Lidewyde - 13

Total number of words is 4698
Total number of unique words is 1493
44.4 of words are in the 2000 most common words
59.6 of words are in the 5000 most common words
67.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
--"Beterschap is een woord", zeide de dokter, "waarvan de medici zich
uit goedhartigheid bedienen in den dagelijkschen omgang met
individuen, doch waarvoor in het leven der volken geene plaats is. Men
is eene natie, of men is het niet."
--"Men zou kunnen opgehouden hebben het te zijn, en het niettemin
naderhand weder kunnen worden", meende André.
--"Wel mogelijk," was het antwoord; "doch voor de Hollanders, die te
geener tijd eene natie geweest zijn, is die troostgrond zwak. De
Japannezen zijn het eenige volk der aarde, dat zich ooit ingespannen
heeft om uwe taal te leeren; en nu eindelijk voor hen het oogenblik
gekomen is om voor die moeite beloond te worden, kunnen zij met uwe
wanspraak nergens teregt. Is dat een bewijs van nationale kracht? Is
het dat van de zijde van een volk, dat twee honderd en vijftig jaren
lang in het bezit geweest is van de prachtigste kolonien en met de
geheele wereld handel gedreven heeft? Geloof mij, eene natie wier taal
men ontberen kan, telt niet mede in de rij der volken. Wanneer de
wereldgeschiedenis haren gang kan gaan, zonder notitie van u te nemen;
wanneer zij zichzelve zou moeten benadeelen en stil zou moeten staan,
om zich met u onledig te kunnen houden,--deedt gij beter, zooals de
boeren zeggen, eijeren voor uw geld te kiezen. Er is een tijd geweest,
nu ja, dat Holland eene plaats in den europeschen kabinetsraad had;
doch op welken voet? Niet uwe beschaving deed u den toegang tot dien
areopagus verwerven, maar uwe schaggeraarsnatuur. Gij zijt een
tijdlang de woekeraars van Europa geweest; en daarin heeft het
voornaamste punt van overeenkomst tusschen u en het volk Israel
bestaan. Doch toen uw geld op was, hebben de welopgevoede natien u den
rug toegekeerd, even als aan de akademien de jongelui van goeden huize
wel voor eene poos omgang houden met den vermogenden kinkel die hun
oesters voorzet en champagne schenkt, maar hem aan zijn lot overlaten
zoodra het uitlekt dat zijn vader bankroet gemaakt heeft. Gij zijt,
met uw verlof, te allen tijde de risée en de dupe van Europa geweest;
en alleen het isolement, waartoe gij vervallen zijt, is oorzaak dat
het menschdom,--hetwelk thans van die dingen geene kennis neemt en dan
ook waarlijk zijn vrijen tijd nuttiger besteden kan,--niet nog
dagelijks schatert van lagchen om al die boeken en bladen waarin gij u
zelven honig om den mond smeert, uwe mediokriteiten tot den rang van
geniën verheft, en uwe voorvaderen groot noemt, in de hoop dat uwe
kinderen niet bemerken zullen hoe klein gij zijt."
--"Ik geloof inderdaad niet," zeide André, "dat mijnheer Visscher zich
door uwe beschouwingswijze van zijn stuk zou laten brengen. Niets zou
ons verhinderen, volgens hem, weder een toonbaar volk te worden,
gelijk gij het noemt, indien wij ons op nieuw leerden onderscheiden
door onze degelijkheid. Wij zouden dan wel niet kunnen wedijveren,
gelijk voorheen, met de Engelschen of de Franschen, en zelfs niet met
de Duitschers, maar dit zou niet beletten, dat wij onder de volken van
den tweeden rang eene eervolle plaats konden innemen."
--"Mijn lieve mijnheer Kortenaer," antwoordde de dokter, die op zijne
wijze van lieverlede ernstiger geworden was en nu bijna gemoedelijk
werd, "ik herhaal dat ik voor uw aanstaanden schoonvader den meest
mogelijken eerbied heb en hem gaarne voor een merkwaardig man houd;
doch neem mij niet kwalijk, dat ik zijne denkbeelden droomerijen noem.
Hoe kan eene natie weder in het bezit komen van eene eigenschap, die
zij verloren heeft? Dat is zuiver woordenspel. Nationale deugden zijn
geene verdwaalde wandelstokken of doekspelden, waarvan de kommissaris
van politie in de courant adverteert dat de eigenaren ze aan zijn
bureau terugbekomen kunnen. Doch al konden uwe Hollanders zich de
voorvaderlijke degelijkheid op nieuw eigen maken,--houd mij ten goede
dat dergelijk ondernemen mij toeschijnt een even onbegonnen werk te
zijn als uit het venster te gaan liggen, ten einde zichzelven te zien
voorbijgaan op de straat,--die degelijkheid, waarmede mijnheer
Visscher zoo ingenomen is, vormt mijns inziens juist een voornaam
beletsel tegen uwlieder toenemen in beschaving. Predik degelijkheid
aan een Franschman, en ik zal u begrijpen; want in het fransche
volkskarakter is die kwaliteit niet in zoo ruime mate voorhanden, dat
zij niet nu en dan aanmoediging zou behoeven. Predik degelijkheid aan
de Spanjaarden, de Italianen, de Mexikanen, de Mohikanen, aan wie gij
wilt. Doch wanneer ik haar u aan de Hollanders hoor verkondigen,
verbaas ik mij. Gij kondt even goed tot hen zeggen: Lieve vrienden,
gij zijt geboren lummels; draagt derhalve vooral zorg, dat gij den
hoogsten trap der lummelachtigheid bereikt. Neen, indien gij van uw
volk nog iets maken wilt, en gij niet vreest den moriaan te zullen
schuren, leer den Hollanders urbaniteit, goede manieren, een goeden
toon; bovenal, leer hen omgaan met vrouwen. Gij spot met mij, omdat ik
telkens op hetzelfde aanbeeld sla; en ik ben op dat punt, ik erken
het, een weinig monomaan. Doch zeg mij, zou uw aanstaande schoonvader,
die zulk een bewonderaar der oude hollandsche schilders is, zou hij in
staat zijn één doek dier heeren te noemen, waarop een aanvallig
vrouwenbeeld voorkomt? Ik laster uwe nationale schilderschool niet,
dat spreekt; maar dit durf ik volhouden, dat men in de italiaansche of
de spaansche kunst een volslagen vreemdeling moet zijn, om niet te
gevoelen dat de uwe in sommige voorname punten jammerlijk te kort
geschoten is. Van Rafael, van Titiaan, van Murillo, van Velasquez, van
honderd andere schilders uit die scholen, weet men de schoonste
vrouwelijke typen te noemen; beelden, waarop het verste nageslacht
met bewondering staren zal en bij wier aanschouwen men door de hoogste
verrukking wordt medegesleept. Doch uw Frans Hals en uw Van der Helst,
wat hebben zij geschilderd en aan welke onderwerpen hebben zij hunne
beste krachten verspild? Schuttersmaaltijden, op mijn woord van eer!
waar men het vet der karbonaden langs de vingers der onhebbelijke
gasten ziet druipen, en de rhijnsche wijn hunne wangen zoo rood ziet
kleuren als de kalkoensche hanen, die zij meteen naar binnen zullen
slaan. Loopt er temet een vrouwenbeeld onder hunne voorstellingen, het
gelijken altegader hofjesjufvrouwen, regentessen van weeshuizen, met
gezigten om bang van te worden, en in het kostuum eener strafkolonie.
Rembrandt in persoon maakt geene uitzondering op dien regel, en ik
noem het karakteristiek, dat de bloem zijner vrouwenportretten eene
dame in de interessantste van alle positien voorstelt. =Low life=, ziet
gij, =low life= is het natuurlijk element van uwe groote hollandsche
schilders geweest; en dat veroordeelt hen. Zij hebben geen oog gehad
voor den hoogsten vorm der schoonheid, of indien al, geen talent
genoeg om dat schoon te reproduceren."
--"Heine beweert," zeide André, "dat Jan Steen een even groot schilder
geweest is als Rafael."
--"Met die autoriteit kan het u geen ernst zijn, waarde heer,"
antwoordde de dokter. "Wie ontkent dat Heine de grootste europesche
schrijver is van den nieuwen tijd? De eenige, misschien, die nooit
verveelt, maar altijd nieuwe denkbeelden bij u opwekt? De onzigtbare
weldoener en verlosser van eene in de pedanterie verzonken
maatschappij? Doch wat hij van de godsdienst der vreugde zegt, die Jan
Steen vertegenwoordigen zou, in onderscheiding van de door Rafael en
zoo vele anderen in beeld gebrachte godsdienst der smart, is hoogst
eenzijdig. Hij droomt van een tijd dat de nachtegalen vrijheid zullen
hebben om naar hartelust hier beneden hunne blijde kreten te slaken:
doch noemt gij het vreugde, met eene bierkroes in de hand en met den
arm om het midden van eene dikke boerenmeid, in de gelagkamer van een
dorpsherberg de horlepijp te dansen? Geloof mij, het staat met de
slemppartijen van Jan Steen als met die van Frans Hals: de roem dier
voorstellingen is in zekeren zin de schande van uw land. Voor het
overige doet het mij genoegen dat gij Heine leest, en derhalve nog in
iets anders smaak hebt als in den kost dien uwe landslieden u
voorzetten."
--"Ik verdien dat kompliment maar half, dokter, niet-alleen omdat ik
Heine slechts zeer oppervlakkig ken, maar ook omdat ik werkelijk tot
de vereerders behoor van sommige onzer vaderlandsche auteurs."
--"Hoe is het mogelijk!" riep Ruardi, de handen ten hemel heffend.
"Neen, dan moet ik u zeggen dat uwe schilders, hoe veel er ook op hen
aan te merken zij, toch altijd nog hooger staan dan hunne
kunstbroeders met de pen. Waarom bestaat er geene leesbare
geschiedenis van uwe letterkunde? Omdat, lieve vriend, zelfs een
fransche kok een haas noodig heeft om hazepeper te kunnen maken. Een
volk, dat nooit een eigen denkbeeld vertegenwoordigd heeft; altijd, om
zoo te zeggen, op den boer heeft gereisd; nooit iets anders heeft
gedaan als navolgen en achteraan komen,--zulk een volk, dat spreekt,
heeft geene litteratuur die het de moeite waard zou zijn te boek te
stellen; en men rigt dan ook bij u standbeelden op voor letterkundige
grootheden wier werken zoo weinig gehalte bezitten, dat wie beproeven
wil, ze in eene beschaafde taal over te brengen, het er stelselmatig
op aflegt. Ik heb evenmin verstand van litteratuur als van politiek,
en verzoek u daarom, aan mijne meening niet meer waarde te hechten dan
zij verdient; doch niemand heeft ooit in mijne oogen een juister
oordeel over uw proza en uwe poëzie geveld dan de oude Disraëli,
wanneer hij van u zegt dat bij eene natie, wier litterarische
producten de middelmatigheid niet te bovengaan, het middelmatige voor
uitstekend geldt, en hetgeen zulk eene natie meesterstukken noemt, in
vergelijking van hetgeen beschaafder volken voortgebragt hebben,
slechts knapenwerk is. Kent gij een hollandschen roman, een hollandsch
drama, een hollandsch dichtwerk, waarin eene heldin voorkomt, die gij,
ik zeg niet voor uwe grootmoeder of voor uwe schoonmaakster, maar voor
uwe vrouw zoudt willen hebben? Ik niet. Men klaagt dat uwe
welopgevoede dames die boeken versmaden, en aan fransche romans, soms
van het ligtst allooi, de voorkeur geven; men noemt het ergerlijk, dat
fatsoenlijke hollandsche meisjes, die uit volle borst van: "=O mon
Fernand!=" en van: "=Robert! toi que j'aime=" zingen, wanneer men haar
een minnedichtje van Hooft in handen geeft, aan het ginnegappen en
blozen slaan. Doch niets is mijns inziens natuurlijker. De liefde, die
de zenuw der romantiek is, heeft te allen tijde bij u om brood
geloopen; doch tevens is die hartstogt zulk een tiran, dat gij hem
hulde bewijst in de vormen van het buitenland. Missen kunt gij hem
niet; maar wanneer hij uwe taal spreekt zet gij het op een loopen. Hij
mag zichzelven bij u ridikuul maken; mag het idioom uwer achterbuurten
nabootsen; mag optreden in de gedaante van een korporaal, die een
dienstmeisje aan zijn hart drukt. Zoodra hij zich evenwel verstout,
eene sport hooger te klimmen op den maatschappelijken ladder en hij
het ernstig begint te meenen, beleeft men tweederlei verschijnsel: de
kunst uwer dichters schiet dan eensklaps te kort, en de natuurlijke
terugwerking van dat onvermogen is, dat men hen uitlacht of van hen
walgt."
--"Zoodat?" vroeg André, oprijzend om te vertrekken.
--"Zoodat," antwoordde de dokter, hem tot afscheid de beide handen
drukkend en eensklaps zijn gewonen lagchenden toon hernemend, "sommige
jeugdige Nederlanders van geluk mogen spreken, de toekomstige
echtgenooten te zijn van meisjes, zooals Rembrandt ze niet geschilderd
en Hooft ze niet bezongen heeft."

Aldus korrigeerde dokter Ruardi, met meer valsch vernuft dan echte
logica, hetgeen hij de fout van zijnen vriend Lefebvre noemde:
jongelieden minachting in te boezemen voor andersdenkenden.


VIJFTIENDE HOOFDSTUK.

--"Hemelsche goedheid," zeide André bij zichzelven, toen hij buiten de
stad gekomen was en het schijnen kon dat hij met het laatste gedeelte
van Ruardi's sigaar ook de bedwelming van Ruardi's drogredenen van
zich afwierp, "in welke verbijsterende mate bezit die goede man het
talent van doorslaan! Zonder onbeleefd te worden kon ik hem niet
telkens in de rede vallen, en daarom heb ik meestentijds gezwegen;
doch het zou inderdaad al zeer weinig moeite behoeven te kosten hem
slag op slag in zijne eigen woorden te vangen. Het kleingeestigst van
al vond ik die aanmerking op de Nassau's. Wat doet het er toe, of eene
dynastie al dan niet familie van ons is, indien zij ons eeuw in, eeuw
uit, onbetaalbare diensten bewijst? Zulk een kosmopoliet als Ruardi
behoorde daaromtrent minder bekrompen te denken. Doch hij schijnt mij
toe een oppervlakkig man te zijn, en ik wil wedden dat hij de
hollandsche boeken en de hollandsche schilderijen, waarover hij met
zooveel minachting spreekt, meest van hooren zeggen kent. Neen, dan is
Emma's vader in die zaken vrij wat beter te huis. Potsierlijk vond ik
het, dat hij ons volk opvoeden wil door den omgang met vrouwen. Nu,
men behoeft zijne vier jaargetijden slechts aan te zien, om te
gevoelen dat het zeer onvoorzigtig zou zijn hem bij die soort van
hoogere burgerschool tot docent aan te stellen! En wat doet Dijk met
zulk een vriend? Doch vermoedelijk kent Adriaan hem even kwalijk als
hij zelf Hooft en Rembrandt kent. Ruardi moet er slag van hebben, met
allerlei soort van menschen om te gaan, anders kon hij hier in de stad
onmogelijk zoo gezien zijn als ik geloof dat hij is. In gezelschap van
jonge dames en oude heeren slaat hij stellig een geheel anderen toon
aan als wanneer hij onder vier oogen met jongelui van mijn leeftijd
praat. Van tijd tot tijd vond ik hem heel aardig, en ik kan mij best
begrijpen dat men hem over het algemeen gaarne lijden mag. Zelfs
verwondert het mij dat Lidewyde hem moede schijnt te zijn. Doch
misschien pleit het in haar voordeel, dat zij genoeg van hem heeft. Om
de gulle waarheid te zeggen,--wanneer Ruardi beweert dat de
hollandsche vrouwen niet mooi of niet teeder zijn, geloof ik dat hij
doet als de vos in de fabel, en hij de druiven, die hem te hoog
hangen, zuur noemt. Hij zou wel anders spreken, verbeeld ik mij,
indien Lidewyde van hem gediend was! Maar zij heeft groot gelijk dat
zij dien gesublimeerden commis-voyageur,--want meer dan een
commis-voyageur onder het masker van een wijsgeer is hij toch
eigenlijk niet,--van zich afhoudt."
André zou meer fierheid en meer bekwaamheid ten toon gespreid hebben,
indien hij onder een voegzamen vorm een gedeelte van deze denkbeelden
voorgedragen had in Ruardi's bijzijn, en elk moet het afkeuren dat
zijne gemaakte minachting voor den dokter ten slotte hare meest
geconcentreerde uitdrukking vond in eene insolentie. Doch de
Kortenaers der 19de eeuw zijn minder dapper en hebben minder
tegenwoordigheid van geest dan hun stamvader, en wanneer de bron
hunner argumenten uitgeput is, of niet vloeijen wil, vergenoegen zij
zich somwijlen met beleedigende bijnamen. De omstandigheid dat Ruardi
een bovenhuis bewoonde was dan ook noch de eenige, noch de voornaamste
reden dat André's gevatheid eerst aan het licht kwam, toen hij 's
dokters trap reeds een half uur geleden afgedaald was. Te schitteren
met =esprit d'escalier= strookte met zijn karakter, helaas; en zijn
gebrek aan moed was slechts een andere vorm van zijn gebrek aan
opregtheid. Het was onwaar dat hij Ruardi met ergernis had aangehoord.
Veeleer had het hem gevleid, dat iemand met zulke buitengewone gaven,
die van zijne ware gevoelens voor alle andere menschen een geheim
maakte, hem tot zijnen vertrouwde scheen te hebben gekozen. Het
aanhooren van Ruardi's vermakelijken onzin, indien men daartegen niet
met nadruk en waardigheid opkwam, stond gelijk, dit gevoelde hij, met
een begin van medepligtigheid. Doch hij wilde wel zoo; en de ander was
in zijne oogen een veel fijner opmerker en veel onafhankelijker denker
dan men uit het in de eenzaamheid hem naar het hoofd geworpen
epitheton zou hebben opgemaakt. De eenige reden waarom hij Ruardi's
verdiensten met woorden poogde te verkleinen, was dat hij hem Lidewyde
niet gunde; en hij zou over den afwezige met veel meer lof gesproken
hebben, indien hij vaster overtuigd geweest was, dat Lidewyde ten
aanzien van den dokter altijd dezelfde onverschilligheid zou blijven
gevoelen.


ZESTIENDE HOOFDSTUK.

--"En is dat nu de stad waar mijnheer Lefebvre woont?" vroeg Emma,
toen de trein zich in beweging zette en zij het oog kon laten gaan
over de schoorsteenen en de kerktorens van T.
--"En tevens de stad waar gij van nacht gelogeerd hebt," antwoordde
André, die tegenover haar zat.
--"Jawel," zeide zij, "maar groote steden hebben een geheel ander
voorkomen wanneer men ze op een afstand ziet, als wanneer men er zich
in ophoudt. En het is alsof men dan ook een anderen indruk van de
menschen ontvangt."
--"Er is aan T. niet veel te zien," meende André.
--"Vindt gij? Váder zeide van wel. Zoodra hij mij gisteren-avond in
het logement bezorgd had, is hij eene wandeling door de stad gaan
doen, en van ochtend was ik nog niet bij de hand, of hij was al weder
op het pad. Het stadhuis, de groote kerk, de vleeschhal, de poort aan
de zijde van het bolwerk, ik weet niet wat al wonderen hij mij
daarvan niet verhaald heeft. Het is jammer dat de treinen elkander zoo
snel opvolgen, anders had hij u zeker uitgenoodigd tusschentijds het
een en ander met hem te gaan zien."
--"Luister eens, Emma," zeide André, eensklaps van toon veranderend,
"wij zijn nu nog alleen en kunnen dus vrijuit zamen spreken. Aan het
volgend station bekomen wij welligt reisgezelschap, en moeten òf
zwijgen, òf praten over het mooije weer. Wees dus openhartig, en zeg
mij waaraan ik uwe afgemetenheid moet toeschrijven? Uw vader,
daareven, was hartelijker dan gij."
Emma antwoordde niet en staarde het raampje uit. Van de monumenten van
T's geloof en T's industrie was thans weinig meer te zien, en men
behoefde het meisje niet van nabij te kennen, of te weten wat omging
in haar hart, om aan de uitdrukking van haar gelaat te bespeuren dat
zij zich op dit oogenblik minder dan ooit bekommerde om het verband of
de tegenstrijdigheid van kerkgebouwen en katoenfabrieken,
steenkolendamp en wierookwalm. Zij dacht aan andere dingen, die zij
gewigtiger vond.
--"Emma," vroeg André nogmaals, "waarom zijt gij koel tegen mij? In
veertien lange dagen hebben wij elkander niet gezien, en gij behandelt
mij alsof ik een vreemdeling voor u was. Ik heb allen eerbied voor
oude gebouwen; doch toen ik dezen ochtend van M. vertrok om u te komen
afhalen, is mijne eerste zorg niet geweest, te T. onderzoek te doen
naar de architektuur van den vleeschhal."
--"Ik geloof niet, André," zeide zij, bijna zonder hem aan te zien,
"dat die veertien dagen u bijzonder lang gevallen zijn."
--"Hoe nu? Zal ik van gebrek aan liefde voor u beschuldigd worden,
alleen omdat ik in de eenzaamheid zoo goed mogelijk mijn tijd zoek te
korten? Indien gij geen lust hadt om naar M. te komen en van de
uitnoodiging van freule Steinmetz gebruik te maken, waarom mij dat
niet ronduit geschreven? Wat is de reden dat ik u niet mogt komen
afhalen van Duinendaal? Uwe antwoorden waren zoo gul en hartelijk, dat
ik niet anders denken kon, of gij waart met de door Lidewyde gemaakte
schikking even ingenomen als ik. Of is er iets tusschenbeide gekomen
dat ik niet weet? Vindt uwe moeder het niet goed dat gij te M. komt
logeren? Aan uw vader heb ik niets kunnen bespeuren. Hij was even
vriendelijk als altijd."
Er kwam beweging in Emma's trekken. Zij staarde nu niet meer naar
eene zijde, het venster uit, maar hield, ofschoon met nedergeslagen
oogen, het aangezigt naar André gekeerd. Hij vond haar in die houding
schooner en lieftalliger dan ooit te voren. Het eenvoudig reistoilet
scheen opzettelijk voor haar uitgevonden te zijn, zoo goed kleedde het
haar en zoo volkomen voegde het bij hare taille. Het zuiver ovaal van
haar gelaat vormde met hare blonde krullen, thans aan weerszijde in
één zwaren lok vereenigd, het bekoorlijkst geheel. Op nieuw maakte hij
in zijnen geest eene in de laatste dagen herhaaldelijk ontworpen
vergelijking, en ditmaal sloeg de schaal zeer bepaald naar Emma's
zijde over. Lidewyde had noch dat voorhoofd,--zoo rein, dat een engel
het gekust zou hebben,--noch dien lieven trek om den mond, noch die
zachte wangen, noch het zedige dier lange wimpers. Met kracht kwam
zijne eerste liefde weder bij hem boven; en toen hij onder elk dier
wimpers zich een kristalhelderen traan zag vormen, vonkelend als
diamant, was de triomf voltooid. Hij greep hare twee kleine handen in
de zijne en riep in geestvervoering uit:
"Om godswil, Emma, maak mij niet rampzalig! Kwel u zelve niet! Ik heb
u lief met geheel mijn hart! Schrei niet, en zie mij aan!"
Nog kwam geen glimlach spelen om haren mond; doch zij voldeed
niettemin aan zijn verlangen en sloeg de oogen naar hem op. Zulk een
blik moet het geweest zijn, die de dichters der oudheid heeft doen
zeggen, dat het licht in de oogen der vrouwen het doorbrekend zonlicht
gelijkt.
--"André," zeide zij, hare eene hand loswikkelend uit zijnen greep en
met haar zakdoek de opkomende tranen wegwisschend, "gij vergist u te
eenemaal in mijn gevoelens. Vooreerst is het volstrekt niet waar, dat
gij niet naar Duinendaal zijt mogen komen. Niemand heeft u dat
verboden; maar het was, gelijk ik u geschreven heb"...
--"Ik bid u, lieve," viel hij haar in de rede, "doe geene moeite om
mij van mijn ongelijk te overtuigen. Dat gij verdriet hebt gehad is
het duidelijkst bewijs van mijne schuld. Wees vriendelijk tegen mij,
en ik zal erkennen dat gij bij uitnemendheid de kunst van straffen
verstaat."
--"Neen, André, zoo moet gij niet spreken. In het begin van onze
kennismaking voerdet gij nooit zulk eene ligtzinnige taal, en juist de
verandering die in dat opzigt eensklaps over u gekomen is, maakt mij
bekommerd. Waarom mag ik u niet herinneren, dat uw niet-overkomen naar
Duinendaal de natuurlijkste zaak der wereld geweest is? Vader vond
het te vermoeijend voor mij, op één dag zulk eene verre reis te doen;
en om die reden-alleen heb ik u geschreven, mij te T. te komen
afhalen. Het is niet goed van u, het te doen voorkomen, alsof mijn
oogmerk met die schikking geweest was, u op een afstand te houden."
--"De schikking heeft niettemin op mij dien indruk gemaakt."
--"Neen, André, dat kunt gij niet meenen. Van het oogenblik af dat ik
de reis in twee dagen zou doen, sprak het van zelf dat gij te M.
bleeft en vader mij tot T. geleidde. Indien ik iets tegen u heb, is
het dat gij eene vergoelijkende uitlegging zoekt te geven aan uwe
eigen onverschilligheid. Ik verg niet van u, ik mag niet vergen, dat
gij iederen dag en ieder uur van uw leven mij even teeder zult
liefhebben als ik het u doe. Ik wil gelooven dat de mannen in dit
opzigt anders zijn als wij. Doch neem den schijn niet aan, bid ik u,
alsof in dit geval de meeste genegenheid van uwe zijde gekomen was. Ik
heb dat niet aan u verdiend."
--"En welken anderen schijn wilt gij dan dat ik aannemen zal,
melieve?"
--"Mijn wensch, André, is dat gij uzelven zijn en iederen schijn ter
zijde stellen zult. Hoe kunt gij vragen, of moeder het afkeurt dat ik
te M. ga logeren? Gij weet even goed als ik, dat ik zonder haar
goedvinden Belvedere niet verlaten zou hebben. Neen, niet zij, maar ik
zag er tegen op, de uitnoodiging dier vreemde dame aan te nemen. En
niet om freule Steinmetz aarzelde ik, maar om mevrouw Dijk. Ik heb een
voorgevoel dat onze kennismaking met die dame tot niets goeds leiden
zal; en gij kunt mijne brieven niet met aandacht gelezen hebben,
zonder te bemerken dat ik uwe Lidewyde wantrouw."
--"=Mijne= Lidewyde, zegt gij? Maar ik zweer u, Emma, dat Lidewyde niet
in uwe schaduw staan kan. Al was zij een jong meisje, het zou niet in
mij opkomen haar het hof te maken; nu zij de vrouw is van Adriaan
Dijk, spreekt het van zelf dat ik mij vergenoeg met te haren aanzien
de burgerlijke beleefdheid in acht te nemen. Uwe vrees voor haar is
eene =idée fixe= van u, meer niet. Heden-avond zult gij hare kennis
maken, en morgen-ochtend, daarvoor sta ik in, zal uw eerste werk zijn,
met uwe eigen bekommeringen den draak te steken. Lidewyde is eene
belangwekkende vrouw, daarmede is alles gezegd; en zelfs dat gematigd
kompliment zou overdreven zijn, indien men niet nu en dan aan hare
vrolijkheid-zelve bemerken kon, dat zij ongelukkig is. En nu vraag ik
u of het verstandig, neen, of het edelmoedig is, haar om dat ééne
=charme= in den ban te doen?"
--"Ik heb u reeds geschreven, André, dat Lidewyde's rampen mij
tamelijk koel laten. Laat het zoo zijn, dat zij niet gelukkig getrouwd
is: heeft zij indertijd niet hare eigen keus gevolgd? En indien zij
zich in uw neef Adriaan vergist heeft, geeft dat haar het regt om uit
de hoogte neder te zien op een man die haar niets in den weg legt en
alles doet wat in zijn vermogen is om haar leven te veraangenamen? Ik
=kan= geen medelijden hebben met vrouwen, hoe ongelukkig ook, die alles
geoorloofd achten, alleen omdat hare mannen geene engelen zijn."
--"Nu ja, ik heb u geschreven, dat mijn eerste indruk omtrent Dijk te
gunstig is geweest, en ik al spoedig ben gaan bemerken, dat hij er de
man niet naar is, om eene vrouw als Lidewyde gelukkig te maken. Doch
ik zou meer hebben kunnen schrijven. Behalve dat Lidewyde verbonden is
aan iemand, dien zij onmogelijk met haar geheele hart liefhebben kan,
wordt haar het hof gemaakt door dienzelfden dokter Ruardi, die zich
Adriaans intiemsten vriend noemt. Zeer toevallig ben ik dat te weten
gekomen door een gezegde van Lidewyde's kamenier."
--"Luister, André, ik heb een ingeschapen afkeer van al dergelijke
intriges, en hetgeen gij daar zegt vermeerdert niet, maar vermindert
nog mijne hoogachting voor Lidewyde. Indien zij het ernstig wilde, zou
het haar geene moeite behoeven te kosten, dokter Ruardi op een afstand
te houden zonder aan haren man te doen blijken dat zijn beste vriend
een verrader is. Doch Lidewyde is eene kokette, daar houd ik het voor.
Uw oom doorgrondt haar, en omdat hij haar kent voor hetgeen zij
is,--omdat hij hoopt, dat zij u van uwe liefde voor mij genezen zal,
daarom en daarom-alleen heeft hij u naar M. gezonden."
--"Lieve Emma, hoe komt gij er toe, u zulke dingen in het hoofd te
halen? Mijn oom mag wezen wie hij wil, hij is onbekwaam, zulke
quasi-diabolische plannen te ontwerpen. En al ontwierp hij ze, hebben
wij het niet in onze magt ze te verijdelen? Zijt gij niet de vrouw van
mijne keus? "Kom en zie," schreef ik u, en dat herhaal ik. Leer
Lidewyde kennen, en in een omzien zult gij u verlost gevoelen van uwe
vooroordeelen. Op mijn woord van eer, gij maakt noch uzelve een
kompliment, wanneer gij haar een vermogen op mij toeschrijft, grooter
dan het uwe, noch mij, wanneer gij mij voor zwak genoeg houdt om voor
eene zoo gewone verzoeking te bezwijken."
Hoewel niet verbaasd over de gladheid van zijne eigen tong,--want
Emma's nabijheid inspireerde hem, en hij zou onder dien invloed,
zonder van zijn stuk te geraken, geheele redevoeringen hebben kunnen
houden,--schrikte André toch min of meer op, toen het schel gefluit
der lokomotief, onder het voortrammelen van den trein, zijne laatste
betuiging van genegenheid met eene soort van fanfare begeleidde, die
niet regtstreeks uit de gewesten der hemelsche gelukzaligheid
afkomstig scheen te zijn. Het is inderdaad jammer dat Virgilius en
Dante, die zulke fraaije beschrijvingen van de onderwereld geleverd en
zulke uitgezochte helsche klanken nagebootst hebben, onbekend geweest
zijn met het schrille stemgeluid van het privatief vehikel der 19de
eeuw. Hadden zij daarvan een voorgevoel kunnen hebben, elk ander
symbool van de verschrikkingen des gewetens zou hun toegeschenen zijn,
kleur en toon te missen. Voor het verdeeld gemoed van de kinderen
onzes tijds is dat valsch en snerpend geluid hetgeen voor een
vroeger geslacht het bazuingeschal geweest is, waarmede de
joodsch-christelijke eschatologie het laatste oordeel laat aanvangen.
Doch André maakte zich noodeloos ongerust. Instede van de om zijne
dubbelhartigheid lagchende booze geesten zijner opgewekte
verbeeldingskracht, zag hij eensklaps aan zijne zijde, op de loopplank
nevens het portier, het onschuldig aangezigt verschijnen van een
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Lidewyde - 14
  • Parts
  • Lidewyde - 01
    Total number of words is 4360
    Total number of unique words is 1704
    37.6 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 02
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1596
    39.6 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 03
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1628
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 04
    Total number of words is 4606
    Total number of unique words is 1642
    41.1 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 05
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1549
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    62.0 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 06
    Total number of words is 4454
    Total number of unique words is 1654
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 07
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1527
    42.5 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 08
    Total number of words is 4595
    Total number of unique words is 1576
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    59.5 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 09
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1448
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    63.3 of words are in the 5000 most common words
    71.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 10
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1387
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    63.0 of words are in the 5000 most common words
    70.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 11
    Total number of words is 4597
    Total number of unique words is 1589
    43.1 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 12
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 1572
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 13
    Total number of words is 4698
    Total number of unique words is 1493
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 14
    Total number of words is 4622
    Total number of unique words is 1477
    42.7 of words are in the 2000 most common words
    58.7 of words are in the 5000 most common words
    67.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 15
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1483
    42.3 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 16
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1507
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 17
    Total number of words is 4659
    Total number of unique words is 1475
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 18
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 19
    Total number of words is 4582
    Total number of unique words is 1547
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 20
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1466
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 21
    Total number of words is 4603
    Total number of unique words is 1497
    45.6 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 22
    Total number of words is 4643
    Total number of unique words is 1522
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.0 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 23
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1508
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    62.4 of words are in the 5000 most common words
    69.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 24
    Total number of words is 3377
    Total number of unique words is 1197
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.