Herfsttij der Middeleeuwen - 09

Total number of words is 4470
Total number of unique words is 1713
34.4 of words are in the 2000 most common words
50.9 of words are in the 5000 most common words
58.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
niets mochten dragen dan een rok zonder bont, geen mantels of andere
beschutting, geen hoed, handschoenen of mof, hoe 't ook vroor.
's Winters strooiden zij groene bladeren op den grond en verborgen den
schoorsteen achter groene takken, en op hun bed mocht slechts een dunne
deken zijn. Men kan in deze wonderlijke afdwaling,--zoo zonderling, dat
de schrijver haar kwalijk verzonnen kan hebben--, moeilijk iets anders
zien dan een ascetische verhooging van den prikkel der liefde, ofschoon
het niet geheel duidelijk wordt. Het primitief karakter van de Galois en
Galoises wordt nog geaccentueerd door hun regel, dat een echtgenoot den
Galois, die bij hem te gast kwam, zijn geheele huis en zijn vrouw moest
overlaten, om zelf naar zíjn Galoise te gaan; deed hij het niet, dan
strekte het hem tot groote schande. Velen van de orde waren volgens den
ridder De la Tour Landry van koude gestorven: "Si doubte moult que ces
Galois et Galoises qui moururent en cest estat et en cestes amouretes
furent martirs d'amours." [251]
Er zijn meer voorbeelden te noemen, die het primitief karakter van de
ridderlijke gelofte verraden. Zoo het gedicht, dat de geloften
beschrijft, waartoe Robert van Artois den koning van Engeland, Eduard
III, en zijn edelen uitlokte, ten einde den oorlog tegen Frankrijk te
beginnen: _Le Voeu du Héron_. Het is een verhaal van geringe historische
waarde, maar de geest van barbaarsche woestheid, die er uit spreekt, is
wel geschikt, om het wezen der ridderlijke gelofte te leeren kennen.
De graaf van Salisbury zit bij het feestmaal aan de voeten van zijn
dame. Als zijn beurt om een gelofte te doen gekomen is, verzoekt hij
de geliefde, om één vinger op zijn rechteroog te leggen. Wel twee,
antwoordt zij, en drukt met twee vingers het rechteroog van den ridder
toe. "Belle, est-il bien clos?" vraagt deze. "Oyl, certainement."
"Welaan dan," zegt Salisbury, "dan gelove ik aan God almachtig en zijn
zoete Moeder, dit oog niet weer te openen, om geen smart of kwelling,
eer ik in Frankrijk den brand gestoken heb in 's vijands land en de
mannen van koning Philips bestreden":
"Or aviegne qu'aviegne, car il n'est autrement.
--Adonc osta son doit la puchelle au cors gent,
Et li iex clos demeure, si que virent la gent." [252]
De werkelijkheid, die dit geval weerspiegelt, blijkt uit Froissart: hij
zag inderdaad Engelsche heeren, die één oog met een lap bedekt hielden
ter voldoening aan de gelofte, om slechts met één oog te zien, totdat
zij dapperheid in Frankrijk hadden verricht. [253]
De bijzondere wildheid spreekt in _Le Voeu du Héron_ nog sterker uit de
gelofte van Jehan de Faukemont, die klooster noch altaar, zwangere vrouw
noch kind, vriend noch maag wil sparen, om koning Eduard te dienen.
Tenslotte verzoekt de koningin, Philippa van Henegouwen, haar gemaal,
ook een gelofte te mogen doen.
"Adonc, dist la roine, je sai bien, que piecha [254]
Que sui grosse d'enfant, que mon corps senti l'a.
Encore n'a il gaires, qu'en mon corps se tourna.
Et je voue et prometh a Dieu qui me créa....
Que ja li fruis de moi de mon corps n'istera, [255]
Si m'en arès menée ou païs par de-là
Pour avanchier le veu que vo corps voué a;
Et s'il en voelh isir, quant besoins n'en sera,
D'un grant coutel d'achier li miens corps s'ochira;
Serai m'asme perdue et li fruis perira!"
Een huiverend stilzwijgen ontvangt de godslasterlijke gelofte. De dichter
zegt enkel:
"Et quant li rois l'entent, moult forment l'en pensa,
Et dist: certainement, nuls plus ne vouera."
Haar en baard, overal immers de dragers van magische potentie, hebben
nog bij de geloften der Middeleeuwen een bijzondere beteekenis.
Benedictus XIII, de paus van Avignon, en daar feitelijk opgesloten,
zweert, ten teeken van droefheid zijn baard niet te laten scheren, aleer
hij de vrijheid herkregen heeft. [256] Als Lumey dezelfde gelofte doet
met betrekking tot de wraak voor Egmond, hebben wij te doen met een
laatsten uitlooper eener zede, die in den verren voortijd heilige
beteekenis had gehad.
De zin der gelofte is in den regel, dat men zich een onthouding oplegt
als prikkel om het volbrengen der geloofde daad te verhaasten. Veelal is
het een onthouding in verband met spijzen. De eerste, dien Philippe de
Mézières als ridder opnam in zijn Chevalerie de la Passion, was een
Pool, die in negen jaar niet zittende gegeten of gedronken had. [257]
Bertrand du Guesclin is zeer haastig met zulke geloften. De eene maal
geldt het een uitdaging van een Engelsch krijgsman: Bertrand verklaart,
slechts drie wijnsoepen te zullen gebruiken in naam der heilige
Drieëenheid, totdat hij den uitdager bestreden heeft. Een ander maal is
het, dat hij geen vleesch zal eten en zich niet zal uitkleeden, eer hij
Montcontour heeft genomen. Of zelfs, dat hij niet eten zal, eer hij met
de Engelschen tot een treffen gekomen is. [258]
De magische bedoeling, die bij dat vasten op den achtergrond ligt, was
natuurlijk een edelman der veertiende eeuw niet meer bewust. Voor ons
spreekt zulk een ondergrond vooral zeer direct uit het veelvuldig
gebruik van kluisters als teeken van een gelofte. Op 1 Januari 1415 doet
hertog Jean de Bourbon, "désirant eschiver oisiveté, pensant y acquérir
bonne renommée et la grâce de la très-belle de qui nous sommes
serviteurs", de gelofte om met zestien andere ridders en knapen
gedurende twee jaar elken Zondag aan het linkerbeen een boei als van een
gevangene te dragen, de ridders in goud, de knapen in zilver, totdat hij
zestien ridders vindt, die het gezelschap willen bestrijden in een
gevecht te voet "à outrance". [259] Jacques de Lalaing ontmoet te
Antwerpen in 1445 een Siciliaanschen ridder Jean de Boniface, die als
"chevalier aventureux" van het hof van Arragon gekomen is. Hij draagt
aan het linkerbeen een ijzer, zooals de slaven het dragen, hangende aan
een gouden keten, een "emprise" ten teeken dat hij vechten wou. [260] In
den roman van den _Petit Jehan de Saintré_ draagt de ridder Loiselench
twee gouden ringen aan arm en been, elk aan een gouden keten, totdat hij
een ridder vindt, die hem "verlost" van zijn emprise. [261] Want zoo
heet het: "délivrer"; men raakt het teeken aan, als het gaat "pour
chevalerie"; men rukt het af, als het om 't leven gaat.--Reeds La Curne
de Sainte Palaye heeft opgemerkt, dat bij de oude Chatti volgens Tacitus
volkomen hetzelfde gebruik werd aangetroffen [262]. Ook de kluisters,
die boetelingen op hun bedevaart droegen, of die vrome asceten zich zelf
aanlegden, zijn van de emprises der laat-middeleeuwsche ridders niet te
scheiden.
Wat de beroemde feestelijke geloften der vijftiende eeuw, met name de
Voeux du Faisan bij het hoffeest van Philips den Goede te Rijsel in
1454, ter voorbereiding van den kruistocht ons van dit alles nog te zien
geven, is niet veel meer dan een fraaie hoofsche vorm. Niet dat de
spontane gewoonte, om in nood of sterke gemoedsbeweging een gelofte te
doen, iets van haar kracht zou hebben verloren. Zij heeft zoo diepe
psychologische wortelen, dat zij aan beschaving noch geloof gebonden is.
Doch de ridderlijke gelofte als cultuurvorm, als een tot levenstooi
verheven zede, beleeft in die pralende buitensporigheid van het
Bourgondische hof haar laatste phase.
Het thema van de handeling is nog altijd het onmiskenbaar overoude.
Men doet de geloften aan het feestmaal, en zweert bij een vogel, die
opgedragen en later gegeten wordt. Ook de Noormannen kennen de met
elkaar wedijverende geloften bij het feestmaal in dronkenschap; een der
vormen is die, waarbij men het everzwijn aanraakt, dat opgedragen wordt.
[263] De fazant van het beroemde feest te Rijsel schijnt wel een levende
te zijn geweest. [264] De geloften worden afgelegd aan God en Onze Lieve
Vrouw, aan de dames en aan den vogel. Het schijnt niet gewaagd, te
veronderstellen, dat de godheid hier niet de oorspronkelijke ontvanger
der geloften is: inderdaad geloven velen alleen aan de dames en den
vogel. [265] In de onthoudingen, die men zich oplegt, is weinig
afwisseling. De meeste hebben betrekking op eten en slapen. Deze ridder
zal Zaterdags niet in een bed slapen, eêr hij een Saraceen bevochten
heeft, noch ook vijftien dagen achtereen in dezelfde stad vertoeven.
Een ander zal Vrijdags geen dierlijk voedsel nuttigen, eêr hij den banier
van den Grooten Turk heeft aangetast. Weer een ander stapelt askese op
askese: hij zal in het geheel geen harnas dragen, Zaterdags geen wijn
drinken, niet in een bed slapen, niet aan tafel zitten, en een harige
pij dragen. Men omschrijft nauwkeurig de wijze, waarop men de geloofde
heldendaad zal uitvoeren. [266]
Hoeveel ernst is er in? Wanneer messire Philippe Pot de gelofte doet,
op den Turkentocht zijn rechterarm onbedekt te laten door eenige
wapenrusting, laat de hertog onder de (schriftelijk geregistreerde)
gelofte aanteekenen: "Ce n'est pas le plaisir de mon très redoubté
seigneur, que messire Phelippe Pot voise en sa compaingnie ou saint
voyage qu'il a voué, le bras désarmé; mais il est content qu'il voist
aveuc lui armé bien et soufisamment, ainsy qu'il appartient." [267]
Blijkbaar werd er dus nog ernst en gevaar in gezien. Over de gelofte
van den hertog zelf heerscht algemeene aandoening. [268]
Sommigen doen voorzichtig voorwaardelijke geloften, die tegelijk
getuigen van de ernstige bedoeling en van het voldaan zijn met den
schoonen schijn. [269] Soms naderen de geloften reeds tot de
"philippine", die er een bleeke rest van is. [270] Een spottend element
ontbreekt zelfs niet bij den grimmigen Voeu du héron; immers Robert van
Artois biedt den koning, hier voorgesteld als minder belust op den
krijg, den reiger aan, als den bangsten der vogels. Als Eduard zijn
gelofte heeft gedaan, lachen allen. Jan van Beaumont, wien de _Voeu du
héron_ de vroeger reeds vermelde woorden [271] in den mond legt, die met
fijnen spot het gepassioneerde karakter onthullen van de geloften, bij
den wijn en onder de oogen der vrouwen gedaan, doet volgens een ander
verhaal bij den reiger de cynische gelofte, dat hij dien heer zou
dienen, van wien hij 't meest aan geld en goed te wachten had. Waarop
de Engelsche heeren lachten. [272]--Hoe moet, ondanks alle pompeuze
gewichtigheid, waarmee de Voeux du faisan werden opgenomen, de
tafelstemming zijn geweest, wanneer Jennet de Rebreviettes de gelofte
kon doen, om, als hij niet vóór den krijgstocht de gunsten van zijn dame
deelachtig werd, bij den terugkeer uit het Oosten de eerste vrouw of
jonkvrouw te huwen, die twintig duizend kronen heeft ... "se elle
veult". [273] Toch trekt diezelfde Rebreviettes de wereld in, om als
"povre escuier" avontuur te zoeken, en strijdt bij Ceuta en Granada
tegen de Mooren.
Zoo lacht de moede aristocratie om haar eigen ideaal. Wanneer zij met
alle middelen van fantazie en kunstvaardigheid en rijkdom haar
hartstochtelijken droom van het schoone leven had getooid en gekleurd en
tot plastischen vorm gebracht, dan bezon zij zich, dat het leven toch
eigenlijk niet zoo schoon was, en lachte. IJdele waan, die
ridderheerlijkheid, mode en ceremonie, een fraai en leugenachtig spel!
De werkelijke geschiedenis der laatste Middeleeuwen, zegt de historicus,
die uit de acta de ontwikkeling van staat en bedrijf naspeurt, heeft met
die valsche ridderlijke Renaissance weinig te maken; het was een oud
vernis, dat reeds afbladderde. De mannen, die die geschiedenis maakten,
waren waarlijk geen droomers, maar zeer berekenende, nuchtere staatslieden
en kooplieden, 't zij vorsten, edelen, prelaten of burgers.
Zeker, dat waren zij ook. Maar de geschiedenis der beschaving heeft
evenveel te maken met de droomen van schoonheid en den waan des edelen
levens als met de cijfers van bevolking en belasting. Een onderzoeker,
die de hedendaagsche maatschappij bestudeert uit den groei van banken en
verkeer, uit de politieke en militaire conflicten, zou aan het eind van
zijn studiën kunnen zeggen: ik heb van de muziek heel weinig gemerkt,
die heeft blijkbaar in dezen tijd weinig voor de cultuur beteekend.
Zoo is het eenigermate, wanneer men ons de geschiedenis der Middeleeuwen
uit de staatkundige en economische bescheiden beschrijft. Bovendien zou
het kunnen zijn, dat het ridderideaal, zoo gekunsteld en versleten als
het was, op de zuiver staatkundige geschiedenis der laatste Middeleeuwen
toch nog voortdurend machtiger invloed had uitgeoefend, dan men zich
gewoonlijk voorstelt.
De bekoring van den adellijken levensvorm was zoo groot, dat ook de
burgers hem aannemen, waar zij kunnen. Wij stellen ons de Artevelde's
voor als echte mannen van den derden stand, fier op hun burgerlijkheid
en hun eenvoud. Integendeel: Philips van Artevelde hield vorstelijken
staat, hij liet alle dagen voor zijn hôtel de speellieden blazen, als
hij aan tafel ging, liet zich bedienen uit zilveren vaatwerk, of hij de
graaf van Vlaanderen was, ging gekleed in scharlaken en menu vair als
een hertog van Brabant of graaf van Henegouwen, reed uit als een vorst,
het ontrolde vaantje voor hem gedragen met zijn blazoen van sabel met
drie zilveren hoeden. [274] Wie schijnt ons moderner dan de geldmagnaat
der vijftiende eeuw, Jacques Coeur, de voortreffelijke financier van
Karel VII? Als men de levensbeschrijving van Jacques de Lalaing mag
gelooven, heeft de groote bankier hartelijk belang gesteld in het
ouderwetsche dolende-ridderschap van den Henegouwschen held. [275]
Alle hoogere vormen van het burgerlijke leven van den nieuweren tijd
berusten op navolging van adellijke levensvormen. Evengoed als het brood
in het servet en het woord "serviette" zelf hun herkomst hebben uit den
middeleeuwschen hofstaat, [276] zijn de burgerlijkste bruiloftsaardigheden
afstammelingen van de grandioze "entremets" van Rijsel. Om de cultuur-
historische beteekenis van het ridderideaal ten volle te begrijpen, zou
men het moeten volgen in Shakespeare's en Molière's tijd tot aan den
modernen gentleman.
Hier echter is het er om te doen, de werking van dat ideaal op de
werkelijkheid in de laatste Middeleeuwen zelf aan te wijzen. Lieten
staatkunde en oorlogvoering zich inderdaad eenigermate beheerschen door
ridderlijke voorstellingen? Ongetwijfeld, zoo niet in haar deugden, dan
toch in haar fouten. Zooals de tragische vergissingen van den
hedendaagschen tijd voortspruiten uit den waan van het nationalisme en
den cultuurhoogmoed, zoo sproten die van de Middeleeuwen meer dan eens
voort uit de chevalereske gedachte. Ligt niet het motief voor de
schepping van den nieuwen Bourgondischen staat, die grootste fout, die
Frankrijk kon begaan, in een ridderlijk moment? Koning Jan, het
ridderlijke warhoofd, schenkt het hertogdom in 1363 aan den jongen zoon,
die bij Poitiers naast hem stand had gehouden, toen de oudere vluchtte.
Evenzoo is de bewuste gedachte, die de latere anti-fransche politiek
voor de geesten der tijdgenooten moet rechtvaardigen: de wraak voor
Montereau, de verdediging van ridderlijke eer. Ik weet wel, men kan dat
alles ook verklaren uit berekenende, zelfs vooruitziende politiek, maar
dat neemt niet weg, dat de waarde van het feit, het beeld van het feit
van 1363 voor de tijdgenooten was en bleef: de ridderlijke moed,
vorstelijk beloond. Die Bourgondische staat in zijn snelle ontplooiing
is een gebouw van politiek overleg en geslaagde nuchtere berekening.
Maar wat men de Bourgondische idee zou kunnen noemen, kleedt zich steeds
in de vormen van het ridderideaal. De bijnamen der hertogen: het Sans
peur, le Hardi, het Qui qu'en hongne, dat voor Philips door le Bon
verdrongen werd, zijn alle opzettelijke vindingen van de hoflittérateurs,
om den vorst te plaatsen onder de stralen van het ridderlijke ideaal. [277]
Daar was één groot politiek streven, dat onverbrekelijk verbonden was
aan het ridderideaal: de kruistocht, Jeruzalem! Want Jeruzalem, zoo
heette nog altijd de gedachte, die als hoogste politieke idee allen
vorsten van Europa voor oogen stond, en hen voor en na tot handelen
dreef. Er was hier een zonderling contrast tusschen het reëele politieke
belang en de politieke idee. Er bestond voor de Christenheid der
veertiende en vijftiende eeuw een Oostersche kwestie van de uiterste
urgentie: het afweren der Turken, die reeds Adrianopel genomen (1378)
en het Servische rijk vernietigd hadden (1389). Op den Balkan lag het
gevaar. Doch Europa's eerste en noodzakelijkste staatkunde kon zich nog
niet losmaken van de kruistochtidee. Zij kon de Turksche kwestie slechts
zien als een onderdeel van de groote heilige taak, waarin de voorvaders
waren te kort geschoten: de bevrijding van Jeruzalem.
Bij deze gedachte nu stond het ridderlijk ideaal op den voorgrond; hier
kon en moest het een bijzonder nadrukkelijke werking uitoefenen. Immers
het godsdienstig gehalte van het ridderideaal vond hier zijn hoogste
belofte, en de bevrijding van Jeruzalem kon niet anders zijn dan heilig,
edel ridderwerk. Juist doordat nu het godsdienstig-ridderlijke ideaal
zich bij het bepalen der Oostersche staatkunde in zoo sterke mate deed
gelden, kan tot zekere hoogte het geringe succes der Turkenbestrijding
worden verklaard. De expedities, die bovenal nauwkeurige berekening en
geduldige voorbereiding eischten, werden ontworpen en opgezet onder een
hoogere spanning, die niet leidde tot een rustige overweging van het
bereikbare, maar tot een verromantiseering van het plan, die ijdel kon
zijn of noodlottig kon worden. De katastrofe van Nicopolis in 1396 had
getoond, hoe gevaarlijk het was, een nuttige expeditie tegen een zeer
strijdbaren vijand op te zetten in den ouden trant van een dier
ridderlijke reizen naar Pruisen of Litauen, om wat arme heidenen dood
te slaan. Wie zijn het, die de kruistochtplannen ontwerpen? De droomers
als Philippe de Mézières, die er zijn leven aan wijdde, de politieke
fantasten, zooals Philips de Goede het met al zijn sluwe berekening was.
Alle koningen hadden de bevrijding van Jeruzalem nog altijd tot een
obligate levenstaak. In 1422 is Hendrik V van Engeland stervende. De
jonge veroveraar van Rouen en Parijs wordt weggerukt midden uit het
werk, waarmee hij Frankrijk in ellende had gestort. De geneesheeren
hebben hem aangezegd, dat hij geen twee uur meer heeft te leven; de
biechtvader en andere geestelijken zijn verschenen, de zeven boetpsalmen
worden gelezen. Als het woord klinkt: Benigne fac, Domine, in bona
voluntate tua Sion, ut aedificentur muri Jerusalem, [278] laat de koning
stilhouden en zegt luide, dat het zijn voornemen was geweest, om na het
herstellen van den vrede in Frankrijk Jeruzalem te gaan veroveren, "se
ce eust esté le plaisir de Dieu son créateur de le laisser vivre son
aage". En daarna laat hij de lezing der boetpsalmen voltooien, en sterft
weldra. [279]
De kruistocht was sedert lang ook een voorwendsel geworden om bijzondere
opbrengsten te heffen; ook Philips de Goede heeft van die gelegenheid
ruimschoots gebruik gemaakt. Doch enkel veinzerij uit winstbejag zal bij
hem het plan toch niet zijn geweest. [280] Het schijnt een mengeling van
ernstig streven en den toeleg, om door dit bij uitstek nuttige en tevens
bij uitstek ridderlijke plan zich als den redder der Christenheid een
glorie te verzekeren boven zijn meerderen in rang, de koningen van
Frankrijk en Engeland. Le voyage de Turquie bleef een troefkaart, die
niet werd uitgespeeld. Chastellain bevlijtigt zich om toch vooral te
doen uitkomen, dat het den hertog wel ernst was, maar ... er waren
gewichtige bezwaren, de tijd was er nog niet rijp voor, de invloedrijke
lieden schudden het hoofd, dat de vorst op zijn leeftijd nog zulk een
gevaarlijken tocht zou ondernemen; zoowel de landen als de dynastie
zouden gevaar loopen. Terwijl de paus de kruisvaan zond, door Philips
met eerbied ontvangen in Den Haag en in plechtige processie ontplooid,
terwijl bij het feest te Rijssel en daarna de geloften tot de reize
verzameld werden, terwijl Joffroy de Toisy de Syrische havens
onderzocht, Jean Chevrot, de bisschop van Doornik, de collecten leidde
en Guillaume Fillastre zijn gansche uitrusting reeds klaar had, en er
reeds schepen voor den tocht in beslag waren genomen, heerschte er toch
een vage verwachting, dat de tocht niet zou doorgaan. [281] Des hertogen
eigen gelofte te Rijssel klonk dan ook wel zeer voorwaardelijk: hij zou
gaan, mits de landen, die God hem had toevertrouwd om te regeeren, in
vrede en veiligheid zijn. [282]
Uitvoerig voorbereide en luidruchtig aangekondigde krijgsexpedities,
waar niets van komt, schijnen overigens, ook afgescheiden van het
kruistochtideaal, in dezen tijd als politieke renommage in trek te zijn
geweest: zoo de voorgenomen tocht der Engelschen tegen Vlaanderen in
1383, die van Philips den Stoute tegen Engeland in 1387, waartoe de
prachtige vloot zeilree lag in de haven van Sluis, die van Karel VI
tegen Italië in 1391.
Een zeer bijzondere vorm van ridderlijke fictie met het doel van
politieke reclame was het altijd weer aangekondigde en nimmer
verwezenlijkte vorstenduel. Ik heb vroeger elders uiteengezet, hoe de
staatsgeschillen der vijftiende eeuw nog als een twist van partijen, een
persoonlijke querelle werden opgevat. [283] Men dient "la querelle des
Bourguignons". Wat was natuurlijker, dan dat de vorsten het zelf gingen
uitvechten, gelijk nu nog in het politieke spoorweggesprek wordt
verzucht?--Inderdaad was deze oplossing, die zoowel een primitief
rechtsgevoel als de ridderlijke fantazie bevredigde, telkens aan de
orde. Wanneer men leest van de uitvoerige toebereidselen tot die
vorstelijke tweegevechten, vraagt men zich twijfelend af, of dit alles
enkel een fraai spel van bewust veinzen is geweest, de zucht naar een
schoon leven alweer, of wel dat de vorstelijke kampvechters werkelijk
den strijd hebben verwacht. Zeker is het, dat de geschiedschrijvers van
dien tijd het even ernstig opnemen als de kamplustige vorsten zelf.
Monstrelet wijdt terstond in den aanvang van zijn kroniek een ruime
plaats aan de uitdaging van koning Hendrik IV van Engeland door Lodewijk
van Orleans. [284] In het woeste en schitterende brein van dien Orleans,
waar plaats was voor vurige devotie, kunstzin en fantastische idealen
van ridderstrijd en hoofsche liefde naast débauche, cynisme en
tooverpraktijken, kan ook zulk een strijd wel een hartstochtelijk
voornemen zijn geweest. En evengoed geldt dat van den pompeuzen geest
van Philips den Goede. Hij is het alweer, die het thema met al de
middelen van zijn rijkdom en prachtliefde het statigst uitwerkt. Het was
Humphrey van Glocester, dien hij in edelen vorm uitdaagde (1425). In de
uitdaging wordt duidelijk als motief vermeld: "pour éviter effusion de
sang chrestien et la destruction du peuple, dont en mon cuer ay
compacion", "que par mon corps sans plus ceste querelle soit menée à
fin, sans y aler avant par voies de guerres, dont il convendroit mains
gentilz hommes et aultres, tant de vostre ost comme du mien, finer leurs
jours piteusement." [285] Alles werd voor den strijd in gereedheid
gebracht: het kostbare harnas en de prachtige kleederen, die de hertog
dragen zou, waren vervaardigd; er werd gewerkt aan tenten, standaarden
en vanen, wapenrokken voor de herauten en poursuivants, alles bezaaid
met de blazoenen van 's hertogen landen, met den vuurslag en het Sint
Andrieskruis. Philips was in training: "tant en abstinence de sa bouche
comme en prenant painne pour luy mettre en alainne." [286] In zijn park
te Hesdin oefende hij zich dagelijks onder leiding van ervaren
vechtmeesters. [287] De rekeningen vermelden de kosten, aan dat alles
besteed, en nog in 1460 was de kostbare tent, voor deze gelegenheid
vervaardigd, te Rijssel te zien. [288] Maar van het gevecht kwam niets.
Dit belette niet, dat hij later in het geschil met den hertog van Saksen
over Luxemburg, dezen opnieuw kamp aanbood, en dat bij het feest van
Rijssel, toen Philips bijna zestig jaar oud was, zijn kruisgelofte
inhield, dat hij gaarne bereid was, den Grooten Turk corps à corps te
bestrijden, als deze dat verkoos. [289] Men vindt den weerklank van die
hardnekkige kampliefde van Philips den Goede nog in een verhaaltje van
Bandello, hoe hij eens met de grootste moeite weerhouden zou zijn van
een eereduel met een zijner edelen. [290]
De vorm handhaaft zich nog in de volle Italiaansche Renaissance.
Francesco Gonzaga biedt kamp aan Cesare Borgia: met zwaard en dolk wil
hij Italië van den gevreesde en gehate bevrijden. De bemiddeling van den
koning van Frankrijk, Lodewijk XII, voorkomt het tweegevecht, en een
roerende verzoening besluit het geval. [291] Zelfs Karel V heeft nog in
allen vorm aangeboden, den strijd met Frans I door een persoonlijk
tweegevecht te beslechten.
De gerechtelijke en de spontane tweekamp leefde juist in de Bourgondische
landen en in het twistzieke Noorden van Frankrijk nog bijzonder sterk in
zeden en denkbeelden. Van hoog tot laag huldigde men hem als de beslissing
bij uitnemendheid. Met het ridderideaal hadden deze begrippen op zich zelf
weinig te maken. Zoodra de strijd geen edelen geldt, ziet men al de ruwe
wreedheid van den tijd, ontdaan van het masker der hooghartige chevalerie.
Niets is in dit opzicht merkwaardiger dan de verbazende belangstelling,
door de edelen en door de geschiedschrijvers aan den dag gelegd voor een
gerechtelijken kamp van twee burgers te Valenciennes in 1455. [292]
Het was een groote zeldzaamheid; in geen honderd jaar was zoo iets
voorgekomen. Die van Valenciennes wilden het tot elken prijs laten
doorgaan, want het betrof voor hen de handhaving van een oud privilege,
maar de graaf van Charolais, die het bewind voerde tijdens Philips'
afwezigheid in Duitschland, wilde het niet, en stelde de voltrekking van
maand tot maand uit, terwijl de beide partijen, Jacotin Plouvier en
Mahuot, als kostbare vechthanen werden vastgehouden. Toen de oude hertog
van zijn reis naar den keizer terug was, werd terstond beslist, dat de
strijd doorgaan zou. Philips wilde hem met alle geweld zelf zien;
daartoe alleen koos hij van Brugge naar Leuven den weg over
Valenciennes. Terwijl nu de ridderlijke geesten als Chastellain en La
Marche bij hun beschrijvingen van de feestelijke Pas d'armes van ridders
en edelen met alle inspanning van hun verbeelding geen enkele maal een
realiteit kunnen schilderen, geven zij hier het scherpst geziene beeld.
Hier komt de ruwe, felle Vlaming, die Chastellain was, onder de
prachtige houppelande van goud en rood granaatpatroon te voorschijn.
Geen bijzonderheid ontgaat hem van de "moult belle serimonie"; hij
beschrijft nauwkeurig het krijt en de banken rondom. De arme
slachtoffers hebben elk hun vechtmeester bij zich. Jacotin als klager
treedt het eerst binnen, blootshoofds met kort geknipt haar en heel
bleek. Hij is geheel genaaid in een kleeding van corduwaanleder uit één
stuk, zonder iets daaronder. Na eenige vrome kniebuigingen en begroeting
van den hertog, die achter een traliewerk gezeten is, wachten de
kampvechters het oogenblik af, zittende in twee met zwart bekleede
stoelen tegenover elkaar. De heeren in het rond maken zacht hun
opmerkingen over de kansen: alles wordt opgemerkt: Mahuot wordt
aschbleek, toen hij het evangelie kust! Dan komen twee knechten en
wrijven de kampvechters van den hals tot de enkels in met vet. Bij
Jacotin trekt het vet terstond in het leer, bij Mahuot niet: wien zou
dat teeken gunstig zijn? De handen worden met asch gewreven; zij nemen
suiker in den mond; dan brengt men hun de knotsen en schilden, waarop
heiligenfiguren staan geschilderd, die zij kussen. Zij dragen de
schilden met de punt omhoog, en hebben in de hand "une bannerolle de
devocion", een strook met een vrome spreuk.
Mahuot, die klein was, begint het gevecht door met de punt van zijn
schild zand te scheppen en het Jacotin in de oogen te werpen. Een
woedend knotsgevecht volgt, het eindigt met den val van Mahuot; de ander
werpt zich boven op hem, en wrijft hem het zand in mond en oogen, maar
Mahuot krijgt een vinger van zijn vijand tusschen zijn tanden. Om zich
te bevrijden drukt deze hem den duim in de oogkassen, en ondanks zijn
geroep om genade draait hij hem de armen naar achteren en springt op den
rug, om hem te breken. Stervende schreeuwt Mahuot vergeefs om te mogen
biechten; dan roept hij: "O monseigneur de Bourgongne, je vous ay si
bien servi en vostre guerre de Gand! O monseigneur, pour Dieu, je vous
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Herfsttij der Middeleeuwen - 10
  • Parts
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 01
    Total number of words is 4412
    Total number of unique words is 1815
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.4 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 02
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 1780
    34.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 03
    Total number of words is 4199
    Total number of unique words is 1628
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.4 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 04
    Total number of words is 4530
    Total number of unique words is 1663
    35.8 of words are in the 2000 most common words
    50.8 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 05
    Total number of words is 4344
    Total number of unique words is 1684
    33.5 of words are in the 2000 most common words
    47.3 of words are in the 5000 most common words
    54.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 06
    Total number of words is 4245
    Total number of unique words is 1692
    29.5 of words are in the 2000 most common words
    42.1 of words are in the 5000 most common words
    50.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 07
    Total number of words is 4331
    Total number of unique words is 1739
    29.8 of words are in the 2000 most common words
    43.6 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 08
    Total number of words is 4397
    Total number of unique words is 1675
    31.3 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 09
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 1713
    34.4 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 10
    Total number of words is 4385
    Total number of unique words is 1834
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    42.8 of words are in the 5000 most common words
    50.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 11
    Total number of words is 3879
    Total number of unique words is 1363
    26.9 of words are in the 2000 most common words
    39.2 of words are in the 5000 most common words
    45.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 12
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1719
    30.9 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 13
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 1767
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 14
    Total number of words is 4249
    Total number of unique words is 1722
    28.4 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    47.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 15
    Total number of words is 4284
    Total number of unique words is 1749
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    44.9 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 16
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 1733
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.6 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 17
    Total number of words is 3978
    Total number of unique words is 1708
    23.6 of words are in the 2000 most common words
    34.4 of words are in the 5000 most common words
    40.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 18
    Total number of words is 4422
    Total number of unique words is 1718
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 19
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1774
    32.6 of words are in the 2000 most common words
    46.2 of words are in the 5000 most common words
    53.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 20
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1728
    31.5 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    51.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 21
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1659
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 22
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1778
    29.7 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 23
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1732
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    50.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 24
    Total number of words is 4324
    Total number of unique words is 1754
    30.3 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 25
    Total number of words is 4103
    Total number of unique words is 1747
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    41.7 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 26
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1618
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    48.8 of words are in the 5000 most common words
    57.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 27
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 1709
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    46.9 of words are in the 5000 most common words
    54.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 28
    Total number of words is 4202
    Total number of unique words is 1635
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    53.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 29
    Total number of words is 4403
    Total number of unique words is 1869
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.3 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 30
    Total number of words is 4322
    Total number of unique words is 1762
    27.5 of words are in the 2000 most common words
    39.0 of words are in the 5000 most common words
    46.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 31
    Total number of words is 4295
    Total number of unique words is 1866
    26.2 of words are in the 2000 most common words
    38.2 of words are in the 5000 most common words
    44.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 32
    Total number of words is 3982
    Total number of unique words is 1660
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.7 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 33
    Total number of words is 3690
    Total number of unique words is 1729
    20.5 of words are in the 2000 most common words
    30.8 of words are in the 5000 most common words
    36.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 34
    Total number of words is 716
    Total number of unique words is 448
    15.3 of words are in the 2000 most common words
    23.6 of words are in the 5000 most common words
    29.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.