Herfsttij der Middeleeuwen - 10

Total number of words is 4385
Total number of unique words is 1834
29.2 of words are in the 2000 most common words
42.8 of words are in the 5000 most common words
50.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
prie mercy, sauvez-moy la vie!"... Hier breekt het verhaal van
Chastellain af; er zijn eenige bladen weg; van anderen weten wij, hoe de
halfdoode Mahuot door den beul gehangen werd.
Zou Chastellain het besloten hebben met een edele ridderlijke
bespiegeling, na dezen ellendigen gruwel met zooveel verve te hebben
verteld? La Marche deed het: hij bericht ons van de schaamte, die toch
achterna den adel beving, dat men dit had aangezien. En daarom, zegt de
onverbeterlijke hofpoëet, liet God een ridderlijk tweegevecht volgen,
dat onschadelijk afliep.
Het conflict tusschen riddergeest en werkelijkheid vertoont zich het
duidelijkst, waar het ridderideaal zich tracht te doen gelden te midden
van den ernstigen krijg. Hoezeer ook het ridderideaal vorm en kracht
moge hebben gegeven aan den oorlogsmoed, het werkte toch in den regel op
de krijgvoering meer belemmerend dan bevorderend, daar het de eischen
der strategie opofferde aan die der levensschoonheid. Herhaaldelijk
stellen zich de beste aanvoerders, ja de koningen zelf, bloot aan de
gevaren van een romantisch krijgsavontuur. Eduard III waagt zijn leven
in een hachelijken aanslag op een convooi van Spaansche schepen. [293]
De ridders van koning Jan's orde van de Ster moeten zweren, dat zij in
den slag nooit verder zullen vluchten dan vier "arpents", anders hebben
zij te sterven of zich over te geven, welke zonderlinge spelregel
volgens Froissart terstond aan wel negentig het leven kostte. [294]
Wanneer Hendrik V van Engeland in 1415 den Franschen tegemoet gaat vóór
den slag bij Azincourt, trekt hij bij vergissing op een avond het dorp,
dat zijn fouriers hem als nachtverblijf bestemd hadden, voorbij. Nu had
de koning, "comme celuy qui gardoit le plus les cérimonies d'honneur
très loable", juist te voren gelast, dat de ridders, op verkenning uit,
hun wapenrok moesten afleggen, om niet in strijdgewaad terug te behoeven
te gaan. Toen hij nu zelf in wapenrok te ver vooruit was gegaan, kon hij
niet terug; hij overnachtte dus, waar hij gekomen was, en liet de
voorhoede dienovereenkomstig opschikken. [295]
Bij de beraadslaging over den grooten Franschen inval in Vlaanderen in
1382 verzet zich voortdurend ridderzin tegen krijgskunde: "Se nous
querons autres chemins que le droit,--voert men aan tegen de adviezen
van Clisson en Coucy, om langs onverwachte omwegen binnen te
dringen,--"nous ne monsterons pas que nous soions droites gens d'armes."
[296] Evenzoo gaat het bij een inval van Franschen aan de Engelsche kust
bij Dartmouth in 1404. De eene aanvoerder, Guillaume du Châtel, wil de
Engelschen in de flank vallen, daar dezen zich door een gracht op het
strand hebben beschut. Maar de sire de Jaille noemt de verdedigers een
troep dorpers; het zou een schande zijn, voor zulke tegenstanders uit
den weg te gaan; hij spoort den ander aan, niet te vreezen. Dat woord
treft Du Châtel in het vleesch: "Dat zij verre van het edele hart van
een Breton, dat hij vreezen zou; nu zal ik, ofschoon ik eêr den dood
voorzie dan de zege, de hachelijke fortuin beproeven." Hij voegt er de
gelofte aan toe, dat hij geen kwartier zal vragen, valt daarop aan, en
sneuvelt zelf, terwijl zijn bende deerlijk wordt verslagen. [297] Bij
den tocht naar Vlaanderen is er steeds groot gedrang, om in de voorhoede
te komen; een ridder, die met de achterhoede wordt belast, stribbelt
hardnekkig tegen. [298]
De meest eigenlijke toepassing van het ridderideaal op den oorlog
bestond in de afgesproken aristieën, 't zij van twee strijders of van
gelijke groepen. Het befaamde Combat des Trente is er het type van.
Froissart vond het geweldig mooi, maar teekent toch tenslotte aan;
"Li aucun le tenoient à proèce, et li aucun à outrage et grant
outrecuidance." [299] Een tweegevecht van Guy de la Trémoïlle en den
Engelschen edelman Pierre de Courtenay in 1386, dat strekken zou om de
superioriteit van Engelschen of Franschen te bewijzen, wordt door de
Fransche regenten Bourgondië en Berry verboden en nog op 't laatste
oogenblik verhinderd. [300] De afkeuring van dezen nutteloozen vorm van
dapperheidsbetoon wordt ook gedeeld door Le Jouvencel, van wien wij
reeds vroeger in 't licht stelden, hoe bij hem de ridder plaats maakt
voor den kapitein. Wanneer de hertog van Bedford een gevecht aanbiedt
van twaalf tegen twaalf, laat de schrijver van _Le Jouvencel_ den
Franschen aanvoerder antwoorden: er is een algemeene spreekwijze, dat
men niets moet doen op aanstichten van zijn vijand. Wij zijn hier, om
hen uit hun stelling te verdrijven, en dat geeft ons werk genoeg. En de
uitdaging wordt geweigerd. Elders laat hij Le Jouvencel een van zijn
officieren zulk een wedkamp weigeren met de verklaring (waarop hij
overigens tenslotte terugkomt), dat hij tot zoo iets nooit verlof zou
geven. Het zijn verboden dingen. Wie zulk een tweegevecht begeert, wil
aan een ander iets ontnemen, namelijk zijn eer, om zich een ijdele
glorie toe te kennen, die van geringe waarde is, terwijl hij intusschen
den dienst van zijn koning en van de publieke zaak verwaarloost. [301]
Dat klinkt als een stem van den nieuwen tijd. Niettemin bleef de
gewoonte van die tweegevechten tusschen de fronten tot na de
Middeleeuwen voortduren; uit den tachtigjarigen oorlog kent men den
strijd van Breauté en Lekkerbeetje op de Vughtsche heide in 1600 en van
Lodewijk van de Kethulle tegen een grooten Albaneeschen ruiter voor
Deventer in 1591.
Het krijgsbelang en de tactiek drongen meestal de ridderlijke opvattingen
naar den achtergrond. De voorstelling, dat ook de veldslag zelf niet
anders is dan een eerlijk afgesproken kamp om het recht, komt nog telkens
naar voren, maar vindt zelden gehoor tegenover de eischen van het
krijgsbeleid. Het Engelsche leger stelt den Schotten voor, om uit hun
gunstige positie af te dalen in de vlakte, opdat men elkander kan
bestrijden. Wanneer de koning van Frankrijk geen toegang vindt om Calais
te ontzetten, stelt hij den Engelschen beleefd voor, ergens een slagveld
te bepalen. Willem van Henegouwen gaat nog verder: hij doet den
Franschen koning het voorstel, drie dagen wapenstilstand te houden, ten
einde in dien tijd een brug te bouwen, waardoor de legers elkaar kunnen
bereiken om slag te leveren. [302] In al die gevallen wordt het
ridderlijke aanbod geweigerd; het strategisch belang behield de
overhand, ook bij Philips den Goede, toen hij een zwaren strijd te
voeren had met zijn riddereer, omdat hem op één dag driemaal de veldslag
is aangeboden, en hij dien niet heeft aanvaard. [303]
Er bleef, ook al moest voor de werkelijke belangen het ridderideaal
zwichten, nog gelegenheid genoeg, om den oorlog fraai aan te kleeden.
Welk een bedwelming van fierheid moet er niet zijn uitgegaan van het
bonte en pralende krijgsdecoratief zelf! In den nacht vóór Azincourt
sterken de beide legers, in de duisternis tegenover elkaar gelegen, hun
moed met de muziek der trompetten en bazuinen, en het wordt ernstig
beklaagd, dat de Franschen er niet genoeg hadden "pour eulx resjouyr",
en daardoor in lager stemming bleven. [304] In het laatst der vijftiende
eeuw komen de landsknechten met de groote trommels, [305] een ontleening
aan het Oosten. De trom met haar direct hypnotische, onmuzikale werking
beduidt treffend den overgang van het ridderlijke tijdperk naar het
modern-militaire; zij is een element in de mechaniseering van den krijg.
Omstreeks 1400 is al de schoone en half spelende suggestie van
persoonlijken wedijver in roem en eer nog in vollen fleur: door
helmteekens en blazoenen, vanen en wapenkreten behoudt de strijd een
individueel karakter en een element van sport. Den geheelen dag hoort
men de kreten der verschillende heeren uitroepen in een wedspel van
hoogmoed. [306] Vóór en na het gevecht bezegelen de ridderslagen en de
rangverhoogingen het spel: ridders worden tot bannerets verheven door
het afsnijden van den wimpel van hun vaantjes. [307] Het beroemde kamp
van Karel den Stoute voor Neuss is ingericht met al den feestelijken
praal van een hofstaatsie: sommigen hebben hun tent laten bouwen "par
plaisance" in den vorm van een kasteel, met galerijen en tuinen
eromheen. [308]
De krijgsbedrijven moesten bij de opteekening worden gevat in het raam
van ridderlijke opvattingen. Men wilde op technische gronden
onderscheiden, wat een slag en wat een treffen was, want elk gevecht
moest in de annalen van den roem zijn vaste plaats en naam hebben. Zoo
zegt Monstrelet: "Si fut de ce jour en avant ceste besongne appellée la
rencontre de Mons en Vimeu. Et ne fu déclairée à estre bataille, pour ce
que les parties rencontrèrent l'un l'autre aventureusement, et qu'il n'y
avoit comme nulles bannières desploiées". [309] Hendrik V van Engeland
doopt zijn groote overwinning, "pour tant que toutes batailles doivent
porter le nom de la prochaine forteresse où elles sont faictes",
plechtig als den slag van Azincourt. [310] Het overnachten op het
slagveld gold als het erkende teeken der overwinning. [311]
De persoonlijke dapperheid van den vorst in den slag heeft somtijds een
bedenkelijk kunstmatig karakter. Froissart beschrijft een strijd van
Eduard III tegen een Fransch edelman bij Calais in termen, die zouden
doen vermoeden, dat het geen bittere ernst was. "Là se combati li rois à
monsigneur Ustasse moult longuement et messires Ustasse à lui, et tant
que il les faisoit moult plaisant veoir". Tenslotte geeft de Franschman
zich over, en wordt het geval besloten met een souper, dat de koning
zijn gevangene aanbiedt. [312]--In het gevecht van Saint Richier laat
Philips van Bourgondië wegens het gevaar zijn prachtige wapenrusting
door een ander dragen, maar het heet, dat het is, om als een gewoon
krijgsman zichzelf beter te beproeven. [313] Wanneer de jonge hertogen
van Berry en Bretagne Karel den Stoute volgen in zijn guerre du bien
public, dragen zij, naar aan Commines werd verteld, schijnharnassen van
satijn met vergulde spijkertjes. [314]
Overal steekt de leugen door de gaten van het ridderlijke staatsiekleed.
De werkelijkheid verloochent voortdurend het ideaal. Vandaar dat het
steeds meer zich terugtrekt in de sfeer van litteratuur, feest en spel:
daar alleen was de illusie van het schoone ridderlijke leven te
handhaven; daar is men onder elkaar in de kaste, waarbinnen al die
sentimenten enkel gelding hebben.
Het is verbazend, zooals de ridderlijkheid onmiddellijk in gebreke
blijft, waar zij zou moeten gelden jegens niet-gelijkwaardigen. Zoodra
het lageren in stand betreft, ontbreekt elke behoefte aan ridderlijke
hoogheid. De edele Chastellain heeft niet het geringste begrip voor de
koppige burgereer van den rijken brouwer, die zijn dochter niet aan 's
hertogen soldaat wil geven, en er lijf en goed aan waagt, om den hertog
te weerstreven. [315] Froissart vertelt zonder een zweem van eerbied,
hoe Karel VI het lijk van Philips van Artevelde wilde zien. "Quand on
l'eust regardé une espasse on le osta de là et fu pendus à un arbre.
Velà le darraine fin de che Philippe d'Artevelle." [316] De koning zou
zich zelfs niet ontzien hebben, het lijk te schoppen, "en le traitant de
vilain". [317] De gruwelijkste wreedheden van de edelen tegen de burgers
van Gent in den oorlog van 1382, wanneer zij veertig graanschippers
verminkt en met uitgestoken oogen naar de stad terugzenden, bekoelen
Froissart geen oogenblik in zijn geestdrift voor de ridderij. [318]
Chastellain, die zwelgt in de heldendaden van Jacques de Lalaing en
zijns gelijken, vermeldt zonder eenige sympathie die van een onbekenden
Gentschen knaap, die alleen op Lalaing aanviel. [319] La Marche zegt
althans naïef van heldenfeiten, door een Gentenaar uit het volk
verricht, dat het van belang zou zijn geweest, als het "un homme de
bien" geweest was. [320]
Op alle wijzen drong anders de werkelijkheid de negatie van het
ridderlijke ideaal aan de geesten op. De veldheerskunst had sedert lang
de tournooihouding opgegeven: de oorlog van de veertiende en vijftiende
eeuw was er een van besluipen en verrassen, van strooptochten en raids.
De Engelschen hadden het eerst het afstijgen van de ridders in den slag
ingevoerd, en het werd aan Fransche zijde overgenomen. [321] Eustache
Deschamps meent spottend, dat het dient om het vluchten te beletten.
[322] Op zee, zegt Froissart, is het ijselijk vechten, want daar kan
men niet wijken en vluchten. [323] Buitengewoon naïef komt de
ontoereikendheid der ridderlijke opvattingen als militair beginsel uit
in het _Debat des hérauts d'armes de France et d'Angleterre,_ een
tractaat van omstreeks 1455, waarin in den vorm van een twistgesprek de
voorrang van Frankrijk boven Engeland wordt betoogd. De Engelsche heraut
heeft den Franschen gevraagd, waarom zijn koning niet een groote
scheepsmacht onderhoudt, gelijk die van Engeland. Wel, antwoordt de
Fransche heraut, dat heeft hij niet noodig, en bovendien: de Fransche
adel houdt meer van den oorlog te land dan ter zee, om verschillende
redenen: "car il y a danger et perdicion de vie, et Dieu scet quelle
pitié quant il fait une tourmente (storm), et si est la malladie de la
mer forte à endurer à plusieurs gens. Item, et la dure vie dont il fault
vivre, qui n'est pas bien consonante à noblesse." [324] Hoe gering van
uitwerking ook nog, reeds kondigde het kanon de toekomstige veranderingen
van den oorlog aan. Het was als een ironische symboliek, dat het puik der
dolende ridders "à la mode de Bourgogne," Jacques de Lalaing, gedood werd
door een kanonschot. [325]
Er was aan de adellijk-militaire carrière een financieele kant, die
dikwijls zeer vrijmoedig wordt bekend. Elke bladzijde der
laat-middeleeuwsche krijgsgeschiedenis geeft te verstaan, hoe zeer het
daarbij aankwam op het maken van aanzienlijke gevangenen, terwille van
den losprijs. Froissart verzuimt niet te vermelden, hoeveel de bedrijver
van een geslaagde overrompeling bij de zaak verdiende. [3286 Maar
behalve de directe baten van den oorlog spelen ook de pensioenen en
renten en gouverneursposten in het leven van den ridder een groote rol.
Het vooruitkomen wordt grif als doel aanvaard. "Je sui uns povres homs
qui desire mon avancement", zegt Eustache de Ribeumont. Froissart
vertelt zijn eindelooze faits divers van den ridderkrijg onder andere
tot voorbeeld van de dapperen, "qui se désirent à avanchier par armes."
[327] Deschamps heeft een ballade, waarin de ridders, knapen en
sergianten van het hof van Bourgondië staan te hunkeren naar den
betaaldag, met het refrein:
"Et quant venra le tresorier?" [328]
Chastellain vindt het natuurlijk en gepast, dat iemand die naar
aardschen roem streeft, gierig en berekenend is, "fort veillant et
entendant à grand somme de deniers, soit en pensions, soit en rentes,
soit en gouvernemens ou en pratiques." [329] En inderdaad schijnt zelfs
de edele Boucicaut, die allen ridders ten voorbeeld werd gesteld, van
bijzondere geldzucht niet vrij te zijn geweest. [330] De nuchtere
Commines begroot een edelman naar zijn salaris als "ung gentilhomme de
vingt escuz." [331]
Tusschen al de luide verheerlijking van het ridderlijke leven en den
ridderlijken krijg klinkt af en toe de bewuste negatie van het
ridderideaal: soms nuchter, soms hoonend. De edelen zelf zagen bijwijlen
de opgepoetste ellende en de valschheid van zulk een leven van krijg en
tournooien.[332] Het was niet te verwonderen, dat de twee sarcastische
geesten, die voor het ridderdom niet dan spot en minachting hadden,
elkaar gevonden hebben: Lodewijk XI en Philippe de Commines. De
beschrijving van den slag bij Montlhéry bij Commines is in haar nuchter
realisme volkomen modern. Hier geen schoone heldendaden, geen fictief
dramatisch verloop, maar slechts het relaas van een voortdurend komen en
gaan, een twijfelen en vreezen, steeds verteld met een licht sarcasme.
Hij schijnt erin te genieten, als hij van smadelijk vluchten kan
vertellen en van den moed, die terugkeert, als het gevaar geweken is.
Hij gebruikt weinig het woord "honneur", en behandelt de eer bijna als
een noodzakelijk kwaad. "Mon advis est que s'il eust voulu s'en aller
ceste nuyt, il eust bien faict.... Mais sans doubte, là où il avoit de
l'honneur, il n'eust point voulu estre reprins de couardise". Zelfs waar
hij bloedige ontmoetingen verhaalt, zoekt men vergeefs de terminologie
der ridderschap: het woord dapperheid of ridderlijkheid kent hij niet.
[333]
Zou het zijn Zeeuwsche moeder Margaretha van Arnemuiden zijn geweest,
van wie Commines zijn nuchteren geest had? Het schijnt immers wel, dat
in Holland, ondanks den Henegouwschen Willem IV, den ijdelen avonturier,
de riddergeest vroegtijdig aan het afsterven was, terwijl juist
Henegouwen, waarmee het vereenigd was, altijd het echte land van den
ridderlijken adel is geweest. Bij het Combat des Trente was de beste aan
Engelsche zijde een zekere Crokart, een voormalige knecht van de heeren
van Arkel. Hij had in den oorlog groot fortuin gemaakt: wel 60.000
kronen en een stal met dertig paarden; daarbij had hij grooten roep van
dapperheid verworven, zoodat de koning van Frankrijk hem ridderschap en
een aanzienlijk huwelijk beloofde, als hij Fransch wilde worden. Deze
Crokart kwam met zijn roem en zijn rijkdom in Holland terug, en hield er
grooten staat; maar de Hollandsche heeren wisten nog wel, wie hij was,
en namen geen notitie van hem, zoodat hij terugkeerde naar het land,
waar men ridderlijke faam beter waardeerde. [334]
Wanneer Jan van Nevers zich gereedmaakt, om de reis naar Turkije te
ondernemen, waar hij Nicopolis zou vinden, laat Froissart hertog
Albrecht van Beieren, den graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, tot
zijn zoon Willem zeggen: "Guillemme, puisque tu as la voulenté de
voyagier et aler en Honguerie et en Turquie et quérir les armes sur gens
et pays qui oncques riens ne nous fourfirent, ne nul article de raison
tu n'y as d'y aler fors que pour la vayne gloire de ce monde, laisse
Jean de Bourgoigne et nos cousins de France faire leurs emprises, et fay
la tienne à par toy, et t'en va en Frise et conquiers nostre héritage."
[335]
Van al de landen van Bourgondië was de adel van Holland bij de
kruisgeloften van het feest te Rijssel verreweg het slechtst
vertegenwoordigd. Toen na het feest nog meer geloften schriftelijk in de
verschillende landen werden ingezameld, kwamen er uit Artois nog 27, uit
Vlaanderen 54, uit Henegouwen 27, en uit Holland 4, en deze luiden nog
zeer voorwaardelijk en voorzichtig. [336]
* * * * *
De chevalerie zou niet het levensideaal van eeuwen zijn geweest, indien
daarin niet hooge waarden aanwezig waren geweest voor de ontwikkeling
der samenleving, indien het niet sociaal, ethisch en aesthetisch
noodzakelijk was geweest. Juist in de schoone overdrijving had eenmaal
de kracht van dit ideaal gelegen. Het is, alsof de middeleeuwsche geest
in haar bloedige hartstochtelijkheid slechts te leiden was, door het
ideaal veel te hoog te stellen: zoo deed het de kerk, zoo deed het de
ridderlijke gedachte. "Without this violence of direction, which men and
women have, without a spice of bigot and fanatic, no excitement, no
efficiency. We aim above the mark to hit the mark. Every act hath some
falsehood of exaggeration in it." [337]
Doch naarmate een cultuurideaal meer gevuld is met de aanspraak op de
hoogste deugden, is de disharmonie tusschen levensvorm en werkelijkheid
grooter. Het ridderideaal met zijn nog half-religieuzen inhoud kon
slechts worden beleden door een tijd, die nog voor zeer sterke
realiteiten de oogen kon sluiten, die vatbaar was voor de volstrekte
illusie. De zich vernieuwende beschaving dwingt, dat uit den ouden
levensvorm de al te hooge aspiraties worden prijsgegeven. De ridder gaat
over in den virtuoso der Renaissance, in den Franschen gentilhomme der
17e eeuw, tenslotte in den modernen gentleman, en bij elke transformatie
schijnt een hulsel van leugen af te vallen.
De ridderlijke levensvorm was al te zwaar beladen met idealen van
schoonheid, deugd en nuttigheid. Bezag men hem met nuchteren
werkelijkheidszin, zooals Commines, dan leek al die hooggeroemde
chevalerie zoo nutteloos en onecht, een opgemaakte vertooning, een
belachelijk anachronisme: de werkelijke roerselen, die de menschen deden
handelen en het lot van staten en gemeenschappen bepaalden, lagen er
buiten. Was de sociale bruikbaarheid van het ridderlijk ideaal uiterst
zwak, nog zwakker stond het met de deugdverwezenlijking, de ethische
zijde, die immers ook door het ridderideaal werd gepretendeerd. Van een
waarlijk geestelijk streven uit gezien was al dat edele leven louter
zonde en ijdelheid. Doch zelfs van het louter aesthetische gezichtspunt
bezweek het ideaal: zelfs de schoonheid van dien levensvorm was aan alle
kanten open voor ontkenning. Al mocht het ridderlijke leven soms burgers
begeerlijk schijnen, uit den adel zelf kwam de groote moeheid en
onvoldaanheid voort. Het schoone spel van het hoofsche leven was zoo
bont, zoo valsch, zoo druk. Weg uit die moeizaam opgezette levenskunst
naar veiligen eenvoud en rust.
Er waren dan twee wegen van het ridderlijk ideaal af: die naar het
werkelijke, actieve leven en den modernen geest van onderzoek, en die
naar de wereldverzaking. Maar deze laatste weg splitste zich als de Y
van Pythagoras in tweeën: de hoofdlijn was die van het echte geestelijk
leven, de zijlijn hield den rand van de wereld met haar genietingen. De
zucht naar het schoone leven was zoo sterk, dat ook waar de ijdelheid en
verwerpelijkheid van het hof- en strijdleven was erkend, nog een uitweg
open scheen naar aardsche levensschoonheid, naar een nog zoeter en
lichter droom. De oude illusie van het herdersleven straalde nog altijd
als een belofte van natuurlijk geluk met al den glans, waarmee zij sinds
Theocritus geschenen had. De groote bevrediging scheen mogelijk zonder
strijd, door een vlucht, weg van den wedijver vol haat en nijd om ijdele
eer en rang, weg van de drukkende, overladen weelde en staatsie en van
den wreeden, gevaarlijken krijg.
De lof van het eenvoudig leven was een thema, dat de middeleeuwsche
litteratuur reeds van de Oudheid had meegekregen. Het dekt zich niet
volkomen met de pastorale; men heeft te doen met een positieve en een
negatieve uiting van hetzelfde sentiment: de eerste is de pastorale, de
laatste de hofvlucht, de lof der aurea mediocritas, de verloochening van
het aristocratische levensideaal. Doch beide vloeien voortdurend ineen.
Op het thema van de misère van het hofleven hadden reeds in de twaalfde
eeuw Johannes van Salisbury en Walter Mapes hun tractaten _De nugis
curialum_ geschreven. In het veertiendeëeuwsche Frankrijk had het zijn
klassieke uitdrukking gekregen in het gedicht van Philippe de Vitri,
bisschop van Meaux, musicus en poëet beide, door Petrarca geprezen: _Le
Dit de Franc Gontier_. [338] De versmelting met de pastorale is hier
volkomen.
"Soubz feuille vert, sur herbe delitable
Lez ru bruiant et prez clere fontaine
Trouvay fichee une borde portable,
Ilec mengeoit Gontier o dame Helayne
Fromage frais, laict, burre fromaigee,
Craime, matton, pomme, nois, prune, poire,
Aulx et oignons, escaillongne froyee
Sur crouste bise, au gros sel, pour mieulx boire." [339]
Na den maaltijd kussen zij elkander "et bouche et nez, polie et bien
barbue"; vervolgens gaat Gontier in het bosch een boom hakken, terwijl
dame Helayne aan het wasschen gaat.
"J'oy Gontier en abatant son arbre
Dieu mercier de sa vie seüre:
"Ne sçay--dit-il--que sont pilliers de marbre,
Pommeaux luisans, murs vestus de paincture;
Je n'ay paour de traïson tissue
Soubz beau semblant, ne qu'empoisonné soye
En vaisseau d'or. Je n'ay la teste nue
Devant thirant, ne genoil qui s'i ploye.
Verge d'uissier jamais ne me deboute,
Car jusques la ne m'esprent convoitise,
Ambicion, ne lescherie gloute.
Labour me paist en joieuse franchise;
Moult j'ame Helayne et elle moy sans faille,
Et c'est assez. De tombel n'avons cure."
Lors je dy: "Las! serf de court ne vault maille,
Mais Franc Gontier vault en or jame pure." [340]
Dat bleef voor de volgende geslachten de klassieke uitdrukking van het
ideaal des eenvoudigen levens, met zijn veiligheid en onafhankelijkheid,
met de geneuchten van matigheid, gezondheid, arbeid en natuurlijke,
onverwikkelde liefde in het huwelijk.
Eustache Deschamps zong den lof van het eenvoudig leven en den afkeer
van het hof in tal van balladen na. Hij geeft onder andere één trouwe
nabootsing van _Franc Gontier:_
"En retournant d'une court souveraine
Où j'avoie longuement sejourné,
En un bosquet, dessus une fontaine
Trouvay Robin le franc, enchapelé,
Chapeauls de flours avoit cilz afublé
Dessus son chief, et Marion sa drue...." [341]
Hij breidt het thema uit met de bespotting van krijgsmansleven en
ridderschap. In soberen ernst beklaagt hij de ellende en wreedheid van
den oorlog: geen slechter stand dan die van den krijgsman: de zeven
hoofdzonden zijn zijn dagelijksch werk, hebzucht en ijdele roemzucht
zijn het wezen van den krijg.
... "Je vueil mener d'or en avant
Estat moien, c'est mon oppinion,
Guerre laissier et vivre en labourant:
Guerre mener n'est que dampnacion." [342]
Of wel hij verwenscht spottend dengeen, die hem zou willen uitdagen, of
laat zich door zijn dame het duel, dat men hem om haar opdringt,
uitdrukkelijk verbieden. [343] Doch meestal is het het thema der aurea
mediocritas op zich zelf.
"Je ne requier à Dieu fors qu'il me doint
En ce monde lui servir et loer,
Vivre pour moy, cote entiere ou pourpoint,
Aucun cheval pour mon labour porter,
Et que je puisse mon estat gouverner
Moiennement, en grace, sanz envie,
Sanz trop avoir et sanz pain demander,
Car au jour d'ui est la plus seure vie." [344]
Roemzucht en winstbejag brengen niets dan ellende, de arme is tevreden
en gelukkig, en leeft ongestoord en lang:
... "Un ouvrier et uns povres chartons
Va mauvestuz, deschirez et deschaulx
Mais en ouvrant prant en gré ses travaulx
Et liement fait son euvre fenir.
Par nuit dort bien; pour ce uns telz cueurs loiaulx
Voit quatre roys et leur regne fenir." [345]
De gedachte, dat de eenvoudige werker vier koningen overleeft, beviel
den dichter zoo goed, dat hij haar herhaaldelijk te pas bracht. [346]
De uitgever van Deschamps' poëzie, Gaston Raynaud, neemt aan, dat al de
gedichten van deze strekking, [347] veelal onder de beste, die Deschamps
maakte, zijn toe te schrijven aan zijn laatsten tijd, toen hij, ontzet
van zijn ambten, verlaten en teleurgesteld, de ijdelheid van het
hofleven zou hebben begrepen. [348] Een inkeer zou het dus zijn. Zou het
niet veeleer een reactie, een moeheidsverschijnsel zijn? De adel zelf,
midden in zijn leven van jagenden hartstocht en overdaad heeft, stel ik
mij voor, deze producten begeerd en genoten van zijn brooddichter, die
een andermaal zijn gaven prostitueerde, om hun grofsten lachlust te
bevredigen.
Omstreeks 1400 is het de kring van vroegste Fransche humanisten,
tendeele samenvallend met de reformpartij der groote conciliën, die op
het thema der misprijzing van het hofleven voortwerkt. Pierre d'Ailly
zelf, de groote theoloog en kerkpoliticus, dicht een pendant bij _Franc
Gontier_, het beeld van den tiran in zijn slavenleven vol van vreezen.
[349] Zijn geestverwanten gebruiken den nieuw opgefrischten Latijnschen
briefvorm ertoe: zoo Nicolaas de Clemanges, [350] zoo zijn correspondent
Jean de Montreuil. [351] Tot dien kring behoorde de Milanees Ambrosius
de Miliis, secretaris van den hertog van Orleans, die aan Gontier Col
een litterairen brief schreef, waarin een hoveling zijn vriend
waarschuwt voor de intrede in den hofdienst. [352] Deze brief, zelf in
vergetelheid geraakt, werd vertaald door, of kwam althans in vertaling
onder den titel _Le Curial_ op naam van Alain Chartier, den befaamden
hofdichter. [353] _Le Curial_ werd weer in het latijn overgebracht door
den humanist Robert Gaguin. [354]
In den vorm van een allegorisch gedicht, trant _Roman de la rose_,
behandelde zekere Charles de Rochefort het thema. Zijn _L'abuzé en
court_ kwam op naam van koning René. [355] Jean Meschinot dicht als al
zijn voorgangers:
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Herfsttij der Middeleeuwen - 11
  • Parts
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 01
    Total number of words is 4412
    Total number of unique words is 1815
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.4 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 02
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 1780
    34.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 03
    Total number of words is 4199
    Total number of unique words is 1628
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.4 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 04
    Total number of words is 4530
    Total number of unique words is 1663
    35.8 of words are in the 2000 most common words
    50.8 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 05
    Total number of words is 4344
    Total number of unique words is 1684
    33.5 of words are in the 2000 most common words
    47.3 of words are in the 5000 most common words
    54.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 06
    Total number of words is 4245
    Total number of unique words is 1692
    29.5 of words are in the 2000 most common words
    42.1 of words are in the 5000 most common words
    50.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 07
    Total number of words is 4331
    Total number of unique words is 1739
    29.8 of words are in the 2000 most common words
    43.6 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 08
    Total number of words is 4397
    Total number of unique words is 1675
    31.3 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 09
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 1713
    34.4 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 10
    Total number of words is 4385
    Total number of unique words is 1834
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    42.8 of words are in the 5000 most common words
    50.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 11
    Total number of words is 3879
    Total number of unique words is 1363
    26.9 of words are in the 2000 most common words
    39.2 of words are in the 5000 most common words
    45.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 12
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1719
    30.9 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 13
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 1767
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 14
    Total number of words is 4249
    Total number of unique words is 1722
    28.4 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    47.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 15
    Total number of words is 4284
    Total number of unique words is 1749
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    44.9 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 16
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 1733
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.6 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 17
    Total number of words is 3978
    Total number of unique words is 1708
    23.6 of words are in the 2000 most common words
    34.4 of words are in the 5000 most common words
    40.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 18
    Total number of words is 4422
    Total number of unique words is 1718
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 19
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1774
    32.6 of words are in the 2000 most common words
    46.2 of words are in the 5000 most common words
    53.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 20
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1728
    31.5 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    51.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 21
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1659
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 22
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1778
    29.7 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 23
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1732
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    50.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 24
    Total number of words is 4324
    Total number of unique words is 1754
    30.3 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 25
    Total number of words is 4103
    Total number of unique words is 1747
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    41.7 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 26
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1618
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    48.8 of words are in the 5000 most common words
    57.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 27
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 1709
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    46.9 of words are in the 5000 most common words
    54.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 28
    Total number of words is 4202
    Total number of unique words is 1635
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    53.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 29
    Total number of words is 4403
    Total number of unique words is 1869
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.3 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 30
    Total number of words is 4322
    Total number of unique words is 1762
    27.5 of words are in the 2000 most common words
    39.0 of words are in the 5000 most common words
    46.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 31
    Total number of words is 4295
    Total number of unique words is 1866
    26.2 of words are in the 2000 most common words
    38.2 of words are in the 5000 most common words
    44.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 32
    Total number of words is 3982
    Total number of unique words is 1660
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.7 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 33
    Total number of words is 3690
    Total number of unique words is 1729
    20.5 of words are in the 2000 most common words
    30.8 of words are in the 5000 most common words
    36.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 34
    Total number of words is 716
    Total number of unique words is 448
    15.3 of words are in the 2000 most common words
    23.6 of words are in the 5000 most common words
    29.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.