Herfsttij der Middeleeuwen - 04

Total number of words is 4530
Total number of unique words is 1663
35.8 of words are in the 2000 most common words
50.8 of words are in the 5000 most common words
60.3 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
thema, een enkel akkoord noodig, om de hartvervoerende fuga te doen
klinken: een uitzicht op het gedroomd geluk van een schooner verleden is
genoeg, een blik op zijn heldendom en zijn deugd, of anders de glans van
het blijde zonlicht van het natuurlijk leven. Op die enkele thema's: het
heldenthema, het wijzenthema en het bucolische thema is van de Oudheid
af de gansche litteraire cultuur gebouwd. De Middeleeuwen, de
Renaissance, de achttiende eeuw en de negentiende, zij vinden alle
slechts nieuwe variaties op het oude lied.
Is echter dit derde pad naar een schooner leven: het ontvlieden van de
harde werkelijkheid in een schoonen schijn, enkel een zaak van
litteraire cultuur? Stellig is het meer dan dat. Het raakt den vorm en
den inhoud van het gemeenschapsleven zelf even goed als de beide andere
strevens, en dat des te sterker, naarmate de beschaving primitiever is.
De uitwerking van de drie genoemde geesteshoudingen op het werkelijke
leven zelf is zeer ongelijk. Natuurlijk heeft de idee, waaruit men
streeft naar de verbetering en volmaking van de wereld zelf, het nauwste
en voortdurendste contact met het dagelijksche leven. Zij stort bijna
alle kracht en allen moed in den stoffelijken arbeid zelf; zij vervult
de directe werkelijkheid met energie. Als men wil, is ook hier een
geluksdroom het bezielende motief. Tot zekere hoogte streeft iedere
cultuur naar de verwezenlijking van een droomwereld binnen de werkelijke,
door het herscheppen van de vormen der samenleving. Doch het object van
den droom is hier de werkelijkheid zelve, enkel nog wat gezuiverd en
verbeterd, met andere woorden: men acht de wereld op den goeden weg naar
het ideaal. En daarom is de spanning tusschen den idealen levensvorm
en dien van het werkende bestaan gering. Het ideaal van de hoogste
productie en de billijke verdeeling der goederen stelt aan de levenskunst
betrekkelijk geringe eischen: in den dagelijkschen arbeid nadert men het
ideaal.
Heel anders is de invloed op het werkelijk leven bij de eerste der drie
geesteshoudingen: die van de verzaking der wereld. Het heimwee naar een
eeuwig heil maakt den gang en den vorm van het aardsch bestaan
onverschillig, mits daarin de deugd wordt gekweekt en onderhouden. Men
laat de levensvormen en maatschappijvormen voor wat zij zijn, maar
tracht ze te doordringen van transcendentale zedelijkheid. Hierdoor
werkt de afkeer van de wereld op de aardsche maatschappij niet louter
negatief door verloochening en afwending, maar straalt ook op haar terug
in zegenrijken arbeid en praktische barmhartigheid.
Hoe werkt nu op het leven de derde houding: de zucht naar het schoonere
leven volgens een gedroomd ideaal? Zij herschept de vormen van het leven
in kunstvormen. Maar het zijn niet enkel de kunstwerken als zoodanig,
waarin zij haar schoonheidsdroom uitdrukt, zij wil het leven zelf
veredelen met schoonheid, en vult de samenleving zelf met spel en
vormen. Hier worden juist aan de persoonlijke levenskunst de hoogste
eischen gesteld, eischen, die alleen kunnen worden nagestreefd door een
élite, in een kunstig levensspel. Het naleven van den held en den wijze
is niet ieders zaak; het is een kostbaar vermaak om het leven te kleuren
met heroïsche of idyllische verven, en het slaagt bovendien doorgaans
nog heel slecht. Aan het streven naar de verwezenlijking van den
schoonheidsdroom in de vormen van de samenleving zelf is als vitium
originis een aristocratisch karakter opgedrukt.
Hiermee zijn wij genaderd tot het aspect, waaronder de beschaving van
het einde der Middeleeuwen thans moet worden gezien: de verfraaiing van
het aristocratische leven met de vormen van het ideaal, het kunstlicht
van de ridderlijke romantiek over het leven, de wereld vermomd in den
dos der Tafelronde. De spanning tusschen levensvorm en werkelijkheid is
bijster groot; het licht is valsch en schel.
De zucht naar het schoone leven geldt als het eigenste kenmerk van de
Renaissance. Hier ziet men de volste harmonie tusschen de bevrediging
van den schoonheidsdorst in het kunstwerk en in het leven zelf, hier
dient de kunst het leven en het leven de kunst als nooit te voren. Maar
de grens tusschen Middeleeuwen en Renaissance is ook in dezen te scherp
getrokken. De hartstochtelijke zin, om het leven zelf met schoonheid te
bekleeden, de verfijnde levenskunst, de bonte uitwerking van een
levensideaal, zij zijn alle veel ouder dan het Italiaansche quattrocento.
De motieven van levensverfraaiing zelf, waarop de Florentijnen doorgaan,
zijn niet anders dan de oude middeleeuwsche vormen: Lorenzo de' Medici
huldigt nog even goed als Karel de Stoute het oude ridderideaal als den
edelen levensvorm; hij ziet zelfs in den laatste, ondanks zijn
barbaarsche pracht, in zekere opzichten het model. Italië heeft nieuwe
horizonten van levensschoonheid ontdekt, het leven gestemd in een
nieuwen toon, doch de houding zelf van den Renaissancemensch tegenover
het leven: de opwerking ervan tot een kunstvorm, is niet nieuw.
De groote scheiding in de opvatting der levensschoonheid valt veeleer
tusschen de Renaissance en den nieuweren tijd. Het kenteringspunt ligt
daar, waar kunst en leven beginnen uiteen te gaan, waar men begint, de
kunst niet meer te genieten _midden in_ het leven, als een edel deel
van de levensvreugde zelf, maar buiten het leven, als een hooge
vereerenswaardigheid, waarheen men zich wendt in oogenblikken van
verheffing of van verpoozing. Het oude dualisme, dat God en wereld
scheidde, is daarmede in een anderen vorm, als scheiding van kunst en
leven, teruggekeerd. Er is een streep getrokken midden door de
genietingen des levens. Zij zijn in twee helften, een lagere en een
hoogere, gescheiden. Voor den Middeleeuwer waren zij al te zamen zondig;
thans gelden zij alle als geoorloofd, maar van zeer verschillende
waardigheid, al naar hun meerdere of mindere geestelijkheid.
De dingen, die het leven tot genieten kunnen maken, blijven dezelfde.
Nu als vroeger zijn het: lectuur, muziek, beeldende kunst, reizen,
natuurgenot, sport, mode, maatschappelijke ijdelheid (ridderorden,
eerambten, vergaderingen) en bedwelming der zinnen. De grens tusschen
het hoogere en het lagere schijnt thans nog voor de meesten te vallen
tusschen natuurgenot en sport. Maar die grens is niet vast.
Waarschijnlijk zal de sport eerlang, althans voorzoover zij de kunst
van lichaamskracht en moed is, weer algemeen tot het hoogere gerekend
worden. Voor den Middeleeuwer viel de grens hoogstens terstond achter
lectuur; zelfs het genot van het lezen kon slechts geheiligd worden door
het streven naar deugd of wijsheid, en in muziek en beeldende kunst werd
uitsluitend de dienstbaarheid aan het geloof als goed erkend; het genot
er aan op zichzelf was zondig. De Renaissance had zich ontworsteld aan
de verwerping der levensvreugde als in zich zelf zondig, en een nieuwe
scheiding tusschen hooger en lager levensgenot had zij nog niet
aangebracht; zij wilde het gansche leven onbekommerd genieten. De nieuwe
scheiding is het resultaat van het compromis tusschen Renaissance en
Puritanisme, waarop de moderne geesteshouding berust. Het was een
wederzijdsche capitulatie, waarbij de een zich de redding der schoonheid
en de ander de veroordeeling der zonde bedong. Voor het strenge
Puritanisme trof de veroordeeling als zondig en wereldsch in den grond
nog evengoed als voor den Middeleeuwer de gansche sfeer der
levensverfraaiing, tenzij deze uitgesproken godsdienstige vormen aannam
en zich heiligde door een directe toepassing op het geloof. Eerst
naarmate de Puriteinsche wereldbeschouwing afsleet, won de
Renaissancistische aanvaarding van alle levensvreugde weer veld; ja
zelfs meer dan het oude terrein, want in het natuurlijke op zich zelf
werd nu een element van het ethisch goede gezien. Een rechte
scheidingslijn zou thans niet meer de kunst van het zingenot, het
natuurgenot van de lichaamsoefening, het verhevene van het natuurlijke
scheiden, maar enkel het egoïstische, het leugenachtige en het ijdele
van het zuivere.
In het laatst der Middeleeuwen, toen het kenterde naar een nieuwen
geest, was in beginsel nog slechts de oude keuze mogelijk tusschen God
en de wereld: een algeheele versmading van alle heerlijkheid en
schoonheid des aardschen levens of de roekelooze aanvaarding ervan op
perijkel der ziel. De schoonheid der wereld kreeg door haar erkende
zondigheid een dubbele verlokking; gaf men zich over, dan genoot men
haar ook met een bodemlooze hartstochtelijkheid. Maar die de schoonheid
niet konden ontberen, en zich toch niet aan de wereld wilden overgeven,
moesten de schoonheid adelen. De geheele groep van de kunst en
litteratuur, waar het wezen der genieting bewondering was, konden zij
heiligen, door ze in dienst te stellen van het geloof. Ook al was het
inderdaad de vreugde aan kleur en lijn, die de minnaars van schilderij
en miniatuur bezielde, het heilig onderwerp ontnam aan de kunstgenieting
het stempel der zonde.
Maar de schoonheid met een hoog zondegehalte: de lichaamsvergoding van
ridderlijke sport en hoofsche mode, de hoogmoed en de hebzucht van ambt
en eere, de verrukkende onpeilbaarheden der liefde, hoe dit alles, dat
door het geloof veroordeeld en uitgestooten was, te veredelen en te
verheffen?--Hier diende die middenweg, die in het droomland leidde: door
ze te bekleeden met den schoonen schijn van oude, fantastische idealen.
Dit is de trek, die de Fransch-ridderlijke cultuur van de 12de eeuw af
verbindt met de Renaissance: de sterke cultiveering van het schoone
leven in de vormen van een heldenideaal. De vereering der natuur was nog
te zwak, dan dat men met volle overtuiging de schoonheid van het
aardsche in haar naaktheid zou hebben gediend, zooals de Grieksche geest
het had gedaan; het zondebesef was daartoe te geweldig; slechts door
zich te hullen in de gewaden der deugd kon de schoonheid cultuur worden.
Het geheele aristocratische leven van de latere Middeleeuwen, om 't even
of men denkt aan Frankrijk en Bourgondië of aan Florence, is een poging,
om een droom te spelen. Altijd denzelfden droom, dien van de oude helden
en wijzen, van den ridder en de maagd, van de eenvoudige en vergenoegde
herders. Frankrijk en Bourgondië spelen het stuk nog altijd in den ouden
trant; Florence dicht op hetzelfde thema een nieuw en mooier spel.
Het adellijk en vorstelijk leven is opgetooid tot een maximum van
uitdrukkelijkheid; alle levensvormen zijn als 't ware verheven tot
mysteriën, versierd met kleur en praal, vermomd als deugd. De
levensgebeurtenissen en de aandoeningen daarover zijn geëncadreerd in
schoone en verheffende vormen. Ik weet wel, dit alles is niet specifiek
laat-middeleeuwsch; het is reeds gegroeid in de primitieve stadiën der
beschaving; men kan het ook chinoiserie en byzantinisme noemen, en het
sterft niet af met de Middeleeuwen, getuige de zonnekoning.
De hofstaat is het terrein, waarop zich de aesthetiek van den levensvorm
ten volle kan ontplooien. Het is bekend, hoeveel gewicht de
Bourgondische hertogen hebben gehecht aan alles wat de praal en staatsie
van hun hof betrof. Na den oorlogsroem, zegt Chastellain, is de hofstaat
de eerste zaak, waarop men het oog richt, en welks regeling en goede
handhaving van de hoogste noodzaak is [77]. Olivier de la Marche, de
ceremoniemeester van Karel den Stoute, schreef op verzoek van den
Engelschen koning Eduard IV zijn tractaat over den hofstaat des
hertogen, ten einde den koning het model van ceremonieel en etikette ter
navolging te bieden [78]. Van Bourgondië hebben de Habsburgers het fraai
uitgewerkte hofleven geërfd en overgebracht naar Spanje en Oostenrijk,
die er tot den huidigen dag het bolwerk van waren gebleven. Het hof van
Bourgondië werd door allen genoemd als het rijkste en best geordende,
dat men vond [79]. Vooral Karel de Stoute, de man met den gewelddadigen
geest van orde en regel, die niets dan wanorde achterliet, had den
hartstocht van het hoog vormelijke leven. De oude illusie, dat de vorst
zelf de klachten der armen en kleinen aanhoort en terstond berecht, was
door hem in een fraaien vorm gekleed. Twee of driemaal per week na den
maaltijd hield hij een openlijk gehoor, waar elkeen hem met
verzoekschriften kon naderen. Al de edelen van zijn huis moesten
tegenwoordig zijn; niemand waagde er weg te blijven. Zorgvuldig
gescheiden naar hun rangen zaten zij ter weerszijden van den doorgang,
die naar 's hertogen hoogen zetel leidde. Aan zijn voeten lagen geknield
de twee maistres des requestes, de audiencier en een secretaris, die de
verzoekschriften voorlazen en afdeden, naar de vorst gebood. Achter
balustraden rondom de zaal stond de lagere hofhouding. Het was, zegt
Chastellain, in schijn "une chose magnifique et de grand los", maar de
gedwongen toeschouwers verveelden zich geducht, en aan de goede vruchten
van deze rechtspraak twijfelt hij; het was een zaak, die hij in zijn
tijd van geen anderen vorst had gezien [80].
Ook de ontspanning moest voor Karel den Stoute dien fraaien vorm hebben.
"Tournoit toutes ses manières et ses moeurs à sens [81] une part du
jour, et avecques jeux et ris entremeslés, se délitoit en beau parler et
en amonester ses nobles à vertu, comme un orateur. Et en cestuy regart,
plusieurs fois, s'est trouvé assis en un hautdos paré [82], et ses
nobles devant luy, là où il leur fit diverses remonstrances selon les
divers temps et causes. Et toujours, comme prince et chef sur tous, fut
richement et magnifiquement habitué [83] sur tous les autres" [84]. Deze
bewuste levenskunst is ondanks de stijve en naïeve vormen eigenlijk
volkomen Renaissance. Het is, wat Chastellain noemt zijn "haute
magnificence de coeur pour estre vu et regardé en singulières choses",
de kenmerkendste eigenschap van Burckhardt's Renaissance-mensch.
De hiërarchische ordinanties van de hofhuishouding zijn van een
pantagrueleske sappigheid, waar zij betrekking hebben op den maaltijd en
de keuken. De hofmaaltijd van Karel den Stoute, met al de met bijkans
liturgische waardigheid geregelde diensten van panetiers en voorsnijders
en schenkers en keukenmeesters, was als de opvoering van een groot en
ernstig schouwtooneel. Het geheele hof at in groepen van tien in
afzonderlijke kamers, bediend en onthaald gelijk de heer, alles
zorgvuldig naar rang en stand geordend. Alles was zoo goed geregeld, dat
al de groepen bijtijds na hun maaltijd den hertog, die nog aan zijn
tafel zat, konden komen begroeten "pour luy donner gloire" [85].
In de keuken (men denke zich de heroïsche keuken, nu de eenig bewaarde
rest van het hertogenpaleis te Dijon, met haar zeven reusachtige
schoorsteenen), in de keuken zit de dienstdoende kok in een zetel
tusschen schoorsteen en buffet, vanwaar hij het geheele vertrek kan
overzien. In zijn hand moet hij een grooten houten lepel hebben, "die
hem dient tot twee doeleinden: het eene om soep en sausen te proeven, en
het andere om de keukenjongens uit de keuken te drijven, om hun plicht
te doen, en zoo noodig erop te slaan". Bij zeldzame gelegenheden komt de
kok wel eens zelf opdienen, een toorts in de hand, bij voorbeeld de
eerste truffels of den eersten nieuwen haring.
Voor den gewichtigen hoveling, die ons dit alles beschrijft, zijn het
heilige mysteriën, waar hij met ontzag en met een soort van
scholastische wetenschappelijkheid van spreekt. Toen ik page was, zegt
La Marche, was ik nog te jong om vragen van préséance en ceremonieel te
begrijpen [86]. Hij legt zijn lezers gewichtige vragen van voorrang en
hofdienst voor, om ze met zijn rijpe kennis op te lossen. Waarom zit bij
's heeren maaltijd de kok en niet de jonker van der keukene? Hoe moet
de kok worden aangesteld? Wie moet hem bij afwezigheid vervangen: de
gebraadmeester (hateur) of de soepmeester (potagier)? Hierop antwoord
ik, zegt de wijze man: wanneer er een kok moet zijn aan 's vorsten hof,
zullen de hofmeesters (maitres d'hôtel) de jonkers van der keukene
(escuiers de cuisine) en alle degenen, die ter keukene dienen, den een
na den ander oproepen; en bij plechtige keuze, door ieder onder eede
gedaan, zal de kok worden aangesteld. En op de tweede vraag: noch de
gebraadmeester noch de soepmeester, maar eveneens bij keuze zal de
plaatsvervanger van den kok worden aangewezen.--Waarom staan de
panetiers en schenkers als eerste en tweede rang boven de voorsnijders
en koks? Omdat hun ambt het brood en den wijn betreft, de heilige
dingen, waarop de waardigheid van het sacrament afstraalt [87].
Men ziet, er is hier een werkelijke verbinding tusschen de gedachtensferen
van het geloof en van de hofetikette. Het is niet teveel gezegd, dat er
in dien toestel van de schoone, edele levensvormen een liturgisch
element schuilt, dat de waardeering van die vormen als 't ware is
opgetrokken in een quasi-religieuze sfeer. Alleen dit verklaart de
buitengewone belangrijkheid, die (niet alleen in de latere Middeleeuwen)
aan alle kwesties van voorrang en beleefdheid wordt toegekend.
In het oude Russische rijk vóór de Romanov's had zich de strijd om den
voorrang bij den troon ontwikkeld tot een vast departement van den
staatsdienst. Dien vorm kennen de Westersche staten der Middeleeuwen
niet, maar ook hier neemt toch de naijver om den voorrang een groote
plaats in. Het zou gemakkelijk zijn, daarvan de voorbeelden te
verzamelen. Hier evenwel is het er om te doen, de versiering der
levensvormen tot een schoon en verheffend spel, en de woekering dier
vormen tot een hol vertoon, te doen blijken. Daartoe eenige voorbeelden.
De fraaie vorm kan somtijds de doelmatige handeling geheel op zij
dringen. Vlak voor den slag bij Crécy hebben vier Fransche ridders de
slagorde der Engelschen verkend. De koning, die met ongeduld hun bericht
verwacht, langzaam voortrijdend over het veld, houdt stil, toen hij hen
ziet terugkomen. Zij dringen door het gedrang der krijgslieden heen tot
voor den koning. Wat nieuws, heeren? vraagt de koning. "Zij zagen
elkander aan, zonder een woord te spreken, want geen wilde spreken vóór
zijn makker. En zij zeiden den een tot den ander: "Heer, zeg gij het,
spreek gij tot den koning, ik zal niet vóór u spreken." Zoo waren zij
een tijd in strijd, dat geen "par honneur" wou beginnen te spreken."
Totdat de koning het een hunner beveelt [88].--Nog vollediger moest de
doelmatigheid voor den fraaien vorm wijken in het geval van messire
Gaultier Rallart, chevalier du guet te Parijs in 1418. Dit hoofd der
politie placht nooit de ronde te doen, of er gingen drie of vier
muzikanten voorop, die lustig bliezen, zoodat het volk zei, dat hij als
't ware de boeven waarschuwde: vlucht, want ik kom. [89] Het geval staat
niet op zich zelf. In 1465 vindt men opnieuw, hoe de bisschop van
Evreux, Jean Balue, de nachtelijke ronde in Parijs doet met klaroenen,
trompetten en andere muziekinstrumenten, "qui n'estoit pas acoustumé de
faire à gens faisans guet" [90].--Zelfs op het schavot wordt de eer van
rang en stand streng in acht genomen: dat van den connétable de Saint
Pol is rijk getapisseerd met leliën, het bidkussen en de blinddoek zijn
van karmozijn fluweel, en de beul is iemand, die nog nooit een ander
heeft geëxecuteerd [91].
De wedijver in beleefdheid, die nu een kleinburgerlijk karakter heeft
gekregen, was in het hofleven der vijftiende eeuw buitengewoon sterk
ontwikkeld. Men beschouwde het als een ondragelijke schande voor zich
zelf, als men den meerdere niet de plaats liet, die hem toekwam. De
Bourgondische hertogen geven angstvallig den voorrang aan hun
koninklijke verwanten van Frankrijk. Jan zonder Vrees bewees zijn jonge
schoondochter Michelle de France altijd overdreven eer; hij noemde haar
Madame, knielde altijd voor haar tot den grond, en wilde haar altijd
bedienen, maar zij wilde het niet hebben [92]. Als Philips de Goede
hoort, dat zijn neef, de dauphin, naar Brabant is uitgeweken in den
twist met zijn vader, breekt hij het beleg van Deventer, dat de
inleiding moest zijn voor een expeditie, die Friesland onder zijn macht
zou brengen, af, en haast zich naar Brussel terug, om den hoogen gast te
verwelkomen. Naarmate de ontmoeting nadert, wordt het een wedloop, wie
den ander in eerbetoon voor zal zijn. Philips is in groote angst, dat de
dauphin hem tegemoet zal rijden; spoorslags rijdt hij door, en zendt
bode op bode om den dauphin te bewegen, hem toch te wachten waar hij is.
Kwam de koningszoon hem tegemoet, dan bezwoer hij, zelf te willen
terugkeeren, achterwaarts rijdende, zoo ver, dat deze hem nergens zou
vinden, want het zou hem, den hertog, een spot en een blaam zijn, die
hem door de gansche wereld eeuwig zouden worden nagehouden. Met nederig
afstel van de gewone staatsie rijdt Philips Brussel binnen; haastig
stijgt hij af buiten het paleis, gaat binnen en loopt snel door. Daar
ziet hij den dauphin, die met de hertogin zijn vertrek heeft verlaten,
en hem op het binnenplein met open armen tegemoetkomt. Terstond ontbloot
de oude hertog het hoofd, valt even op zijn knieën, en loopt dan haastig
weer verder. De hertogin houdt den dauphin vast, dat deze geen stap zal
doen, de dauphin houdt vergeefs den hertog vast, om hem het knielen te
beletten, en tracht vruchteloos hem te doen opstaan. Beiden weenden van
aandoening, zegt Chastellain, en alle omstanders mede.
Gedurende het gansche gastverblijf van dezen man, die spoedig als koning
de ergste vijand van zijn huis zou worden, put de hertog zich uit in
Chineesche nederigheid. Hij noemt zich en zijn zoon "de si meschans
gens", hij laat zijn zestigjarig hoofd nat regenen, hij biedt den
dauphin al zijn landen aan [93].--"Celuy qui se humilie devant son plus
grand, celuy accroist et multiplie son honneur envers soy-mesme, et de
quoy la bonté mesme luy resplend et redonde en face". Met die woorden
besluit Chastellain het verhaal, hoe de graaf van Charolais hardnekkig
weigerde, te zamen met koningin Margareta van Engeland en haar jongen
zoon het waschbekken vóór den maaltijd te gebruiken. De edelen spraken
er den ganschen dag van; het geval werd den ouden hertog voorgelegd, die
door twee edelen het voor en tegen van Karel's houding liet bepleiten.
Het feodaal eergevoel was nog zoo levend, dat men deze dingen blijkbaar
werkelijk nog belangrijk, schoon en verheffend heeft gevonden. Hoe
anders te begrijpen, dat de tegenstribbelingen, om den voorrang te
nemen, geregeld wel een kwartier lang worden voortgezet? [94] Hoe langer
men blijft weigeren, hoe meer gesticht de omstanders zijn. Iemand, wien
de handkus toekomt, verbergt zijn hand, om die eer te ontgaan. De
koningin van Spanje verbergt zoo haar hand voor den jongen aartshertog
Philips den Schoone; deze wacht eenigen tijd, maar als hij de kans
schoon ziet, grijpt hij de hand bij verrassing en kust haar. En ditmaal
lachte het ernstige Spaansche hof, want de koningin had er niet meer aan
gedacht [95].
Al de spontane teederheden van den omgang zijn zorgvuldig geformaliseerd.
Het is nauwkeurig voorgeschreven, welke hofdames hand aan hand hebben
te gaan. En dit niet alleen, maar ook of de een de andere tot die
gemeenzaamheid heeft aan te moedigen of niet. Deze aanmoediging, het
elkaar wenken of roepen (hucher) om mee te gaan, is voor de oude
hofdame, die het Bourgondisch ceremonieel beschrijft, een technisch
begrip. [96] De vorm, dat men een vertrekkenden gast niet wil laten
gaan, wordt tot in de lastigste uitersten doorgevoerd. De gemalin van
Lodewijk XI is voor enkele dagen de gast van Philips van Bourgondië; de
koning heeft een bepaalden dag gesteld voor haar terugkomst, maar de
hertog weigert haar te laten gaan, ondanks de smeekbeden van haar gevolg
en hoewel zij zelve beeft voor den toorn van haar gemaal. [97]--Goethe
heeft gezegd: "es gibt kein äusseres Zeichen der Höflichkeit, das nicht
einen tiefen sittlichen Grund hätte"; [98] "virtue gone to seed" heeft
Emerson de beleefdheid genoemd. Men kan misschien niet met volle recht
zeggen, dat die zedelijke grond in de 15e eeuw nog gevoeld werd, maar
zeker werd het de aesthetische waarde, die tusschen de oprechte
betuiging van genegenheid en den dorren omgangsvorm ligt.
Het spreekt vanzelf, dat deze wijdloopige levensversiering vooral haar
plaats heeft aan de vorstenhoven, waar men er den tijd en de ruimte voor
kon nemen. Dat zij ook de lagere sferen der samenleving vervulden,
bewijst reeds het feit, dat thans van die vormen juist bij de kleine
burgerij (afgezien van de hoven zelf) nog het meest is overgebleven. Het
herhaald noodigen, om nog wat van een gerecht te nemen, het aanmoedigen
om nog wat te blijven, het weigeren om voor te gaan, is in de laatste
halve eeuw uit de hoogere burgerlijke omgangsvormen grootendeels
verdwenen. In de 15e eeuw zijn die vormen in den volsten bloei. Evenwel,
terwijl zij angstvallig in acht worden genomen, treft niettemin de
satire ze met levendigen spot. Het is vooral de kerk, die het tooneel
van fraaie en langdurige plichtplegingen behoort te zijn. Eerst bij de
"offrande". Niemand wil het eerst zijn aalmoes op het altaar brengen.
"Passez.--Non feray.--Or avant!
Certes si ferez, ma cousine.
--Non feray.--Huchez (roept) no voisine,
Qu'elle doit mieux devant offrir.
--Vous ne le devriez souffrir,"
Dist la voisine; "n'appartient
A moy: offrez, qu'a vous ne tient
Que li prestres ne se delivre." [99]
Wanneer eindelijk de aanzienlijkste is voorgegaan, onder de nederige
betuiging dit enkel te doen om er een eind aan te maken, volgt dezelfde
strijd opnieuw bij het kussen van het "paesberd", "la paix", dat is het
houten, zilveren of ivoren bordje, dat in de latere Middeleeuwen bij
de mis na het Agnus Dei in zwang was gekomen ter vervanging van den
vredeskus van mond tot mond. [100] Het was een vaste en langdurige
stoornis van den dienst geworden, dat de paes onder de aanzienlijken van
hand tot hand ging onder beleefde weigering, haar het eerst te kussen.
"Respondre doit la juene fame:
--Prenez, je ne prendray pas, dame.
--Si ferez, prenez, douce amie.
--Certes, je ne le prandray mie;
L'en me tendroit pour une sote.
--Baillez, damoiselle Marote.
--Non feray, Jhesucrist m'en gart!
Portez a ma dame Ermagart.
-- Dame, prenez.--Saincte Marie,
Portez la paix a la baillie [101]
-- Non, mais a la gouverneresse". [102]
Deze neemt haar eindelijk.--Zelfs een heilig en van de wereld
afgestorven man als François de Paule acht het zijn plicht, aan deze
fraaiigheden mee te doen, [103] en het wordt hem door zijn vrome
vereerders als echte nederigheid aangerekend, waaruit blijkt, dat de
ethische inhoud uit deze vormen nog niet geheel en al geweken was. De
beteekenis van die vormen wordt overigens eerst recht duidelijk door het
feit, dat zij de keerzijde waren van heftige en hardnekkige twisten om
dienzelfden voorrang in de kerk, dien men elkander zoo hoffelijk wilde
opdringen. [104] Het was een schoone en loffelijke verzaking van nog
levendig gevoelden adellijken of burgerlijken hoogmoed.
De gansche kerkgang werd zoodoende als een menuet, want bij het uitgaan
herhaalde zich de strijd; dan kwam de wedijver om den meerdere rechts te
laten, het voorgaan over een vonder of door een steeg. Bij huis gekomen
moet men, gelijk nog de Spaansche zede het eischt, het geheele
gezelschap uitnoodigen, mee binnen te gaan om te drinken, waarvan de
anderen zich beleefd hebben te verontschuldigen; dan moet men de anderen
een eindweegs wegbrengen, alles onder beleefde tegenstribbeling. [105]
Al die schoone vormen krijgen iets roerends, wanneer men bedenkt, dat
zij opbloeien uit den ernstigen strijd van een woest en hartstochtelijk
geslacht tegen zijn eigen hoogmoed en toorn. Dikwijls faalt de
vormelijke verzaking van den trots. Telkens breekt de felle ruwheid door
de versierde vormen heen. Jan van Beieren is te gast in Parijs; de
groote heeren geven feesten, waarop de elect van Luik hun bij het spel
al hun geld afwint. Een der prinsen houdt het niet langer uit en roept:
"Wat duivel van een priester is dat hier? Hoe? zal hij ons al ons geld
afwinnen?" Waarop Jan: "Ik ben geen priester en ik heb uw geld niet van
noode". "En hij nam het en smeet het overal in 't rond. Dont y pluseurs
orent grant mervelle de sa grant liberaliteit". [106]--Hue de Lannoy
slaat een ander met een ijzeren handschoen, terwijl hij voor den hertog
geknield ligt om hem aan te klagen; de kardinaal van Bar heet voor het
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Herfsttij der Middeleeuwen - 05
  • Parts
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 01
    Total number of words is 4412
    Total number of unique words is 1815
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.4 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 02
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 1780
    34.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 03
    Total number of words is 4199
    Total number of unique words is 1628
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.4 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 04
    Total number of words is 4530
    Total number of unique words is 1663
    35.8 of words are in the 2000 most common words
    50.8 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 05
    Total number of words is 4344
    Total number of unique words is 1684
    33.5 of words are in the 2000 most common words
    47.3 of words are in the 5000 most common words
    54.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 06
    Total number of words is 4245
    Total number of unique words is 1692
    29.5 of words are in the 2000 most common words
    42.1 of words are in the 5000 most common words
    50.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 07
    Total number of words is 4331
    Total number of unique words is 1739
    29.8 of words are in the 2000 most common words
    43.6 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 08
    Total number of words is 4397
    Total number of unique words is 1675
    31.3 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 09
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 1713
    34.4 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 10
    Total number of words is 4385
    Total number of unique words is 1834
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    42.8 of words are in the 5000 most common words
    50.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 11
    Total number of words is 3879
    Total number of unique words is 1363
    26.9 of words are in the 2000 most common words
    39.2 of words are in the 5000 most common words
    45.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 12
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1719
    30.9 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 13
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 1767
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 14
    Total number of words is 4249
    Total number of unique words is 1722
    28.4 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    47.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 15
    Total number of words is 4284
    Total number of unique words is 1749
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    44.9 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 16
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 1733
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.6 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 17
    Total number of words is 3978
    Total number of unique words is 1708
    23.6 of words are in the 2000 most common words
    34.4 of words are in the 5000 most common words
    40.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 18
    Total number of words is 4422
    Total number of unique words is 1718
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 19
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1774
    32.6 of words are in the 2000 most common words
    46.2 of words are in the 5000 most common words
    53.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 20
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1728
    31.5 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    51.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 21
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1659
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 22
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1778
    29.7 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 23
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1732
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    50.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 24
    Total number of words is 4324
    Total number of unique words is 1754
    30.3 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 25
    Total number of words is 4103
    Total number of unique words is 1747
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    41.7 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 26
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1618
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    48.8 of words are in the 5000 most common words
    57.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 27
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 1709
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    46.9 of words are in the 5000 most common words
    54.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 28
    Total number of words is 4202
    Total number of unique words is 1635
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    53.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 29
    Total number of words is 4403
    Total number of unique words is 1869
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.3 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 30
    Total number of words is 4322
    Total number of unique words is 1762
    27.5 of words are in the 2000 most common words
    39.0 of words are in the 5000 most common words
    46.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 31
    Total number of words is 4295
    Total number of unique words is 1866
    26.2 of words are in the 2000 most common words
    38.2 of words are in the 5000 most common words
    44.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 32
    Total number of words is 3982
    Total number of unique words is 1660
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.7 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 33
    Total number of words is 3690
    Total number of unique words is 1729
    20.5 of words are in the 2000 most common words
    30.8 of words are in the 5000 most common words
    36.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 34
    Total number of words is 716
    Total number of unique words is 448
    15.3 of words are in the 2000 most common words
    23.6 of words are in the 5000 most common words
    29.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.