Lidewyde - 11

Total number of words is 4597
Total number of unique words is 1589
43.1 of words are in the 2000 most common words
59.7 of words are in the 5000 most common words
67.7 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
met te zeggen, dat ik sedert mijne kennismaking met u al mijn
zelfvertrouwen in het kiezen van parasols en handschoenen verloren
had. Doch de vrolijkheid begon eerst regt, toen na het eten de
Wed. Muller in persoon, gevolgd door een knecht met eene groote
doos aan den arm, bij ons kwam aanzetten. Wij hadden er op
gerekend, moeder en ik, dat vader ons met de noodige sermoenen
bestormen zou; zoodat onze voorzorgen genomen waren. Er was geen
enkele schotel op tafel verschenen, waar niet iets extra's aan
was; en aan het dessert had hij bij zijne koffij zijn
geparfumeerdst likeurtje en zijn geurigste sigaar gehad. In het
gevoel dier goede werken en van hun apaiserend vermogen, wachtten
wij dan ook de komst der modiste onverschrokken af en gaven bij
haar binnentreden geen enkel blijk van ontsteltenis of
verlegenheid. Doch het was vreeselijk, kan ik u zeggen. Er werd
betoogd dat elke vrouw gekleed behoorde te gaan overeenkomstig
hare eigen taille en haar eigen teint; dat de mode niets anders
was als iets dat goed stond aan de eene of andere aanzienlijke
dame buitenslands; dat andere vrouwen, die ook hare
bekoorlijkheden hadden, maar toevallig niet op die dame geleken,
uitzinnig handelden met juist zoo gekleed te willen gaan als zij;
dat moeders nieuwe hoed geen hoed, maar voor het overige
onberispelijk was; dat van de kleedjes, waaruit wij eene keus
wenschten te doen, of het dessin misteekend was, of de kleuren
schreeuwden, of het weefsel te wenschen overliet; in één woord,
dat wij ons geld in het water wierpen, of zouden werpen, of reeds
geworpen hadden. De modiste zette bij dit alles een onnavolgbaar
gezigt. Een menschenkenner zou er uit gelezen hebben, dat zij haar
dierbaar vak met de grootste gelatenheid nog tien maal smadelijker
zou hebben laten verguizen, indien slechts alle hoofden van
huisgezinnen, even als mijn engel van een vader, met een geopend
oog voor de zwakke zijden van hare industrie, blindelings hare
nota's voldeden.
"Woensdag-ochtend.
"Vader heeft zich opgesloten in zijn atelier. Hij verkeert in den
waan, dat wij niet weten waarom; doch onze liefde voor hem heeft
ons sedert lang zijn geheim op het spoor doen komen. Ik hoop,
André, neen ik weet zeker, dat gij hoe langer hoe meer van vader
zult gaan houden. Hij is de beste vader en de liefste man, die
ooit geleefd heeft. Onze modemaaksters vervelen hem, en hij heeft
alle moeite om niet korzelig te worden, wanneer zij hare wijsheid
en hare doozen komen ontpakken. Doch ofschoon God weet, dat hij
sedert den dood van Reinier reden heeft om somtijds mistroostig te
zijn, denkt gij dat hij moeder of mij op eenigerlei wijze zal
laten blijken, hoe hij te worstelen heeft met zijn humeur? Nooit
bemerken wij iets daarvan. Zijn stelregel is, dat een man behoort
te waken over zijne luimen en middelen moet verzinnen om, indien
het noodig is, zichzelven onschadelijk te maken. En dat doet hij
met voorbeeldige trouwhartigheid. De ijver waarmede hij op dit
oogenblik zit te schilderen is niets anders, wil ik wedden, als
een voorwendsel; en wanneer hij van middag aan tafel verschijnt,
zal niemand het hem kunnen aanzien, hoe hij geleden en gestreden
heeft. Zoo is hij. Het leven is eene zaak die de krachten der
meeste menschen te boven gaat, beweert hij, en volgens hem zou de
geheele wereld van adel moeten zijn, indien men wilde dat nooit
ergens de plaats der liefde werd ingenomen door stuurschheid of
onverschilligheid. Nu, hij is van adel; en indien ik zijn bloed
niet onwaardig ben, zult gij u mijne afkomst tegenover niemand
behoeven te schamen.
"Donderdag-avond.
"Dezen ochtend eerst heb ik uw brief ontvangen. In 's hemelsnaam!
Men kan van den Duinendaalschen bode de volmaaktheid niet vergen;
en is hij langzaam, hij is ten minste getrouw. Zeer getrouw zelfs,
want van uwe twaalf blaadjes is onderweg geen enkel zoek geraakt.
Doch stil, het schreijen staat mij nader dan het lagchen, en zoo
ik scherts, is het om mijn verdriet te verzetten. Wat? heeft uw
oom u van mij weggetroond? Heeft hij een middel bedacht om u
voor eene poos van Duinendaal te verwijderen? Welnu, hij doe wat
hij niet laten kan. Speel vrij den boozen geest, oom Bertram, gij
zult Robert niet van Alice, Alice van haren Robert niet scheiden!
Foei, ik wilde dat die man geen familie van u was. Zijn toeleg is
inderdaad al te doorzigtig, en ik zou u onregt doen, indien ik u
ried op uwe hoede te zijn. Geloof mij, André: uw oom heeft plannen
met die mevrouw Dijk. Gij schrijft dat zij niet jong, niet mooi,
niet vriendelijk is: ik wil het wel gelooven, maar een
onbedriegelijk voorgevoel zegt mij, dat gij met geen ander doel
naar M. gezonden zijt als om u van mij te vervreemden.
"Mag ik volkomen opregt zijn? Uw brief maakt mij ongerust.
Kinderachtig, niet waar? Doch het is zoo. Wat ik op het hart heb,
deel ik u thans nog niet mede. Den geheelen dag ben ik er mede
bezig geweest, doch ik moet de regte woorden nog vinden. Misschien
vind ik ze morgen, misschien eerst over een paar dagen; doch zoo
lang mag ik u niet zonder antwoord laten. Daarom zal ik dezen nu
sluiten en hem voor het venster zetten; dan neemt de postbode hem
morgen-ochtend tijdig mede naar de stad.
"Doch laat ik mijzelve, eer ik naar bed ga, nog even uitlagchen.
Uw oom, met zijne ruwe manieren, is inderdaad een potsierlijke
Mefistofeles, en ik ben wel goed, mij om zijnentwil het hoofd te
breken. Hoe grappig zou het zijn, indien wij hem vangen konden in
zijne eigen netten! Verbeeld u dat gij den schijn aannaamt, alsof
die mevrouw Dijk u plotseling betooverd had, en mijnheer de
ex-minister zich daardoor ontheven waande van de zorg, mij eenmaal
als zijn nichtje te moeten erkennen? O, wat al middelen zou ik u
aan de hand doen om hem in het ootje te nemen! Hoe zou ik mij
uitputten in kunstgrepen om het hoofd dier kokette dame door u op
hol te doen brengen! En wanneer uw lieve oom zich dan deugdelijk
verbeeldde het spel zoo goed als gewonnen te hebben; wanneer hij
nog slechts op een briefje van u wachtte, met berigt dat ons
engagement verbroken was,--hoe onbeschrijfelijk aardig zou ik het
dan vinden, met u eene deftige visite bij hem te gaan maken en hem
te vragen tegenwoordig te willen zijn bij onze bruiloft!... Maar
neen, neen, neen, weg met die valsche vrolijkheid! Onze liefde,
verstaat gij André? is te heilig om door zulke vertooningen
bezoedeld te worden. Ik =ben= niet bang voor u of voor mij; ik maak
mij =niet= ongerust over uwe afwezigheid. Eenmaal heb ik gezworen,
u levenslang te zullen liefhebben; en de overtuiging dat gij mij
toebehoort, even als ik u, is zoo diep in mijne ziel geworteld,
dat men mij om het leven zou moeten brengen om mij haar te
ontnemen. Fladder dus vrij, lieve man! Ik weet wel waar het
bloempje bloeit, waarop mijn vlinder te allen tijde weder zal
komen nederstrijken. =Gij zijt van mij=, bedenk dat wel, en beproef
maar niet (het zou u toch niet baten) daar iets aan te veranderen.
In gedachten neem ik uw blond hoofd tusschen mijne beide handen en
kus u zachtjes op de oogen. Zoo is het goed. En wil ik nu de kroon
zetten op mijne barmhartigheden? Nu dan, ik belast u met mijne
vriendelijke groeten voor mijnheer Adriaan en mevrouw Lidewyde!"

Arme Emma! Even trotsch als zij op haren bruidegom geweest zou zijn,
toen hij haar brief nog lezen moest, even vreemd zou zij hebben
opgezien,--neen, even snel zou op haar lieve wangen het blosje der
vreugde verschoten zijn, even popelend zou haar hartje geklopt hebben,
even onheilspellend zou zij haren moed en hare grootmoedigheid in hare
nette schoentjes hebben voelen zinken, indien zij getuige had kunnen
zijn van den ernst en de deftigheid, waarmede André, aan het einde van
haren epistel genaderd, dien weder opvouwde, hem wegschoof in den half
gescheurden enveloppe, zijne zakportefeuille voor den dag haalde en
met een nadenkend gelaat de kamer verliet. Doch dit goede heeft de
onwetendheid, dat sommige verwonderingen door haar toedoen ons voor
een tijd bespaard blijven. Bovendien zou het onbillijk geweest zijn,
omdat André het voorhoofd fronste en een peinzende trek zich om zijnen
mond plooide, daaruit af te leiden dat hij voor het innemende in
Emma's brief ongevoelig was. Indien een jager geen wreedaard is,
alleen omdat hij er behagen in schept het wild op de daad te
betrappen, hoe zou een jonge man, gelijk André, tenzij hij een monster
ware, en dat was André in geenen deele,--koel kunnen blijven bij het
besef, dat onder het zijden lint van zijn zakboekje, en derhalve in de
onmiddelijke nabijheid van zijne borst, een hart vol liefde klopte?
Dat zulke harten niet dagelijks voorkomen, is op zichzelf reeds genoeg
om aan hun bestaan zekere waarde te doen hechten; en André was in de
laatste maanden te wijs geworden om niet te gevoelen, dat Emma
vergelijkenderwijs eene uitzondering verdiende te heeten. Doch hoe
bereid men hem ook vinden mogt toe te geven, dat de minste vrouwen
een vrouwenhart bezitten en de prijs van Emma's liefde daardoor niet
weinig verhoogd werd, hij was op dit oogenblik te zeer met eene
bepaalde gedachte vervuld om aan de teederheid van haar schrijven
volkomen regt te laten wedervaren. Een eerst door haar opgenomen en
toen door haar verworpen denkbeeld, waarvan hij moeijelijk scheiden
kon, speelde hem door het brein; en zoo geschiedde het dat de
opwelling van genegenheid, waarmede hij haren brief ter hand had
genomen, gesmoord werd in eene kombinatie, die het hart koeler liet,
naarmate zij meer inspanning vorderde van het verstand.


DERTIENDE HOOFDSTUK.

Het kantoor van Adriaan Dijk was in het geheel niet een dier
wijdluftige gebouwen gelijk in onze eeuw het Krediet in alle groote
steden doet verrijzen. Het geleek noch op een spoorweg-station, noch
op een ander Felix Meritis. Ook was het geen vertimmerd heerenhuis uit
den goeden ouden tijd, welks nieuwe en welligt insolide bestemming
herkend wordt aan een geschilderd naambord boven of nevens de deur.
Het was--en deskundigen mogen beslissen of de goede zaak der
architektuur hierbij won of verloor--het was een pakhuis, zes zolders
hoog, met eene reusachtige poort tot hoofdingang, aan wier eene zijde
zich twee of drie zoo niet bewoonbare, of overvloedig verlichte, dan
toch ruime en stevig gebouwde vertrekken bevonden. Gedurende even zoo
vele geslachten op zijn minst als het pakhuis verdiepingen telde, had
de firma Dijk in het voornaamste dier vertrekken--in de twee anderen
arbeidden een boekhouder en klerken--zaken gedaan; en dat die zaken
niet onvoordeelig waren geweest, daarvan getuigde de meer dan gewone
welvaart, te midden waarvan het tegenwoordig hoofd der firma leefde.
Het was een familietrek in dit geslacht, dat zijne leden van oudsher
de toepassing van het begrip comfort voor hunne woonhuizen bewaard
hadden, en hun geld hadden verdiend in eene werkplaats, die meer naar
eene spelonk dan naar eene kamer geleek. De vader, de grootvader, de
overgrootvader,--al de Dijken hadden het gedurende tien of twaalf uren
daags voor lief genomen met een vertrek, welks donkergeel geverfde
zolder van lieverlede zwart gewalmd was, eerst door smeerkaarsen,
later door olielampen, nog later door gasvlammen; welks wanden
beschoten waren met getraliede schuifdeuren, waarachter grootboeken en
journalen van ouder en jonger dagteekening grijnzend in het gelid
stonden geschaard; welks eentoonige aanblik alleen afgewisseld werd
door eene stijve dekoratie van opgeplakte kantoor-almanakken, en in
welks midden, als eenig en sober ameublement, eene groote dubbele
lessenaar stond voor vier personen, omgeven door even zoo vele
ouderwetsche leuningstoelen van bruingeschilderd hout met zittingen
van weleer zeegroen katoen-damast. Toen Adriaan nog een kind was en
zijn vader hem somtijds medenam naar het kantoor, had hij van dat
alles weinig of niets bemerkt; hij wist toen niet beter, of het
behoorde zoo. Naderhand, in zijne dandy-dagen, had hij er zich aan
geërgerd en was het voorvaderlijk kantoor hem toegeschenen, het
voorkomen aan te bieden van een paardenstal. Thans, en sedert hij zelf
als chef van het huis was opgetreden, gevoelde hij zich in dien stal
volkomen op zijn gemak. Hij prees nu zijne voorouders om de scheiding
die zij gemaakt hadden tusschen hunne tabak en hunne weelde; zou aan
dat dualisme, dat hij zoo niet als een onderpand van soliditeit, dan
toch als een zinnebeeld daarvan had leeren aanmerken, niets hebben
willen veranderen, en sleet met een gerust geweten het grootste
gedeelte zijner dagen aan de zijde van een venster, dat geen ander
uitzigt aanbood als de bijna eenzame kade der achtergracht waaraan het
pakhuis gelegen was.
--"Ga zitten, Ruardi," zeide hij, toen de dokter op het bepaalde
middaguur eensklaps voor hem stond. "Gij zijt een man van de klok."
--"Is uw neef nog niet hier?"
--"Zoo als gij ziet; maar ik twijfel niet, of wij zullen hem
onmiddelijk zien verschijnen. Ik heb Sarah opgedragen hem te
verwittigen dat hij u van middag hier vinden zou; en Sarah vergeet
zulke dingen niet ligt."
--"Is het al bepaald, dat het meisje van uw neef hier zal komen
logeren?"
--"Nog niet; maar ik kan niet gelooven, dat daartegen eenig bezwaar
zou bestaan. Er wordt heden aan haar geschreven, meen ik, en de brief
moet op dit oogenblik reeds verzonden zijn."
--"Kunt gij het vinden met uw logé?"
--"Tot nog toe uitmuntend. Eerst vreesde ik dat Lidewyde hem het leven
een weinig zuur zou maken, en hij geen lust zou hebben om te blijven.
Doch het tegendeel is het geval: Lidewyde heeft hem bepaald =en amitié=
genomen."
--"Hij is ingenieur, niet waar? En zijn meisje is eene jufvrouw
Visscher? Kent gij die familie? Oppervlakkig geoordeeld zou men meenen
dat uw neef over eenigen tijd gemakkelijk een ander en beter huwelijk
had kunnen doen."
--"Onder ons gezegd, ik geloof dat zijn oom Timmermans, aan wien hij
veel verpligting heeft, er insgelijks zoo over denkt. Doch dat zijn
zaken waarmede ik mij niet inlaat. Ik vind hem een aardigen jongen, en
naar ik hoor is jufvrouw Visscher een allerliefst meisje."
--"De ingenieurs zijn tegenwoordig in de mode. Er wordt bijna geen
fransche vaudeville vertoond waarin niet een ingenieur voorkomt."
--"Zijt gij bang dat zij de dokters verdringen zullen?"
--"Wat mij betreft, mogen zij dat veilig doen; doch ik geloof niet,
dat zij de konkurrentie zullen kunnen volhouden. Zijn eenmaal overal
spoorwegen aangelegd, dan zullen de ingenieurs, die nu zulke goede
diensten aan de tooneelpoëzie bewijzen,--en geen wonder, want zij zijn
de meest portative sujetten van onzen tijd en men kan ze, even als
champignons, overal laten opschieten,--van zelf weder van de planken
verdwijnen. De dokters daarentegen blijven eeuwig jong, en nog over
twee duizend jaar zullen zij even onvermijdelijk zijn op het tooneel
als in de wereld."
--"Lefebvre praat over de advokaten even als gij over de dokters."
--"Nu, daar doet hij zoo dom niet aan. Zoo lang het menschdom niet
uitgestorven is, zal het groote publiek te goeder trouw aan de
onmisbaarheid van dokters en advokaten blijven gelooven. Mij is het
wel. Maar daar is de man in levendigen lijve!"
--"Wie? André Kortenaer?"
--"Wel neen? Zie maar eens uit."
Juist toen Dijk het hoofd omwendde, ten einde onder de voorbijgangers
den persoon te onderscheiden dien Ruardi bedoelde, zag hij iemand,
wiens slordige kleeding en zwaaijende gang geen twijfel overlieten
omtrent zijne identiteit, de poort van het pakhuis binnentreden, en
hoorde hij met eene krijschende stem aan een der klerken in het
voorvertrek de vraag doen: Of hier het kantoor van mijnheer Dijk
gehouden werd en of mijnheer te spreken was? Dijk rees op, opende de
deur en riep met de kruk in de hand:
--"Kom binnen, mijnheer Lefebvre, kom binnen, als ik u verzoeken mag.
Wij zijn onder ons. Er is niemand hier als mijn vriend Ruardi, dien
gij kent, en voor wien wij geen van beiden, geloof ik, geheimen
hebben."
--"Bonjour, Ruardi," zeide de binnentredende, den netten dokter eene
breede ongewasschen hand toestekend, die intusschen zonder
pligtplegingen aangenomen werd. "Hoe maakt gij het sedert gisteren?
Indien gij niet meer geheimen hebt voor ons als wij voor u, zijt gij
een man om in een glazen huis te wonen. Wat dunkt u? Zal onze vriend
Dijk de reis halen? Zal het ons gelukken, in zijn persoon een man in
de kamer te brengen op wien de liberalen zich de tanden stomp zullen
bijten? Ik voor mij heb goeden moed. Beweert men dat hij laauwe
vrienden en heete vijanden heeft, van het eerste is mij tot heden
niets gebleken. Al de personen, die ik in den loop van den ochtend
gesproken heb, schenen mij vol ijver. Zijne onze vijanden fel, zij
zijn tevens onmogelijk; en wij zullen met die gezegende infirmiteit
ons voordeel weten te doen. Eene partij die alleen oppositie maken,
maar niet regeren kan, moet eindigen met het onderspit te delven."
--"Gij zijt optimist, mijnheer Lefebvre," zeide Adriaan. "Geloof mij,
er zal eene zware wijs op gaan om mijne kandidatuur te doen slagen, en
zonder slapelooze nachten kom ik er niet."
--"Slapelooze nachten, waarde heer? Indien ik voorzag dat de politiek
mij een uur van mijne kostelijke nachtrust rooven zou, kreeg zij voor
goed haar afscheid. Neen, mag ik u een goeden raad geven, en ziedaar
de reden van mijne komst, vraag dan in de volgende week, of in de week
daarna,--op eenige dagen vroeger of later komt het niet aan,--een
dozijn personen, die ik u noemen zal, bij u te gast. Ik heb in mijne
gesprekken met dezen en genen laten doorschemeren dat het plan daartoe
bij u bestond, en meen opgemerkt te hebben dat men van die gelegenheid
om u nader te leeren kennen gaarne gebruik maken zou. Doch geen diner
van enkel heeren, wat ik u bidden mag! De wereld moet weten, dat een
konservatief kandidaat een gezellig schepsel is. Er moeten dames van
de partij zijn. Belooft gij mij dat? Belooft gij op uw woord van eer
dat gij met mevrouw Dijk zult zamenspannen om het uwe gasten zoo
aangenaam mogelijk te maken? Nu dan, geen woord meer daarover. Ook de
aanzienlijkste kiezers zijn gevoelig voor een keurig onthaal, en het
is zonder voorbeeld in de parlementaire jaarboeken, dat iemand, wiens
soep naar den rook of wiens wijn naar de kurk smaakte, zich een
toonbaren aanhang verworven heeft."
De man, die aldus den makelaar in verkiezingen uithing en de politiek
van het cynisme in zijne banier scheen geschreven te hebben, stond in
de meeste opzigten hooger dan zijn programma. Wie wilde mogt met hem
in meening verschillen, doch aan zijne goede trouw viel evenmin te
twijfelen als aan zijne bekwaamheden. Zoon van een predikant, had men
hem indertijd als eene van zelf sprekende zaak naar de akademie
gezonden om te studeren in de theologie; doch zijne vaardigheid in het
ledigen van halve ankers rooden wijn was niet de eenige drijfveer
geweest die hem achtereenvolgens, met veronachtzaming der vaderlijke
wenschen, in de letteren en in de regten had doen promoveren. Het
pleitte voor zijne opregtheid, dat hij eene loopbaan vaarwel gezegd
had, waarin hij niet minder aan zijne natuur dan aan zijn verstand
geweld zou hebben moeten aandoen; en die daad had aan zijne geheele
levensbeschouwing eene andere rigting gegeven. Zoo lang het vaststond
dat hij predikant zou worden, haatte hij de christelijke dogmatiek met
een mohammedaanschen haat, en zou hij, met den Sultan van Bantam, aan
drie vrouwen en één God ver weg de voorkeur gegeven hebben boven drie
Goden en ééne vrouw. Doch zoodra had hij geene vrijheid bekomen om
zich in zijne natuurlijke rigting te bewegen, of hij was een opregt
vereerder geworden dierzelfde Kerk, als wier dienaar hij nooit iets
anders zou hebben kunnen zijn als een wolf in schaapskleederen. Zelfs
in zijne vereering van =la Dive Bouteille=, gelijk hij met
rabelaisiaansche spotternij zijn zwak voor de vrucht van den wijnstok
plagt te bestempelen, was eene verandering ten goede gekomen: hoe
slordig hij er bleef uitzien, en hoe verward zijne sluike zwarte haren
hem over het voorhoofd bleven hangen, op zijne matigheid viel voortaan
niets af te dingen. Sommigen misprezen het in hem, dat hij in strijd
met zijne antecedenten van lieverlede een behoudsman was geworden. Men
noemde dit verschijnsel abnormaal, zag er eene inconsequentie in, en
schreef het aan zekere zucht tot tegenspraak toe, die niet zelden
pleegt aangetroffen te worden bij menschen met buitengewone
bekwaamheden, wel is waar, doch niet buitengewoon genoeg om hen met
het voorwerp hunner eigen antipathie zich in hoogeren kring te doen
verzoenen. Misschien was hij van dat gebrek niet geheel en al vrij, en
personen die hem ongaarne lijden mogten waren in hun regt, wanneer zij
hem een paradoxenjager noemden; doch wanneer men hem het beloop van
zijnen overgang, uit de eene orde van denkbeelden tot de andere hoorde
verhalen, moet men erkennen dat zijne redenen, vergelijkenderwijs, den
toets konden doorstaan. Het liberalisme was tegelijk een ideaal en
eene negatie, beweerde hij; zoodat men, om aan die rigting getrouw te
blijven, haar alleen moest toepassen op een denkbeeldig gebied, gelijk
dat der wetenschap, maar niet beproeven moest, haar eene plaats te
verzekeren in de praktijk. Historische studiën waren in den loop des
tijds zijne specialiteit geworden, en als historicus was hij de
vrijgevigheid in persoon. De nakomelingschap, meende hij, had regt op
elk dokument, hoe bedenkelijk ook voor sommige nagedachtenissen; en
bij uitnemendheid illiberale onderzoekers, in zijne oogen, waren zij,
die ter wille van eene geliefkoosde opinie of van eene dierbare
persoonlijkheid uit den voortijd, feiten verdonkermaanden of ondeugden
vergoêlijkten. Doch men moest niet bij hem aankomen met het beweren,
dat dezelfde soort van kritiek, die zulk een uitmuntend werktuig tot
reconstructie van het verledene vertegenwoordigde, ook in staat was
iets op te bouwen voor het tegenwoordige of voor de toekomst. Toen hij
liberaal was, haatte hij de maatschappij, was zijn zeggen, en zou het
zijn grootste lust geweest zijn alles onderst boven te werpen; en ten
bewijze van de opregtheid zijner conservative gevoelens voerde hij
aan, dat de geest der echte humaniteit eerst vaardig over hem geworden
was, nadat hij zich ontslagen had gevoeld van de verpligting, zich een
hervormer te heeten, ten einde straffeloos een slooper te kunnen zijn.
Gedienstige vereerders noemden Lefebvre een genie; en zij grondden die
meening op het feit dat hij alle talen van den aardbodem verstond en
de wereldgeschiedenis van buiten kende. Volgens anderen daarentegen
was hij een warhoofd, misschien uitermate geschikt om bibliotheken te
ordenen en voor snuffelaars den weg te banen, doch niet bestemd om
immer zelf iets te leveren, hetwelk door een volgend geslacht naar
zijn naam genoemd zou worden, en in elk geval bij zijn leven
veroordeeld tot den omgang met lieden, die niet in zijne schaduw
konden staan. Voor zoover Dijk en Ruardi betrof, was van dit laatste
werkelijk iets aan; of, zoo de dokter in sommige opzigten, wanneer
het niet op studie of nadenken, maar op intelligentie en aangeboren
doorzigt aankwam, zijn evenknie mogt heeten, de koopman stond in elk
geval ver beneden hem. Adriaan Dijk begreep geen iota van Lefebvre's
transcendentale behoudsleer. Hij was konservatief, omdat zijn aard dit
medebragt, en omdat de Aprilbeweging, gelijk hij in vertrouwelijke
oogenblikken erkende, hem de oogen geopend had. Tien of vijftien jaren
geleden--want de meeste menschen hebben overlast van zeker =trop plein=
des gemoeds en wie daarvoor geene afleiding vindt bij zijne vrouw of
zijne kinderen werpt zich alligt in de armen der publieke zaak,--zou
hij gemeend hebben, het doel van zijne eerzucht niet anders te kunnen
of te mogen bereiken als onder het opsteken eener vrijzinnige vlag.
Doch sedert 1853 was daarin verandering gekomen. Van dien tijd af,
zeide hij, had hij het protestantisme leeren beschouwen, niet-alleen
als een voornaam, maar als het deugdelijkst element van den publieken
geest in Nederland en Europa. Voortaan onderscheidde hij de volken in
roomsche en protestantsche; hield het voor uitgemaakt dat aan
laatstgenoemde de toekomst behoorde, en zag in de geschiedenis der
jongste vijftig of zestig jaren,--niet de opkomst van den stoom en van
de telegrafie,--maar de lotgevallen van het stuiptrekkend romanisme,
zijne uiterste, maar nog altijd geduchte krachten verzamelend tot
eenen strijd op leven en dood met een providentieel mededinger en
voorbestemd overwinnaar. De nagedachtenis van Koning Willem I werd
door hem in eere gehouden, omdat die Vorst in 1830 en vroeger, gelijk
Adriaan het noemde, niet voor "den priester" had willen buigen;
terwijl het bondgenootschap tusschen katholieken en liberalen hier te
lande, in 1848 gesloten en in 1853, volgens hem, aan het licht
gekomen, in zijne oogen vooral hierom bedenkelijk was, omdat daardoor
aan eene kleine, maar schrandere en digt aaneengesloten roomsche
minderheid in de Kamer, welke bij menige stemming naar welgevallen den
doorslag geven kon, de koorden der nationale beurs in handen werden
gespeeld. Zijn protestantisme, gelijk men ziet, stond niet
rechtstreeks in verband, hetzij met braafheid of godsdienstigheid,
hetzij met regtzinnigheid in de leer. Doch het was van eene
konservative soort. Het beteekende handhaving van de gemengde school
als anti-papistische instelling; van het kultuurstelsel als schepping
van Koning Willem I, die de roomschen had aangedurfd; van het
koninklijk gezag en van de prerogativen der Kroon als tegenwigt tegen
het bondgenootschap van liberalen en katholieken. Een welligt
onwijsgeerig, maar daarom niet minder welgemeend programma.
--"Mag ik binnenkomen?" vroeg iemand, die reeds een paar malen
vruchteloos had aangeklopt en nu het hoofd om het hoekje der deur
stak. "De heeren zijn zoo druk aan het redeneren en hunne gedachten
bewegen zich in zulke verheven kringen, dat een gewoon sterveling
vergeefsche pogingen aanwendt om gehoor te erlangen. Wordt er
kiesvergadering gehouden? Ben ik overkompleet?"
--"In het minst niet, André," zeide Dijk, "kom gerust binnen. Ik vraag
verschooning dat wij u onbehoorlijk lang antichambre hebben laten
maken."
--"Volstrekt niet overkompleet, mijnheer Kortenaer," voegde Lefebvre
er bij. "Verheugd u hier weêr te zien. Maar het is niet aardig van u,
glossen te maken op onze luidruchtigheid. Is het wel, Ruardi? Gij
vooral, die eene stem hebt als eene primadonna, moogt u dat verwijt
niet laten aanleunen."
--"Toch wel," zeide Ruardi. "Wij hebben alle dingen gemeen en zijn
solidair aansprakelijk voor elkanders keelgeluiden. Bovendien heeft
mijnheer Kortenaer groot gelijk, wanneer hij een weinig den draak
steekt met onze debatten. Mag ik u welkom heeten te M., mijnheer
Kortenaer, en mij aanbevelen in uwe vriendschap?"
--"Ik bemerk," antwoordde André, "dat mijn neef niets te veel gezegd
heeft, toen hij voorspelde dat dokter Ruardi mij met de meeste
voorkomendheid bejegenen zou. Doch gij maakt mij verlegen, dokter. Het
is aan mij, om mij aan te bevelen, ik zal zeer erkentelijk zijn,
indien ik mij bij dezen en genen, gedurende mijn verblijf te M., op u
beroepen mag."
--"Kom morgen of overmorgen op ditzelfde uur een praatje bij mij
maken, indien gij lust hebt; dan zal ik u van de M'sche heeren en de
M'sche dames, de M'sche licht- en de M'sche schaduwzijden alles
vertellen wat ik er zelf van weet."
--"Neem u in acht, mijnheer Kortenaer," krijschte Lefebvre, die heden
bijzonder goed gemutst was en daardoor nog luider sprak dan
gewoonlijk. "Dokter Ruardi is een menschenhater en welsprekend. Hij
zal u van deze goede stad en van hare inwoners een donker tafereel
ophangen."
--"Indien zulke tafereelen niet dienstig zijn voor uw gemoed,"
antwoordde de dokter, "draag dan zorg, mijnheer Kortenaer, dat gij de
woonplaats van mijn vriend Lefebvre mijdt, en sla, indien hij u
verleiden wil hem daar een bezoek te komen brengen, zijne uitnoodiging
wijsselijk af. Hij zou door zijne verhalen van hetgeen in het
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Lidewyde - 12
  • Parts
  • Lidewyde - 01
    Total number of words is 4360
    Total number of unique words is 1704
    37.6 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 02
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1596
    39.6 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 03
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1628
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 04
    Total number of words is 4606
    Total number of unique words is 1642
    41.1 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 05
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1549
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    62.0 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 06
    Total number of words is 4454
    Total number of unique words is 1654
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 07
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1527
    42.5 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 08
    Total number of words is 4595
    Total number of unique words is 1576
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    59.5 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 09
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1448
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    63.3 of words are in the 5000 most common words
    71.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 10
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1387
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    63.0 of words are in the 5000 most common words
    70.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 11
    Total number of words is 4597
    Total number of unique words is 1589
    43.1 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 12
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 1572
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 13
    Total number of words is 4698
    Total number of unique words is 1493
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 14
    Total number of words is 4622
    Total number of unique words is 1477
    42.7 of words are in the 2000 most common words
    58.7 of words are in the 5000 most common words
    67.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 15
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1483
    42.3 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 16
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1507
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 17
    Total number of words is 4659
    Total number of unique words is 1475
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 18
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 19
    Total number of words is 4582
    Total number of unique words is 1547
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 20
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1466
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 21
    Total number of words is 4603
    Total number of unique words is 1497
    45.6 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 22
    Total number of words is 4643
    Total number of unique words is 1522
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.0 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 23
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1508
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    62.4 of words are in the 5000 most common words
    69.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 24
    Total number of words is 3377
    Total number of unique words is 1197
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.