Herfsttij der Middeleeuwen - 18

Total number of words is 4422
Total number of unique words is 1718
34.5 of words are in the 2000 most common words
49.1 of words are in the 5000 most common words
57.3 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
Magnificat, IV p. 370; vgl. III p. 137, 553, 739.
[579] Opera. IV p. 389.

* * * * *

VII
DE GODSDIENSTIGE PERSOONLIJKHEID

Het volk leefde gewoonlijk in de sleur van een geheel veruiterlijkten
godsdienst bij een zeer vast geloof, dat wel angsten en verrukkingen
bracht, maar den ongeleerde geen vragen en geestelijken strijd oplegde,
zooals het Protestantisme zou doen. De gemoedelijke oneerbiedigheid en
nuchterheid van allen dag werd afgewisseld door de innigste ontroeringen
van hartstochtelijke vroomheid, die telkens spasmodisch het volk
aangrijpen. Men moet die voortdurende tegenstelling van sterke en zwakke
religieuze spanning niet willen begrijpen, door de kudde te scheiden in
vromen en wereldlingen, alsof een deel des volks blijvend hoog
godsdienstig leefde, terwijl de anderen slechts uiterlijk vroom waren.
Onze voorstelling van het laat-middeleeuwsche Noord-nederlandsche en
Neder-duitsche piëtisme zou ons licht op een dwaalspoor kunnen brengen.
In de moderne devotie der Fraterhuizen en Windesheimers hadden zich
inderdaad piëtistische kringen uit het wereldsche leven afgezonderd; bij
hen was de religieuze spanning blijvend genormaliseerd; zij vormden als
vromen bij uitstek een tegenstelling tot den grooten hoop. Doch Frankrijk
en de Zuidelijke Nederlanden hebben dat verschijnsel in den vorm van een
georganiseerde beweging nauwelijks gekend. Toch hebben daar de stemmingen,
die aan de moderne devotie ten grondslag lagen, evengoed hun werking gehad
als in het stille land van den IJsel. Doch daar in het Zuiden kwam het
niet tot zulk een afscheiding; de hooge devotie bleef er deel van het
algemeene godsdienstleven; zij openbaarde zich er bij oogenblikken,
heviger en korter. Het is het verschil, dat tot den huidigen dag
Romaansche volken van de Noordelijke scheidt: de Zuidelijken nemen een
tegenstrijdigheid minder zwaar, voelen minder den eisch, er de volle
consequentie uit te trekken, kunnen gemakkelijker de gemeenzaam spottende
houding van het dagelijksch leven verbinden met de hooge exaltatie van het
begenadigde oogenblik.
De geringschatting voor de geestelijkheid, die als onderstrooming door
de heele middeleeuwsche cultuur heenloopt naast de hooge vereering voor
den priesterstand, is ten deele te verklaren uit de verwereldlijking der
hoogere geestelijkheid en de verregaande declasseering der lagere, en
ten deele uit oude heidensche instincten. Het onvolkomen gekerstende
volksgemoed had nooit geheel den afkeer afgelegd van den man, die niet
vechten mocht en kuisch moest leven. De ridderlijke hoogmoed, geworteld
in dapperheid en liefde, stiet evenzeer als het ruwe volksbesef het
geestelijk ideaal van zich. De ontaarding der geestelijken zelf deed de
rest, en zoo hadden hoogere en lagere standen zich reeds eeuwen
verlustigd in de figuur van den onkuischen monnik en den smullenden
vetten paap. Een latente haat tegen de geestelijkheid was altijd
aanwezig. Hoe heftiger een prediker uitvoer tegen de zonden van zijn
eigen stand, hoe liever het volk hem hoorde. [580] Zoodra de preeker,
zegt Bernardinus van Siena, tegen de geestelijken te velde trekt,
vergeten de hoorders de rest; er is geen beter middel, om de aandacht
gaande te houden, als het volk slaperig wordt of het te warm of te koud
krijgt. Dan wordt alles terstond wakker en welgemoed. [581] Terwijl
juist de hevige godsdienstige beroering door de reizende volkspredikers
in de veertiende en vijftiende eeuw uitgaat van een herleving der
bedelorden, zijn het aan den anderen kant juist de bedelmonniken, wier
verbastering hen tot het gewone voorwerp van spot en verachting maakt.
De onwaardige priester der novellenlitteratuur, die als een armzalige
loondienaar voor drie grooten de mis leest, of bij wien men als
biechtvader geabonneerd is "pour absoudre du tout", pleegt een
bedelmonnik te zijn. [582] De vrome Molinet rijmt spottend in een
nieuwjaarswensch:
"Prions Dieu que les Jacobins
Puissent manger les Augustins,
Et les Carmes soient pendus
Des cordes des Frères Menus." [583]
Het dogmatische armoede-begrip, zooals het in de bedelorden belichaamd
was, voldeed den geest niet meer. In plaats van de symbolisch-formeele
Armoede begon men de sociaal-reëele ellende te zien; Pierre d'Ailly
stelt tegenover de mendicanten de "vere pauperes", de echte armen, en
het is geen toeval, dat de verernstiging van het geloof bij de moderne
devoten hen in zekere tegenstelling tot de bedelorden bracht.
De naïeve nuchterheid van den alledaagschen volksgodsdienst spreekt uit
menige bladzijde. Er is in 1437, na den terugkeer van den Franschen
koning in zijn hoofdstad, een zeer plechtige lijkdienst voor de ziel van
den graaf van Armagnac, het slachtoffer, met wiens moord de nu verleden
troebele jaren begonnen waren. Het volk stroomt erheen, maar is zeer
teleurgesteld, toen er geen uitdeeling van geld gehouden wordt. Want wel
vier duizend lieden, zegt de burger van Parijs gemoedelijk, gingen
erheen, die niet gegaan zouden zijn, als zij niet gedacht hadden, dat er
iets gegeven zou worden. "Et le maudirent qui avant prièrent pour lui."
[584] Toch is het dezelfde bevolking van Parijs, die met een vloed van
tranen de talrijke processies aanschouwt en ineenkrimpt onder het woord
van een reizenden prediker. Ghillebert de Lannoy zag te Rotterdam een
oproer stillen door een priester, die het Corpus Domini ophief. [585]
De groote tegenstrijdigheid en de sterke spanningsovergangen vertoonen
zich in het godsdienstig leven van den beschaafden enkele zoo goed als
in dat der onwetende massa. Het is altijd weer met een slag, dat de
godsdienstige verheldering komt, altijd weer de flauwere herhaling van
wat Franciscus onderging, toen hij opeens de woorden van het evangelie
hoorde als een onmiddellijk bevel. Een ridder hoort het doopformulier
lezen, gelijk hij het misschien twintig keer had gehoord; maar
plotseling dringt nu de volle heiligheid en wonderlijke werkdadigheid
van die woorden tot hem door, en hij neemt zich voor, om voortaan alleen
door de herinnering aan den doop den duivel te verjagen, zonder het
kruisteeken te maken. [586]--Le Jouvencel zal een kampgevecht bijwonen;
de partijen staan gereed, om op de hostie hun goed recht te bezweren.
Opeens doorgrondt de ridder de peillooze noodzakelijkheid, dat een dier
beide eeden valsch moet zijn, dat een van beiden zich verdoemen gaat, en
zegt: zweert niet, vecht alleen om den inzet van 500 schilden, zonder
een eed te doen. [587]
De vroomheid van de hoogaanzienlijken met hun zwaren levensballast van
wijdloopige praal en felle geneuchten heeft juist daardoor zeer dikwijls
het spasmodische, dat ook de volksvroomheid kenmerkt. Karel V van
Frankrijk laat dikwijls op het opwindendste oogenblik de jacht in den
steek, om naar de mis te gaan. [588] De jonge Anne de Bourgogne,
Bedford's gemalin, ergert den eenen keer de burgers van Parijs, door in
woesten rit een processie met slijk te bespatten. Maar een andermaal
verlaat zij te middernacht den bonten zwijmel van een hoffeest, om bij
de Celestijnen metten te hooren. En haar droeven jongen dood beloopt zij
door de ziekte, die zij opdeed bij het bezoeken van de arme kranken in
het Hôtel Dieu. [589]
Tot in raadselachtige uitersten voltrekt zich de tegenstelling van
vroomheid en felle zonde in een figuur als Lodewijk van Orleans, onder
al de groote dienaren van weelde en genot de meest gedebaucheerde, de
hartstochtelijkste wereldling. Hij is zelfs overgegeven aan
tooverkunsten, en weigert er zich van te bekeeren. [590] Dezelfde
Orleans is niettemin zoo devoot, dat hij zijn cel heeft bij de
Celestijnen in het gemeene dormter; hij deelt er het kloosterlijk leven,
hoort er metten te middernacht, en soms vijf of zes missen per dag.
[591]--Gruwelijk is die verbinding van godsdienst en misdaad bij Gilles
de Rais, die temidden van zijn kindermoorden te Machecoul een dienst
sticht ter eere der Onnoozele kinderkens, voor het heil van zijn ziel,
en verbaasd is, als zijn rechters hem voorhouden, dat hij een ketter is.
Al is het met minder scharlaken zonden, dat de vroomheid bij anderen
gepaard gaat, het type van den devoten wereldling vertoonen velen: de
barbaarsche Gaston Phébus, graaf van Foix, de frivole koning René, de
verfijnde Charles d'Orléans. Jan van Beieren, de hardvochtige en
heerschzuchtige, komt vermomd Lidwina van Schiedam spreken over den
staat zijner ziel. [592] Jean Coustain, de ontrouwe dienaar van Philips
den Goede, een goddelooze, die nauwelijks mis hoorde en nimmer aalmoes
gaf, keert zich onder beulshanden tot God in zijn ruw Bourgondisch
patois met een hartstochtelijke aanroeping. [593]
Philips de Goede zelf is een der treffendste voorbeelden van die
verbinding van vroomheid met wereldschen zin. De man van de overdadige
feesten en de talrijke bastaarden, van de sluwe politieke berekening,
den geweldigen trots en toorn, is een ernstig devote. Hij pleegt tot
lang na de mis in zijn bidvertrek te blijven. Hij vast vier dagen in de
week met water en brood, en bovendien op alle vigiliën van Onze Lieve
Vrouw en de apostelen. Somtijds heeft hij om vier uur na den middag nog
niets gegeten. Hij geeft veel aalmoezen, en in het geheim. [594] Na de
verrassing van Luxemburg blijft hij zoo lang na de mis verdiept in zijn
getijden en daarna in bijzondere dankgebeden, dat zijn gevolg, dat hem
te paard afwacht, want de strijd was nog niet afgeloopen, ongeduldig
wordt: de hertog kon het een andermaal wel inhalen, om al die
paternosters te zeggen. Men waarschuwt hem, dat er gevaar dreigt, als
hij langer toeft. Maar Philips antwoordt enkel: "Si Dieu m'a donné
victoire, il la me gardera." [595]
Er is in dat alles geen schijnheiligheid of ijdele bigotterie te zoeken,
maar een spanning tusschen twee geestelijke polen, die in den modernen
geest nauwelijks meer bestaanbaar is. Het is het volstrekte dualisme in
de opvatting van de zondige wereld tegenover het rijk Gods, dat deze
mogelijkheid toelaat. In den middeleeuwschen geest zijn alle hoogere en
zuiverder sentimenten geabsorbeerd in religie, terwijl de natuurlijke,
zinnelijke aandriften, bewust verworpen, zinken moeten tot een niveau
van zondig geachten wereldzin. In het middeleeuwsche bewustzijn vormen
zich als 't ware twee levensopvattingen naast elkander: de vrome,
ascetische opvatting heeft alle zedelijke gevoelens tot zich getrokken:
des te bandeloozer wreekt zich de wereldzin, geheel aan den duivel
overgelaten. Overheerscht een van beide geheel, dan ziet men den heilige
of den teugelloozen zondaar; maar in den regel houden zij elkaar in
wankel evenwicht met wijden doorslag, en ziet men de felle menschen,
wier rood bloeiende zonden bij wijlen hun overstortende vroomheid des te
heviger doen uitbarsten.
Wanneer men een middeleeuwsch dichter de vroomste lofdichten ziet maken
naast allerlei profaneering en obsceniteit, zooals het zoovelen doen:
Deschamps, Antoine de la Salle, Jean Molinet, dan is er nog minder
aanleiding dan bij een modernen dichter, om die producten over
hypothetische tijdperken van wereldzin en inkeer te verdeelen. De
tegenstrijdigheid, die ons bijna onbegrijpelijk is, moet worden
aanvaard.
Er komen zonderlinge vermengingen voor van de bizarre prachtliefde van
den tijd met strenge devotie. Het is niet alleen in de overlading van
het geloof met schilderkunst, edelsmeedkunst en sculptuur, dat zich de
ongebreidelde behoefte uit, om alles van het leven en van de gedachte
bont te versieren en te verbeelden. In de aankleeding van het geestelijk
leven zelf dringt somtijds die honger naar kleur en schittering door.
Broeder Thomas vaart heftig uit tegen alle weelde en overdaad, maar het
eigen getimmerte, vanwaar hij spreekt, is door het volk behangen met de
rijkste tapisserieën, die men krijgen kon. [596] Philippe de Mézières is
het volkomenste type van die prachtlievende vroomheid. Hij heeft voor de
orde van de Passie, die hij stichten wilde, alles wat kleedij betreft,
haarfijn vastgesteld. Het is als een feest van kleuren, dat hij zich
droomt. De ridders zullen al naar hun rang in 't rood, in 't groen,
scharlaken of hemelsblauw gaan; de grootmeester in 't wit; wit zullen
ook de feestgewaden zijn. Het kruis zal rood zijn, de gordels van leer
of van zijde met hoornen gesp en verguld koperen versiering. De laarzen
zullen zwart zijn en de kaproen rood. Ook het ordekleed der broeders,
servanten, klerken en vrouwen wordt nauwkeurig beschreven. [597]--Van
die orde kwam niets, Philippe de Mézières bleef zijn leven lang de
groote kruistochtfantast en plannenmaker. Maar hij vond te Parijs in het
klooster der Celestijnen de plaats, die hem bevredigen kon: zoo streng
de orde was, zoo schitterend van goud en edele steenen waren kerk en
klooster, een mausoleum van vorsten en vorstinnen. [598] Christine de
Pisan achtte de kerk volmaakt van schoonheid. Mézières vertoefde er als
leek, deelde in het strenge leven der kloosterlingen en bleef toch in
het verkeer met de groote heeren en schoone geesten van zijn dagen, een
mondain-artistieke tegenhanger van Gerard Groote. Hierheen trok hij ook
zijn vorstelijken vriend Orleans, die er den inkeer van zijn woeste
leven en ook zijn vroege rustplaats vond.
De oude koning René ontdekte op de jacht in de buurt van Angers een
kluizenaar: een priester, die zijn prebende had opgegeven en van zwart
brood en veldvruchten leefde. De koning was getroffen door zijn strenge
deugd, en liet voor hem een kluis en een kapelletje bouwen. Voor zich
zelf voegde hij daar een tuin en een bescheiden buitenhuis aan toe, dat
hij met schilderwerk en allegorieën versieren liet. Dikwijls wandelde
hij daarheen, om in "son cher ermitage de Reculée" met zijn kunstenaars
en geleerden te keuvelen. [599] Is het middeleeuwsch, is het renaissance,
of is het niet achttiende-eeuwsch?
Een hertog van Savoie wordt kluizenaar met vergulde ceintuur, roode
muts, gouden kruis en goeden wijn. [600]
Het is maar één stap van die pracht in devotie tot de uitingen van
hyperbolische nederigheid, die zelf ook vol vertoon zijn. Olivier de la
Marche bewaarde uit zijn jongensjaren de herinnering van den intocht van
koning Jacques de Bourbon van Napels, die op aandrang van Sainte Colette
de wereld had vaarwel gezegd. De koning, armzalig gekleed, liet zich
dragen in een mestbak, "telle sans aultre difference que les civieres en
quoy l'on porte les fiens et les ordures communement". Daar achteraan
volgde een keurige hofstoet. "Et ouys racompter et dire,--zegt La Marche
vol bewondering,--que en toutes les villes où il venoit, il faisoit
semblables entrees par humilité." [601]
Van een niet zóo schilderachtige nederigheid zijn de door veel heilige
voorbeelden aanbevolen voorschriften voor een begrafenis, die al het
nietswaardige van den gestorvene treffend verbeelden moet. De heilige
Pierre Thomas, de boezemvriend en geestelijke meester van Philippe de
Mézières, laat, als hij den dood voelt naderen, zich hullen in een zak,
een touw om den hals binden en op den grond leggen. Hij werkt daarmee
het voorbeeld uit van Sint Franciscus, die zich immers ook in het
sterven op den grond liet leggen. Begraaft mij, zegt Pierre Thomas, in
den ingang van het koor, opdat alle menschen moeten trappen op mijn
lijk, ja zelfs de geiten en de honden, als het kan. [602]--Mézières, de
bewonderende leerling, wil weer den meester overtreffen in fantastische
nederigheid. Hem zal men in de laatste ure een zware ijzeren keten om
den hals leggen. Zoodra hij den geest heeft gegeven, zal men hem naakt
bij de voeten naar het koor sleuren; daar zal hij blijven liggen, tot
men hem in het graf legt, de armen in kruisvorm uitgestrekt, met drie
touwen aan een plank gebonden, die de plaats inneemt van de kostbaar
versierde kist, waarop men misschien zijn ijdele wereldsche wapen zou
hebben geschilderd, "se Dieu l'eust tant hay qu'il fust mors ès cours
des princes de ce monde." De plank, bedekt met twee ellen canevas of ruw
zwart linnen, zal op dezelfde wijze naar de groeve gesleept worden,
waarin "het kreng van den armen pelgrim" naakt als het is, in gestort
zal worden. Er zal een klein grafteeken worden opgericht. En men moet
niemand waarschuwen dan zijn goeden vriend in God, Martin, en de
uitvoerders van zijn laatsten wil.
Het spreekt bijna vanzelf, dat deze geest van protocol en ceremonie,
plannenmaker en uitwerker van bijzonderheden, ook een maker van vele
testamenten is geweest. In de latere is van deze beschikking van 1392
geen sprake meer, en toen Mézières in 1405 stierf, kreeg hij een gewone
begrafenis in het ordekleed van zijn geliefde Celestijnen, en twee
grafschriften, waarschijnlijk van hem zelf. [603]
In het ideaal van heiligheid, men zou bijna kunnen zeggen: het
romantisme der heiligheid, heeft de vijftiende eeuw nog niets gebracht,
wat den nieuwen tijd aankondigt. De Renaissance zelf heeft het ideaal
der heiligheid niet veranderd. Terzijde van de groote stroomingen, die
de beschaving in nieuwe beddingen stortten, blijft het heiligenideaal
zoo na als vóór de groote crisis, wat het altijd geweest was. De heilige
is tijdloos als de mysticus. De heiligentypen der Contrareformatie zijn
dezelfde als die der late Middeleeuwen, en deze verschillen door geen
essentieelen trek van die der vroegere Middeleeuwen. In het eene als in
het andere tijdperk zijn het de groote heiligen van het brandende woord
en de gloeiend gesmede daad: hier Ignatius de Loyola, Franciscus
Naverius, Karel Borromeus, daar Bernardino van Siena, Vincentius Ferrer,
Johannes Capistrano. Daarnaast de stille in godsliefde verdwaasden, die
naderen tot het moslimsche en boeddhistische heiligentype, als Aloysius
Gonzaga in de zestiende eeuw, Franciscus de Paula, Colette, Pieter van
Luxemburg in de vijftiende en veertiende. Tusschen die beide typen in al
de figuren, die van beide uitersten wat hebben, ja zelfs somtijds de
eigenschappen ervan in de hoogste macht vereenigen.
Het romantisme der heiligheid zou men gelijkwaardig naast het romantisme
der ridderschap kunnen stellen, ermee bedoelende: de behoefte, om zekere
ideale verbeeldingen van een bepaalden levensvorm in menschen
verwezenlijkt te zien of te scheppen in litteratuur. Het is opmerkelijk,
dat dit romantisme der heiligheid zich te allen tijde veel meer vermeit
in de fantastisch prikkelende uitersten van nederigheid en onthouding
dan in de groote daden ter verheffing van godsdienstige cultuur. Men
wordt niet heilig om zijn kerkelijk-sociale verdiensten, al zijn die nog
zoo groot, maar om zijn wonderlijke vroomheid. De groote energeten
erlangen enkel dan den roep van heiligheid, wanneer hun daden gedrenkt
zijn in den schijn van een bovennatuurlijk leven; niet Nicolaas van
Cusa, wel zijn medestander Dionysius de Kartuizer. [604]
Het is hier nu vooral van belang, op te merken, hoe de kringen der
verfijnde pronkcultuur, dezelfde, die het ridderideaal bleven huldigen
en kweeken tot over de grens der Middeleeuwen heen, tegenover het
heiligenideaal hebben gestaan. Hun aanrakingen daarmee zijn uit den aard
niet zoo talrijk, maar zij ontbreken niet. Nog enkele malen hebben de
vorstelijke kringen zelf in dezen tijd een heilige opgeleverd. Een van
hen is Charles de Blois, oom van den ons bekenden Jan van Blois van
Gouda en Schoonhoven. Hij was door zijn moeder uit het huis van Valois
gesproten, en door zijn huwelijk met de erfgename van Bretagne, Jeanne
de Penthièvre, belast met een troonstrijd, die het beste deel van zijn
leven heeft gevuld. Hem was als huwelijksvoorwaarde gesteld, dat hij het
wapen en den kreet van het hertogdom zou aannemen. Hij vindt een anderen
pretendent, Jean de Montfort, tegenover zich, en de strijd om Bretagne
valt samen met het begin van den honderdjarigen oorlog; de verdediging
van Montfort's aanspraken is een der verwikkelingen, die Eduard III in
Frankrijk brengen. De graaf van Blois aanvaardt zijn strijd ridderlijk,
en vecht als de beste aanvoerders van zijn tijd. Gevangengenomen in
1347, kort voor het beleg van Calais, blijft hij tot 1356 in Engeland.
Eerst in 1362 kan hij den strijd om het hertogdom hervatten, om daarin
den dood te vinden bij Aurai in 1364, dapper vechtende naast Bertrand du
Guesclin en Beaumanoir.
Deze krijgsheld, wiens uiterlijke levensloop in niets afwijkt van dien
van zoovele vorstelijke pretendenten en aanvoerders uit dien tijd, had
van der jeugd af een leven van strenge askese geleid. Zijn vader moest
hem als knaap uit de stichtelijke boekjes houden. Hij slaapt naast het
bed van zijn gemalin op den vloer op stroo. Men vindt bij zijn
krijgsmansdood het haren kleed onder zijn wapenrusting. Hij biecht
iederen avond, eêr hij te bed gaat, zeggend, dat geen christen in zonde
moest inslapen. Tijdens zijn gevangenschap te Londen pleegt hij de
kerkhoven binnen te gaan, om er geknield den psalm de profundis op te
zeggen. De Bretonsche schildknaap, dien hij verzoekt, de responsen te
zeggen, weigert het: neen, zegt hij, daar liggen zij, die mijn ouders en
vrienden gedood en hun huizen verbrand hebben.
Na zijn bevrijding wil hij barrevoets over het besneeuwde land van La
Roche-Derrien, waar hij indertijd gevangen was gemaakt, naar den schrijn
van Sint Yves, den vereerden beschermheilige van Bretagne, wiens leven
hij in zijn gevangenschap beschreven had, te Tréguier. Het volk verneemt
het en bestrooit zijn weg met stroo en dekens, maar de graaf van Blois
kiest een anderen weg, en loopt zich de voeten stuk, zoodat hij in
vijftien weken niet gaan kon. [605] Terstond na zijn dood stellen zijn
vorstelijke verwanten, onder wie zijn schoonzoon Lodewijk van Anjou, een
poging in het werk, om hem heilig te doen verklaren. Te Angers heeft in
1371 het proces plaats, dat tot zijn zaligspreking leidt.
Het vreemde nu is, dat deze Charles de Blois, als men Froissart mag
vertrouwen, een bastaard heeft gehad. "Là fu occis en bon couvenant li
dis messires Charles de Blois, le viaire sus ses ennemis (met het
aangezicht naar den vijand), et uns siens filz bastars qui s'appeloit
messires Jehans de Blois, et pluiseur aultre chevalier et escuier de
Bretagne". [606] Moet men het als evidente onwaarheid verwerpen? [607]
Of zal men aannemen, dat hier de bestaanbare tegenstrijdigheid, die op
te merken viel bij Louis d'Orléans, bij Philips den Goede en zooveel
anderen, haar toppunt heeft bereikt?
Zulk een vraag stelt het leven van een anderen hoog-adellijken heilige
uit dien tijd, Pierre de Luxembourg, niet. Deze telg van het
Luxemburgsche gravengeslacht, dat in de veertiende eeuw zoowel in het
Duitsche rijk als aan de hoven van Frankrijk en Bourgondië zulk een
aanzienlijke plaats innam, is een treffend voorbeeld van wat William
James "the under-witted saint" noemt: [608] den engen geest, die slechts
in een angstvallig afgesloten wereldje van vrome gedachten kan leven.
Hij was in 1369 geboren, niet lang dus vóór zijn vader Guy in den strijd
tusschen Brabant en Gelre bij Baesweiler (1371) sneuvelde. Zijn
geestelijke geschiedenis voert al weer naar het klooster der Celestijnen
te Parijs, waar hij reeds als achtjarige knaap verkeert met Philippe de
Mézières. Hij wordt als kind reeds overladen met kerkelijke waardigheden,
verscheiden kanunnikschappen; als hij vijftien jaar is, het bisdom Metz,
daarna het kardinaalschap. Nog geen achttien jaar oud, sterft hij in
1387, en terstond wordt te Avignon moeite gedaan voor zijn canonizatie.
De gewichtigste autoriteiten worden er voor gespannen: de koning van
Frankrijk doet er het verzoek toe, het wordt gesteund door het
domkapittel van Parijs en de Universiteit. In het proces, dat in 1389
plaats heeft, treden de grootste heeren van Frankrijk als getuigen op:
Pierre's broeder André de Luxembourg, Louis de Bourbon, Enguerrand de
Coucy. Door de nalatigheid van den Avignonschen paus bleef weliswaar de
heiligverklaring achterwege (in 1527 had de zaligverklaring plaats),
maar de vereering, die het aanzoek kon rechtvaardigen, was reeds lang
erkend, en ging ongestoord voort. Op de plek te Avignon, waar het
lichaam van Pieter van Luxemburg begraven lag, en vanwaar dagelijks de
treffendste wonderen werden gemeld, stichtte de koning een klooster
der Celestijnen, in navolging van dat te Parijs, in die dagen het
geliefkoosde heiligdom der vorstelijke kringen. De hertogen van Orleans,
Berry en Bourgondië kwamen er voor den koning den eersten steen leggen.
[609] Pierre Salmon vertelt, hoe hij eenige jaren later in de kapel van
den heilige de mis hoorde. [610]
Het beeld, dat de getuigen in het canonizatieproces van dezen
vroeggestorven prinselijken asceet geven, heeft iets jammerlijks. Pieter
van Luxemburg is een uit zijn kracht gegroeide, teringachtige jongen,
die als kind reeds niet anders kent dan den ernst van een angstvallig
streng geloof. Hij berispt zijn broertje, als deze lacht, want men leest
wel, dat onze Heer geweend heeft, maar niet, dat hij ooit gelachen
heeft. "Douls, courtois et debonnaire--noemt Froissart hem--vierge de
son corps, moult large aumosnier. Le plus du jour et de la nuit il
estoit en oroisons. En toute sa vye il n'y ot fors humilité." [611] In
den beginne tracht zijn adellijke omgeving hem van zijn plannen van
wereldverzaking af te brengen. Wanneer hij ervan spreekt, om te gaan
zwerven en prediken, krijgt hij ten antwoord: je bent veel te lang;
iedereen zou je terstond herkennen. En je zoudt niet tegen de kou
kunnen. En preeken voor den kruistocht, hoe zou je dat kunnen?--Een
oogenblik is het, alsof wij even den ondergrond van dien kleinen starren
geest zien. "Je vois bien--zegt Pieter--qu'on me veut faire venir de
bonne voye à la malvaise: certes, certes, si je m'y mets, je feray tant
que tout le monde parlera de moy."--Heer, antwoordt meester Jean de
Marche, zijn biechtvader, er is niemand, die wil, dat ge kwaad zult
doen, enkel goed.
Het is duidelijk, dat de hooge verwanten, toen de ascetische neigingen
van den knaap onuitroeibaar bleken, bewondering en trots over het geval
zijn gaan voelen. Een heilige, en zulk een jonge heilige, uit en in hun
midden! Denk u den armen ziekelijken jongen, onder het gewicht van zijn
kerkelijke hoogwaardigheid, te midden van de overdadige praal en het
hoogmoedig hofleven van Berry en Bourgondië, hijzelf ontoonbaar van vuil
en ongedierte, altijd bezig met zijn armzalige kleine zonden. Het
biechten zelf was bij hem als tot een slechte gewoonte geworden. Iederen
dag schreef hij zijn zonden op een lijstje, en als hij het op een reis
of tocht niet had kunnen doen, haalde hij het achterna met uren lang
schrijven in. Men zag hem er 's nachts aan schrijven, of bij de kaars
zijn lijstjes lezen. Dan stond hij midden in den nacht op, om bij een
zijner kapelaans te biechten. Soms klopte hij vergeefs aan hun
slaapvertrekken; zij hielden zich doof. Vond hij gehoor, dan las hij de
zonden van zijn papiertjes af. Van twee of driemaal per week werd het in
zijn laatste dagen tweemaal per dag; de biechtvader mocht niet meer van
zijn zijde weg. En toen hij aan de tering eindelijk gestorven was, na te
hebben verzocht om van den arme begraven te worden, vond men een heele
kist vol van de ceêltjes, waarop de zonden van dit kleine leven dag aan
dag waren neergekrabbeld. [612]
Er is nog een geval, dat ons de verhouding van hofkringen en heiligheid
eenigermate doet kennen: het verblijf van Saint François de Paule aan
het hof van Lodewijk XI. Het zonderlinge vroomheidstype van den koning
is zoo bekend, dat het hier niet uitvoerig behoeft te worden behandeld.
Lodewijk, "qui achetoit la grace de Dieu et de la Vierge Marie à plus
grans deniers que oncques ne fist roy", [613] vertoont al de
hoedanigheden van het onmiddellijkste en nuchterste fetichisme. In zijn
reliekenvereering, zijn hartstocht voor pelgrimages en processies
schijnt elke hoogere wijding, elke zweem van eerbiedige reserve, te
ontbreken. Hij solt met de heilige voorwerpen, als waren het enkel dure
huismiddeltjes. Het kruis van Saint Laud te Angers moet expresselijk
naar Nantes komen, om er een eed op te laten doen, [614] want een eed op
het kruis van Saint Laud gold Lodewijk meer dan eenige andere eed.
Wanneer de connétable de Saint Pol, in 's konings tegenwoordigheid
geroepen, hem verzoekt, op het kruis van Saint Laud hem zijn veiligheid
te bezweren, antwoordt de koning: ieder anderen eed, maar dezen niet.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Herfsttij der Middeleeuwen - 19
  • Parts
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 01
    Total number of words is 4412
    Total number of unique words is 1815
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.4 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 02
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 1780
    34.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 03
    Total number of words is 4199
    Total number of unique words is 1628
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.4 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 04
    Total number of words is 4530
    Total number of unique words is 1663
    35.8 of words are in the 2000 most common words
    50.8 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 05
    Total number of words is 4344
    Total number of unique words is 1684
    33.5 of words are in the 2000 most common words
    47.3 of words are in the 5000 most common words
    54.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 06
    Total number of words is 4245
    Total number of unique words is 1692
    29.5 of words are in the 2000 most common words
    42.1 of words are in the 5000 most common words
    50.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 07
    Total number of words is 4331
    Total number of unique words is 1739
    29.8 of words are in the 2000 most common words
    43.6 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 08
    Total number of words is 4397
    Total number of unique words is 1675
    31.3 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 09
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 1713
    34.4 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 10
    Total number of words is 4385
    Total number of unique words is 1834
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    42.8 of words are in the 5000 most common words
    50.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 11
    Total number of words is 3879
    Total number of unique words is 1363
    26.9 of words are in the 2000 most common words
    39.2 of words are in the 5000 most common words
    45.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 12
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1719
    30.9 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 13
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 1767
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 14
    Total number of words is 4249
    Total number of unique words is 1722
    28.4 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    47.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 15
    Total number of words is 4284
    Total number of unique words is 1749
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    44.9 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 16
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 1733
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.6 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 17
    Total number of words is 3978
    Total number of unique words is 1708
    23.6 of words are in the 2000 most common words
    34.4 of words are in the 5000 most common words
    40.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 18
    Total number of words is 4422
    Total number of unique words is 1718
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 19
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1774
    32.6 of words are in the 2000 most common words
    46.2 of words are in the 5000 most common words
    53.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 20
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1728
    31.5 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    51.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 21
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1659
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 22
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1778
    29.7 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 23
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1732
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    50.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 24
    Total number of words is 4324
    Total number of unique words is 1754
    30.3 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 25
    Total number of words is 4103
    Total number of unique words is 1747
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    41.7 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 26
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1618
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    48.8 of words are in the 5000 most common words
    57.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 27
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 1709
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    46.9 of words are in the 5000 most common words
    54.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 28
    Total number of words is 4202
    Total number of unique words is 1635
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    53.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 29
    Total number of words is 4403
    Total number of unique words is 1869
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.3 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 30
    Total number of words is 4322
    Total number of unique words is 1762
    27.5 of words are in the 2000 most common words
    39.0 of words are in the 5000 most common words
    46.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 31
    Total number of words is 4295
    Total number of unique words is 1866
    26.2 of words are in the 2000 most common words
    38.2 of words are in the 5000 most common words
    44.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 32
    Total number of words is 3982
    Total number of unique words is 1660
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.7 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 33
    Total number of words is 3690
    Total number of unique words is 1729
    20.5 of words are in the 2000 most common words
    30.8 of words are in the 5000 most common words
    36.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 34
    Total number of words is 716
    Total number of unique words is 448
    15.3 of words are in the 2000 most common words
    23.6 of words are in the 5000 most common words
    29.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.