Lidewyde - 09

Total number of words is 4630
Total number of unique words is 1448
47.7 of words are in the 2000 most common words
63.3 of words are in the 5000 most common words
71.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
dat mijn naam u tegenstond. Emma klinkt veel liefelijker, dat erken
ik. Weet gij hoe ik aan dien naam van Lidewyde kom? Ik heet naar de
zalige Lidewyde van Schiedam, waar mijn vader geboren is. Misschien
doet die oude dame nog eenmaal een goed woord voor mij, en verzoent
zij mij daardoor met de gedachte, half en half eene Schiedamsche te
zijn; wat ik geen voorregt vind. Ik benijd u den naam van Kortenaer;
en, had het in mijne keus gestaan, ik zou, even als gij, hebben willen
afstammen van iemand die in de Groote Kerk te Rotterdam in een
praalgraf rust. Mijne petemoei, indien ik haar zoo noemen mag, heeft
zich moeten vergenoegen met een opschrift boven een klein-steedsch
hofje. Maar waarom verbaast het u, dat ik op de hoogte ben van uw
roman? Of zijt gij zoo nederig, dat gij den roep van uwe ridderlijke
daden beperkt zoudt willen weten tot de echo's der Duinendaalsche
boschjes? Dat kan ik niet gelooven. In mijn tijd althans waren de
jonge lieden zoo bescheiden niet."
--"In uw tijd, Lidewyde? Moest ik u een kompliment maken, ik zou
zeggen dat uw tijd nog komen moet. Maar in vollen ernst, wie heeft u
verteld onder welke omstandigheden ik het hof aan Emma gemaakt heb?"
--"Niemand heeft mij dat verteld. En dat was ook niet noodig. Zoo lang
de boschaadjes de kunst van klappen niet zullen verleerd hebben,
behoeft niemand veel moeite te doen om achter het geheim van sommige
vrijaadjes te komen."
--"Foei, Lidewyde, nu doet gij even als mijn aanstaande schoonvader,
die langzamerhand de taal der oude hollandsche dichters begint te
spreken. Ik voor mij houd niet..."
--"Wat hoor ik? Dat is een slecht begin, André! Gij houdt niet van uw
oom, niet van uwen aanstaanden schoonvader, misschien ook niet van uw
aanstaande schoonmoeder,--waar moet dat heen? Gij houdt van uw meisje,
zult gij zeggen, en ik geef u toe dat die vlag de lading dekt. Hoe
ziet uw meisje er uit? Allerliefst, natuurlijk; doch erken dat dit
tevens te veel en te weinig zegt. Is zij blond, is zij bruin, is zij
groot, is zij klein? Biecht op, mijnheer André, en stel mij in de
gelegenheid uw goeden smaak te bewonderen!"
--"Wilt gij haar portret zien?" vroeg hij, naar zijne portefeuille
tastend. "Hier is het."
Hij rees op, reikte haar het albumblad over, en ging toen weder
zitten. Zij liet zich achterover zinken in haren stoel, hield de
kleine beeldtenis met de eene hand een weinig voor zich uit, ten einde
haar niet onder een valsch licht te zien, en bragt de andere hand aan
hare wang.
--"Welk een lief onschuldig gezigtje!" zeide zij, terwijl een
glimlach, gelijk alleen welgevallen en bewondering tooveren konden,
haar gelaat verlichtte. "En welk bevallig figuurtje! Mijnheer André,
ik maak u mijn kompliment. Meestal doet de fotografie blondines
onregt; doch Emma heeft geen reden van klagen. Is zij altijd zoo
gekapt, met die lange krullen van voren? En is het waar, dat men haar
en hare moeder voor zusters zou aanzien? Het is een keurig portretje.
Alleen zou ik gewild hebben, dat de fotograaf haar een weinig minder
=en face= genomen had; doch dat zijn van die details waar de fotografen
gemeenlijk geen oog voor hebben."
--"Ja maar," begon André.
Doch om Lidewyde duidelijk te maken dat hare aanmerking hem niet
geheel en al gegrond voorkwam, moest hij opstaan; en wilde hij het
licht niet roekeloos onderscheppen, dan was het onvermijdelijk dat
hij zich achter haar fauteuil plaatste en haar met den vinger aanwees,
dat het door den fotograaf gebragte offer goedgemaakt werd door
sommige schoonheden in Emma's houding, die anders verloren zouden zijn
gegaan. Hij ondernam het, zich van dat pleidooi te kwijten, doch niet
zonder zekere ontroering. De fijne geur van bloemen en kruiden die uit
Lidewyde's kapsel naar hem opsteeg, bedwelmde hem niet zoo zeer; maar
gedurende zijn onderhoud met haar had hij de oogen schier niet kunnen
afwenden van hare schouders, die, zonder breed te zijn, toch eene
ronding en volheid vertoonden, waarbij Emma's buste onvorstelijk
afstak. Nu hij zich in de onmiddelijke nabijheid van Lidewyde bevond,
troffen die schouders hem op nieuw en nog sterker dan te voren. Emma
zou hij steeds ontraden hebben, zich bij bals of andere feestelijke
gelegenheden te zeer den hals te ontblooten, Lidewyde niet. Hij stelde
zich integendeel voor, dat het een verrukkelijk schouwspel moest
opleveren, Lidewyde gedekolleteerd te zien.
--"Ja maar," hervatte hij, zich voorover buigend, zoodat hij den adem
moest inhouden om haar kanten mutsje te ontzien, "ik geloof niet dat
de fotograaf er veel bij zou gewonnen hebben..."
--"En waarom zou hij niet?"
--"Wel, omdat anders..."
--"Neen, dat ben ik niet met u eens."
--"Ik druk mij verkeerd uit, geloof ik."
--"Toch niet, ik begrijp uwe bedoeling volkomen. Tenzij..."
--"Nu juist, dat is het."
Het pleidooi zou misschien gaandeweg zijn gaan vlotten, en ook al ware
het nu en dan een weinig blijven steken, welligt zou André het niet
onaangenaam hebben gevonden, zich nog digter over de leuning van
Lidewyde's stoel heen te buigen en haar in vertrouwen te betoogen dat
Emma's houding weinig of niets te wenschen overliet. Doch hun
onderhoud werd gestoord door de komst van den heer des huizes, en het
duurde geen vijf minuten, of het manipuleren van messen en vorken had
aan alle debatten voorshands een einde gemaakt.


ACHTSTE HOOFDSTUK.

--"Luister eens, Kortenaer," zeide Dijk, toen de maaltijd afgeloopen
was en Lidewyde zich was gaan kleeden, "uw oom heeft onwillekeurig
eene dwaasheid gedaan door u dezer dagen aan mij te adresseren. Mijne
gewone bezigheden zijn in den regel zoo menigvuldig niet, dat ik u
niet behoorlijk te woord zou kunnen staan; en indien gij zes weken
vroeger of zes weken later hier gekomen waart, zou ik onmiddelijk tot
uwe dienst geweest zijn. Wat wordt vereischt om onze zaak in orde te
brengen? Een paar bezoeken bij den kantonregter, eene konferentie of
wat met mijn notaris, meer niet. Doch op dit oogenblik heb ik zelfs
voor dat weinige geen tijd. Een ander en gewigtiger belang neemt in
den loop dezer maand en tot in het begin der volgende al mijne vrije
uren in beslag."
--"Gij zijt kandidaat voor de Tweede Kamer."
--"Hoe weet gij dat? Heeft mijne vrouw het u verteld? Die interesseert
zich anders niet sterk voor zulke zaken."
--"Neen, maar toen ik gisteren-ochtend hierheen reisde, is te T. een
heer bij mij komen zitten, die u persoonlijk kende, en die mij zeide,
dat hij naar M. moest om met u te spreken over uwe kandidatuur. Ik had
hem nooit ontmoet, maar de geheele wereld kent den naam van Lefebvre,
en toen ik hem verteld had dat ik insgelijks naar M. moest en eene
zaak met u te vereffenen had, waren wij aanstonds goede vrienden."
--"Een vreemd uiterlijk, niet waar? Men zou het hem niet aanzeggen dat
hij zoo knap is. Hebt gij hem zien snuiven?"
--"Niet-alleen heb ik dat gezien, maar ik durf beweren dat hij van T.
naar M. niets anders gedaan heeft als snuiven en praten. Om u de
waarheid te zeggen, vond ik hem nog al vies. Met een grooten witten
zakdoek vol ongeregtigheden veegde hij na iedere anekdote zich het
voorhoofd af, en het beetje rappé dat niet aan zijne wangen bleef
kleven vond logies tusschen de plooijen van zijn overhemd."
--"Maar hij zegt voortreffelijke dingen, vindt gij niet?"
--"Zoo voortreffelijk, dat ik somtijds moeite had hem te volgen. Hij
schijnt verwonderlijk goed te huis te zijn in onze politiek."
--"Dat is hij, en ofschoon hij zelden of nooit iets schrijft, oefent
hij een grooten invloed uit. Maar om terug te komen op hetgeen ik u
zeggen wilde, gij zult, naar ik voorzie, niet veel lust hebben, hier
te blijven totdat de verkiezing achter den rug is; en ik, ik kan, op
mijn woord van eer, mij vóór dien tijd niet met u occuperen. Doch ik
meen er iets op gevonden te hebben."
--"En dat is?" vroeg André.
--"Mijne moeder bevindt zich op dit oogenblik met mijne beide zusters
in Engeland; haar huis, hier in de stad, is gesloten, en van dien kant
heb ik u dus niets aan te bieden. Dit is evenwel geen onoverkomelijk
beletsel. Mijn moeders beste vriendin, tegelijk eene zeer goede kennis
van mijne vrouw, is eene oude ongetrouwde dame Steinmetz, die wij
gewoon zijn freule Bertha te noemen. Wat dunkt u, indien freule
Bertha, die niets omhanden en bij zich aan huis ruimte in overvloed
heeft, uw meisje voor eene poos te logeren vroeg? Onze eigen woning,
naar gij bemerkt, is tot uwe dispositie; gij zult jufvrouw Visscher
ten huize van onze vriendin, die eene algemeen geachte en inderdaad
hoogst achtenswaardige dame is, zoo dikwijls kunnen bezoeken als gij
verkiest, en wat ons zelven betreft, het zal ons natuurlijk uitermate
aangenaam zijn, kennis te maken met uwe aanstaande. Het overige kunt
gij met Lidewyde bespreken."
--"Indien Emma's ouders vrede hebben met dat plan, ik voor mij," riep
André uit, "vind het alleraardigst. Gij zijt volkomen opregt, niet
waar, wanneer gij mij verzekert dat ik u geen overlast doe, en niet
minder wanneer gij mij waarborgt dat Emma door de vriendin uwer moeder
goed ontvangen zal worden?"
--"Beste vriend, daarvan kan geen kwestie zijn. Freule Steinmetz is
eene allerbeminnelijkste oude vrouw, die jonge meisjes niet-alleen
niet haat, maar een bepaald zwak voor haar heeft. Zij zal het als een
voorregt beschouwen, jufvrouw Visscher te kunnen herbergen. Belooft
gij mij, de zaak bij uzelven rijpelijk te zullen overleggen? Ik
verzeker u, dat het mij een pak van het hart zal zijn."
--"Al hetgeen ik beloven kan, beloof ik. Waarlijk, het is mij eene
alleraangenaamste verrassing, zoo vriendschappelijk door u bejegend te
worden."
--"Goed, dat eene is dus afgesproken. Gij zult met Lidewyde en
Lidewyde zal met hare vriendin bepraten wat er gedaan moet worden om
uw meisje te overreden. Verlangt gij, vooraf uwe opwachting te gaan
maken bij freule Steinmetz, mijne vrouw zal u gaarne bij haar
introduceren. Nu nog iets anders. De medicus van mijne vrouw, dokter
Ruardi, is mijn intime vriend. Ware ik vrij, ik zou geen afstand doen
van het genoegen, de honneurs der stad bij u waar te nemen. Doch nu
dit niet gaat, is er niemand aan wien ik u met zulk een goed geweten
overleveren kan als aan hem. Staat gij toe dat ik hem over u spreek en
hem uw geval vertel? Hij is een uitmuntend mensch, en zijne
konversatie zal u vast niet minder belang inboezemen dan die van uw
reisgenoot Lefebvre."
--"Kan ik dien heer een uur of anderhalf geleden hier in den tuin
hebben zien wandelen?"
--"Meent gij Lefebvre?"
--"Neen, dokter Ruardi bedoel ik. Zoo noemt gij hem immers? Een
welgemaakt jong man, donker van uitzigt, en geheel in het zwart
gekleed."
--"Juist. Ruardi komt dagelijks en op ieder uur van den dag bij ons
aan huis. Zoo als ik zeide, hij is tevens mijn boezemvriend en de
medicus van Lidewyde. Dus hebt gij hem reeds gesproken?"
--"Niet gesproken, maar gezien. Toen ik daareven op mijne kamer voor
het venster stond, zag ik een dokterskoetsje heen en weder stappen op
den straatweg, en toen op hetzelfde oogenblik een vreemd heer den tuin
doorging, begreep ik half en half dat die vreemdeling Lidewyde's
dokter zijn zou. Gaat het mijnheer Ruardi zoo voor den wind, dat hij
zulk keurig equipage houden kan?"
--"O, Ruardi verdient met zijne praktijk geld als water en heeft
bovendien fortuin van zich zelven en van zijne vrouw."
--"Met wie is hij getrouwd?"
--"Op dit oogenblik is hij weduwnaar, maar eenige jaren geleden is hij
korten tijd getrouwd geweest met een meisje uit onze patricische
societeit. Hij had aan dat juffertje een uitmuntend huwelijk gedaan,
en haar verlies is eene zware slag voor hem geweest."
--"Bedoelt gij daarmede dat hij zelf geen patricier is?"
--"Lieve vriend, wat zal ik op die vraag antwoorden? Mijn eigen vader
was evenmin patricier als Ruardi het is, en alleen om zijn huwelijk is
hij in dien kring toegelaten geworden. Toen ter tijd werd de
fatsoenlijke wereld te M. nog als van ouds in twee helften verdeeld,
de patriciers en de burgers, hoogmoed tegen hoogmoed. Doch sedert is,
gelijk in vele andere dingen, ook daarin groote verandering gekomen.
Tegenwoordig domineren hier handel en industrie, en de geboorte is op
den achtergrond getreden. Evenwel is het daarom nog niet
onverschillig voor een medicus, aan welke familien hij geparenteerd
is. Vergenoeg u dus met de wetenschap dat gij aan de zijde van Ruardi
overal welkom zult zijn... Hoe laat is het? Te drommel, ik moet naar
de stad... Nu, tot van middag aan tafel. Morgen-ochtend hoop ik in de
gelegenheid te zijn, Ruardi voor te bereiden op de kennismaking met u.
Vergeet intusschen onze afspraak omtrent jufvrouw Visscher niet.
Adieu."

Ook zonder die aanbeveling zou André aan de gemaakte afspraak gedacht
hebben. Het liep hem mede, vond hij, en de voorspoed heeft een goed
geheugen. De kennismaking met Lidewyde te kunnen voortzetten en tevens
met Emma vereenigd te zijn, dit was een kolfje naar zijne hand. Zoodra
Lidewyde beneden kwam zou hij met haar over de zaak spreken. Dit was
het voorname pund. Naar den dokter zou hij haar voorloopig niet
vragen. Diens geheimen, zoo hij ze had, gingen hem niet aan; of indien
later blijken mogt van wèl, zou het nog vroeg genoeg zijn.


NEGENDE HOOFDSTUK.

Lidewyde kleedde zich; en had André tegenwoordig mogen zijn bij dat
toilet, zijn goede dunk omtrent de bekoorlijkheden van mevrouw Dijk
zou er niet onder geleden, zijne menschenkennis er bij gewonnen
hebben. Hetgeen hij gegist had, was waar. De bejaarde vrouw, door hem
opgemerkt in den tuin, vervulde werkelijk bij Lidewyde de taak van
kamenier, en de onbekende, wien zij uitgeleide had gedaan, was
inderdaad dokter Ruardi geweest. Het onderhoud tusschen meesteres en
dienstbode liet daaromtrent geen twijfel over. Slechts in één opzigt
zou André, indien hij dat gesprek had aangehoord, vermoedelijk
teleurgesteld geweest zijn: een zoo volstrekt verzwijgen van zijnen
naam, een zoo onbepaald wegdenken van zijn persoon, zou hem in zijne
eigenliefde deerlijk gekwetst hebben.
Lidewyde zat op hare gewone plaats, voor haren kapspiegel, en wanneer
zij de oogen opsloeg, kon zij Sarah, die achter haar stond en bezig
was iets aan haar kapsel te veranderen, in het aangezigt zien.
Verwonderlijk aangezigt! Of liever, verwonderlijk dat eene vrouw van
leeftijd, met zoo iets =lady-like's= in haar voorkomen, het werk eener
kamenier verrigtte. Verwonderlijk ook, dat zij dit deed zonder
merkbaren tegenzin zoowel, als zonder ostentatie, met de
gemakkelijkheid van iemand die zich in hare nederige rol volkomen op
hare plaats gevoelde en tegelijk eene honderd malen betere plaats met
eer vervuld zou hebben. Zij geleek de tegenstrijdigheid in persoon.
Haar zwart zijden kleed teekende geene armoede, en toch ontving men
den indruk, dat zij bij meer dan eene gelegenheid het gebrek onder de
holle oogen had gezien. De scherpe trekken van haar gelaat drukten
meer zelfbeheersching dan aandoenlijkheid uit, hetgeen niet
verhinderde dat men in haar iemand waande te zien, over wier hoofd
schier al het lijden heengegaan--en niets slechts heengegaan--moest
zijn, waardoor eene vrouw getroffen kan worden. Haar zwakke stem, hare
lichte oogen, schenen van zachtzinnigheid te getuigen; en toch zou men
niet verbaasd geweest zijn, haar op gestrengen toon een wreed bevel te
hooren geven. Hare grijsblonde lokken, onder een mutsje van zwarte
tulle, opgemaakt met pensé lint, spraken van een stemmig gemoed, van
uitgedoofde hartstogten, van eene boven iederen strijd verheven deugd,
terwijl niettemin met volle regt van haar beweerd kon worden, dat hare
zestig jaren aan niets verhevens of edels deden denken. Somtijds drong
zich van den twijfelachtigen indruk, dien haar persoon te weeg bragt,
het innemend element op den voorgrond, en vroeg men zich naderhand af,
of deze vrouw wel inderdaad zoo koud, zoo hardvochtig, zoo slecht was,
als zij scheen. Andere keeren had het tegenovergestelde plaats, en
kwam de ongunstige impressie, als korrektief eener voorbarige
sympathie, hinkend en terugstootend achteraan. Boosaardigheid,
evenwel, was aan de uitdrukking van haar gelaat, ook onder de minst
voordeelige omstandigheden, te eenemaal vreemd. Was zij werkelijk,
gelijk men somwijlen in verzoeking kwam te denken, in staat en bereid
tot het plegen van iedere misdaad, dan sproot dit blijkbaar bij haar
niet voort uit lust in het kwade, maar uit zeker niet-inzien of
niet-erkennen van eenig wezenlijk onderscheid tusschen kwaad en goed.
Zelfs was de diabolische trek bij haar zoo volstrekt afwezig, dat de
dienstboden van minderen rang, op Soekabrenti, in plaats van haar te
benijden of te belasteren, haar gaarne lijden mogten en haar roemden
om hare goedheid. In de tuinmanswoning was zij eene welkome
bezoekster, en de kinderen van den koetsier liefkoosden haar in de
tegenwoordigheid hunner moeder. In de keuken was zij vooral hierom
populair, omdat men meende te weten dat zij zelve, in vroeger jaren,
eene "mevrouw" geweest was, en er niettemin nooit een woord over hare
lippen kwam, dat ontevredenheid met haar tegenwoordigen staat van
ondergeschiktheid verried.
--"En wat," vroeg Lidewyde, de wenkbraauwen fronsend en op
ongeduldigen toon het gesprek voortzettend, "wat is zijn antwoord
geweest?"
--"Eerst verbleekte hij, tegen zijne gewoonte, en beet zich op de
lippen. Toen ik aanhield en zeide dat gij den sleutel en de brieven
tot iederen prijs terug verlangdet, wilde hij de reden kennen. Hij
vroeg--ja wat al niet."
--"Wat vroeg hij dan?"
--"Hij vroeg, waarom gij in plaats van mij die boodschap voor hem op
te dragen, haar niet zelf gedaan hadt, en wat het beteekende dat ik
hem achterna gezonden werd, daar het toch een oogenblik te voren in
uwe magt had gestaan, hem uwen wensch mede te deelen."
--"Dat kon, dat wilde ik niet. Indien ik hem alleen haatte, zou ik wel
woorden vinden; harde of zachte om het even. Maar bij de gedachte dat
hij mij in zijne magt heeft,--hij mij,--gevoel ik mij zelve in zulk
eene woede ontsteken, dat de spraak mij begeeft. Wat vroeg hij nog
meer?"
--"Iets dat hij niet gevraagd zou hebben, indien hij u had hooren
spreken gelijk gij nu doet. Hij vroeg, of gij hem niet meer lief
hadt?"
--"Dat kan hij niet gemeend hebben. Hij weet dat ik hem haat. Hij moet
het weten!"
--"Met uw verlof, mevrouw, zoo lang onverschilligheid de eenige vorm
is waaronder gij hem uwen afkeer laat blijken, kan hij te goeder trouw
meenen dat uwe koelheid slechts voorbijgaande is."
--"Noem Ruardi en de goede trouw niet in één adem, wat ik u verzoeken
mag. Hij is de valschheid in persoon. Hebt gij hem dan niet gezegd dat
ik hem met mijn geheele hart verfoei? Waar waren uwe zinnen, Sarah?"
--"Ik had geene vrijheid om hem dat te zeggen, mevrouw. Mijn antwoord
is dan ook geweest, dat hij alsnog, voor zoo ver ik wist, niet aan uwe
liefde behoefde te twijfelen, en ik uw wensch meer als eene gril dan
als een bevel of een eisch beschouwde."
--"Gij hebt gelijk, Sarah. Vergeef het mij, dat ik daareven iets
onvriendelijks tot u zeide. Het zou lafhartig van mij zijn, u een last
op te dragen waarvoor ik zelf tot hiertoe teruggedeinsd ben. En wat
antwoordde hij, toen gij hem om bestwil met die halve waarheid
tevreden hadt zoeken te stellen?"
--"Dat dezelfde redenen, die u den sleutel en de brieven deden
afvragen, hem bewegen moesten om ze te houden."
--"Juist een antwoord voor hem. Zoo iets puntigs en snijdends, dat een
schijn van diepzinnigheid heeft, maar in den grond der zaak niets
beteekent. O Sarah, Sarah," zuchtte Lidewyde, terwijl zij als in
vertwijfeling de handen aan het voorhoofd bragt, "waarom heb ik dien
man ooit mijn vertrouwen geschonken!"
Had Sarah de booze wereld vertegenwoordigd, zij zou geantwoord hebben
dat Lidewyde ongetwijfeld minder wanhopig en bekommerd zou zijn
geweest, indien zij dokter Ruardi nooit iets anders geschonken had als
haar vertrouwen. Doch stekelige gezegden van dien aard vielen evenmin
in Sarah's smaak of karakter, als het openbaren eener in dit geval
anders niet onnatuurlijke deernis. Eene gewone vrouw van Sarah's
leeftijd en positie zou Lidewyde, hoe schuldig deze dan ook wezen
mogt, niet zonder mededoogen hebben kunnen zien lijden. Want dat zij
leed was duidelijk. Daarvan getuigde de ongelijkheid van haar humeur;
hare onnatuurlijke neerslagtigheid in het eene, hare even
onnatuurlijke opgewondenheid in het andere oogenblik; de sombere
stemming, waarin gisteren avond André haar aangetroffen had; de
gemaakte opgeruimdheid, waarmede zij dien ochtend met hem had
geschertst en gekeuveld; de hartstogtelijke toon, waarop zij daareven
was uitgevaren tegen Ruardi. Doch voor Sarah was het eene uitgemaakte
zaak dat Lidewyde ophouden zou zich ongelukkig te gevoelen, van het
oogenblik af dat zij haren minnaar zou kunnen trotseren, en de reden
van Lidewyde's verdriet alleen hierin bestond, dat zij voorshands niet
in de gelegenheid was, haar overwigt te doen gevoelen. Dat onvermogen,
meende Sarah, noopte tot nadenken, niet tot medelijden. Het kwam er
slechts op aan, een middel te ontdekken en aan te wenden, waardoor
Lidewyde, die zich thans in de magt van den dokter bevond, hem op hare
beurt tot onderwerping zou kunnen brengen, of althans hem op eene
kwetsbare plaats zou kunnen grieven.
--"En toch," vervolgde Lidewyde, "er moet een einde komen aan onze
valsche verhouding. Zoo kan het niet langer. Zijne gemeenzaamheid is
mij ondragelijk geworden. Liever openlijke vijandschap dan zulk een
omgang."
--"Mevrouw weet even goed als ik," antwoordde Sarah, "dat al het
ongerief eener vriendschapsbreuk met den dokter nederkomen zou op haar
eigen hoofd. De blindheid van mijnheer Dijk heeft grenzen."
--"Mijn man is een ellendeling," viel Lidewyde haar in de rede.
"Nimmer zal ik hem de helft van het leed kunnen berokkenen dat hij
gebragt heeft over mij. Wat raakt het mij, of hij verdriet heeft?
Wanneer heeft hij zich over het mijne bekommerd?"
--"Niet dikwijls, dat erken ik; maar," ging Sarah voort, "daar staat
tegenover dat mijnheer Dijk, toen gij gelukkig waart met dokter
Ruardi, geen hinderpaal voor u geweest is. Die verdienste behoort
erkend te worden."
--"Eene fraaije verdienste!" riep Lidewyde op minachtenden toon.
--"Thans, nu ieder weet dat dokter Ruardi de beste vriend is van uw
man,"--de kamenier vond het niet noodig het "mijnheer Dijk" tot in het
oneindige te vermenigvuldigen en verhielp onder de hand nog eene
kleinigheid aan Lidewyde's kapsel,--"thans bestaat er voor zijne
veelvuldige bezoeken hier aan huis eene natuurlijke reden. Doch zoodra
gij zelve dat voorwendsel vernietigt, zullen uwe vriendinnen van de
gelegenheid gebruik maken om zich van u af te zonderen. En zij, die
het meest op haar geweten hebben, zullen uw gezelschap het ijverigst
mijden. Op die wijze zult gij u dubbel eenzaam gaan gevoelen."
--"Maar moet ik dan," vroeg Lidewyde, met ongeduld oprijzend, ten
einde Sarah in staat te stellen de knoopjes aan de achterzijde van
haar kleed te bevestigen, "moet ik ten eeuwige dage vastgeketend
blijven aan een schepsel, dat ik niet liefheb, dat ik haat, dat ik
veracht? Is het niet genoeg, dat iemand die zich mijn man noemt, dag
aan dag mijn leven verbittert? Ben ik gedoemd, hetzelfde ten tweede
male te lijden door toedoen van een ander, die er zich op verheft mijn
minnaar te zijn? Dat is duldeloos, zeg ik u."

Het leven was voor Sarah-zelve zoo onvriendelijk geweest; wettige
instellingen en deugdzame menschen hadden haar zoo ongelukkig gemaakt;
zij had zooveel en zoo lang geleden door op de werkelijkheid te
willen toepassen hetgeen zij van kindsbeen af onder braaf-zijn had
leeren verstaan,--dat het haar niet tegen de borst stuitte, maar
veeleer eene verademing voor haar was, te doen te hebben met eene
vrouw als Lidewyde. Misschien was Lidewyde haar mindere in geboorte,
en stellig was er in haar eigen leven een tijd geweest, dat zij het
regt zou gehad hebben, haar ook als hare mindere in maatschappelijken
rang te beschouwen. Doch wat zou dit? Zij was oud; zij was nooit eene
schoonheid geweest; zij had met het verledene onherroepelijk
afgerekend. Lidewyde daarentegen telde nog slechts vijfentwintig jaren
(geheel ten onregte had André haar voor ouder aangezien); elke trek
van haar gelaat, indien zij wilde, ademde levenslust; elke lijn van
haar fraaigebouwd ligchaam was rond en zacht. Om tot model eener Venus
te kunnen dienen, was zij misschien een weinig te breed en te gevuld;
doch de andere Pradier, die haar had mogen voorstellen als eene
rustende Bacchante, met wingertranken en druiventrossen gekroond, zou
door zijne romantische kameraden begroet geworden zijn als een wreker
der antieken. Onder de weinige dingen die Sarah nog aan het leven
hechtten, behoorde het dagelijksch verkeer met dit van onder een
anderen hemel herwaarts overgeplant natuurkind, dat in ons noordelijk
klimaat, in onze germaansche maatschappij, niet aarden wilde. Wanneer
Sarah aan den eindeloozen winter dacht, dien hare meesteres aan de
zijde van een man als den haren sleet; aan de nieuwe teleurstelling,
die Lidewyde's deel was geworden sedert zij voor den vriend van dien
man vrijwillig had opgeofferd hetgeen duizend andere vrouwen onder
tranen en gebeden zouden verdedigd hebben als haar hoogste goed,
betrapte zij zichzelve op eene belangstelling, waarvan zij moeijelijk
rekenschap zou hebben kunnen geven en misschien ook liever geen
rekenschap gegeven had. Tot geenen prijs zou zij aan Lidewyde iets
hebben willen veranderen, en elke poging van deze om hare inborst
geweld aan te doen, zou in hare oogen eene dwaasheid geweest zijn.
Doch Sarah kende de wereld, meende zij, beter dan hare meesteres die
kende. Met bezorgdheid zag zij Lidewyde als voortspelen aan den rand
van een afgrond; zich geene rekenschap geven van de meedogenlooze
dommekracht van zeden en gewoonten; zich inbeelden dat men haar zou
blijven dulden, ook indien zij openlijk als eene echtbreekster en
overspeelster bekend stond. Banaliteiten, dit gevoelde Sarah, waren de
gronden, door haar tegen Lidewyde's voornemen om met den dokter te
breken aangevoerd; doch de slotsom van hare levenservaring was, dat
eene maatschappij, welke leeft van gemeenplaatsen en daarin ademhaalt,
in de eerste plaats voor banaliteiten eerbied eischt. Dat zij Lidewyde
idealiseerde; dat alleen hare eigen verbeelding van Lidewyde eene
martelares en van eene courtisane een natuurkind maakte, daarvan was
Sarah zich niet bewust, en zij zou zeer verwonderd zijn geweest,
indien men hare opvatting van Lidewyde's karakter sentimenteel genoemd
had.
Zou zij nogmaals beproeven, Lidewyde af te brengen van haar plan? Het
oogenblik scheen daartoe weinig geschikt. De huisknecht kwam
aankondigen dat het rijtuig wachtte; aan het te naauwernood voltooid
toilet werd de laatste hand gelegd, en Sarah begeleidde hare meesteres
tot aan het portaal, waar de trap, die naar beneden voerde, zich in
tweeën scheidde.


TIENDE HOOFDSTUK.

Aan den avond van den volgenden dag, tusschen licht en donker, zat de
oude dame, die uitgekozen was om voor eene poos Emma's gastvrouw te
zijn, te lezen en thee te schenken in haar eenzaam salon. Op grond van
een briefje, dien ochtend van Lidewyde ontvangen en aanstonds
toestemmend beantwoord, wachtte zij op dit uur haar en André's bezoek.
Het was intusschen reeds laat geworden. De ondergaande zon kleurde met
hare laatste stralen de toppen der boomen aan de overzijde der gracht,
en de schemering had in het groote vertrek met zijne hooge verdieping
reeds zulke vorderingen gemaakt, dat het vlammetje onder den trekpot
diensten begon te bewijzen. Bij de flikkering van dat kleine licht
onderscheidde men op het groote wortelhouten theeblad met ebbenhouten
rand een overvloed van zilver en porcelein, en daarachter, in een
ruimen leunstoel, het beeld van freule Bertha, die door de invallende
duisternis genoodzaakt was geworden, hare lektuur te staken.
Het geduld der bejaarde dame was onuitputtelijk; niet uit gebrek aan
karakter, maar door overvloed van blijmoedigheid. Zij was nooit
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Lidewyde - 10
  • Parts
  • Lidewyde - 01
    Total number of words is 4360
    Total number of unique words is 1704
    37.6 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 02
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1596
    39.6 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 03
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1628
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 04
    Total number of words is 4606
    Total number of unique words is 1642
    41.1 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 05
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1549
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    62.0 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 06
    Total number of words is 4454
    Total number of unique words is 1654
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 07
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1527
    42.5 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 08
    Total number of words is 4595
    Total number of unique words is 1576
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    59.5 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 09
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1448
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    63.3 of words are in the 5000 most common words
    71.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 10
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1387
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    63.0 of words are in the 5000 most common words
    70.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 11
    Total number of words is 4597
    Total number of unique words is 1589
    43.1 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 12
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 1572
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 13
    Total number of words is 4698
    Total number of unique words is 1493
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 14
    Total number of words is 4622
    Total number of unique words is 1477
    42.7 of words are in the 2000 most common words
    58.7 of words are in the 5000 most common words
    67.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 15
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1483
    42.3 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 16
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1507
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 17
    Total number of words is 4659
    Total number of unique words is 1475
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 18
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 19
    Total number of words is 4582
    Total number of unique words is 1547
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 20
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1466
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 21
    Total number of words is 4603
    Total number of unique words is 1497
    45.6 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 22
    Total number of words is 4643
    Total number of unique words is 1522
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.0 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 23
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1508
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    62.4 of words are in the 5000 most common words
    69.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 24
    Total number of words is 3377
    Total number of unique words is 1197
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.