Lidewyde - 12

Total number of words is 4545
Total number of unique words is 1572
40.9 of words are in the 2000 most common words
55.4 of words are in the 5000 most common words
62.0 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
doodonschuldige T. voorvalt niet-alleen uwen eetlust bederven en uwe
nachtrust verstoren, maar, wat erger is, uwe vaderlandsliefde
ondermijnen."
--"Gekheid!" riep Lefebvre, door 's dokters beschuldiging op een van
zijn geliefkoosde =topics= gebragt. "Luister niet, mijnheer Kortenaer,
naar den boozen raad van dezen Achitofel, en houd u verzekerd dat het
u niet berouwen zal, indien het toeval, wat zeg ik? indien uwe
gelukster u vroeg of laat naar het eerzame T. voert. Zou ik de stad
mijner inwoning lasteren? Die bakermat van het liberalisme? Eer
vergete mijne regterhand zich zelve! Misschien hebt gij hooren
verhalen, mijnheer, dat T. eene plaats is, waar de dienst van Amor
naar evenredigheid meer volgelingen telt dan in eenige andere stad van
Nederland; doch ik beroep mij op uw gezond verstand en vraag, of die
beschuldiging, indien zij niet veeleer eene hulde verdient te heeten,
niet de onwaarschijnlijkheid-zelve is? T. is eene stad met dertig
duizend inwoners, mijnheer, en het kan niemand bevreemden, dat op eene
bevolking van twee synagogen, vijf roomsche en zeven gereformeerde
kerken, een half dozijn galanterie-winkels aangetroffen worden. Doch,
geloof mij, aan andere galanterien wordt te T. niet gedaan. Men zal u
verhalen dat het jongste kind van onzen burgemeester sprekend gelijkt
op den kolonel van ons garnizoen, of dat de vrouw van den
schout-bij-nacht op non-aktiviteit, dien T. de eer heeft te
huisvesten, de hand heeft in de voordragten van den president onzer
arrondissements-regtbank. Geloof het niet, mijnheer; of liever, kom
met eigen oogen die heeren en die dames aanschouwen, kom hunne
konversatie aanhooren, wees getuige van hunne gezellige bijeenkomsten,
en wanneer gij de insipiditeit zult hebben zien heen en weder
fladderen van de schamele borst van mevrouw X. naar den breeden schoot
van mevrouw Y., wanneer gij de maagdelijke Célestine Z. met de
aanminnigheid eener geit zult hebben zien glimlagchen om de
dubbelzinnigheden van den luitenant A. of de naïveteiten van mijn
konfrater, den advokaat B., zult gij mij zeggen of T. er al dan niet
de plaats naar is om aan Clarissa's tot geboortestad of aan Lovelace's
tot oord van ballingschap te verstrekken. Neen, mijnheer, wij van T.
zijn een eerbaar en ordelijk volk; een volk van katoenspinners en
garentwijnders, van landbouwers en veehoeders. Van de weinige
hartstogten, die ons kwellen, genezen wij ons door een overvloedig
gebruik van mout-extrakt, en onze eenige eerzucht is, de liberaalste
stad van Nederland te zijn of daarvoor door te gaan. Wilt gij een
staaltje van onze virtuositeit op dit gebied? Tot voor weinige jaren
hadden wij eene speelbank, die wel niet met de banken van Spa of
Homburg kon vergeleken worden, maar toch dit goede had, dat zij een
subsidie van vijfentwintig duizend gulden 's jaars aan onze opera
uitkeerde. Voor dat geld engageerden wij tenors en baritons, sopranen
en alten, zoo veel wij noodig hadden; en in dien tijd bezat T. een
theater, dat, hoe klein en nederig ook, met de beste uit het land
wedijveren kon. Het was een centrum van beschaving, en twee-of
driemalen in de week vonden wij er eene weldadige verpoozing van onzen
arbeid. Doch naarmate wij toenamen in liberalisme, gingen allengs onze
oogen open. Wij petitioneerden bij den gemeenteraad om opheffing der
zedelooze speelbank die de zenuw onzer opera was, en niemand is in
staat het verheven gevoel te schetsen hetwelk onze borst doorstroomde,
toen het stedelijk bestuur gehoor gaf aan onzen wensch. T. scheen ons
toe eensklaps een Paradijs geworden te zijn. Het gebouw der speelbank
gesloten en weldra in een venduhuis herschapen; op het affiche van
onzen schouwburg de woorden: =Relâche pour cause de suppression=,--wij
zagen in die verschijnselen de voorboden van het naderend godsrijk; en
waren sommigen onzer niet van eene twijfelachtige regtzinnigheid
geweest, wij zouden het hemelsch Jeruzalem hebben wanen te zien
nederdalen binnen de muren onzer stad. Want supprimeren, mijnheer, dat
weet gij, is de hoogste vreugde van het liberalisme. Verleden jaar
hebben wij de opera gesupprimeerd, omdat wij de speelbank goddeloos
vonden; toekomend jaar zullen wij de =terrines de foies gras=
supprimeren, omdat wij het treden op warme koperen platen, al geldt
het slechts ganzen, voor onvereenigbaar houden met onze beginselen van
filanthropie. En vraag niet wat wij voor een en ander in de plaats
bekomen hebben, of hoe wij het voortaan zonder ganzenleverpasteipotjes
en zonder opera stellen zullen. Het liberalisme supprimeert; doch
remplaceren, daar doet het niet aan. Ons ideaal is eene eeuw, waarin
niemand muziek maken en niemand truffels eten zal, het onderscheid
tusschen arm en rijk, knap en dom, man en vrouw zal zijn opgeheven, de
geheele maatschappij er uit zal zien als een egyptisch korenveld
waarop de sprinkhanen te gast zijn gegaan, en onze kaalgeschoren
aarde zich in de onmetelijke ruimte zal wentelen, dikker dan een ton
en gladder dan een kampernoelje. Nog heeft men te T. dat toppunt van
volkomenheid niet bereikt; nog worden daar smulpapen gevonden, die aan
biefstuk met aardappelen de voorkeur geven boven andijviesla met
beetwortelen; nog vindt men bij ons (doch alles kan ook niet op eens
komen) onhebbelijke vrouwen, die nu en dan een welgeschapen kind ter
wereld brengen. Houd u evenwel bedaard, mijnheer, en wanhoop niet aan
onze toekomst. Den stroom des tijds kan niemand tegenhouden, en mits
gij twaalf maanden wacht met mij een bezoek te komen brengen, maak ik
mij sterk u eene bevolking te toonen, aan wier volmaaktheid alleen nog
ontbreken zal dat zij niet gesupprimeerd is."
--"Mij dunkt," zeide Dijk, toen Lefebvre deze uitboezeming ten einde
had gebragt, "wij moesten gezamenlijk naar de Buitensocieteit wandelen
en daar een luchtje gaan scheppen onder de verandah. Hebt gij lust,
André?"
--"Wat mij betreft," zeide Ruardi, "ik kan bezwaarlijk van de partij
zijn; doch laat dit de heeren niet afbrengen van hun plan. Mag ik er
staat op maken, mijnheer Kortenaer, dat gij mijne uitnoodiging niet
versmaden zult?"
--"Zoo zeer, dokter," antwoordde André, "dat gij mij misschien reeds
morgen aan den dag te uwent zult zien verschijnen."


VEERTIENDE HOOFDSTUK.

"Ik wenschte dat Dijk mij dien knaap niet aanbevolen had," zeide
dokter Ruardi bij zichzelven, toen hij den volgenden ochtend zijn
ontbijt had gebruikt en zich gereed maakte om visites te gaan rijden.
"Hij schijnt verbazend groen, en wie weet of het de moeite loont hem
te helpen ontbolsteren? Het best zou zijn, dat hij eenigen tijd bij
Lefebvre in de leer ging, om zijne denkbeelden te vormen; want dat er
in de praktijk immer iets van hem teregt zal komen, geloof ik niet.
Lidewyde heeft hem =en amitié= genomen, zegt Dijk; dat verstaat zich.
Zij haalt hem aan uit tijdverdrijf, en zal beproeven zijn meisje
jaloersch van haar te maken. Indien dat lieve kind haar belang kende,
zou zij stil bij vader en moeder blijven en zich hier in geene
wespennesten komen steken. Die goede Lefebvre! Hij is de
onschadelijkheid-zelve, en men lastert hem, wanneer men hem een
corrumperenden invloed toeschrijft. Toch kan ik mij voorstellen, dat
onervaren jongelieden door hem zoogenaamd op het dwaalspoor gebragt
worden; en misschien is het maar goed, dat vriend Kortenaer niet onder
zijne leiding komt. Indien ik ooit pædagoog word, waarvoor de hemel
mij beware, ben ik voornemens zulk soort van meesters op een afstand
te houden. Ik kan niet gelooven, dat het dienstig is voor jongelui,
hunne tegenstanders te leeren minachten. Die taktiek is alleen goed,
dunkt mij, ten aanzien van de vrouwen; tegenover mannen deugt zij
niet. Om die onder den duim te krijgen... Maar genadige goedheid, neef
André is geen schoolknaap, en ik behoef hier in de eenzaamheid geen
cursus over opvoedkunde te zitten houden. Jakob, ben je daar? Luister
eens."
--"Wat is er van uwe dienst, mijnheer?" vroeg Jakob, die in een
aangrenzend vertrek bezig was eenig huiswerk te verrigten.
--"Ik verwacht van middag bezoek."
--"Mijnheer kan er op rekenen, dat ik de dames behoorlijk ontvangen
zal."
--"Wat praat gij van dames? Er is kwestie van een jong heer, een logé
van mijnheer en mevrouw Dijk. Het kan gebeuren dat ik nog niet thuis
ben tegen dat mijnheer komt: in dat geval laat gij mijnheer in de
rookkamer, en verzoekt hem een oogenblik te willen wachten. Vergeet
niet, het noodige gereed te zetten. Mijnheers naam is Kortenaer;
verder ben ik voor niemand thuis of te spreken."

Het vertrek waarin André, in den namiddag van dien dag, door Jakob
verzocht werd de thuiskomst des dokters te verbeiden, maakte geen deel
uit der appartementen waarvan het middelste toegang tot den wintertuin
verleende. Evenmin was het dat, waarin Ruardi des ochtends den
kapelaan ontvangen en dezen op een overzigt zijner wijsbegeerte
onthaald had. Het lag evenwel in dezelfde rigting als dit laatste en
kommuniceerde daarmede. Zijn omvang was die van een ruim kabinet,
gemeubeld met divan aan divan. Hier en ginds stond eene kleine tafel,
wier japansch-verlakt blad, glanzig rood met gouden vogels, in eene
ebbenhouten lijst gevat was en op een kunstig gedraaiden zwarten voet
rustte. Een dier tafeltjes droeg een zilveren schenkblad met
vonkelende wijnkaraffen, waarnevens een kistje veelbelovende sigaren
en eene turksche pijp. Boven den schoorsteen hing een trofee van
indische wapenen, terwijl de plaats onder den schoorsteenmantel, waar
's winters de haard zich uitbreidde, thans ingenomen werd door eene
monsterpul van oud-blaauw. De wanden prijkten met vier medaljons in
pastel, levensgroote kniestukken, de vier jaargetijden voorstellend in
de gedaante van even zoo vele schoone vrouwengestalten. Echter
verbraken die beelden min of meer de oostersche tint die over het
vertrek uitgespreid lag, en men behoefde niet in Azie gereisd te
hebben om weldra te gevoelen dat =les filles de marbre=, die tot
modellen voor deze teekeningen hadden gediend, geene geboren bayadères
waren. Te zeggen dat André, toen hij uit tijdverdrijf, nadat Jakob hem
alleen gelaten had, van het eene medaljon naar het andere ging, de
oogen nedersloeg, of zich met weerzin afwendde, zou met de
geschiedenis in strijd zijn. Doch wel is het waar dat hij zich in de
beschouwing dier nuditeiten niet regtstreeks verlustigde. Daartoe had
verbazing te zeer den boventoon in zijnen geest; verbazing dat er
vrouwen gevonden worden, die voor geld te bewegen waren om in
zoodanige mate met de vooroordeelen misschien, doch in elk geval met
de overleveringen der schaamte te breken; verbazing dat dokter Ruardi
eene voorstelling der saizoenen nahield, waaraan het element der
draperie zoo te eenemaal ontbrak. Bloemen en vruchten in overvloed;
ook bekers en schalen. Doch van de onontbeerlijkste kleedingstukken
nergens een spoor.
Een gulle lach uit den mond van den binnentredenden heer des huizes
maakte een einde aan André's kunstbeschouwing.
--"O, o, mijnheer de puritein," schertste de dokter, "ik zie wel
waaraan het hapert; gij ergert u aan mijne jaargetijden. Maar ga
zitten, neem een sigaar en een glas madera, en ik zal u haarklein de
geschiedenis dier medaljons vertellen."
Ruardi kon liegen of het gedrukt stond, niet-alleen, maar of een
volleerd tooneelspeler zijne fabelen met studie voordroeg. De inhoud
zijner verhalen wisselde naarmate van het gezelschap waarin hij zich
bevond, en het geval moest zich nog voordoen dat hij in de
tegenwoordigheid van een jong meisje eene anekdote aanroerde die
alleen door gehuwde vrouwen gesavoureerd kon worden, of het voorhoofd
van grijsaards glad zocht te strijken met geestigheden waar alleen een
jong mensch met ongedwongenheid om glimlagchen kon. Hij kende André
nog te weinig om een bepaald oordeel over hem te hebben; doch zooveel
vaster dan de meeste jongelieden van zijnen leeftijd, meende hij,
stond deze vaudeville-held, gelijk hij hem noemde, niet in zijne
schoenen, dat hij aarzelen moest hem de legende der medaljons op te
disschen. Het was het onderhoudend verhaal van een vaderlandsch
edelman, een van Ruardi's voormalige patienten, die gedurende eene
lange reeks van jaren al den tijd, hem door eene sinecure aan ons Hof
gelaten, te Parijs plagt door te brengen. "Hier te lande," zeide
Ruardi, "werd hij aangezien voor een groot heer, en wanneer hij bij
officiële gelegenheden in gala-kostuum als ceremoniemeester fungeerde,
of zoo iets, zag hij er met zijn geborduurden rok vol ridderorden zeer
voornaam uit. Doch daarginds, waar het krielde van russische prinsen
en hongaarsche magnaten, twintig maal rijker en aanzienlijker dan hij,
maakte hij met zijne schelvischoogen en zijn onverbeterlijk hollandsch
accent zulk een beklagelijk figuur, dat hem niets anders overschoot
als zich in de armen van den =demi-monde= te werpen. Op zijn landgoed in
Gelderland of Overijssel had hij de afgod der boeren en de trots van
den burgemeester kunnen zijn; doch liever dan zich des zondags door
den dominé der plaats te hooren gedenken in den gebede, liever dan uit
de hand van onschuldige dorpskinderen verjaarverzen en pionierozen aan
te nemen, liet hij zich plukken door uitgebloeide actrices of de les
lezen door ondernemende figuranten uit de vrouwelijke helft van een
corps-de-ballet. Verleden jaar, in het eind, is hij getrouwd met een
schatrijk meisje uit onze bankierswereld, wier familiewapen, dat
verzeker ik u, minder kwartieren telt dan er hypotheken op zijne
boerderijen staan; en toen ik hem tegen het aanbreken van den grooten
dag weder een weinig op zijn verhaal geholpen had, heeft hij mij
dringend verzocht, hem wel te willen ontheffen van dit viertal
souvenirs uit den tijd zijner losse haren. Ik heb het geschenk
aanvaard, en laat de medaljons daar hangen als eene dagelijksche
waarschuwing aan mijzelven om toch niet af te dwalen van het pad der
deugd."
--"Durfde ik," zeide André, "ik zou beweren, dat de vermaning te
wegslepend is om volkomen ernstig te kunnen zijn."
--"Dan zweemt zij naar de predikatien van onzen vriend Lefebvre, die
mij insgelijks toeschijnen, meer te boeijen dan te stichten."
--"Is dat inderdaad uwe meening? Houdt gij hem niet voor een ernstig
man? Op mij heeft hij een aangenamen indruk gemaakt. Wanneer hij daar
voor u staat met zijn hoog en breed ligchaam, zwaaijend met het
bovenlijf, zich de haren uit het gelaat strijkend, dan vergeet men,
vind ik, zijne korpulentie, zijne krassende stem en zijn groezelig
linnen, en wordt men onwillekeurig medegesleept door zijne
denkbeelden, meer nog dan door zijne woorden. Het is of hij eene
elektriseer-machine in het hoofd heeft, wier vonken hem uit de oogen
schieten."
--"Ongetwijfeld geef ik u toe, dat Lefebvre een buitengewoon man is,
en gij moet niet denken dat ik kwaad van hem spreek. Zonder dat hij
tot mijne oudste vrienden behoort, ken ik hem toch reeds sedert
geruimen tijd, en telkens als ik hem na eene korter en langer
tusschenpoos weêrzie, gelijk nu dezer dagen het geval is, word ik
versterkt in de meening dat hij de grootste hoogachting verdient. Maar
ofschoon ik over een aantal zaken even zoo denk als hij en hij zonder
eenigen twijfel een man van overtuiging is, wantrouw ik hem toch in
sommige opzigten. Ik geloof inderdaad niet, dat hij zulk een
anti-liberaal is als waarvoor hij zich uitgeeft."
--"Dat begrijp ik niet. Hetgeen hij zegt komt blijkbaar uit het diepst
van zijne ziel, en hij zou onmogelijk met zooveel vuur kunnen spreken,
indien hij niet geheel doordrongen was van de waarheid zijner
denkwijze."
--"Maar dat vuur, waarde heer, dat vuur? Let wel dat ik u van uwe
gunstige meening omtrent Lefebvre volstrekt niet wil afbrengen. Ook
ben ik niet genoeg te huis in de denkbeelden, waarmede hij voortdurend
vervuld is. Alleen schijnt het mij toe, dat hij liberaal en
konservatief onophoudelijk met elkander verwart. Wat is liberaal zijn?
Vergeef mij, dat ik zulke pedante vragen opwerp, maar ik, die niets
ben, noch liberaal, noch konservatief,--en in dat opzigt varen wij in
hetzelfde schuitje, niet waar?--ik beweer dat al wie voor iets ijvert,
met iets dweept, aan iets gelooft zoo als de menschen zeggen, liberaal
is. De ernstige behoudsman is positivist, dunkt mij en neemt de
menschen en de dingen gelijk zij zijn. Hoe doet Lefebvre daarentegen?
De vonken van het enthusiasme, gelijk gij teregt opmerkt, spatten hem
uit de oogen. Hij is in zijne soort een fanaticus, en men hoort hem
zijn konservatisme bepleiten met eene ingenomenheid, die den
trouwhartigsten liberaal niet misstaan zou. Neem mij niet kwalijk,
maar ik houd niet van zulke begripsverwarringen. Lefebvre is met al
zijne paradoxen en al zijne sarkasmen een goed man, en toch geloof ik
dat hij de lieden van het spoor brengt. Wie mede spreekt over de
publieke zaak, moet weten wat hij wil; en dat weet Lefebvre niet. Hij
dooft bij anderen juist datgene uit, waarin het aantrekkelijke van
zijn eigen persoon gelegen is; en indien ik u de gulle waarheid zeggen
mag,--mijn onbeduidende kamerheer-ceremoniemeester, met zijn
schelvischoogen en zijne vooze konstitutie, is in mijne oogen een
onschadelijker lid der zamenleving dan de geniale Lefebvre."
--"Jawel; maar men behoort in deze wereld nog iets meer dan alleen
onschadelijk te zijn. Lefebvre is in elk geval eene kracht."
--"En mijn ceremoniemeester dan? Daareven heb ik zoo onbarmhartig den
draak met hem gestoken, dat ik mij verpligt acht, nu ook iets te
zijnen voordeele te zeggen. Het is, dat hij in een ander land als het
onze, een genoeglijk leven en schoone vrouwen is gaan zoeken. Die
verdienste schijnt gering, maar in mijne schatting is zij eene daad
van toegepaste metaphysica, niet-alleen, maar van de eenige
metaphysica die onze aandacht verdient. Ik geloof namelijk aan het
bestaan van den hartstogt dien men liefde noemt, en dien ik voor mij
als den volmaaktsten vorm van het menschelijk zijn beschouw. Gij
begrijpt mij? Wanneer iemand mij komt verhalen dat hard werken zijn
lust en zijn leven is, keer ik hem in gedachte den rug toe; want
ofschoon ik zeer wel inzie dat de wereld niet zou kunnen voortduren,
indien wij niet elk op onze beurt ons inspanden, vind ik in den arbeid
iets vernederends, en zoo menigmaal een dusgenaamde werkezel mij den
lof van zijn bestaan komt zingen, gevoel ik lust hem aan zijn naam te
houden, en hem te zeggen dat hij inderdaad een langoor is. Nu, iets
dergelijks is ook het geval met alle andere quasi-genoeglijke
aandoeningen van onze ziel, de liefde uitgezonderd. Rijk te willen
zijn, beroemd te willen zijn, een eerzaam huisvader te willen
zijn, lid van de Tweede Kamer te willen zijn,--van elk dier idealen,
deze nederig, gene subliem, is zekere mate van trivialiteit
onafscheidelijk. Daaronder is er niet één... Doch ik verveel u met
mijne bespiegelingen?"
--"Neen," zeide André, "het tegendeel is waar; maar ik vraag mij af,
of ook de minnarijen van uw verloopen kamerheer niet insgelijks min of
meer triviaal waren?"
--"Natuurlijk, wel zeker," hervatte de dokter, "maar mijn kamerheer
bevond zich niettemin op den goeden weg. De soort van liefde,
waarmede hij, omdat hij een Hollander, een stumpert en een kamerheer
was, zich vergenoegen moest, beantwoordde op ver na niet aan het
begrip van dien hartstogt. Het was er eene karikatuur, eene parodie,
eene charge van. Doch dit neemt niet weg dat men met een weinig takt
zeer wel in die misvormde trekken het oorspronkelijk beeld herkennen
kan. Geen man, daar houd ik het voor, vervult zijne bestemming, indien
hij zich niet aan de vrouwen wijdt; en geene vrouw draagt haren naam
met eere, indien zij niet in staat is een hartstogt in te boezemen,
sterk genoeg om u ter wille daarvan alles te doen vergeten. Elke
vrouw, die dat vermag, is schoon, ook al zouden hare vriendinnen haar
leelijk noemen; en ziedaar"--hier barstte de dokter op nieuw in een
gullen schaterlach uit, die moest aanduiden dat hij met zijne eigen
theorien een loopje nam en er niet om gaf of hij zichzelven al dan
niet tegensprak,--"ziedaar waarom ik beweer dat er in Holland geene
schoone vrouwen zijn!"
André zou hebben willen vragen: "En Emma dan? En Lidewyde?" Doch het
was duidelijk dat Ruardi met zijne stelling niets personeels bedoelde,
en het zou belagchelijk geweest zijn, vond hij, aan diens woorden meer
beteekenis te hechten dan waarop zij aanspraak maakten.
--"Meent gij," vroeg hij, 's dokters woorden voor de leus =au sérieux=
nemend, "meent gij dat de vrouwen in Holland minder hartelijk of
toeschietend zijn dan in andere landen? Mij is dat zoo niet
voorgekomen. Ook het tegendeel niet. Het is waar, dat ik weinig in het
buitenland verkeerd heb. Maar te oordeelen naar de vreemdelingen met
wie ik nu en dan in kennis ben gekomen, zou ik zeggen dat zoowel de
mannen als de vrouwen in alle landen van Europa tamelijk veel op
elkander gelijken."
--"Nu ja," zeide Ruardi, "ik geef u toe dat de gelijkvormigheid van
menschen en van dingen een der sprekendste karaktertrekken van onzen
tijd is. Al onze mannen dragen een ronden hoed, al onze vrouwen een
hoepelrok, en men moet in onze dagen de menschen persoonlijk kennen om
Rothschild van zijn kantoorbediende, of Keizerin Eugénie van hare
modemaakster te kunnen onderscheiden. Zelfs bij de militairen vindt
men bijna geene onderscheidingsteekenen meer; en de kolonel van een
regiment huzaren in groot uniform gelijkt sprekend op zijn oppasser.
Onder ons gezegd is dat niet de beste dienst die de Fransche Revolutie
ons bewezen heeft. Het is niet natuurlijk dat elk huisonderwijzer
president van een ministerraad, elk adjunkt-kommies onderkoning van
eene kolonie worden kan. Goede onderkoningen bekomt men niet op die
wijze, maar wel ongedurige adjunkt-kommiezen. Daar is nu evenwel niets
aan te doen, en men moet de tijden nemen gelijk zij zijn. Daarenboven
zou het mij niet fraai staan, kwaad te spreken van de egaliteit. Toen
mijn piemontesche overgrootvader zich hier te lande als
schoorsteenveger kwam nederzetten, droomde hij ook niet dat zijn
achterkleinzoon eenmaal ongestraft, wat zeg ik? op uitdrukkelijk
verzoek de hagelblanke pols zou mogen voelen der meest patricische
dames. Ik beweer alleen, dat onder de oppervlakte der gelijkheid, in
onze europesche maatschappij, een bepaald verschil van rassen is
blijven voortbestaan, waaronder het hollandsche van beiderlei geslacht
vooral niet uitmunt. De Duitschers praten van kultuurvolken, en zij
houden zichzelven voor één daarvan. Ik mag het lijden, ofschoon het
mij nooit is mogen gelukken, in de duitsche beschaving iets
noemenswaardigs te ontdekken wat niet van de Franschen of de
Engelschen geborgd was. Indien de Duitschers werkelijk een kultuurvolk
zijn, zijn zij het van de nabootsing; hetgeen, let wel, in elk geval
beter is dan, zoo als wij, zelfs in de nabootsing niet uit te munten
en =traînards= te zijn tot in de assimilatie toe. De Spanjaarden en de
Italianen (moge mijn overgrootvader mij die gelijkstelling vergeven!)
hebben hun besten tijd achter den rug; zij zijn kultuurvolken geweest,
gelijk de Russen het nog worden moeten; indien althans mijn vriend
Börne het bij het regte einde had, toen hij de Moskoviten het eenige
volk van Europa noemde, van hetwelk onze maatschappij nog een weinig
bloedvernieuwing verwachten kon. Ik voor mij ben op die verversching
in het minst niet gesteld, en zoo lang er Franschen en Engelschen
zijn, vooral Franschen, geloof ik dat wij de Russen best missen
kunnen. Werkelijk zijn de Franschen het universeelste volk van de
geheele wereld. Hunne taal te radbraken is zelfs onder ons een vast
kenmerk van rusticiteit. Wanneer wij goed gekleed willen gaan,
bedienen wij ons van een franschen snijder, en iederen keer dat wij
een feestelijken maaltijd wenschen aan te rigten, nemen wij onze
toevlugt tot een franschen kok. Parijs is de stad waar het toilet van
alle toonbare vrouwen der beide halfronden vastgesteld wordt, en onze
meest orthodox-gereformeerde dames zouden niet op de openbare straat
durven verschijnen, indien hare hoeden of japonnen niet zweemden naar
de Parijsche modeplaatjes van den vorigen dag. Het is inderdaad
merkwaardig, dat eene hollandsche vrouw van den eersten rang, indien
zij voor een keer er regt achtbaar en fashionable wenscht uit te zien,
dat doel het best bereiken kan door zich te kleeden gelijk twee
saizoenen geleden de bloem der Parijsche courtisanes zich uitdoste. En
die hulde is niet onverdiend. Zulk eene Parijsche courtisane toch
staat als vrouw, ik bedoel als liefhebbend wezen, werkelijk hooger dan
de gedistingeerdste vrouwen bij ons. Noem mij zoo onbeleefd als gij
wilt, de feiten getuigen in mijn voordeel. Mij is in Nederland geene
enkele vrouw bekend, die voegzaam de heldin van een roman zou kunnen
zijn; en men moet tot Jacoba van Beijeren opklimmen,--van Beijeren,
hoort gij wel?--om in onze vaderlandsche geschiedenis een persoon
te ontmoeten, die eenigszins (en dan nog!) tot draagster zou
kunnen dienen van de edelste aandoeningen van het vrouwelijk
gemoed. Ik zeg u, de hollandsche vrouwenwereld is eene wereld
van bakers en kindermeisjes, gelijk onze mannenwereld er eene van
katechiseermeesters is."
--"Ik wenschte," zeide André, "dat mijn aanstaande schoonvader u
hoorde. Hij erkent wel, dat onze landaard tegenwoordig niet half zoo
veel te beduiden heeft als voorheen, maar gelooft toch aan het bestaan
eener hollandsche nationaliteit en is daarvan een vereerder. Hij zou
uwe invektiven beter weten te beantwoorden dan ik."
--"Ik heb de eer niet uw aanstaanden schoonvader persoonlijk te
kennen," antwoordde Ruardi, "en indien ik het genoegen had hem te
ontmoeten, zou ik waarschijnlijk mijne denkbeelden voor mijzelven
houden. Het is eene vaste gewoonte van mij, en die ik u ter navolging
durf aanbevelen, nooit te redetwisten met mannen van zekeren leeftijd
en zekere rigting. De oude heer Visscher is artist geweest, niet
waar?"
--"Geweest, ja, en in zekeren zin is hij het nog. Zijne groote
bewondering voor onze dichters en schilders der 17de eeuw doet hem
belang stellen in al hetgeen ook nu nog bij ons op dat gebied
voorvalt. Volgens hem, zouden onze kunstenaars van den tegenwoordigen
tijd slechts hun eigen voorgeslacht tot model behoeven te kiezen, om
den hollandschen naam weder tot eer te brengen. En zoo denkt hij in de
meeste dingen. In de politiek behoort hij tot geene der tegenwoordige
partijen, maar is een vaderlandlievend man, die met zijne geheele ziel
aan eene providentiële roeping van ons Vorstenhuis gelooft en maar één
programma kent: Oranje en de vrijheid."
De dokter schudde ongeloovig het hoofd.
--"Waarom houdt gij dat voor eene illusie?" vroeg André. "Is het
onnatuurlijk dat een Koning zich tot orgaan der volkswenschen maakt?"
--"Ik bid u," antwoordde Ruardi, "bewaar die vragen voor uw
eerstvolgend onderhoud met Lefebvre. Mij klinkt het programma van uwen
schoonvader in hope als een fragment uit ik weet niet welke
gedenkschriften =d'Outre-Tombe= in de ooren; doch wat bewijst dit? Ik
bemoei mij niet met politiek, en mijne vreemde afkomst maakt mij
ongevoelig voor de tooverkracht met uwlieder nationale overleveringen
en sympathien. Waarom regeert in Nederland eene familie Oranje-Nassau?
Wat beduiden die uitheemsche namen? Is uw land zoo arm aan edele
geslachten, dat buitenlanders naar hier zijn moeten overkomen om u te
regeren? Ik versta het niet en weet het niet. Van mijnheer Visschers
bondgenootschap tusschen Oranje en de vrijheid begrijp ik geen
syllabe. Uw vorstenhuis is, voor zoo ver ik oordeelen mag, nooit iets
anders geweest als de bondgenoot van =the mob=, en zijne geschiedenis is
die van eene fortuinzoekende dynastie, die er in den loop des tijds in
geslaagd is, de rol van ambtenaar te verruilen voor die van souverein.
Doch ik kwets met mijne ketterijen uwe regtzinnig-nederlandsche
ooren?"
--"Dat doet gij," zeide André, "maar het is mijne eigen schuld.
Bovendien zou mijnheer Visscher u niet toegeven, dat de Hollanders
geene natie zijn, alleen omdat de grondlegger van hunne nationaliteit
een vreemdeling geweest is. Er is eene hollandsche kunst en eene
hollandsche litteratuur geweest, beweert hij; en zoo lang Holland
bestaat, is er mogelijkheid dat die kunst en die litteratuur
terugkomen. Het zijn de besten die zich beteren, volgens hem."
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Lidewyde - 13
  • Parts
  • Lidewyde - 01
    Total number of words is 4360
    Total number of unique words is 1704
    37.6 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 02
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1596
    39.6 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 03
    Total number of words is 4536
    Total number of unique words is 1628
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 04
    Total number of words is 4606
    Total number of unique words is 1642
    41.1 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 05
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1549
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    62.0 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 06
    Total number of words is 4454
    Total number of unique words is 1654
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 07
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1527
    42.5 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 08
    Total number of words is 4595
    Total number of unique words is 1576
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    59.5 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 09
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1448
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    63.3 of words are in the 5000 most common words
    71.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 10
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1387
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    63.0 of words are in the 5000 most common words
    70.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 11
    Total number of words is 4597
    Total number of unique words is 1589
    43.1 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 12
    Total number of words is 4545
    Total number of unique words is 1572
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 13
    Total number of words is 4698
    Total number of unique words is 1493
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 14
    Total number of words is 4622
    Total number of unique words is 1477
    42.7 of words are in the 2000 most common words
    58.7 of words are in the 5000 most common words
    67.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 15
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1483
    42.3 of words are in the 2000 most common words
    60.6 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 16
    Total number of words is 4543
    Total number of unique words is 1507
    40.9 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 17
    Total number of words is 4659
    Total number of unique words is 1475
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    60.7 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 18
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 19
    Total number of words is 4582
    Total number of unique words is 1547
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 20
    Total number of words is 4654
    Total number of unique words is 1466
    46.3 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 21
    Total number of words is 4603
    Total number of unique words is 1497
    45.6 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 22
    Total number of words is 4643
    Total number of unique words is 1522
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    60.0 of words are in the 5000 most common words
    67.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 23
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1508
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    62.4 of words are in the 5000 most common words
    69.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Lidewyde - 24
    Total number of words is 3377
    Total number of unique words is 1197
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.