De Leeuw van Vlaanderen - 20

Total number of words is 4652
Total number of unique words is 1426
45.7 of words are in the 2000 most common words
64.6 of words are in the 5000 most common words
73.5 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
herinnerden zich hoeveel bloeds hun vaderen voor de vrijheid vergoten
hadden. Tranen lekten soms uit hun ogen,--van die tranen, welke de ziel
ontlasten wanneer zij te vol vuur is en dat edele driften haar doen
gloeien.
Wellicht zal men denken dat de Deken der wevers het werk nu voltooid achtte
en dat hij zich bezighield met zijn geplunderde woning te herstellen. Neen,
hij dacht noch aan zijn woning, noch aan de rijkdom, die hem ontroofd was:
het welzijn en de rust zijner broederen was zijn eerste zorg. Wetende dat
er tussen de vrijheid en de wanorde maar één nacht is, deed hij nog
dezelfde dag uit ieder ambacht een Ouderling kiezen, en stelde dezelve met
de toestemming des volks aan het Bestuur. Hij werd niet als voorzitter van
deze raad benoemd, hij kreeg geen last, maar nam ze alle. Niemand dorst
iets zonder hem doen, zijn raad was een bevel in alle zaken, en, zonder
ooit iets te gebieden, was zijn gedacht het uitsluitelijk richtsnoer van
het gemenebest:--zo wijd is de heerschappij des vernufts.
Het Franse leger was nu wel vernield, maar het was zeker dat Philippe le
Bel nieuwe en talrijker benden in Vlaanderen zenden zou om de hoon, hem
geschied, te wreken. De meeste Burgers dachten weinig aan deze schriklijke
zekerheid, het was hun genoeg nu vrij en vrolijk te zijn; maar Deconinck
deelde niet in de openbare vreugde: het was in zijn hart dat het geluk zich
besloten hield, hij had het tegenwoordige reeds vergeten om de toekomende
rampen af te weren. Het was hem niet onbekend dat de geestdrift en de moed
des volks met de tegenwoordigheid des gevaars eindigt; ook deed hij alle
moeite om het denkbeeld des krijgs gedurig in de stad te doen heersen.
Ieder ambachtsman werd een Goedendag of een ander wapen gegeven, en de
vaandels werden opnieuw ingericht, met bevel om zich altijd tot de strijd
gereed te houden: het ambacht der metselaars begon de vestingwerken te
herstellen, en in alle werkhuizen der smeden was het verboden iets anders
dan wapens voor de Gemeente te maken. De tol werd hersteld en de
stadspenningen gelicht. Door die wijze maatregelen deed Deconinck al de
gedachten, al de pogingen tot één doel strekken, en bewaarde zijn vaderstad
voor die menige onheilen, welke een grote beroerte, hoe edelmoedig ook,
altijd met zich sleept.--Men zou gedacht hebben dat het nieuwe Bestuur van
Brugge zich door lange jaren had bevestigd.
Onmiddellijk na de verlossing, en terwijl het volk de wijn der vrolijkheid
in al de straten dronk, had Deconinck een bode naar het leger te Damme
gestuurd, om de overige ambachtslieden in de stad te roepen. Machteld was
met hen gekomen, en men had haar een prachtige woning in het Prinsenhof
aangeboden; doch zij verkoos het huis van Nieuwland, de plaats waar zij zo
menig droevig uur had doorgebracht, de plaats aan dewelke al haar dromen
van liefde en rouw gehecht waren.
Hier vond zij in de goede zuster van Adolf een tedere vriendin weder, in
het hart derwelke zij de liefde en de bangheid haars beklemden boezems
storten kon.--Het is zo heilzaam voor ons, wanneer de dode droefheid ons
prangt, iemand te vinden die door zijn eigen smart ons leed verstaan kan;
iemand die bemint hetgeen wij beminnen, en wiens klachten weergalmen onzer
klachten zijn:--zo omhelzen twee zwakke wijngaardranken elkander, en tarten
de verdelgende stormorkaan, die hun steunloze hoofden ter neder wilde
knakken. Voor ons is de droefheid en de smart een orkaan die door zijn
ijskoude adem onze zielen van vuur en leven berooft en onze hoofden voor de
ouderdom ten grave doet hellen,--alsof de jaren van rampspoed de mens
dubbel werden toegerekend.
Voor de vierde maal verhief zich de zon met luisterrijke gloed boven het
vrije Brugge.--Machteld zat alleen in de kamer, die zij eertijds ten huize
van Adolf van Nieuwland had bewoond. De trouwe vogel, de geliefde valk was
niet meer met haar, hij was dood. Op de stille wezenstrekken der Jonkvrouw
waren de ziekte en de mistroost met bleke kleuren geschetst; haar ogen
waren dof, haar wangen uitgeteerd, en alles deed zien dat de worm des
lijdens haar het hart knaagde. Echter kwam soms nog een zoete uitdrukking,
iets dat naar een glimlach zweemde, haar lippen bewegen, wanneer zij haar
ogen rond de kamer liet gaan: alles wat haar omringde, sprak van Adolf.
Daar was het dat het geheim zijns harten in gloeiende minnewoorden hem
ontvallen was--daar was het dat hij bevend en gelukkig zijn lippen op haar
voorhoofd geplaatst had. Het beeld van de jonge ridder zat voor haar
geknield, zijn ogen smekend tot haar geheven; zij luisterde alsof zij de
tonen van een heimlijk gezang wilde vatten; gewis suisde de stem van Adolf
haar in het oor;--en dan liet zij, in een zachte droom onttogen, haar blik
op hem neergaan,--dan bewoog zij haar lippen en sprak met onvatbare
woorden: "Kom rust op mijn hart, o gij de man die ik bemin, de bruidegom
door God en mijn vader mij geschonken!"
Dit bedrieglijke beeld was het, dat haar ziel op haar lippen deed
glimlachen, maar hoe kort was deze leugenachtige vreugde, hoe pijnlijk de
onttovering!--Weldra scheurde het onverbiddelijk geheugen de blinddoek af,
en dan vertoonde zich de wezenlijkheid met schriklijke kleuren voor haar.
Zij zag Philippa, haar moei, het venijn dat men haar bood drinken, zij zag
de wrede Koningin der Fransen bij het neergestorte slachtoffer staan; en
het scheen haar dat die boze vrouw eerst zegepraalde wanneer de
stuiptrekkende dood haar wraak kwam voltooien.
Diegenen, welke zich lang met bittere smart gevoed hebben, verlustigen zich
in nare dromen, en, alsof de wezenlijkheid hen niet genoeg doorgriefde,
scheppen zij zich nog spoken, die hen meer bedroeven: zo ook deed de
ongelukkige Machteld. Zij beeldde zich in dat het geheim der loslating
haars vaders ontdekt was; zij zag de moordenaar, door de Koningin Johanna
betaald, het vergif in de nooddruft haars vader mengen,--en dan liep een
siddering over haar lichaam, en tranen van bangheid barstten uit haar ogen.
Adolf was voor haar gestorven, hij had zijn liefde en zijn edelmoedigheid
geboet.--Die hartscheurende taferelen vergingen en herschiepen zich
meermaals, en plaagden de arme maagd met een bitter lijden.
Op dit ogenblik kwam haar vriendin Maria in de kamer. De grimlach, die
alsdan de wangen der lijdende maagd betrok, was evenals de lach, welke, na
een pijnlijke dood, op het aanzicht van sommige lijken blijft; meer pijn en
meer droefheid was erin besloten dan in de smartelijkste klacht: zij bezag
de zuster van Adolf met een blik die zegde: "O geef mij troost en lafenis!"
Maria naderde bij het wanhopige meisje, en drukte haar de hand met een
teder medelijden. Zij gaf aan haar stem die zachte toon, die als een zoet
gezang in de ziel der ongelukkige dringt, en sprak: "Uw tranen vloeien in
stilte, mijn dierbare Vrouw, uw hart smelt weg van droefheid en wanhoop; en
niets--niets verlicht uw bitter lot! Ho, gij zijt zo ongelukkig!"
"Ongelukkig, zegt gij, mijn vriendin? Ho ja! Er is daar iets in mijn boezem
dat mij het hart omvangt en nijpt. Weet gij wat schriklijke spoken mij
steeds voor de ogen drijven? En verstaat gij waarom mijn tranen gedurig
over mijn wangen vlieten?--Ik heb mijn heer Vader door het vergif zien
sterven, ik heb de stem eens stervenden gehoord, een stem die zegde:
Vaarwel gij, het kind dat ik beminde."
"Ik bid u, Vrouw," viel Maria in, "verban die nare schimmen. Gij doet mij
beven! Uw vader leeft; gij zondigt grovelijk door die vertwijfeling.
Vergeef mij deze stoute woorden."
Machteld vatte de hand van Maria, en drukte dezelve zachtjes, als om haar
te doen begrijpen dat die woorden troostend voor haar geweest waren.
Niettegenstaande ging zij in haar mistroostige rede voort, en scheen
behagen in het lijden te zoeken.--De klachten van benepen zielen zijn ook
tranen, die de smart verlichten. Zij hernam: "Ik heb nog meer gezien,
Maria, ik heb de beul, die door de wrede Johanna van Frankrijk gezonden
was, zijn bijl boven het hoofd uws broeders zien heffen, en zijn hoofd heb
ik op de vloer des kerkers zien vallen!"
"O God!" riep Maria. "Wat schriklijke gedachte!"
Zij beefde, en haar ogen glinsterden door de tranen die onder haar wimpers
kwamen.
"En zijn stem heb ik ook gehoord, een stem die mijn hart kwam raken en die
zegde: Vaarwel, vaarwel mijn verloofde!"
Door dit ijslijk vooruitzicht getroffen, wierp Maria zich om de hals van
Machteld, en haar tranen rolden op de hijgende borst harer ongelukkige
vriendin. De lange zuchten der twee Jonkvrouwen vervulden de kamer met een
hartnijpend gesuis. Na zij aldus enige tijd, als gevoelloos en in bittere
smart verzonken, tegen elkanders boezem gerust hadden, vroeg Machteld:
"Verstaat gij nu mijn lijden, Maria? Verstaat gij nu, waarom ik uitteer en
langzaam sterf?"
"O ja," antwoordde Maria met wanhoop, "ja, ik versta en gevoel uw lijden. O
mijn arme broeder!"
De twee Jonkvrouwen zetten zich, afgemat en sprakeloos, neer. Zij bezagen
elkander lange tijd in onuitdrukkelijke droefheid; maar de tranen die zij
stortten, kwamen haar wee allengskens verzachten, en ongevoeliglijk daalde
de hoop in haar ontlaste boezems terug. Maria, die ouder en ook sterker
tegen het lijden dan Machteld was, rees eerst uit de duistere mijmering, en
sprak: "Waarom, o mijn Vrouw, zouden wij ons zozeer door leugenachtige
dromen laten folteren? Niets bevestigt het smartlijk voorgevoel dat ons
pijnigt, ik ben zeker dat onze Heer Robrecht, uw vader, niets kwaads
gebeurd is en dat mijn broeder reeds op weg is om in het Vaderland terug te
keren."
"En gij hebt geweend, Maria! Weent men wanneer de terugkomst eens broeders
ons toelacht?"
"Gij plaagt uzelf, mijn Vrouw. Ho, de smart moet diep wortelen in uw hart
geschoten hebben, dat gij de zwarte beelden, die u bedroeven mogen, met
zoveel vurigheid omhelst! Geloof mij, uw vader leeft en wellicht is zijn
verlossing aanstaande. Denk welke vreugd u vervoeren zal, wanneer zijn
stem, diezelfde stem die zo akelig in uw dromen roept, u zeggen zal: mijn
ketens zijn verbroken! Wanneer zijn zoen van tederheid u op het voorhoofd
zal dalen, en dat het vuur zijner omhelzing de rozen op uw ontverfde wangen
zal terugbrengen. Het lieflijke slot Wijnendale zal u weder ontvangen,
Mijnheer Van Bethune zal de troon zijner vaderen beklimmen, en dan zult gij
zijn ouderdom door uw liefde ondersteunen;--dan zult gij aan uw
tegenwoordige pijnen niet meer denken dan om u over hetgeen gij om de
liefde uws doorluchtigen vaders geleden hebt, te verblijden. Zeg mij nu, o
Machteld, mijn Vrouw, zult gij geen enkele straal van hoop in uw ziel laten
dringen, zullen deze zalige vooruitzichten u niet troosten?"
Onder deze woorden was er een merkbare verandering in Machteld omgegaan.
Haar ogen waren door zachte vreugde verlevendigd, en een zoete glimlach
bleef op haar lippen dwalen.
"O Maria," zuchtte zij, terwijl zij haar rechterarm over de hals der
troostende vriendin wierp. "O, wist gij wat verkwikking ik gevoel, wat
onverhoopt geluk gij als een balsem over mij gestort hebt!--Zo trooste u de
engel des Heren in uw laatste uur. Welke zoete woorden heeft de vriendschap
u ingeboezemd, mijn zuster!"
"Uw zuster!" herhaalde Maria. "Die naam behoort uw dienares niet, o
doorluchtige Vrouw, ik ben genoeg beloond, nu ik deze dode droefheid uit u
verbannen heb."
"Aanvaard die naam, mijn lieve Maria, ik bemin u zo tederlijk. En is uw
edele broeder Adolf mij niet door mijn vader geschonken? Zijt gij de zuster
niet van mijn bruidegom?"
"Wees gezegend, mijn Vrouw, om de liefde, die gij mijn ongelukkige broeder
toedraagt. Hij heeft uw doorluchtige hand zekerlijk niet verdiend, maar uw
genade is zo groot! Gij hebt hem door uw medelijdende zorg van de dood
gered, en, in stede van zijn dankbaarheid te eisen, geeft gij hem uw hart.
Ook heeft hij de waarde dezer gift erkend. Ik heb hem dikwijls in zijn
slaap zien glimlachen, terwijl uw naam als een gebed over zijn lippen
kwam."
"Hij bemint mij tederlijk, dit weet ik wel, Maria. Hij kome terug, degene
die de ketenen mijns vaders heeft aangenomen.--O God, aanhoor mij! Laat hem
spoedig wederkomen, opdat ik zijn edelmoedigheid en trouw met een zoen
belone! Maria, indien de Heer mijn gebed aanhoorde? Indien Adolf
wederkwam?--Maar... Luister!... Hoort gij? O heil, daar is hij! Ik voel het
aan de jagingen mijns boezems..."
Zij reikte de arm vooruit, en bleef beweegloos met de vinger naar de straat
wijzen. Zij stond als een stenen beeld, en scheen in die houding een ver
gerucht te willen vatten. Maria verschrikte; zij dacht dat de Jonkvrouw met
zinneloosheid geslagen was. Op het ogenblik dat zij meende te spreken,
hoorde zij de kletterende stappen van een dravend paard in de straat
galmen: dan verstond zij de zin der woorden van Machteld. Dezelfde hoop
drong in haar boezem, en zij ook voelde de jagingen haars hart verdubbelen.
Terwijl zij aldus weinig ogenblikken en zonder spreken gestaan hadden, was
het gerucht dat zij hadden gehoord plotseling vergaan, en reeds begon de
blijde hoop haar beiden te verlaten, wanneer men de deur der kamer met
ongeduld openstiet.
"Daar is hij! Daar is hij!" riep Machteld. "Heb dank, o God, mijn ogen zien
hem!"
Zij liep de ridder haastig tegemoet en opende de armen om hem met een
liefderijke omhelzing te ontvangen. Van zijn kant had Adolf dezelfde
beweging gedaan, maar een zonderlinge aandoening weerhield hen beiden in de
onstuimige drift der zo lang beklemde tederheid. Een maagdelijke schaamte
kleurde het voorhoofd van Machteld met een vurig rood, en haar opgeheven
armen daalden langzaam nevens haar lichaam. De pijn, die Adolf beving, is
niet uit te drukken. Zodra zijn blik op de uitgeteerde wangen van Machteld
viel, en dat hij, in plaats zijner aanminnelijke verloofde, niets meer dan
een levend geraamte voor zich zag staan, liep een ijskoude siddering over
zijn leden; het bloed zijner wangen keerde plotseling in de geschokte
boezem terug, en zijn aangezicht werd bleker dan het witte kleedsel zijner
vriendin. Zijn armen vielen ook neer, en, met de ogen hardnekkig op de
magere wangen zijner vriendin gevestigd, stond hij zo beweegloos, alsof de
donder hem had getroffen. Hij bleef slechts een ogenblik in deze
zonderlinge houding; eensklaps liet hij zijn ogen ter aarde gaan, en een
vloed der bitterste tranen rolde met glinsterende paarlen over zijn wangen.
Hij sprak echter geen enkel woord; zelfs kwam geen klacht, geen zucht over
zijn lippen. Misschien had hij lange tijd in de stilte der wanhoop geweend,
want zijn hart was al te fel door de smart benepen, om het door woorden te
kunnen ontlasten; maar zijn zuster Maria, die uit eerbied voor Machteld
zich tot daar weerhouden had, wierp zich eensklaps om zijn hals, en wekte
hem door de zoenen, welke zij, tussen tedere woorden, op de wangen haars
beminden broeders zo menigmaal herhaalde.
De jonge Edelvrouw staarde met diepe ontroering op de uitdrukking dezer
zusterlijke tederheid; zij beefde, en de grootste verslagenheid dreef het
rood van haar voorhoofd. De bleekheid, die op Adolfs gelaat gekomen was, en
de ontsteltenis, die hem zo zichtbaar had bevangen, hadden haar gezegd: gij
zijt lelijk, uw uitgeteerde wangen verschrikken, uw verdoofde ogen boezemen
vrees en afgrijzen in, de man zelf, die gij bemint, heeft voor uw dodenblik
gesidderd!
Ditmaal weende de ongelukkige Jonkvrouw niet. Een hartstocht, veel
pijnlijker dan de wanhoop, trof haar op dit ogenblik, en de maat van haar
lijden was tot stortens toe opgevuld. Een sombere minnenijd drong als een
degen door haar hart. Adolf zal mij niet meer beminnen, dacht zij: wie de
geurige roos lief heeft, raapt derzelver gele bladen niet op, wanneer zij
door de wind in het dal verstrooid zijn. En ik--ik heb slechts in al mijn
rampen een hoop bewaard--en nu--nu vergaat die zachte droom, ik zal
sterven. O Heer, hij beminne mij niet meer..."
Zo folterde zich de bange maagd alhoewel niets haar tot deze droeve
gissingen aanleiding had gegeven;--maar zo zijn de rampzaligen, zij
bederven het geluk dat hun toelacht. Terwijl een duistere wanhoop de
weinige levenskrachten in haar nog verminderde, gevoelde zij dat haar
bevende benen haar niet meer dragen konden. Met moeite ging zij tot bij een
leunstoel en zakte slap en afgemat in dezelve; zij verborg het hoofd in
haar twee handen alsof zij zich aan een pijnigend verschijnsel wilde
onttrekken, en bleef in die houding zitten. Na enige ogenblikken hoorde zij
niets meer in de kamer, de grootste stilte omringde haar, en zij beeldde
zich in dat men haar wredelijk had verlaten. Dit gedacht schokte haar
hevig;--dan liet zij de handen van haar aangezicht gaan. Maar welke zalige
ontroering veranderde alsdan haar smart in vreugde? Wat strelend gezicht
bracht alsdan een onuitsprekelijke glimlach op haar lippen?
Adolf zat voor haar geknield. In de blikken, welke hij haar stilzwijgend
toestuurde, glimde de vurigste liefde, de diepste tederheid die een
mannenhart kan opsluiten, op zijn smekend gelaat zweefde iets zo zoet als
het gebed eens engels, terwijl hem warme tranen ontvielen.--Daar zat hij
gelijk hij zich steeds in de dromen der lijdende Jonkvrouw had vertoond.
Zijn hand reikte haar de groene sluier, die hij weleer als een liefdepand
ontvangen had.
Een hart dat mint, verstaat de toonloze taal van een ander minnend hart;
ook wachtte het verrukte meisje niet op de woorden des ridders. Zij zag en
verstond dat Adolf zo liefderijk als tevoren voor haar ademde, en dat er
meer tederheid in zijn hart was dan zij had durven hopen.
"O mijn Vriend! Mijn Adolf!"
Alsof zij door een onweerstaanbare kracht gedreven was, wierp zij zich
vooruit, en viel in de armen van Adolf, die van de vloer was opgestaan.
Wie zou de zaligheid dezer twee zielen kunnen afschetsen? Wie zou kunnen
beschrijven wat vervoerende blijdschap hun boezems zo fel tegen elkander
deed kloppen? Hij, die de tranen, welke zij tussen hun liefdezoenen
vergoten, in een zilveren schaal had vergaderd, zou mogen zeggen hebben: ik
bezit de vrucht van het hoogste geluk dat de stervelingen op aarde mogelijk
is. Zij omhelsden elkander met gretigheid, er was iets wreeds in hun
drukkingen, zozeer deed hen de minnegloed verdwalen. Ongehoorde klanken
rolden over hun lippen: het scheen dat hun zielen geweld deden om nog
onbekende woorden te vinden; want de gewone taal was niet vlammend genoeg
voor de hartstocht, die hen uit de wereld voerde.--Eindelijk zonk de drift
een weinig, en na de opgetogenheid bleef het gevoel van een zoet en rustig
geluk in hun harten.
Machteld liet haar welbeminde los en trok met vluchtige beweging een andere
zetel nevens de hare; dan sprak zij: "Plaats u daar, dicht nevens mij, mijn
vriend, geef mij uw hand, dat ik ze bezitte; mijn vader heeft ze mij
geschonken. Weet gij dit wel, o mijn bruidegom? Ja, mijn bruidegom! Weet
gij dat niets ons meer kan scheiden, dat gij mij behoort, dat onze liefde
zuiver is voor God, nu mijn vader mij gezegd heeft: bemin hem totdat mijn
hand de uwe te samen voege en dat de zegen eens Priesters u aan elkander
hechte. O geluk! Ik voel het leven en de kracht in mij terugkomen; genezen
zal ik, Adolf. Ik voel het, de rozen die gij bemint, zullen op de wangen
uwer echtgenote nog blinken. Kom nog dichter bij mij, mijn vriend!"
Adolf staarde, zonder spreken en met stijve blik, in de ogen van het
meisje, zijn wezenstrekken gaven zijn ongeloof voor zulk een onverwacht
geluk te kennen. Dit roerend toneel had Maria in stilte aanschouwd:
alhoewel zij evenzeer naar de liefkozingen haars teruggekeerden broeders
dorstte, was zij edelmoedig genoeg geweest om de gelieven door geen enkel
woord te storen; haar hart was zo goed, zo teder! Ook beloonde de deugd
zichzelf in haar; want al de aandoeningen van vreugd en gelukzaligheid, die
haar broeder en zijn verloofde gesmaakt hadden, waren ook voor haar
geweest. Zij ook mocht zeggen, nooit heeft mijn ziel in zulke wellust
gezwommen.--Zij kwam met een leunstoel bij de bedaarde minnares en plaatste
zich aan de andere zijde haars broeders.
Adolf gaf de ene hand aan zijn lieve Machteld en de andere aan zijn
dierbare zuster.--Zo zat hij te midden der twee blijde vrouwen als een
geest des troosts, wiens woorden men als een heilig lied afwacht.
"O mijn Vrouwe, goede Machteld," sprak hij, "gij hebt veel geleden. Maar
geloof ook dat ik in uw afwezendheid geen rustig uur gehad heb; die sluier,
het pand uwer genade, zal het u beter dan mijn woorden zeggen."
Machteld nam de sluier en bezag dezelve met een blik vol dankbaarheid en
medelijden voor Adolf.
"Gij hebt over mij geweend, mijn vriend, gij hebt deze gift met uw tranen
bevochtigd; het zilte smartwater heeft mijn geliefde verf doen vergaan!
Maar nu--nu is er geen lijden meer voor ons--mijn hart en mijn hand zijn de
uwe..."
"Mijn genadige Vrouw," antwoordde de ridder, "hoe edelmoedig zijt gij voor
uw dienaar! Zult gij, Machteld, mijn bruid zijn? O hemel, dit geluk heb ik
niet verdiend. Waarom toch, o doorluchtige Vrouw, waarom bemint gij mij zo
tederlijk?"
"Ik bid u, Adolf, noem mij niet met de naam van Vrouw. Welhaast zal de
heilige band des huwelijks mij uw dienares maken, noem mij voor dit
ogenblik nog dikmaals uw Machteld, uw vriendin, uw welbeminde. Ik bid u,
die woorden zullen mij meer verblijden, mijn vriend."
"Welaan het zij zo!" riep Adolf in opgetogenheid uit. "Mijn geluk is
oneindig.--Ja, Machteld, gij zijt de vrouw die ik bemin, mijn bruid, mijn
welbeminde... nietwaar? Ik zal u dan waarlijk bezitten... O Machteld,
aangebeden beeld, indien mijn hart voor u open ligt, zie dan wat ik
gevoel!"
Alsof de nodige woorden hem ontbraken, wrong hij de magere vingeren der
Jonkvrouw in zijn hand en hij blikte als beschaamd, te gronde.
"Mijn vriend, mijn bruidegom," zuchtte Machteld, "ja gij verdient nog meer
liefde. Spreek nu van onzer beider vader, en geef mij goed nieuws."
"Verblij u, Machteld, dank God om zijn goedheid. Uw vader is wel droef,
maar echter in goede gezondheid te Bourges teruggekeerd; niemand dan de
oude Kastelein en Diederik de Vos kennen zijn tijdelijke loslating. Hij
geniet nog vrijheid in zijn gevangenis, de vijanden die hem moeten bewaren,
zijn zijn beste vrienden geworden."
"Maar indien de boze Johanna de hoon, die Frankrijk geschied is, aan hem
wilde wreken, wie zou hem dan voor haar beulen bewaren? Gij zijt niet meer
met hem, mijn edele vriend."
"Zie, Machteld, de wachten, aan wie het kasteel van Bourges toevertrouwd
is, zijn altemaal oude krijgers, die, door zware wonden, tot wijde tochten
onbekwaam zijn geworden. De meesten onder hen hebben de wapenfeiten van de
Leeuw van Vlaanderen te Benevent gezien. Gij kunt niet begrijpen wat
liefde, wat bewondering een echte krijgsman gevoelt voor degene wiens naam
de vijanden van Frankrijk zo dikwijls deed sidderen. Indien Mijnheer Van
Bethune zonder oorlof van de Kastelein, hun Meester, wilde ontvluchten,
zouden zij hem ongetwijfeld wederhouden. Maar ik verzeker u, want ik ken de
edelmoedigheid dier krijgers, die onder het harnas grijs geworden zijn, ja
ik durf zweren dat zij het bloed, dat hun overblijft, voor hem zouden
vergieten, indien men een haar van het hoofd dat zij eerbiedigen, wilde
afrukken. Vrees niet, het leven uws vaders is veilig, en indien uw nieuwe
rampen hem zozeer niet hadden getroffen, hij zou zijn opsluiting met geduld
verdragen."
"Gij brengt mij zo goed nieuws, mijn vriend, uw woorden zinken zo zoet in
mijn verkwikte boezem! Ik voel mij bij uw liefderijke glimlach
herleven;--spreek nog, dat ik de klanken uwer stem in mijn hart moge
vergaderen."
"Nog zoetere hoop heeft de Leeuw mij voor u gegeven, Machteld. Misschien is
de verlossing uws vaders aanstaande, misschien zult gij eerlang met hem en
al uw bloedverwanten in het schone Wijnendale zijn."
"Wat zegt gij, mijn vriend? Uw liefde boezemt u deze woorden in. Streel mij
toch niet met een onmogelijk geluk."
"Wees ook niet zo ongelovig, Machteld. Luister waarop deze blijde hoop
gevestigd is: gij weet dat Charles de Valois, de edelste Fransman, de
braafste ridder, zich in Italië heeft vertrokken. Hij heeft aan het Hof van
Rome niet vergeten dat hij de onplichtige oorzaak der aanhouding uwer
bloedverwanten geweest is. Het pijnt hem zeer, daar hij denken moet dat hij
zelf als een verrader zijn vriend en wapenmakker, de Leeuw van Vlaanderen,
in de handen zijner vijanden geleverd heeft; ook doet hij alle mogelijke
pogingen om zijn verlossing te bewerken. Reeds hebben de zendelingen van de
Paus Bonifacius zich bij de Koning Philippe le Bel aangeboden, het Hof van
Frankrijk heeft zich tot vrede geneigd getoond. Laat ons die troostende
hoop omhelzen, mijn vriendin."
"Voorzeker, Adolf, omhelzen wij die troostende gedachte, maar hoe toch
strelen wij ons met een bedrieglijk vooruitzicht. Zal de Vorst der Fransen
zijn omgekomen soldeniers niet wreken? Zal De Chatillon, onze bittere
vijand, zijn wrede nicht Johanna niet opstoken? Denk toch, Adolf, welke
martelpijnen die bloeddorstige vrouw kan uitvinden om ons over de
dapperheid der Vlamingen te straffen."
"Plaag u zelf niet, mijn lieve, uw vrees is niet gegrond. Misschien ook zal
de schriklijke ondergang zijner soldeniers aan Philippe le Bel doen
begrijpen dat de Vlamingen zich nooit de Fransen ten onder zullen geven.
Zijn eigen belang zal hem dwingen onze Landheren los te laten, anders
verliest hij het schoonste Leen zijner Kroon. Gij ziet, mijn welbeminde,
dat alles ons toelacht."
"Ja, ja, mijn Adolf, in uw tegenwoordigheid verlaat mij gans mijn
droefheid. Gij spreekt zo wel, zulke zoete tonen kunt gij in mijn hart doen
klinken."
Lang nog spraken zij met bedaardheid over hun vrees en hun hoop. Wanneer
Adolf al de liefdewoorden, die zolang in zijn boezem hadden besloten
gelegen, voor zijn aangebeden Machteld had uitgestort, sprak hij ook met
broederlijke tederheid tot zijn zuster. Er ontstond onder hen een kalme
redekaveling, die hen verwonderlijk vrolijk en verheugd maakte. Machteld
vergat al haar geleden rampen, haar borst ademde vrijer en met meer kracht,
en de adertjes, die als een weefsel op haar wangen lagen, vervulden zich
met een warmer bloed.
Eensklaps hoorde men een bruisend gerucht in de straten opstijgen.
Duizenden stemmen galmden boven de daken der huizen, en de vreugderoepen
der menigte verwarden zich brommend door elkander: bij pozen kon men echter
enige der kreten verstaan.
"Vlaanderen de Leeuw! Heil, heil onze Graaf!" riep het vervoerde volk met
blijde handgeklap. Adolf was met de Vrouwen bij het venster genaderd. Zij
zagen de ontellijke hoofden der drijvende scharen als een wolk naar de
Markt ijlen: vrouwen en kinderen bevonden zich ook in de stroom, welke
voorbij de nieuwsgierige Edelvrouwen als met wentelende golven rolde. In
een andere straat hoorden zij de kletterende galmen der stappen van een
grote menigte paarden. Alles deed hun gissen dat er op dit ogenblik een
leger ruiterij in Brugge was gekomen. Terwijl zij elkander naar de
waarschijnlijke oorzaak dier volksbeweging vroegen, kwam een dienstknecht
aankondigen dat er een bode oorlof verzocht om in hun tegenwoordigheid te
mogen verschijnen. Zodra het bevestigend antwoord gegeven was, trad de bode
in de kamer.
Het was een jonge Hofknaap, een lieflijk kind, op wiens gelaat de
onnozelheid en de trouw te lezen stonden: zijn kleding was van zwarte en
blauwe zijde, halflijfs, met allerhande zwierige versiersels. Wanneer hij
op een kleine afstand der Vrouwen genaderd was, ontdekte hij zich met
eerbied, en boog het hoofd diep en zonder spreken.
"Wat goed nieuws brengt gij ons, lieve knaap?" vroeg Machteld met
vriendelijkheid.
Nu hief de Hofknaap het hoofd op, en antwoordde met zijn zoete kinderstem:
"Aan de doorluchtige dochter van de Leeuw, onze Graaf!--Ik breng een
boodschap van mijn heer en meester Gwyde, die op dit ogenblik met
vijfhonderd ruiters in de stad gekomen is. Hij laat zijn schone nicht,
Machteld van Bethune, van zijnentwege groeten, en zal binnen weinig stonden
zijn vurige toegenegenheid haar zelf bewijzen. Deze mijn boodschap zij u
kond gedaan, mijn Edelvrouw."
Hiermede stapte hij met gebukt hoofd achteruit tot bij de deur, en
vertrok[99].
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Leeuw van Vlaanderen - 21
  • Parts
  • De Leeuw van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1630
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    55.6 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4636
    Total number of unique words is 1491
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    61.4 of words are in the 5000 most common words
    69.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4674
    Total number of unique words is 1476
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    64.0 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4677
    Total number of unique words is 1415
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4694
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.1 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4634
    Total number of unique words is 1429
    46.4 of words are in the 2000 most common words
    64.8 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4578
    Total number of unique words is 1480
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    62.9 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1510
    42.2 of words are in the 2000 most common words
    59.2 of words are in the 5000 most common words
    68.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1462
    43.3 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    70.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4657
    Total number of unique words is 1421
    45.8 of words are in the 2000 most common words
    65.1 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4670
    Total number of unique words is 1444
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 1454
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4690
    Total number of unique words is 1510
    43.5 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    71.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4727
    Total number of unique words is 1488
    44.2 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4721
    Total number of unique words is 1381
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4615
    Total number of unique words is 1431
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    74.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4613
    Total number of unique words is 1502
    44.7 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4692
    Total number of unique words is 1389
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4662
    Total number of unique words is 1402
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    64.3 of words are in the 5000 most common words
    72.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4652
    Total number of unique words is 1426
    45.7 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 1440
    44.6 of words are in the 2000 most common words
    64.0 of words are in the 5000 most common words
    72.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4633
    Total number of unique words is 1522
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    62.9 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 1476
    45.6 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4599
    Total number of unique words is 1412
    44.5 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 1432
    42.8 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    68.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4681
    Total number of unique words is 1299
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    61.6 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1426
    44.5 of words are in the 2000 most common words
    61.7 of words are in the 5000 most common words
    70.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4681
    Total number of unique words is 1444
    45.1 of words are in the 2000 most common words
    63.9 of words are in the 5000 most common words
    72.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4562
    Total number of unique words is 1460
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    57.6 of words are in the 5000 most common words
    65.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4131
    Total number of unique words is 1603
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    40.1 of words are in the 5000 most common words
    46.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 3905
    Total number of unique words is 1480
    30.1 of words are in the 2000 most common words
    41.0 of words are in the 5000 most common words
    48.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.