Herfsttij der Middeleeuwen - 06

Total number of words is 4245
Total number of unique words is 1692
29.5 of words are in the 2000 most common words
42.1 of words are in the 5000 most common words
50.2 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
doodvonnis, evenzoo Le Livre des trahisons, ed. Kervyn de Lettenhove
(Chron. rel. à l'hist. de Belg. sous les ducs de Bourg.) II p. 138(1).
[109] Rel. de S. Denis, I p. 30; Juvenal des Ursins, p. 341.
[110] Pierre de Fenin, p. 606; Monstrelet, IV p. 9.
[111] Pierre de Fenin, p. 604.
[112] Christine de Pisan, I p. 251 no. 38; Chastellain, V p. 364ss;
Rozmital 's Reise, p. 24, 149.
[113] Deschamps, I nos. 80, 114, 118, II nos. 256, 266, IV nos. 800,
803, V nos. 1018, 1024, 1029, VII no. 253, X nos. 13, 14.
[114] Anonym bericht der 15e eeuw in Journal de l'inst. hist., IV p.
353, vgl. Juvenal des Ursins, p. 569, Religieux de S. Denis, VI p. 492.
[115] Jean Chartier, Hist. de Charles VII, ed. D. Godefroy 1661, p. 318.
[116] Intocht van den dauphin als hertog van Bretagne te Rennes in 1532
bij Th. Godefroy, Le cérémonial françois, 1649, p. 619.
[117] Rel. de S. Denis, I p. 32.
[118] Journal d'un bourgeois, p. 277.
[119] Thomas Bassin, II p. 9.
[120] A. Renaudet, Préréforme et humanisme à Paris, p. 11, naar de
processtukken.
[121] de Laborde, Les ducs de Bourgogne, I p. 172, 177.
[122] Livre des trahisons, p. 156.
[123] Chastellain, I p. 188.
[124] Alienor de Poitiers, Les honneurs de la cour, p. 254.
[125] Rel. de S. Denis, II p. 114.
[126] Chastellain, I p. 49, V p. 240; vgl. La Marche, I p. 201;
Monstrelet, III p. 358; Lefèvre de S. Remy, I p. 380.
[127] Chastellain. V p. 228, vgl. IV p. 210.
[128] Chastellain, III p. 296; IV p. 213, 216.
[129] Chronique scandaleuse. Interpol. II p. 332.
[130] Lettres de Louis XI, X p. 110.
[131] Alienor de Poitiers, Les honneurs de la cour, p. 254-256.
[132] Lefèvre de S. Remy, II p. 11; Pierre de Fenin, p. 599, 605;
Monstrelet, III p. 347; Theod. Pauli, De rebus actis sub ducibus
Burgundiae compendium, ed. Kervyn de Lettenhove (Chron. rel. à l'hist.
de Belg. sous la dom. des ducs de Bourg. t. III) p. 267.
[133] Alienor de Poitiers, p.217-245; Laborde, II p. 267, Inventaris van
1420.
[134] Continuateur de Monstrelet, 1449 (Chastellain, V p. 367(1)).
[135] Vgl. Petit Dutaillis, Documents nouveaux sur les moeurs populaires
etc., p. 14; La Curne de S. Palaye, Mémoires sur l'ancienne chevalerie,
I p. 272.
[136] Chastellain, Le Pas de la mort, VI p. 61.
[137] Hefele, Der h. Bernhardin v. Siena etc., p. 42. Vervolging van
sodomie in Frankrijk, Jacques du Clercq, II p. 272, 282, 337, 338, 350,
III 15.
[138] Philippe de Commines, Mémoires, ed. B. de Mandrot (Coll. de textes
pour servir à l'enseignement de l'histoire) 1901-'3, 2 vol., I p. 316.
[139] La Marche, II p. 425; Molinet, II p. 29, 280; Chastellain, IV p. 41.
[140] Les cent nouvelles nouvelles, II p. 61; Froissart, ed. Kervyn, XI
p. 93.
[141] Froissart id., ib. XIV p. 318; Le livre des faits de Jacques de
Lalaing. p. 29, 247 (Chastellain VIII); La Marche I p. 268; L'hystoire
du petit Jehan de Saintré. ch. 47.
[142] Chastellain, IV p. 237.

* * * * *

III
DE HELDENDROOM

Toen men tegen het einde der achttiende eeuw begon middeleeuwsche
cultuurvormen als eigen nieuwe levenswaarden op te nemen, met andere
woorden bij den aanvang der romantiek, heeft men in de Middeleeuwen
allereerst het ridderwezen ontwaard. De romantiek was geneigd
Middeleeuwen en riddertijd kortweg te vereenzelvigen. Zij zag overal
slechts wuivende vederbossen. En hoe paradoxaal het thans klinkt, zij
had in zeker opzicht gelijk. Een grondiger studie heeft ons geleerd,
dat het ridderwezen slechts een onderdeel is van de cultuur van dat
tijdperk, dat de staatkundige en maatschappelijke ontwikkeling
grootendeels buiten dien vorm om gaat. Het tijdperk van echte
feodaliteit en bloeiend ridderwezen loopt reeds in de dertiende eeuw
ten einde; wat daarna komt is de stedelijk-vorstelijke periode der
Middeleeuwen, waarin de beheerschende factoren van staat en maatschappij
de handelsmacht der burgerijen en de daarop berustende geldmacht der
vorsten zijn. Wij lateren hebben ons gewend, en terecht, om veel meer
naar Gent en Augsburg te zien, veel meer naar het opkomende kapitalisme
en de nieuwe staatsvormen dan naar den adel, die immers, hier meer daar
minder, overal reeds "gefnuikt" was. De geschiedvorsching zelf heeft
zich sedert de dagen der romantiek gedemocratiseerd. Het moet evenwel
hem, die gewoon is, de latere Middeleeuwen te zien in hun staatkundig-
economisch aspect, zooals wij dat begrijpen, telkens opvallen, dat de
bronnen zelf, met name de verhalende bronnen, aan den adel en zijn
bedrijf een zooveel ruimer plaats geven, dan bij onze voorstelling past.
Dit geldt zelfs niet enkel van de late Middeleeuwen, maar ook nog van de
zeventiende eeuw.
De reden daarvan is, dat de adellijke levensvorm zijn heerschappij over
de samenleving heeft behouden lang nadat de adel als maatschappelijke
structuur zijn overheerschende beteekenis verloren had. In den geest der
vijftiende eeuw neemt de adel als maatschappelijk element nog onbetwist
de eerste plaats in; zijn beteekenis wordt door den tijdgenoot veel te
hoog, die van de burgerij veel te laag geschat. Zij zelf zien niet, dat
de werkelijke beweegkrachten der maatschappelijke ontwikkeling elders
lagen dan in het leven en bedrijf van een oorlogvoerenden adel. Dus, zal
men zeggen: de fout zit bij de tijdgenooten zelf en bij de romantiek,
die hun voorstelling zonder kritiek volgde, terwijl de moderne
geschiedvorsching de ware verhoudingen van het laat-middeleeuwsche leven
aan het licht heeft gebracht. Van het staatkundige en economische leven,
ja. Maar voor het kennen van het cultuurleven behoudt de waan zelf,
waarin de tijdgenooten leefden, de waarde van een waarheid. Ook al was
de adellijke levensvorm niet anders dan een vernis over het leven
geweest, dan nog zou het noodzakelijk zijn, dat de geschiedenis dat
leven mèt den glans van dat vernis wist te zien.
Het is overigens veel meer geweest dan een vernis. Het begrip van de
geleding der maatschappij in standen doordringt in de Middeleeuwen alle
theologische en politische beschouwingen tot in haar vezelen. Het
bepaalt zich volstrekt niet tot de geijkte drie: geestelijkheid, adel en
derde stand. Het begrip stand heeft niet alleen een veel sterker waarde
maar ook een veel verder strekking. In het algemeen wordt iedere
groepeering, iedere functie, ieder beroep gezien als een stand, zoodat
naast de indeeling der maatschappij in drie standen een in twaalf kan
voorkomen. [143] Want stand is staat, "estat", of "ordo"; er ligt de
gedachte in van een door God gewilde wezenlijkheid. De woorden "estat"
en "ordre" dekken in de Middeleeuwen een groot aantal van menschelijke
groepeeringen, die voor ons begrip zeer ongelijksoortig zijn: de standen
in onzen zin, de beroepen, den huwelijken staat naast den maagdelijken,
den staat van zondigheid "estat de péchié", de vier "estats de corps et
de bouche" aan het hof: panetiers, schenkers, voorsnijders en
keukenmeesters, de geestelijke wijdingen: priester, diaken, subdiaken
enz., de kloosterorden, de ridderorden. In de middeleeuwsche gedachte
wordt het begrip "staat" of "orde" in al die gevallen bijeengehouden
door het besef, dat elk dezer groepen een goddelijke inzetting
vertegenwoordigt, een orgaan is in den wereldbouw, even wezenlijk en
even hierarchisch-eerbiedwaardig als de hemelsche tronen en machten der
engelenhierarchie.
In het schoone beeld, dat men zich maakte van staat en maatschappij,
werd aan elk der standen zijn functie aangewezen niet overeenkomstig
zijn beproefde nuttigheid, maar overeenkomstig zijn heiligheid of zijn
schitterenden glans. Men kon daarbij de ontaarding der geestelijkheid,
het verval van de ridderlijke deugden bejammeren, zonder daarom het
ideale beeld ook maar eenigszins prijs te geven; de zonden der menschen
mogen de verwezenlijking van het ideaal beletten, toch blijft het
grondslag en richtsnoer der maatschappelijke gedachte. Het
middeleeuwsche beeld der maatschappij is statisch, niet dynamisch.
Het is een wonderlijke schijn, waarin Chastellain, de hofhistoriograaf
van Philips den Goede en Karel den Stoute, wiens rijke werk ook hier
weer de beste spiegel is van de tijdsgedachte, de maatschappij van zijn
dagen ziet. Hier is een man, in de velden van Vlaanderen getogen, die in
zijn Nederlanden de schitterendste ontplooiing van burgermacht voor
oogen had, en die niettemin, verblind door den uiterlijksten glans van
het Bourgondische prachtleven, in den staat slechts riddermoed en
ridderdeugd als de bron van kracht ziet.
God heeft het volk doen geboren worden om te arbeiden, om den grond te
bewerken, om door den handel duurzaam levensonderhoud te verschaffen, de
geestelijkheid voor de werken des geloofs, maar den adel, om de deugd te
verheffen en de gerechtigheid te handhaven, om met de daden en de zeden
van hun schoone personen den anderen een spiegel te zijn. De hoogste
taak in den staat, de bescherming der kerk, de vermeerdering van het
geloof, de bewaring van het volk voor verdrukking, de handhaving van het
gemeen welzijn, bestrijding van geweld en tirannie, versterking van den
vrede, Chastellain wijst ze alle den adel toe. Waarheid, dapperheid,
zedelijkheid en mildheid zijn zijn eigenschappen. En de adel van
Frankrijk, zegt deze hoogdravende lofredenaar, beantwoordt aan dat
ideale beeld. [144] Door het geheele werk van Chastellain heen bemerkt
men, dat hij ook werkelijk de gebeurtenissen van zijn tijd door dat
gekleurde glaasje ziet.
De onderschatting van de burgerij spruit hieruit voort, dat het type,
waaronder men zich den derden stand voorstelde, zich nog geenszins
gecorrigeerd had naar de werkelijkheid. Dat type was eenvoudig en
beknopt als zulk een kalenderplaatje of bas-relief, dat de werken des
jaars afbeeldde: de zwoegende veldarbeider, de vlijtige handwerker of de
bedrijvige koopman. De figuur van den machtigen patriciër, die den adel
zelf van zijn plaats drong, het feit, dat de adel zich voortdurend
aanvulde met het bloed en de kracht der burgerij, vond in dat lapidaire
type evenmin plaats als de figuur van den strijdbaren gildebroeder en
zijn vrijheidsideaal. In het begrip van den derden stand bleven, immers
zelf tot de Revolutie toe, burgerij en arbeiders ongescheiden;
afwisselend dringt in de voorstelling de figuur van den armen boer of
van den vadsigen rijken burger [145] naar voren, maar een omlijning
volgens zijn werkelijke economisch-politische functie kreeg dat begrip
derde stand niet. Een reformprogram van een Augustijner monnik in 1412
kan in ernst verlangen, dat ieder niet-edele in Frankrijk gedwongen zou
worden, hand- of veldarbeid te doen, of uit het land gejaagd worden. [146]
Zoo is het te begrijpen, dat iemand als Chastellain, wiens vatbaarheid
voor ethische illusie geëvenaard wordt door zijn politische naïveteit,
naast de hooge eigenschappen van den adel den derden stand slechts lage
en slaafsche deugden toekent. "Pour venir au tiers membre qui fait le
royaume entier, c'est l'estat des bonnes villes, des marchans et des
gens de labeur, desquels il ne convient faire si longue exposition que
des autres, pour cause que de soy il n'est gaires capable de hautes
attributions, parce qu'il est au degré servile". (O kerels van
Vlaanderen!) Zijn deugd is nederigheid en vlijt, gehoorzaamheid aan hun
koning en gewilligheid, om genoegen te verschaffen aan de heeren. [147]
Werkte wellicht ook dat volslagen gemis aan het gezicht op een komenden
tijd van burgervrijheid en macht er toe mee, dat Chastellain en
gelijkgezinden, die enkel van den adel heil verwachtten, het met de
tijden duister inzagen?
Ook de rijke stedelingen heeten bij Chastellain nog kortweg "vilains".
[148] Hij heeft niet het geringste begrip voor burgereer. Philips de
Goede had de gewoonte, zijn macht te misbruiken, om zijn "archers",
lagere edelen veelal, of andere dienaren van zijn huis te huwen aan
rijke poortersweduwen of dochters. De ouders huwelijkten hun dochters
zoo vroeg mogelijk uit, om die aanzoeken te ontgaan; een weduwe
hertrouwde erom twee dagen na haars mans begrafenis. [149] Eens stuitte
de hertog daarbij op het hardnekkig verzet van een rijken bierbrouwer te
Rijsel, die zijn dochter niet voor een dergelijke verbintenis wil geven.
De hertog laat het meisje in verzekerde bewaring stellen; de gekrenkte
vader verhuist met zijn hebben en houden naar Doornik, om daar buiten
's hertogen gebied te zijn, en ongehinderd de zaak voor het Parlement
van Parijs te kunnen brengen. Het brengt hem niet dan zorg en moeite;
hij wordt ziek van verdriet, en het eind van het geval, dat in hooge mate
kenschetsend is voor Philips' impulsief karakter [150] en hem naar onze
begrippen niet tot eer strekt, is, dat de hertog de moeder, die als
smeekelinge tot hem komt, haar dochter teruggeeft, maar aan de
vergiffenis hoon en vernedering toevoegt. Chastellain, die anders
volstrekt niet vreest, zijn heer te misprijzen, staat met zijn sympathie
geheel aan de zijde van den hertog; voor den beleedigden vader heeft hij
geen andere woorden dan "ce rebelle brasseur rustique", "et encore si
meschant vilain." [151]
In zijn _Temple de Bocace_, een hol galmende hal van adellijken roem en
ongeluk, laat Chastellain den grooten financier Jacques Coeur niet
zonder een woord van verontschuldiging toe, terwijl de verfoeilijke
Gilles de Rais er ondanks zijn ontzettende misdaden gereedelijk toegang
vindt van wege zijn hooge geboorte. [152] Hij acht het onnoodig, de
namen van de burgers te vermelden, die in den grooten strijd voor Gent
vielen. [153]
Ondanks deze geringschatting van den derden stand ligt er in het
ridderideaal zelf en in de beoefening van de deugden en de taak, die den
adel werden voorgehouden, een dubbel element van een minder hoogmoedig
aristocratische volksverachting. Naast den spot over de dorpers, vol
haat en verachting, zooals die klinkt uit het Vlaamsche _Kerelslied_ en
de _Proverbes del vilain_ loopt in de Middeleeuwen een tegengestelde
uiting van medelijden met het arme volk, dat het zoo kwaad heeft.
"Si fault de faim perir les innocens
Dont les grans loups font chacun jour ventrée,
Qui amassent a milliers et a cens
Les faulx tresors; c'est le grain, c'est la blée,
Le sang, les os qui ont la terre arée
Des povres gens, dont leur esperit crie
Vengence à Dieu, vé à la seignourie ..." [154]
Het zijn altijd dezelfde klaagtonen: het arme volk, geteisterd door de
oorlogen, uitgezogen door de ambtenaren, leeft in gebrek en ellende;
iedereen teert op den boer. Zij lijden geduldig: "le prince n'en sçait
riens", en als zij soms murmureeren en de overheid smaden: "povres
brebis, povre fol peuple", de heer zal hen met een woord weer tot rust
en tot rede brengen. In Frankrijk komt onder den indruk van de
jammerlijke verwoesting en onveiligheid, waaraan de honderdjarige oorlog
gaandeweg het geheele land overleverde, één trek in die klacht op den
voorgrond: de boer geplunderd, gebrandschat en mishandeld door de
krijgsbenden van vriend en vijand, beroofd van zijn ploegdieren, van
huis en hof verjaagd. In dien vorm neemt de klacht geen einde meer. Men
hoort haar van de groote reform-gezinde geestelijken omstreeks 1400:
Nicolaas van Clemanges in zijn _Liber de lapsu et reparatione
justitiae,_ [155] van Gerson in zijn moedige en aangrijpende politieke
preek voor de regenten en het hof op het thema _Vivat rex,_ 7 November
1405 in het paleis der koningin te Parijs gehouden, [156] Jean Jouvenel,
de bisschop van Beauvais, houdt in bittere klachten de ellende van het
volk voor aan de Staten te Blois in 1433, te Orleans in 1439. [157]
Gepaard aan het beklag der andere standen over hun moeilijkheden, in den
vorm van een twistgesprek, vindt men het thema van de volksellende in
Alain Chartier's _Quadriloge invectif,_ [158] en in Robert Gaguin's
daarop geïnspireerd _Debat du laboureur, du prestre et du gendarme_.
[159] De kroniekschrijvers kunnen niet anders dan telkens erop
terugkomen; hun stof bracht het mee. [160] Molinet dicht een _Resource
du petit peuple_, [161] de ernstige Meschinot herhaalt de waarschuwingen
over de verwaarloozing van het volk keer op keer:
"O Dieu, voyez du commun l'indigence,
Pourvoyez-y à toute diligence:
Las! par faim, froid, paour et misere tremble.
S'il a peché ou commis negligence
Encontre vous, il demande indulgence.
N'est-ce pitié des biens que l'on lui emble?
Il n'a plus bled pour porter au molin,
On lui oste draps de laine et de lin,
L'eaue, sans plus, lui demeure pour boire". [162]
In een cahier, den koning aangeboden ter gelegenheid van de Staten te
Tours in 1484, neemt de klacht regelrecht het karakter aan van een
politiek vertoog. [163] Toch blijft het een volkomen stereotyp en
negatief medelijden, niets van een program. Er is nog geen spoor van
weloverlegden socialen hervormingszin in, en zoo wordt er op het thema
doorgezongen, door La Bruyère, door Fénélon, tot diep in de achttiende
eeuw, want nog de klachten van den ouden Mirabeau, "l'ami des hommes",
zijn weinig anders, al klinkt daarin het geluid van het komende verzet.
Het is te verwachten, dat de verheerlijkers van het laat-middeleeuwsche
ridderideaal instemmen met deze betuigingen van medelijden met het volk:
immers de toepassing van den ridderplicht, om de zwakken te beschermen,
eischte het. Evenzeer inhaerent aan het wezen van het ridderideaal, en
evenzeer stereotyp en theoretisch, is ook het besef, dat de ware adeldom
slechts berust in de deugd, en dat in den grond alle menschen gelijk
zijn. Deze beide gevoelens worden wel eens in hun cultuurhistorische
beteekenis overschat. Men beschouwt de erkenning van den waren adel in
het hart als een triomf der Renaissance, erop wijzende, dat Poggio die
gedachte uitspreekt in zijn _De nobilitate_. Men hoort gewoonlijk dat
oude egalitarisme in het revolutionaire geluid van John Ball's "When
Adam delved and Eve span, where was then the gentleman?"--En men stelt
zich voor, dat de adel sidderde op dien tekst.
Beide gedachten waren reeds lang gemeenplaatsen in de hoofsche
litteratuur zelve, evenals zij het waren in de salons van het ancien
régime. Het denkbeeld van den waren adel in het hart was voortgekomen
uit de verheffing van de hoofsche liefde in de poëzie der troubadours.
Het blijft een zedelijke bespiegeling zonder sociaal-actieve werking.
"Dont vient a tous souveraine noblesce?
Du gentil cuer, paré de nobles mours.
... Nulz n'est villains se du cuer ne lui muet". [164]
De gelijkheidsgedachte was reeds door de kerkvaders ontleend aan Cicero
en Seneca. Gregorius de Groote had den komenden Middeleeuwen het "Omnes
namque homines natura aequales sumus" reeds meegegeven. Het was in
allerlei klank en nadruk steeds herhaald, zonder de werkelijke
ongelijkheid te verminderen. Want voor den Middeleeuwer keerde de
gedachte haar pointe naar de spoedige gelijkheid in den dood, niet naar
een hopeloos verre gelijkheid in het leven. Bij Eustache Deschamps
vinden wij haar in een duidelijke verbinding met de doodendans-
voorstelling, die aan de late Middeleeuwen den troost moest geven over
het onrecht van de wereld. Het is Adam zelf, die zijn kroost toespreekt:
"Enfans, enfans, de moy, Adam, venuz,
Qui après Dieu suis peres premerain (eerste)
Créé de lui, tous estes descenduz
Naturelment de ma coste et d'Evain;
Vo mere fut. Comment est l'un villain
Et l'autre prant le nom de gentillesce
De vous, freres? dont vient tele noblesce?
Je ne le sçay, se ce n'est des vertus,
Et les villains de tout vice qui blesce:
Vous estes tous d'une pel revestus.
Quant Dieu me fist de la boe ou je fus,
Homme mortel, faible, pesant et vain,
Eve de moy, il nous crea tous nuz,
Mais l'esperit nous inspira a plain
Perpetuel, puis eusmes soif et faim,
Labour, dolour, et enfans en tristesce;
Pour noz pechiez enfantent a destresce
Toutes femmes; vilment estes conçuz.
Dont vient ce nom, villain, qui les cuers blesce?
Vous estes tous d'une pel revestuz.
Les roys puissans, les contes et les dus,
Li gouverneur du peuple et souverain,
Quant ilz naissent, de quoy sont ilz vestuz?
D'une orde pel.
... Prince, pensez, sanz avoir en desdain
Les povres gens, que la mort tient le frain". [165]
Het is in overeenstemming met deze gedachten, wanneer geestdriftige
vereerders van het ridderideaal somtijds opzettelijk de daden van
boersche helden opteekenen, om den adel te leeren, "dat bij wijlen zij,
die zij dorpers achten, van de grootste dapperheid bezield zijn". [166]
Want dit is de grond van al deze gedachten: dat de adel geroepen is, om
door de naleving van het ridderideaal de wereld te schragen en te
zuiveren. Het rechte leven en de rechte deugd der edelen is het
heilmiddel der slechte tijden; daarvan hangt af het welzijn en de rust
van kerk en koninkrijk, de gelding der gerechtigheid. [167] De oorlog is
in de wereld gekomen met Caïn en Abel, en sedert vertakt onder goeden en
slechten. Hem te beginnen is niet goed. Daarom is de zeer edele en zeer
uitstekende stand der ridderschap ingesteld, om het volk, dat gemeenlijk
het meest geteisterd wordt door de rampen van den krijg, te bewaren, te
verdedigen en in rust te houden. [168] Twee zaken, luidt het in het
leven van een der zuiverste vertegenwoordigers van het laat-middeleeuwsche
ridderideaal, Boucicaut, zijn door God's wil in de wereld gezet als twee
pijlers om de orde der goddelijke en menschelijke wetten te onderhouden;
zonder hen zou de wereld niet dan verwarring zijn; die twee pijlers zijn
ridderschap en wetenschap, "chevalerie et science, qui moult bien
conviennent ensemble". [169] "Science, Foy et Chevalerie" zijn de drie
leliën van _Le Chapel des fleurs de lis_ van Philippe de Vitri; zij
vertegenwoordigen de drie standen; de ridderschap is geroepen, om de
beide andere te behoeden en te beschermen. [170] Die gelijkwaardigheid
van ridderschap en wetenschap, die ook spreekt uit de neiging om aan den
doctorstitel dezelfde rechten toe te kennen als aan den riddertitel
[171] getuigt van het hooge ethische gehalte van het ridderideaal. Het
is de vereering van een hooger willen en durven naast die van een hooger
weten en kunnen; men heeft de behoefte, om den mensch in een hoogere
potentie te zien, en wil die uitdrukken in den vasten vorm van twee
wijdingen tot hooger levenstaak, onderling gelijkwaardig. Maar van die
twee had het ridderideaal een veel algemeener en sterker werking, omdat
daarin met het ethische zooveel aesthetische elementen waren vereenigd,
die voor iederen geest begrijpelijk waren.
De middeleeuwsche gedachtenwereld in het algemeen is in al haar deelen
doortrokken en doorzult met de geloofsvoorstellingen. Op soortgelijke
wijze is de gedachtenwereld van die beperkter groep, welke in de sfeer
van hof en adel leeft, gedrenkt in het ridderideaal. Zelfs
geloofsvoorstellingen worden op haar beurt in den ban der ridderidee
getrokken: Michael's wapenfeit was "la première milicie et prouesse
chevaleureuse qui oncques fut mise en exploict"; van hem neemt de
ridderlijkheid haar oorsprong; als "milicie terrienne et chevalerie
humaine" is zij een aardsche navolging van de engelenscharen om Gods
troon. [172]
Leidt de hooge verwachting, die men bouwt op de plichtsvervulling van
den adel, tot eenige nadere omschrijving van politieke denkbeelden
omtrent hetgeen den adel te doen staat? Ja, die van een streven naar
den universeelen vrede, gegrondvest op de eendracht der koningen, de
verovering van Jeruzalem en verdrijving der Turken. De onvermoeide
plannenmaker Philippe de Mézières, die droomde van een ridderorde, welke
al de oude kracht van Tempel en Hospitaal zou overtreffen, heeft in zijn
_Songe du vieil pelerin_ een plan uitgewerkt, dat het heil der wereld
in de naaste toekomst scheen te waarborgen. De jonge koning van
Frankrijk,--het is geschreven omstreeks 1388, toen op den ongelukkigen
Karel VI nog zooveel hoop was gebouwd--, zal gemakkelijk vrede kunnen
sluiten met Richard van Engeland, even jong en onschuldig aan ouden
strijd als hij. Zij moesten persoonlijk over dien vrede met elkander
spreken, elkander verhalen van de wonderlijke openbaringen, die hem
hadden aangekondigd, afzien van al de kleine belangen, die een beletsel
zouden opleveren, als de onderhandeling aan geestelijken,
rechtsgeleerden of legerhoofden werd toevertrouwd. Laat de koning van
Frankrijk maar wat grenssteden en kasteelen afstaan. Terstond na den
vrede zou de kruistocht worden voorbereid. Overal zal alle strijd en
veete beslecht worden, het tiranniek bestuur der staten zal hervormd
worden, een algemeen concilie zal de vorsten der christenheid opwekken,
om ten oorlog te trekken, indien de prediking niet helpen mocht, om
Tartaren, Turken, Joden en Saracenen te bekeeren. [173] Niet
onwaarschijnlijk was er van zulke ver strekkende plannen nog sprake in
het vriendschappelijk verkeer van Mézières met den jongen Lodewijk van
Orleans in het klooster der Celestijnen te Parijs. Ook Orleans leefde,
zij het met meer bijmenging van praktische en baatzuchtige politiek,
in die droomen van vrede en kruistocht. [174]
Het is een wonderlijke kleuring van de wereld, dat beeld van de
maatschappij gedragen door het ridderideaal. Het is een kleur, die niet
goed houden wil. Wien men ook neemt van de bekende fransche chronisten
der veertiende en vijftiende eeuw: de scherpe Froissart, de droge
Monstrelet en d'Escouchy, de plechtstatige Chastellain, de hoofsche
Olivier de la Marche, de bombastische Molinet, allen met uitzondering
van Commines en Thomas Basin beginnen met hoogdravende verklaringen,
dat zij schrijven ter verheerlijking van ridderdeugd en roemrijke
wapenfeiten. [175] Maar niemand kan het geheel volhouden, Chastellain
nog het best. Terwijl Froissart, zelf dichter van een hyperromantischen
aflegger der ridder-epiek: _Méliador_, met zijn geest zwelgt in ideale
"prouesse" en "grans apertises d'armes", schrijft zijn journalistenpen
voortdurend van verraad en wreedheid, sluwe baatzucht en overmacht, een
krijgsbedrijf, dat geheel een zaak van winstbejag is geworden. Molinet
vergeet doorloopend zijn chevaleresken opzet en vertelt, afgezien van
zijn taal en stijl, de gebeurtenissen helder en eenvoudig, om zich af
en toe den edelen zwier te herinneren, dien hij zich had opgelegd. Nog
uiterlijker is de ridderlijke strekking bij Monstrelet.
Het is alsof de geest van deze schrijvers,--een ondiepe geest, moet men
zeggen--, de ridderlijke fictie aanwendt als een correctief op de
onbegrijpelijkheid, die hun tijd voor hen had. Het was de eenige vorm,
waarin zij de gebeurtenissen konden begrijpen. In de werkelijkheid waren
zoowel de oorlogen als de staatkunde van hun tijd uiterst vormloos,
schijnbaar onsamenhangend. De krijg doorgaans een chronisch proces van
geïsoleerde strooptochten over een groot gebied verspreid, de diplomatie
een zeer omslachtig en gebrekkig instrument, voor een deel beheerscht
door zeer algemeene traditioneele ideeën en voor een deel door een
onontwarbaar complex van afzonderlijke, kleine rechtskwesties. Niet
in staat om in dat alles een reëele maatschappelijke ontwikkeling te
erkennen, nam de historie de fictie van het ridderideaal te baat, en
herleidde daarmee alles tot een schoon beeld van vorsteneer en
ridderdeugd, een fraai spel van edele regels, en schiep de illusie van
orde. Vergelijkt men dezen historischen maatstaf met bijvoorbeeld het
inzicht van Thucydides, dan is het een buitengewoon laag standpunt.
De geschiedenis verdort tot een relaas van schoone of schijnschoone
wapenfeiten en solemneele staatshandelingen. Wie zijn dan ook van dit
gezichtspunt beschouwd de rechte geschiedgetuigen? De herauten en
wapenkoningen, meent Froissart; zij wonen immers die edele verrichtingen
bij, en hebben ze officieel te beoordeelen; zij zijn experts in zaken
van roem en eer, en roem en eer zijn het motief der geschiedschrijving.
[176] De statuten van het Gulden Vlies geboden het opteekenen van
ridderlijke wapenfeiten; Lefèvre de Saint Remy, genaamd Toison d'or,
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Herfsttij der Middeleeuwen - 07
  • Parts
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 01
    Total number of words is 4412
    Total number of unique words is 1815
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.4 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 02
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 1780
    34.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 03
    Total number of words is 4199
    Total number of unique words is 1628
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.4 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 04
    Total number of words is 4530
    Total number of unique words is 1663
    35.8 of words are in the 2000 most common words
    50.8 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 05
    Total number of words is 4344
    Total number of unique words is 1684
    33.5 of words are in the 2000 most common words
    47.3 of words are in the 5000 most common words
    54.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 06
    Total number of words is 4245
    Total number of unique words is 1692
    29.5 of words are in the 2000 most common words
    42.1 of words are in the 5000 most common words
    50.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 07
    Total number of words is 4331
    Total number of unique words is 1739
    29.8 of words are in the 2000 most common words
    43.6 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 08
    Total number of words is 4397
    Total number of unique words is 1675
    31.3 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 09
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 1713
    34.4 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 10
    Total number of words is 4385
    Total number of unique words is 1834
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    42.8 of words are in the 5000 most common words
    50.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 11
    Total number of words is 3879
    Total number of unique words is 1363
    26.9 of words are in the 2000 most common words
    39.2 of words are in the 5000 most common words
    45.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 12
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1719
    30.9 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 13
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 1767
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 14
    Total number of words is 4249
    Total number of unique words is 1722
    28.4 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    47.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 15
    Total number of words is 4284
    Total number of unique words is 1749
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    44.9 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 16
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 1733
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.6 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 17
    Total number of words is 3978
    Total number of unique words is 1708
    23.6 of words are in the 2000 most common words
    34.4 of words are in the 5000 most common words
    40.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 18
    Total number of words is 4422
    Total number of unique words is 1718
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 19
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1774
    32.6 of words are in the 2000 most common words
    46.2 of words are in the 5000 most common words
    53.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 20
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1728
    31.5 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    51.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 21
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1659
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 22
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1778
    29.7 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 23
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1732
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    50.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 24
    Total number of words is 4324
    Total number of unique words is 1754
    30.3 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 25
    Total number of words is 4103
    Total number of unique words is 1747
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    41.7 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 26
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1618
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    48.8 of words are in the 5000 most common words
    57.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 27
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 1709
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    46.9 of words are in the 5000 most common words
    54.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 28
    Total number of words is 4202
    Total number of unique words is 1635
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    53.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 29
    Total number of words is 4403
    Total number of unique words is 1869
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.3 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 30
    Total number of words is 4322
    Total number of unique words is 1762
    27.5 of words are in the 2000 most common words
    39.0 of words are in the 5000 most common words
    46.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 31
    Total number of words is 4295
    Total number of unique words is 1866
    26.2 of words are in the 2000 most common words
    38.2 of words are in the 5000 most common words
    44.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 32
    Total number of words is 3982
    Total number of unique words is 1660
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.7 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 33
    Total number of words is 3690
    Total number of unique words is 1729
    20.5 of words are in the 2000 most common words
    30.8 of words are in the 5000 most common words
    36.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 34
    Total number of words is 716
    Total number of unique words is 448
    15.3 of words are in the 2000 most common words
    23.6 of words are in the 5000 most common words
    29.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.