Herfsttij der Middeleeuwen - 32

Total number of words is 3982
Total number of unique words is 1660
26.0 of words are in the 2000 most common words
38.7 of words are in the 5000 most common words
44.9 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
Perdu a son entendement,
Elle parle mais faiblement,
Et Justice est toute ydiote...." [984]
De verschillende sferen van fantazie worden stijlloos dooreengemengd.
Geen product zoo bizar als het politieke schotschrift in het kleed der
pastorale. De onbekende dichter, die zich Bucarius noemt, heeft in _Le
Pastoralet_ al den laster van het huis Bourgondië tegen Orleans in de
kleur der herderij geschilderd: Orleans, Jan zonder Vrees en al hun
trotsch en grimmig gevolg als zoete herders, wonderlijke Leeuwendalers!
De herdersrok is beschilderd met fleurs de lis of klimmende leeuwen; er
zijn "bergiers à long jupel", dat zijn de geestelijken. [985] De herder
Tristifer, dat is Orleans, neemt den anderen hun brood en kaas, hun
appelen en noten, hun fluitjes af, en den schapen de klokjes; hij dreigt
de weerstrevenden met zijn grooten herdersstaf. Totdat hij zelf met een
herdersstaf wordt doodgeslagen. Soms vergeet de dichter bijna zijn
sinistere strekking en vermeit zich in de zoetste pastorale, dan weer
wordt de herderlijke fantazie zonderling gestoord door den boozen
politieken smaad. [986] Ook hier nog niets van de maat en smaak der
Renaissance.
Molinet haspelt de motieven van het geloof, den krijg, de heraldiek en
de min dooreen, in den vorm van een proclamatie van den Schepper aan
alle ware minnenden:
"Nous Dieu d'amours, créateur, roy de gloire
Salut à tous vrays amans d'humble affaire!
Comme il soit vray que depuis la victoire
De nostre filz sur le mont de Calvaire
Plusieurs souldars par peu de congnoissance
De noz armes, font au dyable allyance...."
Daarom wordt hun het rechte wapen beschreven: schild van zilver, chef
van goud met vijf wonden, en de militante Kerk octrooi verleend, om
allen in haar dienst op te nemen, die tot dat wapen willen terugkeeren,
"mais qu'en pleurs et en larmes,
De cueur contrict et foy sans abuser." [987]
De kunstenmakerijen, waarmee Molinet den lof zijner tijdgenooten als
vernuftig rhétoriqueur en poëet behaalde, schijnen ons de laatste
ontaarding van een uitdrukkingsvorm vóór zijn ondergang. Hij vermeit
zich in de meest zoutelooze woordspelletjes: "Et ainsi demoura l'Escluse
en paix qui lui fut incluse, car la guerre fut d'elle excluse plus
solitaire que rencluse." [988] In de inleiding op zijn gemoraliseerde
prozabewerking van den _Roman de la rose_ speelt hij met zijn naam
Molinet. "Et affin que je ne perde le froment de mal labeur, et que la
farine que en sera molue puisse avoir fleur salutaire, j'ay intencion,
se Dieu m'en donne la grace, de tourner et convertir soubz mes rudes
meulles le vicieux au vertueux, le corporel en l'espirituel, la
mondanité en divinité, et souverainement de la moraliser. Et par ainsi
nous tirerons le miel hors de la dure pierre, et la rose vermeille hors
des poignans espines, où nous trouverons grain et graine, fruict, fleur
et feuille, très souefve odeur, odorant verdure, verdoyant floriture,
florissant nourriture, nourissant fruict et fructifiant pasture." [989]
Wat lijkt het eind-eeuwsch en versleten! Toch bewonderde de tijdgenoot
juist dit als het nieuwe; de middeleeuwsche poëzie had dat spelen met
woorden eigenlijk niet gekend, die speelde meer met beelden. Zooals bij
voorbeeld Olivier de la Marche, Molinet's geestverwant en bewonderaar:
"Là prins fièvre de souvenance
Et catherre de desplaisir,
Une migraine de souffrance,
Colicque d'une impascience,
Mal de dens non à soustenir.
Mon cueur ne porroit plus souffrir
Les regretz de ma destinée
Par douleur non accoustumée." [990]
Meschinot is nog even verslaafd aan de slappe allegorie als La Marche;
van zijn _Lunettes des princes_ zijn Prudence en Justice de glazen,
Force de montuur, Temperance de nagel, die alles bijeenhoudt. Raison
geeft den dichter dien bril met een gebruiksaanwijzing; door den hemel
gezonden komt Raison zijn geest binnen, en wil daar haar festijn
aanrichten, maar vindt er alles bedorven door Desespoir, zoodat er niets
is "pour disner bonnement." [991]
't Schijnt alles ontaarding en verval. En toch is het de tijd, waarin
de nieuwe geest der Renaissance reeds blaast, waar hij wil. Waar is de
groote, jonge bezieling en de nieuwe, zuivere vorm?

NOTEN:

[902] Erasmus, Ratio seu Methodus compendio perveniendi ad veram
theologiam, ed. Bazel 1520, p. 146.
[903] E. Durand Gréville, Hubert et Jean van Eyck, Bruxelles, 1910,
p. 119.
[904] p. 361. (zie Hoofdstuk X, noot 721)
[905] Alain Chartier, Oeuvres, ed. Duchesne, p. 594.
[906] Chastellain, I p. 11, 12. IV p. 21, 393, VII p. 160; La Marche,
I p. 14; Molinet, I p. 23.
[907] Jean Robertet, bij Chastellain, VII p. 182.
[908] Chastellain, VII p. 219.
[909] Chastellain, III p. 231ss.--Sint Antoine valt op 17 Januari.
[910] Oratoire, een door tapijten afgeschoten vertrekje in een kapel.
[911] Dooi.
[912] Een heuveltje, een aardhoop.
[913] Chastellain, III p. 46, zie hierboven blz. 154 (zie Hoofdstuk III,
noot 294). vg. III 104, V 259.
[914] Helmen.
[915] Chastellain, V p. 273, 269, 271.
[916] Zie de reproducties bij A. Michel, Histoire de l'art etc., Paris,
1907 etc. 7 vol. parus, IV, 2 p. 711 en P. Durrieu. Les belles heures du
duc de Berry, Gazette des beaux arts 1906, t. 35, p. 283.
[917] Froissart, ed. Kervyn, XIII p. 50, XI p. 99. XIII p. 4.
[918] Dichter onbekend, gedrukt Deschamps, Oeuvres X no. 18, vgl. Le
Debat du cuer et du corps de Villon, evenzoo Charles d'Orléans, rondel
192.
[919] Dat blijkt.
[920] Ed. de 1522, fol. 101, bij A. de la Borderie, Jean Meschinot etc.,
Bibl. de l'école des chartes LVI, 1895, p. 301. Vgl. de balladen van
Henri Baude, ed. Quicherat (Trésor des pièces rares ou inédites, Paris
1856), p. 26, 37, 55, 79.
[921] Froissart, ed. Luce. I p. 56, 66. 71, XI p. 13, ed. Kervyn. XII
p. 2, 23; vgl. ook Deschamps, III p. 42.
[922] Froissart ed. Kervyn, XI p. 89.
[923] P. Durrieu, Les très-riches heures de Jean de France duc de Berry,
1904, pl. 38.
[924] Oeuvres du roi René, ed. de Quatrebarbes, II p. 105.
[925] Deschamps, I nos. 61, 144; III nos. 454, 483, 524; IV nos. 617, 636.
[926] Durrieu. l.c. pl. 3, 9, 12.
[927] Deschamps, VI p. 191, no. 1204.
[928] Froissart, ed. Luce, V p. 64, VIII p. 5, 48, XI p. 110, ed.
Kervyn, XIII p. 14, 21, 84, 102, 264.
[929] Froissart, ed. Kervyn, XV p. 54, 109, 184, XVI p. 23, 52, ed.
Luce. I p. 394.
[930] Froissart, XIII p. 13.
[931] G. de Machaut, Poésies lyriques, ed. V. Chichmaref (Zapiski ist.
fil. fakulteta imp. S. Peterb. universiteta XCII 1909) no. 60, I p. 74.
[932] La Borderie, l.c., p. 618.
[933] Christine de Pisan, Oeuvres poétiques, I p. 276.
[934] Ib. p. 164, no. 30.
[935] Ib. I p. 275, no. 5.
[936] Froissart, Poésies, ed. Scheler, II p. 216.
[937] P. Michault, La dance aux aveugles etc., Lille, 1748.
[938] Recueil de poésies françoises des XVe et XVIe siècles, ed. de
Montaiglon (Bibl. elzevirienne) t. IX p. 59.
[939] Deschamps, VI no. 1202, p. 188.
[940] Het vee dat naar de wei gaat.
[941] Froissart, Poésies. I p. 91.
[942] Froissart, ed. Kervyn, XIII p. 22.
[943] Deschamps, I p. 196, no. 90, p. 192, no. 87. IV p. 294, no. 788, V
no.903, 905, 919, VII p. 220, no. 1375, vgl. II p. 86, no. 250, no.247.
[944] Durrieu, Les tres riches heures, pl. 38, 39, 60, 27, 28.
[945] Deschamps, no. 1060, V p. 351. no. 844, V p. 15.
[946] Chastellain, III p. 256ss.
[947] Journal d'un bourgeois, p. 325(2).
[948] Deschamps, nos. 1229, 1230, 1233, 1259, 1299, 1300, 1477, VI
p. 230, 232, 237, 279, VII p. 52, 54, VIII p. 182, vgl. Gaguin's
De validorum mendicantium astucia, Thuasne, II p. 169ss.
[949] Deschamps. no. 219, II p. 44, no. 2, I p. 71.
[950] Ib. IV, p. 291, no. 786.
[951] Bibliothèque de l'école des chartes, 2e série III 1846, p. 70.
[952] Proverbia, 14.13.
[953] Alain Chartier, La belle dame sans mercy, p. 503, 505, vgl. Le
debat du reveille-matin, p. 498; Chansons du XVe siècle, p. 71, no. 73;
L'amant rendu cordelier à l'observance d'amours, vs. 371; Molinet,
Faictz et dictz, ed. 1537, f. 172.
[954] Alain Chartier, Le debat des deux fortunes d'amours, p. 581.
[955] Oeuvres du roi René, ed. Quatrebarbes, III p. 194.
[956] Charles d'Orléans, Poésies complètes, p. 68.
[957] L.c., p. 88, ballade no. 19.
[958] L.c., chanson no. 62.
[959] Vgl. Alain Chartier, p. 559: "Ou se le vent une fenestre boute,
Dont il cuide que sa dame l'escoute, S'en va coucher joyeulx...."
[960] Huitains 51, 53, 57, 167, 188, 192, ed. de Montaiglon, Soc. des
anc. textes francais, 1881.
[961] Museum te Leipzig, no. 509.
[962] Juvenal des Ursins, 1418, p. 541; Journal d'un bourgeois de Paris,
p. 92, 172.
[963] J. Veth & S. Muller Fz., A. Dürer's Niederländische Reise,
Berlin-Utrecht, 1918, 2 bde, I p. 13.
[964] Chastellain, III p. 414.
[965] Chron. scand., I p. 27.
[966] Molinet, V p. 15.
[967] Lefebvre, Théatre de Lille, p. 54, bij Doutrepont, p. 354.
[968] Th. Godefroy, Le ceremonial françois, 1649, p. 617.
[969] J. B. Houwaert, Declaratie van die triumphante Incompst van den
... Prince van Oraingnien etc.; t'Antwerpen, Plantijn 1579, p. 39.
[970] De these van Emile Male omtrent den invloed der
theatervoorstelling op de schilderkunst moge hier blijven rusten.
[971] Zie P. Durrieu, Gazette des beaux arts, 1906, t. 35, p. 275.
[972] Christine de Pisan, Epitre d'Othéa à Hector, Ms. 9392 de Jean
Miélot, ed. J. van den Gheyn, Bruxelles 1913.
[973] L.c., pl. 5, 8, 26, 24, 25.
[974] Van den Gheyn, Epitre d'Othéa, pl. I en 3; Michel, Histoire de
l'art IV, 2 p. 603, Michel Colombe, grafmonument uit de kathedraal van
Nantes, id. 616, figuur van Temperantia aan het grafmonument der
kardinalen van Amboise in de kathedraal van Rouen.
[975] Zie daarover mijn opstel Uit de voorgeschiedenis van ons nationaal
besef, De Gids 1912, I.
[976] Exposition sur verité mal prise, Chastellain, VI p. 249.
[977] zuur.
[978] gordel.
[979] Le livre de paix, Chastellain, VII p. 375.
[980] Advertissement au duc Charles, Chastellain. VII p. 304 ss.
[981] Chastellain, VII p. 237 ss.
[982] Molinet, Le miroir de la mort, fragment bij Chastellain, VI
p. 460.
[983] Chastellain. VII p. 419.
[984] Deschamps, I p. 170.
[985] Le Pastoralet, vs. 501, 7240, 5768.
[986] Vgl. voor de vermenging van pastorale en politiek Deschamps, III
p. 62, no. 344, p. 93, no. 359.
[987] Molinet, Faictz et dictz, f. 1.
[988] Molinet, Chronique, IV p. 307.
[989] Bij E. Langlois, Le roman de la rose (Soc. des anc. textes) 1914,
I p. 33.
[990] Recueil de Chansons etc. (Soc. des bibliophiles belges), III p. 31.
[991] La Borderie, l.c., p. 603, 632.

* * * * *

XIV
HET KOMEN VAN DEN NIEUWEN VORM

De verhouding van het opbloeiende Humanisme en den afstervenden geest
der Middeleeuwen is veel minder eenvoudig, dan wij geneigd zijn, ons
haar voor te stellen. Ons, die die beide cultuurcomplexen scherp
gescheiden zien, schijnt het, alsof de ontvankelijkheid voor de eeuwige
jeugd der Ouden en de verloochening van den ganschen versleten toestel
der middeleeuwsche gedachtenuitdrukking gekomen moet zijn als een
openbaring. Alsof de geesten, ten doode vermoeid van allegorie en
flamboyantisme, plotseling moeten hebben begrepen: neen, niet dit, maar
dat! Alsof de gouden harmonie van het klassieke hun opeens als een
redding voor oogen moet hebben gestraald, alsof zij de Oudheid hebben
moeten omhelsd met de vervoering van wie zijn heil heeft gevonden.
Maar zoo is het niet. Midden in den tuin der middeleeuwsche gedachte,
tusschen de welige woekering van het oude gewas, is het klassicisme van
lieverlede opgegroeid. Eerst is het enkel een formeel fantazie-element.
Een groote nieuwe bezieling wordt het eerst laat, en de geest en de
uitdrukkingsvormen, die wij als de oude, middeleeuwsche plegen te
beschouwen, sterven ook dan nog niet af.
Om dat alles goed te zien, zou het nuttig zijn, uitvoeriger dan hier
geschiedt, het komen der Renaissance gade te slaan, niet in Italië, maar
in het land, dat de vruchtbaarste bodem was geweest voor alles, wat den
heerlijken rijkdom der echt-middeleeuwsche cultuur uitmaakte: Frankrijk
Wanneer men het Italiaansche quattrocento beschouwt in zijn glorieuze
tegenstelling tot het laat-middeleeuwsche leven elders, dan begaat men
licht deze vergissing: men houdt de signatuur van het quattrocento:
de blijheid, de vrijheid, het serene en het sonore, voor die van den
nieuwen tijd, en zegt: daar waar het leven in dien toonaard klinkt,
daar is de Renaissance. Doch is het niet veeleer de signatuur van den
Italiaanschen geest, is zij niet reeds evenzeer aanwezig in het Italië
der dertiende eeuw? Men komt altijd weer terecht, of bij de absurde
consequentie, om de Renaissance steeds hoogerop in de Middeleeuwen
te verlengen, of bij de erkentenis, dat de Renaissance met haar
Italiaanschen verschijningsvorm volstrekt niet volledig is getypeerd,
en dat het begrip Renaissance slechts één aspect vertegenwoordigt van
de bonte cultuur der eindigende Middeleeuwen.
Midden in de oude levensopvattingen en levensverhoudingen komen de
nieuwe, klassicistische vormen op. Voor het aannemen van volkomen
ontwikkelde humanistische uitdrukkingsvormen is niet anders noodig, dan
dat een geletterde kring zich wat meer dan gewoonlijk bevlijtigd op
zuiver latijn en klassieken zinsbouw. Zulk een kring bloeit omstreeks
1400 in Frankrijk; zij bestaat uit eenige geestelijken en magistraten:
Jean de Monstreuil, kanunnik van Rijssel en koninklijk secretaris,
Nicolas de Clemanges, de beroemde woordvoerder der reformgezinde
geestelijkheid, Gontier Col, Ambrosius de Miliis, vorstelijke
geheimschrijvers evenals de eerstgenoemde. Zij wisselen fraaie en
deftige humanistenbrieven, die voor de latere producten van het genre
in niets onderdoen: de holle algemeenheid van gedachte, het gewild
gewichtige, de gewrongen zinsbouw en ondoorzichtige uitdrukking, en ook
het behagen aan geleerde beuzelingen. Jean de Monstreuil maakt zich druk
over de spelling van "orreolum" en "scedula", met of zonder h, over het
gebruik van de k in latijnsche woorden. "Als ge mij niet te hulp komt,
waarde leermeester en broeder,--schrijft hij aan Clemanges--, [992]
ben ik mijn goeden naam kwijt en als des doods schuldig. Daar heb ik
bemerkt, dat ik in mijn laatsten brief aan mijn heer en vader, den
bisschop van Kamerijk, in plaats van den comparativus "propior",
overhaast en slordig als de pen is, "proximior" heb gezet! Verbeter
het toch, anders zullen onze bedillers er schotschriften op maken."
[993]--Men ziet, de brieven zijn voor de openbaarheid bestemd, als
geleerde letteroefeningen. Echt humanistisch is ook zijn bestrijding van
zijn vriend Ambrosius, die Cicero van tegenstrijdigheid beschuldigd had,
en Ovidius boven Vergilius stelde. [994]
In een der brieven geeft hij een gemoedelijke beschrijving van het
klooster Charlieu bij Senlis, en het is opmerkelijk, hoe hij, nu naar
middeleeuwschen trant eenvoudig weergevend wat daar te zien was, opeens
veel leesbaarder wordt. Hoe de musschen meeëten in het reefter, zoodat
men zou twijfelen, of de koning de prebende voor de monniken of voor de
vogels heeft ingesteld, hoe een winterkoninkje doet, alsof het de abt
was, hoe de ezel van den tuinman den briefschrijver verzoekt, ook hèm in
zijn epistel niet te vergeten; het is alles frisch en bekoorlijk, maar
niet specifiek humanistisch. [995] Herinneren wij ons, dat Jean de
Monstreuil en Gontier Col dezelfden zijn, die wij als geestdriftige
vereerders van den _Roman de la rose_ leerden kennen, en als leden van
den Cours d'amours van 1401. Geeft het niet te verstaan, welk een
uiterlijk levenselement dit vroege Humanisme nog is geweest? Het is
eigenlijk niet dan een versterkte werking van de middeleeuwsche
schooleruditie, en verschilt weinig van die oplevingen van klassieke
latiniteit, die Alcuin en de zijnen tijdens Karel de Groote te zien
geven, en de Fransche scholen der twaalfde eeuw opnieuw.
Hoewel dit eerste Fransche Humanisme nog, zonder onmiddellijke
voortzetters te vinden, uitbloeit in den kleinen kring der mannen,
die het gekweekt hadden, zit het toch reeds vast aan de groote
internationale geestesbeweging. Petrarca is voor Jean de Monstreuil
en de zijnen reeds het illuster voorbeeld. Ook Coluccio Salutati, de
Florentijnsche kanselier, die in het midden der veertiende eeuw de
nieuwe Latijnsche rhetoriek in de taal der staats-acten had ingevoerd,
wordt herhaaldelijk door hem genoemd. [996] Petrarca is evenwel, als men
het zoo zeggen kan, in Frankrijk nog opgenomen in den middeleeuwschen
geest. Wanneer inderdaad, gelijk Paulin Paris vermoedde, [997] Machaut's
Peronne d'Armentières bij haar zucht naar een dichterlijk liefdesverkeer
niet enkel door het voorbeeld van Heloïse, maar ook reeds door dat van
Laura bezeten is geweest, dan levert _Le Voir-Dit_ een opmerkelijk
getuigenis, hoe een inspiratie op het werk, waarin wij vooral den advent
van de moderne gedachte zien, toch weder een zuiver middeleeuwsche
schepping kon opleveren.
Het was overigens niet als Laura's dichter, dat Petrarca buiten Italië
zijn naam verworven had. Hij is voor Jean de Monstreuil de "devotissimus,
catholicus ac celeberrimus philosophus moralis." [998] Ook als zoodanig
wordt hij nog opgenomen in de echt middeleeuwsche gedachte. Er is sprake
van betrekkingen tusschen Petrarca en Geert Groote. Jean de Varennes,
de geestdrijver van Saint Lié, [999] ontleent voor een nieuw gebed, dat
hij samenstelt, den tekst aan Petrarca: Tota caeca christianitas. Hij
roept diens gezag in, om zich te vrijwaren voor de verdenking van
ketterij. [1000] Dionysius de Kartuizer neemt uit Petrarca's _De Vita
solitaria_ een klacht over om het verlies van het heilige graf; "maar
omdat de stijl van Franciscus rhetorisch en moeilijk is, zal ik liever
den zin dan den vorm van Franciscus' woorden aanhalen." [1001]
De schoone geesten in Frankrijk werden nog tot een bijzonderen ijver in
hun klassieke letteroefeningen geprikkeld, om den schimp van hun
bewonderden Petrarca, dat buiten Italië geen redenaars en dichters te
zoeken waren, [1002] te logenstraffen. Nicolas de Clemanges en Jean de
Monstreuil komen tegen zulk een uitspraak in verzet. [1003]
Evenals Petrarca is ook Boccaccio om zijn moraliseerende geschriften
vermaard, als de beschrijver van het lot der beroemde mannen, "le
docteur de patience en adversité". Voor Chastellain [1004] is messire
Jehan Bocace een soort impresario der Fortuin geworden; _Le Temple de
Bocace_ betitelt hij een zeer barok tractaat over allerlei tragisch
lotgeval van zijn tijd, waarin de geest van den "noble historien" wordt
aangeroepen, om troost in haar rampspoed te schenken aan Margareta van
Engeland.
Terwijl de geleerde auteurs den klassiek Latijnschen briefstijl reeds
beheerschen met volkomen vaardigheid, vertoonen de wereldlijken, bij al
hun bewondering voor de Oudheid, somtijds nog een diepe onwetendheid.
Machaut (hoewel geestelijke geen geleerde en wereldsch als dichter)
verhaspelt de namen der zeven wijzen op de wanhopigste manier.
Chastellain verwart Peleus met Pelias, La Marche doet het Proteus en
Pirithous. De dichter van _Le Pastoralet_ spreekt van "le bon roy
Scypion d'Afrique", de schrijvers van _Le Jouvencel_ leiden "pollitique"
af van [greek: _polyt_] en een gewaand Grieksch "icos, gardien, qui est
à dire gardien de pluralité." [1005]
Toch wil bij hen midden in hun middeleeuwsch allegorischen vorm af en
toe de klassieke visie doorbreken. Een dichter als van dat verwrongen
herdersspel _Le Pastoralet_ geeft in een beschrijving van den god
Silvanus en een gebed aan Pan even een glimp van den schijn van het
quattrocento, om dan weer voort te sukkelen in de uitgesleten sporen
van zijn oude pad. [1006] Evenals Jan van Eyck soms klassicistische
architectuurvormen aanbrengt op zijn zuiver middeleeuwsch geziene
tafereelen, zoeken de schrijvers, louter formeel nog en ter versiering,
antieke trekken te verwerken. De kroniekschrijvers beproeven hun kracht
op staats- en krijgsredevoeringen, contiones, in Liviaanschen trant, of
vermelden wonderteekens, prodigia, omdat Livius het ook deed. [1007]
Daar waar de verwerking der klassieke vormen met den ouden geest het
onvolkomenst uitvalt, leeren wij het meest omtrent de wording der
Renaissance. De bisschop van Chalons, Jean Germain, beproeft het
vredescongres van Atrecht in 1435 te schilderen in den dringenden,
gemarkeerden stijl der Romeinen; het valt uit als een middeleeuwsch
kalenderblad. [1008] Het gezicht op de Oudheid is nog buitengewoon
bizar. Bij de lijkplechtigheid van Karel den Stoute te Nancy komt de
jonge hertog van Lotharingen, Karel's overwinnaar, het lijk van zijn
vijand de eer bewijzen in een rouwgewaad "à l'antique", dat wil zeggen,
hij draagt een langen gouden baard tot op den gordel, waarmee hij een
der negen "preux" voorstelt, [1009] en zijn eigen zegepraal viert. Zoo
vermomd bidt hij een kwartier lang. [1010]
Het antieke wordt voor de geesten in Frankrijk omstreeks 1400 gedekt
door de begrippen "rhétorique, orateur, poésie". Zij zien de
benijdenswaardige volmaaktheid der Ouden bovenal in een gekunstelden
vorm. Al deze dichters der vijftiende eeuw en iets vroeger maken, als
zij hun hart laten spreken en regelrecht iets te zeggen hebben, een
vloeiend, eenvoudig, vaak pittig en soms teer gedicht. Maar als het eens
heel mooi moet, brengen zij er mythologie aan te pas, en precieuze
latiniseerende termen, en vinden zich "rhétoricien". Christine de Pisan
onderscheidt een mythologisch gedicht uitdrukkelijk van haar gewone werk
als "balade pouétique". [1011] Wanneer Eustache Deschamps aan zijn
kunstbroeder en bewonderaar Chaucer zijn werken toezendt, vervalt hij in
de meest ongenietbare quasi-klassieke poespas.
"O Socrates plains de philosophie,
Seneque en meurs et Anglux en pratique,
Ovides grans en ta poeterie,
Bries en parler, saiges en rethorique
Aigles tres haulz, qui par ta théorique
Enlumines le regne d'Eneas,
L'Isle aux Geans, ceuls de Bruth, et qui as
Semé les fleurs et planté le rosier,
Aux ignorans de la langue pandras,
Grant translateur, noble Geffroy Chaucier!
* * * * * * * * * * * * * * *
A toy pour ce de la fontaine Helye
Requier avoir un buvraige autentique,
Dont la doys est du tout en ta baillie,
Pour rafrener d'elle ma soif ethique,
Qui en Gaule seray paralitique
Jusques a ce que tu m'abuveras." [1012]
Dit is het begin van wat weldra groeit tot die belachelijke
latiniseering van het edele Fransch, welke den spot van Villon en van
Rabelais zou treffen. [1013] Het is steeds weer in de dichterlijke
correspondentie, in de opdrachten en oraties, met andere woorden, als
het bijzonder mooi moet, dat men dien trant aantreft. Dan spreekt
Chastellain van "vostre très-humble et obéissante serve et ancelle, la
ville de Gand", "la viscérale intime douleur et tribulation", La Marche
van "nostre francigène locution et langue vernacule", Molinet van
"abreuvé de la doulce et melliflue liqueur procedant de la fontaine
caballine", "ce vertueux duc scipionique", "gens de mulièbre courage".
[1014]
Deze idealen van verfijnde "rhétorique" zijn geen idealen van zuivere
litteraire uitdrukking alleen, maar tegelijk en nog meer idealen van
hoogeren litterairen omgang. Het geheele Humanisme is evenzeer als de
poëzie der troubadours het geweest was, een gezelschapsspel, een vorm
van conversatie, een streven naar een hoogeren levensvorm. Zelfs de
geleerden correspondentie der zestiende en zeventiende eeuw heeft dat
element geenszins verzaakt. Frankrijk nu toont in dat opzicht zich
middenevenredig tusschen Italië en de Nederlanden. In Italië, waar taal
en gedachte het minst verwijderd waren van de echte, zuivere Oudheid,
konden de humanistische vormen ongedwongen worden opgenomen in de
natuurlijke ontplooiing van het hoogere volksleven. De Italiaansche taal
werd door eenige meerdere latiniteit van uitdrukking nauwelijks geweld
aangedaan. De humanistische clubgeest sloot er zeer wel aan bij de
zeden der samenleving. De Italiaansche humanist vertegenwoordigde den
geleidelijken uitgroei der Italiaansche volksbeschaving, en daarmee
het eerste type van den modernen mensch. In de Bourgondische landen
daarentegen was de geest en de vorm der samenleving nog zoo
middeleeuwsch, dat het streven naar een vernieuwde en gezuiverde
uitdrukking er zich aanvankelijk slechts belichamen kon in volkomen
ouderwetschen vorm: de rederijkerskamers. Als genootschappen zijn zij
enkel een voortzetting van de middeleeuwsche broederschap, en de geest,
die in hen spreekt, heeft zich nog enkel in het zeer uiterlijk formeele
vernieuwd. Eerst het bijbelsch Humanisme van Erasmus inaugureert er de
moderne beschaving.
Frankrijk kent niet den ouderwetschen toestel der rederijkerskamers,
maar zijn "nobles rhétoriciens" gelijken ook nog niet op Italiaansche
humanisten. Ook zij bewaren nog veel van middeleeuwschen geest en
vormen. Ten opzichte der Fransche letterkunde der vijftiende eeuw kan
men zonder overdrijving zeggen, dat die schrijvers en dichters, die
zich het meest vrij houden van klassicisme, nader staan tot de moderne
ontwikkeling der litteratuur dan zij, die de idealen van latiniteit en
oratorie huldigen. De modernen, dat zijn er de onbevangenen van geest,
zelfs als zij dien nog kleeden in den middeleeuwschen vorm: Villon,
Coquillart, Henri Baude, ook Charles d'Orléans en de dichter van
_L'amant rendu cordelier_. Juist het klassicistische streven doet zich
hier, althans wat dicht en proza betreft, als den remmenden invloed
gelden. De pompeuze woordvoerders van het zwaar gedrapeerde
Bourgondische ideaal: Chastellain, La Marche, Molinet, dat zijn de
ouderwetsche geesten der Fransche litteratuur. Zoodra ook zij zich nu
en dan losmaken van hun ideaal van kunstvaardigheid, en dichten of
schrijven, wat hun ter harte gaat, eenvoudigweg, worden zij leesbaar,
en doen zij tegelijk moderner aan.
Een dichter van den tweeden rang, Jean Robertet (1420-1490), secretaris
van drie hertogen van Bourbon en drie Fransche koningen, zag in Georges
Chastellain, den Vlaming-Bourgondiër, het puik der edele dichtkunst. Uit
die bewondering sproot een litteraire correspondentie voort, die het
zooeven beweerde kan illustreeren. Om met Chastellain in kennis te
komen, bedient Robertet zich van de bemiddeling van zekeren Montferrant,
die als gouverneur van een jongen Bourbon, aan 't hof van zijn oom van
Bourgondië opgevoed, te Brugge woonde. Hij zond dezen twee brieven voor
Chastellain, een in 't Latijn en een in 't Fransch, benevens een
hoogdravend lofdicht op den bejaarden hofchronist en dichter. Toen deze
niet terstond op den aandrang van een litteraire briefwisseling inging,
vervaardigde Montferrant een wijdloopige aansporing naar het oude
recept: "les Douze Dames de Rhétorique" waren hem verschenen, genaamd
Science, Eloquence, Gravité de Sens, Profondité enz. Voor die verlokking
bezweek Chastellain, en rondom les Douze Dames de Rhétorique groepeeren
zich nu de brieven van het drietal; [1015] het duurde overigens niet
lang, of Chastellain had er genoeg van, en sneed verdere briefwisseling
af.
Bij Robertet ziet men de quasi-moderne latiniteit op haar malst. "J'ay
esté en aucun temps en la case nostre en repos, durant une partie de la
brumale froidure", aldus een verkoudheid. [1016] Even zot zijn de
hyperbolische termen, waarin hij zijn bewondering uit. Als hij eindelijk
zijn dichterlijken brief van Chastellain (zeer veel beter dan zijn eigen
poëzie inderdaad) beet heeft, schrijft hij aan Montferrant:
"Frappé en l'oeil d'une clarté terrible
Attaint au coeur d'éloquence incrédible,
A humain sens difficile à produire,
Tout offusquié de lumière incendible
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Herfsttij der Middeleeuwen - 33
  • Parts
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 01
    Total number of words is 4412
    Total number of unique words is 1815
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.4 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 02
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 1780
    34.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 03
    Total number of words is 4199
    Total number of unique words is 1628
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.4 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 04
    Total number of words is 4530
    Total number of unique words is 1663
    35.8 of words are in the 2000 most common words
    50.8 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 05
    Total number of words is 4344
    Total number of unique words is 1684
    33.5 of words are in the 2000 most common words
    47.3 of words are in the 5000 most common words
    54.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 06
    Total number of words is 4245
    Total number of unique words is 1692
    29.5 of words are in the 2000 most common words
    42.1 of words are in the 5000 most common words
    50.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 07
    Total number of words is 4331
    Total number of unique words is 1739
    29.8 of words are in the 2000 most common words
    43.6 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 08
    Total number of words is 4397
    Total number of unique words is 1675
    31.3 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 09
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 1713
    34.4 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 10
    Total number of words is 4385
    Total number of unique words is 1834
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    42.8 of words are in the 5000 most common words
    50.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 11
    Total number of words is 3879
    Total number of unique words is 1363
    26.9 of words are in the 2000 most common words
    39.2 of words are in the 5000 most common words
    45.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 12
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1719
    30.9 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 13
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 1767
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 14
    Total number of words is 4249
    Total number of unique words is 1722
    28.4 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    47.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 15
    Total number of words is 4284
    Total number of unique words is 1749
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    44.9 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 16
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 1733
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.6 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 17
    Total number of words is 3978
    Total number of unique words is 1708
    23.6 of words are in the 2000 most common words
    34.4 of words are in the 5000 most common words
    40.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 18
    Total number of words is 4422
    Total number of unique words is 1718
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 19
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1774
    32.6 of words are in the 2000 most common words
    46.2 of words are in the 5000 most common words
    53.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 20
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1728
    31.5 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    51.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 21
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1659
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 22
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1778
    29.7 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 23
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1732
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    50.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 24
    Total number of words is 4324
    Total number of unique words is 1754
    30.3 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 25
    Total number of words is 4103
    Total number of unique words is 1747
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    41.7 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 26
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1618
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    48.8 of words are in the 5000 most common words
    57.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 27
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 1709
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    46.9 of words are in the 5000 most common words
    54.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 28
    Total number of words is 4202
    Total number of unique words is 1635
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    53.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 29
    Total number of words is 4403
    Total number of unique words is 1869
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.3 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 30
    Total number of words is 4322
    Total number of unique words is 1762
    27.5 of words are in the 2000 most common words
    39.0 of words are in the 5000 most common words
    46.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 31
    Total number of words is 4295
    Total number of unique words is 1866
    26.2 of words are in the 2000 most common words
    38.2 of words are in the 5000 most common words
    44.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 32
    Total number of words is 3982
    Total number of unique words is 1660
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.7 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 33
    Total number of words is 3690
    Total number of unique words is 1729
    20.5 of words are in the 2000 most common words
    30.8 of words are in the 5000 most common words
    36.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 34
    Total number of words is 716
    Total number of unique words is 448
    15.3 of words are in the 2000 most common words
    23.6 of words are in the 5000 most common words
    29.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.