Herfsttij der Middeleeuwen - 21

Total number of words is 4241
Total number of unique words is 1659
28.7 of words are in the 2000 most common words
41.2 of words are in the 5000 most common words
49.4 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
sense of our connection with the power that made things as they are, we
are tempered more towardly for their reception. The outward face of
nature need not alter, but the expressions of meaning in it alter. It
was dead and is alive again. It is like the difference between looking
on a person without love, or upon the same person with love.... When we
see all things in God, and refer all things to him, we read in common
matters superior expressions of meaning." [695]
Dit is de gevoelsgrond, waarop het symbolisme opgroeit. Bij God bestaat
niets ledigs of zonder beteekenis: "nihil vacuum neque sine signo apud
Deum". [696] Zoodra God verbeeld was, moest ook dat al, wat van hem
uitging en in hem zijn zin had, stollen of kristalliseeren tot
geformuleerde gedachten. En zoo ontstaat die grootsche en edele
verbeelding van de wereld als één groot symbolisch verband, een
kathedraal van ideeën, de allerrijkst rythmische en polyphone
uitdrukking van al het denkbare.
De symbolische denkorde staat zelfstandig en op zich zelf gelijkwaardig
naast de genetische. De laatste: het begrijpen van de wereld als
ontwikkeling, was den Middeleeuwen niet zóo vreemd, als men het wel eens
voorstelt. Doch het voortkomen van de dingen uit elkander werd nog
alleen gezien onder de naïeve figuur van directe voortteling of van
vertakking, en nog alleen toegepast volgens logische deductie, op de
dingen van den geest. Die werden gaarne gezien in de geleding van
genealogieën of van boomen met vertakkingen: een "arbor de origine
juris et legum" rangschikte alles van het recht in het beeld van
een wijdgespreiden boom. Enkel deductief toegepast behield de
ontwikkelingsgedachte iets schematisch, willekeurigs en onvruchtbaars.
Het symbolisme is, van het standpunt van het causale denken beschouwd,
als een geestelijke kortsluiting. Het verband der dingen wordt niet
gezocht als een band van oorzaak en gevolg, maar als een van beteekenis
en doel. De overtuiging van zulk een verband kan ontstaan, zoodra twee
dingen één essentieele eigenschap gemeen hebben, die te betrekken is op
iets van algemeene waarde. Of met andere woorden: elke associatie op
grond van eenigerlei gelijkheid kan zich onmiddellijk omzetten in het
besef van een wezenlijk en mystisch verband. Dit kan van psychologisch
gezichtspunt een zeer povere geestesfunctie schijnen. En van
ethnologisch gezichtspunt kan men het bovendien een zeer primitieve
geestesfunctie noemen. Het primitieve denken kenmerkt zich door een
zwakheid van de waarneming der identiteitsgrenzen tusschen de dingen;
het incorporeert in de voorstelling van een bepaald ding alles wat
daarmee door gelijkenis of toebehooren in eenig verband staat. De
symboliseerende functie hangt daarmede ten nauwste samen.
Het symbolisme verliest evenwel dien schijn van willekeurigheid en
onvoldragenheid, zoodra men zich er rekenschap van geeft, dat het
onverbrekelijk verbonden is met die opvatting van het bestaande, welke
in de Middeleeuwen realisme heette, en die wij, eigenlijk minder
treffend, platonisch idealisme noemen.
Alleen dan heeft de symbolische gelijkstelling op grond van
gemeenschappelijke kenmerken zin, wanneer die kenmerken het wezenlijke
aan de dingen zijn, wanneer de eigenschappen, die het symbool en het
gesymboliseerde gemeen hebben, waarlijk als essentiën beschouwd worden.
Rozen wit en rood bloeien tusschen doornen. De middeleeuwsche geest ziet
terstond een symbolische beteekenis: maagden en martelaars stralen in
heerlijkheid tusschen hun vervolgers. Hoe komt de gelijkstelling tot
stand? Doordat de hoedanigheden dezelfde zijn: de schoonheid, teerheid,
zuiverheid, de bloedroodheid der rozen zijn ook die der maagden en
martelaars. Doch dit verband is alleen dan waarlijk zinrijk en vol van
mystische beteekenis, wanneer in het verbindende lid, in de hoedanigheid
dus, het wezen der beide termen van het symbolisme ligt opgesloten, met
andere woorden, wanneer de roodheid en de witheid niet gelden als louter
benamingen voor physisch onderscheid op quantitatieven grondslag, maar
gezien worden als realiën, wezenlijkheden. Ook óns denken vermag nog elk
oogenblik ze zoo te zien, [697] als het maar even terugkeert tot de
wijsheid van den wilde, het kind, den dichter en den mysticus, voor wie
de natuurlijke gesteldheid der dingen ligt opgesloten in hun algemeene
hoedanigheid. De hoedanigheid is hun watheid, de kern van hun zijn.
Schoonheid, teerheid, witheid, essentiën zijnde, zijn eenheden: alles
wat schoon, teer, wit is, moet in wezen samenhangen, heeft denzelfden
bestaansgrond, dezelfde beteekenis (be-teekenis) voor God.
Zoo is er een onverbrekelijk verband tusschen symbolisme en realisme (in
den middeleeuwschen zin).
Men moet hier niet te veel denken aan den strijd over de universalia.
Zeker, het realisme, dat de "universalia ante res" verklaarde, dat aan
de algemeene begrippen wezen en praeëxistentie toekende, is geen
alleenheerscher geweest op het gebied van het middeleeuwsche denken.
Er zijn ook nominalisten geweest: ook het "universalia post rem" heeft
zijn voorstanders gehad. Doch de stelling is niet te gewaagd, dat het
radicale nominalisme nooit anders dan tegenstrooming, reactie, oppositie
is geweest, en dat het jongere, gematigde nominalisme enkel zekere
philosophische bezwaren tegen een extreem realisme tegemoet kwam, maar
aan de inhaerent-realistische denkrichting der gansche middeleeuwsche
geestesbeschaving niets in den weg legde.
Inhaerent aan de gansche beschaving. Want het komt niet in de eerste
plaats op dien strijd van scherpzinnige theologen aan, maar op de
voorstellingen, die het geheele verbeeldings- en gedachtenleven, zooals
het zich uit in de kunst, de moraal, het dagelijksch leven, beheerschen.
Deze zijn extreem realist, niet omdat de hooge theologie in een lange
school van neo-platonisme was geformeerd, maar omdat het realisme,
buiten alle philosophie om, de primitieve denkwijze is. Voor den
primitieven geest neemt alles wat benoembaar is, terstond wezen aan, of
het hoedanigheden zijn, begrippen of wat ook. Zij projecteeren zich
terstond automatisch aan den hemel. Hun wezen kan bijna altijd (behoeft
niet altijd) worden opgevat als persoonlijk wezen; ieder oogenblik kan
de reidans van anthropomorphe begrippen beginnen.
Alle realisme, in den middeleeuwschen zin, is tenslotte
anthropomorphisme. Wanneer de gedachte, die aan de idee een zelfstandig
wezen heeft toegekend, wil worden gezien, dan kan zij dat niet anders
dan door personificatie. Hier ligt de overgang van symbolisme en
realisme naar allegorie. De allegorie is het naar de oppervlakkige
verbeeldingskracht geprojecteerde symbolisme, de opzettelijke
uitwerking, daarmee ook uitputting, van een symbool, het overbrengen van
een hartstochtelijken kreet tot een grammatisch correcten zin. Goethe
beschrijft de tegenstelling aldus: "Die Allegorie verwandelt die
Erscheinung in einen Begriff, den Begriff in ein Bild, doch so, dass der
Begriff im Bilde immer noch begrenzt und vollständig zu halten und zu
haben und an demselben auszusprechen sei. Die Symbolik verwandelt die
Erscheinung in Idee, die Idee in ein Bild, und so, dass die Idee im Bild
immer unendlich wirksam und unerreichbar bleibt und selbst in allen
Sprachen ausgesprochen doch unaussprechlich bleibe." [698]
De allegorie heeft dus inzichzelf reeds het karakter van schoolsche
normaliseering, en tegelijk van een vertering, een opgaan der gedachte
in het beeld. De wijze, waarop zij het middeleeuwsche denken was
binnengekomen: als litteraire aflegger van de late Oudheid in de
allegorische producten van Martianus Capella en Prudentius, verhoogde
het schoolsche en oudachtige karakter. En toch meene men niet, dat het
de middeleeuwsche allegorie en personificatie aan echtheid en leven
ontbrak. Trouwens, had zij die niet bezeten, hoe zou dan de middeleeuwsche
beschaving haar zoo aanhoudend en met zulk een voorliefde hebben
gecultiveerd?
Te zamen vereenigd hebben deze drie denkwijzen: realisme, symbolisme en
personificatie, den middeleeuwschen geest doorschenen als een stroom van
licht. De psychologie zou wellicht het geheele symbolisme willen afdoen
met den term ideeënassociatie. Maar de geschiedenis der geestesbeschaving
heeft dien denkvorm eerbiediger te beschouwen. De levenswaarde van de
symbolische verklaring van het bestaande was onschatbaar. Het symbolisme
schiep een wereldbeeld van nog strenger eenheid en inniger verband, dan
het causaal-natuurwetenschappelijk denken vermag. Het omvademde met zijn
sterke armen de geheele natuur en de geheele geschiedenis. Het schept
daarin een onverbrekelijke rangorde, een architectonische geleding, een
hiërarchische subordinatie. Want in elk symbolisch verband moet een
lager en een hooger zijn; gelijkwaardige dingen kunnen elkanders symbool
niet zijn, maar enkel samen wijzen naar een derde, dat hooger is. In het
symbolisch denken is ruimte voor een onmetelijke veelvuldigheid van
betrekkingen tusschen de dingen. Want elk ding kan met zijn verschillende
hoedanigheden symbool zijn van velerlei andere, en ook met één en
dezelfde hoedanigheid verschillende dingen beteekenen; en de hoogste
dingen hebben hun duizenderlei symbolen. Geen ding is te nederig om het
hoogste te beduiden en aan te wijzen ter verheerlijking. De okkernoot
beteekent Christus: de zoete kern is de goddelijke natuur, de vleezige
buitenschil de menschelijke, en de houten schaal daartusschen is het
kruis. Alle dingen bieden stut en steun voor het opstijgen der gedachte
naar het eeuwige; alle beuren elkaar van trede tot trede omhoog. Het
symbolische denken geeft een voortdurende transfusie van het gevoel van
God's majesteit en eeuwigheid in al het waarneembare en denkbare. Het
houdt voortdurend het mystische levensgevoel brandend. Het doordringt de
voorstelling van elk ding met verhoogde aesthetische en ethische waarde.
Denk het genot, als elke edelsteen fonkelt met de glanzen van al zijn
symbolische waarden, als de vereenzelviging van rozen en maagdelijkheid
meer is dan een dichterlijk zondagskleed, als zij het wezen van beide
aangeeft. Het is een waarlijke polyphonie der gedachte. Bij een
doorgedacht symbolisme klinkt in elke voorstelling een harmonisch
accoord van symbolen. Het symbolisch denken geeft dien zwijmel der
gedachte, die prae-intellectueele vervloeiing van de identiteitsgrenzen
der dingen, die tempering van het verstandelijk denken, welke het
levensbesef op zijn hoogste heft.
Een harmonisch verband verbindt voortdurend alle gebieden der gedachte.
De feiten van het Oude Testament beduiden, praefigureeren die van het
Nieuwe, die der profane geschiedenis weerspiegelen hetzelfde. Bij elk
denken valt, als in een kaleidoscoop, uit de ongeordende massa partikels
een schoone en symmetrische figuur samen. Elk symbool krijgt een
overwaarde, een veel sterkere graad van wezenlijkheid, doordat allen
tenslotte geschaard staan rondom het centrale wonder der eucharistie, en
daar is de gelijkheid geen symbolische meer, maar identiteit: de hostie
is Christus. En de priester, die haar tot zich neemt, wordt daarmee het
graf des Heeren; het afgeleide symbool deelt in de werkelijkheid van het
opperste mysterie, elk beduiden wordt een mystisch één-zijn. [699]
Door het symbolisme werd het mogelijk, de wereld, die in zich zelf
verwerpelijk was, toch te waardeeren en te genieten, en ook het aardsche
bedrijf te veredelen. Want elk beroep had zijn symbolische betrekking op
het hoogste en heiligste. De arbeid van den handwerker is de eeuwige
generatie en incarnatie des Woords en de bond tusschen God en de ziel.
[700] Zelfs tusschen de aardsche liefde en de goddelijke liepen de
draden van het symbolisch contact. Het sterke religieuze individualisme,
dat wil zeggen de cultiveering van de eigen ziel tot deugd en zaligheid,
vond zijn heilzaam tegenwicht in het realisme en symbolisme, die het
eigen leed, de eigen deugd, losmaakten uit de bijzonderheid van het
persoonlijke, en ophieven in de sfeer van het universeele.
De zedelijke waarde van de symbolische denkwijze is onafscheidelijk van
haar verbeeldingswaarde. De symbolische verbeelding is als de muziek op
den tekst der logisch uitgedrukte leerstellingen. "En ce temps où la
spéculation est encore toute scolaire, les concepts définis sont
facilement en désaccord avec les intuitions profondes." [701] Door het
symbolisme stond de geheele godsdienstige voorstellingsrijkdom open voor
de kunst, om haar uit te drukken, klank- en kleurrijk, en tegelijk vaag
en zwevend, zoodat de diepste intuïties erop konden wegvlieden naar het
besef van het onzegbare.
* * * * *
De eindigende Middeleeuwen vertoonen die geheele denkwereld in haar
laatsten uitbloei. De wereld lag volkomen uitgespreid in die
alomvattende verzinnebeelding, en de symbolen werden als versteende
bloemen. Van oudsher had overigens het symbolisme de neiging bezeten, om
zuiver mechanisch te worden. Eenmaal als beginsel gegeven, ontspruit het
niet alleen uit dichterlijke verbeelding en vervoering, maar hecht zich
als een woekerplant aan het denken, en ontaardt tot louter hebbelijkheid
en een ziekte der gedachte. Met name wanneer het symbolisch contact
eenvoudig voortvloeit uit gelijkheid van getal, ontstaan heele
verschieten van ideëele afhankelijkheden. Het worden rekensommetjes. De
twaalf maanden zullen de twaalf apostelen beduiden, de vier jaargetijden
de evangelisten, en het geheele jaar moet dan Christus zijn. [702] Er
conglomereeren zich gansche systemen van zeventallen. Met de zeven
hoofddeugden correspondeeren de zeven beden van het Onze Vader, de zeven
gaven van den heiligen geest, de zeven zaligsprekingen en de zeven
boetpsalmen. Zij hebben weer betrekking op de zeven momenten van de
passie en op de zeven sacramenten. Elk nummer van elk zevental
correspondeert weer als tegenstelling of geneesmiddel met de zeven
hoofdzonden, die weer door zeven dieren verbeeld en door zeven ziekten
gevolgd worden. [703] Bij een zielzorger en moralist als Gerson, aan
wien deze voorbeelden zijn ontleend, overweegt de praktisch zedelijke
waarde van het symbolisch verband. Bij een visionair als Alain de la
Roche overweegt daarin het aesthetische. [704] Hij moet een systeem
hebben, waarin vijftien en tien de getallen zijn, want de gebedencyclus
van de broederschap van den rozekrans, waarvoor hij ijverde, omvat 150
Ave's, afgewisseld door 15 Pater's. Die vijftien Pater's zijn de
vijftien oogenblikken der passie, de 150 Ave's zijn de psalmen. Zij
zijn nog veel meer. Door de elf hemelsferen plus de vier elementen
te vermenigvuldigen met de tien categorieën: substantia, qualitas,
quantitas enz., krijgt men 150 habitudines naturales; evenzoo 150
habitudines morales, door de tien geboden te vermenigvuldigen met
vijftien deugden: de drie theologale, de vier cardinale, de zeven
capitale deugden, maakt veertien; "restant duae: religio et
poenitentia", nu is er één te veel, maar temperantia, de cardinale, is
gelijk aan abstinentia, [705] de capitale, blijft over vijftien. Elk
dier vijftien deugden is een koningin, die haar bruidsbed heeft in een
der fracties van het Onze Vader. Elk der woorden van het Ave beduidt een
der vijftien volmaaktheden van Maria, en tegelijk een edelsteen aan de
rupis angelica, die zij zelve is; elk woord verdrijft een zonde of het
dier, dat die verbeeldt. Zij zijn bovendien de takken van een boom vol
vruchten, waarin alle gezaligden zitten, en de treden van een trap.
Zoo beduidt bij voorbeeld het woord Ave de onschuld van Maria, en den
diamant, en verdrijft den hoogmoed, die den leeuw tot dier heeft. Het
woord Maria is haar wijsheid en de karbonkel en verdrijft den nijd,
een bijster zwarten hond. Alanus ziet in zijn vizioenen de gruwelijke
gedaanten der zondedieren en de schitterende kleuren der edele steenen,
wier oud befaamde wonderkracht weer nieuwe symbolische associaties wekt.
De sardonix is zwart, rood en wit, gelijk Maria zwart was in nederigheid,
rood in haar smarten, en wit in glorie en genade. Zij trekt als zegelsteen
niets aan van de was: deugd der eerzaamheid, verdrijft onkuischheid en
maakt eerzaam en schaamachtig. De parel is het woord gratia, en ook
Maria's eigen gratie; zij ontstaat in de zeeschelp uit een dauw des hemels
"sine admixtione cuiuscunque seminis propagationis". Maria zelf is die
schelp; hier verspringt het symbolisme even, want in de reeks der overige
zou men haar als de parel verwachten. Hier komt ook het kaleidoscopische
der symboliek treffend uit: met de woorden "uit een dauw des hemels
geteeld" is meteen, onuitgedrukt, die andere trope der maagdelijke
geboorte: het vlies, waarop Gideon het hemelsch teeken afsmeekte, in het
bewustzijn geroepen.
De symboliseerende denkvorm was zoo goed als versleten. Het vinden van
symbolen en allegorieën was een ijdel spel geworden, een oppervlakkig
fantazeeren op een enkel gedachtenverband. Het symbool behoudt zijn
gevoelswaarde alleen door de heiligheid der dingen, die het verbeeldt:
zoodra het symboliseeren van het zuiver godsdienstige gebied afvloeit
naar het enkel moreele, ziet men het in zijn hopelooze verbastering.
Froissart weet in een uitvoerig gedicht _Li orloge amoureus_ alle
eigenschappen der liefde met de onderdeelen van een uurwerk te
vergelijken. [706] Chastellain en Molinet wedijveren in politieke
symbolismen: in de drie standen zijn de eigenschappen van Maria
gefigureerd; de zeven keurvorsten, drie geestelijke en vier wereldlijke,
beteekenen de drie theologale en vier cardinale deugden; de vijf steden
Saint-Omer, Aire, Rijssel, Douai en Valenciennes, die in 1477 Bourgondië
trouw blijven, worden de vijf wijze maagden. [707] Eigenlijk heeft men
hier te doen met een omgekeerd symbolisme, waarbij niet het lagere naar
het hoogere wijst, maar het hoogere naar het lagere. Want in den geest
van den schrijver staan de aardsche dingen, die hij met wat hemelsche
versiering verheerlijken wil, vooraan. De _Donatus moralisatus seu per
allegoriam traductus_, die wel eens aan Gerson is toegeschreven, bracht
de latijnsche grammatica bij, met theologische symboliek gemengd: het
nomen is de mensch, het pronomen beduidt, dat hij een zondaar is. Op den
laagsten trap van de symboliseering staat een gedicht als _Le parement
et triumphe des dames_ van Olivier de la Marche, waarin het gansche
vrouwelijk toilet wordt vergeleken met deugden en voortreffelijkheden,
een brave zedepreek van den ouden hoveling, met een enkel schuin
knipoogje. De pantoffel beduidt de nederigheid:
"De la pantouffle ne nous vient que santé
Et tout prouffit sans griefve maladie,
Pour luy donner tiltre d'auctorité
Je luy donne le nom d'humilité."
Zoo worden de schoenen zorg en vlijt, de kousen volharding, de kouseband
vastberadenheid, het hemd eerbaarheid en het keurs kuischheid. [708]
Toch is natuurlijk, zelfs in haar meest zoutelooze uitingen, de
symboliek en allegorie voor den middeleeuwschen geest van een veel
levender gevoelswaarde geweest, dan wij ons voorstellen. De functie van
het symbolisch gelijkstellen en het persoonlijk verbeelden was zoo
ontwikkeld, dat haast vanzelve elke gedachte zich kon omzetten in een
personnage, een vertooning. Elke idee werd immers als wezen gezien, elke
hoedanigheid als zelfstandigheid, en als wezen kregen zij voor het
beeldende gezicht terstond persoonlijken vorm. Dionysius de Kartuizer
ziet in zijn revelaties de Kerk juist even persoonlijk en tooneelmatig,
als zij vertoond werd op het hoffeest van Rijsel. In een zijner
openbaringen ziet hij de toekomstige reformatio, die naar welke de
vaderen van het concilie en Dionysius' geestverwant Nicolaas van Cusa
streefden: de Kerk derhalve in haar toekomstige zuiverheid. De
geestelijke schoonheid dier gezuiverde Kerk ziet hij als een overschoon
en allerkostbaarst kleed van onbeschrijfelijke fraaiheid in
allerkunstigste mengeling van kleuren en figuren. Een andermaal ziet hij
de Kerk in haar verdrukking: leelijk, ruig en bloedeloos, arm, zwak en
verschopt. De Heer zegt: hoor uwe Moeder, mijne bruid, de heilige Kerk,
en daarop hoort Dionysius de innerlijke stem als uit de figuur der Kerk
komende: "quasi ex persona Ecclesiae". [709] Zoo onmiddellijk komt hier
de gedachte in beeldvorm, dat de herleiding van het beeld tot gedachte,
de verklaring der allegorie in bijzonderheden, nauwelijks als noodig
wordt gevoeld, als het gedachtenthema maar even is aangegeven. Het bonte
kleed is volkomen adequaat aan de voorstelling van geestelijke
volmaaktheid; er is hier een oplossing van de gedachte in het beeld,
zooals ons een oplossing der gedachte in muziek gemeenzaam is.
Men denke hier opnieuw aan de allegorische figuren uit den _Roman de la
rose._ Wij kunnen ons niet dan met inspanning iets denken bij Bel
Accueil, Doulce Mercy, Humble Requeste. Maar zij hebben voor de
tijdgenooten een met levenden vorm bekleede en met passie gekleurde
wezenlijkheid gehad, die hen volkomen op één lijn stelt met de
Romeinsche speciale godenfiguren. Wat Usener van deze zegt, is bijna
geheel toe te passen op de middeleeuwsche allegorische personnages. "Die
Vorstellung trat mit sinnlicher Kraft vor die Seele und übte eine solche
Macht aus, dass das Wort, das sie sich schuf, trotz der adjectivischen
Beweglichkeit, die ihm verblieb, dennoch ein göttliches Einzelwesen
bezeichnen konnte". [710] Anders zou immers de _Roman de la rose_
onleesbaar zijn geweest. Doux Penser, Honte, Souvenirs en de rest hebben
in de geesten der latere Middeleeuwen een quasi-goddelijk leven gehad.
Een recrudescentie van die voorstelling beleefde één der Rose-figuren,
namelijk Danger, wat in de amoureuze taal den te bedriegen echtgenoot
ging beteekenen.
Herhaaldelijk ziet men, om een gedachte uit te drukken, waar het
bijzonder op aankomt, naar de allegorie grijpen. Wanneer de bisschop van
Chalons aan Philips den Goede een zeer ernstige waarschuwing omtrent
zijn politiek beleid wil geven, giet hij de remonstrance, die hij in het
kasteel van Hesdin op Sint Andriesdag 1437 voor den hertog, de hertogin
en hun gevolg ten beste geeft, in den vorm van een allegorie. Hij vindt
Haultesse de Signourie troosteloos zitten, die eerst in het Keizerrijk,
daarna aan het Fransche, tenslotte aan het Bourgondische hof heeft
gewoond, en nu klaagt, ook daar te worden belaagd door Zorgeloosheid des
vorsten, Slapheid van raad, Nijd van dienaren, Afpersing van onderdanen.
Hij stelt er andere personnages tegenover, als Waakzaamheid des vorsten
enz., die het ontrouwe hofgezin moeten verdrijven. [711] Elke hoedanigheid
is hier verzelfstandigd en als persoon verbeeld.
De Burger van Parijs is een nuchter man, die zich zelden verlustigt in
stijlversiering of gedachtenspel. Maar wanneer hij genaderd is tot het
vreeselijkste, dat hij te beschrijven heeft: de Bourguignonsche moorden,
die het Parijs van Juni 1418 den bloedgeur van September 1792 gaven,
neemt hij de allegorie te baat. [712] "Lors se leva la deesse de
Discorde, qui estoit en la tour de Mau-conseil, et esveilla Ire la
forcenée et Convoitise et Enragerie et Vengence, et prindrent armes de
toutes manières et bouterent hors d'avec eulx Raison, Justice, Memoire
de Dieu et Atrempance moult honteusement." Zoo gaat het verder,
afgewisseld door de directe beschrijving van den gruwel: "Et en mains
que on yroit cent pas de terre depuis que mors estoient, ne leur
demouroit que leurs brayes, et estoient en tas comme porcs ou millieu de
la boe...."; de stortregens wasschen hun wonden schoon.--Wat beteekent
juist hier de allegorie? Heeft zij hier niet de functie van een
uitdrukkingsmiddel voor het tragische besef, de overbrenging van de
vreeselijke gebeurtenissen op een plan boven dat van den individueelen
toeleg der menschen?
Hoe levend de functie der personificatie en allegoriseering nog in de
laatste Middeleeuwen was, blijkt juist uit die trekken, welke ons in dat
alles het storendst schijnen. Wij kunnen een allegorie nog eenigermate
genieten in tableau-vivant, de geijkte figuren behangen met onwezenlijke
draperie, die aan iedereen zegt, dat het maar gekheid is. Maar de
vijftiende eeuw kan de allegorische figuren zoo goed als de heiligen nog
laten rondloopen in de kleeren van den dag. En zij kan ieder oogenblik
nog nieuwe verpersoonlijkingen scheppen voor elke gedachte, die zij wil
uitdrukken. Als Charles de Rochefort in _l'Abuzé en court_ de moraliteit
wil verhalen van den lichtzinnigen jongeling, die door het hofleven op
't slechte pad wordt gebracht, schudt hij een gansche reeks nieuwe
allegorieën in den trant van de _Rose_ uit zijn mouw; en al die voor ons
zoo bleeke wezens: Fol cuidier, Folle bombance, tot het eind, wanneer
Pauvreté en Maladie den jongeling meenemen naar het hospitaal, treden in
de miniaturen, die het gedicht verluchten, op als jonkers van den tijd;
zelf le Temps heeft geen baard of zeis van noode, en komt in wambuis en
hozen. Ons maken de illustraties met hun naïeve strakheid de
voorstelling van dat alles al te primitief; al het teere en bewegelijke,
dat de tijd zelf in die concepties voelde, is voor ons vervluchtigd.
Juist in hun alledaagschheid ligt het kenmerk van hun levendheid. Het
heeft voor Olivier de la Marche niets storends, dat de twaalf deugden,
die een entremets bij het hoffeest van Rijssel in 1454 vertoonen, nadat
hun versje is voorgelezen, aan het dansen gaan "en guise de mommerie et
à faire bonne chiere, pour la feste plus joyeusement parfournir."
[713]--Aan deugden en aandoeningen verbindt zich een menschvormige
voorstelling nog eenigermate ongewild, maar ook in gevallen, waar voor
ons het begrip niets anthropomorphs zou hebben, schroomt de
middeleeuwsche geest niet, om er een persoon van te maken. Quaresme als
persoonlijke figuur is niet een schepping van Breughel's dolle brein,
die hem laat optrekken tegen het heir van Vastenavond; al veel eerder
treedt hij als zoodanig in de litteratuur op. [714] Ook het spreekwoord
kent hem zoo: "Quaresme fait ses flans la nuit de Pasques."
Welk graadverschil is er geweest in de wezenlijkheid der voorstelling
tusschen de heiligen en de zuiver zinnebeeldige figuren? De eersten
hadden de bevestiging der Kerk, hun historisch karakter, hun beelden van
hout en steen. Maar de laatsten hadden de aanraking met het eigen
zieleleven en met de vrije fantazie. Men kan in ernst twijfelen, of niet
Fortune en Faux Semblant evenveel leven hebben gehad als Sinte Barbara
en Sint Christoffel. Vergeten wij niet, dat één figuur, buiten elke
dogmatische of traditioneele sanctie opgekomen uit de vrije fantazie,
meer realiteit heeft verworven dan eenige heilige, en hen allen heeft
overleefd: de Dood.
Een wezenlijk contrast tusschen de allegorie der Middeleeuwen en de
mythologie der Renaissance is er eigenlijk niet. Vooreerst begeleiden de
mythologische figuren reeds gedurende een goed stuk der Middeleeuwen de
vrije allegorie: Venus speelt haar rol in het zuiverst middeleeuwsche,
wat er gedicht is. Aan den anderen kant behoudt de vrije allegorie haar
fleur nog lang in de zestiende eeuw en later. In de veertiende eeuw
begint als 't ware een wedstrijd tusschen allegorie en mythologie. In de
gedichten van Froissart treden naast Doux Semblant, Jonece, Plaisance,
Refus, Dangier, Escondit, Franchise een zonderling stel van soms
onkenbaar verminkte mythologemen op: Atropos, Cloto, Lachesis, Telephus,
Ydrophus, Neptisphoras! De goden en godinnen leggen het in volheid van
verbeelding nog af bij de personages van de _Rose_; zij blijven nog hol
en schimmig. Of zij worden, als zij 't rijk alleen hebben, uitermate
barok en onklassiek, zooals in de _Epistre d'Othéa à Hector_ van
Christine de Pisan. Het komen der Renaissance is de omkeering van die
verhouding. Gaandeweg winnen de Olympiërs en de nimfen het van de _Rose_
en de Sinnekens. Uit de rijkdommen der Oudheid stroomt hun een volheid
toe van stijl en sentiment, een dichterlijke schoonheid, en bovenal een
eenheid met het natuurgevoel, waarbij de eens zoo levende allegorie
verbleekte en verdween.
Het symbolisme met zijn dienares de allegorie was een speling van het
vernuft geworden; het zinrijke werd zinloos. De symbolische denkwijze
belemmerde de ontplooiing van het causaal-genetische denken. Niet dat
het door het symbolisme werd uitgesloten; het natuurlijk-genetisch
verband der dingen had zijn plaats naast het symbolisch verband, maar
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Herfsttij der Middeleeuwen - 22
  • Parts
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 01
    Total number of words is 4412
    Total number of unique words is 1815
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.4 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 02
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 1780
    34.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 03
    Total number of words is 4199
    Total number of unique words is 1628
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.4 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 04
    Total number of words is 4530
    Total number of unique words is 1663
    35.8 of words are in the 2000 most common words
    50.8 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 05
    Total number of words is 4344
    Total number of unique words is 1684
    33.5 of words are in the 2000 most common words
    47.3 of words are in the 5000 most common words
    54.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 06
    Total number of words is 4245
    Total number of unique words is 1692
    29.5 of words are in the 2000 most common words
    42.1 of words are in the 5000 most common words
    50.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 07
    Total number of words is 4331
    Total number of unique words is 1739
    29.8 of words are in the 2000 most common words
    43.6 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 08
    Total number of words is 4397
    Total number of unique words is 1675
    31.3 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 09
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 1713
    34.4 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 10
    Total number of words is 4385
    Total number of unique words is 1834
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    42.8 of words are in the 5000 most common words
    50.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 11
    Total number of words is 3879
    Total number of unique words is 1363
    26.9 of words are in the 2000 most common words
    39.2 of words are in the 5000 most common words
    45.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 12
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1719
    30.9 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 13
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 1767
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 14
    Total number of words is 4249
    Total number of unique words is 1722
    28.4 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    47.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 15
    Total number of words is 4284
    Total number of unique words is 1749
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    44.9 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 16
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 1733
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.6 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 17
    Total number of words is 3978
    Total number of unique words is 1708
    23.6 of words are in the 2000 most common words
    34.4 of words are in the 5000 most common words
    40.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 18
    Total number of words is 4422
    Total number of unique words is 1718
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 19
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1774
    32.6 of words are in the 2000 most common words
    46.2 of words are in the 5000 most common words
    53.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 20
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1728
    31.5 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    51.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 21
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1659
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 22
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1778
    29.7 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 23
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1732
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    50.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 24
    Total number of words is 4324
    Total number of unique words is 1754
    30.3 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 25
    Total number of words is 4103
    Total number of unique words is 1747
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    41.7 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 26
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1618
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    48.8 of words are in the 5000 most common words
    57.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 27
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 1709
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    46.9 of words are in the 5000 most common words
    54.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 28
    Total number of words is 4202
    Total number of unique words is 1635
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    53.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 29
    Total number of words is 4403
    Total number of unique words is 1869
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.3 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 30
    Total number of words is 4322
    Total number of unique words is 1762
    27.5 of words are in the 2000 most common words
    39.0 of words are in the 5000 most common words
    46.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 31
    Total number of words is 4295
    Total number of unique words is 1866
    26.2 of words are in the 2000 most common words
    38.2 of words are in the 5000 most common words
    44.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 32
    Total number of words is 3982
    Total number of unique words is 1660
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.7 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 33
    Total number of words is 3690
    Total number of unique words is 1729
    20.5 of words are in the 2000 most common words
    30.8 of words are in the 5000 most common words
    36.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 34
    Total number of words is 716
    Total number of unique words is 448
    15.3 of words are in the 2000 most common words
    23.6 of words are in the 5000 most common words
    29.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.