De Leeuw van Vlaanderen - 26

Total number of words is 4681
Total number of unique words is 1299
43.0 of words are in the 2000 most common words
61.6 of words are in the 5000 most common words
69.9 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
een krachtige wending van onder naar boven zwaaiende, sloeg hij Godfried zo
sterk tegen de kin dat hij uit de zadel stortte. Dan vielen twintig
beenhouwers hem op het lijf, en hij ontving twintig wonden waarvan de
minste tot zijn dood genoegzaam was. Intussen was Jan Breydel met enige
zijner mannen dieper in de vijand gedrongen, en had zo lang gevochten dat
hij de Standaard van Brabant gewonnen had; met dezelve al strijdende bij de
slagorde gekomen zijnde, scheurde hij het doek aan stukken, en wierp de
schaft weg, roepende: "Schande, schande aan die verraders!"
De Brabanders die hoon willende wreken, vielen met meer woede op de vijand,
en deden ongehoorde pogingen om de banier van Mijnheer Willem in weerwraak
ook te scheuren, maar de vaandrager, Jan Ferrand, vocht met een dolle
razernij tegen al wat hem naderde. Viermaal werd hij ten gronde geworpen,
en viermaal stond hij weder met de standaard op, alhoewel hij met wonden
overdekt was[148].
Willem van Gulik had reeds een groot getal Fransen voor zijn voeten
uitgestrekt, elke houw van zijn reuzenzwaard gaf een vijand der dood over.
Door al te geweldige pogingen afgemat, en overal door slagen gekneusd,
sprong het bloed hem langs neus en mond uit, hij verbleekte en voelde dat
de kracht hem begaf. Met bittere spijt vervuld, week hij achter de slagorde
om zich een weinig te herstellen. Jan de Vlamynck, zijn schildknaap, deed
de riemen van zijn harnas los en ontlastte hem van zijn wapenen om hem
vrijer te laten ademen[149].
In de afwezendheid van Willem hadden de Fransen weer enige grond gewonnen,
en de Vlamingen schenen achteruit te willen wijken. Dit ziende, gaf Willem
zijn droefheid door wanhopige klachten te kennen. Jan de Vlamynck bedacht
seffens een aardige list, welke van de gewone dapperheid zijns meesters
getuigt.--Hij deed al de wapens van Mijnheer Willem aan, en zich te midden
der vijanden werpende, riep hij: "Achteruit, de mannen van Frankrijk! Hier
is Willem van Gulik weer!"
Terzelfder tijd hakte hij dapper onder de verbaasde vijanden, en wierp er
een groot getal op de grond; de anderen deinsden achteruit, en gaven alzo
aan de gelederen de tijd om zich weer aan te sluiten[150].
Rodolf de Nesle met de grootste macht zijner ruiters was op de vijfduizend
Gentenaars van Mijnheer Borluut gevallen. Vruchteloos had de moedige
Fransman gepoogd die schaar te doorboren, reeds driemaal hadden de
Gentenaren hem met verlies van veel volks afgedreven zonder hun gelederen
te breken. Jan Borluut overwegende dat het zeer schadelijk zou zijn indien
hij zijn plaats verliet om de mannen van Rodolf aan te vallen, bedacht een
ander middel.--Van zijn achterste gelederen nam hij er drie, en verenigde
dezelve spoedig in twee nieuwe scharen, welke hij achter de slagorde
schikte, dermate dat het ene einde derzelve tegen de rug des legers en het
ander einde dieper in het veld achter de slagorde stond Hij gebood aan de
middenbende, welke zich tussen de afstand der twee nieuwe scharen bevond,
dat zij, bij de eerste schok der Fransen, achteruitwijken zou.
Rodolf de Nesle, zijn ruiters weder in orde gebracht hebbende, viel opnieuw
met volle ren tegen de Gentenaren, terzelfder tijd zakte de middenbende
achteruit, en de Fransen denkende dat zij de slagorde gebroken hadden,
hieven aan met blijde kreten "Noël! Noël! Zege! Zege!"
Zij drongen zich opeen in de opening, en meenden het leger langs achter
neer te hakken, maar dit gelukte hun niet, zij vonden overal een muur van
speren en helmbijlen. Jan Borluut, de twee vleugels zijner schaar
vooruitzwaaiende, deed zijn vijfduizend Gentenaren in een kring dringen, en
sloot alzo het net, waarin hij bij de duizend Fransen had gevangen.--Hier
begon hij een akelige slachting, er werd een vierendeel uurs lang gehakt,
gekorven, gestoken en gepletterd, zonder dat men zien kon wie er bezweek of
wie er zegepraalde. De paarden en de mannen lagen het ondersteboven,
schreeuwend, huilend, briesend, men hoorde of zag er niets het was als een
schrikkelijke bloedstroom.
Rodolf de Nesle bleef lang, met wonden overdekt en met het bloed der zijnen
bespat, boven de lijken vechten, zijn dood was zeker. Jan Borluut, dit
ziende, gevoelde een innig medelijden voor de heldhaftige ridder, en riep
tot hem "Geef u over, Mijnheer Rodolf, ik zou u niet gaarne zien sterven!"
Rodolf was van wanhoop en razernij zinneloos geworden, hij verstond de
woorden van Borluut wel, en wellicht kwam een dankbaar gevoel zijn hart
ontroeren, maar het verwijt van verstandhouding met de vijand, hem door de
Seneschalk Robert gedaan, had hem met zulke bittere spijt vervuld dat hij
niet langer leven wilde. Hij deed met de hand een teken alsof hij Jan
Borluut een laatste vaarwel wenste, en sloeg plotseling nog twee Gentenaren
dood.--Eindelijk door een knots op het hoofd getroffen, viel hij op het
lichaam van zijn reeds gesneuvelde broeder levenloos neer[151]. Vele andere
ridders, die van hun paarden gevallen waren, wilden hun wapens afgeven,
doch men luisterde er niet naar,--geen enkele Fransman ontkwam uit de
kring.
Terwijl de bende van Mijnheer Borluut die slachting uitvoerde, werd er even
zo sterk op de gehele lengte der slagorde gevochten Aan de ene kant hoorde
men het geschreeuw "Noël! Noël! Montjoie St.-Denis!" Daarbij kon men
verstaan dat de Fransen op de plaats waar die kreten aangeheven werden, het
voordeel hadden, aan de andere kant weer klom het geroep "Vlaanderen de
Leeuw! Wat wals is, vals is! Slaat al dood!" in krachtige galmen
hemelwaarts, hetgeen dan ook de ondergang ener Franse bende deed kennen.
De Groeningebeek was met bloed en lijken opgevuld. Het akelig gehuil der
stervenden werd door het geratel der wapenen verdoofd, men hoorde een
verschriklijk gerucht dat als een rollende donder boven de strijdenden
bleef drijven. De speren en knotsen vlogen aan stukken een lange hoop
lijken lag als een dijk overal voor de slagorde. De gekwetsten waren der
dood zeker, niemand werd opgeraapt, en dus moesten zij in het slijk
versmachten, of zij werden onder de paarden vertrappeld[152].
Onderwijl was Hugo van Arkel met zijn achthonderd onverschrokken mannen tot
in het midden der Fransen geraakt, zozeer was hij aan alle kanten door de
vijand omringd, dat het de Vlamingen onmogelijk ware geweest hem nog te
zien. Hier vocht hij zo dapper en met zoveel behendigheid, dat de
menigvuldige vijanden, die hem aanvielen, zijn bende, hoe klein ook, niet
doorboren konden, rondom hem lag een goed aantal vijanden op de grond, en
al wie hem naken dorst bekocht het met zijn leven. Allengskens drong hij
meer en meer naar de legerplaats der Fransen op, en scheen dezelve te
willen bereiken. Dit was zijn inzicht niet, want te midden der Franse
scharen gekomen zijnde, sprong hij terzijde op de Standaard van Navarra, en
rukte hem uit de handen van de vaandrager. De Navarse bende viel met woede
op hem en hakte vele zijner mannen ter neder, doch hij verdedigde het
gewonnen vaandel zo wel, dat de Fransen het niet meer uit zijn handen
krijgen konden. Hij was reeds bijkans tot bij het leger der Vlamingen
terug, wanneer Louis de Forest hem een zo zware slag op de linkerschouder
gaf dat hij hem de arm half afhakte. Men zag het verlamde lid nevens het
harnas hangen, het bloed sprong in dikke stralen nevens zijn zijde, en een
bleke doodverf verspreidde zich op zijn wangen, toch liet hij de Standaard
niet los. Louis de Forest werd door een andere Vlaming doodgeslagen, en
Hugo van Arkel kwam bijna zonder leven met het vaandel van Navarra in het
midden des legers. De schreeuw "Vlaanderen de Leeuw" poogde hij nog eens te
herhalen, maar zijn stem was vergaan, zijn ziel was langs de wonde met het
bloed ontvlucht,--hij stortte met de gewonnen Standaard ter aarde[153].
Aan de linkervleugel, voor de schaar van Mijnheer Gwyde, werd er nog
heviger gevochten, Jacques de Chatillon was met enige duizenden ruiters
tegen het Veurnes-ambacht gevallen, en had reeds bij de honderd mannen
neergehouwen. Eustachius Sporkyn lag zwaar gewond achter de slagorde, en
schreeuwde tegen zijn bende dat zij niet wijken mocht, maar het geweld, dat
dezelve terugdreef was te groot,--zij moest deinzen. Door een groot getal
ruiters gevolgd, boorde De Chatillon door de slagorde, en men begon boven
het hoofd van de neerliggende Sporkyn te vechten, die dan ook welhaast de
geest gaf.
Adolf van Nieuwland was alleen met Gwyde en zijn vaandrager blijven staan,
zodat zij van het leger gescheiden waren en een gewisse dood te verwachten
hadden. De Chatillon deed alle mogelijke pogingen om het grote vaandel van
Vlaanderen te grijpen, doch alhoewel Segher Lonke, die de Standaard droeg
reeds menigmaal omvergeworpen was, kon De Chatillon zijn doel niet treffen,
hij raasde en schreeuwde met verwoedheid tegen zijn mannen, en hakte als
dol op de uitrusting der drie onverwinbare Vlamingen[154]. Voorzeker zouden
deze het niet lang uitgehouden hebben, om zich tegen een wolk moedige
vijanden te verweren, maar zij hadden er in den eerste zoveel neergehakt
dat de lijken, rondom hen door opeenstapeling een tamelijke hoogte
verkregen hebbende, de nadering der andere ruiters moeilijk maakten en hun
tot borstweer dienden.
Door woede en ongeduld vervoerd, nam De Chatillon een lange speer uit de
handen van een zijner ruiters, en kwam ermee tegen Gwyde ingelopen. Hij zou
de jonge Graaf onfeilbaar gedood hebben, want deze tegen andere ridders
strijdende zag zijn nieuwe vijand niet aankomen. Reeds scheen de speer
tussen de helm en het harnas in zijn hals te dringen, wanneer Adolf van
Nieuwland zijn slagzwaard als een bliksem opheffende de speer aan twee
stukken hakte, en aldus het leven van zijn Veldheer behield.
Op hetzelfde ogenblik, en eer De Chatillon de tijd gehad had om zijn zwaard
te hernemen, sprong Adolf door de lijken, en voor de Franse ridder komende,
houwde hij hem zo verschrikkelijk op het hoofd dat hem een groot gedeelte
der wang tegelijk met het stuk van zijn helm ontviel. Het bloed vloeide op
zijn schouders, en hij wilde zich nog verweren, maar twee krachtiger slagen
wierpen hem uit de zadel tussen de voeten der paarden De Vlamingen trokken
hem daaruit, en hem achter de slagorde gesleurd hebbende hakten zij hem aan
veel stukken, terwijl zij hem zijn wrede vervolging vloekend verweten.
Intussen was Arnold van Oudenaarde, langs achter, de linkervleugel ter hulp
gekomen, hetgeen de stand van zaken geheel veranderde--het Veurnes-ambacht
had zich weder met die nieuwe bende vooruitgeworpen, en de Fransen werden
overhoop teruggedreven. De paarden en de ruiters vielen in zo groot getal
ten gronde, de verwarring werd onder dezelve zo groot, dat de Vlamingen, de
strijd gewonnen achtende, op de ganse rij met afhielden van juichend te
schreeuwen "Zege! Zege! Vlaanderen de Leeuw! Wat wals is vals is! Slaat al
dood!"
De aanschouwer die op dit ogenblik de beenhouwers had mogen zien, zonder
aan hun slagen blootgesteld te zijn, zou wellicht van schrik en afgrijzen
de dood gevoeld hebben.--De hel met haar duivelen, haar verdoemden, haar
vlammen kon niets schriklijkers aanbieden.--Men zag de Macechers over de
lijken van paarden en mensen, met blote borst, blote armen en roodgeverfde
bijlen lopen en springen, alles omver kappende, gans met bloed en brein
overdekt, hun haren verward, hun aangezicht met slijk en zweet en bloed
onkenlijk gemaakt en tussen al deze ijslijkheden nog een venijnige
grimlach, die bestendig op hun gelaat bleef,--een grimlach, waarin de
bittere haat tegen de Fransen en de vreugde des gevechts zich schetste.
De Wallen, die in hun verwaandheid van de Vlamingen gesproken hadden, alsof
zij dezelve zomaar met een aanval zouden hebben verpletterd, bevonden ter
hunner schade dat men met ijdel gezwets op het slagveld met veel uitricht,
zij betreurden de gevolgen hunner onbezonnenheid en merkten, aan de
Macechers, wat slag van volk zij voor handen hadden, echter gaven zij de
moed niet op, zij waren toch nog veel talrijker dan de Vlamingen, en
bezaten nog benden genoeg die niet gevochten hadden.
Terwijl de voorste scharen van het Frans leger dus de nederlaag hadden,
stond de Seneschalk d'Artois met het tweede lichaam verder van het Vlaamse
leger. Vermits de slagorde des vijands niet breed genoeg was om met zoveel
scharen ineens bevochten te worden, was hij nog niet vooruitgekomen. Niet
wetende hoe het met de strijd gelegen was, stelde hij zich voor dat zijn
mannen ongetwijfeld de overhand hebben moesten, want hij zag er geen
terugkomen. Onderwijl zond hij Mijnheer Louis de Clermont met vierduizend
Normandische ruiters door de Neerlander om de Vlaamse slagorde op de
linkervleugel aan te vallen. Het gelukte De Clermont aan die zijde een
vastere grond te vinden, hij geraakte met al zijn ruiters over de beek, en
viel plotseling op de benden van Gwyde. Deze, door nieuwe vijanden van
achter besprongen, terwijl De Chatillons lieden hen langs voren werk genoeg
gaven, konden niet langer weerstand bieden, de eerste gelederen werden
omvergeworpen en aan stukken gehakt, de verwarring kwam onder de anderen,
en dit ganse gedeelte des Vlaamsen legers week in wanorde achteruit. De
stem van de jonge Gwyde, die hen bij het Vaderland bezwoer om te blijven
staan, gaf hun moed genoeg, maar dit hielp niet, het geweld was te groot,
en al wat zij op de bede huns Veldheers doen konden, was hun ontwijking zo
langzaam mogelijk uit te voeren.
Het ongeluk wilde dat Gwyde op dit ogenblik een zo zware slag op de helm
kreeg dat hij voorover op de nek van zijn paard stortte en zijn zwaard
vallen liet, in die gesteltenis, verdwelmd en suizelend, kon hij zich niet
verweren. Het ware met hem gedaan geweest, indien de minnaar van Machteld
niet met hem geweest ware. Die jonge ridder sprong voor het paard van
Gwyde, en zwaaide zo kundig en zo onversaagd met zijn wapen in het rond,
dat de Fransen, in hem een hinderpaal vindende, bij de jonge Graaf niet
geraken konden, na enige ogenblikken van dit felle strijden werd zijn arm
zwak en moede, dit was zichtbaar aan de wendingen van zijn zwaard, welke
steeds langzamer en trager werden. Het regende slagen en houwen op zijn
uitrusting, hij voelde zijn vlees onder het harnas gepletterd, en hij
stuurde reeds een laatste zucht zijner beminde Machteld toe,--want de dood
zag hij daar voor zich, die hem wenkte.
Gedurende die tijd was Gwyde achter de slagorde geraakt, en van zijn
bedwelming teruggekomen, met angst bemerkte hij de toestand zijns redders,
en een ander zwaard vattende, kwam hij hem terzijde en begon opnieuw te
vechten. Met hem waren nog enige der stoutsten toegesneld, en de Fransen
werden nog tegengehouden, totdat er nieuwe vijanden door de Neerlander
gedrongen zijnde, de anderen kwamen helpen. De onversaagdheid der Vlaamse
ridders kon de Fransen in hun loop niet tegenhouden. De schreeuw
"Vlaanderen de Leeuw!" werd door een andere vervangen, nu waren het de
Fransen die riepen "Noël! Noël! Vooruit! Aan ons de zege! Slaat dood die
voetgangers!"
De Vlamingen werden overhoopgeworpen en uiteengedreven, ondanks de
verwonderlijke pogingen van Gwyde, kon hij de aftocht van zijn volk niet
stuiten, want er waren wel drie ruiters tegen een Vlaming, de paarden
stieten hen ten gronde of dreven hen met onweerstaanbaar geweld af. Dan
kwam de wanorde onder hun gelederen, en de helft des Vlaamsen legers moest
voor de vijand vluchten, een groot getal werd verslagen, de anderen werden
allen zodanig verstrooid dat zij de ruiters geen tegenweer meer bieden
konden en tot tegen de Leie door de Fransen werden vervolgd, alwaar er een
groot deel in het water verdronk[155]. Tegen de boord dier rivier had Gwyde
zijn mannen weder enigszins in gelederen kunnen vormen, maar het getal der
vijanden was te groot. De lieden van Veurne, alhoewel verstrooid, vochten
met een dolle wanhoop, het schuim stond op hun mond, en bloed liep overal
langs hun lichamen af, en nochtans kon die heldenmoed hun met te baat zijn.
Zij hadden elk reeds drie of vier ruiters verslagen, maar hun getal
verminderde te zeer, terwijl dit der vijanden steeds aangroeide,--met eer
en wraak te sterven was hun gedacht. Gwyde de nederlaag van zijn leger
ziende, en de slag verloren achtende zou van pijn wel geweend hebben, maar
er was geen plaats voor de droefheid in zijn hart over, een sombere
razernij had zich van hem meester gemaakt. Volgens zijn eed wilde hij niet
langer leven, en hij dreef als een zinneloze zijn paard te midden der
zegepralende vijanden. Adolf van Nieuwland en Arnold van Oudenaarde volgden
hem van nabij, zij streden zo verwoed, dat de vijanden op hun wonderdaden
verschrikten, de ruiters vielen voor hun zwaarden als door toverij
neer.--De meeste Vlamingen lagen nu overhoop en de Fransen schreeuwden met
recht "Noël! Noël!" want niets scheen de benden van Gwyde te kunnen redden.
Op dit ogenblik zag men in de richting van Oudenaarde, achter de Gaverbeek,
iets dat hevig tegen de zon blonk, zich tussen de bomen bewegen, dit
wonderbaar verschijnsel naderde met snelheid en kwam eindelijk in open
veld, twee ruiters vertoonden zich en kwamen in volle draf naar het
slagveld gelopen. De ene was een ridder, dit kon men aan zijn prachtige
uitrusting zien, zijn harnas en al het ijzer dat hem en zijn paard bedekte,
was verguld en schitterde verwonderlijk. Een grote blauwe vederbos rolde op
de wind achter zijn rug, het leder van zijn tuig was geheel met zilveren
schelpjes bekleed, en op zijn borst was een rood kruis geschilderd, boven
dit teken op een zwarte grond stond het woord Vlaanderen in grote zilveren
letters te lezen.
Geen ridder was er op het slagveld zo prachtig uitgerust als deze
onbekende, maar hetgeen hem meest onderscheidde was zijn gestalte, hij was
een hoofd langer dan de zwaarste mannen en zo machtig van lichaam en leden
dat men hem voor een reuzenzoon zou genomen hebben. Het paard dat hij
berende, bracht veel tot die wonderbare gestalte toe, want het was ook
bovenmate hoog en sterk,--de schoonste Duitse hengst die men zien mocht.
Lange vlokken schuim vlogen om zijn mond en twee dikke ademwolken gingen
blazend uit zijn longen.--De ridder had geen ander wapen dan een
schrikkelijke marteel of wapenhamer, waarvan het staal zich hevig op de
gele glans der vergulde wapenrusting uitloste.
De andere ruiter was een monnik met slechte uitrusting, zijn harnas en zijn
helm waren zodanig verroest dat zij met rood geverfd schenen. Zijn naam was
broeder Willem van Saeftinge. In zijn klooster ter Doest zijnde, vernam hij
dat men bij Kortrijk tegen de Fransen ging vechten, hierop nam hij twee
paarden uit de stal, en verruilde het ene tegen de verroeste wapenen, welke
men op hem bemerkte, met het andere kwam hij nu aangerend om m de stijd
tegenwoordig te zijn[156]. Hij ook was buitengewoon sterk van leden en
onversaagd van hart, een lang slagzwaaid blonk in zijn vuist, en zijn ogen
gaven genoeg te kennen dat hij een vreeslijke kamper zijn moest; hij had
de wonderbare ridder zo-even ontmoet, en daar zij beiden dezelfde plaats
bereiken wilden, waren zij te samen voortgereden.
De Vlamingen wendden hun ogen met blijde hoop naar de gulden ridder, die in
de verte kwam aanrennen. Zij konden het woord Vlaanderen nog niet lezen, en
konden dus niet weten of hij een vriend of een vijand was; maar in hun
uiterste toestand droomden zij dat God onder die gedaante hun een zijner
Heiligen toezond om hen te verlossen. Alles kon hun dit doen geloven, zijn
glanzende uitrusting, zijn buitengewone gestalte en het rood kruis dat hij
op de borst droeg.
Gwyde en Adolf, die zich te midden der vijanden verweerden, bezagen
elkander met de grootste opgetogenheid, zij hadden de gulden ridder
herkend. Nu scheen het hun dat de Fransen veroordeeld waren, want zij
hadden een vol betrouwen in de macht en de kunde van die nieuwe krijger. De
blikken, die zij zich onderling toestuurden, zegden: "O geluk, daar is de
Leeuw van Vlaanderen!"
De gulden ridder naderde eindelijk bij de Franse benden; eer men hem vragen
kon wie hij bestrijden of bijstaan wilde, viel hij op het dikste der
ruiters en sloeg met zijn marteel zo woest en zo verschriklijk onder hen,
dat zij, met vrees bevangen, elkander omverdrongen om zijn slagen te
ontwijken. Alles viel voor zijn pletterende hamer,--en achter zijn paard
bleef in de vijandlijke scharen een ijdel spoor gelijk het zog dat een
zeilend schip na zich laat; in dier voege, al wat hij treffen kon overhoop
smijtende, kwam hij met wonderlijke snelheid tot bij de benden, welke tegen
de Leie gedreven waren en riep: "Vlaanderen de Leeuw! Volgt mij! Volgt
mij!"
Deze woorden roepende, wierp hij een groot getal Fransen in het slijk, en
ging zo verbazend in de slachting voort dat de Vlamingen hem als een
bovennatuurlijk wezen aanzagen.
Nu daalde de moed in hun harten terug, zij smeten zich tegelijk met een
blij gehuil vooruit, en volgden de gulden ridder in wonderdaden na. De
Fransen konden aan deze onverschrokken leeuwen niet verder wederstaan, de
voorsten keerden zich om en wilden vluchten, maar zij vielen tegen de
paarden hunner makkers, en wierpen elkander op de grond.--Een algemene
moorderij ving aan op de ganse lengte des legers; de Vlamingen deden niets
dan doden, en sprongen over grote hopen lijken om de verdere vijanden aan
te vallen. Nu werd er niet meer "Noël!" geschreeuwd; de kreet "Vlaanderen
de Leeuw! Wat wals is vals is! Slaat al dood!" beheerste alle ander
gerucht, en de strijders werden zo doof dat zij de slagen hunner eigen
wapens niet meer horen konden.
Broeder Willem, de monnik, was van zijn paard gestegen en vocht te voet; al
wat in zijn bereik kwam, werd door een dodelijke slag getroffen, hij
zwaaide zijn zwaard alsof het een veder geweest ware, en lachte spottend
tegen de vijanden, die hem wilden aanvallen. Men zou gedacht hebben dat hij
zich aan enig spel verlustigde, want hij was zo blijde en sprak zo losse
schertsende woorden alsof hij met kinderen te kampen had. Niettegenstaande
zijn behendigheid vielen er evenwel menige zwaarden op zijn verroest
harnas: maar terwijl een ander onder elke dier slagen zou zijn gevallen,
bleef Broeder Willem onwrikbaar boven zijn geslachte vijanden staan; al wie
het ongeluk had hem te raken viel op hetzelfde ogenblik voor zijn
reuzenzwaard en bekocht het met de dood. Eensklaps zag hij Mijnheer Louis
de Clermont met zijn banier een weinig verder staan.
"Vlaanderen de Leeuw!" riep Broeder Willem. "Die Standaard is mijn!"
Alsof hij dood gevallen ware liet hij zich te gronde gaan, kroop op handen
en voeten onder de paarden heen, en stond nevens Louis de Clermont recht;
van alle kanten vielen de zwaarden op hem, doch hij wist zich zo wel te
verdedigen dat hem slechts enige zware kneuzingen bezeerden. Hij deed niet
merken dat hij het op de Standaard gemunt had, ja keerde er zelfs de rag
naar toe; maar zich plotseling omkerende, hakte hij de arm van de
vaandrager ineens af, en scheurde de gevallen banier aan stukken.
Gewis zou de monnik daar de dood gevonden hebben, doch nu was de ganse
slagorde reeds tot bij hem gekomen en de Fransen, welke om hem stonden,
werden overhoop teruggedreven. De gulden ridder had de vijanden, die de
jonge Gwyde omringden, in enige ogenblikken verstrooid, en hij ging zonder
rusten voort, altijd vooruitdringende; met zijn hamer verpletterde hij
helmen en bekkenelen, en vond niemand die hem weerstand bieden kon, al wie
door zijn slagen bedwelmd ten gronde viel, werd onder de voeten der paarden
vertrapt.--Gwyde naderde hem, en sprak met haastige woorden: "O Robrecht,
mijn broeder, hoe dank ik God dat hij u hier gezonden heeft! Gij hebt het
Vaderland gered ..."
De gulden ridder antwoordde niet, maar plaatste zijn vinger op de mond,
alsof hij zeggen wilde: "Geheim! Geheim!"
Adolf had dit teken ook gezien, en hij besloot zich te houden alsof hij de
Graaf van Vlaanderen niet kende.
Intussen liepen de Fransen elkander over het lijf, de Vlaamse scharen
drongen met geweld tegen de wijkende vijand op, en verpletterden de
gevallen ridders met knotsen en helmbijlen. Duizenden paarden lagen in de
geknede aarde half verzonken, en de lijken der vijanden overdekten de
grond--in zo groot getal dat de strijdenden niet meer op het gras, maar wel
op een bed van dode lichamen en gebroken wapens vochten. De Groeningebeek
kon men niet meer zien, de lijken met dewelke zij opgevuld was, vormden
slechts een hoop met degene die op de boorden lagen; men zou de loop dier
beek wel aan de bloedstroom herkend hebben, doch bloed lag er overal in
grote plassen. Het gehuil der stervenden, de klachten dergenen die
verstikten, met het gejuich der zegepralende Vlamingen, mengden zich in een
afgrijselijk gedruis; daarbij de schaterende tonen der bazuinen, het
gekrijs der zwaarden op de harnassen, het pijnlijk briesen der gepletterde
paarden: een vulkaan die barst en tussen het rollen der losgebroken donders
het ingewand der aarde scheurt, kan alleen een denkbeeld van dergelijk
schrikgeluid geven.--Het was alsof het jongste uur gekomen ware.
Negen uur sloeg het op de Halletoren van Kortrijk, toen de wijkende
ruiterij van De Nesle en De Chatillon naar de benden van de Seneschalk
Robert d'Artois gevlucht kwam.--De nederlaag der zijnen vernemende ontstak
Robert in een blinde woede, en wilde met het talrijk lichaam, dat hij onder
zich had, op het Vlaams leger inlopen. Andere ridders poogden hem van zijn
onvoorzichtig voornemen te doen afzien, voorgevende dat geen paard zich op
de strijdplaats bewegen kon, maar hij wilde naar niemand luisteren, en
sprong, door al zijn mannen gevolgd, dwars door de vluchtelingen heen. De
ruiters, aan de eerste nederlaag ontkomen, werden door de Seneschalk en
zijn nieuwe benden ondersteboven gesmeten, en zij liepen in wanorde langs
alle kanten van het slagveld, om uit die ijslijke verwarring te komen; maar
dit was hen niet mogelijk: de eerste scharen werden door de achtersten
vooruit gestuwd, en alzo viel die wolk verse troepen met de grootste
vermetelheid op de Vlaamse slagorde. Bij de eerste schok werd het leger van
Gwyde genoodzaakt achter de Groeningebeek te wijken, doch daar dienden de
gevallen paarden hun tot borstweer, alsof zij binnen een verschansing
getrokken waren.
De Franse ruiters konden zich in de modderige grond niet staande houden;
zij vielen de ene over de andere, en doodden elkander in de val. Mijnheer
d'Artois dit ziende werd uitzinnig, hij sprong met enige onversaagde
ridders over de beek en viel op de benden van Gwyde. Na een kort gevecht,
in hetwelk vele Vlamingen sneuvelden, greep Robert d'Artois de grote
Standaard van Vlaanderen bij het doek en scheurde een stuk met de voorste
klauw van de Leeuw eraf[157]. Een razend gehuil klom uit de omstaande
Vlaamse scharen.
"Slaat dood! Slaat dood!" was de algemene schreeuw.
De Seneschalk poogde de Standaard uit de handen van Segher Lonke te rukken,
maar Broeder Willem, zijn zwaard wegwerpende, sprong tegen het paard van
Mijnheer d'Artois op, en sloeg zijn twee armen om de hals van de Veldheer;
dan zijn voeten tegen de zadel drukkende, trok hij met zoveel kracht aan
het hoofd van Robert dat deze uit de zadel geraakte,--zij rolden beiden op
de grond. De beenhouwers waren ondertussen toegelopen, en Jan Breydel die
de hoon aan de Standaard van Vlaanderen geschied, wreken wilde, hakte met
een houw de arm van Robert af. De ongelukkige Seneschalk, zich bij de dood
ziende, vroeg of er geen edelman was aan wie hij zijn wapenen mocht
overgeven; maar de beenhouwers huilden dat zij die taal niet verstonden, en
hakten en kerfden zo lang op hem dat hij de geest gaf[158].
Terwijlen had Broeder Willem Pierre Flotte, de Kanselier, ook op de grond
geworpen, en hief zijn zwaard op om hem het hoofd te klieven; de Fransman
smeekte om genade. Broeder Willem lachte spottend en hakte hem achter in de
nek dat hij, van leven beroofd, met het aangezicht in het gestorte bloed
viel[159]. De Franse heren De Tarcanville en d'Aspremont werden door de
hamer van de gulden ridder verpletterd, Gwyde kloof het hoofd van Renold de
Longueval met een houw, en Adolf van Nieuwland wierp Raoul de Nortfort uit
de zadel. In weinig ogenblikken sneuvelden er meer dan honderd edellieden.
Mijnheer Rodolf I, heer van Gaucourt, met de twee Koningen Balthazar en
Sigis, en met nog zeventien uitgelezen ridders had zich sedert lange tijd
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Leeuw van Vlaanderen - 27
  • Parts
  • De Leeuw van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1630
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    55.6 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4636
    Total number of unique words is 1491
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    61.4 of words are in the 5000 most common words
    69.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4674
    Total number of unique words is 1476
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    64.0 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4677
    Total number of unique words is 1415
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4694
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.1 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4634
    Total number of unique words is 1429
    46.4 of words are in the 2000 most common words
    64.8 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4578
    Total number of unique words is 1480
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    62.9 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1510
    42.2 of words are in the 2000 most common words
    59.2 of words are in the 5000 most common words
    68.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1462
    43.3 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    70.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4657
    Total number of unique words is 1421
    45.8 of words are in the 2000 most common words
    65.1 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4670
    Total number of unique words is 1444
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4589
    Total number of unique words is 1454
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4690
    Total number of unique words is 1510
    43.5 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    71.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4727
    Total number of unique words is 1488
    44.2 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4721
    Total number of unique words is 1381
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4615
    Total number of unique words is 1431
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    74.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4613
    Total number of unique words is 1502
    44.7 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4692
    Total number of unique words is 1389
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4662
    Total number of unique words is 1402
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    64.3 of words are in the 5000 most common words
    72.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4652
    Total number of unique words is 1426
    45.7 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4559
    Total number of unique words is 1440
    44.6 of words are in the 2000 most common words
    64.0 of words are in the 5000 most common words
    72.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4633
    Total number of unique words is 1522
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    62.9 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4601
    Total number of unique words is 1476
    45.6 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4599
    Total number of unique words is 1412
    44.5 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4590
    Total number of unique words is 1432
    42.8 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    68.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4681
    Total number of unique words is 1299
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    61.6 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1426
    44.5 of words are in the 2000 most common words
    61.7 of words are in the 5000 most common words
    70.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4681
    Total number of unique words is 1444
    45.1 of words are in the 2000 most common words
    63.9 of words are in the 5000 most common words
    72.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4562
    Total number of unique words is 1460
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    57.6 of words are in the 5000 most common words
    65.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4131
    Total number of unique words is 1603
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    40.1 of words are in the 5000 most common words
    46.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Leeuw van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 3905
    Total number of unique words is 1480
    30.1 of words are in the 2000 most common words
    41.0 of words are in the 5000 most common words
    48.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.