
spoedig dien Gus voor 'n groot man aan, die 'n breede opvatting van
't leven had. De kwajongen was dan ook inderdaad 'n tweetal jaren ouder
dan hy, en wel twintig in kennis, gelyk we zien zullen, of nagenoeg.
Ach, lezer, ik heb 'n verdrietig werk te doen. Vloek over de
ellendelingen die m'n Woutertje blootstellen aan zùlke kennismaking!
--En by wie ben jy op 't kantoor?
--By de heeren Ouwetyd & Kopperlith... Keizersgracht, weetje?
--Hm! Dat's nu juist zoo'n heel groot huis niet! In 't geheel niet. Wy
doen in koffi. Jelui doet, geloof ik, op Smirna, hè?
--Dat weet ik nog niet, zei Wouter, ik ben er pas.
--Zóó? Weet je dat niet. Nou, dat's 'n rare!
Nieuw aangekomen "jongeluî" sloten zich aan, en hadden heusch als
wezenlyke menschen gegroet met: "morge, heeren!" Misselyk en komiek,
maar 't was zoo. En Wouter vond dien toon uitstekend. Hy had zich
zoo'n verheffing zelfs in 'n droom niet durven voorstellen. Helaas,
hy die zoo kort geleden nog in den omgang met zichzelf zich wys-maakte
dat-i god wàs, en koning... worden zou, hy voelde zich gestreeld
'n stuk heer te zyn in de oogen van kwajongens die almede voor iets
als heeren wilden doorgaan!
--Zeg, dàt's 'n rare! Hy weet niet eens waarin ze doen. Hoe vind
jelui die?
De "heeren" vonden 't byzonder gek. En Wouter, die zeer gevoelig was
voor spot, werd verlegen.
--Maar, zeid-i stamelend, je vroeg iets van Smirna, en dàt begreep
ik zoo gauw niet. Een van onze jongeheeren is te Rome. Meen je dàt
misschien?
--Wy zyn op Portugal, zei 'n derde.
--En wy op de Oostzee. Granen, weetje?
--Hoe héét dan je huis? vroeg 'n vyfde.
Wouter noemde de firma.
--Wel, wat bliksem...
't Sprekertje vloekte alleraardigst. En dit deed het heele
troepje. Toch ging 't de mannetjes niet glad af. Men kon duidelyk
bespeuren dat ze nog niet recht thuis waren in de handige toepassing
van al hun mannelykheid. Dit was er 't grappige van.
--Wat bliksem, dat is in manufakturen! Weet je dàt niet? In
manufakturen, zeg ik je.
En de spreker-zelf betuigde dat-i "in" assurantie was.
--Kyk maar, daar heb je polissen. Dat zyn allemaal polissen, weetje?
En allen beschouwden met eerbied 'n pakje blanko-dokumenten, dat de
loopjongen zoo-even uit den kantoorboekwinkel gehaald had.
--Ja, ja, polissen! zei Gus, met 'n nadruk die zooveel beduidde als:
"ik weet precies wat dat voor dingen zyn. Ik heb er ook in gedaan."
--Kyk, wat 'n mooie meid!
--Pst, pst! Hei! Kom 'reis hier!
Het dienstmeisje dat zoo hoffelyk werd aangeroepen, spuwde op den
grond, en liep door. Het beste wat ze doen kon! Ze hoefde niet de
minste kuisheid te-hulp te roepen om zich zedig te betoonen.
--'t Is Mie uit de bakkery, zei 't huis op Portugal. Nou!
Welke lezer verstaat dit "nou?"
--Nou! zei 'n tweede.
--Nou! herhaalde 't koor.
Wouter begreep er niets van. En dit was te dommer van hem, omdat hy de
gelaatstrekken zag, die dezen uitroep vergezelden. Kon hy 't helpen
dat-i nog altyd de hiërogliefen van gemeenheid niet grif lezen kon,
die al dat genou illustreerden? Erg genoeg dat-i weldra die taal zou
leeren verstaan. Vloek over de Kopperlith's!
Waarschynlyk keek hy onnoozel, want een van z'n leermeesters vroeg hem:
--Ben jy op 'n kantoor, jy?
--Ja... in... manufakturen, heusch! antwoordde Wouter.
--Weet je wat ik geloof? Ik geloof dat je nog maar 'n nuchter kalf
bent. Dàt geloof ik er van!
En deze overtuiging werd bezegeld met 'n kernachtige
heerenuitdrukking.
--Hy is zoo onnoozel als...
Als 't een-of-ander maar, dat niet onnoozeler behoeft te zyn dan wat
anders, wanneer 't slechts terdeeg gemeen klinkt. De bedoeling zal
geweest zyn dat-i byzonder onnoozel was.
--Zeg, weet jy nog niet eens waar de kindertjes vandaan
komen? Nou... dàt mankeert er maar aan!
Goddank, dit wist Wouter! En als hy 't niet geweten had, zou hy hier
in de gelegenheid geweest zyn het te vernemen, en wel op 'n manier sui
generis. Ook andere wysheid was hier optedoen, die wel strikt genomen
evenmin nieuw was voor den leerling, maar welke hem dan toch werd
meegedeeld in bewoordingen die hem onbekend waren. Uit verregaande
mannelykheid hield hy zich als sedert lang behoorlyk ingewyd. Hy gaf
zich moeite om zoo wys mogelyk te lachen, wat hem slecht afging en
heel leelyk stond.
't Was 'n liederlyk troepje. Ik heb op dit oogenblik geen lust
uitvoeriger te zyn.
Wat Wouter aangaat, hy werd by dat Postkantoor bedorven voor-zoo-ver
hy te bederven was. Dit blyft, met of zonder uitvoerige beschryving,
treurig genoeg.


Over zekere volksverhuizing die--by groote uitzondering,
voorzeker!--inderdaad heeft plaats gehad. Wouter, al lager en lager
zakkende, komt eindelyk te-land achter de "britschka van Papa."

Op zekeren dag was er 'n groote beweging op de Keizergracht by de
Vellestraat. De vensters der bovenverdiepingen aan den overkant prykten
met dienstmeisjes die dagdievend op den uitkyk stonden. Misschien
ook gluurden enkele stervelingen die zich verbeeldden oneindig
verhevener standpunt intenemen, door 'n kykgaatjen in de gordynen der
beneden-voorkamers. Voorbygangers die meer tyd hadden dan bezigheden
of voortvarendheid, bleven staan by 'n schouwspel...
Hier zou nu romanshalve de beschryving van dat schouwspel moeten
volgen. Helaas, lezer, wat zal 'n arme auteur doen? Er was, om
de waarheid te zeggen, eigenlyk niets byzonders te zien, en de
opmerkzaamheid van die dienstmeisjes, voorbygangers en... anderen,
was maar 'n blyk te meer van de bekende armoed aan indrukken, die
ik reeds in den tweeden bundel behandelde. Wilt ge die bladzyde eens
naslaan lezer? (Verz. Werken, IV:37, I. 451.)
"De Kopperlith's gaan naar buiten" verhaalden elkander de Grietjes
en Mietjes uit de buurt. En wie zich byzonder goed onderricht wilde
toonen, kwam 'n half-uurtje na 't ontvangen van die boodschap terug met
de vraag: "zeg eens, weetje wel dat de Kopperlith's naar-buiten gaan?"
Ik zou 'n onwaardig geschiedschryver wezen, als ik verzweeg dat zich
hier-en-daar 'n variant voordeed. Drie mevrouwen, negen "juffrouwen",
zeven-en-twintig kameniers--tevens linnen- en kindermeiden--verzekerden
niets, maar namen zich voor, by de eerste gelegenheid te onderzoeken of
't wel wezenlyk waar was dat de Kopperlith's naar-buiten zouden gaan?
Ja, zeg ik. Ja! Ja! Ja! De Kopperlith's zouden inderdaad
naar-buiten gaan. Er lag 'n zolderschuit voor de deur. Om nu den
niet-Amsterdamschen lezer, die evenmin weet wat 'n "zolderschuit"
is, als wat "voor de deur liggen" beteekent, te doen verlangen naar
'n herdruk met noten, geef ik hier de onheldere toelichting dat
'n zolderschuit zeker brak-watervaartuig is, zonder zolder, maar
met 'n vloer. "Voor de deur" beduidt hier zooveel als in de gracht
"waarop" het huis staat. Wie hiervan nu niet veel begrypt, geeft blyk
van zekere bekwaamheid, maar 'n Paryzenaar of andere buitenman moet
zich niet verbeelden dat men zoo op-eenmaal 't ware begrip hebben
kan van de eigenaardigheden eener stad als Amsterdam.
Een zolderschuit lag alzoo voor de deur, en de gedienstige geesten
van den huize waren druk in-den-weer met het aansleepen van den
inboedel. Oppervlakkig kan het bourgeois voorkomen, dat de begrooting
van de familie Kopperlith geen dubbel stel meubels dragen kon. Eilieve,
om dat verhuizen was 't juist te doen! De buren en voorbygangers
moesten de zolderschuit en de bereddering zien, die hier op de
Keizersgracht denzelfden ontzag-inboezemenden dienst deden, als de
beeremuts van Holsma's koetsier by de Pietersens. En dit moest nogeens
geschieden in 't laatst van Oktober, by het thuiskomen. Ook dan weer
zou de heele buurt zeggen: "weet je wel dat de Kopperlith's weer in
de stad zyn?" Er is niets wat zoozeer op de eigenaardige zotternyen
in zekeren stand gelykt, als de... zotternyen in 'n anderen stand. Wie
er een kent, kent ze allen.
Alle-man was te-hulp geroepen. Daar waren Flip de kruier met
z'n kameraden. Ook de koetsier met 'n paar geïmprovizeerde
noodhulpen. Gerrit's rhumatieke styvigheid bleek dien dag redelyk
lenig, misschien wel omdat "die Wullekes" niet in de zaak betrokken
was. Zelfs--o hemel!--werd er meegeholpen door de kamenier,
en--o, honderd hemels!--door de "juffrouw." Ieder ligtte, schoof,
reikte aan, zette te-recht, droeg, stutte, duwde, trok en riep:
"voorzichtig!" De intelligente lezer begrypt dat de "juffrouw" die
'n ontzettend quantum fatsoen had optehouden of... te veroveren,
zich slechts waagde tot aan de huisdeur, en... schuchtertjes maar! De
voorbygangers mochten eens ontdekken dat ze handen aan 't lyf had. En
de kamenier-linnenmeid... nu ja, ook deze waardigheidsbekleedster was
niet gehuurd op kruierswerk. Ieder moet z'n stand ontzien, en ze kwam
dus niet verder dan de derde stoeptree, wèl geteld.
Al die meubels moesten naar Groenenhuize. "Mama" zou volgen met
byzondere gelegenheid. Hoe 't gelukt is, haar uittepellen... neen,
deze uitdrukking deugt niet. Ik dacht aan limburger peteunekes, maar
die behoeven niet héélgehouden te worden, en dáárop kwam 't in dit
byzonder geval juist aan. Met 'n speld pluist men zulke alikruikjes
by stukjes en brokjes uit hun huisjes, en de weledelgeboren Vrouwe
Mevrouwe Kopperlith moest uit haar zy- en binnenkamer worden voor
den dag gehaald... integraal! Dit slechts weet ik, dat zy weinige
dagen later den bodem van Groenenhuize bezwaarde, en dat ook de
oudeheer z'n verveling daarheen overplantte met wortel en tak. De
jongeheeren vertrokken vrydags-avends of saterdags-ochtends uit de
stad, en kwamen meestal 's maandags terug. Gerrit en z'n egae Jans
werden, zooals sedert jaren de gewoonte was, tot huisbewaarders
bevorderd. De ware, echte, fatsoenlyke zomer was alzoo aangebroken
en de jongeheer Pompile kon z'n woord lossen aan de Pleiers en de
Hockers en de Kruckers... goddank!
Intusschen was Wouter's verveling op 't kantoor, op de zolders,
en in 't magazyn, niet gemakkelyk naar den eisch te beschryven. Het
pynlykste daarby was dat-i zich altyd moest aanstellen alsof hy wat
uitvoerde. Want m'nheer Wilkens beweerde dat er voor 'n jong-mensch
altyd iets te doen was: "leer dàt van my!"
Dit is waar, o m'nheer Wilkens! En ik zou byna durven verzekeren dat
er ook voor 'n oud mensch gewoonlyk iets te doen valt. Maar dit was
de vraag niet. De vraag was wàt men aan Wouter te doen gaf. Of er
voedsel voor den geest stak in dien arbeid? Heilzame vermoeienis voor
't lichaam? Geveegd hàd-i. Gekopieerd hàd-i. Stalen uitgezocht, geknipt
en opgeplakt, hàd-i. Hy kende de patroontjes van al die gekleurde
sitsen uit het hoofd, met de nummers van het stalen-kontraboek
er by... ja heusch, en zelfs in den droom! Dat slangetje met 'n
gebroken kruisjen en 'n wipjen of 'n brokkelig moesjen op 'n blauwig
marmer grondje, was... zesduizend zooveel, waarlyk! En zeventien
nummers lager stond hetzelfde patroon, maar de moesjes waren rond,
en 't wipje wipte wat minder. En die diemetten, en die fancy-checks
en die fancy-stripes... och, hy wist het aantal draden op elken
inch van schering en inslag! En wat er te rekenen viel, was niet
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 01
    Total number of words is 4413
    Total number of unique words is 1525
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 02
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1441
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    59.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 03
    Total number of words is 4411
    Total number of unique words is 1603
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 04
    Total number of words is 4612
    Total number of unique words is 1737
    33.1 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 05
    Total number of words is 4460
    Total number of unique words is 1639
    35.7 of words are in the 2000 most common words
    48.9 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 06
    Total number of words is 4487
    Total number of unique words is 1557
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    53.9 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 07
    Total number of words is 4614
    Total number of unique words is 1546
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    60.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 08
    Total number of words is 4588
    Total number of unique words is 1523
    38.3 of words are in the 2000 most common words
    53.4 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 09
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1489
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 10
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1676
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    51.1 of words are in the 5000 most common words
    57.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 11
    Total number of words is 4555
    Total number of unique words is 1599
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 12
    Total number of words is 4647
    Total number of unique words is 1435
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.7 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 13
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1559
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 14
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1566
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 15
    Total number of words is 4508
    Total number of unique words is 1485
    36.6 of words are in the 2000 most common words
    50.1 of words are in the 5000 most common words
    56.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 16
    Total number of words is 4483
    Total number of unique words is 1622
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 17
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1406
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    58.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 18
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1509
    37.7 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    59.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 19
    Total number of words is 4532
    Total number of unique words is 1593
    36.3 of words are in the 2000 most common words
    51.7 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 20
    Total number of words is 4425
    Total number of unique words is 1739
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 21
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1711
    36.8 of words are in the 2000 most common words
    50.2 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 22
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1562
    37.5 of words are in the 2000 most common words
    51.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 23
    Total number of words is 4465
    Total number of unique words is 1510
    37.9 of words are in the 2000 most common words
    52.3 of words are in the 5000 most common words
    59.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 24
    Total number of words is 4503
    Total number of unique words is 1591
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 25
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1618
    37.8 of words are in the 2000 most common words
    52.6 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 26
    Total number of words is 4910
    Total number of unique words is 1392
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 27
    Total number of words is 4854
    Total number of unique words is 1475
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 28
    Total number of words is 4992
    Total number of unique words is 1332
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    66.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 29
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1522
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 30
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1584
    37.1 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 31
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1608
    38.6 of words are in the 2000 most common words
    52.7 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 2 - 32
    Total number of words is 16
    Total number of unique words is 15
    59.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.