Max Havelaar - 03

Total number of words is 4616
Total number of unique words is 1400
40.3 of words are in the 2000 most common words
54.5 of words are in the 5000 most common words
61.3 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
_Over het azyn maken_.
_Over de vereering van_ SCHILLER _en_ GÖTHE _in den duitschen
middenstand_.
_Over de aanspraken van den mensch op geluk_.
_Over het recht van opstand by onderdrukking_. (Dit was in 't
javaansch. Ik ben dien titel eerst later te weten gekomen.)
_Over ministerieele verantwoordelykheid_.
_Over eenige punten in de krimineele rechtsvordering_.
_Over het recht van een volk, te eischen dat de opgebrachte belasting
ten-zynen-behoeve worde aangewend_. (Dat was weer in 't javaansch.)
_Over de dubbele_ A _en de grieksche_ ETA.
_Over het bestaan van een onpersoonlyken God in de harten der
menschen_. (Een infame leugen!)
_Over den styl_.
_Over een konstitutie voor het Ryk INSULINDE_. (Ik heb nooit van dat
Ryk gehoord.)
_Over het gebrek aan ephelkustiek in onze taalregels_.
_Over pedanterie_. (Ik geloof dat dit stuk met veel kennis van zaken
geschreven is.)
_Over de verplichting van Europa aan de Portugezen_.
_Over boschgeluiden_.
_Over brandbaarheid van water_. (Ik denk dat hy sterk water bedoelt.)
_Over de melkzee_. (Ik heb daarvan nooit gehoord. Het schynt iets in
de nabyheid van Banda te zyn.)
_Over zieners en profeten_.
_Over elektriciteit als beweegkracht, zonder week yzer_.
_Over ebbe en vloed der beschaving_.
_Over epidemisch bederf in staathuishoudingen_.
_Over bevoorrechte Handelmaatschappyen_. (Hierin komt een-en-ander
voor, dat ik noodig heb voor myn boek.)
_Over etymologie als hulpbron by ethnologische studien_.
_Over de vogelnestklippen aan de javasche Zuidkust_.
_Over de plaats waar de dag aanvangt_. (Dit begryp ik niet.)
_Over persoonlyke begrippen als maatstaf der verantwoordelykheid in
de zedelyke wereld_. (Bespottelyk! Hy zegt dat ieder zyn eigen
rechter moet wezen. Waar zou dat heen?)
_Over galanterie_.
_Over den versbouw der Hebreën_.
_Over de_ CENTURY OF INVENTIONS _van den Markies van Worcester_.
_Over de niet-etende bevolking van het eiland Rotti by Timor_. (Het
moet daar goedkoop leven zyn.)
_Over het menschen-eten der Battah's, en het koppensnellen der
Alfoeren_.
_Over het wantrouwen op de publieke zedelykheid_. (Hy wil, geloof ik,
de slotenmakers afschaffen. Ik ben er tegen.)
_Over_ "het recht" _en de_ "rechten."
_Over_ BÉRANGER _als wysgeer_. (Dit begryp ik weer niet)
_Over den afkeer der Maleiers van den Javaan_.
_Over de onwaarde van het onderwys op de zoogenaamde hoogescholen_.
_Over den liefdeloozen geest onzer voorouders, blykbaar uit hun
begrippen omtrent God_. (Alweer een goddeloos stuk!)
_Over den samenhang der zintuigen_. ('t Is waar, toen ik hem zag,
rook ik rozenolie.)
_Over den puntwortel van den koffiboom_. (Dit heb ik ter-zy gelegd
voor myn boek.)
_Over gevoel, gevoeligheid_, SENSIBLERIE, EMPFINDELEI, _enz_.
_Over het verwarren van Mythologie en Godsdienst_.
_Over de saguweer in de Molukken_.
_Over de toekomst van den nederlandschen handel_. (Dit is eigenlyk 't
stuk dat me bewogen heeft, myn boek te schryven. Hy zegt dat er niet
altyd zulke groote koffiveilingen zullen gehouden worden, en ik leef
voor myn vak.)
_Over Genesis_. (Een infaam stuk!)
_Over de geheime genootschappen der Chinezen_.
_Over het teekenen als natuurlyk schrift_. (Hy zegt dat een
pasgeboren kind teekenen kan!)
_Over waarheid in poëzie_. (Wel zeker!)
_Over de impopulariteit der ryst pelmolens op Java_.
_Over het verband tusschen Poëzie en mathematische wetenschappen_.
_Over de Wajangs der Chinezen_.
_Over den prys van de Java-koffi_. (Dit heb ik ter-zy gelegd.)
_Over een europeesch muntstelsel_.
_Over besproejing van gemeene velden_.
_Over den invloed van de vermenging, van rassen op den geest_.
_Over evenwicht in den handel_. (Hy spreekt daarin van wisselagio. Ik
heb het ter-zy gelegd voor myn boek.)
_Over het standhouden van aziatische gewoonten_ (Hy beweert dat _Jezus_
een tulband droeg.)
_Over de denkbeelden van_ MALTHUS _omtrent het cyfer der bevolking,
in verband met de onderhoudsmiddelen_.
_Over de oorspronkelyke bevolking van Amerika_.
_Over de havenhoofden te Batavia, Samarang en Soerabaja_.
_Over bouwkunde, als uitdrukking van denkbeelden_.
_Over de verhouding der europesche ambtenaren tot de Regenten op
Java_. (Hiervan komt een-en-ander in myn boek.)
_Over het wonen in kelders, te Amsterdam_.
_Over de kracht der dwaling_.
_Over de werkeloosheid van een Opperwezen, by volmaakte
natuurwetten_.
_Over het zoutmonopolie op Java_.
_Over de wormen in den sagopalm_. (Die worden, zegt hy, gegeten ...
bah!)
_Over de Spreuken, den Prediker, het Hooglied, en de_ PANTOENS _der
Javanen_.
_Over het_ JUS PRIMI OCCUPANTIS.
_Over de armoede der schilderkunst_.
_Over de onzedelykheid van het hengelen_. (Wie heeft ooit daarvan
gehoord?)
_Over de misdaden der Europeërs buiten Europa_.
_Over de wapenen der zwakkere diersoorten_.
_Over het_ JUS TALIONIS. (Alweer een infaam stuk! Daarin kwam een
gedicht voor, dat ik zeker allerschandelykst zou gevonden hebben, als
ik 't uitgelezen had.)[5]
En dit was nog niet alles! Ik vond, om van de verzen niet te spreken--er
waren er in velerlei talen--een aantal bundeltjes waaraan het opschrift
ontbrak, romancen in het maleisch[6] krygszangen in het javaansch, en
wat niet al! Ook vond ik brieven, waarvan velen in talen die ik niet
verstond. Sommigen waren aan hem geschreven, of liever het waren slechts
afschriften, doch hy scheen daarmee zeker plan te hebben, want alles was
door andere personen geteekend voor: _gelykluidend met het oorspronkelyke_.
[7] Dan vond ik nog uittreksels uit dagboeken, aanteekeningen en losse
gedachten ... sommigen werkelyk heel los.
Ik had, zooals ik reeds zeide, eenige stukken ter-zy gelegd, omdat ze my
toeschenen in myn vak te-pas te komen, en voor myn vak leef ik. Maar ik
moet erkennen dat ik met de rest verlegen was. Hem het pak terugzenden,
kon ik niet, want ik wist niet waar hy woonde. Het was nu eenmaal open.
Ik kon niet loochenen dat ik 't had ingezien, en dit zou ik ook niet
gedaan hebben, omdat ik zoo van de waarheid houd. Ook gelukte 't me niet
het weer zóó te sluiten dat er van 't openen niets blyken kon. Bovendien
mag ik niet ontveinzen dat eenige stukken die over koffi handelden, my
belang inboezemden, en dat ik gaarne daarvan gebruik maken zou. Ik las
dagelyks hier-en-daar eenige bladzyden, en ik kwam hoe langer hoe
meer--Frits zegt: "_hoe langs zoo meer_" maar dit doe ik niet--_hoe_
meer, zeg ik, tot de overtuiging dat men makelaar in koffi moet wezen,
om zóó juist te weten te komen wat er in de wereld omgaat. Ik ben
overtuigd dat de Rosemeyers, die in suiker doen, nooit zoo-iets onder
de oogen hebben gehad.
Nu vreesde ik dat die Sjaalman op-eens weer voor me zou staan, en dat hy
me weer iets te zeggen hebben zou. Het begon me nu te spyten dat ik dien
avend de Kapelsteeg was ingegaan, en ik zag in, dat men nooit den
fatsoenlyken weg verlaten moet. Natuurlyk had hy my om geld gevraagd, en
van zyn pak gesproken. Ik had hem misschien iets gegeven, en als hy my
dan den volgenden dag die massa schryvery had toegezonden, ware het myn
wettig eigendom geweest.[8] Ik zou dan de tarwe hebben kunnen scheiden
van het kaf, ik had er de nummers uitgehouden, die ik noodig had voor
myn boek, en de rest verbrand, of in de papiermand geworpen, hetgeen ik
nu niet doen kon. Want als hy terugkwam, zou ik het moeten leveren, en
hy, ziende dat ik belang stelde in een paar stukken van zyn hand, zou
zeker te veel daarvoor vorderen. Niets geeft den verkooper meer
overwicht, dan de ontdekking dat de kooper om zyn waar verlegen is. Zulk
een pozitie wordt dan ook door een koopman die zyn vak verstaat, zooveel
mogelyk vermeden.
Een ander denkbeeld--ik sprak er reeds van--dat bewyzen moge hoe
ontvankelyk het bezoeken van de beurs iemand laten kan voor
menschlievende indrukken, was dit. Bastiaans--dit is de derde bediende
die zoo oud en stuntelig wordt--was den laatsten tyd, van de dertig
dagen zeker geen vyf-en-twintig binnen geweest, en àls hy aan 't kantoor
komt, doet hy nog dikwyls zyn werk slecht. Als eerlyk man ben ik
tegenover de firma--_Last & Co_, sedert de Meyers er uit zyn--verplicht
te zorgen dat ieder zyn werk doe, en ik mag niet uit verkeerd begrepen
medelyden of overgevoeligheid, het geld van de firma wegwerpen. Zóó is
myn principe. Ik geef liever dien Bastiaans uit myn eigen zak een
driegulden, dan dat ik voortga hem de zevenhonderd gulden 's jaars
uittebetalen die hy niet meer verdient. Ik heb uitgerekend dat die man
sedert vier-en-dertig jaren, aan inkomen--zoo van _Last & Co_, als
vroeger van _Last & Meyer_, maar de Meyers zyn er uit--de som van byna
vyftien duizend gulden genoten heeft, en dit is voor een burgerman een
aardig sommetje. Er zyn er weinig in dien stand, die zooveel bezitten.
Recht tot klagen heeft hy dus niet. Ik ben op deze berekening gekomen
door dat stuk van Sjaalman over de multiplikatie.
Die Sjaalman schryft een goede hand, dacht ik. Bovendien, hy zag er
armoedig uit, en wist niet hoe laat het was ... hoe zou 't wezen, dacht
ik, als ik hem de plaats van Bastiaans gaf? Ik zou hem in dat geval
zeggen dat hy my "m'nheer" moest noemen, maar dit zou hyzelf wel
begrypen, want een bediende kan toch zyn patroon niet by den naam
aanspreken, en hy ware misschien voor zyn leven geholpen. Hy zou kunnen
beginnen met vier- of vyfhonderd gulden--onze Bastiaans heeft ook lang
gewerkt voor hy tot zevenhonderd opklom--en ik had een goede daad
gedaan. Ja, met driehonderd gulden zou hy wel kunnen beginnen, want daar
hy nooit in zaken geweest is, zou hy de eerste jaren als leertyd kunnen
beschouwen, wat dan ook billyk is, want hy kan zich niet gelyk-stellen
met menschen die veel gewerkt hebben. Ik ben zeker dat hy met tweehonderd
gulden tevreden zou zyn. Maar ik was niet gerust over zyn gedrag ... hy
had een sjaal om. En bovendien, ik wist niet waar hy woonde.
Een paar dagen daarna, waren de jonge Stern en Frits te zamen op een
boekverkooping geweest in _het Wapen van Bern_.[9] Ik had Frits verboden
iets te koopen, maar Stern, die ruim zakgeld heeft, kwam met eenige
prullen t'huis. Dit is zyn zaak. Doch zie, daar vertelde Frits dat hy
Sjaalman gezien had, die by de verkooping geëmploieerd scheen. Hy had de
boeken uit de kasten genomen, en die op de lange tafel voortgeschoven
naar den afslager. Frits zei dat hy zeer bleek zag, en dat een heer die
daar het opzicht scheen te hebben, hem bekeven had, omdat hy een paar
jaargangen van de _Aglaia_ had laten vallen, wat ik dan ook zeer onhandig
vind, want dit is een allerliefste verzameling van dames handwerken. Marie
heeft het samen met de Rosemeyers, die in suiker doen. Ze knoopt er uit ...
uit de _Aglaia_ meen ik. Maar onder dat kyven had Frits gehoord dat hy
vyftien stuivers daags verdiende. "Denk je dat ik van plan ben vyftien
stuivers daags aan jou weg te gooien?" had die heer gezegd. Ik rekende uit,
dat vyftien stuivers daags--ik denk dat de zon-en feestdagen niet meetellen,
anders had hy een maand of jaargeld genoemd--tweehonderd vyf-en-twintig
gulden 's jaars uitmaken. Ik ben snel in myn besluiten--als men zoo lang
in zaken is, weet men altyd terstond wat men te doen heeft--en den volgenden
morgen vroeg was ik by Gaafzuiger. Zoo heet de boekhandelaar die de
verkooping gehouden had. Ik vroeg naar den man die de _Aglaia_ had laten
vallen.
--Die heeft zyn congé, zei Gaafzuiger. Hy was lui, pedant en ziekelyk.
Ik kocht een doosjen ouwels, en besloot terstond het met onzen Bastiaans
nog wat aantezien. Ik kon er niet toe besluiten, een oud man zoo op-straat
te zetten. Streng, maar, waar het wezen kan, zachtmoedig, is altyd myn
principe geweest. Ik verzuim echter nooit, iets te vernemen wat te-pas kan
komen in de zaken, en daarom vroeg ik aan Gaafzuiger waar die Sjaalman
woonde? Hy gaf my 't adres, en ik schreef het op.
Ik peinsde gedurig over myn boek, maar daar ik van waarheid houd, moet
ik ronduit zeggen dat ik niet wist, hoe ik 't daarmee zou aanleggen. Eén
ding staat vast: de bouwstoffen die ik in Sjaalman's pak gevonden had,
waren belangryk voor de makelaars in koffi. De vraag was maar, hoe ik
handelen moest om die bouwstoffen behoorlyk te schiften en by-een te
brengen. Ieder makelaar weet van hoeveel gewicht een goede sorteering
der kavelingen is.
Maar ... schryven--buiten de korrespondentie met de principalen--ligt
zoo niet in myn kring, en toch voelde ik dat ik schryven moest, omdat
misschien de toekomst van 't vak er van afhangt. De inlichtingen die ik
in de bundels van Sjaalman vond, zyn niet van dien aard, dat _Last & Co_
het nut daarvan voor zich alleen kunnen houden. Als dit zoo ware,
begrypt ieder dat ik niet de moeite zou nemen een boek te laten drukken
dat Busselinck & Waterman ook te lezen krygen, want wie een konkurrent
op den weg helpt, is een gek. Dit is een vast principe van me. Neen, ik
zag in dat er een gevaar dreigt, dat de heele koffimarkt bederven zou,
een gevaar dat alleen door de vereende krachten van alle makelaars kan
worden afgeweerd, en zelfs is 't mogelyk dat deze krachten daartoe niet
eens voldoende zyn, en dat ook de suikerraffinadeurs--Frits zegt:
_raffineurs_, maar ik schryf _nadeurs_. Dit doen de Rosemeyers ook, en
die _doen_ in suiker. Ik weet wel dat men zegt: _geraffineerde_ schelm,
en niet: _geraffinadeerde_ schelm, maar dit is omdat ieder die met
schelmen te doen heeft, zich zoo kort mogelyk van de zaak afhelpt--dat
ook de raffinadeurs dan, en de handelaren in indigo er by noodig zullen
wezen.
Als ik zoo al schryvende nadenk, komt het me voor, dat zelfs de
scheepsreederyen er eenigszins in betrokken zyn, en de koopvaardyvloot
... zeker, dit is waar! En de zeilenmakers ook, en de minister van
finantien, en de armbesturen, en de andere ministers, en de pasteibakkers,
en de galanteriekramers, en de vrouwen, en de scheepsbouwmeesters, en de
groothandelaars, en die in 't klein verkoopen, en de huisbewaarders, en
de tuinluî.
En--zonderling toch, hoe de gedachten onder 't schryven in iemand opkomen
--myn boek gaat ook de molenaars aan, en de dominees, en hen die Holloway-
pillen verkoopen, en de likeurstokers, en de pannenbakkers, en de menschen
die van staatsschuld leven, en de pompenmakers, en de touwslagers, en de
wevers, en de slachters, en de klerken op een makelaarskantoor, en de
aandeelhouders van de Nederlandsche Handelmaatschappy, en eigenlyk, wel
beschouwd, alle anderen ook.
En den koning ook ... ja, den Koning vooral!
Myn boek _moet_ de wereld in. Hiertegen is niets te doen! Laat dan
Busselinck & Waterman het ook te lezen krygen ... afgunst is myn zaak
niet. Maar knoeiers en onderkruipers zyn ze, dit zeg _ik_! Ik heb 't
vandaag nog aan den jongen Stern gezegd, toen ik hem in _Artis_
introduceerde. Hy mag 't gerust schryven aan zyn vader.
Zoo zat ik dan voor een paar dagen nog vreeselyk in den brand met myn
boek, en zie, Frits heeft my op den weg geholpen. Ik heb dit hemzelf
niet gezegd, omdat ik niet goed vind, iemand te laten merken dat men
verplichting aan hem heeft--dit is een principe van me--maar wáár is
het. Hy zei dat Stern zoo'n knappe jongen was, dat hy zulke snelle
vorderingen in de taal maakte, en dat hy duitsche verzen van Sjaalman
in 't hollandsch vertaald had. Ge ziet, de verkeerde wereld was in myn
huis: de _Hollander_ had in 't duitsch geschreven, en de _Duitscher_
vertaalde in 't hollandsch. Als ieder zich by zyn eigen taal had
gehouden, zou er moeite gespaard zyn. Maar, dacht ik, als ik myn boek
door dien Stern schryven liet? Als ik er wat by te voegen heb, schryf
ikzelf van-tyd tot-tyd een hoofdstuk. Frits kan ook helpen. Hy heeft een
lystje van woorden die met twee _e_'s geschreven worden, en Marie kan
alles in 't net schryven. Dit is met-één voor den lezer een waarborg
tegen alle onzedelykheid. Want dit begrypt ge toch, dat een fatsoenlyk
makelaar aan zyn dochter niets in handen geven zal, wat niet strookt met
zeden en fatsoen.
Ik heb toen de beide jongens over myn plan gesproken, en ze vonden het
goed. Alleen scheen Stern, die een tint van letterkunde over zich
heeft--zooals veel Duitschers--stem te willen hebben in de wyze van
uitvoering. Dit beviel me nu wel niet zeer, maar omdat de voorjaarsveiling
op-hand is, en ik van Ludwig Stern nog geen orders heb, wilde ik hem niet
te sterk kontrarieeren. Hy zei dat: "als de borst hem gloeide van gevoel
voor het ware en schoone, geen macht ter-wereld hem beletten kon de tonen
aanteslaan, die met zulk een gevoel overeenstemmen, en dat hy veel liever
zweeg, dan zyn woorden omklemd te zien door de onteerende kluisters der
alledaagsheid."--Frits zegt: _scheid_, maar dit doe ik niet. 't Woord is
lang genoeg zoo.--Ik vond dit nu wel heel gek van Stern, maar myn vak gaat
me vóór alles, en de Oude is een goed huis. We stelden dus vast:
1° Dat hy alle weken een paar hoofdstukken zou leveren voor myn boek.
2° Dat ik in zyn geschryf niets zou veranderen.
3° Dat Frits de taalfouten verbeteren zou.
4° Dat ik nu-en-dan een hoofdstuk schryven zou, om aan 't boek een
soliede voorkomen te geven.
5° Dat de titel zou wezen: _de koffiveilingen der Nederlandsche
Handelmaatschappy_.
6° Dat Marie het net afschrift zou maken voor den druk, maar dat men
geduld met haar hebben zou, als de wasch kwam.
7° Dat de afgewerkte hoofdstukken elke week op den krans zouden
worden voorgelezen.
8° Dat alle onzedelykheid zou worden vermeden.
9° Dat myn naam niet op den titel zou staan, omdat ik makelaar ben.
10° Dat Stern een _duitsche_, een _fransche_, en een _engelsche_
vertaling van myn boek zou mogen uitgeven, omdat--zoo beweerde
hy--zulke werken beter in 't buitenland worden begrepen dan by ons.
11° (_Hierop drong, Stern zeer sterk aan_) Dat ik Sjaalman een riem
papier, een gros pennen, en een kruikjen inkt zenden zou.
Ik nam met alles genoegen, want er was groote haast by myn boek. Stern
had den volgenden dag zyn eerste hoofdstuk gereed, en ziedaar, lezer,
de vraag beantwoord, hoe 't komt dat een makelaar in koffi--_Last & Co,
Lauriergracht N° 37_--een boek schryft, dat op een roman gelykt.
Nauwelyks echter was Stern aan zyn werk begonnen, of hy stuitte op
moeielykheden. Buiten de zwarigheid om uit zooveel bouwstoffen het
noodige uittezoeken en te rangschikken, kwamen er gedurig in de
handschriften woorden en uitdrukkingen voor, die hy niet begreep, en die
ook mij vreemd waren. Het was meestal javaansch of maleisch. Ook waren
hier-en-daar verkortingen aangebracht, die moeielyk te ontcyferen waren.
Ik zag in, dat we Sjaalman noodig hadden, en daar ik het voor een jong
mensch niet goed vind, dat hy verkeerde konnexien aanknoopt, wilde ik
noch Stern noch Frits daarheen zenden. Ik nam suikergoed mee, dat
overgebleven was van den laatsten krans-avend--want ik denk altyd aan
alles--en ik zocht hem op. Schitterend was zyn verblyf niet, maar de
gelykheid voor alle menschen, dus ook wat hun woningen aangaat, is een
hersenschim. Hyzelf had dit gezegd in zyn verhandeling over de
aanspraken op geluk. Bovendien, ik houd niet van menschen die altyd
ontevreden zyn.
Het was in de Lange-leidsche-dwarsstraat, op een achterkamer. In 't
onderhuis woonde een uitdrager die allerlei dingen verkocht, kopjes,
schotels, meubels, oude boeken, glaswerk, portretten van Van Speyk, en
zoo al meer. Ik was zeer bang iets te breken, want in zoo'n geval
vorderen de menschen altyd meer geld voor de zaken, dan ze waard zyn.
Een klein meisje zat op de stoep, en kleedde haar pop aan. Ik vroeg of
m'nheer Sjaalman daar woonde? Ze liep weg, en de moeder kwam.
--Ja, die woont hier, meneer. Gaat uwee maar de trap op, na 'et eerste
pertaal, en dan de trap na 'et tweede pertaal, en dan nog 'en trap, en
dan is uwee-d-er, want uwe komt er vanzelf. Myntje, ga 'es eefe segge
datter 'en heer is. Wie kanse segge, dat er is, meneer?
Ik zei dat ik m'nheer Droogstoppel was, makelaar in koffi, van de
Lauriergracht, maar dat ik mezelf wel zou aandienen. Ik klom zoo hoog
als gezegd was, en hoorde in het derde portaal een kinderstem zingen:
_strakjes komt vader, die zoete papa_. Ik klopte, en de deur werd
geopend door een vrouw of dame--ik weet zelf niet recht wat ik van haar
maken moest. Ze zag zeer bleek. Haar trekken droegen sporen van
vermoeidheid, en deden me denken aan myn vrouw als de wasch beredderd
is. Ze was gekleed in een wit lang hemd, of jak zonder schoot, dat haar
tot de knieën hing, en aan de voorzyde met een zwart speldje was
vastgemaakt. In plaats van een behoorlyke japon of rok, droeg ze
daaronder een stuk donker gebloemd lynwaad, dat eenige malen om het lyf
gewikkeld scheen, en hare heupen en knieën vry nauw omsloot. Er was geen
spoor van plooien, wydte of omvang, zooals dit by een vrouw toch
behoort. Ik was bly dat ik Frits niet gezonden had, want haar kleeding
kwam me zeer onkiesch voor, en het vreemde daarvan werd nog verhoogd
door de losheid waarmee ze zich bewoog, als vond ze zich heel goed zoo.
Het mensch scheen volstrekt niet te weten dat ze er niet uitzag als
andere vrouwen. Ook kwam het me voor, dat ze volstrekt niet verlegen was
over myn komst. Ze verborg niets onder de tafel, verschoof de stoelen
niet, en deed niets van wat toch het gebruik is, als er een vreemdeling
komt van een deftig voorkomen.
Ze had, als een Chinesche, de haren achterover gekamd, en die achter het
hoofd in een soort van strik of knoop saamgebonden. Later heb ik
vernomen dat haar kleeding een soort van _indische dracht_ is, die ze
daar-te-lande _sarong_ en _kabaai_ noemen, maar ik vond het heel leelyk.
--Is u juffrouw Sjaalman? vroeg ik.
--Wien heb ik de eer te spreken? zeide zy, en wel op een toon waarin
iets lag, alsof ook ik wat _eer_ had moeten brengen in myn vraag.
Nu, van komplimenten houd ik niet. Met een principaal is dit wat anders,
en ik ben te lang by de zaken, om myn wereld niet te kennen. Maar om
daar veel omslag te verkoopen op een derde verdieping, vond ik niet
noodig. Ik zei dus kort-af, dat ik m'nheer Droogstoppel was, makelaar in
koffi, _Lauriergracht, N° 37_, en dat ik haar man spreken wilde. Wel ja,
waarom zou ik omslag maken?
Ze wees my een matten stoeltjen aan, en nam een klein meisje op den
schoot, dat op den grond zat te spelen. De kleine jongen dien ik had
hooren zingen, zag me strak aan, en bekeek me van 't hoofd tot de
voeten. Die scheen ook volstrekt niet verlegen! Het was een knaapje van
een jaar of zes, ook al vreemd gekleed. Zyn wyd broekje reikte
ter-nauwernood tot de helft van de dy, en de beentjes waren bloot van
daar tot aan den enkel. Heel indecent, vind ik. "Kom je om papa te
spreken?" vroeg hy op-eens, en ik begreep terstond dat de opvoeding van
dat knaapje veel te wenschen overliet, anders had hy: "komt u" gezegd.
Maar omdat ik met myn houding verlegen was, en wel wat praten wilde,
antwoordde ik:
--Ja, kereltje, ik kom om je papa te spreken. Zou hy spoedig komen, denk
je?
--Dat weet ik niet. Hy is uit, en zoekt geld om een verfdoos voor me te
koopen. (Frits zegt: _verwdoos_, maar dit doe ik niet. _Verf_ is _verf_,
en geen _verw_.)
--Stil, myn jongen, zei de vrouw. Speel wat met je prenten of met de
chinesche speeldoos.
--Je weet immers dat die m'nheer gister alles heeft meegenomen.
Ook zyn moeder noemde hy: _je_, en er scheen een "heer" geweest te zijn,
die alles "meegenomen had" ... een vroolyk bezoek! De vrouw scheen ook
niet opgeruimd, want ter-sluik wischte zy haar oog af, terwyl zy 't
kleine meisje by haar broertje bracht. "Dáár, zeide zy, speel wat met
Nonni." Een rare naam. En dit deed hy.
--Wel juffrouw, vroeg ik, verwacht u spoedig uw man?
--Ik kan 't niet bepalen, antwoordde zy.
Daar liet op-eens de kleine jongen, die met zyn zusje _schuitjevaren_
gespeeld had, deze in den steek, en vroeg my:
--M'nheer, waarom zeg je tegen mama: _juffrouw_?
--Hoe dan, kereltje, zei ik, wat moet ik dan zeggen?
--Wel ... zooals andere menschen! De _juffrouw_ is beneden. Ze verkoopt
schotels en priktollen.
Nu ben ik makelaar in koffi--_Last & Co, Lauriergracht, N° 37_--we zyn
met ons dertienen op 't kantoor, en als ik Stern meereken, die geen
salaris ontvangt, zyn er veertien. Welnu, _myn_ vrouw is: _juffrouw_, en
moest ik nu tegen dàt mensch: _mevrouw_ zeggen? Dit ging toch niet!
Ieder moet in zyn stand blyven, en wat meer is, gister hadden de
deurwaarders den boel weggehaald. Ik vond myn: _juffrouw_ dus wèl, en
bleef er by.
Ik vroeg waarom Sjaalman zich niet by my had aangemeld om zyn pak terug
te halen? Ze scheen er van te weten, en zei, dat zy op-reis waren
geweest, en wel naar Brussel. Dat hy daar voor de _Indépendance_ gewerkt
had, maar dat hy er niet had kunnen blyven, omdat zyn artikels oorzaak
waren dat het blad aan de fransche grenzen zoo dikwyls werd afgewezen.
Dat ze sedert eenige dagen in Amsterdam teruggekeerd waren, omdat
Sjaalman hier een betrekking zou krygen ...
--Zeker by Gaafzuiger? vroeg ik.
Ja, dat was het! Maar dit was tegengeloopen, zeide zy. Nu, hiervan wist
ik meer dan zyzelf. Hy had de _Aglaia_ laten vallen, en was lui, pedant
en ziekelyk ... precies, dáárom was hy weggejaagd.
--En, ging ze voort, dat hy zeker dezer dagen by my komen zou, en
misschien wel juist naar my toe was, om antwoord te vragen op 't verzoek
dat hy my gedaan had.
Ik zei dat Sjaalman maar eens komen zou, maar dat hy niet moest schellen,
want dit is zoo lastig voor de meid. Als hy wat wachtte, zei ik, zou de
deur wel eens opengaan, als er iemand uit moest. En toen ging ik heen, en
nam myn bruidsuikers weer mee, want, ronduit gezegd, het beviel me daar
niet. Ik voelde me niet op myn gemak. Een makelaar is toch geen kruier,
dunkt me, en ik beweer dat ik er fatsoenlyk uitzie. Ik had mijn jas met
bont aan, en toch zat ze daar zoo eenvoudig, en praatte zoo kalm met haar
kinderen, alsof ze alleen was. Bovendien ze scheen geschreid te hebben, en
ontevreden menschen kan ik niet verdragen. Ook was 't er koud en ongezellig
--zeker omdat de boel weggehaald was--en ik houd veel van gezelligheid in
een kamer. Onder het naar-huis gaan besloot ik het met Bastiaans nog eens
aantezien, omdat ik niet gaarne iemand op-straat zet.
Nu volgt de eerste week van Stern. Het spreekt vanzelf dat er veel in
voorkomt, dat my niet bevalt. Maar ik moet me houden aan artikel _twee_,
en de Rosemeyers hebben 't goed gevonden. Ik geloof, dat ze Stern in de
hoogte steken, omdat hy een oom heeft te Hamburg die in suiker doet.
Sjaalman was er inderdaad geweest. Hy had Stern gesproken, en aan dezen
eenige woorden en zaken uitgelegd, die hy niet begreep. Die Stern niet
begreep, meen ik. Ik verzoek nu den lezer de volgende hoofdstukken
doortebyten, dan beloof ik naderhand weer iets van meer solieden aard,
van _my_, Batavus Droogstoppel, makelaar in koffi: _Last & Co,
Lauriergracht, N° 37_.


VYFDE HOOFDSTUK

Er was des morgens te tien ure een ongewone beweging op den grooten weg
die de afdeeling _Pandeglang_ verbindt met _Lebak_[10] "Groote weg" is
misschien wat veel gezegd voor 't breed voetpad dat men, uit beleefdheid
en by-gebrek aan beter, de "weg" noemde. Maar als men met een vierspannig
rytuig vertrok van _Serang_, de hoofdplaats der residentie _Bantam_, met
het voornemen zich te begeven naar _Rangkas-Betoeng_, de nieuwe hoofdplaats
van 't _Lebaksche_, kon men nagenoeg zeker zyn, te-eeniger-tyd daar
aantekomen. 't Was dus een weg. Wel bleef men gedurig steken in den modder,
die in de _Bantamsche_ laaglanden zwaar, kleierig en klevend is, wel was
men telkens genoodzaakt de hulp interoepen van de bewoners der naastby
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Max Havelaar - 04
  • Parts
  • Max Havelaar - 01
    Total number of words is 4718
    Total number of unique words is 1466
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    54.9 of words are in the 5000 most common words
    61.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 02
    Total number of words is 4515
    Total number of unique words is 1398
    42.4 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    65.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 03
    Total number of words is 4616
    Total number of unique words is 1400
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    61.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 04
    Total number of words is 4394
    Total number of unique words is 1524
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.5 of words are in the 5000 most common words
    59.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 05
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1525
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    64.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 06
    Total number of words is 4537
    Total number of unique words is 1524
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 07
    Total number of words is 4473
    Total number of unique words is 1521
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    64.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 08
    Total number of words is 4668
    Total number of unique words is 1354
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    67.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 09
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1528
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 10
    Total number of words is 4804
    Total number of unique words is 1452
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.0 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 11
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 1375
    43.3 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    65.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 12
    Total number of words is 4623
    Total number of unique words is 1459
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 13
    Total number of words is 4542
    Total number of unique words is 1508
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    56.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 14
    Total number of words is 4541
    Total number of unique words is 1486
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    56.9 of words are in the 5000 most common words
    65.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 15
    Total number of words is 4329
    Total number of unique words is 1536
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    48.6 of words are in the 5000 most common words
    56.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 16
    Total number of words is 4488
    Total number of unique words is 1500
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 17
    Total number of words is 4771
    Total number of unique words is 1530
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 18
    Total number of words is 4751
    Total number of unique words is 1352
    45.4 of words are in the 2000 most common words
    61.3 of words are in the 5000 most common words
    68.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 19
    Total number of words is 4534
    Total number of unique words is 1410
    42.2 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 20
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1424
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    65.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 21
    Total number of words is 4328
    Total number of unique words is 1360
    42.0 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    65.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 22
    Total number of words is 4303
    Total number of unique words is 1538
    36.9 of words are in the 2000 most common words
    53.0 of words are in the 5000 most common words
    61.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 23
    Total number of words is 4436
    Total number of unique words is 1701
    33.4 of words are in the 2000 most common words
    48.5 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 24
    Total number of words is 4302
    Total number of unique words is 1717
    31.6 of words are in the 2000 most common words
    47.1 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 25
    Total number of words is 4287
    Total number of unique words is 1748
    32.1 of words are in the 2000 most common words
    47.2 of words are in the 5000 most common words
    54.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 26
    Total number of words is 4340
    Total number of unique words is 1695
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    50.3 of words are in the 5000 most common words
    56.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 27
    Total number of words is 4279
    Total number of unique words is 1644
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    49.3 of words are in the 5000 most common words
    57.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 28
    Total number of words is 942
    Total number of unique words is 488
    52.4 of words are in the 2000 most common words
    66.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.