Herfsttij der Middeleeuwen - 07

Total number of words is 4331
Total number of unique words is 1739
29.8 of words are in the 2000 most common words
43.6 of words are in the 5000 most common words
51.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
of de heraut Berry kunnen als voorbeelden van den wapenkoning-
geschiedschrijver genoemd worden.
* * * * *
Als ideaal van schoon leven is de ridderlijke gedachte van zeer
bijzondere gedaante. Het is een in zijn wezen aesthetisch ideaal,
opgebouwd uit bonte fantazie en verheffende aandoening. Maar het wil
zijn een ethisch ideaal: het middeleeuwsche denken kon aan een
levensideaal slechts een edele plaats geven, door het in betrekking
te stellen tot vroomheid en deugd. In die ethische functie schiet het
ridder wezen steeds te kort; het wordt omlaaggetrokken door zijn
zondigen oorsprong. Want de kern van het ideaal blijft de tot schoonheid
verheven hoogmoed. Dit heeft Chastellain volkomen begrepen, wanneer hij
zegt: "La gloire des princes pend en orguel et en haut péril emprendre;
toutes principales puissances conviengnent en un point estroit qui se
dit orgueil." [177] Uit den hoogmoed, gestyleerd en verheven, is de
eer geboren, die de pool is van het adellijk leven. Terwijl in de
middelmatige of ondergeschikte maatschappelijke verhoudingen--zegt Taine
[178]--de voornaamste drijfveer het belang is, is de groote beweger bij
de aristocratie de hoogmoed: "or, parmi les sentiments profonds de
l'homme, il n'en est pas qui soit plus propre a se transformer en
probité, patriotisme et conscience, car l'homme fier a besoin de son
propre respect, et, pour l'obtenir, il est tenté de le mériter." Taine
heeft zonder twijfel de neiging, om de aristocratie te fraai te zien.
De werkelijke geschiedenis der aristocratieën geeft overal een beeld,
waarin de hoogmoed gedoubleerd is met onbeschaamd eigenbelang. Des
ondanks blijft--als omschrijving van het aristocratisch levensideaal
--Taine's woord treffend. Het is verwant aan Burckhardt's bepaling van
het Renaissance-eergevoel. "Es ist die rätselhafte Mischung aus Gewissen
und Selbstsucht, welche dem modernen Menschen noch übrig bleibt, auch
wenn er durch oder ohne seine Schuld alles übrige, Glauben, Liebe und
Hoffnung eingebüsst hat. Dieses Ehrgefühl verträgt sich mit vielem
Egoismus und grossen Lastern und ist ungeheurer Täuschungen fähig; aber
auch alles Edle, das in einer Persönlichkeit übrig geblieben, kann sich
daran anschliessen und aus diesem Quell neue Kräfte schöpfen". [179]
De persoonlijke eerzucht en roemzucht, die dan eens uitingen van een
hoog eergevoel, dan weer veel meer uit onveredelden hoogmoed gesproten
schijnen, zijn door Burckhardt in beeld gebracht als de kenmerkende
eigenschappen van den Renaissance-mensch. [180] In tegenstelling met de
afzonderlijke standseer en standenroem, zooals zij de echt-middeleeuwsche
samenleving buiten Italië nog bezielden, beschrijft hij de algemeen-
menschelijke eer en roem, waarnaar, onder sterken invloed van antieke
voorstellingen, de Italiaansche geest sedert Dante streeft. Het schijnt
mij toe, dat dit een der punten is, waarop Burckhardt den afstand
tusschen Middeleeuwen en Renaissance, tusschen West-Europa en Italië te
groot gezien heeft. Die roemliefde en eerzucht der Renaissance is in
haar kern de ridderlijke eerzucht van vroeger tijd en Fransche herkomst,
de standseer uitgebreid tot wijder gelding, ontdaan van het feodale
sentiment en bevrucht met antieke gedachte. Het hartstochtelijk
verlangen, om door het nageslacht geprezen te worden, is den hoofschen
ridder der twaalfde eeuw, den onverfijnden Franschen of Duitschen
soudenier der veertiende eeuw even weinig vreemd als den schoonen geest
van het quattrocento. De afspraak voor het Combat des trente tusschen
messires Robert de Beaumanoir en den kapitein Brandebourch wordt door
den laatste besloten met de woorden: "en zoo zullen wij maken, dat men
ervan spreken zal in komende tijden in zaal en paleis, in pleinen en
andere plaatsen over de wereld." [181] Chastellain, in zijn waardeering
van het ridderideaal toch volkomen middeleeuwsch, drukt niettemin
volkomen den geest der Renaissance uit, als hij zegt:
"Honneur semont toute noble nature
D'aimer tout ce qui noble est en son estre.
Noblesse aussi y adjoint sa droiture". [182]
Elders zegt hij, dat bij joden en heidenen de eer dierbaarder was en
nauwer werd gehouden, omdat zij enkel werd betracht om haars zelfs wil
en in verwachting van aardschen lof, terwijl de christenen de eer
ontvangen hebben door het geloof en het licht, in verwachting van
hemelsch loon. [183]
Reeds bij Froissart wordt de dapperheid aanbevolen zonder eenige
religieuze of direct moreele motiveering, om roem en eer, en--enfant
terrible als hij is--om carrière. [184]
Het streven naar ridderlijken roem en eer is onafscheidelijk verbonden
aan een heldenvereering, waarin middeleeuwsche en renaissance-elementen
ineenvloeien. Het ridderlijke leven is een navolging. Of het de helden
van den Artur-kring zijn of de antieke helden, maakt weinig verschil.
Alexander was immers reeds in den bloeitijd van den ridderroman volkomen
in de ideeënsfeer van het ridderwezen opgenomen. De antieke
fantaziesfeer was nog niet gescheiden van die der tafelronde. Koning
René ziet bont dooreen de met hun blazoenen versierde grafteekens van
Lancelot, Caesar, David, Hercules, Paris, Troïlus. [185] Het ridderwezen
zelf gold voor Romeinsch. "Et bien entretenoit--heet het van Hendrik V
van Engeland--la discipline de chevalerie, comme jadis faisoient les
Rommains". [186] Het toenemende classicisme brengt eenige zuivering in
het historische beeld der Oudheid; de Portugeesche edelman Vasco de
Lucena, die voor Karel den Stoute Quintus Curtius vertaalt, verklaart,
gelijk Maerlant het reeds anderhalve eeuw eerder had gedaan, hem daarin
te bieden een authentieken Alexander, ontdaan van de leugens, waarmee
al de gangbare historiën diens geschiedenis ontsierden. [187] Doch de
bedoeling is sterker dan ooit, den vorst een voorbeeld ter navolging
te bieden, en bij weinig vorsten is de zucht, om door groote en
schitterende daden de Ouden te evenaren, zoo bewust als bij Karel den
Stoute. Van jongsaf had hij zich de heldendaden van Walewein en Lancelot
laten voorlezen; later wonnen het de Ouden. Voor het slapen gaan werd er
geregeld een paar uur gelezen in "les haultes histoires de Romme". [188]
Zijn hoogste behagen gold den helden der oudheid: Caesar, Hannibal en
Alexander, "lesquelz il vouloit ensuyre et contrefaire". [189] Alle
tijdgenooten hebben aan die opzettelijke navolging als drijfveer van
zijn daden groot gewicht gehecht. "Il désiroit grand gloire,--zegt
Commines--qui estoit ce qui plus le mettoit en ses guerres que nulle
autre chose; et eust bien voulu ressembler à ses anciens princes dont
il a esté tant parlé après leur mort." [190] Chastellain zag hem dien
hoogen zin voor groote daden en voor het schoone antieke gebaar de
eerste maal in praktijk brengen. Het was bij zijn eerste komst als
hertog binnen Mechelen in 1467. Hij had er een oproer te straffen; de
zaak werd in alle vormen onderzocht en berecht, een der leiders ter dood
veroordeeld, anderen voor eeuwig verbannen. Het schavot wordt op de
markt opgericht, de hertog zit er tegenover; de schuldige ligt reeds
geknield, de beul ontbloot het zwaard; toen roept Karel, die tot dusver
zijn bedoeling verborgen had: "Houd op! Doe hem den blinddoek af en laat
hem opstaan."
"Et me pareus de lors--zegt Chastellain--que le coeur luy estoit en haut
singulier propos pour le temps à venir, et pour acquérir gloire et
renommée en singulière oeuvre." [191]
Het voorbeeld van Karel den Stoute is geschikt, om te doen zien, hoe de
geest der Renaissance, de zucht naar het schoone antieke leven, direct
wortelt in het ridderideaal. Het is, als men hem met den Italiaanschen
virtuoso vergelijkt, slechts een verschil van belezenheid en van smaak.
Karel las zijn klassieken nog in vertaling, en zijn levensvorm is nog
flamboyant-gothiek.
Dezelfde onscheidbaarheid van het ridderlijke en het renaissance-element
vertoont de cultus der negen dapperen, "les neuf preux". Die groep van
negen helden, drie heidenen, drie joden, drie christenen, komt op in de
ridderlijke litteratuur; zij wordt het eerst aangetroffen in de _Voeux
du paon_ van Jacques de Longuyon omstreeks 1312. [192] De keus der
helden verraadt den nauwen samenhang met de ridderlijke romantiek:
Hector, Caesar, Alexander--Jozua, David, Judas Maccabaeus--Artur, Karel
de Groote en Godfried van Bouillon. Van zijn leermeester Guillaume de
Machaut neemt Eustache Deschamps de gedachte over; hij wijdt er tal van
gedichten aan. [193] Waarschijnlijk is hij het geweest, die aan de
behoefte aan symmetrie, welke den laat-middeleeuwschen geest zoo sterk
eigen is, voldeed, door aan de 9 preux 9 preuses toe te voegen. Hij
zocht er eenige, ten deele vrij zonderlinge, klassieke figuren voor
bijeen uit Justinus en andere litteratuur: o.a. Penthesilea, Tomyris,
Semiramis, en verhaspelde de meeste namen geducht. Dit belette het
denkbeeld niet, om opgang te maken, en zoo vindt men preux en preuses
bij de lateren, zooals in _Le Jouvencel,_ terug. Zij staan afgebeeld op
tapijten, men verzint hun blazoenen; bij den intocht van Hendrik VI van
Engeland te Parijs in 1431 gaan alle achttien hem voorop. [194]
Hoe levend de voorstelling gedurende de 15e eeuw en nog daarna gebleven
is, bewijst het feit, dat men haar parodieerde: Molinet beproeft zijn
luim aan een negental "preux de gourmandise". [195] Nog Frans I kleedde
zich af en toe "à l'antique" om een der preux voor te stellen. [196]
Deschamps heeft evenwel nog op een andere wijze dan door de aanvulling
met vrouwelijke pendanten de voorstelling uitgebreid. Hij verbond die
vereering van oude heldendeugd aan het heden, plaatste haar in de sfeer
van het opkomende Fransche militaire nationalisme, door aan de negen een
tijd- en landgenoot als tienden preux toe te voegen: Bertrand du
Guesclin. [197] Ook dat denkbeeld had succes; Lodewijk van Orleans liet
in de groote zaal van Coucy het beeld van den dapperen connétable als
tiende der preux opnemen. [198] Het was met reden, dat Orleans de
gedachtenis van du Guesclin een bijzondere zorg wijdde; hij zelf was
door den connétable ten doop gehouden, en deze had hem daarbij een
zwaard in de hand gegeven. Van de figuur van den dapperen en
berekenenden Bretonschen krijgsman neemt een nationaal-militaire
heldenvereering haar uitgang. Het valt op te merken, dat deze in de
15e eeuw nog niet in de eerste plaats Jeanne Darc geldt. Allerlei
veldoversten, die naast of tegen haar hadden gestreden, nemen in de
verbeelding der tijdgenooten veel grooter en eervoller plaats in dan het
boerenmeisje uit Domrémy. Velen spreken van haar nog zonder aandoening
of vereering, meer als een curiositeit. Chastellain, die zijn
Bourgondische gevoelens, als het pas gaf, merkwaardig op zij wist te
zetten voor een pathetisch Fransch loyalisme, dicht een "mystère" op den
dood van Karel VII, waarin al de aanvoerders, die voor hem de Engelschen
bestreden hebben, als een eeregalerij van dapperen, een strofe zeggen,
die hun daden vermeldt: Dunois, Jean de Bueil, Xaintrailles, La Hire
zijn er bij, en tal van minder bekenden. [199] Het doet even aan als een
reeks van Napoleontische generaals. Maar la Pucelle ontbreekt.
De Bourgondische vorsten bewaarden in hun schatkamer een aantal
heldenrelieken van romantischen aard: een zwaard van Sint Joris, met
diens wapen versierd, een zwaard, dat behoord had aan "messire Bertran
de Claiquin" (du Guesclin), een tand van het everzwijn van Garin le
Loherain, het souter, waaruit de heilige Lodewijk leerde in zijn
kindsheid. [200] Hoe loopen de fantaziesferen van het ridderlijke en het
religieuze hier ineen! Nog een schrede, en men is bij het armbeen van
Livius, dat, plechtig als gold het een reliek, in ontvangst genomen werd
door paus Leo X. [201]
De laat-middeleeuwsche heldenvereering heeft haar litterairen vorm in de
biografie van den volmaakten ridder. Soms zijn het reeds legendaire
figuren geworden, zooals Gilles de Trazegnies. De belangrijkste evenwel
zijn die van tijdgenooten, zooals Boucicaut, Jean de Bueil, Jacques de
Lalaing.
Jean le Meingre, gewoonlijk genoemd le maréchal Boucicaut, heeft zijn
land gediend in groote rampen. Hij was met Jan zonder Vrees in 1396 bij
Nicopolis geweest, waar het Fransche ridderleger, roekeloos uitgetrokken
om den Turk weer uit Europa te drijven, door Sultan Bajazid vernietigd
werd. Hij is opnieuw gevangen gemaakt bij Azincourt in 1415, en zes
jaren later in gevangenschap gestorven. Een bewonderaar heeft nog bij
zijn leven in 1409 zijn daden te boek gesteld, op grond van zeer goede
inlichting en documenten, [202] doch niet als een stuk tijdsgeschiedenis
maar als het beeld van den idealen ridder. De realiteit van dit
veelbewogen leven verdwijnt achter den schoonen schijn van het
ridderbeeld. De vreeselijke katastrofe van Nicopolis heeft in _Le Livre
des faicts_ maar een flauwe kleur. Boucicaut wordt geschilderd als het
type van den soberen, vromen en tegelijk hoofschen en geletterden
ridder. De afkeer van rijkdommen, die den waren ridder eigen moest zijn,
spreekt uit het woord van Boucicaut's vader, die zijn erfgoed had willen
vergrooten noch verkleinen, zeggende: als mijn kinderen rechtschapen en
dapper zijn, zullen zij genoeg hebben; en als zij niets waard zijn, zou
het jammer wezen, dat hun zooveel bleef nagelaten. [203] Boucicaut's
vroomheid is van een streng puriteinsch karakter. Hij staat vroeg op,
en blijft wel drie uren in gebeden. Hoe gehaast of bezig ook, hoort hij
iederen dag geknield twee missen. Vrijdags kleedt hij zich in het zwart,
op Zon- en feestdagen doet hij te voet een bedevaart of laat zich
voorlezen uit het leven der heiligen, of uit de geschiedenissen "des
vaillans trespassez, soit Romains ou autres", of hij spreekt met anderen
van devote dingen. Hij is matig en sober, spreekt weinig en meest over
God, de heiligen, de deugd of de ridderlijkheid. Ook al zijn dienaren
heeft hij gewend aan devotie en betamelijkheid, en hun het vloeken
afgeleerd. [204] Hij is een ijverig voorstander van den edelen, kuischen
vrouwendienst; hij eert allen om eene, en sticht de orde "de l'écu verd
à la dame blanche", ter verdediging der vrouwen, wat hem den lof schonk
van Christine de Pisan. [205] Te Genua, waar hij in 1401 het bestuur
kwam voeren voor Karel VI, beantwoordde hij eens hoffelijk de révérences
van twee dames, die hij ontmoette. "Monseigneur," zei zijn schildknaap,
"qui sont ces deux femmes à qui vous avez si grans reverences
faictes?"--"Huguenin, dit-il, je ne sçay". Lors luy dist: "Monseigneur,
elles sont filles communes".--"Filles communes, dist-il, Huguenin,
j'ayme trop mieulx faire reverence à dix filles communes que avoir
failly à une femme de bien." [206]--In zijn devies "Ce que vous
vouldrez" kan men evengoed den dolenden ridder hooren, die zijn trouw
aan zijn dame wijdt, als den renaissance-mensch, die zich overgeeft aan
het leven, zooals het tot hem komt.
Zoo is het schoone beeld van den ridder. Weliswaar blijkt uit andere
gegevens, dat de werkelijke Boucicaut er niet in alle opzichten aan kan
hebben beantwoord: hij deelde de gewelddadigheid en de geldzucht, in
zijn stand zoo gewoon. [207]
In een geheel andere nuance ziet men den modelridder in den
biografischen roman over Jean de Bueil, _Le Jouvencel_. Deze kapitein,
die onder het vaandel van Jeanne Darc gestreden had, later gemengd was
in den opstand der Praguerie en den oorlog "du bien public", en in 1477
stierf, heeft, in ongenade bij den koning, omstreeks 1465 aan drie van
zijn dienaren een verhaal van zijn leven geïnspireerd, getiteld _Le
Jouvencel_. [208] In tegenstelling met het leven van Boucicaut, waarin
de historische vorm een romantischen geest bergt, draagt _Le Jouvencel_
bij een gefingeerden vorm een sterk reëel karakter, althans in het
eerste gedeelte. Het staat misschien in verband met het veelvoudig
auteurschap, dat het werk verderop verloopt in een bloemzoete romantiek.
Daar is de gruwelijke tocht van de Fransche krijgsbenden op Zwitsersch
gebied in 1444, en de slag bij Sankt Jakob an der Birs, waar de boeren
van het Bazelsche land hun Thermopylae vonden, vermomd in den ijdelen
opschik van een afgezaagd bedenksel van herderlijke min.
In sterk contrast daarmee geeft het eerdere gedeelte van _Le Jouvencel_
van de werkelijkheid van den toenmaligen krijg een beeld zoo sober en
echt, als nauwelijks elders te vinden is. Ook deze auteurs spreken
overigens niet van Jeanne Darc, met wie hun meester toch in
wapenbroederschap had gestaan; het zijn zijn eigen heldendaden, die zij
verheerlijken. Doch hoe goed moet deze hun zijn krijgsbedrijf verteld
hebben. Hier kondigt zich de geest van het militaire Frankrijk aan, dat
later de figuren van den mousquetaire, den grognard en den poilu zal
opleveren. Den ridderlijken opzet verraadt alleen de aanhef, die de
jonge lieden aanspoort, uit dit geschrift het leven in de wapenen te
leeren, dat hen waarschuwt tegen hoogmoed, nijd en hebzucht. Zoowel het
vrome als het amoureuze element van Boucicaut ontbreken in het eerste
gedeelte van _Le Jouvencel_. Wat ons hier tegen komt, is de armzaligheid
van den oorlog, zijn ontberingen en de frissche moed om gebrek te lijden
en gevaren te bestaan. Een slotvoogd verzamelt zijn garnizoen en telt
maar vijftien paarden, magere beestjes, de meesten zijn onbeslagen. Hij
zet twee mannen op elk, maar ook van de mannen zijn de meesten eenoogig
of kreupel. Om de kleeren van den kapitein te kunnen verstellen, gaat
men de wasch van den vijand buitmaken. Een geroofde koe wordt den
vijandelijken kapitein op zijn verzoek hoffelijk teruggegeven. In de
beschrijving van een nachtelijken tocht over de velden ademt de
nachtlucht en de stilte u tegen. [209] In _Le Jouvencel_ ziet men het
riddertype overgaan in dat van den nationalen militair: de held van het
boek laat de arme gevangenen vrij, mits zij goed-fransch worden. Tot
hooge waardigheden gekomen, verlangt hij terug naar dat leven van
avontuur en vrijheid.
Zulk een realistisch riddertype (overigens, gelijk gezegd, in het werk
zelf niet ten einde toe volgehouden) kon de Bourgondische litteratuur,
veel ouderwetscher, veel solemneeler en meer in de feodale vormen bekneld
dan de zuiver Fransche, nog niet opleveren. Jacques de Lalaing is naast
le Jouvencel een antieke curiositeit, naar het cliché van oudere dolende
ridders als Gillon de Trazegnies beschreven. Het boek van de daden van
dezen vereerden held der Bourgondiërs spreekt meer van romantische
tournooien dan van den echten krijg. [210]
De psychologie van den oorlogsmoed is wellicht vroeger noch later zoo
eenvoudig en treffend uitgedrukt als in de volgende woorden van _Le
Jouvencel_: [211] "C'est joyeuse chose que la guerre.... On s'entr'ayme
tant à la guerre. Quant on voit sa querelle bonne et son sang bien
combatre, la larme en vient à l'ueil. Il vient une doulceur au cueur de
loyaulté et de pitié de veoir son amy, qui si vaillamment expose son
corps pour faire et acomplir le commandement de nostre createur. Et
puis on se dispose d'aller mourir ou vivre avec luy, et pour amour ne
l'abandonner point. En cela vient une délectation telle que, qui ne l'a
essaiié, il n'est homme qui sceust dire quel bien c'est. Pensez-vous
que homme qui face cela craingne la mort? Nennil; car il est tant
reconforté, il est si ravi, qu'il ne scet où il est. Vraiement il n'a
paour de rien."
Dit kon evengoed gezegd zijn door den modernen soldaat als door een
ridder der vijftiende eeuw. Het heeft met het ridderlijk ideaal als
zoodanig niets te maken. Het vertoont den gevoelsgrond van den zuiveren
strijdmoed zelf: de huiverende uittreding uit het enge egoïsme in de
aandoening van het levensgevaar, de ontzaglijke verteedering over de
dapperheid van den makker, den wellust van de trouw en de
zelfopoffering. Deze primitieve ascetische aandoening is de basis,
waarop het ridderideaal is opgebouwd tot een edele verbeelding van
mannelijke volmaaktheid, nauw verwant aan de Grieksche kalokagathia,
een hevige aspiratie naar schoon leven, de energische bezieling van
een reeks van eeuwen ... en ook het masker, waarachter een wereld van
baatzucht en geweld zich hullen kon.
Overal waar het ridderideaal het zuiverst beleden wordt, valt de nadruk
op het ascetische element ervan. In zijn eersten opbloei paarde het zich
ongedwongen, noodwendig zelfs, aan het monniksideaal: in de geestelijke
ridderorden uit den kruistochtentijd. En waar de werkelijkheid steeds
het ideaal gruwelijk logenstrafte, week het naar de sferen der
verbeelding: de dolende ridder is evenals de Tempelier vrij van aardsche
banden en arm. Dat ideaal van den edelen strijder zonder bezittingen,
zegt William James, beheerscht nog "sentimentally if not practically,
the military and aristocratic view of life. We glorify the soldier as
the man absolutely unincumbered. Owning nothing but his bare life, and
willing to toss that up at any moment when the cause commands him, he is
the representative of unhampered freedom in ideal directions." [212]
De verbindingen van het ridderideaal met hooge elementen van het
godsdienstig bewustzijn: medelijden, rechtvaardigheid, trouw, zijn dus
geenszins kunstmatig of oppervlakkig. Toch zijn het niet deze, die de
ridderschap tot den schoonen levensvorm bij uitnemendheid maken. En ook
haar onmiddellijke wortels in den mannelijken strijdmoed hadden haar
daartoe niet kunnen verheffen, als niet vrouwenliefde de brandende gloed
was geweest, die aan dat complex van gevoel en idee de levenswarmte gaf.
De diepe trek van askese, van moedige zelfopoffering, die het
ridderideaal eigen is, hangt met den erotischen grond van die
levenshouding ten nauwste samen, is misschien slechts de ethische
verwerking van onbevredigd verlangen. De vormgeving, de styleering van
het liefdeverlangen beperkt zich volstrekt niet tot de litteratuur. Zij
vindt evengoed een ruim veld om zich te ontplooien in de levensvormen
zelf: hoofschen omgang, gezelschapsspel, scherts en sport. Ook daar
wordt de liefde voortdurend gesublimeerd en geromantiseerd; het leven
volgt daarin de litteratuur na, maar deze leert tenslotte toch alles van
het leven. Het ridderlijke aspect der liefde is in den grond niet in de
litteratuur maar in het leven opgekomen. In de werkelijke
levensverhoudingen was het motief van den ridder en de geliefde gegeven.
De ridder en de geliefde, de held om liefde, is het meest primaire,
onveranderlijke romantische motief, dat overal opnieuw weer ontspringt
en ontspringen zal. Het is de meest onmiddellijke omzetting van de
zinnelijke drift in een ethische of quasi-ethische zelfverloochening.
Zij ontspringt direct uit de behoefte, om ten aanschouwe van de vrouw
zijn moed te toonen, gevaar te loopen en sterk te zijn, te lijden en
te bloeden, die iedere jongen van zestien jaar kent. De uiting en de
vervulling van het verlangen, die onbereikbaar schijnen, worden
vervangen en opgeheven door de heldendaad uit liefde. Daarmee is
terstond de dood als alternatief der vervulling gesteld, de bevrediging
om zoo te zeggen naar beide zijden verzekerd.
Maar de droom van de heldendaad uit liefde, die nu het smachtend hart
vult en bedwelmt, groeit en woekert als een welige plant. Het eerste
eenvoudige thema heeft spoedig uitgewerkt; de geest vraagt nieuwe
verbeeldingen op hetzelfde thema. En de passie zelf dringt sterker
kleuren op aan den droom van lijden en verzaking. De heldendaad moet
bestaan in de bevrijding of redding van de vrouw zelf uit het
dreigendste gevaar. Daarmee is een feller prikkel aan het
oorspronkelijke motief toegevoegd. Eerst is het het subject zelf, dat
lijden wil voor de vrouw; maar spoedig paart zich daaraan de wensch,
om de begeerde zelf uit lijden te redden. Of in den grond die redding
altijd is te herleiden tot de redding der maagdelijkheid, het weren van
den andere dus, de bewaring van de vrouw voor zich? In ieder geval is
daarmee het ridderlijk-erotische motief bij uitnemendheid gegeven: de
jonge held, die de maagd bevrijdt. De belager moge bij wijlen een
argelooze draak zijn, het sexueele moment ligt toch steeds onmiddellijk
eronder. Hoe naïef-oprecht spreekt het bij voorbeeld in de bekende
schilderij van Burne Jones, waar de moderne damesfiguur van het meisje
juist door haar kuischheid de onmiddellijkste sensualiteit verraadt.
De bevrijding van de maagd is het meest oorspronkelijke en altijd jonge
romantische motief. Hoe is het mogelijk, dat een thans verouderde
mythenverklaring er de weergave van een natuurphenomeen in heeft gezien,
terwijl de onmiddellijkheid van de gedachte dagelijks door ieder kan
worden beproefd! In de litteratuur moge het bij wijlen wegens overmatige
herhaling een tijdlang worden vermeden, telkens komt het motief weer in
nieuwe vormen op, bij voorbeeld in de bioscoop-cowboy-romantiek. En in
het persoonlijke liefdedenken buiten de litteratuur blijft het
ongetwijfeld altijd even sterk.
Het is moeilijk te bepalen, in hoeverre in de voorstelling van den
held-minnaar het mannelijk en in hoeverre het vrouwelijk aspect der
liefde zich openbaart. In het algemeen komt in de verbeelding der liefde
tot cultuurvorm bijna uitsluitend de mannelijke opvatting tot
uitdrukking, althans tot in zeer jongen tijd. Het gezicht der vrouw op
de liefde blijft altijd omsluierd en verborgen; het is teerder en dieper
geheim. En het behoeft niet de romantische sublimeering tot het
heldhaftige, want door zijn karakter van overgave en zijn onverbrekelijken
samenhang met het moederschap verheft het zich van zelf reeds zonder
fantazie van dapperheid en opoffering boven het zelfzuchtig-erotische.
Niet alleen omdat de mannen de litteratuur gemaakt hebben, ontbreekt de
vrouwelijke liefdesuitdrukking grootendeels, maar ook omdat voor de
vrouw in de liefde het litteraire veel minder onmisbaar is.
De figuur van den edelen redder, die om der wille van de geliefde lijdt,
is de voorstelling van den man, zooals hij zich zelf zien wil. De
spanning van zijn bevrijdersdroom wordt verhoogd, doordat hij onbekend
optreedt, en eerst na de heldendaad wordt herkend. In deze onbekendheid
van den held ligt voorzeker ook een van de vrouwelijke liefdeverbeelding
uitgegaan romantisch motief. In de geheele apotheose van mannelijke
kracht en moed in den vorm van den strijder te paard vloeien de
vrouwelijke behoefte aan krachtvereering en de mannelijke physieke
hoogmoed samen.
De middeleeuwsche samenleving heeft met een jongensachtige
onverzadelijkheid deze primitief-romantische motieven gecultiveerd.
Terwijl de hoogere litteratuurvormen zich hebben verfijnd tot ijler en
soberder, of geestiger en nog prikkelender uitdrukking van het
verlangen, blijft de ridderroman zich altijd weer verjongen en behoudt
met zijn eindeloos herhaalde uitwerking van het romantische geval een
bekoring, die ons schier onbegrijpelijk is. Wij wanen den tijd lang
ontgroeid aan die kinderlijke fantazieën, en noemen Froissart's
_Méliador_ of de _Perceforest_, de nabloeiers der ridderlijke
avontuurverhalen, anachronismen in hun tijd. Zij zijn het evenmin als de
sensatieroman het heden ten dage is; alleen dit alles is geen zuivere
litteratuur, maar om zoo te zeggen toegepaste kunst. Het is de behoefte
aan modellen voor de erotische verbeelding, die steeds weer die
litteratuur levend houdt en vernieuwt. Midden in de Renaissance herleven
ze immers in de Amadis-romans. Wanneer nog na het midden der zestiende
eeuw De la Noue ons kan verzekeren, dat de Amadis-romans een "esprit de
vertige" teweegbrachten onder het geslacht, dat toch de staling van
Renaissance en Humanisme had ondergaan, hoe groot moet dan de romantische
ontvankelijkheid zijn geweest in het bij uitstek ongeëquilibreerde
geslacht van 1400!
De zinsverrukking van de liefdesromantiek was niet in de eerste plaats
om lezende ondergaan te worden, maar om gespeeld en aanschouwd te
worden. Er zijn twee vormen, waarin dat spel kan gebeuren: de
dramatische vertooning en de sport. In de Middeleeuwen is de laatste
verreweg het voornaamste. Het drama was nog grootendeels gevuld met
andere, heilige stof; bij uitzondering behandelt het nog het romantische
geval. De middeleeuwsche sport daarentegen, en dat is in de eerste
plaats het tournooi, was zelf in hooge mate dramatisch en tegelijk van
een sterk erotisch gehalte. De sport behoudt te allen tijde zulk een
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Herfsttij der Middeleeuwen - 08
  • Parts
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 01
    Total number of words is 4412
    Total number of unique words is 1815
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.4 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 02
    Total number of words is 4395
    Total number of unique words is 1780
    34.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 03
    Total number of words is 4199
    Total number of unique words is 1628
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.4 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 04
    Total number of words is 4530
    Total number of unique words is 1663
    35.8 of words are in the 2000 most common words
    50.8 of words are in the 5000 most common words
    60.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 05
    Total number of words is 4344
    Total number of unique words is 1684
    33.5 of words are in the 2000 most common words
    47.3 of words are in the 5000 most common words
    54.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 06
    Total number of words is 4245
    Total number of unique words is 1692
    29.5 of words are in the 2000 most common words
    42.1 of words are in the 5000 most common words
    50.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 07
    Total number of words is 4331
    Total number of unique words is 1739
    29.8 of words are in the 2000 most common words
    43.6 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 08
    Total number of words is 4397
    Total number of unique words is 1675
    31.3 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 09
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 1713
    34.4 of words are in the 2000 most common words
    50.9 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 10
    Total number of words is 4385
    Total number of unique words is 1834
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    42.8 of words are in the 5000 most common words
    50.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 11
    Total number of words is 3879
    Total number of unique words is 1363
    26.9 of words are in the 2000 most common words
    39.2 of words are in the 5000 most common words
    45.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 12
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1719
    30.9 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 13
    Total number of words is 4381
    Total number of unique words is 1767
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    45.0 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 14
    Total number of words is 4249
    Total number of unique words is 1722
    28.4 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    47.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 15
    Total number of words is 4284
    Total number of unique words is 1749
    30.7 of words are in the 2000 most common words
    44.9 of words are in the 5000 most common words
    52.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 16
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 1733
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.6 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 17
    Total number of words is 3978
    Total number of unique words is 1708
    23.6 of words are in the 2000 most common words
    34.4 of words are in the 5000 most common words
    40.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 18
    Total number of words is 4422
    Total number of unique words is 1718
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    57.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 19
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1774
    32.6 of words are in the 2000 most common words
    46.2 of words are in the 5000 most common words
    53.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 20
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1728
    31.5 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    51.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 21
    Total number of words is 4241
    Total number of unique words is 1659
    28.7 of words are in the 2000 most common words
    41.2 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 22
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1778
    29.7 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    51.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 23
    Total number of words is 4290
    Total number of unique words is 1732
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    43.4 of words are in the 5000 most common words
    50.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 24
    Total number of words is 4324
    Total number of unique words is 1754
    30.3 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 25
    Total number of words is 4103
    Total number of unique words is 1747
    29.2 of words are in the 2000 most common words
    41.7 of words are in the 5000 most common words
    49.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 26
    Total number of words is 4375
    Total number of unique words is 1618
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    48.8 of words are in the 5000 most common words
    57.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 27
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 1709
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    46.9 of words are in the 5000 most common words
    54.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 28
    Total number of words is 4202
    Total number of unique words is 1635
    30.4 of words are in the 2000 most common words
    44.4 of words are in the 5000 most common words
    53.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 29
    Total number of words is 4403
    Total number of unique words is 1869
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.3 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 30
    Total number of words is 4322
    Total number of unique words is 1762
    27.5 of words are in the 2000 most common words
    39.0 of words are in the 5000 most common words
    46.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 31
    Total number of words is 4295
    Total number of unique words is 1866
    26.2 of words are in the 2000 most common words
    38.2 of words are in the 5000 most common words
    44.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 32
    Total number of words is 3982
    Total number of unique words is 1660
    26.0 of words are in the 2000 most common words
    38.7 of words are in the 5000 most common words
    44.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 33
    Total number of words is 3690
    Total number of unique words is 1729
    20.5 of words are in the 2000 most common words
    30.8 of words are in the 5000 most common words
    36.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Herfsttij der Middeleeuwen - 34
    Total number of words is 716
    Total number of unique words is 448
    15.3 of words are in the 2000 most common words
    23.6 of words are in the 5000 most common words
    29.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.