Herfsttij der Middeleeuwen - 15

Total number of words is 4284
Total number of unique words is 1749
30.7 of words are in the 2000 most common words
44.9 of words are in the 5000 most common words
52.2 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
--Nergens was alles wat den dood voor oogen riep, zoo treffend bijeen
als op het kerkhof der Innocents te Parijs. Daar genoot de geest de
huivering van het macabere in haar volste maat. Alles werkte mee, om aan
deze plek de sombere heiligheid en bonte griezeligheid te geven, die de
late Middeleeuwen zoo hevig begeerden. Reeds de heiligen, aan wie de
kerk en het kerkhof gewijd waren, de Onnoozele kinderen, die in de
plaats van Christus geslacht waren, brachten door hun martelie die
wreede roering en bloedige verteedering aan, waarin de tijd zwelgde.
Juist in deze eeuw kwam hun vereering sterk op den voorgrond. Men bezat
meer dan één reliek van de knaapjes van Bethlehem: Lodewijk XI schonk
aan de hun gewijde kerk te Parijs "un Innocent entier", besloten in een
grooten kristallen schrijn. [452] Het kerkhof was de plaats, waar men
liever rustte dan ergens anders. Een bisschop van Parijs liet een weinig
aarde van het kerkhof der Innocents in zijn graf leggen, daar hij er
niet begraven kon worden. [453] Arm en rijk lag er dooreen, en niet voor
lang, want zoo druk was het gebruik der begraafplaats, waarop twintig
parochiën het recht van begraven hadden, dat na verloop van eenigen tijd
de beenderen werden opgegraven en de steenen verkocht. Het heette, dat
een lichaam er in negen dagen tot op de beenderen verging. [454]
Schedels en beenderen werden dan opgestapeld in de knekelzolders boven
de zuilengang, die het kerkhof aan drie zijden omringde: bij duizenden
lagen zij daar open en bloot voor het gezicht, en preekten de les van
gelijkheid. Onder de arcaden was in de schildering en de verzen van den
Doodendans diezelfde les te zien en te lezen. Voor het maken van de
"beaux charniers" had onder anderen de edele Boucicaut geld gegeven.
[455] Aan het portaal der kerk had de hertog van Berry, die daar rusten
wilde, de voorstelling van de drie dooden en de drie levenden laten
beeldhouwen. Later, in de zestiende eeuw, verrees op het kerkhof nog de
groote Dood, die in het Louvre eenzaam de eenige rest uitmaakt van al
wat daar bijeen was.
Deze plek nu was voor de Parijzenaars der vijftiende eeuw als een luguber
Palais royal van 1789. Te midden van het voortdurende begraven en weer
opgraven was het er een wandelplaats en een vereenigingspunt. Men vond
er winkeltjes bij de knekelhuizen en lichte vrouwen onder de arcaden.
Een ingemetselde kluizenares aan de zijde der kerk verhoogde de
bezienswaardigheid. Soms kwam een bedelmonnik preeken op de plaats, die
zelf een preek in middeleeuwschen stijl was. Soms verzamelde er zich een
processie van kinderen: 12500, zegt de burger van Parijs, allen met
kaarsen, die een Innocent naar de Notre Dame en weer terug droegen.
Zelfs feesten werden er gegeven. [456] Zoo was het huiveringwekkende
weer alledaagsch geworden.
In de zucht tot directe verbeelding van den dood, waarbij al het
onverbeeldbare moest worden prijsgegeven, werden alleen de grovere
aspecten van den dood in het bewustzijn gedrongen. In de macabere visie
van den dood ontbreekt zoo goed als al het teere, al het elegische. En
in den grond is het een zeer deeszijdig, zelfzuchtig gezicht op den
dood. Het is niet de rouw om het gemis van geliefden, maar de spijt om
den eigen komenden dood, enkel gezien als onheil en verschrikking. Daar
is geen gedachte in aan den dood als trooster, aan het einde van lijden,
aan de begeerde rust, de vervulde of de afgebroken taak, geen teedere
herinnering, geen berusting. Niets van de "divine depth of sorrow".
Slechts een enkele maal klinkt er een weeker accent. In den doodendans
spreekt de doode den daglooner aan:

"Laboureur qui en soing et painne
Avez vescu tout vostre temps,
Morir fault, c'est chose certainne,
Reculler n'y vault ne contens (tegenstribbeling).
De mort devez estre contens
Car de grant soussy vous delivre...."
Maar de daglooner beklaagt toch het leven, waarvan hij dikwijls het eind
heeft gewenscht.
Martial d'Auvergne laat in zijn doodendans der vrouwen het kleine meisje
tot haar moeder roepen: bewaar toch goed mijn pop, mijn bikkels en mijn
mooie jurk. De aandoenlijke accenten van het kinderleven zijn in de
litteratuur der late Middeleeuwen uitermate zeldzaam; er was geen plaats
voor in de gewichtige stijfheid van den grooten stijl. Noch de kerkelijke
noch de wereldlijke litteratuur kennen eigenlijk het kind. Wanneer
Antoine de la Salle in _Le Reconfort_ [457] een edelvrouw wil troosten
over het verlies van haar zoontje, weet hij niet anders te geven dan het
verhaal van een knaap, die nog wreeder zijn jonge leven verloor, als
gijzelaar omgebracht. Als overwinning der smart kan hij haar niet anders
bieden dan de leer, om aan niets wat aardsch is te hechten. Maar dan
laat hij volgen, wat wij kennen als het volkssprookje van het doodshemdje:
het gestorven kindje, dat zijn moeder komt vragen om niet langer te
schreien, opdat zijn doodshemdje kan drogen. En het is opeens een veel
inniger geluid dan het in duizend tonen gezongen memento mori. Zouden niet
volksverhaal en volkslied in die eeuwen allerlei sentimenten hebben
bewaard, die de litteratuur nauwelijks kent?
De kerkelijke gedachte der late Middeleeuwen kent alleen de twee uitersten:
de klacht om de vergankelijkheid, om het einde van macht, eer en genot,
om het vergaan van schoonheid, en den jubel om de geredde ziel in haar
zaligheid. Alles wat daartusschen ligt, blijft onuitgesproken. In de
doorgevoerde verbeelding van den doodendans en het ijselijke rif versteent
de levende aandoening.

NOTEN:

[421] Directorium vitae nobilium, Dionysii Opera, t. XXXVII, p. 550;
t. XXXVIII p. 358.
[422] Bernardi Morlanensis De contemptu mundi, ed. Th. Wright, The
Anglo-latin satirical poets and epigrammatists of the twelfth century
(Rerum Britannicarum medii aevi scriptores), London, 1872, 2 vol., II p.
37.
[423] Vroeger toegeschreven aan Bernard van Clairvaux, door sommigen voor
het werk van Walter Mapes gehouden; vgl. H.L. Daniel, Thesaurus
hymnologicus, Lipsiae 1841-1856, IV p. 288.
[424] Deschamps, III no. 330, 345, 368, 399.--Gerson, Sermo III de
defunctis, Opera, III p. 1568; Dion. Cart. De quatuor hominum
novissimis, Opera, t. XLI p. 511; Chastellain, VI p. 52.
[425] Villon, ed. Longnon, p. 33.
[426] Ib. p. 34.
[427] Emile Mâle, l'Art religieux à la fin du moyen âge, Paris, 1908,
p. 376.
[428] Zie mijn De Vidûshaka in het Indisch tooneel, Groningen, 1897,
p. 77.
[429] Odo van Cluny, Collationum lib. III, Migne t. CXXXIII, p. 556.
[430] Innocentius III, de contemptu mundi sive de miseria conditionis
humanae libri tres, Migne t. CCXVII p. 702. Het tractaat is overigens
uit den tijd vóór zijn pausschap.
[431] Ib. p. 713.
[432] Oeuvres du roi René, ed. Quatrebarbes I p. cl. Na den 5en den
8en regel schijnt een vers te ontbreken; waarschijnlijk rijmde op
"menu vair" "mangé des vers" of iets dergelijks.
[433] Olivier de la Marche, Le Parement et triumphe des dames, Paris,
Michel le Noir, 1520, aan het slot.
[434] Ib.
[435] Uitgevallen.
[436] Villon, Testament, vs. 453 ss., ed. Longnon, p. 39.
[437] H. Kern, Het lied van Ambapâlî uit de Therîgâthâ, Versl. en Meded.
der Kon. Akad. v. wetenschappen (6) III p. 153, 1917.
[438] Molinet, Faictz et dictz, fo. 4, fo. 42v.
[439] Proces over de zaligverklaring van Pieter van Luxemburg, 1390,
Acta sanctorum Julii, I p. 562.
[440] Les Grandes chroniques de France, ed. Paulin Paris, Paris
1836-'38, 6 vol., VI p. 334.
[441] Juvenal des Ursins, p. 567; Journal d'un bourgeois, p. 237, 307,
671; Lefèvre de S. Remy, I p. 260.
[442] Zie over dit alles Emile Male, l'Art religieux à la fin du
moyen-age, II, 2 La Mort.
[443] Laborde, II. I, 393.
[444] Journal d'un bourgeois, p. 203.
[445] Eenige reproducties bij Mâle t.a.p. en in Gazette des beaux arts
1918, avril-juin p. 167.
[446] Oeuvres du roi René, I p. clii.
[447] Chastellain, Le pas de la mort, VI p. 59.
[448] Vgl. Innocentius III, de contemptu mundi, II c. 42; Dion. Cart. de
IV hominum novissimis, t. XLI p. 496.
[449] Oeuvres, VI p. 49.
[450] T.a. p. 60.
[451] Villon, Testament, XLI, vs.321-328, ed. Longnon, p. 33.
[452] Champion, Villon, 1 p. 303.
[453] Mâle l.c. p. 389.
[454] Leroux de Lincy, Livre des légendes, p. 95.
[455] Le livre des faits etc., II p. 184.
[456] Journal d'un bourgeois, I p. 233/4, 392, 276. Zie verder Champion,
Villon, I p. 306.
[457] A. de la Salle, Le Reconfort de Madame du Fresne, ed. J. Nève,
Paris. 1903.

* * * * *

VI
DE TEUGELLOOZE VERBEELDING VAN HET HEILIGE

De doodsvoorstelling kan gelden als voorbeeld van het laat-middeleeuwsche
denkleven in het algemeen: het is als een uitvloeien, een verzanden van
de gedachte in het beeld. De gansche inhoud van het gedachtenleven wil
uitgedrukt worden in verbeeldingen; al het goud wordt aangemunt in
kleine, dunne schijven. Door die teugellooze behoefte aan verbeelding
was het heilige voortdurend blootgesteld aan veruiterlijking en
verstarring.
Het geheele proces van de ontwikkeling der volksvroomheid in de latere
Middeleeuwen kan niet bondiger worden uitgedrukt dan in de volgende
woorden van Jakob Burckhardt uit zijn _Weltgeschichtliche Betrachtungen_.
"Eine mächtige Religion entfaltet sich in alle Dinge des Lebens hinein
und färbt auf jede Regung des Geistes, auf jedes Element der Kultur ab.
Freilich reagieren dann diese Dinge mit der Zeit wieder auf die
Religion; ja deren eigentlicher Kern kann erstickt werden von den
Vorstellungs- und Bilderkreisen, die sie einst in ihren Bereich gezogen
hat. Das 'Heiligen aller Lebensbeziehungen' had seine schicksalsvolle
Seite." En verderop: "Nun ist aber keine Religion jemals ganz unabhängig
von der Kultur der betreffenden Völker und Zeiten gewesen. Gerade, wenn
sie sehr souverän mit Hilfe buchstäblich gefasster heiliger Urkunden
herrscht und scheinbar Alles sich nach ihr richtet, wenn sie sich 'mit
dem ganzen Leben verflicht', wird dieses Leben am unfehlbarsten auch auf
sie einwirken, sich auch mit ihr verflechten. Sie hat dann später an
solchen innigen Verflechtungen mit der Kultur keinen Nutzen mehr,
sondern lauter Gefahren; aber gleichwohl wird eine Religion immer so
handeln, so lange sie wirklich lebenskräftig ist." [458]
Het leven der middeleeuwsche christenheid is in al zijn betrekkingen
doortrokken, geheel verzadigd met godsdienstige voorstellingen. Daar is
geen ding en geen handeling, waarin niet voortdurend de betrekking tot
Christus en het geloof wordt gelegd. Maar in die oververzadigde
atmosfeer is de religieuze spanning, de daadwerkelijke transcendentie,
het uittreden uit het hier-en-dit niet steeds aanwezig. Blijft die
spanning uit, dan verdooft alles tot schrikwekkende alledaagsche
onheiligheid, een verbazende deeszijdigheid in geenzijdige vormen. Zelfs
bij een subliemen heilige als Heinrich Suso, bij wien de religieuze
spanning misschien geen oogenblik te kort schoot, blijft toch de val
naar het ridicule niet uit. Subliem, wanneer hij, gelijk de ridder
Boucicaut het om der wille van een aardsche geliefde deed, allen vrouwen
eer bewijst om Maria, en voor een arme terzijde in het slijk treedt. Hij
volgt de gebruiken der aardsche min, en viert den jaarsdag en den Meidag
zijn liefde voor de Wijsheid, zijn bruid, met een krans en een liedje.
Hoort hij een minneliedje, dan past hij het terstond toe op zijne
Wijsheid. Maar wat van het volgende? Aan tafel placht Suso, als hij een
appel at, dien in vieren te snijden: drie partjes at hij in naam der
Drieëenheid en het vierde at hij "in der minne, als diu himelsch muter
irem zarten kindlein Jesus ein epfelli gab ze essen", en daarom at hij
dat vierde partje met de schil, want kleine jongens eten appels
ongeschild. En eenige dagen na Kerstmis,--dus als het Jezuskind nog te
klein was om appels te eten, zal de bedoeling zijn,--at hij dat vierde
partje niet, maar offerde het aan Maria, om het aan haar zoon te geven.
Zijn dronk nam hij in vijf teugen, om de vijf wonden des Heeren, maar
omdat uit Christus' zijde bloed en water vloeide, nam hij den vijfden
teug dubbel. [459]--Ziedaar het 'Heiligen aller Lebensbeziehungen' in
zijn uiterste doorvoering.
Afgezien voorloopig van den graad van innigheid, en enkel beschouwd als
godsdienstige vormen, is er in de vroomheid der late Middeleeuwen zeer
veel, wat zich voordoet als woekeringen van het godsdienstig leven, mits
men dat begrip niet opvat van een protestantsch-dogmatisch standpunt. Er
was, afgezien van de qualitatieve veranderingen, die zij meebrachten, in
de Kerk een quantitatieve vermeerdering van gebruiken en begrippen
ontstaan, die de ernstige godgeleerden met schrik vervulde. Het is niet
zoozeer tegen de onvroomheid of bijgeloovigheid van al het nieuwe, dat
zich opdrong, als tegen de overlading van het geloof op zich zelf, dat
de reformgeest der vijftiende eeuw zich keert. De teekens der altijd
bereide goddelijke genade waren altijd meer geworden; naast de
sacramenten bloeiden aan alle zijden de benedicties; van de relieken
kwam men tot de amuletten, de kracht van het gebed werd geformaliseerd
in de rozenkransen, de bonte galerij der heiligen kreeg altijd meer
kleur en leven. En al ijverde de theologie voor een goede onderscheiding
van sacramenten en sacramentaliën, welk middel was er, om het volk te
weerhouden, op al dat magische en bonte hun hoop en geloof te vestigen?
Gerson had te Auxerre iemand ontmoet, die beweerde, dat het Dwazenfeest,
waarmee in kerken en kloosters de wintermaand gevierd werd, even
geheiligd was als dat van Mariae ontvangenis. [460] Nicolas de Clemanges
schreef een tractaat tegen het instellen en vieren van nieuwe feesten;
er waren er van die nieuwe, verklaarde hij, waarbij ongeveer de geheele
liturgie van apocryphen aard was, en met instemming gewaagt hij van den
bisschop van Auxerre, die de meeste feestdagen had afgeschaft. [461]
Pierre d'Ailly richt zich in zijn geschrift _De reformatione_ [462]
tegen de voortdurende vermeerdering van kerken, feesten, heiligen,
rustdagen, tegen den overvloed van beelden en schilderijen, de al te
groote uitvoerigheid van den dienst, het opnemen van apocryphe
geschriften in de liturgie der feesten, tegen de invoering van nieuwe
hymnen en gebeden of andere willekeurige nieuwigheden, tegen de al te
strenge vermeerdering van vigiliën, gebeden, vasten, onthoudingen. Er
was een neiging, om aan elk punt uit de vereering van de Moeder Gods een
specialen dienst te verbinden. Er waren bijzondere missen, later door de
Kerk afgeschaft, van Maria's vroomheid, van haar zeven smarten, van alle
Mariafeesten te zamen, van haar zusteren Maria Jacobi en Maria Salome,
van den engel Gabriel, van al de heiligen, die den geslachtsboom des
Heeren uitmaakten. [463] Verder zijn er te veel kloosterorden, zegt
d'Ailly, en dit leidt tot verscheidenheid van gebruiken, tot afzondering
en hoogmoed, tot ijdele verheffing van den éénen geestelijken staat
boven den anderen. Vooral de bedelorden wil hij beperken. Hun toestand
is schadelijk voor de leprozenhuizen en hospitalen en voor de andere
echte armen en ellendige behoeftigen, wien het recht en de ware titel
des bedelens toekomt. [464] Hij wil de preekende questierders van den
aflaat uit de kerk verbannen, die haar bezoedelen met hun leugens en
haar belachelijk maken. [465] Waar moet het heen met de voortdurende
stichting van nieuwe vrouwenconventen zonder voldoende middelen?
Men ziet, het is meer tegen het quantitatieve euvel, dat Pierre d'Ailly
te velde trekt, dan tegen het qualitatieve. Hij trekt, met uitzondering
van zijn schimp tegen den aflaatpreek, niet uitdrukkelijk de vroomheid
en heiligheid van al die praktijken in twijfel; hem bezwaart hun
ongebreideld aangroeien als zoodanig; hij ziet de Kerk verstikken onder
dien last van bijzonderheden. Toen Alanus de Rupe zijn nieuwe broederschap
van den rozenkrans propageert, richt zich het verzet ook meer tegen de
nieuwigheid op zich zelf dan tegen den inhoud ervan. Vertrouwend op de
werking van zulk een grootsche gebedsgemeenschap, als Alanus zich
voorstelde, zou het volk de voorgeschreven penitenties, de geestelijkheid
de canonieke getijden verwaarloozen. De parochiekerken zouden leegloopen,
als de broederschap enkel in de kerken der Franciscanen en Dominicanen
vergaderde. Uit de bijeenkomsten konden licht partijzucht en samenzweringen
voortkomen. En ten slotte verwijt men hem ook: het zijn droombeelden,
phantasieën en oudewijvenpraatjes, die de broederschap voor groote en
wonderlijke openbaringen verkoopt. [466]
De bijna mechanische wijze, waarop de heilige gebruiken zich neigden te
vermenigvuldigen, wanneer geen strenge autoriteit besnoeiend ingreep,
heeft een karakteristiek voorbeeld in de wekelijksche vereering der
Onnoozele kinderen. Aan de herdenking van den Bethlehemschen kindermoord
op 28 December verbond zich evenzeer allerlei half-heidensch midwinter-
bijgeloof als sentimenteele aandoening over den gruwel van dit
martelaarschap; de dag gold als een ongeluksdag. En nu plachten velen
gedurende het heele jaar den weekdag, waarop het laatst Onnoozele
kinderen gevallen was, als een ongeluksdag te ontzien. Men mocht dien
dag geen werk beginnen, geen tocht aanvaarden. De dag heette eenvoudig
"les Innocents" evenals het feest zelf. Lodewijk XI nam dit gebruik
nauwgezet in acht. De kroning van Eduard IV werd nog eens overgedaan,
omdat men haar eerst op den ongelukkigen dag der week had verricht. René
van Lotharingen moest van een gevecht afzien, omdat zijn landsknechten
weigerden, op grond dat het de weekdag van Onnoozele kinderen was. [467]
Johannes Gerson neemt uit dit gebruik de aanleiding tot een tractaat
tegen het bijgeloof in het algemeen en dit in het bijzonder. [468] Hij
is een dergenen geweest, die het gevaar van die woekering der
godsdienstige denkbeelden voor het kerkelijk leven duidelijk hebben
gezien. Met zijn scherpen, ietwat nuchteren geest ziet hij ook iets van
den zielkundigen grond voor het opkomen van al die denkbeelden. Zij
spruiten voort "ex sola hominum phantasiatione et melancholica
imaginatione"; het is een bederf van de verbeeldingskracht; deze berust
op een inwendig hersenletsel, en dit weer op duivelsche begoocheling.
Zoo krijgt de duivel toch nog zijn deel.
Het is een proces van voortdurende herleiding van het oneindige tot
eindigheden, een uiteenvalling van het wonder in atomen. Aan elk
heiligste mysterie hecht zich, als een korst van schelpen aan een schip,
een aangroeisel van uiterlijke geloofselementen, die het ontwijden. De
ontzaglijke doordrongenheid van het wonder der eucharistie plant zich
aan de oppervlakte voort in het nuchterste en materieelste bijgeloof:
bij voorbeeld dat men op den dag, waarop men mis gehoord heeft, niet
blind kan worden of een beroerte krijgen, dat men gedurende den tijd,
dat men de mis hoort, niet ouder wordt. [469] De Kerk heeft er
voortdurend tegen te waken, dat God niet al te zeer op aarde wordt
gebracht. Zij verklaart het kettersch, te beweren, dat Petrus, Johannes
en Jacobus bij Christus' transfiguratie het goddelijk wezen even klaar
hadden gezien, als zij het nu doen in den hemel. [470] Het was
godslastering, dat een der navolgsters van Jeanne d'Arc beweerde, God
gezien te hebben in een lang wit kleed met een rood overkleed. [471]
Doch kon het volk het helpen, dat het niet de fijne onderscheidingen
wist te maken, die de theologie voorschreef, waar de Kerk zooveel bonte
stof aan de verbeelding bood?
Gerson zelf hield zich niet vrij van het euvel, dat hij bestreed. Hij
verheft zijn stem tegen de ijdele nieuwsgierigheid, [472] en bedoelt
daarmee den geest van onderzoek, die de natuur wil leeren kennen in haar
uiterste geheimen. Maar hij zelf wroet met onbescheiden nieuwsgierigheid
in de kleinste uiterlijke bijzonderheden der heilige dingen. Zijn
bijzondere vereering voor den heiligen Joseph, voor wiens feest hij op
allerlei wijzen werkt, maakt hem benieuwd, om alles van Joseph te weten.
Hij verdiept zich in al de bijzonderheden van diens huwelijk met Maria,
hun samenleven, zijn onthouding, hoe hij haar zwangerschap leerde kennen,
hoe oud hij was. Van de caricatuur, die de kunst van Joseph dreigde te
maken: den ouden slovenden man, zooals Deschamps hem beklaagde, wil
Gerson niet weten: Joseph was nog geen vijftig jaar, zegt hij. [473]
Elders veroorlooft hij zich een bespiegeling over de lichamelijke
samenstelling van Johannes den Dooper: "semen igitur materiale ex qua
corpus compaginandum erat, nec durum nimis nec rursus fluidum
abundantius fuit". [474] De beroemde volksprediker Olivier Maillard
pleegt zijn gehoor na de inleiding te onthalen op "une belle question
théologale", bij voorbeeld, of de Maagd zoo actief had meegewerkt tot de
ontvangenis van Christus, dat zij waarlijk Moeder Gods mocht heeten; of
het lichaam van Christus asch zou zijn geworden, indien de opstanding
niet tusschenbeide gekomen ware. [475] De strijdvraag over Maria's
onbevlekte ontvangenis, waarin de Dominicanen tegen de wassende
volksbehoefte in, die de Maagd van aanvang af vrij van de erfzonde wilde
zien, de ontkennende partij hielden, veroorzaakte een vermenging van
theologische en embryologische bespiegeling, die ons weinig stichtelijk
voorkomt. En zoo hardnekkig overtuigd waren de ernstigste godgeleerden
van het gewicht hunner argumenten, dat zij zich niet ontzagen, het
dispuut in preeken voor het groote publiek te brengen. [476] Als zoo de
geest van de ernstigsten was gericht, hoe kon het dan anders, of over
een groot levensgebied moest zich door die voortgezette uitwerking in
bijzonderheden al het heilige oplossen in een alledaagschheid, waaruit
men zich slechts bij vlagen tot de ontzaglijke huivering over het wonder
verhief?
De gemeenzaamheid, waarmee men in het dagelijksch leven met God handelde,
moet van twee kanten worden bezien: het is even goed de volstrekte
vastheid en onmiddellijkheid van het geloof, die daaruit spreken, als de
schade, die dat geloof leed door zijn volkomen afvloeiing in alle dingen
van het gewone leven. Juist het innigste mysterie, de eucharistie, lijdt
voortdurend het gevaar der profanatie. Zoo ongeschokt was het geloof aan
het miswonder en de rechtgeloovige vereenzelviging der drie personen van
de Drieëenheid, dat men de gewijde hostie eenvoudig God noemde. Zoo
ontstaat een spraakgebruik, dat ons profaner schijnt dan het voor den
middeleeuwschen geest was. Een reiziger stijgt even af, en gaat een
dorpskerk binnen "pour veoir Dieu en passant". Van den priester heet
het: "quand il eut levé Dieu et calice"; gaat hij met de hostie op een
ezel zijns weegs, dan spreekt men van "un Dieu sur un asne". [477]
Wekken deze voorbeelden door de bron, waaraan zij zijn ontleend: de
_Cent nouvelles nouvelles_, wellicht de verdenking van een onvrome
bedoeling (ik zie er enkel het gemeenzame spraakgebruik in), deze is
uitgesloten bij het volgende uit _Le livre du chevalier de la Tour-Landry
pour l'enseignement de ses filles_, waar van een dame gezegd wordt: "Sy
cuidoit transir de la mort, et se fist apporter beau sire Dieux." [478]
"Veoir Dieu" was een gangbare term voor het zien heffen van de hostie. [479]
--Zoodra nu de smaak van het wonder even uitbleef, welk een ontwijding
bracht dan zulk een spraakgebruik mede! Dan was het maar een kleine val
tot gedachtenlooze gemeenzaamheden als het spreekwoord: "Laissez faire
à Dieu, qui est homme d'aage", [480] of Froissart's: "et li prie à mains
jointes, pour si hault homme que Diex est." [481]
Hoe zulk een spraakgebruik "Dieu" voor de hostie het godsgeloof zelf
contamineeren kon, bewijst een geval als het volgende. De bisschop van
Coutances draagt een mis op in de kerk van Saint Denis. Toen hij het
lichaam des Heeren gaat heffen, vermaant men Hugues Aubriot, den prévôt
van Parijs, die de kapel rondwandelde, waar de mis gevierd werd, om te
aanbidden. Maar Hugues, een bekend esprit fort, antwoordt met een vloek,
dat hij niet geloofde in den God van zoo'n bisschop, die aan het hof
woonde. [482]
Een treffend voorbeeld van bijna onbeschaamde gemeenzaamheid met het
heilige, waar toch aan een spottende bedoeling niet valt te denken, zijn
de Mariabeeldjes, zooals de Bourgondische hertogen er een bezaten, die
een variant opleveren van het oud-hollandsche drinkvaatwerk, dat Hansje
in den kelder genoemd werd. Het was een klein gouden beeldje, rijk met
edelsteenen versierd, waarvan de buik open kon, waarbinnen men de
Drieëenheid zag. [483] Gerson zag er een bij de Carmelieten te Parijs,
en keurt het af, maar niet wegens de onvroomheid doch om de ketterij,
die erin gelegen was, de geheele Drieëenheid als de vrucht van Maria's
schoot voor te stellen. [484]
Het geheele leven was zoo doortrokken van godsdienst, dat de afstand
tusschen het aardsche en het geestelijke ieder oogenblik dreigt te loor
te gaan. Wordt aan den eenen kant alles van het gewone leven in de
heilige oogenblikken opgetrokken in wijding, aan den anderen kant wordt
het heilige voortdurend in de sfeer van het alledaagsche gehouden door
zijn onoplosbare vermenging met het dagelijksch leven. Hierboven werd
gesproken van het kerkhof der Innocents te Parijs, die afzichtelijke
kermis des doods met de doodsbeenderen al rondom opgetast en uitgestald.
Kan men zich iets vreeselijkers denken dan het leven van de kluizenares,
ingemetseld tegen den kerkmuur op die plaats der verschrikking? Maar
lees nu, hoe de tijdgenooten erover spreken: de recluses woonden er in
een keurig nieuw huisje, zij werden ingemetseld met een mooie preek, zij
kregen van den koning een bezoldiging van acht pond 's jaars in acht
termijnen. [485] Alles alsof het gewone hofjesjuffrouwen waren. Waar
blijft het religieuze pathos? Waar blijft het, als er een aflaat wordt
verbonden aan de gewoonste huiselijke werkzaamheden: het aanmaken van
den oven, het melken van een koe, het uitboenen van een pot. [486] Bij
een verloting te Bergen-op-Zoom in 1518 waren naast elkaar "costelijcke
prijsen" en aflaten te winnen. [487] Bij de vorstelijke intochten
prijkten op de hoeken der straten afwisselend met de zinrijke
vertooningen, dikwijls van heidensche naaktheid, de kostbare
reliekschrijnen der stad op altaren, bediend door prelaten en den vorst
om eerbiedig te kussen aangeboden. [488]
Die oogenschijnlijke ongescheidenheid van de religieuze en de
wereldlijke sfeer wordt het levendigst uitgedrukt door het overbekende
feit, dat de wereldlijke melodie steeds onveranderd dienen kan voor den
kerkelijken zang en omgekeerd. Guillaume Dufay componeert zijn missen op
thema's van wereldlijke liederen als "Tant je me déduis, Se la face ay
pale, L'omme armé."
Er is een voortdurend wisselverkeer tusschen de godsdienstige en
wereldlijke terminologie. Zonder aanstoot ontleent men de uitdrukking
voor aardsche dingen aan den godsdienst en omgekeerd. Boven den ingang
van de Rekenkamer te Rijssel prijkte een vers, dat aan iedereen
herinnerde, hoe hij eenmaal rekenschap zou hebben af te leggen van zijn
hemelsche gaven, voor God:
"Lors ouvrira, au son de buysine
Sa générale et grant chambre des comptes." [489]
Omgekeerd heette het in den plechtigen oproep tot een tournooi, alsof
het een plechtigheid met aflaat was:
"Oez, oez, l'oneur et la louenge
Et des armes grantdisime pardon." [490]
Het was toeval, dat in het woord "mistère" mysterium en ministerium
waren dooreengeloopen, maar deze homonymie kon niet anders dan de
verzwakking van het mysteriebesef in het dagelijksch spraakgebruik
bevorderen: alles heette mistère, bij voorbeeld de eenhoren, de schilden
en de pop, die bij den Pas d'armes de la fontaine des pleurs gebruikt
waren. [491]
Als directe tegenkant van de godsdienstige symboliek: het duiden van
alle aardsche dingen en aardsche geschiedenis als zinnebeeld en
praefiguratie van het goddelijke, vindt men omgekeerd vorstenhulde
gebracht in godsdienstige metafoor. Zoodra het ontzag voor aardsche
majesteit den middeleeuwer aanvat, dient hem de taal der heilige
aanbidding voor de uitdrukking van zijn gevoel. De vorstendienaars der
vijftiende eeuw staan hier voor geen profanatie. In het pleidooi om den
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Herfsttij der Middeleeuwen - 16
  • Parts
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 01
    Total number of words is 4412
    Total number of unique words is 1815
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.4 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 02
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 1780
    34.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 03
    Total number of words is 4199
    Total number of unique words is 1628
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.4 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 04
    Total number of words is 4530
    Total number of unique words is 1663
    35.8 of words are in the 2000 most common words
    50.8 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 05
    Total number of words is 4344
    Total number of unique words is 1684
    33.5 of words are in the 2000 most common words
    47.3 of words are in the 5000 most common words
    54.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 06
    Total number of words is 4245
    Total number of unique words is 1692
    29.5 of words are in the 2000 most common words
    42.1 of words are in the 5000 most common words
    50.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 07
    Total number of words is 4331
    Total number of unique words is 1739
    29.8 of words are in the 2000 most common words
    43.6 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 08
    Total number of words is 4397
    Total number of unique words is 1675
    31.3 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 09
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 1713
    34.4 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 10
    Total number of words is 4385
    Total number of unique words is 1834
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    42.8 of words are in the 5000 most common words
    50.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 11
    Total number of words is 3879
    Total number of unique words is 1363
    26.9 of words are in the 2000 most common words
    39.2 of words are in the 5000 most common words
    45.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 12
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1719
    30.9 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 13
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 1767
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 14
    Total number of words is 4249
    Total number of unique words is 1722
    28.4 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    47.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 15
    Total number of words is 4284
    Total number of unique words is 1749
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    44.9 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 16
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 1733
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.6 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 17
    Total number of words is 3978
    Total number of unique words is 1708
    23.6 of words are in the 2000 most common words
    34.4 of words are in the 5000 most common words
    40.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 18
    Total number of words is 4422
    Total number of unique words is 1718
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 19
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1774
    32.6 of words are in the 2000 most common words
    46.2 of words are in the 5000 most common words
    53.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 20
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1728
    31.5 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    51.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 21
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1659
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 22
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1778
    29.7 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 23
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1732
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    50.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 24
    Total number of words is 4324
    Total number of unique words is 1754
    30.3 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 25
    Total number of words is 4103
    Total number of unique words is 1747
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    41.7 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 26
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1618
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    48.8 of words are in the 5000 most common words
    57.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 27
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 1709
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    46.9 of words are in the 5000 most common words
    54.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 28
    Total number of words is 4202
    Total number of unique words is 1635
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    53.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 29
    Total number of words is 4403
    Total number of unique words is 1869
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.3 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 30
    Total number of words is 4322
    Total number of unique words is 1762
    27.5 of words are in the 2000 most common words
    39.0 of words are in the 5000 most common words
    46.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 31
    Total number of words is 4295
    Total number of unique words is 1866
    26.2 of words are in the 2000 most common words
    38.2 of words are in the 5000 most common words
    44.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 32
    Total number of words is 3982
    Total number of unique words is 1660
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.7 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 33
    Total number of words is 3690
    Total number of unique words is 1729
    20.5 of words are in the 2000 most common words
    30.8 of words are in the 5000 most common words
    36.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 34
    Total number of words is 716
    Total number of unique words is 448
    15.3 of words are in the 2000 most common words
    23.6 of words are in the 5000 most common words
    29.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.