Max Havelaar - 21

Total number of words is 4328
Total number of unique words is 1360
42.0 of words are in the 2000 most common words
57.5 of words are in the 5000 most common words
65.7 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
heer Slymering kon maar niet begrypen dat iemand, geheel alleen, op
eigen verantwoordelykheid en zonder langgerekte overwegingen of
"ruggespraken" had kunnen overgaan tot zóó ongehoorde plichtsvervulling.
Daar evenwel Verbrugge--volkomen naar waarheid--zyn onbekendheid met de
door Havelaar geschreven brieven staande hield, moest de resident na
veel uitroepingen van ongeloovige verbazing eindelyk wel toegeven, en hy
ging--ik weet niet waarom?--tot het voorlezen van die brieven over.
Wat Verbrugge by 't aanhooren daarvan leed, is moeielyk te beschryven.
Hy was een eerlyk man, en zou zeker niet gelogen hebben als Havelaar
zich op hem had beroepen om de waarheid van den inhoud der brieven te
staven. Maar ook zonder deze eerlykheid, hy had in veel schriftelyke
rapporten niet altyd kùnnen vermyden de waarheid te zeggen, ook waar die
soms gevaarlyk was. Hoe zou 't zyn, als Havelaar daarvan gebruik maakte?
Na 't voorlezen van de brieven betuigde de resident dat het hem
aangenaam wezen zou indien Havelaar die stukken terugnam, om ze te
kunnen beschouwen als niet geschreven, hetgeen deze met beleefde
vastheid weigerde. Na vergeefs te hebben getracht hem hiertoe te
bewegen, zei de resident dat hem niets overbleef dan een onderzoek
intestellen naar de gegrondheid van de gedane klachten, en dat hy dus
Havelaar verzoeken moest de getuigen te doen oproepen die zyn
beschuldigingen konden staven.
Arme lieden die u gewond hadt aan de doornstruiken in den ravyn, hoe
angstig zouden uw harten geklopt hebben als ge dezen eisch hadt
kunnen hooren!
Arme Verbrugge! Gy, eerste getuige, hoofdgetuige, getuige _ex officio_,
getuige uit kracht van ambt en eed! Getuige, die reeds getuigd hàdt op
schrift! Op schrift dat dáár lag, op de tafel, onder Havelaars hand ...
Havelaar antwoordde:
"Resident, _ik_ ben adsistent-resident van _Lebak_, _ik_ heb beloofd de
bevolking te beschermen tegen afpersing en geweldenary, _ik_ klaag den
Regent aan, en zyn schoonzoon van _Parang-Koedjang_, _ik_ zal de
gegrondheid myner aanklacht bewyzen zoodra me daartoe de gelegenheid
wordt gegeven die ik voorstelde in myn brieven, _ik_ ben schuldig aan
laster, als myn aanklacht valsch is!"
Hoe ruim Verbrugge ademde!
En hoe vreemd de resident Havelaars woorden vond!
Het onderhoud duurde lang. Met beleefdheid--want beleefd en welopgevoed
wàs de heer Slymering--trachtte hy Havelaar te bewegen van zoo verkeerde
grondbeginselen aftezien. Maar met even groote beleefdheid bleef deze
onverzettelyk. Het slot was dat de resident moest toegeven, en als
bedreiging zei, wat voor Havelaar een zegepraal was: _dat hy zich dan
genoodzaakt vond de bedoelde brieven te brengen onder de aandacht van de
Regeering_.
De zitting werd opgeheven. De resident bezocht den _Adhipatti_--we zagen
reeds wat hy daar te verrichten had!--en gebruikte daarna 't middagmaal
aan den schralen disch der Havelaars. Terstond daarop keerde hy terug
naar _Serang_, met grooten spoed: Omdat. Hy. Het. Zoo. By-zonder.
Druk. Had.
Den volgenden dag ontving Havelaar een brief van den resident van
_Bantam_, welks inhoud blykt uit het antwoord dat ik hier afschryf:

"N° 93. _Geheim. Rangkas-Betoeng, 28 Februari 1856_.
Ik heb de eer gehad te ontvangen uwe spoedmissive van 26 dezer LaO,
_geheim_, houdende hoofdzakelyk mededeeling:
_dat gy gronden hadt, niet te treden in de voorstellen, gedaan by
myne ambtsbrieven van 24 en 25 dezer, Nrs 88 en 91_;
_dat gy vooraf vertrouwelyke mededeeling hadt gewenscht_;
_dat gy niet goedkeurt myne verrichtingen in die beide brieven
omschreven_;
_en ten-slotte van eenige bevelen_.
Ik heb thans de eer, gelyk trouwens reeds in de konferentie van
eergister mondeling geschiedde, nogmaals en ten-overvloede te
verzekeren:
_dat ik volkomen eerbiedig de wettigheid van uw gezag, waar het geldt
de keuze, al of niet te treden in myn voorstellen_;
_dat de ontvangen bevelen met stiptheid en des-noods met
zelfverloochening, zullen worden nagekomen, als waart gy tegenwoordig,
by al wat ik doe en zeg, of juister: by al wat ik niet doe en niet
zeg_.
Ik weet dat gy op myn loyaliteit ten deze vertrouwt.[172]
Doch ik neem de vryheid ten plechtigste te protesteeren tegen den
minsten zweem van afkeuring omtrent éénige handeling, éénig woord,
éénige zinsnede, door my in deze zaak verricht, gesproken of
geschreven.
Ik heb de overtuiging myn _plicht_ te hebben gedaan, in doel en in
wyze van uitvoering, _geheel myn plicht, niets dan myn plicht_ zonder
de minste afwyking.
Lang, had ik nagedacht voor ik handelde--dat is: voor ik _onderzocht,
rapporteerde_ en _voorstelde_--en als ik in iets het minste zou
gefaald hebben ... uit overyling faalde ik niet.
In gelyke omstandigheden zou ik op-nieuw--iets sneller echter
--geheel, letterlyk geheel hetzelfde doen en nalaten.
Al ware het zelfs dat een hooger macht dan de uwe iets afkeurde in
wat ik deed--behoudens misschien het eigenaardige van myn styl die
een deel uitmaakt van myzelf, een gebrek waarover ik zoomin
verantwoordelyk ben als een stamelaar voor het zyne--al ware het dat
... doch neen, dit kàn niet zyn, maar al ware het zoo: ik _heb myn_
plicht _gedaan!_
Wel doet het my--zonder bevreemding evenwel--leed, dat gy hierover
anders oordeelt--en wat myn persoon aangaat, zou ik terstond berusten
in wat my een miskenning toeschynt--doch er is een _principe_ in 't
spel, en ik heb gewetensredenen die eischen dat uitgemaakt worde
welke meening juist is, die van _U_ of de _myne_.
Anders dienen dan ik te _Lebak_ diende, kan ik niet. Wenscht dus het
Gouvernement anders te worden gediend, dan moet ik als eerlyk man
eerbiedig verzoeken my te ontslaan. Dan moet ik op zes-en-dertigjarigen
leeftyd trachten op-nieuw een loopbaan aantevangen. Dan moet ik, na
zeventien jaren, na zeventien _zware moeielyke_ dienstjaren, na myn
beste levenskrachten te hebben ten-offer gebracht aan wat ik voor plicht
hield, op-nieuw aan de Maatschappy vragen of ze my brood wil geven voor
vrouw en kind, brood in ruil voor myn denkbeelden, brood wellicht in
ruil voor arbeid met kruiwagen of spade, als de kracht van myn arm meer
waard wordt gekeurd dan de kracht myner ziel.
Maar ik kan en wil niet gelooven dat uwe meening door zyne Excellentie
den Gouverneur-generaal gedeeld wordt, en ik ben dus verplicht, vóór ik
overga tot het bitter uiterste dat ik neerschreef in de vorige alinea,
u eerbiedig te verzoeken aan het Gouvernement voortestellen:
_den resident van_ Bantam _aanteschryven, alsnog goedtekeuren de
handelingen van den adsistent-resident van_ Lebak, _betrekking hebbende
op diens missieves van_ 24 en 25 dezer, Nis 88 en 91.
Of wel:
_genoemden adsistent-resident te roepen ter verantwoording op de door
den resident van_ Bantam _te formuleeren punten van afkeuring_.
Ik heb de eer u ten-slotte de dankbare verzekering te geven, dat
wanneer _iets_ me kon terugbrengen van myn lang doordachte, en
bedaard maar vurig aangekleefde principes ten dezen ... waarlyk, het
zou geweest zyn de heusche innemende wyze waarop gy in de konferentie
van eergister die principes hebt bestreden.
_De Adsistent-resident van Lebak_,

MAX HAVELAAR."

* * * * *
Zonder uitspraak te doen omtrent de gegrondheid van het vermoeden der
Weduwe Slotering, betreffende de oorzaak die haar kinderen tot weezen
maakte, en alleen aannemende wat bewysbaar is, dat er in _Lebak_ nauw
verband was tusschen plichtsbetrachting en gif--al bestond dan ook dit
verband slechts in meening[173]--zal toch ieder inzien dat Max en Tine
kommervolle dagen hadden doortebrengen na 't bezoek van den resident. Ik
geloof niet noodig te hebben den angst te schetsen van een moeder die by
't reiken van spys aan haar kind, zich gedurig de vraag moet voorleggen
of ze misschien haar lieveling vermoordt? En wèl was het een "afgebeden
kind" de kleine Max, die zeven jaar was uitgebleven na 't huwelyk, als
wist de schalk dat het geen voordeel was ter-wereld te komen als zoon
van zulke ouders!
Negen-en-twintig lange dagen had Havelaar te wachten voor de
Gouverneur-generaal hem meedeelde ... doch we zyn nog zoover niet.
Kort na de vergeefsche pogingen om Havelaar te bewegen tot de intrekking
zyner brieven, of tot het verraden van de arme lieden die op zyn
grootmoedigheid vertrouwd hadden, trad eens Verbrugge by hem binnen. De
brave man was doodsbleek, en had moeite te spreken.
--Ik ben by den Regent geweest, zeide hy ... dàt is infaam ... maar
verraad me niet.
--Wat? Wàt moet ik niet verraden?
--Geeft ge my uw woord geen gebruik te maken van wat ik u zeggen zal?
--Weer halfheid, zei Havelaar. Doch ... goed! Ik geef myn woord.
En toen verhaalde Verbrugge, wat den lezer reeds bekend is, dat de
resident aan den _Adhipatti_ had gevraagd of hy iets wist intebrengen
tegen den adsistent-resident, en hem tevens geheel onverwachts geld had
aangeboden en gegeven. Verbrugge wist het van den regent zelf, die hem
vroeg welke redenen den resident hiertoe konden geleid hebben? Havelaar
was verontwaardigd, maar ... hy had zyn woord gegeven.
Den volgenden dag kwam Verbrugge terug, en zei dat Duclari hem onder
't oog had gebracht hoe onedel het was, Havelaar, die met _zulke_
tegenstanders te stryden had, zoo geheel alleen te laten, waarop
Verbrugge dezen kwam ontheffen van zyn gegeven woord.
--Goed! riep Havelaar, schryf het op!
Verbrugge schreef het op. Ook die verklaring ligt voor my.[174]
De lezer heeft immers reeds lang ingezien waarom ik zoo gemakkelyk
afstand kon doen van alle aanspraken op _juridieke_ echtheid der
geschiedenis van _Saïdjah_?
Het was zeer treffend optemerken hoe de beschroomde Verbrugge--vóór de
verwyten van Duclari--op Havelaars woord durfde bouwen in een zaak die
zoo noopte tot woordbreuk!
En nog iets. Er zyn sedert de gebeurtenissen die ik verhaal, jaren
verloopen. Havelaar heeft in dien tyd veel geleden, hy heeft zyn gezin
zien lyden--de geschriften die voor my liggen, getuigen daarvan!--en 't
schynt dat hy gewacht heeft ... ik geef de volgende aanteekening van
zyn hand:
"_Ik heb in de nieuwsbladen gelezen dat de heer_ Slymering _benoemd is
tot ridder van den Nederlandschen Leeuw. Hy schynt thans resident van_
Djokjakarta _te wezen. Ik zou dus nu op de_ Lebaksche _zaken kunnen
terugkomen zonder gevaar voor_ Verbrugge."


TWINTIGSTE HOOFDSTUK

't Was avend. Tine zat te lezen in de binnengalery, en Havelaar teekende
een borduurpatroon. Kleine Max tooverde een legprent in elkaar, en
maakte zich driftig omdat hy niet vinden kon: "het rooie lyf van die
mevrouw."
--Zou 't nu zóó goed wezen, Tine? vroeg Havelaar. Kyk, ik heb dien palm
wat grooter gemaakt ... 't is nu juist _the line of beauty_ van Hogarth,
niet waar?
--Ja, Max! Maar die vetergaten staan te dicht op elkander.
--Zoo? En die anderen strooken dan? Max, laat me je broekjen eens zien!
Ei, heb je _die_ strook aan? Ach, ik weet nog waar je die geborduurd
hebt, Tine!
--Ik niet. Waar dan?
--'t Was in den Haag, toen Max ziek was en we zoo geschrokken waren
omdat de dokter zei dat hy een zoo ongewoon gevormd hoofd had, en dat er
zooveel zorg vereischt werd om aandrang naar de hersenen te voorkomen,
juist in die dagen was je bezig aan die strook.
Tine stond op, en kuste den kleine.
--Ik hèb haar buik, ik hèb haar buik! riep 't kind vroolyk, en de rooie
mevrouw was kompleet.
--Wie hoort daar een _tontong_ slaan? vroeg de moeder.[175]
--Ik, zei kleine Max.
--En wat beduidt dat?
--Bedtyd! Maar ... ik heb nog niet gegeten.
--Eerst kryg je eten, dat spreekt vanzelf.
En ze stond op, en gaf hem zyn eenvoudig maal dat ze uit een goed
gesloten kast in haar kamer scheen gehaald te hebben, want men had het
knippen van vele sloten gehoord.
--Wat geef je 'm daar? vroeg Havelaar.
--O wees gerust, Max: 't is beschuit uit een blik van Batavia! En ook de
suiker is altyd achter slot geweest.
Havelaars gedachten keerden terug naar 't punt waarop ze waren
afgebroken.
--Weet je wel, ging hy voort, dat wy de rekening van dien dokter nog
niet betaald hebben ... o, dat is zeer hard?
--Lieve Max, we leven hier zoo spaarzaam, weldra zullen wy alles kunnen
afdoen! Bovendien, je zult wel spoedig resident worden, en dan is alles
geregeld in weinig tyds.
--Dat is nu juist een zaak die me verdrietig maakt, zei Havelaar. Ik zou
zoo heel ongaarne _Lebak_ verlaten ... dit zal ik je uitleggen. Geloof
je niet dat we nog meer van onzen Max hielden na zyn ziekte? Nu, zóó ook
zal ik dat arme _Lebak_ liefhebben na de genezing van den kanker waaraan
't lydt sedert zooveel jaren. De gedachte aan bevordering doet me
schrikken: ik kan hier niet gemist worden, Tine! En toch, aan den
anderen kant, als ik weer bedenk dat we schulden hebben ...
--Alles zal wel goed gaan, Max! Al moest je nu van hier, dan kan je
later _Lebak_ helpen als je Gouverneur-generaal bent.
Daar kwamen woeste strepen in Havelaars borduurpatroon! Er was toorn in
dat bloemsel, die vetergaten werden hoekig, scherp, ze beten elkaar ...
Tine begreep dat ze iets miszegd had.
--Lieve Max ... begon ze vriendelyk.
--Vervloekt! Wil je die stumperts zóó lang laten hongeren? Kan jy leven
van _zand_?
--Lieve Max!
Maar hy sprong op. Er werd niet meer geteekend, dien avend. Hy ging
toornig op-en-neer in de binnengalery, en eindelyk sprak hy op een toon
die ruw en hard zou geklonken hebben aan iederen vreemde, doch door Tine
heel anders werd opgevat:
--Vervloekt die lauwheid, die schandelyke lauwheid! Daar zit ik nu
sedert een maand te wachten op recht, en intusschen wordt er vreeselyk
geleden door dat arme volk. De Regent schynt er op te rekenen dat
niemand hem aandurft! Zie ...
Hy ging in zyn kantoor, en kwam terug met een brief in de hand, een
brief die voor me ligt, lezer!
--Zie, in dezen brief durft hy me voorstellen doen over de _soort_ van
arbeid dien hy wil laten verrichten door de menschen die hy onwettig
heeft opgeroepen. Is dit niet de onbeschaamdheid te vèr gedreven?[176]
En weet je wie dat zyn? Dat zyn vrouwen met kleine kinderen, met
zuigelingen, zwangere vrouwen die van _Parang-Koedjang_ zyn gedreven
naar de hoofdplaats om voor hèm te werken! Mannen zyn er niet meer! En
ze hebben niets te eten, en ze slapen op den weg, en eten zand! Kan _jy_
zand eten? Moeten ze zand eten tot ik Gouverneur-generaal ben?
Vervloekt!
Tine wist zeer goed op wien Max eigenlyk boos was, als hy zoo sprak tot
haar die hy zoo liefhad.
--En, ging Havelaar voort, dat loopt alles ter _myner_ verantwoording!
Als er op dit oogenblik van die arme wezens ronddwalen daar buiten ...
als zy 't schynsel zien van onze lampen, zullen zy zeggen: "daar woont
de ellendeling die ons beschermen zou! Daar zit hy rustig by vrouw en
kind, en teekent borduurpatroontjes, en wy liggen hier als boschhonden
op den weg verhongeren met onze kinderen!" Ja, ik hoor het wel, ik hoor
het wel, dat roepen om wraak over myn hoofd! Hier, Max, hier!
En hy kuste zyn kind met een wildheid die 't verschrikte.
--Myn kind, als men je zeggen zal dat ik een ellendeling ben die geen
moed had om recht te doen ... dat er zooveel moeders zyn gestorven door
myn schuld ... als men je zeggen zal dat het verzuim van je vader den
zegen wegstal van je hoofd ... o Max, o Max, getuig dan wat ik leed!
En hy berstte in tranen uit, die Tine afkuste. Zy bracht daarop kleinen
Max naar zyn bedjen--een stroomat--en toen ze terugkwam, vond ze
Havelaar in gesprek met Verbrugge en Duclari die zoo-even waren binnen
getreden. Het gesprek liep over de verwachte beslissing van de
Regeering.
--Ik begryp zeer goed dat de resident in een moeielyken toestand is, zei
Duclari. Hy kan 't Gouvernement niet aanraden gevolg te geven aan uw
voorstellen, want dan zou er _te veel_ aan den dag komen. Ik ben reeds
lang in 't _Bantamsche_, en weet er veel van, meer nog dan uzelf,
m'nheer Havelaar! Ik was reeds als onderofficier in deze streken, en dan
komt men zaken te weten die de inlander zoo niet durft zeggen aan de
ambtenaren. Maar als nu na een openlyk onderzoek dat alles aan den dag
komt, zal de Gouverneur-generaal den resident ter verantwoording roepen,
en hem afvragen hoe 't komt dat hy in twee jaren niet ontdekt heeft, wat
u terstond in 't oog is gevallen? Hy moet dus natuurlyk trachten zoodanig
onderzoek te verkomen ...
--Ik heb dit ingezien, antwoordde Havelaar, en, wakker gemaakt door zyn
poging om den _Adhipatti_ te bewegen iets tegen my intebrengen--hetgeen
schynt aantetoonen dat _hy_ beproeven wil de kwestie te verleggen, door
by-voorbeeld _my_ te beschuldigen van ... ik weet niet wat--heb _ik_ me
hiertegen gedekt door afschriften van myn brieven rechtstreeks aan de
Regeering te zenden. In een daarvan komt het verzoek voor, ter
verantwoording te worden geroepen wanneer er misschien mocht worden
voorgegeven dat _ik_ iets misdaan had. Als nu de resident _my_ aantast,
kan daarop in gewone billykheid geen beslissing worden genomen zonder
dat men _my_ vooraf heeft gehoord. Dit is men zelfs een misdadiger
schuldig, en daar _ik_ niets misdaan heb ...
Daar komt de post aan! riep Verbrugge.
Ja, 't was de post! De post, die den volgenden brief meebracht van den
Gouverneur-generaal van Nederlandsch Indie aan den _gewezen_ adsistent-
resident van _Lebak_, Havelaar.

"_Kabinet_. N° 54. _Buitenzorg, 23 Maart 1856_.

De wijze, waarop door u is te werk gegaan, bij de ontdekking of
vooronderstelling van kwade praktijken van de Hoofden in de afdeeling
_Lebak_, en de houding daarbij door u tegenover uwen Chef, den
Resident van _Bantam_, aangenomen, hebben in hooge mate mijne
ontevredenheid verwekt.
In uwe bedoelde handelingen worden evenzeer gemist bezadigd overleg,
beleid en voorzichtigheid, zoo zeer vereischt in eenen ambtenaar met
uitvoering van gezag in de binnenlanden bekleed (_sic_) als begrippen
van ondergeschiktheid aan uwen onmiddelijken superieur.
Reeds weinige dagen na de aanvaarding uwer betrekking hebt gij kunnen
goedvinden, zonder voorafgaande raadpleging van (_sic_) den Resident,
het hoofd van het Inlandsch Bestuur te _Lebak_ te maken tot het
doelwit van bezwarende onderzoekingen.
In die onderzoekingen hebt gij aanleiding gevonden, zonder zelfs uwe
beschuldigingen tegen dat Hoofd door feiten, veel minder bewijzen te
staven, tot het doen van voorstellen, die de strekking hadden een
Inlandsch Ambtenaar van de stempel van den Regent van _Lebak_, een
zestigjarigen doch nog ijverigen Landsdienaar, aan naburige
aanzienlijke Regentengeslachten vermaagschapt, en omtrent wien steeds
gunstige getuigenissen waren uitgebracht, aan eene hem moreel geheel
vernietigende bejegening te onderwerpen.
Daarenboven hebt gij, toen de resident zich ongenegen betoonde aan uw
voorstellen gereedelijk gevolg te geven geweigerd aan het billijk
verlangen van uwen Chef te voldoen om volle opening te geven van
hetgeen u omtrent de handelingen van het Inlandsch Bestuur te
_Lebak_, bekend was.
Zulke handelingen verdienen alle afkeuring, en doen lichtelijk
gelooven aan _ongeschiktheid_ voor het bekleeden eene betrekking bij
het Binnenlandsch Bestuur.
Ik heb mij verplicht gezien, u van de verdere vervulling der
betrekking van Adsistent-resident van _Lebak_ te ontheffen.
Uit aanmerking evenwel van gunstige rapporten, vroeger omtrent u
ontvangen, heb ik in het voorgevallene geen reden willen vinden, om u
het uitzicht op eene wederplaatsing bij het Binnenlandsch Bestuur te
benemen. Ik heb u daarom voorloopig belast met de waarneming der
betrekking van Adsistent-resident van _Ngawi_.
Van uwe verdere handelingen in die betrekking zal het geheel afhangen
of gij bij het Binnenlandsch Bestuur zult kunnen geplaatst blijven."
En daaronder stond de naam van den man, op wiens "_yver, bekwaamheid_ en
_goede trouw_" de Koning zeide te kunnen staat-maken, toen hy diens
benoeming tot Gouverneur-generaal van Nederlandsch Indie onderteekende.
[177]
--We gaan van hier, beste Tine, zei Havelaar gelaten, en hy reikte den
kabinetsbrief aan Verbrugge, die 't stuk las tezamen met Duclari.
Verbrugge had tranen in de oogen, maar sprak niet. Duclari, een zeer
beschaafd mensch, berstte in een wilden vloek uit:
--G.......... ik heb hier in 't bestuur schelmen en dieven gezien ... ze
zyn in eere van hier gegaan, en men schryft aan _U_ zulk een brief!
--'t Is niets, zei Havelaar, de Gouverneur-generaal is een eerlyk man:
hy moet bedrogen zyn ... hoewel hy zich tegen dat bedrog had kunnen
hoeden door my eerst te hooren. Hy is verstrikt in 't web van de
buitenzorgsche ambtenary. We kennen dat! Maar ik zal tot hem gaan en hem
aantoonen hoe hier de zaken staan. Hy zal recht doen, ik ben er
zeker van!
--Maar, als ge naar _Ngawi_ gaat ...
--Juist, ik weet dit! Te _Ngawi_ is de Regent verwant aan het Djokjasche
hof. Ik ken _Ngawi_, want ik was twee jaar lang in de _Baglen_, dat in
de buurt is.[178] Ik zou te _Ngawi_ hetzelfde moeten doen wat ik hier
gedaan heb: dat zou nutteloos heen-en-weer reizen zyn. Bovendien, 't is
my onmogelyk dienst te doen op de proef alsof ik me slecht gedragen had!
En eindelyk, ik zie in dat ik om een eind te maken aan al dat geknoei,
geen ambtenaar moet wezen. Als ambtenaar staan er tusschen de Regeering
en my te veel personen die belang hebben by 't loochenen der ellende van
de bevolking. Er zyn nog meer redenen die my beletten naar _Ngawi_ te
gaan. Die plaats was niet vakant ... ze is voor my open gemaakt, kyk!
En hij toonde in de _Javasche Courant_ die met dezelfde post was
aangekomen, dat inderdaad by 'tzelfde besluit der Regeering waarby hem
het Bestuur van _Ngawi_ werd opgedragen, de adsistent-resident van die
provincie verplaatst werd naar een andere afdeeling die vakant was.
--Weet ge waarom ik juist naar _Ngawi_ moet, en niet naar die vakante
afdeeling? Dat zal ik je zeggen! De resident van _Madiven_, waaronder
_Ngawi_ behoort, is de _schoonbroeder van den vorigen resident van
Bantam_. Ik heb gezegd dat de Regent vroeger zulke slechte voorbeelden
had gehad ...
--Ah, riepen Verbrugge en Duclari tegelyk. Ze begrepen waarom Havelaar
juist naar _Ngawi_ verplaatst werd om op de proef te dienen, of hy zich
misschien beteren zou!
--En om nòg een reden kan ik niet daarheen gaan, zeide hy. De
tegenwoordige Gouverneur-generaal zal spoedig aftreden ... zyn opvolger
ken ik, en ik weet dat er van hem niets te wachten valt.[179] Om dus nog
tydig voor dat arme volk iets te verrichten, moet ik den tegenwoordigen
Gouverneur spreken voor zyn vertrek, en als ik nu naar _Ngawi_ ging, zou
dat onmogelyk wezen. Tine, hoor eens!
--Lieve Max?
--Je hebt moed, niet waar?
--Max, je weet dat ik moed heb ... als ik by je ben!
--Welnu!
Hy stond op, en schreef 't volgend rekwest, naar myn inzien een
voorbeeld van welsprekendheid.

"_Rangkas-Betoeng, 29 Maart 1856_.
_Aan den Gouverneur-Generaal
van Nederlandsch-Indie_.
Ik had de eer te ontvangen uwer Excellentie's kabinetsmissive van 23
dezer, N° 54.
Ik zie me genoodzaakt, in antwoord op dat stuk, Uwe Excellentie te
verzoeken my te verleenen een eervol ontslag uit 's Lands dienst.[180]
MAX HAVELAAR."
Er was te _Buitenzorg_ tot het verleenen van 't gevraagd ontslag niet
zoo langen tyd noodig als er scheen vereischt geweest te zyn voor de
beslissing hoe men Havelaars aanklacht kon afwenden. Dit toch had een
maand gevorderd, en 't gevraagd ontslag kwam binnen weinig dagen te
_Lebak_ aan.
--Goddank, riep Tine, dat je eindelyk jezelf kunt zyn!
Havelaar ontving geen last om 't Bestuur zyner Afdeeling voorloopig
overtegeven aan Verbrugge, en meende dus zyn opvolger te moeten
afwachten. Deze bleef lang uit omdat hy uit een geheel anderen hoek van
Java komen moest. Na byna drie weken wachtens schreef de gewezen
adsistent-resident van _Lebak_, die echter nog altyd als zoodanig was
opgetreden, den volgenden brief aan den kontroleur Verbrugge:

"N° 153 _Rangkas-Betoeng, 15 April 1856_.
_Aan den Kontroleur van Lebak_.[181]
Het is u bewust dat ik by Gouvernements Besluit van den 4den dezer,
N° 4, op myn verzoek eervol ben ontslagen uit 's Lands dienst.
Misschien ware ik in myn recht geweest, na de ontvangst van die
beschikking myn betrekking van adsistent-resident terstond
neerteleggen, daar het een anomalie schynt een funktie te vervullen
zonder ambtenaar te wezen.
Ik ontving evenwel geen aanschryving om myn betrekking overtegeven,
en gedeeltelyk uit besef van de verplichting myn post niet te
verlaten zonder behoorlyk afgelost te zyn, gedeeltelyk uit oorzaken
van ondergeschikt belang, wachtte ik de komst van myn opvolger af, in
de meening dat die ambtenaar spoedig--althans deze maand--zou
arriveeren.
Thans verneem ik van u dat myn vervanger nog niet zoo spoedig kan
verwacht worden--ge hebt, meen ik, die tyding te _Serang_ gehoord--en
tevens dat het den resident verwonderde dat ik, in de zeer byzondere
pozitie waarin ik verkeer, nog niet heb verzocht het Bestuur aan u te
mogen overdragen.
Niets kon my aangenamer zyn dan dit bericht. Want ik behoef u niet te
verzekeren dat ik, die verklaard heb niet anders te kunnen dienen dan
ik hier deed ... ik die voor deze wyze van dienen ben gestraft met
berisping, met een ruïneuze en deshonorante overplaatsing ... met den
last om de arme lieden te verraden die op myn loyauteit vertrouwden
--met de keus alzoo tusschen oneer en broodsgebrek!--dat ik na dit
alles met moeite en zorg elk voorkomend geval te toetsen had aan myn
plicht, en dat de eenvoudigste zaak _my_ zwaar viel, geplaatst als ik
was tusschen myn geweten en de principes van 't Gouvernement waaraan
ik trouw schuldig ben zoolang ik niet ontheven ben van myn ambt.
Deze moeielykheid openbaarde zich vooral by 't antwoord dat ik geven
moest aan _klagers_.
Eens toch had ik beloofd niemand te zullen overleveren aan de rankune
zyner hoofden! Eenmaal had ik--onvoorzichtig genoeg!--myn woord ten
borg gesteld voor de rechtvaardigheid van 't Gouvernement.
De arme bevolking kon niet weten dat die belofte en die borgstelling
gedesavoueerd waren, en dat ik arm en onmachtig alleen stond met myn
zucht voor recht en menschelykheid.
En men ging met klagen voort!
Het was grievend, na de ontvangst der kabinetsmissive van 23 Maart,
dáár te zitten als vermeende toevlucht, als machtelooze beschermer.
Het was hartverscheurend de klachten aantehooren over mishandeling,
uitzuiging, armoede, honger ... terwyl ikzelf nu met vrouw en kind
honger en armoede te-gemoet ga.
En ook 't Gouvernement mocht ik niet verraden. Ik mocht tot die arme
lieden niet zeggen: "gaat en lydt, want het Bestuur _wil_ dat gy
gekneveld wordt!" Ik mocht myn onmacht niet erkennen, één als ze was
met de schande en de gewetenloosheid der raadgevers van den
Gouverneur-generaal.
Ziehier wat ik antwoordde:
"_Terstond kan ik u niet helpen! Doch ik zal naar Batavia gaan, ik
zal den Grooten-Heer spreken over uw ellende_. Hy _is rechtvaardig,
en_ hy _zal u bystaan. Gaat voorloopig rustig naar huis ...verzet u
niet ...verhuist nog niet ... wacht geduldig: ik denk, ik ... hoop
dat er recht zal geschieden!_"
Zóó meende ik, beschaamd over de schending myner toezegging van hulp,
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Max Havelaar - 22
  • Parts
  • Max Havelaar - 01
    Total number of words is 4718
    Total number of unique words is 1466
    41.7 of words are in the 2000 most common words
    54.9 of words are in the 5000 most common words
    61.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 02
    Total number of words is 4515
    Total number of unique words is 1398
    42.4 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    65.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 03
    Total number of words is 4616
    Total number of unique words is 1400
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    54.5 of words are in the 5000 most common words
    61.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 04
    Total number of words is 4394
    Total number of unique words is 1524
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.5 of words are in the 5000 most common words
    59.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 05
    Total number of words is 4605
    Total number of unique words is 1525
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    64.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 06
    Total number of words is 4537
    Total number of unique words is 1524
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 07
    Total number of words is 4473
    Total number of unique words is 1521
    39.7 of words are in the 2000 most common words
    55.4 of words are in the 5000 most common words
    64.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 08
    Total number of words is 4668
    Total number of unique words is 1354
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    60.3 of words are in the 5000 most common words
    67.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 09
    Total number of words is 4673
    Total number of unique words is 1528
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 10
    Total number of words is 4804
    Total number of unique words is 1452
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    59.0 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 11
    Total number of words is 4695
    Total number of unique words is 1375
    43.3 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    65.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 12
    Total number of words is 4623
    Total number of unique words is 1459
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 13
    Total number of words is 4542
    Total number of unique words is 1508
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    56.1 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 14
    Total number of words is 4541
    Total number of unique words is 1486
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    56.9 of words are in the 5000 most common words
    65.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 15
    Total number of words is 4329
    Total number of unique words is 1536
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    48.6 of words are in the 5000 most common words
    56.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 16
    Total number of words is 4488
    Total number of unique words is 1500
    38.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 17
    Total number of words is 4771
    Total number of unique words is 1530
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 18
    Total number of words is 4751
    Total number of unique words is 1352
    45.4 of words are in the 2000 most common words
    61.3 of words are in the 5000 most common words
    68.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 19
    Total number of words is 4534
    Total number of unique words is 1410
    42.2 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 20
    Total number of words is 4566
    Total number of unique words is 1424
    40.3 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    65.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 21
    Total number of words is 4328
    Total number of unique words is 1360
    42.0 of words are in the 2000 most common words
    57.5 of words are in the 5000 most common words
    65.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 22
    Total number of words is 4303
    Total number of unique words is 1538
    36.9 of words are in the 2000 most common words
    53.0 of words are in the 5000 most common words
    61.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 23
    Total number of words is 4436
    Total number of unique words is 1701
    33.4 of words are in the 2000 most common words
    48.5 of words are in the 5000 most common words
    56.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 24
    Total number of words is 4302
    Total number of unique words is 1717
    31.6 of words are in the 2000 most common words
    47.1 of words are in the 5000 most common words
    54.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 25
    Total number of words is 4287
    Total number of unique words is 1748
    32.1 of words are in the 2000 most common words
    47.2 of words are in the 5000 most common words
    54.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 26
    Total number of words is 4340
    Total number of unique words is 1695
    33.0 of words are in the 2000 most common words
    50.3 of words are in the 5000 most common words
    56.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 27
    Total number of words is 4279
    Total number of unique words is 1644
    32.8 of words are in the 2000 most common words
    49.3 of words are in the 5000 most common words
    57.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Max Havelaar - 28
    Total number of words is 942
    Total number of unique words is 488
    52.4 of words are in the 2000 most common words
    66.6 of words are in the 5000 most common words
    75.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.