Herfsttij der Middeleeuwen - 17

Total number of words is 3978
Total number of unique words is 1708
23.6 of words are in the 2000 most common words
34.4 of words are in the 5000 most common words
40.0 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
klamme vrees aan de slechts vaag verbeelde figuren, die niet met vaste
attributen, bekende trekken en gezellig bonte kleedij in de kerken
uitgehouwen en geschilderd stonden, maar met een ongezien schrikgelaat
in een nevelige wade rondwaarden, of in louter hemelglans zich vertoonden,
of in monsterlijk verschietende wanvormen uit de schuilhoeken van het
brein opdoken.
Dit behoeft niet te verbazen. Juist doordat de heilige zoo exacten vorm
had aangenomen, zooveel verbeeldingsstof had aangetrokken en rondom zich
gekristalliseerd, miste hij de huiveringwekkende geheimzinnigheid.
De vrees voor het bovennatuurlijke ligt in de onbepaaldheid der
voorstelling, in de verwachting, dat iets plotseling zich in een nieuwe,
nooit ontwaarde schrikwekkendheid zou kunnen vertoonen. Zoodra de
voorstelling wordt omlijnd en bepaald, ontstaat een gevoel van
verzekerdheid en gemeenzaamheid. De heiligen met hun welbekende figuren
hadden het geruststellende van een politieagent in een groote vreemde
stad. De heiligenvereering en vooral de heiligenverbeelding schiep als
't ware een neutrale zone van gemoedelijk rustig geloof tusschen de
verrukkingen van het God-schouwen en de zoete huiveringen van de
Christusliefde eenerzijds, en anderzijds de gruwelijke fantasmen van de
duivelvrees en den heksenwaan. Men zou de stelling kunnen wagen, dat de
heiligenvereering, door veel zaligheidsgevoel en veel angsten af te
leiden en te herleiden tot gemeenzame verbeelding, een zeer hygiënische
tempering heeft opgeleverd voor den wild uitschietenden geest der
Middeleeuwen.
Door die volkomen ver-beelding heeft de heiligenvereering haar plaats
aan den buitenkant van het geloofsleven. Zij gaat mee op den stroom van
het alledaagsche denken, en verliest daarin soms haar waardigheid.
Karakteristiek is in dit opzicht de laat-middeleeuwsche Joseph-vereering.
Men kan haar beschouwen als een gevolg en een terugslag van de
hartstochtelijke Maria-vereering. De onbescheiden belangstelling voor
den stiefvader is als 't ware de tegenkant van al de liefde en
verheerlijking, die de maagdelijke Moeder gold. Naarmate Maria hooger
steeg, werd Joseph meer caricatuur. De beeldende kunst gaf hem reeds een
type, dat bedenkelijk dicht naderde tot dat van den lompen, bespotten
boer. Zoo ziet men hem op Melchior Broederlam's tweeluik te Dijon. Maar
in de beeldende kunst bleef het ontwijdendste onuitgedrukt. Welk een
naïeve nuchterheid vertoont de Joseph-opvatting van Eustache Deschamps,
die hierin toch volstrekt niet als een onvrome spotter te beschouwen is.
Joseph, die Gods Moeder dienen mocht en haar zoon opvoeden, men zou
meenen, dat geen sterveling hooger begenadigd is geweest. Deschamps
gelieft hem te zien als het type van den slovenden, beklagenswaardigen
huisvader:
"Vous qui servez a femme et a enfans
Aiez Joseph toudis en remembrance;
Femmes servit toujours tristes, dolans.
Et Jhesu Crist garda en son enfance;
A piè trotoit, son fardel sur sa lance;
En plusieurs lieux est figuré ainsi,
Lez un mulet, pour leur faire plaisance,
Et si n'ot oncq feste en ce monde ci." [557]
Was het enkel, om huisvaders in zorgen met een edel voorbeeld te
troosten, dan zou het nog gaan, wat er ook aan waardigheid der
voorstelling ontbrak. Maar Deschamps bedoelt Joseph regelrecht als
afschrikkend voorbeeld, om zich toch niet met een gezin te belasten:
"Qu'ot Joseph de povreté
De durté,
De maleurté,
Quant Dieux nasqui?
Maintefois l'a comporté,
Et monté
Par bonté
Avec sa mère autressi,
Sur sa mule les ravi;
Je le vi
Paint ainsi;
En Egipte en est alé.
Le bonhomme est painturé
Tout lassé,
Et troussé,
D'une cote et d'un barry:
Un baston au coul posé,
Vieil, usé
Et rusé.
Feste n'a en ce monde cy,
Mais de lui
Va le cri:
C'est Joseph le rassoté." [558]
Hier ziet men voor oogen, hoe uit de gemeenzame afbeelding een
gemeenzame opvatting groeide, die elke heiligheid schond. Joseph bleef
in de volksverbeelding een half-komische figuur; nog dr. Johannes Eck
moest erop aandringen, dat men hem in het kerstspel of in het geheel
niet, of althans op betamelijker wijze zou voorstellen, en hem geen
pap zou laten koken, "ne ecclesia Dei irrideatur." [559] Tegen deze
onwaardige woekeringen was de beweging van Gerson voor een passende
Joseph-vereering gericht, die tot zijn opneming in de liturgie met
voorrang boven alle andere heiligen leidde. [560] Wij zagen echter boven
reeds, hoe ook Gerson's ernstig streven hem niet vrijhoudt van die
onbescheiden curiositas, die aan het onderwerp van Joseph's huwelijk
haast onvermijdelijk verbonden scheen. Voor een nuchteren geest (en
Gerson, ondanks zijn voorliefde voor de mystiek, was in veel opzichten
een nuchtere geest) mengden zich altijd weer in de beschouwing van
Maria's huwelijk overwegingen van zeer aardschen inhoud. De ridder de la
Tour-Landry, ook een type van nuchter welmeenend geloof, ziet het geval
onder dit licht. "Dieux voulst que elle espousast le saint homme Joseph,
qui estoit vieulx et preudomme; car Dieu voulst naistre soubz umbre de
mariage pour obéir à la loy qui lors couroit, _pour eschever les paroles
du monde_," [561]--
Een onuitgegeven werk der vijftiende eeuw verbeeldt het mystisch
huwelijk der ziel met den hemelschen bruidegom in de termen van een
burgerlijke vrijaadje. Jezus, de bruidegom, zegt tot God Vader: "S'il te
plaist, je me mariray et auray grant foueson d'enfans et de famille." De
Vader maakt bezwaren, want de keuze des Zoons is gevallen op een zwarte
Ethiopische; hier speelt het woord van het Hooglied onder: "Nigra sum
sed formosa". Het zou een mésalliance zijn en een oneer voor de familie.
De engel, die als hijlikmaker optreedt, doet een goed woord voor de
bruid. "Combien que ceste fille soit noire, neanmoins elle est
gracieuse, et a belle composicion de corps et de membres, et est bien
habile pour porter fouezon d'enfans." De Vader antwoordt: "Mon cher fils
m'a dit qu'elle est noire et brunete. Certes je vueil que son espouse
soit jeune, courtoise, jolye, gracieuse et belle et qu'elle ait beaux
membres." Nu prijst de engel haar aangezicht en al haar leden, dat zijn
de deugden der ziel. De Vader geeft zich gewonnen, en spreekt tot den
Zoon:
"Prens la, car elle est plaisant
Pour bien amer son doulx amant;
Or prens de nos biens largement,
Et luy en donne habondamment." [562]
Aan den ernst en de stichtelijke bedoeling van dit werk valt geen
oogenblik te twijfelen. Het is enkel een bewijs, tot welke triviale
voorstellingen de onbeteugelde uitwerking der verbeelding leiden kon.
Iedere heiligenfiguur had door haar welbepaald, direct sprekend beeld
een individueel karakter, [563] in tegenstelling met de engelen, die met
uitzondering der drie groote aartsengelen volkomen onverbeeld bleven.
De individualiteit der heiligen werd nog versterkt door de speciale
functie, die aan verscheiden hunner toekwam: tot dezen wendde men zich
in een bepaalden nood, tot genen om genezing eener bepaalde ziekte.
Veelal had een trek uit de legende of een attribuut van het beeld de
aanleiding gegeven tot die specialiseering, zooals bij voorbeeld, als
Sinte Apollonia tegen kiespijn werd aangeroepen, wie zelve in haar
martelie de kiezen waren uitgetrokken. Was eenmaal de goedgunstige taak
der heiligen zoo verbijzonderd, dan kon het niet uitblijven, of er kwam
in hun vereering een half mechanisch element. Hoorde eenmaal de genezing
der pest tot het ambtsgebied van Sint Rochus, dan werd bijna
onvermijdelijk de actie van den heilige in dezen te direct opgevat, en
liep de gansche, door de Kerk gevorderde, gedachtenschakel, dat de
heilige door zijn voorbidding bij God de genezing wrocht, gevaar om uit
te vallen. Met name was dit het geval bij de vereering der veertien
(soms ook vijf, acht, tien of vijftien) Noodhelpers, die in het laatst
der Middeleeuwen zoo sterk op den voorgrond kwam. Sint Barbara en Sint
Christophorus, de meest afgebeelde van allen, hooren ertoe. Aan deze
veertien had God naar de voorstelling van het volksgeloof toegestaan,
dat hunne aanroeping iedereen zou vermogen te redden uit onmiddellijk
dreigend gevaar.
"Ilz sont cinq sains, en la genealogie,
Et cinq sainctes, a qui Dieux octria
Benignement a la fin de leur vie.
Que quiconques de cuer les requerra
En tous perilz, que Dieux essaucera
Leurs prieres, pour quelconque mesaise.
Saiges est donc qui ces cinq servira,
Jorges, Denis, Christofle, Gille et Blaise." [564]
Voor het volksbesef moest krachtens deze delegatie der almacht en
de oogenblikkelijkheid der werking elke gedachte aan de louter
voorsprekende functie der heiligen geheel wegvallen; de Noodhelpers
waren de procuratiehouders der godheid geworden. Verschillende missalen
uit het einde der Middeleeuwen, die het officie der veertien Noodhelpers
behelzen, spreken het bindend karakter van hunne tusschenkomst duidelijk
uit: "Deus qui electos sanctos tuos Georgium etc. etc. specialibus
privilegiis prae cunctis aliis decorasti, ut omnes, qui in necessitatibus
suis eorum implorant auxilium, secundum promissionem tuae gratiae
petitionis suae salutarem consequantur effectum." [565] Vandaar dat de
Kerk na Trente de mis der veertien Noodhelpers als zoodanig verboden
heeft, van wege het gevaar, dat het geloof hier zich als aan een talisman
zou hechten. [566] Inderdaad gold reeds het dagelijks aanschouwen van een
geschilderden of gebeeldhouwden Christophorus als genoegzame behoeding
voor een noodlottig einde. [567]
Vraagt men, wat de aanleiding kan zijn geweest, dat juist deze veertien
zulk een compagnie des heils zijn gaan vormen, dan valt het op, dat
allen in hun beeltenis iets sensationeels hadden, dat de verbeelding
prikkelde. Achatius zag men met een doornenkroon, Aegidius met een
hinde, Sint Joris met den draak, Blasius in een hol met wilde dieren,
Christoffel als een reus, Cyriacus met den duivel aan een ketting,
Dionysius met zijn hoofd in den arm, Erasmus in zijn gruwelijke
marteling met de windas, die hem de darmen uittrekt, Eustachius met het
kruisdragend hert, Pantaleon als geneesheer, met een leeuw, Vitus in een
ketel, Sint Barbara met haar toren, Catharina met het rad en het zwaard,
Margareta met een draak. [568] Het zou niet onmogelijk zijn, dat de
bijzondere opmerkzaamheid voor deze veertien van het treffende in hun
beeld haar uitgangspunt had genomen.
Tal van heiligennamen waren verbonden geraakt aan bepaalde ziekten,
zooals Sint Antonie aan verschillende vurige huidziekten, Sint Maurus
aan de jicht, Sint Sebastiaan, Sint Rochus, Sint Aegidius, Sint
Christoffel, Sint Valentijn en Sint Adriaan aan de pest. Hier school nog
een ander gevaar voor ontaarding van het volksgeloof. Het euvel heette
naar den heilige: Sint Antonies vuur, "mal de Saint Maur" en tallooze
dergelijke. De heilige stond dus bij het denken aan de ziekte van
aanvang af op den voorgrond der gedachte. Dat denken was geladen met
heftige gemoedsbeweging; vooral waar het de gevreesde pest gold.
De pestheiligen werden in de vijftiende eeuw druk vereerd: met officiën
in de kerken, met processies, met broederschappen, een geestelijke
ziekteverzekering als 't ware. Hoe licht kon nu het sterke besef van
Gods toorn, dat door iedere epidemie werd gewekt, overslaan op den
heilige, die de voorstelling in beslag nam. Niet Gods ondoorgrondelijke
rechtvaardigheid heeft de ziekte veroorzaakt, maar de toorn van den
heilige is het, die haar zendt en verzoening eischt. Wanneer hij ze
geneest, waarom zal hij haar dan ook niet veroorzaken? Zoo was een
heidensche verplaatsing van het geloof uit de religieus ethische in de
magische sfeer gegeven, waarvoor de Kerk enkel in zooverre aansprakelijk
kon worden gesteld, als zij er niet genoeg rekening mee hield, hoe haar
zuivere leer vertroebelde in een onwetenden geest. Rabelais vertelt van
volkspredikers, die der gemeente Sint Sebastiaan voorhielden als den
veroorzaker der pest, Sint Eutropius (wegens de assonantie met
ydropique?) als dien der waterzucht. [569] De werkelijke aanwezigheid
van zulk een voorstelling wordt gestaafd door meer dan één getuigenis.
Eustache Deschamps laat den door huidziekte geplaagden bedelaar zeggen:
"Saint Anthoine me vent trop chier
Son mal, le feu ou corps me boute", [570]
en den jichtige voegt hij toe: wel, als ge niet loopen kunt, spaart ge
weggeld uit:
"Saint Mor ne te fera fremir." [571]
In zijn hoongedicht _De validorum per Franciam mendicantium varia
astucia_ beschrijft Robert Gaguin de bedelaars aldus: "Deze valt ter
aarde, terwijl hij stinkend speeksel opgeeft, en bazelt, dat dit het
wonderwerk van Sint Jan is. Anderen worden door Sint Fiacrius, den
kluizenaar, met puisten gekweld; gij, o Damianus, belemmert de
waterloozing. Sint Antonie brandt hun de gewrichten met jammerlijk vuur,
Sint Pius maakt hen kreupel en lam." [572]
"Sainct Anthoine arde le tripot! Sainct Anthoine arde la monture!" [573]
In verwenschingen als deze is de heilige geheel een booze vuur-demon
geworden.
Zelfs de bejegening der godheid zelf kan door deze fetichistische
voorstelling aangetast worden. Te Haarlem wordt in 1492 een knaap uit de
Groningsche Ommelanden terechtgesteld, die na zijn geld bij het dobbelen
verloren te hebben, een kerk was binnengeloopen en twee dolksteken had
toegebracht aan het beeld van den Gekruisigde. [574]
De gevoels- en gedachteninhoud van de heiligenvereering was voor zulk
een groot deel vastgelegd in de kleuren en vormen der beelden, dat de
onmiddellijk aesthetische opvatting voortdurend dreigde, de religieuze
gedachte op te heffen. Tusschen het aanschouwen van den glans van het
goud, van de pijnlijk getrouwe weergave van de stoffen der kleedij, van
den vromen blik der oogen, en de levende voorstelling van den heilige in
het bewustzijn, was nauwelijks meer plaats voor de overdenking, wat de
Kerk toestond en wat zij verbood, dien heerlijken wezens aan hulde en
innigheid te bieden. De heiligen leefden in den geest des volks als
goden. Wanneer dat gevaar voor de volksvroomheid gevreesd wordt door de
angstvallig rechtgeloovige kringen der Windesheimers, verbaast het ons
niet. Doch wel sprekend is het, wanneer die gedachte plotseling opgaat
aan een geest als Eustache Deschamps, den oppervlakkigen, banalen
hofdichter, die juist in zijn begrensdheid zulk een voortreffelijke
spiegel is van het gewone geestesleven van zijn tijd.
"Ne faictes pas les dieux d'argent,
D'or, de fust, [575] de pierre ou d'arain,
Qui font ydolatrer la gent....
Car l'ouvrage est forme plaisant;
Leur painture dont je me plain,
La beauté de l'or reluisant,
Font croire à maint peuple incertain
Que ce soient dieu pour certain,
Et servent par pensées foles
Telz ymages qui font caroles [576]
Es moustiers où trop en mettons;
C'est tresmal fait: a brief paroles,
Telz simulacres n'aourons.
* * * * * * * * * * * * *
Prince, un Dieu croions seulement
Et aourons parfaictement
Aux champs, partout, car c'est raisons.
Non pas faulz dieux, fer n'ayment,
Pierres qui n'ont entendement:
Telz simulacres n'aourons." [577]
Zou het niet op te vatten zijn als een onbewuste reactie tegen de
heiligenvereering, wanneer in de late Middeleeuwen zoo sterk geijverd
wordt voor de vereering van den beschermengel? In de heiligenvereering
was het levende geloof veel te veel gekristalliseerd; men had behoefte
aan een meer liquiden staat van het vereeringsgevoel en het
beschermingsbesef. Dat kon zich hechten aan de nauwelijks verbeelde
engelfiguur, terugkeeren tot de onmiddellijkheid van het
bovennatuurlijke. Het is alweer Gerson, de nauwgezette ijveraar voor
zuiverheid in het geloof, die de vereering des beschermengels
herhaaldelijk aanbeveelt. [578] Doch ook hier dreigt alweer die zucht
tot uitwerking der bijzonderheden, die het vrome gehalte der vereering
slechts schaden kon. De "studiositas theologorum" zegt Gerson, stelt
aangaande de engelen allerlei vragen: of zij ons ooit verlaten, of zij
van te voren weten, of wij uitverkoren zijn of verdoemd zullen worden,
of Christus een beschermengel had, en Maria, of de Antichrist er een
hebben zal. Of onze goede engel tot onze ziel kan spreken zonder de
beelden van phantasmen, of zij de aanspoorders zijn tot het goede,
gelijk de duivelen tot het kwade. Of zij onze gedachten zien. Wat hun
getal is. Die studiositas, besluit Gerson, blijve den godgeleerden
overgelaten, maar elke curiositas zij verre van allen, die zich meer
moeten bevlijtigen tot devotie dan tot subtiele speculatie. [579]
De Hervorming heeft een eeuw later de heiligenvereering bijna weerloos
gevonden, terwijl zij tegen het heksen- en duivelgeloof zelfs geen
aanval deed, ja niet doen wilde, daar het haar zelf nog bevangen hield.
Was dit niet, doordat de heiligenvereering voor een groot deel tot caput
mortuum geworden was, doordat bijna alles wat de gedachtensfeer der
heiligenvereering betrof, in het beeld, de legende, het gebed zoo
volkomen was uitgedrukt, dat er geen huiverend ontzag meer achter stond?
De heiligenvereering had haar wortels in het onverbeelde en onzegbare
verloren, die zoo vreeselijk sterk waren in de demonologische
gedachtensfeer. En wanneer de Contrareformatie een gezuiverde
heiligenvereering opnieuw gaat kweeken, moet zij den geest bewerken met
snoeimes en bemesting.

NOTEN:

[458] J. Burckhardt, Weltgeschichtliche Betrachtungen, 1905, S. 97, 147.
[459] Heinrich Seuse, Leben, ed. Bihlmeyer, Deutsche Schriften, 1907,
p. 24, 25.
[460] Gerson, Opera, III p. 309.
[461] Nic. de Clemanges, De novis festivitatibus non instituendis,
Opera, ed. Lydius, Lugd. Bat. 1613, p. 151, 159.
[462] Bij Gerson, Opera, II p. 911.
[463] Acta sanctorum Apr. t. III p. 149.
[464] ac aliis vere pauperibus et miserabilibus indigentibus, quibus
convenit jus et verus titulus mendicandi.
[465] qui ecclesiam suis mendaciis maculant et eam irrisibilem reddunt.
[466] Alanus Redivivus, ed. J. Coppenstein, 1642, p. 77.
[467] Commines, I p. 310; Chastellain, V p. 27; Le Jouvencel, I p. 82;
Jean Lud, in Deutsche Geschichtsblätter, XV p. 248; Journal d'un
bourgeois, p. 384; Paston Letters, II p. 18; J. H. Ramsay, Lancaster and
York, II p. 275; Play of sir John Oldcastle, II p. 2 enz.
[468] Contra superstitionem praesertim Innocentum, Gerson, Opera, I p.
203.
[469] Gerson, Quaedam argumentatio adversus eos qui publice volunt
dogmatizare etc. Opera, II p. 521/522.
[470] Johannis de Varennis Responsiones etc., Gerson, I p. 909.
[471] Journal d'un bourgeois, p. 259. Voor "une hucque vermeille par
dessoubz" zal "par dessus" te lezen zijn.
[472] Contra vanam curiositatem, Opera, I p. 86.
[473] Considérations sur saint Joseph, III p. 842/68. Josephina IV p.
753; Sermo de natalitate beatae Mariae Virginis, III p. 1351; verder IV
p. 729, 731, 732, 735, 736.
[474] Gerson, De distinctione verarum visionum a falsis, Opera, I p. 50.
[475] C. Schmidt, Der Prediger Olivier Maillard, Zeitschr. f. hist.
Theologie, 1856, p. 501.
[476] Zie Thuasne, Rob. Gaguini Ep. et Or., I p. 72ss.
[477] Les cent nouvelles nouvelles, ed. Wright, II p. 75ss. 122ss.
[478] Le livre du chevalier de la Tour-Landry, ed. de Montaiglon, p. 56.
[479] L.c., p. 257; "Se elles ouyssent sonner la messe ou à veoir Dieu."
[480] Leroux de Lincy, Le livre des Proverbes français(2), Paris, 1859,
2 vol., I p. 21.
[481] Froissart, ed. Luce, V p. 24.
[482] "Cum juramento asseruit non credere in Deum dicti episcopi," Rel.
de S. Denis, I p. 102.
[483] Laborde, II p. 264. no. 4238. Inventaris van 1420; ib. II p. 10
no. 77, Inventaris van Karel den Stoute, waar wel sprake zal zijn van
hetzelfde exemplaar.
[484] Gerson, Opera, III p. 947.
[485] Journal d'un bourgeois, p. 366(2).
[486] Een nederl. aflaatbrief uit de 14e eeuw, ed. J. Verdam, Ned.
Archief voor Kerkgesch. 1900, p. 117-122.
[487] A. Eekhof, De questierders van den aflaat in de Noordelijke
Nederl., 's Grav. 1909, p. 12.
[488] Chastellain, Ip. 187/89: intocht van Hendrik V en Philips van
Bourgondië te Parijs in 1420; II p. 16: intocht van den laatste te Gent
in 1430.
[489] Doutrepont, p. 379.
[490] Deschamps, III p. 89 no. 357; le roi René, Traicté de la forme et
devise d'un tournoy. Oeuvres, II p. 9.
[491] Olivier de la Marche. II p. 202.
[492] Monstrelet, I p. 285. cf. 306.
[493] Liber de virtutibus Philippi ducis Burgundiae, p. 13, 16, (Chron.
rel. à l'hist. de la Belgique sous la dom. des ducs de Bourg. II).
[494] Molinet, II p. 84-94, III p. 98, Faictz et Dictz, fo. 47, vgl. I
p. 240, en ook Chastellain, III p. 209, 260, IV p. 48, V p. 301, VII
p. 1ss.
[495] Molinet, III p. 109.
[496] Gerson, Oratio ad regem Franciae, Opera, IV p. 662.
[497] Quinze joyes de Mariage, p. xiii.
[498] Gerson, Opera, III p. 299.
[499] Friedländer, Jahrb. d. K. Preuss. Kunstsammlungen, XVII. 1896,
p. 206.
[500] Wetzer und Welte, Kirchenlexikon, s. v. Musik, col., 2040.
[501] Chastellain, III p. 155.
[502] H. van den Velden, Rod. Agricola, een Nederlandsen humanist der
vijftiende eeuw, 1e dl., Leiden 1911, p. 44.
[503] Deschamps, X no. 33, p. xli. In den voorlaatsten regel staat
"l'ostel", wat natuurlijk geen zin geeft.
[504] Nic. de Clemanges, De novis celebritatibus non instituendis,
Opera, ed. Lydius, 1613, p. 143.
[505] Le livre du chevalier de la Tour-Landry, p. 66, 70.
[506] Gerson, Sermo de nativitate Domini, Opera, III p. 946, 947.
[507] Nic. de Clemangiis, l.c., p. 147.
[508] O. Winckelmann, Zur Kulturgesch. des Strassburger Münsters,
Zeitschr. f. d. Gesch. des Oberrheins NF XXII 2.
[509] Dionysius Cartusianus, De modo agendi processiones etc., Opera,
XXXVI p. 198s.
[510] Chastellain, V p. 253ss.
[511] Hierboven p. 66. (zie Hoofdstuk II, noot 100)
[512] Michel Menot, Sermones f. 144vs., bij Champion, Villon, I p. 202.
[513] Le livre du chevalier de la Tour-Landry, p. 65; Olivier de la
Marche, II p. 89; l'Amant rendu cordelier, p. 25, huitain 68; Rel. de S.
Denis. I p. 102.
[514] L.c., p. 144.
[515] Christine de Pisan, Oeuvres poétiques, I p. 172, vgl. p. 60,
l'Epistre au dieu d'Amours, II 3; Deschamps, V p. 51 no. 871, II p. 185
vs. 75; vgl. hierboven p. 207. (= zie Hoofdstuk IV, noot 399)
[516] L'Amant rendu cordelier, l.c.
[517] Menot, l.c.
[518] Gerson, Expostulatio ... adversus corruptionem juventutis per
lascivas imagines et alia hujusmodi, Opera, III p. 291; cf. De parvulis
ad Christum trahendis, ib. p. 281; Contra tentationem blasphemiae, ib.
p. 246.
[519] Le livre du chevalier de la Tour-Landry, p. 80, 81, vgl. Machaut,
Livre du Voir-Dit, p. 143ss.
[520] Ib. p. 55, 63, 73, 79.
[521] Nic. de Clemangiis, l.c. p. 145.
[522] Quinze joyes de mariage, p. 127, vgl. p. 19, 29. 124.
[523] Froissart, ed. Luce et Raynaud, XI p. 225ss.
[524] Chron. Montis S. Agnetis, p. 341; J. C. Pool, Frederik v. Heilo en
zijne schriften, Amsterdam, 1866, p. 126; vgl. Hendrik Mande bij W. Moll,
Joh. Brugman en het godsd. leven onzer vaderen in de 15e eeuw, 1854, 2 dln.,
I p. 264.
[525] Gerson, Centilogium de impulsibus, Opera, III p. 154.
[526] Deschamps, IV p. 322 no. 807; vgl. I p. 272 no. 146: "Si n'y a Si
meschant qui encor ne die Je regni Dieu...."
[527] Gerson, Adversus lacivas imagines, Op. III p. 292; Sermo de
nativitate Domini, III p. 946.
[528] Deschamps, I p. 271ss. no. 145, 146, p. 217 no. 105, vgl. II p.
lvi en Gerson III p. 85.
[529] Gerson, Considérations sur le peché de blasphème, Op. III p. 889.
[530] Regulae morales, ib. III p. 85.
[531] Ordonnances des rois de France, t. VIII p. 130, Rel. de S. Denis,
II p. 533.
[532] P. d'Ailly, De reformatione, cap. 6; de reform, laicorum, bij
Gerson, Opera, II p. 914.
[533] Gerson, Contra foedam tentationem blasphemiae. Opera, III p. 243.
[534] Gerson, Regulae morales. Opera, III p. 85.
[535] Gerson, Contra foedam tentationem blasphemiae. Opera, III p. 246:
hi qui audacter contra fidem loquuntur in forma joci etc.
[536] Cent nouvelles nouvelles, II p. 205.
[537] Gerson, Sermo de S. Nicolao, Op. III p. 1577; De parvulis ad
Christum trahendis ib. p. 279. Tegen hetzelfde spreekwoord ook Dionysius
Cart., Inter Jesum et puerum dialogus, art. 2, Opera t. XXXVIII p. 190.
[538] Gerson, De distinctione verarum visionum a falsis, Opera, I p. 45.
[539] Ib. p. 58.
[540] Deschamps, VI p. 109, no. 1167, id. no. 1222; Commines, I p. 449.
[541] Froissart, ed Kervyn. XIV p. 67.
[542] Rel. de S. Denis, I p. 102, 104; Jean Juvenal des Ursins, p. 346.
[543] Jacques du Clercq. II p. 277, 340; IV p. 59; vgl. Molinet, IV p.
390, Rel. de S. Denis, I p. 643.
[544] Joh. de Monasteriolo, Epistolae, Martène et Durand, Ampl. Coll. II
p. 1415, vgl. ep. 75, 76, p. 1456 van Ambr. de Miliis aan Gonthier Col,
waar hij zich beklaagt over Jean de Montreuil.
[545] Gerson, Sermo III in die Sancti Ludovici, Opera, III p. 1451.
[546] Gerson, Contra impugnantes ordinem carthusiensium, Opera. II
p. 713.
[547] Gerson, De decem praceptis, Opera, I p. 245.
[548] Gerson, Sermo de nativ. Domini, Opera, III p. 947.
[549] Nic. de Clemanges, De novis celebr. etc. p. 151.
[550] Villon, Testament, vs. 893ss., ed. Longnon, p. 57.
[551] Gerson, Sermo de nativitaté Domini, Opera, III p. 947, Regulae
morales, ib. p. 86, Liber de vita spirituali animae, ib. p. 66.
[552] Hist. translationis corporis sanctissimi ecclesiae doctoris divi
Thom. de Aq., 1368, auct. fr. Raymundo Hugonis O.P., Acta sanctorum
Martii, I p. 725.
[553] Bericht van de pauselijke commissaris-bisschop Konrad van
Hildesheim en abt Hermann van Georgenthal over het getuigenverhoor
aangaande de heilige Elisabeth te Marburg in Januari 1235, uitgegeven
Historisches Jahrbuch der Görres-Gesellschaft XXVIII p. 887.
[554] Rel. de S. Denis, II p. 37.
[555] Zie beneden p. 280. (zie Hoofdstuk VI, noot 565)
[556] Chastellain, III p. 407, IV p. 216.
[557] Deschamps, I p. 277 no. 150.
[558] Ib. II p. 348 no. 314.
[559] Uit Johann Eck's Pfarrbuch für U.L. Frau in Ingolstadt,
aangehaald Archiv f. Kulturgesch. VIII p. 103.
[560] Joseph Seitz, Die Verehrung des hl. Joseph in ihrer geschichtl.
Entwicklung usw., Freiburg, Herder, 1908.
[561] Le livre du chevalier de la Tour-Landry, p. 212.
[562] B. Nat. Ms. fr. 1875, bij Ch. Oulmont, Le Verger, le Temple et la
Cellule, essai sur la sensualité dans les oeuvres de mystique
religieuse, Paris, 1912, p. 284ss.
[563] Zie over de heiligenfiguren vooral E. Mâle, L'art religieux à la
fin du Moyen âge, chap. IV.
[564] Deschamps, I p. 114 no. 32, VI p. 243 no. 1237.
[565] Bambergsch missaal van 1490, bij Uhrig, Die 14 hl. Nothelfer (XIV
Auxiliatores), Theol. Quartalschrift LXX, 1888, p. 72; vgl. Utrechtsch
missaal van 1514 en Dominicaansch missaal van 1550, Acta sanctorum
Aprilis t. III p. 149.
[566] L.l.c.c.
[567] Erasmus, Ratio seu methodus compendio perveniendi ad veram
theologiam, ed. Bazel, 1520, p. 171.
[568] In de zooeven aangehaalde ballade van Deschamps ook Martha, die de
Tarasque te Tarascon vernietigde.
[569] Gargantua, l.I ch. 45.
[570] ou = au.
[571] Deschamps, no. 1230, VI p. 323.
[572] Rob. Gaguini Epistole et Orationes, ed. Thuasne. II p. 176.
[573] Oeuvres de Coquillart, ed. Ch. d'Héricault (Bibl. elzevirienne)
1857. 2 vol., II p. 281.
[574] Molinet, IV p. 284.
[575] Fust = hout.
[576] font caroles = in 't rond staan.
[577] Deschamps, VIII p. 201, no. 1489.
[578] Gerson, de Angelis, Opera, III p. 1481, De praeceptis decalogi, I
p. 431, Oratio ad bonum angelum suum, III p. 511, Tractatus VIII super
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Herfsttij der Middeleeuwen - 18
  • Parts
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 01
    Total number of words is 4412
    Total number of unique words is 1815
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.4 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 02
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 1780
    34.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 03
    Total number of words is 4199
    Total number of unique words is 1628
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.4 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 04
    Total number of words is 4530
    Total number of unique words is 1663
    35.8 of words are in the 2000 most common words
    50.8 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 05
    Total number of words is 4344
    Total number of unique words is 1684
    33.5 of words are in the 2000 most common words
    47.3 of words are in the 5000 most common words
    54.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 06
    Total number of words is 4245
    Total number of unique words is 1692
    29.5 of words are in the 2000 most common words
    42.1 of words are in the 5000 most common words
    50.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 07
    Total number of words is 4331
    Total number of unique words is 1739
    29.8 of words are in the 2000 most common words
    43.6 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 08
    Total number of words is 4397
    Total number of unique words is 1675
    31.3 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 09
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 1713
    34.4 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 10
    Total number of words is 4385
    Total number of unique words is 1834
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    42.8 of words are in the 5000 most common words
    50.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 11
    Total number of words is 3879
    Total number of unique words is 1363
    26.9 of words are in the 2000 most common words
    39.2 of words are in the 5000 most common words
    45.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 12
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1719
    30.9 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 13
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 1767
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 14
    Total number of words is 4249
    Total number of unique words is 1722
    28.4 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    47.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 15
    Total number of words is 4284
    Total number of unique words is 1749
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    44.9 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 16
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 1733
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.6 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 17
    Total number of words is 3978
    Total number of unique words is 1708
    23.6 of words are in the 2000 most common words
    34.4 of words are in the 5000 most common words
    40.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 18
    Total number of words is 4422
    Total number of unique words is 1718
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 19
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1774
    32.6 of words are in the 2000 most common words
    46.2 of words are in the 5000 most common words
    53.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 20
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1728
    31.5 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    51.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 21
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1659
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 22
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1778
    29.7 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 23
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1732
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    50.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 24
    Total number of words is 4324
    Total number of unique words is 1754
    30.3 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 25
    Total number of words is 4103
    Total number of unique words is 1747
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    41.7 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 26
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1618
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    48.8 of words are in the 5000 most common words
    57.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 27
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 1709
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    46.9 of words are in the 5000 most common words
    54.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 28
    Total number of words is 4202
    Total number of unique words is 1635
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    53.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 29
    Total number of words is 4403
    Total number of unique words is 1869
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.3 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 30
    Total number of words is 4322
    Total number of unique words is 1762
    27.5 of words are in the 2000 most common words
    39.0 of words are in the 5000 most common words
    46.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 31
    Total number of words is 4295
    Total number of unique words is 1866
    26.2 of words are in the 2000 most common words
    38.2 of words are in the 5000 most common words
    44.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 32
    Total number of words is 3982
    Total number of unique words is 1660
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.7 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 33
    Total number of words is 3690
    Total number of unique words is 1729
    20.5 of words are in the 2000 most common words
    30.8 of words are in the 5000 most common words
    36.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 34
    Total number of words is 716
    Total number of unique words is 448
    15.3 of words are in the 2000 most common words
    23.6 of words are in the 5000 most common words
    29.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.