Lidewyde - 21

Total number of words is 4603
Total number of unique words is 1497
45.6 of words are in the 2000 most common words
60.1 of words are in the 5000 most common words
68.8 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
--"Hoe kan ik zoo onoplettend zijn! Gij bemerkt, freule, dat men jonge
oogen niet te spoedig prijzen moet."
--"Nu, nu, gij zult eene aanstaande bruid niet hard vallen, omdat zij
kleine distrakties heeft."
--"Staat dat in de Schrift, freule?" vroeg Emma lagchend.
--"Neen, jufvrouw ongeloof, de Schrift bezondigt zich niet aan zulke
zwakheden. Dat doen alleen oude vrouwen, die een te goed hart hebben
voor de jonge."
--"Mag ik dan even gaan? Binnen vijf minuten ziet gij mij weder hier."
Emma had dien avond aan André niets ongewoons bespeurd. Alleen toen
hij reeds afscheid van haar genomen had was haar ingevallen, dat het
hartelijker van hem geweest zou zijn, indien hij voor het minst eene
poging had aangewend om de wandeling nog een weinig te rekken. Doch
ook dat verzuim had haar niet bijzonder getroffen, omdat zij wist dat
hij altijd vol bezorgdheid was voor hare gezondheid en hij de
avondlucht bepaald schadelijk achtte voor haar gestel. Arm in arm
hadden zij tusschen de oude boomen en het jonge plantsoen
gedwaald,--van de kiosk, waar muziek gemaakt werd, naar den vijver, en
van de hertenkamp terug naar de kiosk. Buitengemeen vertrouwelijk of
teeder waren hunne gesprekken niet geweest; daartoe was het dien avond
in het Park niet eenzaam genoeg, en hadden zij te vaak zorg moeten
dragen, den groet van nieuwe M'sche bekenden met wedergroeten te
beantwoorden. Niettemin had het onderhoud geen oogenblik gekwijnd.
Zooveel de gelegenheid het toeliet en met zorgvuldig vermijden van
Lidewyde's naam (bij stilzwijgende overeenkomst was tusschen hen in de
laatste dagen geene spraak van Lidewyde geweest), hadden zij als van
ouds gekeuveld over tijd en toekomst. Toen de duisternis begon te
vallen, waren zij den stroom der huiswaarts keerende wandelaars
gevolgd en voor de deur van freule Bertha's woning had André, meteen
vriendelijk: "Tot morgen!", hare hand eerst zacht gedrukt en daarna
gekust.
--"Wat beteekent dat?... Van waar komt dat?... Wat zal nu volgen?...
Hoe zou hij het verloren,... wie zou het hem ontnomen,... aan wie zou
hij het gegeven hebben?... Ach, dat ik niet zien kan!... Floris,
Floris, breng licht!"
In de meening, dat het pakje afkomstig was uit een magazijn, waar zij
des ochtends eenige kleine emplettes had gedaan, had zij het
gedachteloos met zich medegenomen naar hare kamer; en reeds was zij op
het punt weder naar beneden te gaan en het aan freule Bertha gegeven
woord gestand te doen, toen zij zich herinnerde, niet eenmaal inzage
genomen te hebben van hetgeen de oude dame met zooveel trouwhartigheid
voor haar in ontvang genomen had. Zonder licht naar boven geloopen,
had zij, half op het gevoel, het pakje nedergelegd op hare
schrijftafel; doch de gaslantaarn op de straat brandde helder genoeg
om het haar weldra te doen terugvinden. Zij beproefde, of welligt de
hand van schrijver of schrijfster op het adres haar de herkomst van
het gezondene zou kunnen doen raden; want het pakje scheen van buiten
de stad te komen, of was althans anders en zorgvuldiger gesloten dan
met gewone, bezendingen uit winkels het geval pleegt te zijn. Doch het
schrift was te fijn, en zij onderscheidde alleen de aanvangletters van
haar eigen naam en voornaam. Eerst toen zij drie of vier malen haar
schaartje gebruikt, het bindgaren doorgeknipt en het eene papier voor,
het andere na verwijderd had, ontwaarde zij, dat die windselen alleen
hadden moeten dienen om haar zoo lang mogelijk naar een klein rond
voorwerp te doen zoeken, hetwelk nogmaals in een papier gewikkeld was.
Zij betastte het, en ofschoon zij nog niet wist wat het was, begon
haar hart eensklaps sneller te kloppen en bekroop haar een geheime
angst. Zij zou gezworen hebben, dat het voorwerp, hetwelk zij in de
hand hield, haar eenmaal in eigendom had toebehoord; dat zij het
honderd malen had aanschouwd; het jaren achtereen, aan een fijn zwart
koord bevestigd, om haren hals gedragen had. Doch hoe kon het
medaljon, hetwelk zij eenige dagen geleden aan André had geschonken,
en dat hij plegtig beloofd had, levenslang te zullen bewaren als een
onderpand van hare liefde, zich eensklaps in dit pakje bevinden?
Moedig verbande zij elke gedachte, welke op nieuw eene schaduw zou
hebben kunnen werpen op André's karakter; en zelfs toen zij met
bevende vingers het laatste papier, dat dunner en buigzamer was dan
een der vorige, opengevouwen had; met onbedriegelijke zekerheid haar
eigen geschenk herkende; als eene gejaagde het vertrek op en neder
liep, om licht roepend en in hare radeloosheid de middelen niet
vindend om het zich zelve te verschaffen,--zelfs toen geloofde zij nog
aan eene dier duizend gunstige mogelijkheden, wier naam zelfbedrog of
misverstand is.
Eindelijk vond zij op den schoorsteenmantel, achter eene candelabre,
het porseleinen doosje dat tot bergplaats voor de lucifers diende. Den
vorigen avond had zij het zelve daar nedergezet, en in elke andere
omstandigheid zou zij het onmiddelijk teruggevonden hebben. Doch met
het licht kwam wel de waarheid, maar niet de vrede. Aan de binnenzijde
toch van het glanzig blad, waarin vaardige vingeren waren aangevangen
het medaljon te vouwen, stonden in het Fransch eenige woorden
geschreven, die naauwlijks voor tweederlei uitlegging vatbaar schenen
te zijn. Reeds voor zij er in geslaagd was eene bougie te ontsteken,
had de gladheid en fijnheid van dat papier Emma's aandacht getrokken;
en meer nog dan zijne schitterend witte kleur of zijne satijnachtige
oppervlakte, de verveinegeur die het verspreidde. Zij bedroog zich
niet. Eau-de-verveine was Lidewyde's geliefkoosde parfumerie, en het
fraaije blad papier was afkomstig uit Lidewyde's buvard. Ook had
Lidewyde de moeite niet genomen, haar schrift, dat zeer elegant en
tegelijk zeer eigenaardig was, onkenbaar te maken. =Recueilli sur le
coeur= d'=un charmant infidèle=, luidden de fransche woorden, bestemd
om naar het medaljon te verwijzen; en die woorden waren geschreven met
dezelfde vaste en loopende hand als het briefje, waarin Lidewyde Emma
verzocht had, Belvedere voor eene wijl met Soekabrenti te verwisselen.
Emma bezat dat briefje nog. Het lag in hare schrijfportefeuille; en de
overeenkomst van het eene handschrift met het andere maakte elk verder
onderzoek overbodig. Ten overvloede prijkte Lidewyde's voorletter,
gevat in het schild van een gestempeld fantasiewapen, bovenaan links
op den brief zoowel, als op het nu ontvangen biljet.
Hoe overtuigend dit alles ook was, duurde het eene poos alvorens Emma
zich van het aan haar gepleegd verraad ten volle bewust werd. Welk
leed had zij ooit aan Lidewyde berokkend, dat Lidewyde haar aldus naar
het hart stak? Wat kon het Lidewyde schelen, hoe het André's bruid
verging, mits André haar toebehoorde?... Doch bij het doen dier
laatste vraag, waarin tot tweemalen toe den naam van André voorkwam,
overmeesterde haar op nieuw het gevoel der doodelijke zekerheid.
Lidewyde moest zelve weten hoe zij haar gedrag verantwoorden kon. Zij,
Emma, was daarvoor niet aansprakelijk. Van zulke vrouwen en zulke
hartstogten kon zij zich geene voorstelling vormen. Doch hoe kwam
Lidewyde in het bezit van André's medaljon? Emma kon niet gelooven dat
hij het haar geschonken zou hebben. Het lag niet in zijnen aard,
meende zij, opzettelijk trouweloos te zijn; en daarin oordeelde zij
juist. Doch wat lag dan wèl in zijnen aard? Nog den vorigen dag had
hij haar verhaald, welken hoogen prijs hij stelde op het hem dien
zekeren ochtend door haar geschonken verzoeningsteeken; hoe weldadig
het hem had aangedaan, aldus door haar bejegend te zijn; dat zij de
teederste en de edelmoedigste van alle bruiden was, en hij haar
medaljon nacht en dag op zijne borst droeg. En zij, toen hij haar
edelmoedig genoemd en daardoor zijdelings bekend had, dat door hem
aanleiding was gegeven tot het gerezen misverstand, zij had niet voor
hem willen onderdoen in openhartigheid, maar had het geheim der aan
zijn oog onttrokken teekening,--met welk een ijver en welk eene
droefheid zij had zitten arbeiden aan hare aquarel; hoe zij daarbij
gestadig aan hem gedacht, en welke noodlottige voorstellingen hare
fantasie aan de donkerroode kleur der al de andere rozen
overschaduwende François Premier verbonden had,--eerlijk opgebiecht.
Was er dan wel een naam te vinden voor André's gedrag? Slechts op ééne
wijze was het medaljon uit zijn bezit in dat van Lidewyde kunnen
overgaan, en wanneer Emma bedacht, wat daartoe noodig was geweest,
verkreeg de eerste indruk weder de bovenhand en ontsnapte haar op
nieuw de kreet waarmede zij Lidewyde's briefje van zich af- en op den
grond geworpen had: "Afschuwelijk!"
Zij was te lang boven gebleven om geheel en al zonder
verontschuldiging in de tegenwoordigheid van freule Bertha te kunnen
verschijnen; doch indien zij slechts eenmaal beneden was, meende zij,
zou haar wel het een of ander invallen tot verklaring van haar gedrag.
Intusschen was het in den gang, dien zij volgen moest om den trap te
bereiken, geheel en al duister geworden; en ten einde niet te
struikelen, of zich niet aan de ouderwetsche gebeeldhouwde linnenkast
te stooten, wier vooruitspringende voet schier de helft van het
portaal besloeg, nam zij den kandelaar mede, bij wiens schijnsel zij
Lidewyde's schrift ontcijferd had. Bij het afgaan van den trap viel,
door het wankelen van haren tred, een groote droppel was op de
bovenzijde van hare hand; doch zij bemerkte dit eerst, toen het heete
vocht reeds gestolten en strak geworden was.
Hoe zwak freule Bertha's oogen bij avond ook waren, zij bespeurde
weldra aan Emma's voorkomen, en begreep uit het onwaarschijnlijke der
door haar aangevoerde redenen, dat haar iets ongewoons en onaangenaams
was wedervaren. Zoo lang evenwel Emma haar daaromtrent geene
opheldering gaf, meende zij den schijn te moeten aannemen, alsof zij
zonder bevreemding de aangekondigde vijf minuten zich had zien
verlengen tot een uur. Om te toonen hoe gevoelig zij voor die
bescheidenheid was, nam Emma het boek ter hand, waaruit zij beloofd
had, de freule te zullen voorlezen. De eerste bladzijde ging goed, de
tweede dragelijk. Doch van lieverlede werd hare stem onvaster, en toen
zij de derde bladzijde nog ten einde brengen moest, snikte zij zoo
luid en zoo hartstogtelijk, dat hare hoorderes de schepen der
diskretie moedig in brand stak.
--"Kom hier, lief kind," zeide freule Bertha, de armen naar haar
uitbreidend, "kom hier en zeg mij wat u kwelt."
Alles kon Emma de oude dame niet mededeelen; ten minste niet op
eenmaal. En dat wilde zij ook niet. Er viel, ten bate van André, een
wanhopige schijn te bewaren, en aan die verpligting mogt niet te kort
gedaan worden. Doch wat het ongelukkige meisje ook achterhield en de
brave freule ook raden moest,--toen zij elkander "goeden nacht"
kusten, geloofde geen van beiden dat die wensch in vervulling zou
gaan. Wakker liggen; de trage uren tellen; zich nu het een dan het
ander in het hoofd halen; het gelaat in de kussens verbergen met het
stellige voornemen om te gaan slapen; geene minuut later weder
overeind zitten om nogmaals en vruchteloos een nieuw antwoord op de
oude vragen te zoeken; het aanbreken van den dag verbeiden, en
nogtans weten, dat ook het rijzend licht niet in staat zal zijn de
benaauwde schaduwen te verdrijven,--zoo zal het wezen, dacht de vrouw
van leeftijd; daarop zal het nederkomen, voorspelde zich het jonge
meisje. En met een hart vol zorgen,--vlijmende zorgen, waarmede hier
beneden alleen de vriendschap en de liefde teisteren,--begaven beiden
zich naar hare slaapkamers.

Sommige nachten zijn zoo droog als de =Noctes Haganae= van onverschillig
welken rector der latijnsche scholen in het 's Gravenhage der 18de
eeuw; andere zoo amusant als de =Florentinische= van dokter Ruardi's
lievelingsauteur. Doch zoo min in het leven als in de litteratuur is
alles òf grappig òf vervelend. In beiden doet ook de weemoed zijne
regten gelden; en het is voor de bedroefden,--voor hen en voor haar
die in Emma's geval verkeeren, toen zelfs de ten hemel geslagen blik
van het =Ecce Home=-beeld, waarop in het fantastisch uur haar slapeloos
oog zich vestigde, geen antwoord gaf op de vraag, waarom André haar
bedrogen had,--voor haar en voor hen is het, dat Musset in eene zijner
=Nuits= die strofe vol zuchten en tranen gedicht heeft:
Partout où j'ai voulu dormir,
Partout où j'ai voulu mourir,
Partout où j'ai touché la terre,
Sur ma route est venu s'asseoir
Un malheureux vêtu de noir
Qui me regardait comme un frère.
Dat lied der eenzaamheid, Emma zou het dien nacht gezongen hebben,
indien elke andere aandrift voor haar op dat oogenblik niet
natuurlijker geweest dan die tot zingen. Zij dacht aan niets als aan
hare laatste wandeling met André in het Park. Wie haar toen had willen
diets maken dat de man, in wiens arm de hare rustte, weinige uren
later door eene andere vrouw zou worden verwelkomd,--zij had hem een
lasteraar genoemd. Ware de onbescheidene zelfzuchtig genoeg geweest,
door het aanvoeren van bewijzen zich te willen zuiveren van die
blaam,--de minste menschen kunnen het denkbeeld verdragen, voor
logenaars te worden aangezien, en wanneer zij kiezen moeten tusschen
hunne eigene rechtvaardiging en uwe smart vergeten zij ligt de
voorschriften der edelmoedigheid,--niet-alleen zou zij uit kieschheid
geweigerd hebben toe te luisteren, maar de aantijging zou bij haar
zijn afgestuit op een stalen ongeloof. Hoe jammerlijk was haar
vertrouwen beschaamd geworden! Hetgeen toen monsterachtig zou geluid
hebben, was nu eene werkelijkheid. Zij waakte, zij schreide, zij bad,
zij bracht de handen aan hare slapen om niet waanzinnig te worden van
verdriet,--terwijl Lidewyde's vingeren met de lokken van haren
bruidegom speelden.


ZEVENDE HOOFDSTUK.

--"Vroeg dag geweest van ochtend," zeide freule Bertha's koetsier tot
den ouden Floris, die nevens hem op den bok zat.
Floris antwoordde niet.
--"Vroeg dag geweest," herhaalde Hendrik, niet gewoon vóór twaalven te
rijden, doch heden, ofschoon het uur van negenen nog slaan moest,
reeds voor de tweede maal achter de paarden, eerst om Emma naar den
spoortrein, daarna om freule Bertha-zelve naar Soekabrenti te brengen.
--"De jufvrouw zag er erg ontdaan uit," ging Hendrik voort, vast
besloten Floris aan de praat te krijgen.
--"Hendrik," antwoordde Floris in het eind, niet willende dat zijn
kameraad, door geheel en al onkundig te blijven, misschien achteraf
nog veel onbeteugelder zou gaan babbelen, dan hij ongetwijfeld nu
reeds doen zou, "er is in de familie van jufvrouw Emma eene treurige
omstandigheid voorgevallen, zoodat de jufvrouw op stel en sprong naar
huis moest; en de freule heeft beloofd, daarvan onmiddelijk
mededeeling te zullen gaan doen aan mevrouw Dijk, met verzoek, er
mijnheer André op te willen voorbereiden. Daarom zijn we van daag zoo
in de vroegte. Pas gister-avond laat is de tijding ontvangen. Ik heb
zelf den brief binnen gebragt."
--"Dat je den brief zelf hebt binnen gebragt," zeide Hendrik, dankbaar
maar onvoldaan, "zal ik niet tegenspreken, want ik ben er niet bij
geweest; maar ik vind het casueel, zoo als Jakob van den dokter om het
andere woord pleegt te zeggen, dat wij om die reden op dit uur naar
Soekabrenti moeten."
--"Ik heb je al meer gezegd, Hendrik," antwoordde Floris, die den
aanval op het korps der vesting trachtte te ontwijken, door uit een
der afgelegen buitenwerken een uitval te beproeven, "dat je verkeerd
handelt door de kennis met dien Jakob aan te houden. Ik houd hem voor
een gemeenen kerel."
--"Dat's tot je dienst," zeide Hendrik. "Je bent de eenige niet, die
zoo over hem denkt; en als je niet te oud waart om zondagsavonds in
het Fonteintje te komen dansen, zou je misschien nog wel erger over
hem gaan denken."
--"Al kon ik er morgen twintig jaar mede worden," viel Floris hem
driftig in de reden, "ik zou geen voet in jelui vervl--Fonteintje
willen zetten. Dat je er zelf komt, laat ik daar; je bent jong gezel
en de jeugd moet 'er tijd hebben, zeggen de menschen; ofschoon dat
=mijn= leer =niet= is. Maar dat de vader van een huis vol kinderen zulke
plaatsen bezoekt, is schande; en daar je meê verkeert, wordt je meê
geëerd."
--"Dat wordt je," antwoordde Hendrik, met de oogen knippend, "en dat
is de reden, zeggen ze, dat jufvrouw Emma niet langer verkeeren wil
met mijnheer André. Of heb ik het mis?"
Floris zag hem verbijsterd aan. Tot zijn leedwezen bemerkte hij, dat
de koetsier hem niet zoozeer uitgehoord had ten einde iets nieuws,
maar alleen om van hem de bevestiging te vernemen van hetgeen hij
reeds wist of op goede gronden giste. Het was nu evenwel geen tijd om
Hendrik zoo ernstig onder handen te nemen als de zaak het verdiende.
Daar reden zij de laan van Soekabrenti op, Floris moest bij de hand
zijn om het portier te openen voor freule Bertha.

-"Zoodat gij niet voornemens zijt het bedreven kwaad op eenigerlei
wijze goed te maken?" vroeg freule Bertha oprijzend, nadat zij een uur
lang vruchteloos beproefd had Lidewyde òf eene bekentenis, òf eene
toezegging te ontlokken.
Lidewyde was op dit of een dergelijk bezoek voorbereid geweest, en de
gevoelens der oude dame waren haar te gemeenzaam bekend, dan dat zij
langen tijd naar hare antwoorden zou hebben behoeven te zoeken. Bij
tusschenpoozen evenwel, en ook nu weder, hield zij zich, alsof freule
Bertha's vragen met de meeste naauwgezetheid door haar overwogen
werden. In stede van het voorbeeld harer bezoekster te volgen en
insgelijks op te rijzen, bleef zij zitten leunen in haar fauteuil, en
zeide op nadenkenden toon, als iemand, die er in het minst geen belang
bij heeft een aangevangen onderhoud vóór den tijd af te breken:
--"Neen, freule, ik ben inderdaad niet voornemens iets te doen van
hetgeen gij bedoelt. Dat zou geene houding hebben en tot niets leiden.
Doch ik herhaal wat ik daareven zeide: indien tusschen ons omtrent
deze zaak eenig misverstand bestaat,--en ik erken, dat dit het geval
is,--komt het alleen hieruit voort, dat dezelfde gebeurtenis door u
als een kwaad wordt aangemerkt, en door mij niet zoozeer. Is het een
kwaad, dat Emma eenige tranen stort? Dat hare ouders en die van André
eene teleurstelling ondervinden? Ik kan het niet inzien. Spiegelen wij
ons aan de natuur, die den mensch geene enkele smart bespaart, en laat
ons niet wijzer willen zijn dan zij!"
--"Dat zijn drogredenen, Lidewyde, door u aangegrepen met het oogmerk
om uwen misstap te vergoêlijken. Hoe kunt gij uwe handelwijze
natuurlijk noemen? Is het natuurlijk, dat gij uwen man en uwe vrienden
bedriegt? Dat gij droefheid brengt over het hoofd van personen, die,
zooals Emma's ouders, u nooit het geringste leed berokkend hebben? Ik
ken een anderen naam voor dergelijke handelingen."
--"Gij verstaat mij verkeerd, freule, en de beteekenis, die door ons
aan dezelfde woorden gehecht wordt, verschilt. Men spreekt van oorlog,
van pest, van hongersnood; doch neem nu eens het alle dagen zich
herhalend verschijnsel van het sterven; neem de verpligting, waaronder
een onnoemlijk aantal menschen liggen om te moeten werken voor hun
brood. De een moet, om aan den kost te komen, veertien uren daags den
vernederendsten arbeid verrigten, de ander zijne aangeboren talenten
begraven, een derde zijn geweten verkrachten of zijne overtuiging
verkoopen. Doch zoo is de wereld nu eenmaal zamengesteld."
--"Ik weet niet, Lidewyde, wat gij met dergelijke redeneringen
bedoelt. Voorheen spraakt gij anders, en ik zou nooit gedacht hebben,
dat het u in die mate aan gemoed ontbrak. Wat mij betreft, ik ben met
geen ander oogmerk hier gekomen als om u te verzoeken, gebruik te
maken van uwen invloed op André. Weigert gij mij die dienst, dan heb
ik verder niets te zeggen."
--"Altoos hetzelfde misverstand, freule! Gij kondt even goed van mij
verlangen, dat ik een einde maken zal aan de dienstbaarheid van mijn
koetsier of aan de afhankelijke positie van Sarah. Ik heb dat niet in
mijne magt. En al kon ik iets dergelijks uitwerken, dan nog zou ik van
oordeel zijn, dat Emma's verdriet niet in de eerste plaats in
aanmerking komt. Sarah is in mijne oogen veel ongelukkiger dan
Emma, en het ongelukkigst van al vind ik Marcelis. Niets is
onwaarschijnlijker, niet waar? dan dat Marcelis te eeniger tijd in
beter doen komen zal; nogtans moet hij van den ochtend tot den avond
tuigen poetsen, rijtuigen schoonmaken en op den bok zitten. Doch houd
mij de aanmerking ten goede,--het behoort tot de zwakke zijde van uwe
filanthropie, voor =zulke= tragediën geen oog te hebben."
--"Ik erken," zeide de freule, met een bitteren glimlach, "dat uwe
filanthropie geen gevaar loopt, voor zwak te worden aangezien. Foei,
Lidewyde, hoe kunt gij er behagen in scheppen, u zoo geheel anders
voor te doen als gij zijt? Op uwe christelijke barmhartigheid zal ik
mij niet beroepen: gij zoudt in staat zijn mij uit te lagchen. Maar ik
kan niet gelooven dat gij enkel als vrouw, hoe hardvochtig de
behaagzucht u moge gemaakt hebben, geene deernis gevoelen zoudt met
een meisje in Emma's toestand."
--"Toch wel, freule. Ik ben niet overtuigd dat uwe barmhartigheid eene
deugd is, in den zin van eene kracht. En nu gij van christelijk
spreekt, grijp ik de gelegenheid aan om u ronduit te zeggen, dat ik
mij hoe langer hoe minder in uwe denkwijze te huis gevoel."
--"Die mededeeling kondt gij sparen. Ik geloof niet, dat uwe
antipathie mijne denkwijze tot schande strekt."
--"Meen niet, freule, dat mijn oogmerk is, u persoonlijk te grieven;
mijn toeleg is veeleer u een kompliment te maken. Doch laat mij u
mogen vragen, of de christelijke godsdienst niet bij uitsluiting
geschikt is om over het vreugdeloos bestaan van personen zeker waas
van poëzie te werpen? U houd ik voor eene voorbeeldige christin, en
van Emma zal, naar ik voorzie, over dertig of veertig jaren, hetzelfde
kunnen gezegd worden; doch is het christendom eigenlijk wel voor iets
anders bestemd, als om--ik spreek niet van uzelve--vrouwen die in het
geval verkeeren, waarin Emma dan verkeeren zal, te verzoenen met haar
lot? Mijne bedoeling met die vraag is natuurlijk niet de waarde van uw
geloof te verkleinen,--daarvoor is het aantal der gekontrariëerde
vrouwenlevens te groot,--maar alleen u duidelijk te maken, dat voor
mij geene reden bestaat, om, in strijd met mijn beter oordeel, gevolg
te geven aan uw beroep."
--"Mijn geloof, Lidewyde, staat te hoog om door uwen schimp getroffen
te kunnen worden, en ook zonder dat ik het behoef te regtvaardigen,
veroordeelt het u. Wat mij veroordeelt en beschaamd doet staan, is,
dat ik u zoo lang gekend heb zonder u te doorzien. Op mijne knieën zal
ik om vergiffenis voor die kortzigtigheid smeeken tot denzelfden Heer,
die Zijn aangezigt van u afgewend en u overgegeven heeft aan uwe
verdorvenheid. Ook voor u zal ik tot Hem bidden, want Hij is magtig
genoeg om zelfs steenen harten te kunnen verbrijzelen. Wordt mijn
gebed verhoord, dan ziet gij mij weder; eer niet. Er bestaat van dit
oogenblik af geenerlei betrekking meer tusschen ons. Wees de heidin
van uwe keus, indien gij dat voor uw geweten verantwoorden kunt; doch
zoo eene vrijdenkster te zijn voor u beteekent geen hart en alleen
driften te hebben, verboden minnarijen te onderhouden, den naam te
onteeren van den man aan wien gij duizend verpligtingen hebt,
jongelieden in het verderf te storten en ouden van dagen in het
aangezigt te slaan,--zoo dat de vrucht is dier hoogere beschaving,
waartoe gij beweert opgeklommen te zijn, weet dan dat mijn bijgeloof
en mijne wanbegrippen te fier zijn om zich af te geven met uwe
wijsheid."
--"Freule Bertha! Freule Bertha!" riep Lidewyde, eindelijk oprijzend,
toen de freule haar niet zonder digniteit den rug toekeerde en het
vertrek wilde verlaten.
--"Wat is het, Lidewyde?" vroeg zij, het hoofd naar haar omwendend en
haar aanziende met een bestraffenden blik.
Gelukkig voor haar en voor hare waardigheid verried niets in dien blik
de schemering van hoop, die Lidewyde's roepen in haar binnenste had
doen opflikkeren. Wel ver toch dat Lidewyde haar als eene berouwvolle
zondares te gemoet zou gegaan zijn, of voor het minst eenig leedgevoel
zou getoond hebben over hare onbeschaamdheid, ontving zij van haar een
laatsten slag door de wedervraag:
--"Ik wenschte van u te vernemen, freule, wat ik, nu Emma vertrokken
is, aanvangen zal met André?"


ACHTSTE HOOFDSTUK.

De persoon, wiens naam in het voorgaand hoofdstuk het laatst genoemd
is, droeg van datgene, waarin hij zelf zoo van nabij betrokken was,
nog geene kennis. Hij was een ochtendzwerftogt gaan doen, doch niet in
de rigting der stad; anders zouden freule Bertha en hij elkander
misschien tegengekomen zijn, hij te voet en zij in haar rijtuig, en
zou die vroege togt der oude dame naar Soekabrenti hem welligt op het
denkbeeld gebragt hebben van iets buitengewoons. In weinige dagen toch
was het reeds zoo ver met hem gekomen, dat, zonder dergelijke
uitwendige aanleiding, de toestand van aan waanzin of dronkenschap
grenzende verblinding, waarin hij verkeerde, hem niet meer helder
worden kon. Doch de diepe sluimer van zijn geweten werd door geene
enkele ontmoeting gestoord; hij volbragt zijne wandeling, gelijk hij
dat gisteren of eergisteren gedaan zou hebben; droeg zorg den
terugtogt dus te nemen, dat hij van de andere zijde de stad weder
binnenkomen kon, en schelde omstreeks hetzelfde uur, waarop hij
meermalen in het voorbijgaan een bezoek aan Emma gebragt had, aan de
woning van freule Bertha.
--"Vertrokken?" vroeg hij, met de uiterste verbazing, toen Floris hem
aangediend had en hij bij de vrouw des huizes toegelaten was. "Is Emma
vertrokken? Waarom? Waarheen? Hoezoo? Heeft zij geene boodschap voor
mij achtergelaten? Geen briefje? Kon zij niet gewacht hebben totdat ik
met haar gesproken had?"
--"Mijnheer Kortenaer," antwoordde freule Bertha, wier gevoelig hart
tegen dezen toon met kracht in opstand kwam, "indien gij tegenwoordig
waart geweest bij het onderhoud dat ik een uur geleden met mevrouw
Dijk gehad heb, zoudt gij op dit oogenblik niet tegenover mij zitten.
Of heeft een regtvaardig God ook uw hart verstokt, even als dat van
Lidewyde? Eene boodschap voor u, of een briefje van haarzelve, heeft
Emma niet voor u achtergelaten, neen; doch ziehier hetgeen door eene
verraderlijke en onreine hand haar gisteren toegezonden is."
De freule opende hare schrijfcassette, die nevens haar op de tafel
stond, en reikte André het medaljon over, met het daarbij behoorend
biljet van Lidewyde. Emma had eerst niet gewild, dat zij die
voorwerpen behouden zou, doch was geëindigd met toe te geven.
André herkende aanstonds, even als Emma gedaan had, de hand van
Lidewyde. Hij herkende ook het medaljon met het fijne zwartzijden
koord. Ten overvloede bragt hij werktuigelijk de hand aan zijne borst,
ten einde zich te vergewissen dat het door Emma achtergelaten
voorwerp inderdaad hetzelfde was dat hij in de laatste dagen
getrouwelijk om den hals gedragen had. Gisteren nog, herinnerde hij
zich, of anders eergisteren, was het medaljon op de gewone plaats
bevestigd geweest; doch het was verdwenen, en thans hield hij het,
daar viel niet aan te twijfelen, in zijne hand. Hij bezag het eene
wijl aan de voor- en achterzijde, nam toen het papier nog eens op,
waarin het gewikkeld was geweest, en herlas met aandacht de daarop
door Lidewyde gestelde woorden.
Doch meent men dat òf de aanblik der achtenswaardige vrouw tegenover
hem, òf het overtuigend bewijs der onverantwoordelijkste handelwijze,
waarop zijn oog thans rustte, hem verlegen maakte? In geene deele.
Misschien is het jammer, maar het is zoo, dat de stem van het geweten
en de vrees voor het vonnis der wereld luider bij ons spreken, wanneer
onze verkeerde neigingen om zoo te zeggen nog in de periode der
kindsheid verkeeren, dan wanneer zij reeds zekeren graad van
consistentie verkregen hebben; zoodat twee van onze beste
schutsvrouwen tegen de verleiding, helaas, magteloozer worden,
naarmate wij dringender behoefte zouden hebben aan hare bescherming.
André's hartstogt voor Lidewyde was te sterk en tevens te onzuiver,
dan dat freule Bertha's welmeenend bedoelde ontmaskering een
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Lidewyde - 22
  • Parts
  • Lidewyde - 01
    Total number of words is 4360
    Total number of unique words is 1704
    37.6 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 02
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1596
    39.6 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 03
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1628
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 04
    Total number of words is 4606
    Total number of unique words is 1642
    41.1 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 05
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1549
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    62.0 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 06
    Total number of words is 4454
    Total number of unique words is 1654
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 07
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1527
    42.5 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 08
    Total number of words is 4595
    Total number of unique words is 1576
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    59.5 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 09
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1448
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    63.3 of words are in the 5000 most common words
    71.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 10
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1387
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    63.0 of words are in the 5000 most common words
    70.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 11
    Total number of words is 4597
    Total number of unique words is 1589
    43.1 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 12
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 1572
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 13
    Total number of words is 4698
    Total number of unique words is 1493
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 14
    Total number of words is 4622
    Total number of unique words is 1477
    42.7 of words are in the 2000 most common words
    58.7 of words are in the 5000 most common words
    67.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 15
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1483
    42.3 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 16
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1507
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 17
    Total number of words is 4659
    Total number of unique words is 1475
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 18
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 19
    Total number of words is 4582
    Total number of unique words is 1547
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 20
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1466
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 21
    Total number of words is 4603
    Total number of unique words is 1497
    45.6 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 22
    Total number of words is 4643
    Total number of unique words is 1522
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.0 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 23
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1508
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    62.4 of words are in the 5000 most common words
    69.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 24
    Total number of words is 3377
    Total number of unique words is 1197
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.