Max Havelaar - 07

Total number of words is 4473
Total number of unique words is 1521
39.7 of words are in the 2000 most common words
55.4 of words are in the 5000 most common words
64.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
iemand die zyn fortuin maakte "in" de indigo, en z'n beschaving haalde
uit het welgelukken van dobbelary ... of erger!
En zulk een Europeaan kan toch niet omgaan met zulk een liplap!
Ik begryp hoe _Willem_ van _Guillaume_ komt, en moet erkennen dat ik,
vooral in de Molukken, zeer dikwyls "liplappen" heb leeren kennen, die
me deden verbaasd staan over den omvang hunner kennis, en die my op 't
denkbeeld brachten dat wy Europeanen, hoeveel hulpmiddelen ons ook
ten-dienste stonden, dikwyls--en niet vergelykender-wyze alleen--verre
ten-achteren staan by de arme pariah's die van de wieg af hadden te
stryden met kunstmatig-onbillyke terugzetting en 't zot vooroordeel
tegen hun kleur.
Maar mevrouw Slotering was eens-voor-al gevrywaard voor fouten in 't
hollandsch, omdat ze nooit anders dan maleisch sprak. We zullen haar
later te zien krygen, als we met Havelaar, Tine en kleinen Max
thee-drinken in de voorgalery der adsistent-residents-woning te
_Rangkas-Betoeng_, waar ons reisgezelschap, na lang hotsen en stooten,
eindelyk behouden aankwam.
De resident, die slechts was meegekomen om den nieuwen adsistent-resident
in zyn ambt te bevestigen, gaf den wensch te kennen nog dienzelfden dag
naar _Serang_ terugtekeeren:
--Omdat. Hy.
Havelaar betuigde insgelyks bereid te zyn tot allen spoed ...
--Het. Zoo. Druk. Had.
...en de afspraak werd gemaakt, dat men daartoe over een half uur in de
groote voorgalery der woning van den Regent zou by-eenkomen. Verbrugge,
hierop voorbereid, had reeds voor vele dagen aan de Distriktshoofden,
den _Patteh_, den _Kliwon_, den _Djaksa_[42] den belasting-kollekteur,
eenige _mantries_, en voorts aan alle inlandsche beambten die deze
plechtigheid moesten bywonen, last gegeven zich op de hoofdplaats te
verzamelen.
De _Adhipatti_ nam afscheid, en reed naar zyn huis. Mevrouw Havelaar
bezag haar nieuwe woning, en was er zeer mee ingenomen, vooral omdat de
tuin groot was, 'tgeen haar zoo goed voorkwam voor kleinen Max die veel
in de lucht moest. De resident en Havelaar waren naar hun kamers gegaan
om zich te verkleeden, want by de plechtigheid die er plaats hebben zou,
scheen het officieel voorgescheven kostuum een vereischte te wezen.
Rondom het huis stonden honderden menschen, die of te-paard den wagen
van den resident hadden begeleid, of tot het gevolg der saamgeroepen
Hoofden behoorden. De policie- en bureau-oppassers liepen bedryvig
heen-en-weer. Kortom, alles toonde aan dat de eentonigheid op dat
vergeten plekje gronds in den javaschen Westhoek, voor een oogenblik
werd afgebroken door wat leven.
Weldra reed de fraaie wagen van den _Adhipatti_ 't voorplein op. De
resident en Havelaar, schitterend van goud en zilver, maar ietwat
struikelend over hun degens, stapten er in, en begaven zich naar de
woning van den Regent, waar ze met muziek van _gongs_ en _gamlangs_
ontvangen werden.[43] Ook Verbrugge, die zich van zyn bemodderd kostuum
had ontdaan, was reeds daar aangekomen. De mindere Hoofden zaten in een
grooten kring, naar oostersche wyze op matten op den grond, en aan 't
eind van de lange galery stond een tafel, waaraan de resident, de
_Adhipatti_, de adsistent-resident, de kontroleur en een zestal Hoofden
plaats namen. Men diende thee met gebak rond, en de eenvoudige
plechtigheid begon.
De resident stond op, en las het besluit van den Gouverneur-generaal voor,
waarby Max Havelaar was aangesteld tot adsistent-resident van de afdeeling
_Bantan-Kidoel_ of Zuid-Bantam, zooals _Lebak_ door de inlanders genoemd
wordt. Hy nam daarna 't staatsblad waarin de eed stond die tot de
aanvaarding van bedieningen in 't algemeen voorgeschreven is, en houdende:
"_dat men om tot het ambt van ***** te worden benoemd of bevorderd, niemand
iets beloofd of gegeven heeft, beloven of geven zal; dat men gehouw en
getrouw zal zijn aan zijne Majesteit den Koning der Nederlanden; gehoorzaam
aan zijner Majesteits vertegenwoordiger in de Indische gewesten; dat men
stiptelijk zal opvolgen en doen opvolgen de wetten en bepalingen, die
gegeven zijn of gegeven zullen worden, en dat men zich in alles zal
gedragen gelijk een goed_ ... (hier: adsistent-resident) _betaamt_."
Hierop volgde natuurlyk het sakramenteele: "_zoo waarlijk helpe mij God
Almachtig_."
Havelaar sprak de voorgelezen woorden na. Als in dezen eed begrepen, had
eigenlyk moeten worden beschouwd de belofte: _de inlandsche bevolking,
te zullen beschermen tegen uitzuiging, en onderdrukking_. Want, zwerende
dat men de bestaande wetten en bepalingen zou handhaven, behoefde men
slechts het oog te slaan op de talryke voorschriften dienaangaande, om
intezien dat eigenlyk een byzondere eed hieromtrent niet te-pas kwam.
Maar de wetgever schynt gemeend te hebben dat overvloed van goed niet
schaden kan, althans men vordert van de adsistent-residenten een
afzonderlyken eed, waarby die verplichting omtrent den geringen man
nogeens uitdrukkelyk vermeld wordt. Havelaar moest dus andermaal "God
Almachtig" tot getuige nemen by de belofte: dat hy de "_inlandsche
bevolking, beschermen zou tegen onderdrukking, mishandeling en
knevelarij_."
Voor een fynen opmerker zou 't de moeite waard zyn geweest, het
onderscheid gadeteslaan tusschen houding en toon van den resident en van
Havelaar by deze gelegenheid. Beiden hadden zy dusdanige plechtigheid
meermalen bygewoond. Het onderscheid dat ik bedoel, lag dus niet in 't
meer of min getroffen zyn door het nieuwe en ongewone, doch werd alleen
veroorzaakt door 't uiteenloopende der karakters en begrippen van deze
beide personen. De resident sprak wel iets sneller dan gewoonlyk, daar
hy 't besluit en de eeden slechts behoefde vóórtelezen, 'tgeen hem de
moeite bespaarde naar zyn slotwoorden te zoeken, maar toch geschiedde
van zyn kant alles, met een deftigheid en een ernst, die den
oppervlakkigen beschouwer een zeer hoog denkbeeld moesten inboezemen van
't gewicht dat hy aan de zaak hechtte. Havelaar integendeel, toen hy met
opgeheven vinger de eeden nasprak, had iets in gelaat, stem en houding,
alsof hy zeggen wilde: "dat spreekt vanzelf, ook _zonder God Almachtig_,
zou ik dat doen" en wie menschkunde bezat, zou meer vertrouwd hebben op
zyn ongedwongenheid en schynbare onverschilligheid, dan op de ambtelyke
deftigheid van den resident.
Is 't niet inderdaad bespottelyk, te meenen dat de man die geroepen is
recht te spreken, de man aan wien het wel of wee van duizenden is in
handen gegeven, zich zou gebonden achten door een paar uitgesproken
klanken, wanneer hy niet, ook zonder die klanken, zich daartoe gedrongen
voelt door zyn eigen hart?
Wy gelooven van Havelaar, dat hy de armen en onderdrukten, waar hy die
mocht aantreffen, zou beschermd hebben, al had hy by "God Almachtig" het
tegendeel beloofd.
Daarop volgde een toespraak van den resident tot de Hoofden, waarop hy
hun den adsistent-resident als opperhoofd der Afdeeling voorstelde, hen
uitnoodigde hem te gehoorzamen, hun verplichtingen stipt natekomen, en
dergelyke gemeenplaatsen meer. De hoofden werden daarop één-voor-één by
name aan Havelaar voorgesteld. Hy reikte ieder de hand, en de
"installatie" was afgeloopen.
Men gebruikte ten-huize van den _Adhipatti_ 't middagmaal, waartoe ook
de kommandant Duclari genoodigd was. Terstond na afloop daarvan, stapte
de resident die gaarne nog dien avend te _Serang_ wilde terug zyn:
--Omdat. Hy. Het. Zoo. Byzonder. Druk. Had.
...weder in zyn reiswagen, en zoo keerde _Rangkas-Betoeng_ weldra terug
tot een stilte, als te verwachten is van een javasche binnenpost die
door slechts weinig Europeanen bewoond werd en daarenboven niet aan den
grooten weg gelegen was.
De kennismaking tusschen Duclari en Havelaar was spoedig op een
gemakkelyken voet gebracht. De _Adhipatti_ gaf blyken van ingenomenheid
met zyn nieuwen "ouder broeder" en Verbrugge verhaalde later dat ook de
resident, dien hy op zyn terugreis naar Serang een eind wegs-uitgeleide
had gedaan, zich zeer gunstig over de familie Havelaar, die op haar
doortocht naar Lebak eenige dagen ten-zynen-huize vertoefde, had
uitgelaten. Ook zeide hy dat Havelaar, by de Regeering goed aangeteekend
staande, hoogstwaarschynIyk spoedig tot een hooger ambt bevorderd, of
althans naar een meer "voordeelige" afdeeling verplaatst worden zou.
Max en "zyn Tine" waren eerst onlangs van een reis naar Europa
teruggekeerd, en gevoelden zich vermoeid van wat ik eens zeer
eigenaardig een koffertjes-leven heb hooren noemen. Zy achtten zich dus
gelukkig, na veel omzwervens eindelyk weder eens een plek te bewonen
waar zy zouden te-huis behooren. Vóór hun reis naar Europa, was Havelaar
adsistent-resident van Amboina geweest, waar hy met veel moeielykheden
had te stryden gehad, omdat de bevolking van dat eiland in een gistenden
en oproerigen toestand verkeerde ten-gevolge van de vele verkeerde
maatregelen die in den laatsten tyd genomen waren.
Niet zonder veerkracht had hy dezen geest van verzet weten te
onderdrukken, doch uit verdriet over de weinige hulp die men hem hierin
van-hoogerhand verleende, en uit ergernis over 't ellendig bestuur dat
sedert eeuwen de heerlyke streken der Molukken ontvolkt en bederft ...
De belangstellende lezer trachte te lezen te krygen wat over dit
onderwerp reeds in 1825 door den baron Van der Capellen geschreven werd,
en kan de Publikatien van dezen menschenvriend vinden in het Indische
Staatsblad van dat jaar. De toestand is er sedert dien tyd niet beter
op geworden!
Hoe dit zy, Havelaar deed te Amboina wat hy mocht en kon, maar uit
ergernis over gebrek aan medewerking van hen die in de eerste plaats
geroepen waren zyn pogingen te steunen, was hy ziek geworden, en dit had
hem bewogen naar Europa te vertrekken.[44] Strikt genomen had hy by
wederplaatsing aanspraak gehad op beter keuze dan de arme geenszins
welvarende afdeeling _Lebak_, daar zyn werkkring te Amboina van grooter
gewicht was, en hy dáár, zonder resident boven zich, geheel op zichzelf
gestaan had. Bovendien was er, reeds voor hy naar Amboina vertrok,
spraak van geweest hem tot resident te verheffen, en het bevreemdde dus
sommigen dat hem thans het bestuur eener Afdeeling werd opgedragen, die
aan kultuur-emolumenten zoo weinig opbracht, dewyl velen het belang
eener bediening naar de daaraan verbonden inkomsten afmeten. Hyzelf
echter beklaagde zich hierover volstrekt niet, want zyn eerzucht was
geenszins van dien aard, dat hy bedelen zou om hoogeren rang of meer
gewin.[45]
En dit laatste ware hem toch goed te-stade gekomen! Want op zyn reizen
in Europa had hy het weinige uitgegeven, dat hy in vorige jaren had
overgegaard. Zelfs had hy daar schulden achtergelaten, en hy was dus, in
één woord, arm. Doch nooit had hy zyn ambt beschouwd als een geldwinning,
en by zyn benoeming naar _Lebak_ nam hy zich met tevredenheid voor, het
achterstallige door zuinigheid intehalen, in welk voornemen zyn vrouw
die zoo eenvoudig was in smaak en behoeften, hem met groot genoegen
ondersteunen zou.
Maar zuinigheid viel Havelaar moeielyk. Hy voor zichzelf kon zich tot
het strikt-noodige bepalen. Ja, zonder de minste inspanning kon hy
binnen de grens daarvan blyven, doch waar anderen hulp behoefden, was
hem 't helpen, het geven, een ware hartstocht. Hyzelf zag dit zwak in,
beredeneerde met al 't gezond verstand dat hem gegeven was, hoe
_onrecht_ hy deed, iemand te ondersteunen, waar hyzelf meer aanspraak
zou gehad hebben op zyn eigen hulp ... gevoelde dit onrecht nog
levendiger, wanneer ook "zyn Tine" en Max, die hy beiden zoo lief had,
te lyden hadden onder de gevolgen zyner vrygevigheid ... hy verweet zich
zyn goedhartigheid als zwakte, als ydelheid, als zucht om voor een
verkleeden prins doortegaan ... hy beloofde zich beterschap, en toch ...
telkens als deze of gene zich aan hem wist voortedoen als 't slachtoffer
van tegenspoed, vergat hy alles om te helpen. En dit in-weerwil der
bittere ondervinding van de gevolgen dezer door overdryving tot fout
geworden deugd. Acht dagen vóór de geboorte van zyn kleinen Max, bezat
hy 't noodige niet om 't yzeren wiegje te koopen waarin zyn lieveling
rusten zou, en weinig tyds te-voren nog had hy de weinige versierselen
zyner vrouw opgeofferd, om iemand bytestaan, die gewis in beter
omstandigheden verkeerde dan hyzelf.
Maar dit alles lag al weer ver achter hen toen zy waren aangekomen te
_Lebak_! Met vroolyke kalmte hadden zy bezit genomen van het huis: "waar
ze nu toch eenigen tyd hoopten te blyven." Met een eigenaardig genot
hadden zy te Batavia de meubelen besteld, die alles zoo _comfortable_ en
gezellig maken zouden. Zy toonden elkaar de plekken waar ze zouden
ontbyten, waar kleine Max spelen zou, waar de bibliotheek zou staan,
waar hy 's avends haar zou voorlezen wat hy dien dag geschreven had,
want hy was altyd bezig met het ontwikkelen zyner denkbeelden op 't
papier ... en: "eens zou dat gedrukt worden, meende Tine, en dan zou men
zien wie haar Max was!" Maar nooit had hy iets ter-perse laten leggen
van wat er in zyn hoofd omging, omdat zekere schroom hem bezielde, die
wel iets zweemde naar eerbaarheid. Hyzelf althans wist dezen schroom
niet beter te beschryven, dan door aan wie hem aanspoorden tot
publiciteit, te vragen: "zoudt _gy_ uw dochter op-straat laten loopen
zonder hemd?"
Dit was dan weer een van de vele _boutades_, die zyn omgeving deden
zeggen dat "die Havelaar toch een zonderling mensch was, en ik beweer
het tegendeel niet. Maar als men de moeite nam zyn ongewone wyze van
spreken te vertalen, zou men in die vreemde vraag over het toilet van
een meisje, wellicht den tekst gevonden hebben voor een verhandeling
over de kuisheid van den geest, die schuw is voor de blikken van den
lompen voorbyganger, en zich terugtrekt in een hulsel van maagdelyke
schroomvalligheid.[46]
Ja, ze zouden gelukkig zyn te _Rangkas-Betoeng_, Havelaar en zyn Tine!
De eenige zorg die hen drukte, waren de schulden die zy in Europa hadden
achtergelaten, verhoogd met de nog onbetaalde kosten der terugreis naar
Indie, en met de uitgaven voor 't meubelen hunner woning. Maar nood was
er niet. Ze zouden immers leven van de helft, van een derde zyner
inkomsten? Misschien ook, ja waarschynlyk, zou hy spoedig resident
worden, en dan werd alles makkelyk geregeld in weinig tyds ...
--Hoewel 't my erg spyten zou, Tine, _Lebak_ te verlaten, want er is
hier veel te doen. Je moet heel zuinig wezen, beste, dan kunnen wy
misschien alles afdoen, ook zonder bevordering ... en dan hoop ik lang
hier te blyven, heel lang!
Een aansporing tot zuinigheid nu, behoefte hy tot háár niet te richten.
_Zy_ had er waarlyk geen schuld aan, dat spaarzaamheid noodig was
geworden, doch ze had zich zoo vereenzelvigd met haar Max, dat ze die
aansporing geenszins opvatte als een verwyt, wat het dan ook niet was.
Want Havelaar wist zeer goed dat _hy_ alleen gefaald had door zyn te ver
gedreven vrygevigheid, en dat _haar_ fout--àls er dan een fout bestond
aan hare zyde--alleen hierin had gelegen, dat ze uit liefde voor Max
altyd alles had goedgekeurd wat hy deed.
Ja, _zy_ had het goed gevonden, toen hy die beide arme vrouwen uit de
_Nieuwstraat_, die nooit Amsterdam hadden verlaten, en nooit waren
"uitgeweest" rondleidde op de Haarlemmer kermis, onder 't koddig
voorwendsel dat de Koning hem belast had met: "het amuzeeren van oude
vrouwtjes die zich zoo goed gedragen hadden". _Zy_ vond het goed dat hy
de weeskinderen uit alle gestichten te Amsterdam op koek en amandelmelk
onthaalde, en ze overlaadde met speelgoed. _Zy_ begreep volkomen dat hy
de logementsrekening van de familie arme zangers betaalde, die terug
wilden naar hun land, maar niet gaarne de have achterlieten, waartoe de
harp behoorde, en de viool, en de bas, die zy zoo noodig hadden voor hun
schamel bedryf. _Zy_ kon het niet afkeuren dat hy 't meisje tot haar
bracht, dat 'savends op de straat hem had aangesproken ... dat hy haar
te eten gaf en herbergde, en 't àl te goedkoop "ga heen, en zondig niet
meer!" niet uitsprak, voor hy haar dat "niet zondigen" had mogelyk
gemaakt. _Zy_ vond het zeer schoon in haar Max, dat hy 't klavier liet
terugbrengen in de voorkamer van den huisvader, dien hy had hooren
zeggen hoe leed het hem deed dat de meisjes verstoken waren van muziek
"na dat bankroet." _Zy_ begreep zeer goed dat haar Max de slavenfamilie
vrykocht te Menado, die zoo bitter bedroefd was te moeten stygen op de
tafel des afslagers. _Zy_ vond het natuurlyk dat Max paarden weergaf aan
de Alfoeren in de _Minahassa_, wier paarden waren doodgereden door de
officieren van de _Bayonnaise_. _Zy_ had er niet tegen dat hy te Menado
en te Amboina de schipbreukelingen der amerikaansche _whalers_ by zich
riep en verzorgde, en zich te _grand seigneur_ achtte om een
herbergiersrekening voorteleggen aan 't amerikaansch Gouvernement. [47]
_Zy_ begreep volkomen waarom de officieren van byna elk aangekomen
oorlogschip grootendeels by Max logeerden, en dat zyn huis hun geliefd
_pied-à-terre_ was.
Was hy niet háár Max? Was het niet te klein, te nietig, was 't niet
ongerymd, hem die zoo vorstelyk dacht, te willen binden aan de regels
van spaarzaamheid en huishoudelykheid die voor anderen gelden? En
bovendien, al mocht er dan soms voor 't oogenblik iets onevenredigs
wezen tusschen inkomsten en uitgaven, was Max, háár Max, niet bestemd
voor een schitterende loopbaan? Moest hy niet weldra in omstandigheden
verkeeren, die hem zouden in-staat stellen zonder overschryding zyner
inkomsten den vryen loop te laten aan zyn groothartige neigingen? Moest
háár Max niet Gouverneur-generaal worden van dat lieve Indie, of ... een
koning? Wast 't niet vreemd zelfs, dat hy niet reeds koning wàs?
Als er een fout by haar kon gevonden worden, dan was haar ingenomenheid
met Havelaar schuld daaraan, en zoo ooit, dan zou 't hier gelden: dat
men veel vergeven moet aan wie veel heeft lief gehad!
Doch men had haar niets te vergeven. Zonder nu te deelen in de
overdreven begrippen die zy van haren Max koesterde, mag men toch
aannemen dat hy een goede loopbaan voor zich had, en wanneer dit gegrond
uitzicht zich had verwezenlykt, zouden inderdaad de onaangename gevolgen
zyner vrygevigheid weldra uit den weg te ruimen geweest zyn. Maar nog
een reden van geheel anderen aard verontschuldigde hare en zyne
schynbare zorgeloosheid.
Ze had zeer jong haar beide ouders verloren, en was by hare familie
opgevoed. Toen ze huwde, deelde men haar mede dat zy een klein vermogen
bezat, 'tgeen dan ook werd uitbetaald, doch Havelaar ontdekte uit enkele
brieven van vroeger tyd, en uit eenige losse aanteekeningen die zy in
een van haar moeder afkomstige kassette bewaarde, dat haar familie zoo
van vaders- als van moeders-zyde zeer ryk was geweest, zonder dat hem
evenwel duidelyk worden kon, wáár, waardoor of wanneer die rykdom was
verloren gegaan. Zyzelf, die nooit belang gesteld had in zaken van
geldelyken aard, wist weinig of niets te antwoorden, toen Havelaar by
haar aandrong op eenige inlichtingen aangaande de vorige bezittingen van
haar verwanten. Haar grootvader, de baron Van W., was met Willem den
vyfden naar Engeland uitgeweken en ridmeester geweest by 't leger des
hertogs van York. Hy scheen met de uitgeweken leden der stadhouderlyke
familie een vroolyk leven geleid te hebben, wat dan ook door velen werd
opgegeven als oorzaak van den ondergang zyner fortuin. Later, by
Waterloo, sneuvelde hy in een charge onder de huzaren van Boreel.
Aandoenlyk was het, de brieven te lezen van haar vader--toen een
jongeling van achttien jaren, die als luitenant by dat korps in dezelfde
charge een sabelhouw op 't hoofd bekwam, aan welks gevolgen hy acht
jaren later krankzinnig sterven zou--brieven aan zyn moeder, waarin hy
zich beklaagde hoe hy vruchteloos op het slagveld naar 't lyk zyns
vaders had gezocht.[48]
Wat haar afkomst van moederszyde aangaat, herinnerde zy zich dat haar
grootvader op zeer aanzienlyken voet geleefd had, en uit sommige
papieren bleek dat deze in het bezit was geweest van de posteryen in
Zwitserland, op de wyze zooals thans nog in een groot gedeelte van
Duitschland en Italie, die tak van inkomst de _apanage_ uitmaakt der
vorsten van _Turn en Taxis_.[49] Dit deed een groot vermogen
veronderstellen, maar ook hiervan was door geheel onbekende oorzaken
niets, of zeer weinig althans, overgegaan op het tweede geslacht.
Havelaar vernam 't weinige dat daarvan te vernemen was, eerst na zyn
huwelyk, en by zyn nasporingen wekte het zyn verwondering dat de
kassette waarvan ik zoo-even sprak--met den inhoud uit een gevoel van
_pieteit_ bewaarde, zonder te gissen dat daarin misschien stukken waren,
die belang hadden uit een geldelyk oogpunt--op onbegrypelyke wyze was
verloren gegaan. Hoe onbaatzuchtig ook, hy bouwde op deze en vele andere
omstandigheden de meening dat hierachter een _roman intime_ verscholen
lag, en men mag 't hem niet euvel duiden dat hy, die voor zyn duren
inborst veel behoefde, met vreugde dien roman een bly einde had zien
nemen. Hoe 't nu wezen moog met het bestaan van dien roman, en of er al
dan niet _spoliatie_ had plaats gehad, zeker is 't dat er in Havelaars
verbeelding iets geboren werd, wat men een _rêve aux millions_ zou
kunnen noemen.[50]
Doch alweer was 't eigenaardig dat hy die zoo nauwkeurig en scherp het
recht van een ander--hoe diep ook begraven onder stoffige akten en
dikwebbige _chicanes_--zou hebben nagespoord en verdedigd, dat hy hier
waar zyn eigen belang in 't spel was, met slordigheid het oogenblik
verwaarloosde, waarin misschien de zaak had moeten worden aangevat. Hy
scheen iets als schaamte te gevoelen omdat het hier zyn eigen voordeel
gold, en ik geloof zeker wanneer "zyn Tine" gehuwd ware geweest met een
ander, met iemand die zich tot hem had gewend met het verzoek de spinrag
te verbreken waarin haar voorouderlyk fortuin was blyven hangen, dat hy
geslaagd zou zyn "de interessante wees" in 't bezit te stellen van het
vermogen dat haar behoorde. Maar nu was die interessante wees _zyn_
vrouw, háár vermogen was het _zyne_, hy vond er dus iets koopmansachtigs
in, iets derogeerends, in haar naam te vragen: "zyt ge my niet nog iets
schuldig?"
En toch kon hy dien millioenendroom niet van zich schudden, al ware het
dan ook slechts om een verontschuldiging by de hand te hebben, by het
dikwyls voorkomend zelfverwyt dat hy te veel geld uitgaf.
Eerst kort voor het terugkeeren naar Java, toen hy reeds veel geleden
had onder den druk van geldgebrek, toen hy zyn fier hoofd had moeten
buigen onder de _furca caudina_ van menigen schuldeischer, had hy zyn
traagheid of zyn schroom kunnen overwinnen om werk te maken van de
millioenen die hy meende nog te-goed te hebben. En men antwoordde hem
met eene oude rekening-courant ... een argument, zooals men weet,
waartegen niets valt intebrengen.
Maar ze zouden zoo spaarzaam wezen te _Lebak_! En waarom ook niet? Er
dwalen in zoo'n onbeschaafd land, op den laten avend geen meisjes over
straat, die een weinig eer te verkoopen hebben voor een weinig
voedsel.[51] Er zwerven daar zoo geen menschen rond, die van
problematische beroepen leven. Daar valt het niet voor, dat een gezin
op-eens te-gronde gaat door wisseling van fortuin ... en van zoodanigen
aard toch waren gewoonlyk de klippen waarop de goede voornemens van
Havelaar strandden. Het getal Europeanen in die Afdeeling was zoo gering
dat het niet in aanmerking komen kon, en de javaan te _Lebak_ te arm
om--by welke lotwisseling ook--belangwekkend te worden door nog grooter
armoede. Dit alles overdacht Tine zoo niet--hiertoe toch had zy zich,
juister dan zy uit liefde voor Max doen wilde, rekenschap moeten geven
van de oorzaken hunner min gunstige omstandigheden--maar er lag in hun
nieuwe omgeving iets dat kalmte ademde, en afwezen van alle aanleidingen
--met meer of min valsch-romanesken tint dan--die vroeger Havelaar zoo
dikwyls hadden doen zeggen:
--Niet waar, Tine, dàt is nu toch een geval waaraan ik me niet onttrekken
kan?
En waarop zy altyd geantwoord had:
--Wel neen, Max, dááraan kanje je niet onttrekken!
We zullen zien hoe't eenvoudige, schynbaar onbewogen _Lebak_ Havelaar
meer kostte dan alle vorige uitspattingen van zyn hart te-zamen genomen.
Maar dit wisten zy niet! Zy zagen de toekomst met vertrouwen te-gemoet,
en voelden zich zoo gelukkig in hun liefde en in 't bezit van hun
kind ...
--Wat al rozen in den tuin, riep Tine, en ziedaar ook _rampeh_ en
_tjempaka_, en zooveel _melati_, en zie eens al die schoone lelien ...
En, kinderen als ze waren, vermaakten zy zich met hun nieuw huis. En
toen 's avends Duclari en Verbrugge, na een bezoek by Havelaar,
terugkeerden naar hun gemeenschappelyke woning, spraken zy veel over de
kinderlyke vroolykheid van de nieuw aangekomen familie.
Havelaar begaf zich naar zyn kantoor, en bleef daar den nacht door, tot
den volgenden morgen.


ACHTSTE HOOFDSTUK

Havelaar had den kontroleur verzocht, de hoofden die te _Rangkas-Betoeng_,
aanwezig waren, uittenoodigen daar tot den volgenden dag te vertoeven om
de _Sebah_[52] bytewonen, die hy beleggen wilde. Zulk een vergadering had
gewoonlyk eens in de maand plaats, doch hetzyd-i aan sommige Hoofden die
wat ver van de hoofdplaats woonden--want de Afdeeling _Lebak_ is zeer
uitgestrekt--het onnoodig heen-en weerreizen wilde besparen, hetzyd-i
wenschte, terstond en zonder den vastgestelden dag aftewachten, hen op
plechtige wyze toetespreken, hy had den eersten _Sebah_-dag op den
volgenden morgen bepaald.
Links voor zyn woning, doch op 'tzelfde "erf" en tegenover 't huis dat
mevrouw Slotering bewoonde, stond een gebouw dat gedeeltelyk de bureaux
der adsistent-residentie bevatte, waartoe tevens de landskas behoorde,
en gedeeltelyk bestond in een vry ruime open galery, die een zeer goede
gelegenheid tot zulk een vergadering aanbood. Daar waren dan ook den
volgenden morgen de Hoofden vroegtydig vereenigd. Havelaar trad binnen,
groette, en nam plaats. Hy ontving de geschreven maandelyksche berichten
over landbouw, veestapel, politie, en justitie, en legde die tot nader
onderzoek ter-zyde.
Ieder verwachtte hierop een toespraak als die welke de resident op den
vorigen dag had gehouden, en het is niet geheel-en-al zeker dat Havelaar
zelf van voornemen was iets anders te zeggen, doch men moest hem by
zulke gelegenheden gehoord en gezien hebben om zich voortestellen hoe
hy, by toespraken als deze, zich opwond en door zyn eigenaardige wyze
van spreken aan de bekendste zaken een nieuwe kleur meedeelde, hoe zich
dan zyn houding oprichtte, hoe zyn blik vuur schoot, hoe zyn stem van 't
vleiend zachte in 't vlymend scherpe overging, hoe de beelden van zyn
lippen vloeiden als strooide hy iets kostbaars om zich heen dat toch hèm
niets kostte, en hoe, als hy ophield, ieder hem aanstaarde met open mond
als om te vragen: "myn God, wie zyt ge?"
Het is waar dat hyzelf, die by zulke gelegenheid sprak als een apostel,
als een ziener, later niet juist wist hoe hy gesproken had, en zyn
welsprekendheid had dan ook meer de eigenschap van te verbazen en te
treffen, dan door bondigheid van redeneering te overtuigen. Hy zou den
krygslust der Atheners, zoodra tot den oorlog tegen Philippus besloten
was, tot dolzinnigheid hebben kunnen aanvuren, maar minder goed
waarschynlyk zou hy geslaagd zyn, als zyn taak geweest ware hen door
redeneering tot dien oorlog te bewegen. Zyn aanspraak tot de _Lebaksche_
hoofden was natuurlyk in 't maleisch, en ontleende hieraan een
eigenaardigheid temeer, daar de eenvoudigheid der oostersche talen aan
veel uitdrukkingen een kracht verleent, die in ònze idiomen door
litterarische gekunsteldheid is verloren gegaan, terwyl aan den anderen
kant het zoetvloeiende van 't maleisch moeielyk in eenige andere taal is
weertegeven. Men bedenke bovendien, dat het meerendeel zyner hoorders
uit eenvoudige, doch geenszins domme menschen bestond, en tevens dat het
Oosterlingen waren, wier indrukken zeer verschillen van de onze.
Havelaar moet nagenoeg aldus gesproken hebben:
Mynheer de _Radhen Adhipatti_, Regent van _Bantan-Kidoel_, en gy,
_Radhens Dhemang_ die Hoofden zyt der distrikten in deze Afdeeling,
en gy, _Radhen Djaksa_ die de justitie tot uw ambt hebt, en ook gy,
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Max Havelaar - 08
  • Parts
  • Max Havelaar - 01
    Total number of words is 4718
    Total number of unique words is 1466
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    54.9 of words are in the 5000 most common words
    61.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 02
    Total number of words is 4515
    Total number of unique words is 1398
    42.4 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    65.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 03
    Total number of words is 4616
    Total number of unique words is 1400
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    61.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 04
    Total number of words is 4394
    Total number of unique words is 1524
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.5 of words are in the 5000 most common words
    59.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 05
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1525
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    64.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 06
    Total number of words is 4537
    Total number of unique words is 1524
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 07
    Total number of words is 4473
    Total number of unique words is 1521
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    64.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 08
    Total number of words is 4668
    Total number of unique words is 1354
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    67.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 09
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1528
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 10
    Total number of words is 4804
    Total number of unique words is 1452
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.0 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 11
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 1375
    43.3 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    65.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 12
    Total number of words is 4623
    Total number of unique words is 1459
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 13
    Total number of words is 4542
    Total number of unique words is 1508
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    56.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 14
    Total number of words is 4541
    Total number of unique words is 1486
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    56.9 of words are in the 5000 most common words
    65.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 15
    Total number of words is 4329
    Total number of unique words is 1536
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    48.6 of words are in the 5000 most common words
    56.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 16
    Total number of words is 4488
    Total number of unique words is 1500
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 17
    Total number of words is 4771
    Total number of unique words is 1530
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 18
    Total number of words is 4751
    Total number of unique words is 1352
    45.4 of words are in the 2000 most common words
    61.3 of words are in the 5000 most common words
    68.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 19
    Total number of words is 4534
    Total number of unique words is 1410
    42.2 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 20
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1424
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    65.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 21
    Total number of words is 4328
    Total number of unique words is 1360
    42.0 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    65.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 22
    Total number of words is 4303
    Total number of unique words is 1538
    36.9 of words are in the 2000 most common words
    53.0 of words are in the 5000 most common words
    61.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 23
    Total number of words is 4436
    Total number of unique words is 1701
    33.4 of words are in the 2000 most common words
    48.5 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 24
    Total number of words is 4302
    Total number of unique words is 1717
    31.6 of words are in the 2000 most common words
    47.1 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 25
    Total number of words is 4287
    Total number of unique words is 1748
    32.1 of words are in the 2000 most common words
    47.2 of words are in the 5000 most common words
    54.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 26
    Total number of words is 4340
    Total number of unique words is 1695
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    50.3 of words are in the 5000 most common words
    56.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 27
    Total number of words is 4279
    Total number of unique words is 1644
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    49.3 of words are in the 5000 most common words
    57.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 28
    Total number of words is 942
    Total number of unique words is 488
    52.4 of words are in the 2000 most common words
    66.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.