Lidewyde - 05

Total number of words is 4688
Total number of unique words is 1549
46.3 of words are in the 2000 most common words
62.0 of words are in the 5000 most common words
69.9 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
de Duinendaalsche echo's wakker gemaakt en was hij door de oevers der
rivier weerkaatst. Ieder kende dat sein: de genoodigden op de tribune,
de opeengedrongen schare aan weerzijde van het water, de spelevarenden
in hunne booten. Toch voer door aller leden een elektrieke schok, als
bij het naderen van een Vorst wiens aangezigt zijn volk voor het eerst
aanschouwen zal. Duizend hoofden wendden zich eensklaps om; duizend
oogen staarden in dezelfde rigting; de muziek zweeg; men hoorde geen
ander geluid als dat van den ratelenden trein, die snel en statig
zijnen weg vervolgde. Op korten afstand voor de brug klonk een tweede
sein, scheller en aanhoudender dan het eerste; de wachters stonden
roerloos op hunnen post, met de hand aan de kruk; de storm schoot aan;
nog één slag der zwoegende machine en de grens zou overschreden zijn.
Daar hield de Koning zijnen intogt! Een fanfare, wuivende mutsen en
doeken, een daverend hoera uit duizend keelen,--en voorbij was de
feesttrein.
André had dit goede, dat hij deugdelijk werk verrigtte, zonder zich
illusien te maken omtrent zijne eigen belangrijkheid. Hij was geen
engel, maar ook niet een dier jonge mannen, die hun handwerk voor eene
zending, of hunne broodwinning voor eene providentiële roeping
aanzien. Zonder valsche nederigheid (zijne gebreken lagen elders) had
hij Emma beduid, dat men geen genie behoefde te zijn om een tunnel te
graven of een viaduc te bouwen; dat ook de moeijelijkste ondernemingen
van dien aard, in den tegenwoordigen tijd, eenvoudig nederkwamen op
eene geldkwestie, en het voor hem en zijne toekomst veeleer de vraag
was of hij zijne meerderen niet misleidde en zich door zijne minderen
niet liet omkoopen, dan of hij de geheimen der natuur doorzocht en een
sleutel op tot nog toe onopgeloste raadselen ontdekt had. Hij was
gewoon geraakt aan de wetenschap, dat hij even als een daglooner, die
onopgemerkt zijne taak verrigt, of een koopman, die van zijn kantoor
naar de beurs en van de beurs naar huis gaat, of een kunstenaar, die
zich opsluit in zijne binnenkamer en den dichter aflegt om
handwerksman te zijn, zich iederen ochtend op een bepaalden tijd naar
zijn werk begaf en op een bepaalden tijd iederen middag of avond
huiswaarts keerde. De denkbeelden van haren vader, die niet geloofde
aan talent zonder studie, en burgerlijke hoedanigheden als den
grondslag van iederen welgevestigden roem beschouwde, hadden Emma van
lieverlede er toe gebragt in haren bruidegom niet meer te zien dan
iemand, die volkomen berekend was voor zijn vak, en die het corps,
waartoe hij behoorde, eer aandeed. Doch toen zij hem dien ochtend zag
aansnellen, met eigen hand de lokomotief besturend die in haar gevolg
zoo vele beloften voor de toekomst eener geheele landstreek voerde; en
meer nog, toen zij den trein stampend en dreunend hoorde henenratelen
over de brug wier steenen pijlers en metalen bovenbouw de eeuwen
schenen uit te dagen, was zij trotsch op haren bruidegom en schitterde
in haar oog een traan van aandoening.
Geen menschenwerk is grootsch zoolang het onvoltooid, of althans niet
ver genoeg afgewerkt is om zich eene voorstelling te kunnen vormen van
het geheel. In geene geboorte is iets verhevens, en hoe men den arbeid
ook idealisere, hij is en blijft poorterlijk. In de mokerslagen van
den bankwerker, die ijzeren bouten drilt in den stoomketel eener
lokomotief, is geen zweem van poëzie; ook niet in het obscene lied van
den heibaas, wiens polderjongens op de maat het blok doen nederbonzen
op den schedel eener puntige juffer; ook niet in de bevelen van den
ingenieur, die, met modderlaarzen aan, heen en weder loopt van den
oever naar de keet, of zich in een schuitje, terwijl de wind met de
panden van zijn halfsleetsch zomerjasje speelt, van den eenen kistdam
naar den anderen laat roeijen. Doch laat de vrucht der inspanning van
zoovele hoofden en handen; der vindingrijkheid van geslacht aan
geslacht; der eeuwenheugende worsteling van mensch en natuur,--laat in
een gegeven oogenblik, onder gunstige omstandigheden, die vrucht u in
zijn vollen wasdom vertoond worden,--en gij looft onwillekeurig de
menschelijke industrie, om het even of zij een koningrijk verovert, of
eene godsdienst sticht, of een spoorweg bouwt. Zweet, bloed,
verrukking van zinnen,--al het walgelijke en tegenstrijdige is
uitgewischt, en voor een poos verkwikt men zich met volle teugen aan
de bron der harmonie.


ZESDE HOOFDSTUK.

De terugtocht naar Belvedere was een triomftogt voor den afwezigen
André. Zijn vader, Emma's ouders, Emma-zelve,--allen dachten aan hem
met welgevallen, en prezen hem in stilte of overluid, en zagen eene
blijde toekomst zich voor hem openen. Intusschen zat hij, met zijne
direktie en hare genoodigden, in de groote zaal van een hôtel, uren
ver van Duinendaal verwijderd, aan een dier somptueuse maaltijden aan,
die het midden houden tusschen een ontbijt en een diner en waaraan
alle feestvierende spoorweg-compagnien zich eene indigestie plegen te
eten. Er kwam een toast van den gouverneur der provincie aan den
president der maatschappij, een andere van den eerstaanwezenden
ingenieur van den waterstaat aan den burgemeester der plaats, en
eindelijk, toen de rij der officiële dronken bijna gesloten was,
eindelijk ook een toast aan André-zelven. Doch hij luisterde te
nauwernood naar hetgeen van hem, en tot hem, gezegd werd. Zijn hart
was te Duinendaal, en hij haakte naar het oogenblik dat trein en
feestgenooten den terugtogt zouden aannemen. Laat in den avond kwam
hij op Belvedere aanschellen.
Met dien avond eindigde voor hem een hoofdstuk uit zijn leven. In de
stad aangekomen, liet hij zich in een open rijtuig naar buiten
brengen, de frissche lucht en de halve duisternis verkwikte hem en
gaven hem rust; hij nam plaats op de voorbank, naast den koetsier, en
zat onopgemerkt te glimlagchen om de ingenomenheid waarmede die
trouwhartige voerman over den schimmel sprak, die hen op een
sukkeldrafje naar Duinendaal bragt, en over nog een half dozijn
andere, even magere en even kreupele dieren, die op stal of in het
land de terugkomst van dezen asthmatieken kameraad verbeidden. Er was
humor in de verhalen van dien man. Geen zijner apokalyptische rossen,
scheen het, zag er zoo onooglijk uit, of het had de bloem der dagen
gekend en was het lievelingspaard geweest van een rijk heer of eene
aanzienlijke dame, wier namen zij voortgingen te dragen. Andere
sleperspaarden mogen Betzy of Mina, de bruin of de bles heeten; de
stal van dezen sleper deed aan de oudadelijke abdij van Rijnsburg
denken, waar graven van Wassenaar den avond kwamen doorbrengen in het
gezelschap van gravinnen van Noordwijk. Vergelijkenderwijs was de
merrieschimmel, die André naar buiten sleepte, een dier van lage
afkomst: naar de schatrijke weduwe van een bankier, die voor hare
kosten een geheel weeshuis had laten bouwen, doch in wier aderen nooit
een druppel edel bloed gestroomd had, heette zij "mevrouw Tissot."
Wanneer eene vigilante besteld werd, en de staljongen den sleper
vroeg: "Baas, wie wil je er voor?" antwoordde de sleper met volkomen
ernst: "Mevrouw Tissot dan maar." Somtijds, wanneer er haast bij het
werk was, geraakte "mevrouw" tusschen de haverkist en den voerbak; en
heette de schimmel,--hetgeen haar voormalige eigenares, indien zij het
had kunnen hooren, gewis en teregt zeer oneerbiedig zou gevonden
hebben,--kortweg "Tissot."
Zonder er een voorgevoel van te hebben, dat de idylle zijns levens ten
einde spoedde, bleef de herinnering aan deze nietigheden, gelijk het
geval pleegt te zijn wanneer iemands lotgevallen een keerpunt
naderen, André nogtans bij. Gedurende de laatste maanden waren alleen
de goede elementen in zijne natuur aan het licht gekomen; Emma's
invloed had tot hiertoe uitsluitend weldadig op hem gewerkt; eervolle
gedwongen arbeid had hem de gelegenheid niet gelaten om toe te geven
aan welke verkeerde neigingen dan ook. Binnen een korter tijdsverloop
dan hijzelf met de waarschijnlijkheid overeen zou kunnen brengen, zou
men hem hooren beweren,--of zou althans op den bodem van zijne ziel
geschreven staan,--dat aan Emma en aan zijn geluk iets ontbrak; niet
iets bijkomstigs, niet eene zaak van ondergeschikt belang, maar iets
wezenlijks, iets dat al het overige in de schaduw stelde, de
aanvulling eener leegte en de voldoening van een wensch, in
vergelijking waarvan zijn tegenwoordige rijkdom armoede scheen. Uit
Emma's oogpunt gezien, zou dat meerdere, waarnaar hij haken zou, een
bedriegelijk goed zijn en niet verkregen kunnen worden als door
wreedheid en verraad. Hij daarentegen zou volhouden dat geen offer te
zwaar is, wanneer het geldt zekere inspraak te volgen; dat de mensch
het somtijds niet in zijne magt heeft, weerstand te bieden aan den
aandrang, dien hij ondervindt, en sommige hartstogten tegelijk zoo
krachtig en zoo natuurlijk zijn, dat men, indien het schuldig ware
zich daaraan overtegeven, de natuur-zelve wreed en trouweloos zou
moeten noemen. In dien strijd tusschen ja en neen zou alleen eene meer
dan menschelijke magt uitspraak kunnen doen. Doch op dit oogenblik was
de strijd zelfs nog niet aangevangen, en de toekomst moest nog leeren
(want ook de dag van morgen maakt een deel der toekomst uit) of er al
dan niet scheuring komen en, zoo ja, hoe wijd de kloof gapen zou.
Slechts dit eene zou André in geen geval kunnen ontkennen, dat de
soort van naïveteit, waaraan men teregt of ten onregte den naam geeft
van onschuld of onbedorvenheid, hare eigenaardige bekoorlijkheid
heeft, en geene herinneringen uit andere perioden van ons leven ons op
onzen weg zoo getrouw vergezellen als deze. Die sleper met zijne
rossinanten was komiek, en de aanzienlijke namen dier viervoetige
martelaren van den ouderdom en den arbeid wekten een glimlach. Doch
het is ieder niet gegeven aldus te =kunnen= glimlagchen, en het zal lang
duren eer het menschdom afleert te gelooven dat het vermogen daartoe
een van zijne goede eigenschappen is.
--"Daar is André!" riep Emma, toen zij een rijtuig hoorde stilhouden.
Zij had zijne stem herkend, en tevens herkende zij aan den
hartelijken toon waarop de sleper hem goeden avond wenschte, zijne
edelmoedigheid. Gelijk al degenen die gewoon zijn in hun eigen
onderhoud te voorzien en met de arbeidende klasse te verkeeren, was
André mild met fooitjes geven.
Zij snelde naar voren en ontving hem in den gang met eene dier
omhelzingen, waarvan hij voor zijne verloving met haar zich vaak had
voorgesteld, dat zij hem tot den gelukkigsten van alle menschen zouden
maken.
--"Dag Emma!" fluisterde hij haar in het oor, haar kussend op den mond
en haar aan zijne borst drukkend. "Heb ik mij goed gehouden van
ochtend? Zijt gij tevreden over mij geweest?"
--"En hebben uwe ooren niet getuit?" vroeg zij, haar arm in den zijnen
leggend en hem met zich medetroonend naar de zitkamer. "Den geheelen
dag hebben wij niets anders gedaan als uwen lof zingen. Wees niet
eenkennig, maar kom en laat u feliciteren."
Een opwekkend gevoel doorstroomde geheel zijn wezen, toen hij met Emma
aan zijne zijde de kamer binnentrad en zij hem schertsend aan hare
ouders en aan zijn eigen vader voorstelde als een overwinnaar in de
Olympische spelen van den nieuwen tijd. Allen stonden op, en kwamen
hem te gemoet, en drukten hem de handen. Lydia en Emma boden hem
vruchten aan, de oude heer Visscher een glas Bourgonje. Ofschoon hij
dien dag reeds wijn genoeg gedronken had, smaakte die teug hem
overheerlijk, en hij at een tweede perzik ten einde een overbodig
argument te kunnen aanvoeren ten gunste van nog een glas.
--"Mijnheer Kortenaer," zeide de oude heer Visscher, zich in de
volheid zijner vreugde tot André's vader wendend en André nogmaals de
hand toestekend, "dit jonge mensch draagt zijnen naam met eere. Wij
wenschen u en hem en onszelven daarmede geluk. Mijne vrouw en ik, wij
bevelen u nogmaals onze dochter aan. Wij hebben haar innig lief, te
lief om hare wenschen te wederstreven, en daarom zal onze droefheid,
wanneer zij ons huis verlaten zal om André's vrouw te worden, niet
bitter zijn. Voor de geheele wereld hebben wij hem heden aangenomen
als onzen zoon, en wij zijn er trotsch op, hem aldus te mogen noemen.
Dat gij voor Emma een liefhebbend vader zijn zult, daarvan, al kennen
wij elkander eerst sedert gisteren van aangezigt, houden wij ons
verzekerd. De dag van heden is voor ons allen een schoone en zoete
dag. Laat ons zijne herinnering bewaren en hem in eere houden als een
voorbode van veel goeds, veel blijdschap en groote stof tot
dankbaarheid."
--"En is het waarlijk waar, mijnheer," vroeg Emma, zich insgelijks tot
den ouden heer Kortenaer wendend, "dat André ons in den loop der
volgende week voor een poos zal moeten verlaten?"
--"Heeft hij gezegd in den loop, lieve Emma? Dan heeft hij gejokt, en
behoort gij hem daarover te bestraffen. Niet in den loop maar in het
begin, zeer in het begin der volgende week moet hij zich te A.
bevinden. Zijn oom wacht hem aanstaanden maandag-ochtend, aan het
ontbijt, en zijn oom is een man van de klok."
--"Dus zal hij zondag-avond in de stad moeten zijn om met den laatsten
trein te kunnen vertrekken?"
--"Dat zal hij, lief kind, maar daar het nu nog geen donderdag is,
zult gij eerst nog vier volle dagen uw hart kunnen ophalen aan
elkanders bijzijn. Mijn persoon, dat weet gij, zal u daarbij niet in
den weg staan. Ik neem morgen-ochtend vroeg de terugreis weder aan."
--"Daar protesteren wij tegen, mijnheer Kortenaer," riep Lydia met een
lach. "Gij weet hoe gaarne wij u nog eenigen tijd te Duinendaal zouden
gehouden hebben; en indien ùwe tegenwoordigheid een hinderpaal voor
het genoegen van onze jonge lieden moest heeten, waar zullen dan wij,
mijn man en ik, ons gedurende die vier dagen bergen?"
--"En nu is het aan ons om te protesteren," riep André op zijne beurt
en met vuur. "Niet waar, Emma? Neen, lieve mevrouw, al zoudt gij ons
nog tienmaal erger plagen dan gij nu zes maanden achtereen dagelijks
gedaan hebt, nimmer zult gij ons aan eenig gezelschap de voorkeur
hooren geven boven dat van uzelve en van mijnheer Visscher. Mijn vader
gaat veel te spoedig weder heen om u naar verdienste te kunnen
schatten. Wilde hij slechts veertien dagen hier blijven, hij zou met
mij getuigen, dat gij de aardigste, de gezelligste en de
toegeeflijkste van alle aanstaande schoonmoeders zijt."
--"Zwijg, André," viel de oude heer Visscher hem met een vriendelijk
bevel in de rede; "zwijg en maak geene slechte komplimenten.
Toegeeflijkheid is niet meer dan eene halve deugd, en hoe korter men
de jongelieden houdt, hoe beter dienst men hen bewijst. Zeg ons
liever, hoe lang gij afwezig denkt te blijven, en laat mij uw adres,
voor het geval dat gedurende uwe afwezigheid de nieuwe brug
ineenstort."
--"Foei, lieve vader," zeide Emma, "hoe kunt gij het van u verkrijgen,
met zulke dingen den spot te drijven? En gij zijt zelf de eerste
geweest om te beweren, dat de brug minstens honderd jaar zal kunnen
duren, al gaan er nog zoo veel treinen overheen!"
--"Juist, mijn kind, en daarom scherts ik met een goed geweten.
Wanneer een gouvernement stevig in elkander zit, behoeft het niet bang
te zijn voor de uitwerking eener onschuldige spotprent. Maar waarom,
André, antwoordt gij niet op mijne vraag? Spreek, en indien gij met
alle brave bruidegoms een afschuw hebt van den trouweloozen Theseus,
noem dag en uur, en zeg ons tegen wanneer de kleine Ariadne, hier,
hare traantjes zal kunnen droogen."
Emma lachte, omdat haar vader zoo goed geluimd was; beter geluimd dan
in langen tijd met hem het geval was geweest.
--"Ik twijfel, mijnheer Visscher," zeide André, zijnen vader vragend
aanziende, "of ik nu reeds zal kunnen bepalen, wanneer het mijn oom
behagen zal mij weder los te laten. Doch gelooft gij wel, Emma, dat in
mij een Theseus-aard schuilt? Neen, moet ik op een griekschen halfgod
gelijken, dan op Herkules bij den tweesprong!"
--"Dat kunt gij laten!" schertste Emma. "Of zijt gij van plan, op reis
verkeerde relaties aan te knoopen? Toch niet met de huishoudster van
uw oom, hoop ik?"
--"Met die goede oude schommel, wier ziel sedert eene halve eeuw in
een sleutelmandje zit? Neen Emma," zeide André, hartelijk lagchend,
"wees daaromtrent gerust. Indien ik op Herkules zou willen gelijken,
zou het zijn om bij elke wisseling tusschen verleiding en deugd het
goede deel te kiezen."
--"Maar ik wil volstrekt niet hebben," ging Emma voort, "dat gij
weifelen zult. Verbeeld u, dat ik het vaste voornemen aankondigde om
gedurende uwe afwezigheid met niemand te koketteren? Dat ik u heilig
beloofde, het voorbeeld te zullen volgen van alle Penelope's en alle
Lucretia's van den ouden en nieuwen tijd? In uwe plaats zou ik
dergelijke verbindtenissen bedenkelijk vinden. Lieve moeder," ging zij
voort, zich tot Lydia wendend, "zeg André toch dat hij aan anderen
niet doen mag hetgeen hij niet zou willen dat hem geschiedde."
--"André heeft die vermaning niet noodig, beste Emma," antwoordde
Lydia, "en indien ik hem bepreekte, vrees ik dat hij mij op nieuw
komplimenten zou gaan maken. Voor het kwaad, waarvan gij spreekt, is
geen kruid gewassen. De wereld is altijd zoo geweest en zal altijd zoo
blijven."
--"Van welk kwaad spreekt Emma toch, lieve vrouw?" vroeg de oude heer
Visscher. "Mij is daarvan niets ter oore gekomen."
--"Ik zal het u zeggen, mijnheer Visscher," haastte André zich in te
vallen. "Emma heeft in een van hare boeken gelezen, dat de vrouwen
dezelfde regten hebben als de mannen, en daaruit leidt zij af, dat
wanneer een man iets verkeerds doet, zijne vrouw of zijn meisje
daardoor vrijheid bekomt om insgelijks verkeerd te handelen."
--"Is het waar, Emma, wat André daar van u vertelt?"
--"Geloof hem niet, beste vader. Hij spelt u wat op den mouw."
--"Maar, Emma," begon André.
--"Maar, André," begon Emma.
--"Kinderen," viel de oude heer Kortenaer hen in de rede, "laat ons
aan den avond van dezen veelbewogen dag, zooals de couranten zich
uitdrukken, niet in bespiegelingen vervallen, die een onrustigen nacht
zouden geven. André, het is voor ons meer dan tijd, naar uw logement
terug te keeren. Sluit vrede met Emma, en ga met mij mede."
Aan dien wenk moest gehoorzaamd worden. De oude heer Kortenaer, die er
op stond den volgenden ochtend vroeg weder te vertrekken, nam afscheid
van de familie op Belvedere, en deed dit in de opgeruimde stemming van
iemand die eene plaats, waar hij eenige gelukkige oogenblikken heeft
doorgebragt, weldra terug hoopt te zien. Het tijdstip van André's
huwelijk was dan ook niet ver meer verwijderd, en men scheidde van
elkander in het vrolijk vooruitzicht, binnen weinige maanden de
wederzijdsche kennismaking te hernieuwen.

--"Zijt gij daar, André?" vroeg de oude heer, toen zij buiten gekomen
waren en het voetpad volgden dat door het bosch naar de dorpstraat
voerde.
--"Ik ben vlak achter u, vader. Ga gerust door. Gij kunt hier
onmogelijk dwalen."
--"Intusschen zie ik geen hand voor oogen. Het is stikdonker in dit
laantje."
--"Dat komt, vader, omdat het zomer is. 's Winters, wanneer de boomen
zonder bladen zijn, herkent men de voetpaden buiten veel
gemakkelijker. Over een dag of wat hebben wij eerste kwartier: dan
wandel ik naar het dorp in den maneschijn."
--"Ik hoop, André, dat de wassende maan u hier niet langer zal doen
vertoeven dan met uwe en onze belangen overeen te brengen is. Uw oom
is er zeer op gesteld u aanstaanden maandag-morgen bij zich te zien."
--"Zondag-avond, dat beloof ik u, vertrek ik van hier en ga met den
laatsten trein naar A. De veeren in de =Pays-Bas= zouden al zeer zacht
moeten zijn, indien ik maandag-ochtend niet present was op het appèl.
Mag ik weten wat oom Timmermans mij te zeggen heeft?"
--"O ja wel. Het is over die kleine erfenis te M., die wij deelen
moeten met onzen neef Dijk."
--"Heb ik daar persoonlijk iets mede te maken?"
--"Niet bepaald; maar het kan zijn, dat uw oom u verzoekt, in zijne
plaats naar M. te gaan."
--"Waarom gaat oom daar niet zelf naar toe?"
--"Beste jongen, dat weet ik niet. Ik weet niet eens, of hij u
opdragen zal, zijne plaats te vervangen. Welligt heeft hij geheel
andere plannen."
--"Mag Emma weten, dat ik misschien naar M. zal moeten gaan?"
--"Ik zie niet in waarom niet; maar de vraag is, of het tot iets
dienen zou. In uwe plaats wachtte ik liever totdat gij kennis zult
dragen van hetgeen uw oom van u verlangt. Wil hij dat gij naar M.
gaat, dan is het tijd genoeg, dunkt mij, Emma daarvan te verwittigen,
en het zal ongetwijfeld haar minder grieven dat berigt te ontvangen in
een brief, dan zoo gij haar nu reeds welligt noodeloos schrikbeelden
voorspiegelt. Sedert ik Emma heb zien omgaan met hare ouders en hare
ouders met haar, ben ik versterkt geworden in mijn gevoelen dat zij
een buitengemeen zachtzinnig meisje is. Zulke teêre planten willen met
omzigtigheid behandeld worden."
--"Dat is zoo, vader, maar gij maakt u niettemin eene verkeerde
voorstelling van Emma. Zij is veel flinker dan men denken zou. Niet
dat ik uw raad niet volgen wil, integendeel, maar ik houd mij
overtuigd dat de voorzorg overbodig is. Of zoudt gij waarlijk meenen,
dat het Emma benadeelen zou, indien ik haar ronduit zeide, dat mijne
afwezigheid misschien langer duren zal dan zij vermoedt?"
--"Beste jongen, ik laat u volkomen vrij. Wat gij van Emma zegt, is
waar: zij is niet alleen een gevoelig, maar ook een zeer verstandig
meisje. Handel dus naar uw beste weten, en laat ons over dat punt niet
meer woorden verspillen dan noodig is. Mij dunkt, die gloeijende
spijker daar, is de lantaarn van ons logement. Is het niet zoo?"
--"Zoo is het, vader; ofschoon de kastelein het zeer kwalijk nemen
zou, indien hij u op dien toon over de verlichting van zijn
etablissement hoorde spreken. Daar zijn wij er. Goeden nacht, vader;
morgen-ochtend vóór uw vertrek zie ik u nog."
--"Dat behoeft niet, mijn jongen. Gij hebt een vermoeijenden dag
gehad, en ik geef u verlof om uit te slapen. Belast mij met uwe
groeten naar huis, en beloof mij nogmaals dat gij niet verzuimen zult,
aan den wensch van uw oom te voldoen; meer verlang ik niet. Goeden
nacht, en tot wederziens."

Had men den ouden heer Kortenaer, toen hij zich geheel alleen in zijne
kamer bevond, met aandrang afgevraagd, of hij zich over André's
toekomst in het geheel niet ongerust maakte, misschien zou hij, na
zich met de hand over het hooge voorhoofd te hebben gestreken,
geantwoord hebben: "Ongerust? zeer zeker niet; doch nu gij het vraagt,
ja toch, wel een omzien." Daar evenwel niemand hem dwong, zich op die
wijze rekenschap te geven van zijne indrukken, ging het hem gelijk het
ons allen gaat, wanneer wij er belang bij hebben ons heen te zetten
over onze invallende gedachten. Het had hem daareven onaangenaam
getroffen, indien gij wilt, dat André in het geheel geene bezorgdheid
aan den dag had gelegd over hetgeen hijzelf ontberen zou, indien hij
Emma voor eene poos verlaten moest; en misschien, zoo de vader zich
aan die opmerking vastgehouden had, zou hij daaruit ten aanzien van
het karakter van zijnen zoon sommige leerzame gevolgtrekkingen hebben
afgeleid. Doch ook de besten en de fijngevoeligsten ontgeven zich
zulke dingen, en eerst naderhand, wanneer de gebeurtenissen daarop hun
licht of hunne schaduw zijn komen werpen, en het te laat is, wordt men
gewaar dat zij eene beteekenis hadden.
Wat André betreft, hij dacht op dit oogenblik met zoo veel liefde aan
Emma, dat zijn vaders bekommering, ingeval deze werkelijk bestaan en
zich in woorden geuit had, door hem niet ernstig opgenomen, maar op
rekening der zwaartillendheid van den ouderdom gesteld zou zijn. Nu is
het waar dat geen uur van den dag een bruidegom zoo zeer tot
teederheid stemt als het nachtelijk klokje van twaalven, en dat hij,
door de eenzaamheid-zelve herinnerd aan de onvolledigheid van zijn
bestaan, op dat uur en in die omstandigheden dubbel vervuld pleegt te
zijn met de herinnering aan haar, die hem van zijne verlatenheid
eerlang troosten zal. Doch André had die verzoenende gedachte
vooralsnog niet noodig, of verbeeldde zich althans, haar te kunnen
ontberen. Het was zoo, dat het vooruitzigt eener mogelijke scheiding,
hoe kort die ook duren mogt, hem meer griefde om Emma's dan om
zijnentwil; en zij, die zich te regt of ten onregte op hunne kennis
van het menschelijk gemoed laten voorstaan, zullen op grond van dat
verschijnsel beweren dat aan het register zijner liefde, met de mannen
der muzikale kritiek gesproken, sommige toonen ontbraken. Dit moest
evenwel nog uitkomen, en hij was zich van dat gebrek in 't minst niet
bewust. Hij stak zijne lamp op en zette zich neder in den niet al te
gemakkelijken vouwstoel, dien de kastelein van het Wapen van
Duinendaal een voltaire noemde. Zijn hoofd stond er niet naar om een
boek ter hand te nemen of zich te verdiepen in de teekeningen en
tabellen waarmede zijne geïmproviseerde schrijftafel overdekt was.
Doch terwijl hij daar nevens die tafel zat en zijne sigaar uitrookte,
dacht hij met onberispelijk welgevallen aan de toekomst, en in al de
voorstellingen, al de beelden, al de groepen, die zijnen geest
voorbijtrokken, vervulde Emma eene voorname plaats. Een vol half uur
bleef hij in die gepeinzen verdiept, achterover leunend in zijn stoel
en rookwolkjes uitblazend; en nog toen hij zich ter rust begeven had,
omzweefde hem Emma's beeld.
In den droom zag hij haar op den buitensten rand eener met vlaggen
versierde tribune staan en de armen naar hem uitbreiden; hijzelf kwam
aansnorren als bestuurder eener lokomotief, klemde zich in het
voorbijrijden met de eene hand aan de balustrade vast, greep zijne
bruid met de andere om het midden, drukte haar lagchend aan zijne
borst, en stoof met haar een tooverland te gemoet, waar de toppen van
blaauwe bergen zich in het azuur der lucht verloren en de poorten van
tunnel aan tunnel een eindeloos vergezigt openden in lagchende dalen.


ZEVENDE HOOFDSTUK

Den dag van André's vertrek was Emma stiller dan gewoonlijk; niet
omdat zij een voorgevoel had van rampen, die haar boven het hoofd
hingen, maar alleen omdat zij hem gaarne bij zich zou gehouden hebben.
Nu eens schenen de uren haar toe, eindeloos langzaam om te kruipen;
een oogenblik later was het haar, alsof de tijd eensklaps een levend
wezen geworden was en hij die zekere vleugelen had aangeschoten, wier
bestaan men gewoon is, naar het rijk der mythologie en der allegorie
te verbannen. De laatste indruk behield de overhand, en toen de avond
begon te vallen zocht zij de zijde van André, ten einde van zijne
tegenwoordigheid zoo lang en van zoo nabij mogelijk te genieten.
Hij had dien middag op Belvedere gegeten, was daarna in het logement
zijn valies gaan pakken, en stond nu, naast Emma, voor het
opengeslagen venster derzelfde bovenvoorkamer, waar hij haar voor het
eerst van zijne liefde gesproken had. Alles in het vertrek had sedert
dien winteravond hetzelfde voorkomen behouden; zelfs de
vooruitspringende haard stond nog op zijne plaats, en indien er geene
muggen gedanst hadden om de lamp, zou men in den waan hebben kunnen
verkeeren, dat ook in het saizoen geene verandering gekomen was. Doch
in plaats dat de oostenwind door de kale takken der boomen gierde, of
de Maartsche sneeuw zich stapelde op het afdak der verandah, stroomde
nu, tegelijk met de zoele avondlucht, de uit den tuin opstijgende
geuren der bloembedden naar binnen. André, die naauwlijks meer een
half uur te verliezen had, hield den linkerarm om Emma's middel
geslagen; zij liet haren regter op zijnen schouder rusten en leunde
met het hoofd aan zijne borst. Zonder hare gestalte te overschaduwen,
maakte de zijne, wanneer men hen aldus nevens elkander zag staan, den
indruk een steun voor haar te zijn.
Zij zag op naar de rijzende maan en wees hem eene ster, wier gouden
vonk bijna den bovenrand der zilveren sikkel raakte. Zwijgend
luisterden zij naar het zacht rumoer dat opsteeg van den weg. Daar
hoorden zij, over de velden heen, de klok van den hoogen stadstoren
met zware slagen het uur van negenen slaan, en op hetzelfde oogenblik
drong de zachte klank van het stads-boomklokje tot hen door: een
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Lidewyde - 06
  • Parts
  • Lidewyde - 01
    Total number of words is 4360
    Total number of unique words is 1704
    37.6 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 02
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1596
    39.6 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 03
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1628
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 04
    Total number of words is 4606
    Total number of unique words is 1642
    41.1 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 05
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1549
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    62.0 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 06
    Total number of words is 4454
    Total number of unique words is 1654
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 07
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1527
    42.5 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 08
    Total number of words is 4595
    Total number of unique words is 1576
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    59.5 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 09
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1448
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    63.3 of words are in the 5000 most common words
    71.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 10
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1387
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    63.0 of words are in the 5000 most common words
    70.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 11
    Total number of words is 4597
    Total number of unique words is 1589
    43.1 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 12
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 1572
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 13
    Total number of words is 4698
    Total number of unique words is 1493
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 14
    Total number of words is 4622
    Total number of unique words is 1477
    42.7 of words are in the 2000 most common words
    58.7 of words are in the 5000 most common words
    67.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 15
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1483
    42.3 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 16
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1507
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 17
    Total number of words is 4659
    Total number of unique words is 1475
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 18
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 19
    Total number of words is 4582
    Total number of unique words is 1547
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 20
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1466
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 21
    Total number of words is 4603
    Total number of unique words is 1497
    45.6 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 22
    Total number of words is 4643
    Total number of unique words is 1522
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.0 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 23
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1508
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    62.4 of words are in the 5000 most common words
    69.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 24
    Total number of words is 3377
    Total number of unique words is 1197
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.