Kerkhofblommen - 7

Total number of words is 3408
Total number of unique words is 1314
38.2 of words are in the 2000 most common words
49.5 of words are in the 5000 most common words
55.7 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.

De dood is onmeêdoogend,
en God alleene laat
den mensch, het Kruis hem toogend,
nog hope en goeden raad.
Dat stierf dat zal herleven,
zoo zegt hij, en daar is,
voor al dat wierd misdreven,
bij mij vergiffenis.
Ik steek de hand, als Vader,
u, kranke kinderen, toe;
aanveerdt ze, en komt mij nader,
die de eerste stappen doe!
Gelukkig zijn zij allen,
die, hemelwaards genood,
in 's Vaders handen vallen,
en leven, spijts de dood!

CXLVII
Hoogeerw. Heer D.P.A. DE HAERNE
Blijve in 't Vlaamsch uw' naam niet ongemeld,
die, uw' taal niet looch'nend, ed'le held,
God en Kerke en Burger trouw gediend,
groot en kleen bleeft vaste en goede vriend!
Die, ja, stomme en doove spreken liet,
zwijg' dit steen uw weldoen immer niet,
maer, De Haerne, ontluike't, te uwer eer:
geldloos stierf hij, schatrijk bij den Heer!

CXLVIII
S.A.
1891
Vermaak en wist zij grooter geen,
als kinders Godwaarts op te lee'n;
en, elk tot raad en daad bereid,
te helpen met ootmoedigheid.
De ware liefde Gods geleerd,
die 't altijd al in 't beste keert,
en kende zij noch nijd noch haat;
en goed, ja, raapte ze uit het kwaad.
Zoo minde en leefde en leed zij wel,
gesteund op haren Kruisgezel;
tot dat zij, 't lijden uitgeleefd,
den laatsten strijd gestreden heeft.
Aan wien was heel heur hert bekend?
Aan u die weent heur lijk omtrent;
aan U, o God, die 't groot geduld
van al heur liefde kroonen zult!

CXLIX
Z.H.B.
1891
Onschuldig kind, na korte dagen
hebt gij den Heer reeds opgedragen
uw' schoone ziel;
maar bitter maalt, door 't leed gedreven,
uw Moeders en uw Vaders leven
het smertenwiel!
Het zij zoo 't moet: 't en helpt geen klagen;
op dezen moge, en alle dagen,
Gods wil geschiên!
Ach bidt voor ons, en blijft daarboven
den God van al dat goed is loven...
Tot wederzien!

CL
Eerweerde Zuster MARIE-STANISLAS
Moeder-Overste van Sint-Jansput te Kortrijk
1891
Zoo zedig, zoo zorgvuldig en
zoo zelfvergetend wezen
en hadde ik nooit te huldigen,
en kende ik nooit voordezen.
Bekommerd in al 't minste dat
den evenmensch kon baten,
zoo had zij 't leven opgevat,
in al heur doen en laten.
Heure overheid was neder zijn,
en dienen te allen stonden
den Gene, die nu weder zijn
goê dienstmaagd heeft gevonden.

CLI
L.D.K.
1891
Vergeet hem niet, dien braven man,
dien man van de oude Gulde,
die dertig jaar de vesten van
de steê met eerde vulde.
Vergeet hem niet, die 's Konings kruis
aanveerden mocht met eeren;
en, moegewerkt, trok weêr naar huis,
vol hope in 't Kruis des Heeren.
Vergeet niet, al die werkers zijt,
't goed voorbeeld na te leven;
dat hij, bij goed- en kwaden tijd,
ulieden kwam te geven.
Vergeet hem niet, voor wien hij, dag
en nacht, zijn werk besteedde;
en zorgt zoo hij te zorgen plag,
gij vrouwe, en kinderen mede.
Vergeet, o Volk van Kortrijk, niet,
maar spreekt voor hem ten besten
bij God, als gij zijn werk beziet,
en wandelt langs de vesten.

CLII
M.D.V.H.
1891
Eilaas, mijn licht is uitgedoofd,
nu dat mijn uitverkoren,
mijn eerste kind is weggeroofd,
en uit mijne oog verloren.
Mijn' huwlijkshope is heel vergaan,
Gods banden zijn ontloken;
en, felle dood, uw bitter slaan
heeft gansch mijn hert gebroken.
Gij liet eene enk'le blomme mij,
één teeder blomke blijven;
och spaart het, Heere, of komme mij
de dood met hem ontlijven!
Neen... vaster vele als alle smert
wille ik mijn' hope bouwen;
en, Jesu, op uw lijdend Hert
mijn kind en mij betrouwen!

CLIII
M.L.
1891
Geboren voor des werelds oogen
vol vreedzaamheid, vol mededoogen,
onschuldig als een kind, zoo koos
zij 't rechte pad en 't beste altoos.
Maria als een Moeder minnend,
heur Mans geluk en troost bezinnend,
zoo was zij lief en leed bereid
te dragen met zachtmoedigheid.
Een voorbeeld, onverwist, elk zijnde,
terwijl zij naar den Hemel pijnde,
zoo is 't dat zij, bij God bekend,
heeft 's levens korten loop volend.
Gelukkige! Uit de hooge zalen
en wou zij niet meer nederdalen,
maar wenkt van daar, en spoort ons aan
om waar zij ging heur na te gaan.

CLIV
B.L.H.
1891
Zoo 't eens was uit Gods hand gekomen,
zoo heeft Hij 't weêr tot Hem genomen
en losgedaan
uit 's lichaams leed en lastigheden,
die 't onverbidlijk lijden deden
en pijne uitstaan.
't En kon niet meer... 't Was moegelegen,
zijn stemme sprak zijn herte tegen,
en 't doolde rond,
onwetend waar, tot dat, zijn wezen,
zijn handen bei tot God gerezen,
het ruste vond.
Ach, ruste en vrede u zij geschonken:
den bitt'ren kelk hebt ge uitgedronken
en God bemind;
ons Heere weet zijn vrienden weunen,
gij meugt op zijn beloften steunen,
onschuldig kind!

CLV
L.L.
1891
Al liefde, en anders niet,
hebt ge in uw lijkvat mede,
o Engelken, dat ons
zoo hoog verheugen dede;
maar dat, onvaste alhier,
verblijvende, éénen stond,
een' hooger', ver van ons,
een' hooger' woonsteê vond!
Vaartwel, ons beider beeld,
en, bij den Heer verscholen,
blijft eene leidsterre ons,
die nog op de aarde dolen!

CLVI
Eerw. Pastor P. BUSSCHAERT
1891
Zijn herte zong, van binnen hem,
een lied dat de Engelen hoorden;
dat somtijds uit zijne oogen sprak,
en tintelde in zijn' woorden;
maar dat eilaas, dit tranendal
onweerd, bij hooger zangen
behoorde als bij al 't weegedreun
der duistere levensgangen.
De vriend is weg, te lijve, ja;
maar ongenaakbaar, boven
dit lijdensperk, den wolkendoek
voor altijd weggeschoven
van 't eeuwig schoone, aanbidt hij nu,
en zingt, in 't driemaal heilig,
zijn erflijk deel, voor al dat hij
hier uitstond, ginder veilig.

CLVII
L.P.
1891
Zij was den Heere, in 't dagelijksch werk
en in zijn huis, verbonden;
daar heeft ze God beproefd en, als
het goud, hem weerd gevonden.
o Kinders, volgt uw' moeder na,
zoo zij was, tracht te wezen
godvruchtig, neerstig, eerbaar, kloek
in 't hopen; en, na dezen,
zoo zult gij haar aanschouwen in
Gods huis, niet meer in 't lijden,
maar eeuwiglijk, met al die haar
beminden, in 't verblijden.

CLVIII
B.S.
1891
Te midwege op de levensbaan
zoo vroeg reeds mogen binnengaan
in 't eeuwig, 't ander leven;
wie 'n zou niet, om zoo schoon een kans,
een honderdjarig leven gansch
en geheel ten besten geven!

CLIX
N.
1891
Een jong man kan,
een oud man zal,
als alles moet begeven,
dat rechte staat,
dat vaste staat,
dat leeft of schijnt te leven.

CLX
V.H.
1892
Vaartwel, Vincent! In 't ander leven
zal God u loon naar werken geven,
terwijl wij hier nog lange jaren
't geheugen van uw' deugd bewaren.
Zoo gij waart zijnder weinig, heden;
zoo vol van eere en dienstbaarheden;
getrouwe uw' meesters, en uw leven
bereid voor hen in pand te geven!
Zoo diendet gij, en, vriend van allen,
zoo zijt gij ons en elk ontvallen!
Vaarwel, nog eens! En, moge 't wezen
dat wij u zien verblijd nadezen,
waar God eens zal aan groot- en kleenen
hem zelve als hoogsten loon verleenen.

CLXI
C. PH. S.
1892
Ach, vier onnoozele schaapkens, 'k laat
u moederloos in 't leven;
wie zalder nu, zoo moeder deed,
u hulpe en bijstand geven?
g'Hebt vader nog, die mij bemint,
die u bemint te gader;
weest Gij, o God, weest hem en hun
een toevlucht en een vader!
o Kinderkens, o vader lief,
vaartwel nu; eens na dezen
zal 't eeuwig, eeuwig blijdschap zijn,
zal 't altijd samen wezen!

CLXII
O.V.M.
1892
Geliefden, die ik achterlate
in eere en deugd getogen,
zoo veel 't een' Moeder machtig was
met God en al heur pogen;
gedenkt hoe ik geleden heb;
hoe, dag en nacht gedwongen
en eindelinge eens ben losgerocht
en 's werelds leed ontsprongen!
't Verheugt mij nu, veel meer als ooit
het leed mij kon doen lijden,
't oneindig onverstaanbaar zijn
van 's hemels hoog verblijden.
Vaartwel dan. 't Gene ik trachtte in u
te stichten, blijve 't wezen
en wassen, tot zijn' volheid, in
elk een van u, nadezen!
En, leedt gij, waar' 't zoo vele als ik,
blijft, vaste en onbewogen,
uw' Vader en uw' Moeder weerd,
naar 't eeuwig welzijn pogen!


AANTEEKENINGEN.

De bovenstaande _zielgedichtjes_, op twee of drie naar, wierden gedrukt
op doodbeeldekens, en uitgedeeld in de kerke, ter nagedachtenisse van
gekende overledenen.
Het gebruik van lijkbeeldekens, -- doodsantjes (dood-_Sanctjes_),
doodsentjes, doodsintjes, rouwzantjes, rouwzentjes, rouwzintjes,
zarkskes, zerkskes, bidprentjes, gedachtenissen, suffragetjes,
briefkens, texten heet men ze ook, -- wierd ingevoerd onder het "heilig
ende zalig gedacht" dat de _diptycha_, de _obituaria_, de doodboeken, de
grafzerken, en andere gedenkteekens van overledenen, ten gronde ligt.
Gelijk de _diptycha_ vindt men de doodprentjes bij streken op den autaar
liggen, bijvoorbeeld tot Neuss, in Westfalenland; tot Iper, tot Gent en
elders heet men ze, als of 't afgedrukte zerksteenen waren, _zerkskes_,
_zarkskes_.
Gelijk de boeken, de boekversierselen en de heiligenbeeldekens, zoo
wierden eertijds de doodsantjes met der hand _gescreven_, zoo men zei,
dat is _geschilderd_. De achtbare Vrouwe E. Van Steenkiste-Van der
Meersch, tot Brugge, bezit, onder menige andere, een doodprentje dat op
pergament geschilderd wierd, ter nagedachtenisse van zaliger Mijn
Hoogweerdigsten Heer _Humbert-Wilhelm a Precipiano_, Aartsbisschop van
Mechelen, overleden op den 10 Junij 1711.
De naaste doodprentjes, van ouderdoms wegen, zijn van geëtste,
gestekene of gesnedene platen gedrukt; de twee oudste die men kent zijn,
't eene, van den 9 Mei 1755, 't andere van den 5 Januarij 1759. Z. _Rond
den Heerd_, 1876, bl. 68 en 72.
De gedrukte doodprentjes van meer als honderd jaar oud zijn meest al
Hollandsche en, onder andere, van den volgenden inhoud:
1. "Bid voor de ziel van zaliger de Heer _Louis Michel_, overleden den
16den December, 1758, in Amsterdam."
2. "Bid voor de ziel van zaliger den Heer _Willem van Brienen_.
Overleden den 26sten Januarij MDCCLXX, in Amsterdam. _Requiescat in
pace_."
3. "Bidt voor de ziel van zaliger _Barent Woortman_, overleden den 26
May 1775, in Amsterdam. Heere, geeft hem de eeuwige Rust. Amen."
4. "Bidt voor de ziel van zaliger _Jacques Joseph de Pret_. Overleden
den 28 July 1784, in Antwerpen."
5. "Bidt voor de ziel van zaliger vrouwe Cornelia Carolina Josepha _De
Bosschaert_, geboore De Pret, overlede den 20 February 1789, in
Antwerpen. R.I.P."
6. "Bid voor de ziel van zaliger vrouwe _Joanna Josepha Vermoelen_,
geboore De Pret. Overlede den 22 Mey 1789, in Antwerpen. R.I.P."
7. "Bid voor de ziele van zaliger den Heere _Arnoldus Franciscus
Josephus Bruno De Pret_. Overleden den 1 Augusti 1797, R.I.P."
8. "Bid voor de ziel van vrouwe _Maria Theresia Josepha Moretus_,
geboren Borrekens. Overleden 5 Mey 1797. R.I.P."
9. "Bid voor de ziel van zaliger vrouwe _Maria Agnes Michel_,
Douariere van zaliger den Heer Jean Philip Gilles. Overleden 31
January 1800, in Amsterdam. R.I.P."
Het zij bemerkt dat M'Her _Louis Michel_ (nº 1) de vader was van _Maria
Agnes Michel_ (nº 9), vrouwe van M'Her _Jan Philip Gillès_, overleden t'
Amsterdam 31 Jan. 1800. M'Her _Louis Gillès-de Pret_, zoon van M'Her
_Jan Philips Gillès_, (Amsterdam 22 Nov. 1761 † Hove bij Antwerpen 22
Nov. 1811), was de vader van M'Her _Louis Baron Gillès de Pélichy-de
Pélichy_, (Antwerpen 25 Junij 1798 † 29 April 1876), begraven tot
Iseghem 3 Mei 1876; wiens zoon M'Her _Alexander Baron Gilles Pélichy
van Caloen_, geboren tot Antwerpen 17 Dec. 1845, heden ten dage het
adellijk slot _het Blauwhuis_ bewoont, tot Iseghem. Zie bl. 42, het stuk
_Gouden Roozen_.
Mevrouwe Gillès de Pret, van Antwerpen, liet, in de jaren 1790 twee
prentjes drukken ter zaliger gedachtenisse van Louis XVI en van
Marie-Antoinette; ze worden bewaard in de huiscapelle van Alexander
Baron Gillès de Pélichy-Van Caloen.
Over Antwerpen kwamen de doodprentjes uit Holland naar Vlanderen;
Joufvrouw Marie Therese van Veldriel, van Antwerpen, liet prentjes
drukken voor haren echtgenoot, Heer Dominicus Vercruysse, overleden te
Kortrijk op den 28 Mei 1805; daar wierden er gedrukt voor haren
schoonzoon, Heer Saveris Vercruysse, overleden tot Kortrijk op den 13
December 1805; en eindelijk ook voor haar, wanneer zij kwam te
overlijden, tot Kortrijk, op den 7 Feb. 1807.
Tot Brugge wierden er doodprentjes gedrukt ter zaliger gedachtenisse van
pastor _Jacop Wielmaecker_, van de Potterye, schielijk overleden 12
Maarte 1814; "van den overleden Eerweêrden en Edelen Heer _Charles De
Schietere Caprycke_, die zijn levensloop heeft besteed tot zaligheyd der
zielen en de onderwyzinge der jeugd der stad Brugge. Geboren den 22
September 1762. Priester gewyd ten jare 1787. Ende gestigt heeft eene
algemeyne Zondagschoole tot onderwys, zoo voor het geestelyk als tydelyk
van boven de 1400 arme en behoeftige kinderen van beyde geslagten...
Gestorven den 18 July 1815, in den ouderdom van 52 jaren."
Op een ander prentje van dien tijd staat er: "Naer alles verlaeten te
hebben, heeft hij Hem (Jesum) gevolgd. Matth. _P. Desiderius Van Huerne_
van edele ouders gebooren den 11n February 1780, te Brugge in
Vlaenderen. Naer zyne studien zoo tot Douay als tot Loven voltrokken te
hebben, is nae Pollockx in wit Rusland vertrokken, en aldaer in de
Societeyt Jesu aengenomen en tot Oswalda den 25 April 1816, nog geen
priester zijnde, overleden. R.I.P."
't Oudste doodsantje dat op een landsche parochie spreekt, in de beide
Vlanderen, is dat "van den hoog edelen Heer
Philippus-Josephus-Maria-Ludovicus-Gislenus _graeve de Croix en van
Moen_, Baron van Wynghene, heer van Dadizeele en Moorslede, etc. etc.
Overleden te Dadizeele, den 4 Januarius 1820, in den ouderdom van 46
jaren en 6 maanden. R.I.P. God en de menschen aengenaem, wiens
gedagtenis is in zegening. Eccli, C. 45, VI."
Tot in 't jaar 1830 en was 't maar voor de priesters en voor de leden
van de aanzienlijkste geslachten dat men doodprentjes uitdeelde: dertig,
veertig, vijftig ten hoogsten, en ter gelegentheid van groote
uitveerden. Later is 't gebruik algemeender geworden, zoo nochtans dat
het uitdeelen van doodprentjes nog altijd blijft gelden als een teeken
van welhebbende treffelijkheid.
De vroegste doodprentjes zijn op pergament gedrukt. Tot in 't j. 1830
gaf men nog pergamenten beeldekens aan de naaste en beste vrienden,
papierene aan iedereen. Die op geglansd papier gedrukt zijn komen
doorgaans uit Oostende, uit Luik of uit Antwerpen.
Op den eenen kant van het doodbeeldeken pleegt een _Sanct_, een
_Sanctje_, een Heilige, of wel eenen schets uit het heilig Schrift
verbeeld te staan; de kwade smaak van Parijs heerschte over die
verbeeldingen, van t' halven de jaren 1830 tot 1860, wanneer de zucht
naar eigen schoon opkwam en wederom begon de overhand te krijgen.
In steê van Santen en Santinnen, enz., vindt men ook verbeeldingen van
de kerke waar de overledene geuit wierd, ofwel 't beeld van den
overledene zelve, 't zij in druk, 't zij in lichtprente nagetrokken.
Op den anderen, op den _aarkant_ van 't beeldeken staat soms een
zerksteen uitgeprent, met de vier Evangelistenteekens op de hoeken; soms
eene kruisgedaantige lijste, soms eene andere. Binnen in die lijste, of
ook ongelijst, staat de zoo gezeide _text_.
De oudste texten vragen eenvoudiglijk, zonder eenige aanhalinge uit de
Schrifture, een gebed voor zaliger zulk of zoo eenen, die overleed...
enz. Later wordt daar eene schriftuurplaatse, in 't latijn en in de
volkstale, bijgevoegd, b.v.: _Timenti Dominum bene erit in extremis._
Die den Heere vreest zal wel vaeren in zijn uytersten."
Naast het vermeerderd, dikwijls kraafsch en ongepast aanhalen der
Schrifture, enz. is, sedert 1870, het bijvoegen van eenen gedeeltelijken
stam- of geslachtsboom in zwang gekomen, dat eene verbeteringe is.
In Brabant zet men den begraafdag, de zielmissen, en meer andere
inlichtingen, op de doodsantjes. Wat de prenten betreft, ze zijn
onderworpen aan de goedkeuringe van kanonik Reusens, en Zijne
Hoogweerdigheid de Aartsbisschop heeft daarover eenen herderlijken brief
doen lezen in al de kerken van 't Mechelsche.
Voor Heere ende Meester Jan Frans De Broyer, S.T.L., geboortig van
Buysinghen, bij Halle, en overleden, Pastor zijnde van Moorsel bij
Aelst, op den 25 April 1830, wierd een doodprentje gedicht op rijm, en
't is het eerste van dien aard dat in eene kostelijke en wel vertierde
verzamelinge van meer als 100.000 stuks te vinden is.
Dit _zielgedichtje_ luidt als volgt:
Stae leêzer!... onder deézen zerk
Ligt 't puyk der Priest'ren van Gods kerk,
Die godsgeleerdheyd gantsch had ingeswolgen:
Wiens slissing, in het zeden-vak,
Hoe zeer het ook vol spitsen stak,
Den bleeken angsteling gerust mogt volgen
Maer ah!... die zuyl, die hemel-spoór,
Die _weldaed_ noyt uyt 't oog verloór,
Is 't haestig nog van d'aerd geweéken,
Gy, die hem altyd hebt bemind,
Wil voór de ziel van uwen vriend
Een woord by God ten besten spreeken.
Later maakte de eerweerde Heer D. Cracco, leeraar in 't kleen seminarie
tot Rousselaere (en dichter van 't voorgaande?) dit volgend berijmd
doodsantje:
Wees gedachtig de ziel van _Amandus Bral_, geboren te Thielt den 17
April 1814, overleéden in het kleyn Seminarie te Rousselaere den 20
Junius 1833.
O ydelheyd der ydelheden!
Hoe broos is alles hier beneden!
O jongeling, wat is uw roem?
Uw jeugd gelykt de teere bloem.
Een killen mist komt opgevaeren,
En drukt de purperroode blaêren
Der bloem, die frisch ontloóken staet:
En zy verslenst, valt neêr, vergaet.
Zoo viel voor Bral den bloey van 't leéven!
Doch 't dierbaerste is hem bygebleéven,
De Deugd, zyn liefste hertsvriendin.
Met haer trad hy den hemel in.
Twee jaar daarna wierden de zelfste rijmreken, op weinige woorden na,
toegepast op een ander, aldus:
"Bid voor de ziel van d'Heer _Petrus Raymondus Lefevere_, geboóren te
Rousselaere den 6 Mey, en aldaer overleden den 25 Maerte 1835.
O ydelheyd der ydelheden!
Hoe broos is alles hier beneden!
O jongeling, wat is uw roem?
Uw jeugd gelykt de teere bloem.
Een killen mist koómt opgevaeren,
En drukt de purperroode blaeren
Der bloem, die frisch ontloken staet;
En zy verslenst, valt neer, vergaet.
Zoo viel Lefevers bloey van 't leéven!
Maer 't dierbaerste is hem bygebleéven,
De Deugd, zyn liefste hertsvriendin,
Met haer treéd hy den hemel in."
Het volgende is waarschijnelijk van de zelfste hand:
Gedagtenis van den deugdzaemen jongeling _Henricus Josephus Van Hecke_,
leerling der grammatica in het Kleyn Seminarie te Rousselaere,
overleéden te Beveren, zyne geboórte-plaets, in den ouderdom van 21
jaeren.
O jongheyd, die dit leést, denk toch een wyl op hem,
Die t' saem met ons de vrugt der schoone lett'ren plukte,
De wysheyd leerde door de zelve vaderstem,
Maer wien de dood te vroeg aen onze schoól ontrukte.
Van iedereen geliefd, in 't midden zyner jeugd,
Viel hij als eene bloem gescheurd van haeren stengel.
Doch neen! hy was reeds rijp; en zagtjens trok Gods engel
Hem van deéze aerde, en bragt hem in des hemels vreugd.
Nog een leerling van 't kleen Seminarie te Rousselaere maakte, twee jaar
later, liggende op zijn sterfbedde, zijn eigen zielgedichtje. 't Was
Désiré de broeder van zaliger den eerweerden Heer De Corte; hij stierf
tot Sint-Lievens Hautem, zijn geboortedorp, op den 21 Januarij 1837, oud
21 jaar. Zijn doodprentje luidt aldus:
"'t Ellendig vleesch alleen kan sterven:
De ziel schiep God voor de eeuwigheyd;
Voor haer heeft hy dit goed bereyd,
Dit hemelsch goed, dat haer de dood doet erven.
Zeg dan, o dood, waer is uw strael?
Waer is, o dood, uw zegeprael,
Daer gy my doet een eeuwig goed verwerven?"
Het gebruik van doodsantjes te laten drukken, van ze uit te deelen binst
het ten offeren gaan, van ze in de kerke rond te geven, van ze ten huize
te doen bestellen, voor of na de begravinge, enz. is uit de Nederlanden
overgegaan naar Engeland, Duitschland, Vrankrijk, America, Italien,
Polen, en misschien nog andere landen.
Buiten het nut dat het uitdeelen van doodprentjes heeft, wanneer men 't
beschouwt als een werk van liefdadige en stichtelijke godvruchtigheid,
kan eene goede verzamelinge zulker gedrukte oorkondschepen alleszins te
passe komen bij de lieden die taalgeleerdheid, namenkunde,
geslachtkunde, gouwspraakkunde betrachtende zijn.
Tot bewijs van dit zeggen dient het gebeurde op den koopdag van zaliger
K. Kanonik De Ridder, overleden tot Mechelen in 't jaar 1876. Op dien
koopdag immers zijn 2500 doodsantjes van overledene Priesters uit het
Mechelsche 65 fr. toegeslegen; 2500 van Priesters buiten 't Mechelsche
60 fr.; 2150 van Edelliên 55 fr. Onder de gadinghebbenden was de zeer
eerweerde Heer K. Kanonik Reusens, die hoogde voor de boekenkamer van de
hoogschole tot Leuven.
Voor de bovenstaande inlichtingen blijve ik allen dank schuldig aan de
dienstveerdige bereidwilligheid van den eerweerden Heer Leopold Slosse,
Pastor van Coyghem, den eigenaar en den kundigen zanter van de meer als
100,000 zerkskes of doodbeeldekens, waarvan hooger sprake was.


INHOUD.

Kerkhofblommen
Zoo daar ooit
't Was de ure dat
Traagzaam trekt
_De profundis!_
Dood was de stam
Ha! beklaagt hem
Kwade dag
Ten paradijze
Lijkrede
Bezoek bij 't graf
Nog eens
Jaargetijde
Het Kruis
Uit het Italiaansch
_R.I.P._
Het kindeke van de dood
Gouden Roozen
Zielgedichtjes
Alfons Danneels
Pius IX
Ridder Alfons Loosveldt
F.A.J. Baron Bethune
Eerw. H. Dhoop
Hendrik Conscience
L.E. Vanderghinste
De Moeder van P. Benoit
Deken L.-L. De Bo
Eerw. H. Victor Van Coillie
Eerw. P. Ameet Vyncke
Eerw. H. Emile De Monie
Hoogw. H. D.P.A. De Haerne
Eerw. zuster overste M. Stanislas
Eerw. H. Pastor Busschaert
You have read 1 text from Dutch literature.
  • Parts
  • Kerkhofblommen - 1
    Total number of words is 4158
    Total number of unique words is 1525
    38.8 of words are in the 2000 most common words
    53.3 of words are in the 5000 most common words
    59.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Kerkhofblommen - 2
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 1482
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    61.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Kerkhofblommen - 3
    Total number of words is 4165
    Total number of unique words is 1352
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    57.2 of words are in the 5000 most common words
    63.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Kerkhofblommen - 4
    Total number of words is 4174
    Total number of unique words is 1285
    44.3 of words are in the 2000 most common words
    59.6 of words are in the 5000 most common words
    65.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Kerkhofblommen - 5
    Total number of words is 4192
    Total number of unique words is 1337
    42.3 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    64.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Kerkhofblommen - 6
    Total number of words is 4075
    Total number of unique words is 1245
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    57.8 of words are in the 5000 most common words
    64.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Kerkhofblommen - 7
    Total number of words is 3408
    Total number of unique words is 1314
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    55.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.