Max Havelaar - 05

Total number of words is 4605
Total number of unique words is 1525
40.0 of words are in the 2000 most common words
57.3 of words are in the 5000 most common words
64.3 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
dochter, de vrouw, van den geringen man, zou men 't ongehoord vinden,
als deze den onvoorwaardelyken afstand van het begeerd voorwerp weigerde.
Er zyn Regenten, die van zoodanige willekeurige beschikkingen een matig
gebruik maken, en niet meer van den geringen man vorderen, dan tot het
ophouden van hun rang volstrekt noodig is. Anderen gaan iets verder, en
geheel-en-al ontbreekt deze onwettigheid nergens. Het is dan ook moeielyk
ja onmogelyk, zoodanig misbruik _geheel_ uitteroeien, daar het diep
geworteld is in den aard der bevolking zelf die er onder lydt. De Javaan
is gul, vooral waar het te doen is om een bewys te geven van gehechtheid
aan zyn Hoofd, aan den afstammeling van hen wien zyn vaderen gehoorzaamden.
Ja, hy zou meenen te-kort te doen aan den eerbied dien hy aan zyn erfelyken
heer verschuldigd is, wanneer hy zonder geschenken diens _kratoon_ betrad.
Zulke geschenken zyn dan ook dikwyls van zoo weinig waarde, dat het afwyzen
iets vernederends zou in zich sluiten, en vaak is alzoo deze gewoonte
eerder te vergelyken met de hulde van een kind dat zyn liefde tot den vader
tracht te uiten door 't aanbieden van een klein geschenk, dan optevatten
als schatting aan dwingelandsche willekeur.
Maar ... aldus wordt door een _lief gebruik_, de afschaffing van _misbruik_
belemmerd. Indien de _aloen-aloen_[20] voor de woning van den Regent in
verwilderden staat lag, zou de nabywonende bevolking hierover beschaamd
wezen, en er ware veel gezags noodig om haar te _beletten_ dat plein van
onkruid te reinigen, en het te brengen in een staat die met den rang des
Regents overeenstemt. Hiervoor eenige betaling te geven, zou algemeen als
een beleediging worden aangemerkt. Maar naast dien _aloen-aloen_, of elders,
liggen _Sawah's_ die op den ploeg wachten, of op een leiding die het water
daarheen moet voeren, dikwyls van mylen ver ... deze _Sawah's_ behooren den
Regent. Hy roept, om _zyn_ velden te bewerken of te besproeien, de bevolking
van gansche dorpen op, wier eigen _Sawah's_ evenzeer behoefte hebben aan
bearbeiding ... ziedaar het _misbruik_.
Dit is aan de Regeering bekend, en wie de staatsbladen leest, waarin de
wetten, instruktien en handleidingen voor de ambtenaren bevat zyn, juicht
de menschlievendheid toe, die by het ontwerpen daarvan schynt te hebben
voorgezeten. Alom wordt den Europeaan, met gezag in de binnenlanden
bekleed, als een zyner duurste verplichtingen op 't hart gedrukt, de
bevolking te beschermen tegen haar eigen onderworpenheid en de hebzucht
der Hoofden. En, als ware het niet genoeg, deze verplichting voorteschryven
_in 't algemeen_, er wordt nog van de _adsistent-residenten_, by de
aanvaarding van 't bestuur eener afdeeling, een _afzonderlyke eed_
gevorderd, dat zy deze vaderlyke zorg voor de bevolking zullen beschouwen
als een eersten plicht.
Dit is voorzeker een schoone roeping. Rechtvaardigheid voortestaan, den
geringe te beschermen tegen den machtige, den zwakke te beschutten tegen
de overmacht van den sterke, het ooilam van den arme terug te vorderen
uit de stallen des vorstelyken roovers ... zie, 't is om 't hart te doen
gloeien van genot, by 't denkbeeld dat men geroepen is tot iets zóó
schoons! En wie in de javasche binnenlanden soms ontevreden moge zyn met
standplaats of belooning, hy sla het oog op den verheven plicht die op
hem rust, op 't heerlyk genoegen dat de vervulling van _zulk_ een plicht
met zich brengt, en hy zal geen andere belooning begeeren.
Maar ... gemakkelyk is deze plicht niet. Vooreerst hebbe men juist te
beoordeelen, waar het _gebruik_ heeft opgehouden om voor _misbruik_
plaats te maken? En ... waar het misbruik _bestaat_, waar inderdaad roof
of willekeur gepleegd _is_, zyn veelal de slachtoffers zelf hieraan
medeplichtig, hetzy uit te ver gedreven onderwerping, hetzy uit vrees,
hetzy uit wantrouwen op den wil of de macht der persoon die hen
beschermen moet. Ieder weet dat de _europesche_ beambte elk oogenblik
kan geroepen worden tot een andere betrekking, en dat de _Regent, de
machtige Regent_, dáár blyft. Voorts zyn er zoo véél manieren om zich
het eigendom van een arm onnoozel mensch toeteëigenen! Als een
_mantrie_[21] hem zegt dat de Regent zyn paard begeert, met dit gevolg
dat het begeerde dier weldra plaats heeft gekregen in de stallen van den
Regent, bewyst zulks nog volstrekt niet dat deze niet van voornemen
was--o, zeker!--daarvoor een hoogen prys te betalen ... te-eeniger-tyd.
Als honderden arbeiden op de velden van een Hoofd, zonder daarvoor
betaling te ontvangen, volgt hieruit geenszins dat hy dit liet
geschieden ten _zynen_ behoeve. Had niet zyn bedoeling kunnen zyn, hun
den oogst overtelaten uit de menschlievende berekening dat zyn grond
beter gelegen was, vruchtbaarder dan de hunne, en dus hun arbeid milder
beloonen zou?
Bovendien, vanwaar haalt de europesche beambte de getuigen die den moed
hebben een verklaring te doen tegen hun heer, den gevreesden Regent? En,
waagde hy een beschuldiging, _zonder die te kunnen bewyzen_, waar blyft
dan de verhouding van _ouder broeder_, die in zulk geval zyn _jongeren
broeder_ zonder grond zou hebben gekrenkt in zyn eer? Waar blyft de
gunst van de Regeering, die hem brood geeft voor dienst, maar hem dat
brood opzegt, hem ontslaan zou als onbekwaam, wanneer hy een zoo
hooggeplaatst persoon als een _Tommongong, Adhipatti_ of _Pangerang_ had
verdacht of aangeklaagd met ligtvaardigheid?
Neen, neen, gemakkelyk is die plicht niet! Dit blykt reeds hieruit, dat
de neiging der inlandsche Hoofden om de grens van 't geoorloofd
beschikken over arbeid en eigendom hunner onderhoorigen te overschryden,
overal volmondig erkend wordt ... dat alle adsistent-residenten den eed
doen die misdadige hebbelykheid te-keer te gaan, en ... dat toch slechts
_zeer_ zelden een Regent wordt aangeklaagd wegens willekeur of misbruik
van gezag.
Er schynt dus wel een byna-onoverkomelyke moeielykheid te bestaan, om
gevolg te geven aan den eed: "_de inlandsche bevolking te beschermen
tegen uitzuiging, en knevelary_."


ZESDE HOOFDSTUK

De kontroleur Verbrugge was een goed mensch. Als men hem daar zag zitten
in zyn blauw-lakenschen frak, met geborduurde eiken- en oranjetakken op
kraag en mouw-opslagen, was 't moeielyk in hem den type te miskennen die
voorheerscht onder de Hollanders in Indie ... een menschensoort, in 't
voorbygaan gezegd, die zeer onderscheiden is van de Hollanders in Holland.
Traag zoolang er niets te doen viel, en ver van de beredderingzucht die
in Europa voor yver geldt, maar yverig waar bezigheid noodig was ...
eenvoudig maar hartelyk voor wie tot zyn omgeving behoorden ...
mededeelzaam, hulpvaardig en gastvry ... welgemanierd zonder styfheid ...
vatbaar voor goede indrukken ... eerlyk en oprecht, zonder evenwel lust te
voelen de martelaar van deze hoedanigheden te worden ... in 't kort, hy
was een man die, zooals men 't noemt, overal op zyn plaats zou wezen,
zonder dat men echter op 't denkbeeld komen zou de eeuw naar hem te noemen,
wat hy dan ook niet begeerde.
Hy zat in 't midden van de _pendoppo_ by de tafel die met een wit kleed
bedekt, en met spyzen beladen was. Wel eenigszins ongeduldig vroeg hy
van-tyd tot-tyd, met de woorden der zuster van mevrouw Blauwbaard, aan
den _mandoor_-oppasser, dat is het hoofd van de policie- en
bureaudienaren der adsistent-residentie, of er niets in aantocht was?
Dan stond hy eens op, beproefde vergeefs zyn sporen te doen kletteren op
den gestampten kleivloer van de _pendoppo_, stak voor de twintigste maal
zyn sigaar aan, en ging, als te-leurgesteld, weer zitten. Hy sprak weinig.
En toch had hy kùnnen spreken, want hy was niet alleen. Ik bedoel
hiermee nu juist niet dat hy vergezeld was van de twintig of dertig
Javanen, bedienden, _mantries_ en oppassers die op den grond gehurkt in
en buiten de _pendoppo_ zaten, noch van de velen die aanhoudend uit-en
inliepen, noch van 't groot aantal inlanders van verschillenden rang,
dat daar buiten de paarden vasthield, of te-paard rondreed ... neen, de
Regent zelf van Lebak, _Radhen Adhipatti Karta Natta Nagara_, zat
tegenover hem.
Wachten is altyd vervelend. Een kwartier duurt een uur, een uur een
halven dag, en zoo voort. Verbrugge had wel wat spraakzamer mogen zyn.
De Regent van _Lebak_ was een beschaafd oud man, die over veel wist te
spreken met verstand en oordeel. Men had hem slechts aantezien om
overtuigd te wezen dat het meerendeel der Europeanen die met hem in
aanraking kwamen, meer van hem, dan hy van hen te leeren had. Zyn
levendige donkere oogen weerspraken door hun vuur de vermoeidheid der
trekken van zyn gelaat en de grysheid zyner haren. Wat hy zeide, was
gewoonlyk lang overdacht--een eigenaardigheid trouwens die by den
beschaafden Oosterling algemeen is--en wanneer men met hem in gesprek
was, gevoelde men dat men zyn woorden te beschouwen had als brieven,
waarvan hy de minuut in zyn archief had, om zoo noodig daarop te
verwyzen. Dit nu moge onaangenaam schynen voor wie niet gewoon is aan
den omgang met javaansche grooten, 't is niet moeielyk alle onderwerpen
van gesprek die aanstoot geven kunnen, te vermyden, vooral daar zy van
hùn kant nooit op bruske wyze aan den loop van 't onderhoud een andere
richting geven zullen, omdat dit naar oostersche begrippen in-stryd
wezen zou met den goeden toon. Wie dus oorzaak heeft het aanroeren van
een bepaald punt te vermyden, behoeft slechts over onbeduidende zaken te
spreken, en hy kan verzekerd zyn dat een javaansch hoofd hem niet, door
een onbegeerde wending in 't gesprek, zal voeren op een terrein dat hy
liever niet betrad.
Over de beste wijze van omgang met die hoofden, bestaan overigens
verschillende meeningen. Het komt my voor dat eenvoudige oprechtheid,
zonder streven naar diplomatische voorzichtigheid, de voorkeur
verdient.[22]
Hoe dit zy, Verbrugge begon met een banale opmerking over 't weêr en den
regen.
--Ja, mynheer de kontroleur, het is westmoesson.
Dit nu wist Verbrugge wel: men was in Januari.[23] Maar wat _hy_ over
den regen gezegd had, wist de Regent ook. Hierop volgde weder eenig
zwygen. De Regent wenkte met een nauw zichtbare beweging van 't hoofd,
een der bedienden die neergehurkt zaten aan den ingang der _pendoppo_.
Een kleine jongen, allerliefst gevat in een blauw-fluweelen buis, witten
pantalon, met gouden lyfband die zyn kostbaren _sarong_, vasthield om de
lenden, en op 't hoofd den behagelyken _kain kapala_, waaronder zyn
zwarte oogen zoo ondeugend te-voorschyn kwamen, kroop hurkende tot aan
de voeten des Regents, zette de gouden doos neder, die de tabak, de
kalk, de _sirie_, de _pinang_, en de _gambier_ bevatte, maakte den
_slamat_, door beide handen saamgevoegd opteheffen tot aan het diep
neergebogen voorhoofd, en bood daarop zyn heer de kostbare doos aan.[24]
--De weg zal moeielyk zyn na zooveel regen, zei de Regent, als om 't
lang wachten verklaarbaar te maken, terwyl hy een betelblad met kalk
bestreek.
--In 't _Pandeglangsche_ is de weg zoo slecht niet, antwoordde Verbrugge
die, als hy ten-minste niets stuitends wilde aanroeren, dit antwoord wel
wat ondoordacht gaf. Want hy had moeten bedenken dat een Regent van
_Lebak_ niet gaarne de wegen van _Pandeglang_ hoort roemen, al zyn die
dan ook werkelyk beter dan in 't _Lebaksche_.
De _Adhipatti_ beging de fout van een te snel antwoord niet. De kleine
_maas_[25] was reeds al hurkend achterwaarts teruggekropen tot aan den
ingang der _pendoppo_, waar hy onder zyn makkers plaats nam ... de
Regent had reeds zyn lippen en weinige tanden bruinrood geverwd met het
speeksel zyner _sirie_, voor hy zeide:
--Ja, er is veel volk in _Pandeglang_.
Voor wien den Regent en den kontroleur kende, voor wien de toestand van
_Lebak_ geen geheim was, had het duidelyk kunnen blyken dat het gesprek
reeds een stryd was geworden. Een toespeling namelyk op den beteren
staat der wegen in een naburige afdeeling, scheen het vervolg te wezen
op vergeefsche pogingen om ook in _Lebak_ dusdanige betere wegen te doen
aanleggen, of de bestaande beter te onderhouden. Doch hierin had de
Regent gelyk, dat _Pandeglang_ dichter bevolkt was, vooral in verhouding
tot de veel kleinere oppervlakte, en dat dus dáár de arbeid aan de
groote wegen, door vereende krachten ligter viel dan in 't _Lebaksche_,
een afdeeling die op honderde palen oppervlakte, slechts zeventigduizend
inwoners telde.
--Dat is waar, zei Verbrugge, we hebben weinig volk hier, maar ...
De _Adhipatti_ zag hem aan, als wachtte hy een aanval af. Hy wist dat er
na dat "maar" iets volgen kon, dat onaangenaam zou te hooren zyn voor
hem, die sedert dertig jaren Regent van _Lebak_ geweest was. Het scheen
dat Verbrugge op dit oogenblik geen lust had den stryd voorttezetten.
Althans hy brak 't gesprek af, en vroeg weder aan den _mandoor_-oppasser
of hy niets komen zag?
--Ik zie nog niets van den kant van _Pandeglang_, mynheer de kontroleur,
maar daar-ginds aan de andere zyde rydt iemand te-paard ... het is de
_toewan kommendaan_.
--Welzeker, _Dongso_, zei Verbrugge naar buiten starende, dat is de
kommandant! Hy jaagt in deze buurt, en is vanmorgen vroeg reeds
uitgegaan. Hé, Duclari ... Duclari!
--Hy hoort u al, mynheer, hy komt hierheen. Zyn jongen rydt achter hem,
met een _kidang_[26] achter zich over 't paard.
--_Pegang koedahnja toewan kommendaan_[27] gebood Verbrugge aan een der
bedienden die buiten zaten. Bonjour, Duclari! Ben je nat? Wat heb je
geschoten? Kom binnen!
Een krachtig man van dertigjarigen leeftyd en flinke militaire houding,
hoewel van uniform geen spoor was, trad de _pendoppo_ in. Het was de
eerste-luitenant Duclari, kommandant van 't kleine garnizoen te
_Rangkas-Betoeng_. Verbrugge en hy waren bevriend, en hun gemeenzaamheid
was te grooter, daar Duclari sedert eenigen tyd de woning van Verbrugge
betrokken had in afwachting der voltooiing van een nieuw fort. Hy drukte
dezen de hand, groette den Regent beleefd, en ging zitten onder de
vraag: "wel, wat heb je al zoo hier?"
--Wil je thee, Duclari?
--Wel neen, ik ben warm genoeg! Heb je geen klapperwater?[28] Dat is
frisscher.
--Dat laat ik je niet geven. Als men warm is, houd ik klapperwater voor
heel nadeelig. Je wordt er styf en jichtig van. Zie eens de koelies die
zware vrachten over de bergen dragen: zy houden zich vlug en lenig door
heet water te drinken, of _koppi dahoen_. Maar _gemberthee_[29] is nog
beter ...
--Wat? _Koppi dahoen_, thee van koffibladen? Dat heb ik nog nooit
gezien.
--Omdat je niet op Sumatra gediend hebt. Daar is 't de gewoonte.
--Laat me dan maar thee geven ... maar niet van koffibladen, en ook niet
van gember. Ja, je bent op Sumatra geweest ... en de nieuwe
adsistent-resident ook, niet waar?
Dit gesprek werd in 't hollandsch gevoerd, een taal die de Regent niet
verstond. Hetzy Duclari gevoelde dat er iets onbeleefds in lag, hem
hierdoor van 't onderhoud uittesluiten, hetzyd-i hiermee een andere
bedoeling had, op-eenmaal ging hy, zich tot den Regent wendende, in 't
maleisch voort:
--Weet mynheer de _Adhipatti_, dat m'nheer de kontroleur den nieuwen
adsistent-resident kent?
--Wel neen, dát heb niet gezegd, ik heb hem nooit gezien. Hy diende
eenige jaren vóór my op Sumatra. Ik heb je maar gezegd dat ik daar veel
over hem heb hooren spreken, anders niet!
--Nu, dit komt op 'tzelfde neer. Men behoeft iemand juist niet te zien
om hem te kennen. Hoe denkt m'nheer de _Adhipatti_ hierover?
De _Adhipatti_ had juist noodig een bediende te roepen. Er verliep dus
wat tyd voor hy zeggen kon: "dat hy met den heer kommandant instemde,
maar dat het toch dikwyls noodig was iemand te zien voor men hem
beoordeelen kon."
--Over 't geheel genomen is dit misschien waar, ging nu Duclari in 't
hollandsch voort--hetzy omdat deze taal hem gemeenzamer was en hy meende
genoeg gedaan te hebben voor de beleefdheid, hetzy omdat hy alleen door
Verbrugge verstaan wilde worden--dit moge in 't algemeen waar zyn, maar
omtrent Havelaar heeft men waarachtig geen persoonlyke kennismaking
noodig ... hy is een gek!
--Dat heb ik niet gezegd, Duclari!
--Neen, jy hebt dat niet gezegd, maar ik zeg het na al wat je my van hem
verteld hebt. Ik noem iemand die in 't water springt om een hond te
redden van de haaien, een gek.
--Nu ja, verstandig is 't zeker niet. Maar ...
--En, hoor eens, dat versje tegen den generaal Vandamme ... 't kwam niet
te-pas!
--'t Was geestig ...
--Tot je dienst! Maar een jong mensch mag niet geestig zyn tegen een
generaal.
--Je moet in 't oog houden dat hy nog zeer jong was ... het is veertien
jaar geleden. Hy was toen maar twee-en-twintig jaar oud.
--En dan de kalkoen dien hy stal!
--Dat deed hy om den generaal te plagen.
--Juist! Een jong mensch mag geen generaal plagen, die bovendien, als
civiel gouverneur, zyn chef was. Dat andere versje vind ik aardig, maar
... dat eeuwige duelleeren!
--Hy deed het gewoonlyk voor een ander. Hy trok altyd party voor den
zwakste.
--Wel laat ieder voor zichzelf duelleeren, als men het dan volstrekt
doen wil! Ik voor my geloof dat een duel zelden noodig is. Waar 't
onvermydelyk was, zou ook ik een uitdaging aannemen, en in zekere
gevallen zelf uitdagen, maar om daarvan dagelyksch werk te maken ...
dank je! Het is te hopen dat hy veranderd is op dit punt.
--Wel zeker, daar is geen twyfel aan! Hy is nu zooveel ouder, daarby
sedert langen tyd getrouwd, en adsistent-resident. Bovendien, ik heb
altyd gehoord dat zyn hart goed was, en dat hy een warm gevoel had
voor recht.
--Nu, dat zal hem te-pas komen in _Lebak_! Daar is me juist iets
voorgekomen, dat ... zou de Regent ons verstaan?
--Ik geloof 't niet. Maar toon my iets uit je weitasch, dan denkt hy dat
we dáárover spreken.
Duclari nam zyn weitasch, haalde daaruit een paar boschduiven, en die
vogels betastende als sprak hy over de jacht, deelde hy Verbrugge mede
dat hy zoo-even in 't veld was nageloopen door een Javaan, die hem
gevraagd had of hy niet iets doen kon tot verligting van den druk
waaronder de bevolking zuchtte?[30]
--En, ging hy voort, dit is zeer sterk, Verbrugge! Niet dat ik me
verwonder over de zaak zelf. Ik ben lang genoeg in 't Bantamsche om te
weten wat hier voorvalt, maar dat de geringe Javaan, gewoonlyk zoo
omzichtig en terughoudend waar 't zyn hoofden geldt, zoo-iets vraagt
aan iemand die er niets mee te maken heeft, dit bevreemdt my!
--En wat heb je geantwoord, Duclari?
--Wèl, dat het me niet aanging! Dat hy tot u moest gaan, of tot den
nieuwen adsistent-resident, als die zou aangekomen zyn te
_Rangkas-Betoeng_, en dáár zyn klachten uiten.
--_Ienie apa toewan-toewan datang!_ riep op-eenmaal de oppasser
_Dongso_. Ik zie een _mantrie_ die met zyn _toedoeng_ wuift.[31]
Allen stonden op. Duclari, die niet door zyn tegenwoordigheid in de
_pendoppo_ den schyn wilde aannemen als ware ook hy aan de grenzen ter
verwelkoming van den adsistent-resident, die wel zyn meerdere doch niet
zyn chef, en bovendien een gek was, steeg te-paard, en reed door zyn
bediende gevolgd, heen.
De _Adhipatti_ en Verbrugge stelden zich aan den ingang van de
_pendoppo_, en zagen een door vier paarden getrokken reiswagen naderen,
die weldra vry bemodderd by 't bamboezen gebouwtje stilhield.
Het zou moeielyk geweest zyn te raden wat er zich al zoo in dien wagen
bevond, voor _Dongso_, geholpen door de loopers en een tal van bedienden
die tot het gevolg van den Regent behoorden, al de riemen en knoopsels
hadden losgemaakt, die het voertuig hielden ingesloten met een zwart
lederen foedraal dat aan de diskretie herinnerde, waarmee in vroeger
jaren leeuwen en tygers de stad inkwamen, toen de zoölogische tuinen nog
reizende dierenspellen waren. Leeuwen of tygers nu waren er in den wagen
niet. Men had alles maar zoo zorgvuldig gesloten omdat het westmoesson
was, en men dus op regen moest bedacht zyn. Nu is 't uitstappen uit een
reiswagen waarin men lang over den weg gehotst heeft, niet zoo gemakkelyk
als iemand die nooit of weinig gereisd heeft, zich verbeelden zou.
Nagenoeg als de arme _Sauriers_ uit de voorwereld, die door lang wachten
ten-laatste een integreerend deel uitmaken van de klei, waarin ze
aanvankelyk niet gekomen waren met het plan om er te blyven, heeft er ook
by reizigers die wat nauw op-één gedrukt en in gedwongen houding, te lang
in een reiswagen gezeten hebben, iets plaats, wat ik u voorstel
_assimilatie_ te noemen. Men weet eindelyk niet juist meer waar 't
lederen kussen van den wagen ophoudt, en waar de ikheid aanvangt, ja, het
denkbeeld is me niet vreemd dat men in zulk een wagen kiespyn of kramp
hebben kan, die men voor mot in 't laken aanziet, of omgekeerd.
Er zyn weinig omstandigheden in de stoffelyke wereld, die den denkenden
mensch geen aanleiding geven tot het maken van opmerkingen op
verstandelyk gebied, en zoo heb ik myzelf dikwyls afgevraagd of niet
veel dwalingen die onder ons kracht van wet hebben, veel "scheefheden"
die wy voor "recht" houden, hieruit voortvloeien, dat men te lang met
hetzelfde gezelschap in denzelfden reiswagen heeft gezeten? Het been dat
ge daar links uitsteken moest, tusschen de hoededoos en 't mandje met
kersen ... de knie die ge tegen 't portier gedrukt hield, om de dame
tegenover u niet te doen denken dat ge een aanval in den zin hadt op
krinoline of deugd ... de gelikdoornde voet die zoo bang was voor de
hakken van den _commis-voyageur_ naast u ... de hals dien ge zoo lang
links moest wenden, omdat het drupt aan de rechterzyde.. zie, dat worden
zoo alle ten-laatste halzen, en knieën, en voeten, die iets verdraaids
bekomen. Ik houd het voor goed, van tyd tot-tyd eens te wisselen van
wagens, zitplaats en medereizigers. Men kan dan zyn hals eens anders
wenden, men beweegt nu-en-dan zyn knie, en misschien zit er eens een
juffrouw naast ons met dansschoenen, of een jongetje wiens beentjes den
grond niet raken. Men heeft dan meer kans om _recht_ te zien en _recht_
te loopen, zoodra men weer vasten grond onder de voeten krygt.
Of er ook in den wagen, die nu voor de _pendoppo_ stilhield, zich iets
verzette tegen de "oplossing der continuiteit" weet ik niet, maar zeker
is 't dat het lang duurde voor er iets te voorschyn kwam. Er scheen een
stryd van hoffelykheid gevoerd te worden. Men vernam de woorden: "als 't
u belieft, mevrouw!" en "resident!" Hoe dit zy, eindelyk stapte er een
heer uit, die in houding en voorkomen wel iets vertoonde dat denken deed
aan de Sauriers waarvan ik zoo-even gesproken heb. Daar wy hem later
zullen weerzien, wil ik u maar terstond zeggen dat zyn onbewegelykheid
niet uitsluitend moest geweten worden aan de assimilatie met den
reiswagen, want dat hy, ook als er op mylen afstands geen voertuig in de
buurt was, een kalmte, een langzaamheid en een voorzichtigheid aan den
dag leî, die menigen Saurier jaloersch maken zou, en die in de oogen van
velen de kenmerken zyn van deftigheid, bezadigdheid en wysheid. Hy was,
zooals de meeste Europeanen in Indie, zeer bleek, hetgeen echter in die
streken geenszins voor een blyk van minder goede gezondheid wordt
gehouden, en hy had fyne trekken die wel getuigden van verstandelyke
ontwikkeling. Alleen was er iets kouds in zyn blik, iets wat u denken
deed aan een logarithmentafel, en hoewel zyn voorkomen over 't geheel
niet onbehagelyk of terugstootend was, kon men zich toch niet onthouden
van de verdenking dat zyn vry groote magere neus zich op dat gelaat
verveelde, omdat er zoo weinig op voorviel.
Met beleefdheid bood hy zyn hand aan een dame, om haar by het uitstygen
behulpzaam te zyn, en nadat deze van een heer die nog in den wagen zat,
een kind had aangenomen, een klein blond jongetje van een jaar of drie,
traden zy de _pendoppo_ in. Daarop volgde die heer zelf, en wien op Java
bekend was, zou het als een byzonderheid in 't oog gevallen zyn, dat hy
by 't portier wachtte om 't uitstygen gemakkelyk te maken aan een oude
javaansche _baboe_.[32] Een drietal bedienden hadden zichzelf verlost
uit het wasleêren kastje, dat achter den wagen was vastgeplakt als een
jonge oester op den rug van zyn mama.
De heer die het eerst was uitgestegen, had den Regent en den kontroleur
Verbrugge de hand geboden, die zy met eerbied aannamen, en in hun
geheele houding was te bespeuren dat zy gevoelden zich in de
tegenwoordigheid te bevinden van een gewicht persoon. Het was de
resident van _Bantam_, de groote landstreek waarvan _Lebak_ een
afdeeling, een regentschap, of, zooals men officieel zegt, een
_adsistent-residentie_ is.
By 't lezen van verdichte verhalen, heb ik my meermalen geërgerd over
den weinigen eerbied der schryvers voor den smaak van 't publiek, en
vooral was dit het geval, waar zy blyk gaven iets te willen voortbrengen
dat koddig of burlesk heeten moest, om nu niet van _humor_ te spreken,
een eigenaardigheid die byna doorgaande allerjammerlykst wordt verward
met het _komieke_. Men voert een persoon sprekende in, die de taal niet
verstaat of slecht uitspreekt, men laat een franschman zeggen: "ka kauw
na de krote krak" of "krietje kooit keen kare kroente kraak wek."
By-gebrek aan een franschman, neemt men iemand die stamelt, of men
"schept" een persoon die zyn stokpaardje maakt van een paar telkens
wederkeerende woorden. Ik heb een allerzotste vaudeville zien
"réusseeren" omdat daarin iemand voorkwam, die gedurig zeide: "_myn naam
is Meyer_." My komen zulke geestigheden wat goedkoop voor, en, om de
waarheid te zeggen, ik ben boos op u als ge zoo-iets grappig vindt.
Maar nu heb ikzelf u iets dergelyks voortestellen. Ik moet van-tyd
tot-tyd iemand ten-tooneele voeren--ik zal 't zoo weinig mogelyk
doen--die inderdaad een manier van spreken had, welke my doet vreezen
verdacht te worden van een mislukte poging om u te doen lachen, en
hierom moet ik u uitdrukkelyk verzekeren dat het niet _myn_ schuld is,
als de hoogstdeftige resident van Bantam, van wien hier de rede is, iets
zóó eigenaardigs vertoonde in zyn wyze van spreken, dat het me moeielyk
valt dat weertegeven, zonder den schyn op me te laden dat ik effekt van
geestigheid zoek in een _tic_. Hy sprak namelyk op een toon, alsof
achter elk woord een punt stond, of zelfs een lang rustteeken, en ik kan
de ruimte tusschen zyn woorden niet beter vergelyken dan by de stilte
die er volgt op het "amen" na een lang gebed in de kerk, hetwelk zooals
ieder weet, een sein is dat men den tyd heeft tot verzitten, hoesten of
neussnuiten. Wat hy zeide, was gewoonlyk goed overdacht, en wanneer hy
zich die ontydige rustpunten had kunnen afwennen, zouden zyn zinsneden,
uit een redekunstig oogpunt althans, meestal een gezond aanzien gehad
hebben. Maar al dat afbrokkelen, dat stooterige en hobbelige, maakte het
aanhooren lastig. Men viel er dan ook dikwyls over. Want gewoonlyk, als
men begonnen was te antwoorden in de goedige meening dat de zin uit was,
en dat hy de aanvulling van 't ontbrekende aan de scherpzinnigheid van
zyn toehoorder overliet, kwamen de nog ontbrekende woorden als
_trainards_ van een geslagen leger achteraan, en deden u gevoelen dat ge
hem in de rede waart gevallen, wat altyd onaangenaam is. Het publiek der
hoofdplaats _Serang_, voor-zoo-ver men niet in dienst stond van 't
gouvernement--een verhouding die den meesten iets omzichtigs
geeft--noemde zyn gesprekken "slymerig." Ik vind dit woord niet zeer
smaakvol, doch moet erkennen dat het de hoofdeigenschap van des
residents welsprekendheid vry juist uitdrukte.
Ik heb van Max Havelaar en zyn vrouw--want dit waren de beide personen
die na den resident met hun kind en de _baboe_ uit den wagen gekomen
waren--nog niets gezegd, en misschien ware het voldoende, de
kenschetsing van hun voorkomen en karakter aan den loop der
gebeurtenissen en des lezers eigen verbeelding overtelaten. Daar ik
evenwel nu eenmaal aan 't beschryven ben, wil ik u zeggen dat mevrouw
Havelaar niet schoon was, dat zy echter in blik en spraak iets zeer
lieftalligs bezat, en door de gemakkelyke ongedwongenheid van haar
manieren het onmiskenbaar teeken gaf, dat zy in de wereld was geweest,
en in de hoogere klassen der maatschappy te-huis behoorde. Zy had niet
dat styve en onbehagelyke van 't burgerlyk fatsoen dat, om voor
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Max Havelaar - 06
  • Parts
  • Max Havelaar - 01
    Total number of words is 4718
    Total number of unique words is 1466
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    54.9 of words are in the 5000 most common words
    61.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 02
    Total number of words is 4515
    Total number of unique words is 1398
    42.4 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    65.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 03
    Total number of words is 4616
    Total number of unique words is 1400
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    61.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 04
    Total number of words is 4394
    Total number of unique words is 1524
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.5 of words are in the 5000 most common words
    59.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 05
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1525
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    64.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 06
    Total number of words is 4537
    Total number of unique words is 1524
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 07
    Total number of words is 4473
    Total number of unique words is 1521
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    64.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 08
    Total number of words is 4668
    Total number of unique words is 1354
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    67.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 09
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1528
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 10
    Total number of words is 4804
    Total number of unique words is 1452
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.0 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 11
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 1375
    43.3 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    65.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 12
    Total number of words is 4623
    Total number of unique words is 1459
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 13
    Total number of words is 4542
    Total number of unique words is 1508
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    56.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 14
    Total number of words is 4541
    Total number of unique words is 1486
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    56.9 of words are in the 5000 most common words
    65.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 15
    Total number of words is 4329
    Total number of unique words is 1536
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    48.6 of words are in the 5000 most common words
    56.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 16
    Total number of words is 4488
    Total number of unique words is 1500
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 17
    Total number of words is 4771
    Total number of unique words is 1530
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 18
    Total number of words is 4751
    Total number of unique words is 1352
    45.4 of words are in the 2000 most common words
    61.3 of words are in the 5000 most common words
    68.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 19
    Total number of words is 4534
    Total number of unique words is 1410
    42.2 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 20
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1424
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    65.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 21
    Total number of words is 4328
    Total number of unique words is 1360
    42.0 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    65.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 22
    Total number of words is 4303
    Total number of unique words is 1538
    36.9 of words are in the 2000 most common words
    53.0 of words are in the 5000 most common words
    61.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 23
    Total number of words is 4436
    Total number of unique words is 1701
    33.4 of words are in the 2000 most common words
    48.5 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 24
    Total number of words is 4302
    Total number of unique words is 1717
    31.6 of words are in the 2000 most common words
    47.1 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 25
    Total number of words is 4287
    Total number of unique words is 1748
    32.1 of words are in the 2000 most common words
    47.2 of words are in the 5000 most common words
    54.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 26
    Total number of words is 4340
    Total number of unique words is 1695
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    50.3 of words are in the 5000 most common words
    56.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 27
    Total number of words is 4279
    Total number of unique words is 1644
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    49.3 of words are in the 5000 most common words
    57.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 28
    Total number of words is 942
    Total number of unique words is 488
    52.4 of words are in the 2000 most common words
    66.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.