De Leeuw van Vlaanderen - 28

Total number of words is 4681
Total number of unique words is 1444
45.1 of words are in the 2000 most common words
63.9 of words are in the 5000 most common words
72.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
was: dwars door alle slag van rampen was zij nu zo ver gekomen dat Adolf
haar ten bruidegom beloofd was, dat Vlaanderens vrijmaking en de verlossing
haars vaders haar toelachten. Alles, wat haar gelukkig op aarde maken kon,
was in de strijd, welke ging aanvangen, tegen een ongelijke macht gewaagd.
Indien de Fransen de zege behaalden, voorzag zij de dood haars vaders, de
dood haars minnaars, en de vernietiging van alles, waarop zij haar hoop
gevestigd had.
Zodra de krijgsbazuin haar klanken over het slagveld zond, sidderden de
twee vrouwen, en verbleekten alsof een dodelijke slag haar terzelfder tijd
getroffen had; beide beefden voor de man, wiens leven ook haar leven
was.--In zulke bange ogenblikken konden zij de aandoeningen harer ziel
moeilijk uitdrukken; want ieder woord baarde haar een akeliger
vooruitzicht; ook waren zij tegelijk op de knielbank neergezonken, haar
hoofden rustten zwaar op de lessenaar en haar tranen lekten in stilte over
haar wangen.--Daar zaten zij, vurig biddende, zonder zich te bewegen, alsof
zij in een diepe slaap geweest waren; van tijd tot tijd kwam een doffe snik
uit haar borsten, wanneer het gedruis des strijds zich meer verhief, en dan
zuchtte Maria: "O God almachtig, God der heirkrachten, ontferm u onzer.
Staat ons bij in de nood, o Heer!"
En de fijne stem van Machteld antwoordde: "O Zoete Jezus Zaligmaker, behoed
hem!--En roep hem niet tot u, o goedertieren God!"
"Heilige moeder Gods, bid voor ons."
"O Moeder van Christus, troosteres der bedrukten, bid voor hem!"
Dan kwam het donderend krijgsgerucht meer akelig in haar geschokte harten
galmen, en haar handen trilden van schrik als de waggelende bladen der
populieren; haar hoofden bogen zich dieper, haar tranen barstten
overvloediger uit haar ogen, en haar gebed werd weder onvatbaar; want de
benauwdheid ontnam haar de stem.
De strijd duurde lang, het ijselijk geschreeuw der tegen elkander oplopende
scharen dreef lang boven de abdij van Groeninge, maar nog langer duurde het
stille gebed der vrouwen, want de gulden ridder klopte reeds aan de poort
van het klooster, en zij waren nog niet van de knielbank opgestaan.
Galmende mannenstappen, welke in de gang der cel klonken, deden haar het
hoofd omwenden; zij blikten stijf op de deur en trilden beiden van zoet
voorgevoel.
"Adolf komt weer!" zuchtte Maria. "Ho, ons gebed is verhoord geweest."
Machteld luisterde met meer aandacht, en antwoordde mistroostig:
"Neen, neen hij is het niet, zijn tred is niet zo zwaar. O Maria, misschien
een ongeluksbode!"
Op dit ogenblik hoorde men de deur der cel op haar hangsels krijsen; een
non opende dezelve en liet de gulden ridder binnen.
Het tengere lichaam van Machteld werd stijf, haar ogen hechtten zich
twijfelachtig op degene die voor haar stond en zijn armen opende om haar te
ontvangen; het scheen haar dat een logendroom haar bedroog, maar die
aandoening was vluchtiger dan de bliksem die schijnt en vergaat. Zij wierp
zich met onstuimigheid vooruit, en viel juichend tegen de borst des gulden
ridders.
"Mijn vader," riep zij, "o mijn dierbare vader! Ik zie u weer, vrij, zonder
keten! Laat mij u in mijn armen sluiten.--O God, hoe goed zijt
Gij!--Onttrek mij uw wang niet, lieve vader; laat mij de vreugde, die ik
gevoel, uitstorten."
Robrecht van Bethune omhelsde zijn teder kind met opgetogen blijdschap, hij
hield haar tegen zijn boezem totdat de geestdrift hunner beider harten wat
gezonken was, en legde dan zijn helm en zijn ijzeren handschoenen op de
knielbank. Door moeite afgemat, trok hij een zetel bij, en liet zich in
dezelve neergaan. De liefderijke Machteld wierp zich op de schoot haars
vaders, en omving zijn hals in beide haar armen; dan bezag zij met
bewonderende eerbied degene wiens gelaat voor haar zo heilgevend als het
aanschijn der Godheid was, de Man wiens edel bloed ook in haar aderen
vloeide en die haar zo teder en zo innig beminde. Zij luisterde met
hijgende boezem op de zoete woorden welke de geliefde stem in haar oor deed
klinken.
"Machteld," sprak hij, "mijn edel kind, de Heer heeft ons lang beproefd;
maar nu is al ons leed ten einde, Vlaanderen is vrij, het Vaderland is
gewroken, de zwarte Leeuw heeft al de Leliebloemen gescheurd, en al de
vreemden zijn verslagen; vrees nu niet meer, de boze soldeniers, welke
Johanna van Navarra gezonden had, zijn dood."
Het meisje vatte de woorden met angstige gretigheid op de mond haars
vaders, zij blikte dwalend in zijn ogen en glimlachte met zonderlinge
uitdrukking. De vreugde vervoerde haar zo zeer, dat zij beweegloos lag,
alsof zij van gevoel ware beroofd geweest. Na enige ogenblikken bemerkte
zij dat haar vader niet meer sprak, zij riep: "O God! Het Vaderland is
vrij?--De Fransen zijn verslagen? En u mijn vader, u bezit ik weder! Dan
zullen wij nog in ons schone Wijnendale terugkeren; de droefheid zal uw
oude dagen niet meer bitter maken, en ik zal mijn leven zo vrolijk en zo
zalig in uw armen doorbrengen! Dit geluk mocht ik niet hopen, ik dorst zo
veel van God in mijn gebeden niet vragen."
"Luister wel, mijn kind, en word niet mistroostig, ik bid u: heden moet ik
u weder verlaten. De edelmoedige krijgsman, die mij ditmaal nog van de
banden heeft ontslagen, ontving mijn erewoord dat ik zou terugkeren, zodra
de slag zou geleverd zijn."
Het meisje liet het hoofd met diepe treurnis op de borst zinken, en
zuchtte: "Zij zullen u vermoorden, mijn rampzalige vader!"
"Wees toch zo bevreesd niet, Machteld," hernam Robrecht. "Mijn broeder
Gwyde heeft zestig Franse ridders, van edelen bloede, gevangen genomen; men
zal Philippe le Bel doen aankondigen dat hun leven voor het mijne verpand
is; en het is hem niet veroorloofd die overblijvende dapperen aan zijn
wraakzucht op te offeren. Ik heb niets meer te duchten, Vlaanderen is
machtiger dan Frankrijk; dus bid ik u dat gij niet weent. Wees blijde, de
schoonste toekomst wacht ons; ik zal het slot Wijnendale doen herstellen,
om ons allen weer te ontvangen. Dan zullen wij nog samen ter valkenjacht
uitgaan; verstaat gij, hoe vrolijk onze eerste tocht zijn zal."
Een glimlach van onuitsprekelijk geluk en een zoen van tedere liefde waren
Machtelds antwoord. En mijn echtgenoot zal met ons wonen! was het gedacht
dat haar nog meer streelde. Zij zegde: "Maar dierbare vader, gij spreekt
mij niet van Adolf. Waarom komt hij niet met u?"
"Nog enige zorgen houden hem bezig, mijn kind; er lopen nog verstrooide
vijanden door de velden, gewis vervolgt hij dezelve. Machteld, ik mag u
zeggen dat de liefde u de edelste ridder, die ik ken, heeft doen kiezen;
nooit zag ik iemand zich zo dapper gedragen. De vijanden vielen voor zijn
zwaard bij hopen neer, hij was altijd te midden der Fransen, en stelde zich
honderdmaal in levensgevaar. Nu ook is het mijn wil dat hij uw hand, ten
toon zijner trouw en vaderlandsliefde, ontvange; heden nog, indien God het
toelaat, zal ik u de man uws harten schenken."
Machteld liet het hoofd neergaan, om het schaamrood, dat haar wangen kwam
verven, te verbergen: zij vatte de hand haars vaders en streelde dezelve
met dankbare tederheid.--Opgetogen stond Maria op de loftuitingen haar
broeder gegeven, te luisteren, zij verblijdde zich over hetgeen zij hoorde,
en zag de vreugde, die Adolf treffen moest, in een gulden droom vooruit.
Terwijl de jonge Machteld haar vader in verrukking bezag, hoorde men een
groot gerucht van verwarde stemmen aan de voorpoort van het klooster. Dit
duurde slechts enige ogenblikken, en alles werd weder stil. Weldra werd de
deur der cel geopend, en Gwyde, de broeder van Robrecht, trad langzaam en
met verslagen gelaat binnen; hij naderde bij hem, en sprak: "Een groot
ongeluk, mijn broeder, treft ons heden in een man die ons allen dierbaar
is, de Gentenaars hebben hem op het slagveld uit de doden opgehaald, en
hier in het klooster gebracht; zijn ziel zweeft op zijn lippen en wellicht
is zijn stervensuur nabij. Hij vraagt om u nog te zien eer hij de wereld
verlaat. Ik bid u dan, mijn broeder, bewijs hem die laatste gunst."
Zich naar de zuster van Adolf kerende, voegde hij er bij: "Hij roept u
insgelijks, Edelvrouw."
Eenzelfde klacht, een pijnlijke schreeuw ontvloog uit de borst van beider
vrouwen. Machteld viel zonder gevoel in de armen haars vaders, en scheen te
sterven; Maria, zonder ergens naar te willen luisteren sprong met
hartscheurend misbaar naar de deur, en verliet de kamer. Op die noodkreten
kwamen twee nonnen binnen, en ontvingen de zwakke Machteld uit de armen van
de gulden ridder; deze zoende zijn dochter met pijnend medelijden, en wilde
de stervende Adolf gaan bezoeken, maar de Jonkvrouw, die de ogen opende en
zijn inzicht verstond, rukte zich uit de handen der nonnen, en zich aan
Robrechts lichaam vasthechtende, riep zij: "Laat mij met u gaan, o vader!
Dat hij mij nog eenmaal zie. Wee mij, wat grievend zwaard gaat door mijn
boezem! Mijn vader, ik sterf met hem;--reeds voel ik de dood in mij--ik wil
hem zien; haast u, kom, o kom ras!--Hij sterft--hij, Adolf!"
Robrecht bezag zijn dochter met medelijden; geen woorden vindende om haar
te troosten, bracht hij zijn twee armen om haar en drukte ze vast tegen
zijn borst, maar Machteld ontwrong zich welhaast uit die tedere banden; zij
trok Robrecht met de hand voort, roepende: "O Vader, ontferm u mijner! Kom,
dat ik nog eenmaal zijn stem hore, dat zijn ogen nog eenmaal levend mij
aanschouwen!"
Zij knielde neer voor hem en hernam, terwijl de tranen als uit twee bronnen
over haar wangen liepen: "Ik smeek u, vader, verwerp mijn bede niet. Het is
de droefheid niet die mij vervoert; maar de min drijft mij tot
hem.--Aanhoor mij, o heer en vader!"
Robrecht had liefst zijn kind der nonnen overgelaten, want hij vreesde met
reden dat het gezicht van de stervende ridder haar al te zeer treffen zou;
echter kon hij het dringend gebed van Machteld niet langer verwerpen; hij
nam haar onder de arm, en sprak: "Welaan, mijn dochter, ga met mij, en
bezoek uw ongelukkige Adolf. Maar ik bid u, bedroef mij niet zozeer door uw
wanhoop; denk dat God ons heden vele grote gunsten heeft bewezen, en dat
Hij zich kan vergrammen om uw vertwijfeling."
Zij waren reeds in de gang en uit de cel, wanneer hij die woorden
eindigde.
Men had Adolf in de grote eetzaal van het klooster gebracht; een vederen
bed was op de grond gelegd, en Adolf voorzichtiglijk op hetzelve geplaatst.
Een Priester, in de geneeskunde zeer ervaren, had zijn lichaam met veel
nauwkeurigheid onderzocht en geen open wonden erop bevonden; lange blauwe
strepen tekenden de ontvangen slagen op zijn huid af, en zware kneuzingen
hadden het bloed onder dezelve vergaderd en gestold: zijn leden werden
onmiddellijk, na de aderlating gewassen en met krachtgevende balsem
bestreken. Door de kundige zorg des Priesters was hij een weinig versterkt
geworden; echter scheen hij nog altijd stervensgereed, alhoewel zijn ogen
zo asvervig of zo verglaasd niet meer waren. Rondom het doodsbed stond een
groot getal ridders stilzwijgend over hun vriend te treuren. Mijnheer Jan
van Renesse, Arnold van Oudenaarde en Pieter Deconinck hielpen de Priester
in zijn bezigheden. Willem van Gulik, Jan Borluut en Boudewyn van Papenrode
bevonden zich aan de linkerzijde, terwijl de jonge Gwyde met Jan Breydel en
de andere voornaamste ridders aan het voeteinde met gebukt hoofd op de
gewonde staarden.
Breydel was afschuwelijk om aan te zien: zijn wangen waren opengekrabd, een
bebloede doek bedekte de helft van zijn hoofd, zijn armen en klederen waren
gescheurd, en zijn botgehakte bijl hing aan zijn zijde. De andere ridders
hadden insgelijks het een of ander lid met doeken omwonden, en de
uitrusting van allen was schriklijk geblutst en doorhakt.--Maria, wenende,
zat geknield nevens haar broeder, zij had een zijner handen gevat, en
besproeide dezelve met tranen, terwijl Adolf haar met flauwe blikken bezag.
Zodra Robrecht met zijn dochter in de zaal trad, werden al de ridders met
ontroering en verwondering getroffen. Hij die hen, als een geheime
verlosser, in de nood was toegekomen, was de Leeuw van Vlaanderen, hun
Graaf!--Zij plaatsten allen, met de diepste eerbied de ene knie ten gronde,
en spraken: "Ere zij de Leeuw, onze heer!"
Robrecht liet zijn dochter los, hief de heren Jan Borluut en Van Renesse
van de grond, en zoende hen beiden op de wang; hij deed aan de overigen een
teken dat zij zouden opstaan, en sprak: "Mijn trouwe onderdanen, mijn
vrienden, gij hebt mij heden bewezen hoe machtig een heldenvolk is. Mijn
geringe kroon draag ik nu met meer hoogmoed dan Philippe le Bel die van het
Franse Rijk draagt, want over u mag ik mij met recht verhovaardigen."
Machteld had zich als zinneloos nevens het hoofd van Adolf neergeworpen; de
schaamte en de zedigheid harer kunne vergat zij op dit ogenblik: zij had
haar lippen meermalen zonder het te weten op de bleke wangen haars
beminden geplaatst, haar tranen vloeiden bitter en droeve snikken gingen
brandend uit haar beklemde borst.
Adolf voelde zich onder de liefdezoenen zijner aangebeden Machteld
herleven; hij bleef lang sprakeloos in die blauwe ogen, voor hem zo heilig,
staren, en gaf zijn vreugde door een zachte en bijna onvatbare glimlach te
kennen.--Eindelijk zuchtte hij met zwakke stem: "Machteld, mijn aangebeden
vriendin, ik wilde u door dapperheid en heldenmoed verdienen, uw sluier heb
ik dwars door het vijandlijk leger gedragen, vele Fransen zijn onder mijn
zwaard gevallen; maar God heeft mij tot zich geroepen. Ik moet u verlaten:
die overtuiging martelt mij. Gij, die mij zozeer bemindet, gij die eens het
bloed van uw doorluchtige stam mijn zonen moest meedelen, gij waart mij
niet bestemd. De Heer had anders over ons beiden beschikt."
De gepijnigde Jonkvrouw joeg haar handen bevend en met drift over de
verlamde leden van de ridder. Zij meende enige troostende woorden uit te
spreken, maar haar stem versmoorde in doffe snikken.
Dan hernam Adolf: "Ween niet, welbeminde Machteld, er is nog een ander
leven. Daar zullen onze zielen elkander wederzien, en dan zal de nijdige
dood ons niet meer kunnen scheiden. Blijf op aarde, o mijn zuivere bruid,
wees de steun der oude dagen van uw doorluchtige vader,--en denk soms in uw
gebeden aan de man, die gij bemindet."
De rampzalige jongeling wist niet dat ieder zijner woorden, als een
vergiftige dolk, door het hart zijner bedrukte minnares boorde. Afgemat
door zo lange woorden, drukte hij stilzwijgend de hand zijner geliefde.
Robrecht van Bethune stond met gebogen hoofd op dit toneel te staren; hij
dreef de bittere tranen terug in zijn ogen, en besloot de angst in zijn
boezem. Adolf bemerkte hem en sprak: "O mijn heer en Graaf, uw milde hand
schonk mij de rijkste gift, welke op aarde de mens kan gegeven worden; de
Hemel heeft u beloond. Het land uwer vaderen is vrijgemaakt, gij zult de
leeuwentroon in vredevolle dagen bezitten. Ik sterf met vreugde, nu de
toekomst u en uw edele dochter blijdere dagen voorspelt.--O geloof mij in
mijn stervensuur, uw ongeluk was voor mij, uw onwaardige dienaar,
pijnlijker dan voor uzelf, ik heb in het geheim der nachten mijn bedstede
zo menigmaal met tranen besproeid, wanneer ik aan uw gevangenis en aan de
verdrukking des Vaderlands dacht... Maar God!--Wat is dit? Het schijnt mij
dat een nieuwe kracht mij door de aderen vliet,--zou ik langer leven
kunnen!--O Machteld, gij hebt uw hand op mijn borst gelegd;--dit is het,
wat mij zo wonderlijk verkwikt."
De ogen van Adolf blonken met meer levendigheid; een zachte glimlach
zweefde op zijn lippen, en men zou gezegd hebben dat hij eensklaps van de
dood ging opstaan.
"O, gij zult niet sterven!" riep Machteld. "Hier, in mijn hart is een
stem, die mij zegt dat de Heer u nog niet geroepen heeft."
Zij wendde zich met een haastige beweging om, knielde neer, vouwde de
handen te saam, en zag met smekende ogen ten hemel. Alsof de Almachtige dit
stil en plechtig gebed verhoord had, zag men de krachten in Adolf
terugkomen.--De Priester had, gedurende dit toneel, de zieke met scherpe
blikken bezien en al de aandoeningen, welke hem getroffen hadden,
nagespeurd. Hij nam en tastte de hand van Adolf met een geheim inzicht,
terwijl al de aanschouwers hem met angst in zijn bewegingen volgden; zij
zagen op het gelaat des Priesters dat alle hoop voor de behoudenis van de
gewonde nog niet verloren was. De Geestelijke ging stilzwijgend voort; hij
hief de oogleden van de zieke op en bezag dezelve, opende hem de mond en
liet zijn hand over zijn blote borst glijden. Dit gedaan zijnde, keerde hij
zich naar de omstaande ridders, en sprak op de toon der innigste
overtuiging: "Ik zeg u, Mijne heren, de koorts, welke deze jonge ridder
moest doden, is voorbij.--Hij zal niet sterven!"
Al de ridders werden door een zonderlinge aandoening getroffen, en men zou
geloofd hebben dat een doodvonnis uit de mond des Priesters geklonken had;
maar die hevige ontroering van verwondering liet hun welhaast toe hun
blijdschap door woorden en gebaren uit te drukken.
Maria had de aankondiging des Priesters met een luide kreet beantwoord, en
had haar broeder in opgetogenheid omhelsd. Machteld bezweek, haar krachten
vergingen; eensklaps opspringende, viel zij hijgend in de armen haars
vaders en, daar haar hart te zeer door zalige verrukking geschokt was, kon
zij in den eerste niet spreken; nochtans sloten haar ogen zich niet, en de
kleuren vergingen ook niet op haar wangen. Eindelijk riep zij: "O mijn
vader, o mijn Adolf, nu ben ik gelukkig! Ik dank de goedertieren God dat
hij het gebed zijner ootmoedige dienares zo spoedig verhoord heeft.--Ja,
gij zult leven, mijn Adolf, mijn bruidegom!--Ik zie het, uw ogen blinken
met het vuur des levens."
"Machteld," zuchtte Adolf, "aangebeden vrouw, wat kracht heeft uw
engelenstem bij God, dat zij mij aldus van de dood terugroept?--O ja, mijn
tedergeliefde, ik zal leven,--het hart jaagt mij zo krachtig!"
Hetgeen zij allen als een wonderwerk aanzagen, was een natuurlijk gevolg
van Adolfs toestand. Hij had geen open noch diepe wonden, maar wel
menigvuldige kneuzingen; de martelpijnen, welke dezelve veroorzaakten,
hadden hem een gevaarlijke koorts, die hem moest wegrukken, gebaard: maar
de tegenwoordigheid van Machteld, de krachten zijner ziel verdubbeld
hebbende, joeg de doodkoorts van hem, en zo ontsnapte hij aan het graf,
dat reeds op hem gaapte.
Robrecht van Bethune liet zijn van geluk verdwaalde dochter nevens Adolf
geknield zitten, en voor de ridders komende, sprak hij tot hen in dezer
voege: "Gij, edelste mannen van Vlaanderen, hebt heden een zege behaald,
welke als een bewijs uwer hoge manhaftigheid tot onze zonen zal overgaan;
gij hebt de ganse wereld getoond wat het de vreemde kost op onze
Leeuwenbodem de voet te durven zetten. De liefde tot het Vaderland heeft uw
heldenzielen in ongekende onversaagdheid doen ontsteken, en uw armen, door
een rechtvaardige wraakzucht verstaald, hebben de dwingelanden verslagen.
De vrijheid is dierbaar aan een volk dat dezelve met zijn bloed heeft
bezegeld. Nu kunnen al de Vorsten van het Westen de Vlamingen geen ogenblik
meer tot slaven maken; want gij zoudt allen sterven eer men over u
zegepralen zou. Maar dit mogen wij niet meer vrezen, Vlaanderen heeft zich
heden boven alle andere volken verheven, en het is aan u, edele mannen, dat
het Vaderland die luister verschuldigd is. Nu willen wij dat de vrede en de
rust onze onderdanen om hun trouw belone; het zal mij een geluk zijn door
hen allen met de naam van vader begroet te worden, indien onze zorgende
liefde en onophoudende pogingen om hen gelukkig te maken ons die naam
kunnen verdienen. Nochtans, ware het zaak dat de Fransen dorsten
wederkomen, zouden wij nog de Leeuw van Vlaanderen worden, en onze marteel
zou u nogmaals ten strijde voeren. Wij bidden u, Mijne heren, zodra gij in
uw lenen zult teruggekeerd zijn, bedaart de gemoederen, brengt alles tot
rust, opdat de zege door geen oproerigheid bevlekt worde, en lijdt bovenal
niet dat het volk meer vervolgingen tegen de Leliaards aanvange: het
behoort ons over dezelve recht te doen. Wij moeten u verlaten. In onze
afwezendheid zult gij onze broeder Gwyde als uw heer en Graaf gehoorzamen.
"Ons verlaten!" riep Jan Borluut met ongeloof. "Gij keert naar Frankrijk
weder? Doe het niet, edele Graaf, zij zullen hun nederlaag op u wreken."
"Mijne heren," viel Robrecht in, "ik vraag het u; wie onder u is er, die
uit vreze des doods zijn erewoord en zijn riddertrouw zou willen breken?"
Zij bukten tegelijk het hoofd, en spraken geen woord; met droefheid
verstonden zij dat niets hun Graaf kon wederhouden. Deze ging voort:
"Mijnheer Deconinck, uw diepe wijsheid is ons van groot nut geweest en zal
het nog zijn; wij roepen u in onze Raad, en begeren dat gij met ons aan het
graaflijk Hof verblijft. Mijnheer Breydel, uw dapperheid en trouw verdienen
een grote beloning; wees van nu af en voor altijd, opperbevelhebber van al
uw stadsgenoten, die ons met wapens dienen kunnen; wij weten hoe eerlijk
gij dit ambt kunt bekleden.
Daarenboven zult gij ook tot ons Hof behoren en bij hetzelve kunnen wonen,
indien u dit belieft--En gij Adolf, gij die uw leven zo menigmaal voor ons
en het Vaderland gewaagd hebt, u zij het kind, dat ik bovenal bemin,
geschonken en gegeven."
Sedert enige tijd hoorde men een groot gedruis aan de voorpoort der abdij.
Het was even alsof er een oploop des volks plaats had. Dit gerucht groeide
gedurig meer en meer aan, en bij pozen verhief het zich in een hevig
gejuich. Er kwam een non aankondigen dat er een grote menigte volks voor de
poort stond, dat zij onophoudend schreeuwden dat zij de gulden ridder zien
wilden. De deur der zaal open zijnde, klonk het gejuich verstaanbaar in de
oren der ridders "Vlaanderen de Leeuw! Heil onze verlosser! Heil, heil!"
Robrecht keerde zich tot de non, en sprak "Gelief hun te doen zeggen dat de
gulden ridder, die zij roepen, binnen weinig ogenblikken onder hen komen
zal."
Machteld had haar arm onder het hoofd van Adolf gelegd en hetzelve met
tedere zorg opgelicht, zachte onverstaanbare liefdeswoorden werden nu
rustiglijk tussen hen verwisseld. Van tijd tot tijd nochtans kon men de
woorden Bruid en Bruidegom op hun lippen vatten. Geen enkele traan vloeide
nog uit de ogen der vrouwen. Maria zat bij de andere zijde der legerstede
geknield en mengde haar zoete vriendinnenstem tussen dit troostend en
brandend gesprek. De vreugde, welke de harten der meisjes vervulde, was een
zalige aandoening, alleen op haar gelaat merkbaar, vol betrouwen in de
plechtige woorden des Priesters vreesden zij niets meer, hun hart liep over
van geluk.
Robrecht van Bethune kwam bij de kranke ridder, vatte hem de nog slappe
hand, en sprak "Adolf van Nieuwland, mijn dierbare Machteld is uw
echtgenote, de zegen des Almachtigen dale over uw hoofden en geve aan uw
kinderen de dapperheid huns vaders en de tederheid hunner moeder. Het
doorluchtig bloed der Graven van Vlaanderen menge zich met uw edele stam.
Gij hebt meer verdiend, maar het is niet in mijn macht u een kostelijker
geschenk te geven dan het kind dat de troost en de steun mijner oude dagen
zijn moest."
Hij voegde de hand van Machteld in die van Adolf en hernam "Weest gelukkig,
bemint elkander zozeer als ik u beiden bemin--Gij, Priester, dienaar Gods,
gelief uw zegen bij de mijne te voegen, totdat een wettig huwelijk hen voor
het altaar verenige."
De Priester trad nader, en bad in stilte over de twee bevende gelieven. Hun
ogen waren ten gronde gevestigd, hun harten joegen met kracht, en
niettegenstaande de zwakheid van Adolf, brandde zijn hand in de hand zijner
aangebeden bruid.
Robrecht kwam vooruit bij Gwyde.
"Mijn lieve broeder," sprak hij, "ik begeer dat dit huwelijk zo spoedig
mogelijk met pracht gevierd worde en door de gewone vormen der wetten worde
bekrachtigd, dit is mijn innige wens.
Mijne heren, ik ga u verlaten, met de hoop dat ik welhaast vrij en zonder
hinder het geluk mijner trouwe onderdanen zal mogen bewerken. Ik verzoek u
allen dat gij het grootste geheim over de echte naam van de gulden ridder
bewaart, mijn broeder Gwyde zal de lieden der abdij dit insgelijks
bevelen."
Na die woorden, ging hij tot Adolf, en kuste hem op de wang.
"Vaarwel, mijn zoon," zegde hij.
En zijn Machteld tegen de borst drukkende: "Vaarwel, mijn beminde Machteld.
Ween nu met meer over mij, ik ben gelukkig, nu het Vaderland gewroken is."
Dan omhelsde hij nog zijn broeder Gwyde, Willem van Gulik en enige andere
ridders, zijn vrienden, hij drukte met ontroering de hand van allen en riep
heengaande: "Vaartwel, vaartwel, gij allen mijn trouwe wapenbroeders!"
Op de voorhof klom hij te paard, en deed zijn uitrusting aan, hij liet het
voorstuk van zijn helm vallen, en reed ter poorte uit. Een ontellijke
schaar volks had zich voor dezelve vergaderd, zodra zij de gulden ridder
zagen, scheidden zij zich in twee, om hem door te laten, en begonnen met
allerlei juichingskreten hem te begroeten. "Heil de gulden ridder, zege!
zege! Onze verlosser!" werd honderd malen met nieuwe galmen herhaald. Zij
zwaaiden hun handen, ten teken van blijdschap, in de lucht, en raapten de
aarde, als een heiligdom uit de voetstappen van zijn paard. In hun
bijgelovigheid dachten zij dat St.-Joris, die men gedurende het gevecht in
al de kerken van Kortrijk had aanroepen, onder deze gedaante hun was ter
hulp gekomen. De langzame stap des ridders en zijn stilzwijgendheid
staafden die gissing, en velen vielen, terwijl hij voorbijging, biddend op
hun knieรซn ter aarde. Zij volgden hem een mijl juichend in de velden na, en
schenen hun gezicht niet genoeg te kunnen verzadigen, want de gulden ridder
werd hoe langer hoe wonderbarer voor hen, hun inbeelding herschiep hem in
zulke gedaante als zij de Heiligen droomden--een teken van Robrecht ware
genoeg geweest om zich door die opgetogen mensen te doen aanroepen.
Eindelijk gaf hij zijn paard de spoor, en verdween als een schicht tussen
de bomen des wouds. Het volk poogde zijn gulden harnas tussen het loof nog
te ontdekken, maar tevergeefs de draver had zijn meester reeds ver uit het
bereik hunner ogen gevoerd, dan bezagen zij elkander, en zuchtten met
droefheid "Hij is in de Hemel teruggekeerd!"



HISTORISCH VERVOLG TOT AAN DE VERLOSSING
VAN ROBRECHT VAN BETHUNE DRIEร‹NTWINTIGSTE GRAAF VAN VLAANDEREN

Van de zestigduizend man die, om Vlaanderen te verwoesten, door Philippe le
Bel gezonden waren, ontvluchtten er slechts omtrent de zevenduizend, die in
aller ijl langs verschillende wegen op de Franse bodem zochten te geraken.
Guy de St.-Pol had er bij Rijsel vijfduizend in een bende vergaderd en
meende met dezelve in Frankrijk te trekken, maar, een gedeelte des Vlaamsen
legers hem aanvallende, werd hij in een bloedig gevecht verslagen en meest
al zijn mannen vonden daar de dood, die hen op het slagveld te Kortrijk had
gespaard. _De excellente Cronike_ zegt ons hoeveel Fransen in hun Vaderland
terugkeerden:--"_Ende van alle diere ontquamen en ontvloden mochten syn
ontrent drie duijsent mannen van alle der groter menichte, die daer
versaemt waren omme Vlaenderen al gheheel te niete te doene; ende die
mochten die nieumare dragen van haerlieder aventuere, die sober was._"
De bijzonderste Edelen, de dapperste ridders bleven voor Kortrijk dood,
derzelver getal was zo groot dat er, volgens de geschiedenis, geen slot,
geen heerlijkheid in Frankrijk was, waar men de rouw niet aannam, overal
werden er tranen over de dood eens echtgenoots, eens vaders of eens
broeders gestort, en het ganse land werd met klachten vervuld. Door de zorg
der Vlaamse Veldheren werden de gesneuvelde koningen en de doorluchtigste
Landheren in de abdij van Groeninge begraven, als blijkt uit een oud
schilderij, welke in de St. Michielskerk te Kortrijk nog bestaat; zij
draagt het volgende opschrift, door de heer P. Van Duyse ter plaatse
letterlijk afgeschreven:--"_Den slag van Groeninghe gehouden op den XIen
julius 1302 en wiert gheslegen op den Groninck Coutere daer de Audenarsche
straete deurgaet neffens de stede van Curterik, dit syn de namen van den
edelen die in den stryt verslagen en in 't clooster te Groeninghe begraven
waren.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Leeuw van Vlaanderen - 29
  • Parts
  • De Leeuw van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1630
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    55.6 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4636
    Total number of unique words is 1491
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    61.4 of words are in the 5000 most common words
    69.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4674
    Total number of unique words is 1476
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    64.0 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4677
    Total number of unique words is 1415
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4694
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.1 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4634
    Total number of unique words is 1429
    46.4 of words are in the 2000 most common words
    64.8 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4578
    Total number of unique words is 1480
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    62.9 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1510
    42.2 of words are in the 2000 most common words
    59.2 of words are in the 5000 most common words
    68.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1462
    43.3 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    70.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4657
    Total number of unique words is 1421
    45.8 of words are in the 2000 most common words
    65.1 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4670
    Total number of unique words is 1444
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 1454
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4690
    Total number of unique words is 1510
    43.5 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    71.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4727
    Total number of unique words is 1488
    44.2 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4721
    Total number of unique words is 1381
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4615
    Total number of unique words is 1431
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    74.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4613
    Total number of unique words is 1502
    44.7 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4692
    Total number of unique words is 1389
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4662
    Total number of unique words is 1402
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    64.3 of words are in the 5000 most common words
    72.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4652
    Total number of unique words is 1426
    45.7 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 1440
    44.6 of words are in the 2000 most common words
    64.0 of words are in the 5000 most common words
    72.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4633
    Total number of unique words is 1522
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    62.9 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 1476
    45.6 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4599
    Total number of unique words is 1412
    44.5 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 1432
    42.8 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    68.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4681
    Total number of unique words is 1299
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    61.6 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1426
    44.5 of words are in the 2000 most common words
    61.7 of words are in the 5000 most common words
    70.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4681
    Total number of unique words is 1444
    45.1 of words are in the 2000 most common words
    63.9 of words are in the 5000 most common words
    72.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4562
    Total number of unique words is 1460
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    57.6 of words are in the 5000 most common words
    65.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4131
    Total number of unique words is 1603
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    40.1 of words are in the 5000 most common words
    46.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 3905
    Total number of unique words is 1480
    30.1 of words are in the 2000 most common words
    41.0 of words are in the 5000 most common words
    48.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.