Max Havelaar - 12

Total number of words is 4623
Total number of unique words is 1459
40.7 of words are in the 2000 most common words
56.4 of words are in the 5000 most common words
63.2 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
hebben dat hem toch vroeger niet in 't oog viel. En als ik dan kom, en
ik vind je zoo erg ... _horizontaal_, dan zal hy my de hand op den arm
leggen, en uitroepen--"och, geloof toch dat hy overigens zoo'n beste
brave knappe jongen is!"
--Dat zeg ik tòch van Verbrugge, riep Duclari, al is hy _vertikaal_.
--Niet met dat vuur en die overtuiging! Herinner je eens hoe dikwyls men
hoort zeggen: "o, als _die_ man op zyn zaken wilde passen, dàt zou
iemand wezen! Maar ... en dan volgt het betoog hoe hy _niet_ op zyn
zaken past en dus _niemand_ is. Ik geloof hiervan de reden te weten. Ook
van de dooden verneemt men altyd goede hoedanigheden waarvan we vroeger
niets bemerkten. De oorzaak zal wel zyn dat ze niemand _in den weg
staan_. Alle menschen zyn min of meer mededingers. We zouden gaarne èlk
ander _geheel_ en _in alles_ onder ons plaatsen. Dit echter te uiten,
verbiedt de goede toon en zelfs het eigenbelang, want zeer spoedig zou
niemand ons gelooven ook al beweerden wy iets waars. Er moet dus een
omweg gezocht worden, en ziet hier hoe we dit doen. Als gy, Duclari,
zegt: "de luitenant Slobkous is een goed soldaat, waarachtig hy is een
goed soldaat, ik kan je niet genoeg zeggen welk een goed soldaat de
luitenant Slobkous is ... maar een _theoretikus_ is hy niet ...
Heb je niet zoo gezegd, Duclari?
--Ik heb nooit een luitenant Slobkous gekend of gezien?
--Goed, schep er dan een, en zeg dat van hem.
--Wèl, ik schep hem, en zeg het.
--Weet je wat ge nu gezegd hebt? Je hebt gezegd dat jy, Duclari, _à
cheval_ bent op de _theorie_. Ik ben geen haar beter. Geloof me, we doen
onrecht zoo boos te worden op iemand die heel slecht is, want de goeden
onder ons zyn 't slechte zoo na! Laat eens de volmaaktheid nul heeten,
en honderd graden voor slecht gelden, hoe verkeerd doen we dan--wy, die
dobberen tusschen acht-en negen-en-negentig!--_haro_ te roepen over
iemand die op honderd-en-één staat! En nog geloof ik dat velen dien
honderdsten graad slechts niet bereiken uit gemis aan goede
eigenschappen, aan moed by-voorbeeld om geheel te zyn wat men is.
--Op hoeveel graden sta ik, Max?
--Ik heb een loep noodig voor de onderdeelen, Tine.
--Ik reklameer, riep Verbrugge--neen, mevrouw, niet tegen uwe nabyheid
aan de nul!--neen, maar er zyn ambtenaren gesuspendeerd, er is een kind
zoek, een generaal in staat van beschuldiging ... ik vraag: _la pièce_!
--Tine, zorg toch dat er een volgenden keer wat in huis is! Neen,
Verbrugge, je krygt _la pièce_ niet, voor ik nog een beetje heb
rondgereden op myn stokpaardje over de tegenstellingen. Ik zei dat elk
mensch in zyn medemensch een soort van konkurrent ziet. Men mag niet
altyd laken--wat in 't oog vallen zou!--daarom verheffen wy gaarne een
goede eigenschap bovenmate, om de kwade hoedanigheid aan welker
openbaring ons eigenlyk alleen gelegen is, te doen in het oog vallen,
zonder den schyn op ons te laden van partydigheid. Als iemand zich by my
beklaagt omdat ik gezegd heb: "zyn dochter is zeer schoon, maar hy is
een dief" dan antwoord ik: "hoe kan je dáárover zoo boos wezen! Ik heb
immers gezegd dat je dochter een lief meisjen is!" Zieje, dat wint
dubbel! Wy beiden zyn kruieniers, ik neem hem zyn klanten af, die geen
rozynen willen koopen by een dief, en te-gelyker-tyd zegt men van my dat
ik een goed mensch ben, omdat ik de dochter prys van een konkurrent.
--Neen, zóó erg is 't niet, zei Duclari, dàt is wat sterk!
--Dit komt u nu zoo voor, omdat ik de vergelyking wat kort en brusk
gemaakt heb. We moeten ons dat: "hy is een dief" eenigszins omzwachteld
voorstellen. De strekking der gelykenis blyft waar. Wanneer we
genoodzaakt zyn iemand zekere eigenschappen toe te kennen die aanspraak
geven op achting, eerbied of ontzag, dan doet het ons genoegen naast die
eigenschappen iets te ontdekken, dat ons van den verschuldigden cyns
voor een gedeelte of geheel ontslaat. "Voor _zulk_ een dichter zou men
't hoofd buigen, maar ... hy slaat zyn vrouw!"[100] Ziet ge, dan
gebruiken wy gaarne de blauwe plekken van die vrouw als voorwendsel om
ons hoofd overeind te houden, en in 't eind doet het ons zelfs pleizier
dat hy 't mensch slaat, wat toch anders heel leelyk is. Zoodra wy
erkennen moeten dat iemand hoedanigheden bezit die hem de eer van een
voetstuk waardig maken, zoodra we zyn aanspraken daarop niet langer
kùnnen loochenen zonder doortegaan voor onkundig, gevoelloos, of
nayverig ... dan zeggen we ten-laatste: "goed, zet hem er op!" Maar
reeds onder dat opzetten, en als hyzelf nog meent dat we verrukt staan
over zyn uitstekendheid, hebben we reeds den strik gelegd in den _lazzo_
die dienen moet om hem by de eerste gunstige gelegenheid naar-beneden te
halen. Hoe meer _mutatie_ onder de _inhabers_ der voetstukken, hoe
grooter de kans voor anderen om óók eens aan de beurt te komen, en dit
is zóó waar dat wy uit gewoonte en tot oefening--even als een jager die
op kraaien schiet, welke hy toch liggen laat--ook _die_ standbeelden
gaarne neerhalen, welker piedestal nooit door ons kan bestegen worden.
Kappelman die zich voedt met zuurkool en scharrebier, zoekt verheffing
in de klacht: "Alexander wàs niet groot ... hy was onmatig" zonder dat
er voor Kappelman de minste kans bestaat ooit met Alexander te
konkurreeren in wereldverovering.
Hoe dit zy, ik ben zeker dat velen nooit op 't denkbeeld zouden gekomen
zyn, den generaal Vandamme voor zoo dapper te houden, als zyn dapperheid
niet had kunnen dienen tot voertuig van 't altyd daarby gevoegde: "maar
... zyn zedelykheid!" En tevens, dat deze onzedelykheid niet zoo hoog
zou opgenomen zyn door de velen die zelf niet zoo onaantastbaar waren op
dit stuk, wanneer men ze niet had noodig gehad tot het opwegen tegen zyn
roem van dapperheid, die sommigen belette te slapen.
Één eigenschap bezat hy werkelyk in hooge mate: wilskracht. Wat hy zich
voornam, moest geschieden, en geschiedde ook gewoonlyk. Doch--zie je wel
dat ik weer terstond de tegenstelling by-de-hand heb?--doch in de keuze
der middelen was hy dan ook wat ... vry, en, zooals van der Palm--naar
ik geloof, ten-onrechte--van Napoléon zeide: "hinderpalen der
zedelykheid stonden hem nooit in den weg!" Nu, dan is 't zeker
gemakkelyker zyn doel te bereiken, dan wanneer men zich door zoo-iets
wèl gebonden acht.
De adsistent-resident van _Padang_, dan had een bericht uitgebracht, dat
gunstig luidde voor dien gesuspendeerden kontroleur, wiens suspensie
hierdoor een tint van onrechtvaardigheid bekwam. De Padangsche praatjes
duurden voort: men sprak nog altyd over 't verdwenen kind. De
adsistent-resident voelde zich op-nieuw geroepen die zaak optevatten,
maar voor hy iets tot helderheid had kunnen brengen, ontving hy een
besluit waarby hy door den Gouverneur van Sumatra's Westkust werd
gesuspendeerd "wegens oneerlykheid in ambtsbetrekking." Het heette dat
hy uit vriendschap of medelyden de zaak van dien kontroleur, tegen beter
weten aan, in een valsch daglicht had gesteld.
Ik heb de stukken die deze zaak betreffen, niet gelezen, maar ik weet
dat de adsistent-resident niet in de minste betrekking met dien
kontroleur stond, hetgeen reeds hieruit blykt dat men juist _hem_ had
gekozen om die zaak te onderzoeken. Ik weet voorts dat hy een
achtenswaardig persoon was, en dat ook de Regeering hem hiervoor hield,
hetgeen blykt uit het vernietigen der suspensie, nadat de zaak elders
dan op Sumatra's Westkust onderzocht was. Ook die kontroleur is later
geheel in zyn eer hersteld geworden. Het was hun suspensie die my 't
puntdicht ingaf, dat ik op de ontbyttafel van den generaal liet
neerleggen door iemand die toen by hem, vroeger by my in dienst was.
Het wandlend schorsbesluit dat schorsend ons regeert,
Jan Schors-al, Gouverneur, de weerwolf onzer dagen,
Had zyn geweten zelf met vreugd gesuspendeerd...
Als 't niet voor langen tyd finaal reeds ware ontslagen.
--Neem me niet kwalyk, m'nheer Havelaar, ik vind dat zoo-iets niet te
pas kwam, zei Duclari.
--Ik ook ... maar ik moest toch _iets_ doen! Verbeeld je dat ik geen
geld had, niets ontving, en van-dag tot-dag vreesde te sterven van
honger, wat dan ook naby genoeg geweest is. Ik had weinig of geen
betrekkingen op _Padang_, en bovendien, ik had den generaal geschreven
dat _hy_ verantwoordelyk was indien ik omkwam van ellende, en dat ik van
niemand hulp zou aannemen. In de binnenlanden waren er die, vernemende
hoe 't met my gesteld was, my uitnoodigden ten hunnent te komen, maar de
generaal verbood dat men my daarheen een pas zou geven. Naar Java
vertrekken mocht ik ook niet. Overal elders had ik me kunnen redden, en
misschien ook dáár als men niet zoo bevreesd ware geweest voor den
machtigen generaal. Het scheen zyn plan te zyn my te laten verhongeren.
Dat heeft negen maanden geduurd!
--En hoe hebt ge u zoolang in 't leven gehouden? Of had de generaal véél
kalkoenen!
--O ja! Maar dit hielp me niet ... zoo-iets doet men maar ééns, niet
waar? Wat ik gedurende dien tyd uitrichtte? Och ... ik maakte verzen,
schreef komedies ... en zoo al voort.
--En was daarvoor op _Padang_ ryst te-koop?
--Neen, maar die heb ik er ook niet voor gevraagd. Ik zeg liever niet
hoe ik geleefd heb.[101]
Tine drukte hem de hand, _zy_ wist het.
--Ik heb een paar regels gelezen, die ge in die dagen zoudt geschreven
hebben achter op een kwitantie, zei Verbrugge.
--Ik weet wat je bedoelt. Die regels schetsen myn pozitie. Er bestond in
die dagen een tydschrift, _de Kopiist_, waarop ik inteekenaar was. Het
stond onder de bescherming van de Regeering--de redakteur was ambtenaar
by de algemeene Sekretarie[102]--en hierom werden de inteekeningsgelden
in 's lands kas gestort. Men bood my een kwitantie van twintig gulden
aan. Daar nu dit geld op de bureaux van den Gouverneur moest worden
verhandeld, en dus de kwitantie, als zy onbetaald bleef, die bureaux te
passeeren had om te worden teruggezonden naar Batavia, maakte ik van die
gelegenheid gebruik om achter op dat stuk te protesteeren tegen
myn armoede:
Vingt-florins... quel trésor! Adieu, littérature,
Adieu, Copiste, adieu! Trop malheureux destin:
Je meurs de faim, de froid, d'ennui et de chagrin,
Vingt florins font pour moi deux mois de nourriture!
Si j'avais vingt florins je serais mieux chaussé,
Mieux nourri, mieux logé, j'en ferais bonne chère...
Il faut vivre avant tout, soit vie de misère:
Le crime fait la honte, et non la pauvreté!
Maar toen ik later te Batavia by de redaktie van den _Kopiist_ myn
twintig gulden kwam brengen, was ik niets schuldig. Het schynt dat de
generaal zelf dat geld voor my betaald heeft, om niet gedwongen te zyn
die geillustreerde kwitantie terug te zenden naar Batavia.
--Maar wat deed hy na 't ... na 't ... wegnemen van dien kalkoen? 't Was
toch ... een diefstal! En na dat epigram?
--Hy strafte me vreeselyk! Wanneer hy my voor die zaken had laten
terechtstaan als schuldig aan oneerbiedigheid jegens den Gouverneur van
Sumatra's Westkust, hetgeen in die dagen met een beetje goeden wil had
kunnen worden uitgelegd als "_pooging, tot ondermyning van 't
nederlandsch gezag, en aanhitsing, tot opstand_" of aan "_diefstal op
den publieken weg_" zou hy getoond hebben een goedhartig mensch te zyn.
Maar neen, hy strafte me beter ... akelig! Aan den man die op de
kalkoenen passen moest, liet hy gelasten voortaan een anderen weg te
kiezen. En myn puntdicht ... ach, dàt is nog erger zeide _niets_, en
deed _niets_! Ziet ge, dit was wreed! Hy gunde me niet het minste
martelaars-air, ik werd niet belangwekkend door vervolging, en mocht
niet ongelukkig wezen door verregaande geestigheid! O, Duclari ... o,
Verbrugge ...'t was om eens-voor-al te walgen van puntdichten en
kalkoenen! Zo weinig aanmoediging dooft de vlam van 't genie uit tot de
laatste vonk ... inkluzief: ik heb 't nooit weer gedaan!


DERTIENDE HOOFDSTUK

--En mag men nu weten waarom ge eigenlyk gesuspendeerd waart? vroeg
Duclari.
--O ja, gaarne! Want daar ik alles wat ik u hiervan te zeggen heb, voor
wáár geven en zelfs nog gedeeltelyk bewyzen kan, zult ge daaruit zien
dat ik niet lichtvaardig handelde toen ik myn verhaal over dat vermiste
kind, de praatjes van _Padang_ niet verwierp als volstrekt ongerymd. Men
zal ze zeer geloofbaar vinden, zoodra men onzen dapperen generaal leert
kennen in de zaken die _my_ betreffen.
Er waren dan in myn kasrekening te _Natal_ onnauwkeurigheden en
verzuimen. Ge weet hoe elke onnauwkeurigheid op nadeel uitloopt: nooit
heeft men door slordigheid geld over. De chef van de komptabiliteit te
_Padang_--die nu juist myn byzondere vriend niet was--beweerde dat er
duizenden te-kort kwamen. Maar let wel dat men my, zoolang ik te _Natal_
was, daarop niet had opmerkzaam gemaakt. Geheel onverwachts ontving ik
een overplaatsing naar de Padangsche bovenlanden. Je weet, Verbrugge,
dat op Sumatra een plaatsing in de bovenlanden van _Padang_ als
voordeeliger en aangenamer wordt beschouwd dan in de noordelyke
residentie. Daar ik nog slechts weinig maanden vroeger den Gouverneur by
my had gezien--straks zult ge hooren waarom, en hoe?--en omdat er
gedurende zyn verblyf te _Natal_, en zelfs in myn huis, zaken waren
voorgevallen waarin ik meende my al zeer flink gedragen te hebben, nam
ik die overplaatsing als een gunstige onderscheiding op, en vertrok van
_Natal_ naar _Padang_. Ik deed de reis met een fransch schip, de
_Baobab_ van Marseille, dat te Atjeh peper had ingeladen, en ...
natuurlyk te _Natal_ "gebrek had aan drinkwater." Zoodra ik te _Padang_
aankwam, met het doel vandaar terstond naar de binnenlanden te
vertrekken, wilde ik volgens gebruik en plicht den Gouverneur bezoeken,
maar hy liet me zeggen dat hy me niet ontvangen kon, en tevens dat ik
myn vertrek naar myn nieuwe standplaats moest uitstellen tot nader
bevel. Ge begrypt dat ik hierover zeer verwonderd was, te-meer daar hy
te _Natal_ my verlaten had in een stemming die me deed meenen nogal goed
by hem aangeschreven te staan. Ik had slechts weinig kennissen
te _Padang_, maar van deze weinigen vernam ik--of liever ik bemerkte het
aan hen--dat de generaal zeer verstoord op me was. Ik zeg dat ik 't
_bemerkte_ omdat op een buitenpost als _Padang_ toen was, de
welwillendheid van velen dienen kon als graadmeter der genade die men
gevonden had in de oogen des Gouverneurs. Ik gevoelde dat er een storm
in aantocht was, zonder te weten uit welken hoek de wind komen zou. Daar
ik geld noodig had, verzocht ik dezen en genen me daarmee te-hulp te
komen, en ik stond werkelyk verbaasd dat men my overal een weigerend
antwoord gaf. Op _Padang_, niet minder dan elders in Indie, waar over 't
geheel het krediet een zelfs _te_ groote rol speelt, was de stemming op
dat stuk anders vry ruim. Men zou in elk ander geval met genoegen eenige
honderden guldens hebben voorgeschoten aan een kontroleur die op reis
was en tegen verwachting ergens werd opgehouden. Doch my weigerde men
alle hulp. Ik drong by sommigen op 't noemen der oorzaken van dit
wantrouwen aan, en _de fil en aiguille_ kwam ik eindelyk te weten dat
men in myn geldelyk beheer te _Natal_ fouten en verzuimen had ontdekt,
die me verdacht maakten van ontrouwe administratie. Dat er fouten in myn
administratie waren, bevreemdde me volstrekt niet. Juist het tegendeel
zou me verwonderd hebben, maar wel vond ik 't zonderling dat de
Gouverneur, die persoonlyk getuige was geweest hoe ik gedurig ver van
myn bureau had te kampen gehad met de ontevredenheid der bevolking en
aanhoudende pogingen tot opstand ... dat hy die zelf my geprezen had
over wat hy "kordaatheid" noemde, aan de ontdekte fouten den naam geven
kon van ontrouw of oneerlykheid. Niemand beter toch dan hy kon weten dat
er in deze zaken nooit spraak kon zyn van iets anders dan van
_force majeure_.
En, al loochende men deze _force majeure_, al wilde men my
verantwoordelyk stellen voor fouten die begaan waren op oogenblikken dat
ik--in levensgevaar dikwyls!--ver van de kas en wat er naar geleek, het
beheer daarvan moest toevertrouwen aan anderen, al zou men eischen dat
ik, het eene doende, het andere niet had mogen nalaten, dan nòg zou ik
alleen schuldig geweest zyn aan een slordigheid die niets gemeens had
met "ontrouw." Er bestonden bovendien, in die dagen vooral, talryke
voorbeelden dat de Regeering deze moeielykheid der pozitie van de
ambtenaren op Sumatra inzag, en 't scheen dan ook in grondbeginsel
aangenomen by zulke gelegenheden iets door de vingers te zien. Men
vergenoegde zich met van de betrokken ambtenaren de terugbetaling van 't
ontbrekende te vorderen, en er moesten al zeer duidelyke bewyzen zyn
voor men 't woord "ontrouw" uitsprak of zelfs daaraan dacht. Dit was dan
ook zóó als regel aangenomen, dat ik te _Natal_ den Gouverneur zelf
gezegd had bevreesd te zyn dat ik, na 't onderzoeken van myn
verantwoording op de bureaux te _Padang_ veel zou te betalen hebben,
waarop hy schouder-ophalend antwoordde: "och ... die geldzaken!" als
gevoelde hyzelf dat het mindere voor 't meerdere wyken moest.
Nu erken ik dat geldzaken gewichtig zyn. Maar hoe gewichtig ook, ze
waren in dit geval onderschikt aan andere takken van zorg en bezigheid.
Als er door slordigheid of verzuim eenige duizenden te-kort waren in myn
beheer, noem ik dit _op-zichzelf_ geen kleinigheid. Maar als deze
duizenden ontbraken ten-gevolge van myn gelukte pogingen om den opstand
te voorkomen, die de landstreek van _Mandhéling_ dreigde in vuur en vlam
te zetten, en de Atjinezen te doen terugkeeren in de oorden waaruit wy
hen pas met veel opoffering van geld en volk hadden verjaagd, dan
vervalt het gewicht van zoodanig te-kort, en 't werd zelfs reeds
eenigszins onbillyk de terugbetaling daarvan opteleggen aan iemand die
oneindig grooter belangen gered had.
En toch had ik vrede met zoodanige terugbetaling. Want door die niet te
vorderen, zou men een te wyde deur openstellen voor oneerlykheid.
Na dagen toevens--ge begrypt in welke stemming!--ontving ik van de
sekretarie des Gouverneurs een brief, waarin men my te kennen gaf dat ik
van ontrouw werd verdacht gehouden, met last my te verantwoorden op een
tal van aanmerkingen die er gevallen waren op myn beheer. Enkelen
daarvan kon ik terstond ophelderen. Voor anderen evenwel had ik inzage
van zekere stukken noodig, en vooral was 't voor my van belang die zaken
natesporen te _Natal_ zelf, om by myn geëmployeerden naar de oorzaken
der gevonden verschillen onderzoek te doen, en waarschynlyk zou ik dáár
geslaagd wezen in myn pogingen om alles tot klaarheid te brengen. Het
verzuim eener afschryving by-voorbeeld van naar _Mandhéling_ gezonden
gelden--je weet, Verbrugge, dat de troepen in 't binnenland uit de
Natalsche kas worden betaald--of iets dergelyks, dat me hoogstwaarschynlyk
terstond zou gebleken zyn als ik onderzoek had kunnen doen op de plaats
zelf, had misschien tot die verdrietige fouten aanleiding gegeven. Maar
de generaal wilde my niet naar _Natal_ laten vertrekken. Deze weigering
deed my te meer letten op 't vreemde der wyze waarop die beschuldiging
van ontrouw tegen my was ingebracht. Waarom toch was ik van _Natal_
onverwachts overgeplaatst, en wel onder verdenking van ontrouw? Waarom
deelde men my dit onteerend vermoeden eerst mede, toen ik ver van de
plaats was waar ik gelegenheid zou gehad hebben my te verantwoorden?
En bovenal, waarom tegen my die zaken zoo terstond in het ongunstigst
daglicht gesteld, in tegenspraak met de aangenomen gewoonte en de
billykheid?
Voor ik nog al die aanmerkingen, zoo goed me zonder archief of
mondelinge inlichtingen mogelyk was, beantwoord had, vernam ik zydelings
dat de Generaal zoo verstoord op me was: "_omdat ik hem te Natal zoo
gekontrarieerd had, waaraan ik dan ook, voegde men er by, zeer verkeerd
had gedaan_."
Toen ging er een licht voor my op. Ja, ik had hem gekontrarieerd, maar
in 't naïf denkbeeld dat hy me daarom achten zou! Ik hàd hem
gekontrarieerd, maar by zyn vertrek had niets me doen gissen dat hy
daarover verstoord was! Dom genoeg had ik de gunstige overplaatsing naar
_Padang_, aangenomen als een bewys dat hy myn "kontrarieeren" schoon
gevonden had. Ge zult zien, hoe weinig ik hem toen kende.
Maar zoodra ik vernam dat dit de oorzaak was van de scherpte waarmee men
myn geldelyke administratie beoordeeld had, was ik in vrede met myzelf.
Ik beantwoordde punt voor punt zoo goed ik kon, en eindigde myn
brief--ik bezit daarvan nog de minuut--met de woorden:
"_Ik heb de op myn administratie gevallen aanmerkingen, zoo goed het my
zonder archief of lokale nasporing mogelyk was, beantwoord. Ik verzoek
Uhoogedelgestrenge my van alle welwillende konsideratiën te verschoonen.
Ik ben jong, en onbeduidend in-vergelijking, met de macht der
heerschende begrippen waartegen myn principes me noodzaken optestaan,
maar blijf niettemin trotsch op myn zedelyke onafhankelykheid, trotsch
op myn eer_."
Den volgenden dag was ik gesuspendeerd wegens "ontrouwe administratie."
Den Officier van justitie--we zeiden nog _fiskaal_ in dien tyd--werd
gelast omtrent my "ambt en plicht" te betrachten.
En zoo stond ik dus daar te _Padang_, nauw drie-en-twintig jaren oud, en
staarde de toekomst aan, die my eerloosheid brengen zou! Men raadde my
aan, me te beroepen op myn jonge jaren--ik was nog onmondig toen de
voorgegeven vergrypen hadden plaats gehad--maar dit wilde ik niet. Ik
had immers reeds te veel gedacht en geleden, en ... ik durf zeggen: te
veel reeds gewerkt, dan dat ik me verschuilen zou achter myn jeugd. Ge
ziet uit het zoo-even aangehaald slot van dien brief, dat ik niet wilde
behandeld zyn als een kind, ik die te _Natal_ tegenover den generaal myn
plicht had gedaan als een man. En tevens kunt ge uit dien brief zien hoe
ongegrond de beschuldiging was, die men tegen my inbracht. Waarlyk, wie
schuldig is aan lage vergrypen, schryft anders!
Men nam me niet gevangen, en dit had toch moeten geschieden als het
ernst ware geweest met die krimineele verdenking. Misschien echter was
dit schynbaar verzuim niet zonder grond. Den gevangene immers is men
onderhoud en voedsel schuldig. Daar ik _Padang_ niet verlaten kon, was
ik in werkelykheid tòch een gevangene, maar een gevangene zonder dak en
zonder brood. Ik had herhaaldelyk, doch telkens zonder baat, aan den
Generaal geschreven dat hy myn vertrek van _Padang_ niet beletten mòcht,
want dat, al ware ik schuldig aan 't allerergste, geen misdaad mocht
gestraft worden met _hongerlyden_.
Nadat de rechtsraad, die blykbaar met de zaak verlegen was, den uitweg
had gevonden zich onbevoegd te verklaren, omdat vervolgingen wegens
misdryf in dienstbetrekking, niet mogen plaats hebben dan op machtiging
van de Regeering te _Batavia_, hield my de generaal, zooals ik zeide,
negen maanden te _Padang_. Hy ontving eindelyk van-hooger-hand den last
me naar _Batavia_ te laten vertrekken.
Toen ik een paar jaren daarna wat geld had--beste Tine, _jy_ hadt het me
gegeven!--betaalde ik eenige duizenden guldens om de Natalsche
kasrekeningen van 1842 en 1843 effen te maken, en toen zeide my
iemand[103] die geacht kon worden de Regeering van Nederlandsch-Indie
voortestellen: "dat had ik in uw plaats niet gedaan ... ik zou een
wissel op de eeuwigheid gegeven hebben." _Ainsi va le monde!_
* * * * *
Juist wilde Havelaar een aanvang maken met het verhaal dat zyn gasten
van hem wachtten, en dat ophelderen zou waarin en waarom hy den Generaal
Vandamme te _Natal_ zoo "gekontrarieerd" had, toen mevrouw Slotering
zich in de voorgalery van haar woning vertoonde, en den politie-oppasser
wenkte, die naast Havelaars huis op een bank zat. Deze begaf zich tot
haar, en riep daarop iets tot een man die zoo-even het erf betreden had,
waarschynlyk met het doel om zich naar de keuken te begeven die achter
't huis gelegen was. Ons gezelschap zou hierop waarschynlyk niet gelet
hebben, wanneer niet Tine dien middag aan tafel gezegd had dat mevrouw
Slotering zoo schuw was, en een soort van toezicht scheen uitteoefenen
over ieder die 't erf betrad. Men zag den man die door den oppasser
geroepen was, tot haar gaan, en 't scheen wel dat ze hem in een verhoor
nam dat niet in zyn voordeel afliep. Althans hy wendde zyn schreden en
liep naar-buiten terug.
--'t Spyt me wel, zei Tine. Dat was misschien iemand die kippen te-koop
had, of groente. Ik heb nog niets in huis.
--Wel, laat dan daartoe maar iemand uitzenden, antwoordde Havelaar. Je
weet dat inlandsche dames gaarne gezag oefenen. Haar man was vroeger de
eerste persoon hier, en hoe weinig een adsistent-resident eigenlyk
beduidt, in zyn afdeeling is hy een kleine koning: zy is nog niet gewoon
aan de onttrooning. Laat ons die arme vrouw dit klein genoegen niet
ontnemen. Houd je maar alsof je 't niet bemerkte.
Dit nu viel Tine niet zwaar: _zy_ hield niet van gezag.
Een uitweiding is hier noodig, en zelfs wil ik eens uitweiden over
uitweidingen. Het valt een schryver soms niet gemakkelyk, juist
doortezeilen tusschen de twee klippen van het te-veel of te-weinig, en
deze moeielykheid wordt te grooter als men toestanden beschryft, die den
lezer verplaatsen moeten op onbekenden bodem. Er is een te nauw verband
tusschen plaatsen en gebeurtenissen, dan dat men de beschryving van die
plaatsen geheel zou kunnen ontberen, en 't vermyden de beide klippen
waarop ik doelde, wordt dubbel moeielyk voor iemand die Indie tot
tooneel zyner vertelling gekozen heeft. Want waar een schryver die
europesche toestanden behandelt, veel zaken als bekend kan
veronderstellen, moet hy die zyn stuk in Indie spelen laat, zich gedurig
vragen of de niet-Indische lezer deze of gene omstandigheid juist
opvatten zal? Wanneer de europesche lezer zich mevrouw Slotering
voorstelt als "logeerende" by de Havelaars, zooals dit zou plaats-vinden
in Europa, moet het hem onbegrypelyk voorkomen dat ze niet tegenwoordig
was by 't gezelschap dat de koffi gebruikte in de voorgalery. Wel heb ik
reeds gezegd dat zy een afzonderlyk huis bewoonde, doch tot juist begrip
hiervan en tevens van latere gebeurtenissen, is 't inderdaad noodig dat
ik hem Havelaars huis en erf eenigszins doe kennen.
De beschuldiging die zoo vaak wordt ingebracht tegen den grooten meester
die den _Waverley_ schreef, dat hy dikwyls van 't geduld zyner lezers
misbruik maakt door te veel bladzyden aan plaatsbeschryving te wyden,
komt me ongegrond voor, en ik geloof dat men zich tot het beoordeelen
van de juistheid eener zoodanige aanmerking, eenvoudig de vraag hebbe
voorteleggen: was deze beschryving noodig tot juist opvatten van den
indruk dien de schryver u wilde meedeelen? Zoo ja, men duide dan hèm
niet ten-kwade dat hy van u de moeite verwacht te _lezen_ wat hy zich de
moeite gaf te _schryven_. Zoo neen, dan werpe men 't boek weg. Want de
schryver die ledig genoeg van hoofd is, om _zonder noodzaak_ topografie
te geven voor denkbeelden, zal zelden de moeite van 't lezen waard zyn,
ook daar waar ten-laatste zyn plaatsbeschryving een eind neemt. Maar men
vergete niet dat het oordeel van den lezer over 't al of niet
noodzakelyke eener afwyking, dikwyls valsch is, omdat hy vóór de
katastrofe niet weten kan wat al of niet vereischt wordt tot geleidelyke
ontwikkeling der toestanden. En wanneer hy nà de katastroof 't boek
weder opneemt--van boeken die men slechts éénmaal leest, spreek ik
niet--en zelfs dan nog meent dat deze of gene afwyking wel had kunnen
gemist worden zonder schade voor den indruk van 't geheel, blyft het
altyd de vraag of hy van 't geheel denzelfden indruk zou verkregen
hebben, wanneer niet de schryver op meer of min kunstige wyze hem
daartoe gebracht had, juist door de afwykingen die den oppervlakkig
oordeelenden lezer overtollig voorkomen.
Meent ge dat Amy Robsart's dood U zoo treffen zou, als ge vreemdeling
waart geweest in de hallen van Kenilworth? En gelooft ge dat er geen
verband is--verband door tegenstelling--tusschen de ryke kleeding waarin
de onwaardige Leicester zich aan haar vertoonde, en de zwartheid zyner
ziel? Gevoelt ge niet dat Lester--ieder weet dit, die den man kent uit
andere bronnen dan uit den roman alleen--dat hy oneindig lager stond dan
hy geschetst wordt in den _Kenilworth_? Maar de groote romanschryver die
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Max Havelaar - 13
  • Parts
  • Max Havelaar - 01
    Total number of words is 4718
    Total number of unique words is 1466
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    54.9 of words are in the 5000 most common words
    61.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 02
    Total number of words is 4515
    Total number of unique words is 1398
    42.4 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    65.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 03
    Total number of words is 4616
    Total number of unique words is 1400
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    61.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 04
    Total number of words is 4394
    Total number of unique words is 1524
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.5 of words are in the 5000 most common words
    59.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 05
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1525
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    64.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 06
    Total number of words is 4537
    Total number of unique words is 1524
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 07
    Total number of words is 4473
    Total number of unique words is 1521
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    64.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 08
    Total number of words is 4668
    Total number of unique words is 1354
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    67.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 09
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1528
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 10
    Total number of words is 4804
    Total number of unique words is 1452
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.0 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 11
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 1375
    43.3 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    65.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 12
    Total number of words is 4623
    Total number of unique words is 1459
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 13
    Total number of words is 4542
    Total number of unique words is 1508
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    56.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 14
    Total number of words is 4541
    Total number of unique words is 1486
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    56.9 of words are in the 5000 most common words
    65.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 15
    Total number of words is 4329
    Total number of unique words is 1536
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    48.6 of words are in the 5000 most common words
    56.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 16
    Total number of words is 4488
    Total number of unique words is 1500
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 17
    Total number of words is 4771
    Total number of unique words is 1530
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 18
    Total number of words is 4751
    Total number of unique words is 1352
    45.4 of words are in the 2000 most common words
    61.3 of words are in the 5000 most common words
    68.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 19
    Total number of words is 4534
    Total number of unique words is 1410
    42.2 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 20
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1424
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    65.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 21
    Total number of words is 4328
    Total number of unique words is 1360
    42.0 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    65.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 22
    Total number of words is 4303
    Total number of unique words is 1538
    36.9 of words are in the 2000 most common words
    53.0 of words are in the 5000 most common words
    61.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 23
    Total number of words is 4436
    Total number of unique words is 1701
    33.4 of words are in the 2000 most common words
    48.5 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 24
    Total number of words is 4302
    Total number of unique words is 1717
    31.6 of words are in the 2000 most common words
    47.1 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 25
    Total number of words is 4287
    Total number of unique words is 1748
    32.1 of words are in the 2000 most common words
    47.2 of words are in the 5000 most common words
    54.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 26
    Total number of words is 4340
    Total number of unique words is 1695
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    50.3 of words are in the 5000 most common words
    56.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 27
    Total number of words is 4279
    Total number of unique words is 1644
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    49.3 of words are in the 5000 most common words
    57.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 28
    Total number of words is 942
    Total number of unique words is 488
    52.4 of words are in the 2000 most common words
    66.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.