Statenvertaling - 5 - 11

Total number of words is 4301
Total number of unique words is 943
55.0 of words are in the 2000 most common words
70.8 of words are in the 5000 most common words
79.0 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
14. Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en verhindert hen
niet tot Mij te komen; want derzulken is het Koninkrijk der
hemelen.
15. En als Hij hun de handen opgelegd had, vertrok Hij van daar.
16. En ziet, er kwam een tot Hem, en zeide tot Hem: Goede
Meester! wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven
hebbe?
17. En Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed
dan Een, [namelijk] God. Doch wilt gij in het leven ingaan,
onderhoud de geboden.
18. Hij zeide tot Hem: Welke? En Jezus zeide: [Deze]: Gij zult niet
doden; gij zult geen overspel doen; gij zult niet stelen; gij zult
geen valse getuigenis geven;
19. Eer uw vader en moeder; en: Gij zult uw naaste liefhebben als
uzelven.
20. De jongeling zeide tot Hem: Al deze dingen heb ik onderhouden
van mijn jonkheid af; wat ontbreekt mij nog?
2989
21. Jezus zeide tot hem: Zo gij wilt volmaakt zijn, ga heen, verkoop
wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben
in den hemel; en kom herwaarts, volg Mij.
22. Als nu de jongeling dit woord hoorde, ging hij bedroefd weg;
want hij had vele goederen.
23. En Jezus zeide tot Zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, dat een
rijke bezwaarlijk in het Koninkrijk der hemelen zal ingaan.
24. En wederom zeg Ik u: Het is lichter, dat een kemel ga door het
oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk
Gods.
25. Zijn discipelen nu, [dit] horende, werden zeer verslagen,
zeggende: Wie kan dan zalig worden?
26. En Jezus, [hen] aanziende, zeide tot hen: Bij de mensen is dat
onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.
27. Toen antwoordde Petrus, en zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles
verlaten, en zijn U gevolgd, wat zal ons dan geworden?
28. En Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij, die Mij
gevolgd zijt, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen
zal gezeten zijn op den troon Zijner heerlijkheid, dat gij ook zult
zitten op twaalf tronen, oordelende de twaalf geslachten Israels.
29. En zo wie zal verlaten hebben, huizen, of broeders, of zusters, of
vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijns
Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen, en het eeuwige
leven beerven.
30. Maar vele eersten zullen de laatsten zijn, en vele laatsten de
eersten.


2990
Matthéüs
Hoofdstuk 20
1. Want het Koninkrijk der hemelen is gelijk een heer des huizes,
die met den morgenstond uitging, om arbeiders te huren in zijn
wijngaard.
2. En als hij met de arbeiders eens geworden was, voor een
penning des daags, zond hij hen heen in zijn wijngaard.
3. En uitgegaan zijnde omtrent de derde ure, zag hij anderen, ledig
staande op de markt.
4. En hij zeide tot dezelve: Gaat ook gij heen in den wijngaard, en
zo wat recht is, zal ik u geven. En zij gingen.
5. Wederom uitgegaan zijnde omtrent de zesde en negende ure,
deed hij desgelijks.
6. En uitgegaan zijnde omtrent de elfde ure, vond hij anderen ledig
staande, en zeide tot hen: Wat staat gij hier den gehelen dag
ledig?
7. Zij zeiden tot hem: Omdat ons niemand gehuurd heeft. Hij zeide
tot hen: Gaat ook gij heen in den wijngaard, en zo wat recht is,
zult gij ontvangen.
8. Als het nu avond geworden was, zeide de heer des wijngaards,
tot zijn rentmeester: Roep de arbeiders, en geef hun het loon,
beginnende van de laatsten tot de eersten.
9. En als zij kwamen, die ter elfder ure [gehuurd] [waren],
ontvingen zij ieder een penning.
10. En de eersten komende, meenden, dat zij meer ontvangen
2991
zouden; en zij zelven ontvingen ook elk een penning.
11. En [dien] ontvangen hebbende, murmureerden zij tegen den heer
des huizes,
12. Zeggende: Deze laatsten hebben [maar] een uur gearbeid, en gij
hebt ze ons gelijk gemaakt, die den last des daags en de hitte
gedragen hebben.
13. Doch hij, antwoordende, zeide tot een van hen: Vriend! ik doe u
geen onrecht; zijt gij niet met mij eens geworden voor een
penning?
14. Neem het uwe en ga heen. Ik wil dezen laatsten ook geven,
gelijk als u.
15. Of is het mij niet geoorloofd, te doen met het mijne, wat ik wil?
Of is uw oog boos, omdat ik goed ben?
16. Alzo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten;
want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.
17. En Jezus, opgaande naar Jeruzalem, nam tot Zich de twaalf
discipelen alleen op den weg, en zeide tot hen:
18. Ziet, wij gaan op naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal den
overpriesteren en Schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij
zullen Hem ter dood veroordelen;
19. En zij zullen Hem den heidenen overleveren, om Hem te
bespotten en te geselen, en te kruisigen; en ten derden dage zal
Hij weder opstaan.
20. Toen kwam de moeder der zonen van Zebedeus tot Hem met
haar zonen, [Hem] aanbiddende, en begerende wat van Hem.
21. En Hij zeide tot haar: Wat wilt gij? Zij zeide tot Hem: Zeg, dat
deze mijn twee zonen zitten mogen, de een tot Uw rechter- en de
ander tot Uw linker [hand] in Uw Koninkrijk.
2992
22. Maar Jezus antwoordde en zeide: Gijlieden weet niet wat gij
begeert; kunt gij den drinkbeker drinken, dien Ik drinken zal, en
met den doop gedoopt worden, waarmede Ik gedoopt worde? Zij
zeiden tot Hem: Wij kunnen.
23. En Hij zeide tot hen: Mijn drinkbeker zult gij wel drinken, en
met den doop, waarmede Ik gedoopt worde, zult gij gedoopt
worden; maar het zitten tot Mijn rechter-, en tot Mijn linker
[hand], staat bij Mij niet te geven, maar [het] [zal] [gegeven]
[worden] dien het bereid is van Mijn Vader.
24. En als de [andere] tien [dat] hoorden, namen zij het zeer kwalijk
van de twee broeders.
25. En als Jezus hen tot Zich geroepen had, zeide Hij: Gij weet, dat
de oversten der volken heerschappij voeren over hen, en de
groten gebruiken macht over hen.
26. Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u zal
willen groot worden, [die] zij uw dienaar;
27. En zo wie onder u zal willen de eerste zijn, die zij uw
dienstknecht.
28. Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te
worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven [tot] een
rantsoen voor velen.
29. En als zij van Jericho uitgingen, is Hem een grote schare
gevolgd.
30. En ziet, twee blinden, zittende aan den weg, als zij hoorden, dat
Jezus voorbijging, riepen, zeggende: Heere, Gij Zone Davids!
ontferm U onzer.
31. En de schare bestrafte hen, opdat zij zwijgen zouden; maar zij
riepen te meer, zeggende: Ontferm U onzer, Heere, Gij Zone
2993
Davids!
32. En Jezus, [stil] staande, riep hen en zeide: Wat wilt gij, dat Ik u
doe?
33. Zij zeiden tot Hem: Heere! dat onze ogen geopend worden.
34. En Jezus, innerlijk bewogen zijnde met barmhartigheid, raakte
hun ogen aan; en terstond werden hun ogen ziende, en zij
volgden Hem.


2994
Matthéüs
Hoofdstuk 21
1. En als zij nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-
fage, aan den Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen,
zeggende tot hen:
2. Gaat heen in het vlek, dat tegen u over [ligt], en gij zult terstond
een ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt
ze, en brengt ze tot Mij.
3. En indien u iemand iets zegt, zo zult gij zeggen, dat de Heere
deze van node heeft, en hij zal ze terstond zenden.
4. Dit alles nu is geschied, opdat vervuld worde, hetgeen gesproken
is door den profeet, zeggende:
5. Zegt der dochter Sions: Zie, uw Koning komt [tot] u,
zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde een
jong ener jukdragende [ezelin].
6. En de discipelen heengegaan zijnde, en gedaan hebbende, gelijk
Jezus hun bevolen had,
7. Brachten de ezelin en het veulen, en leiden hun klederen op
dezelve, en zetten [Hem] daarop.
8. En de meeste schare spreidden hun klederen op den weg, en
anderen hieuwen takken van de bomen, en spreidden ze op den
weg.
9. En de scharen, die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende:
Hosanna den Zone Davids! Gezegend [is] Hij, Die komt in den
Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste [hemelen]!
2995
10. En als Hij te Jeruzalem inkwam, werd de gehele stad beroerd,
zeggende: Wie is Deze?
11. En de scharen zeiden: Deze is Jezus, de Profeet van Nazareth in
Galilea.
12. En Jezus ging in den tempel Gods, en dreef uit allen, die
verkochten en kochten in den tempel, en keerde om de tafelen
der wisselaars, en de zitstoelen dergenen, die de duiven
verkochten.
13. En Hij zeide tot hen: Er is geschreven: Mijn huis zal een huis
des gebeds genaamd worden; maar gij hebt dat tot een
moordenaarskuil gemaakt.
14. En er kwamen blinden en kreupelen tot Hem in den tempel, en
Hij genas dezelve.
15. Als nu de overpriesters en Schriftgeleerden zagen de
wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, roepende in den
tempel, en zeggende: Hosanna den Zone Davids! namen zij dat
zeer kwalijk;
16. En zeiden tot Hem: Hoort Gij [wel], wat dezen zeggen? En Jezus
zeide tot hen: Ja; hebt gij nooit gelezen: Uit den mond der jonge
kinderen en der zuigelingen hebt Gij [U] lof toebereid?
17. En hen verlatende, ging Hij van daar uit de stad, naar Bethanie,
en overnachtte aldaar.
18. En des morgens vroeg, als Hij wederkeerde naar de stad,
hongerde Hem.
19. En ziende, een vijgeboom aan den weg, ging Hij naar hem toe,
en vond niets aan denzelven, dan alleenlijk bladeren; en zeide
tot hem: Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid! En de
vijgeboom verdorde terstond.
2996
20. En de discipelen, [dat] ziende, verwonderden zich, zeggende:
Hoe is de vijgeboom [zo] terstond verdord?
21. Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Voorwaar zeg Ik u:
Indien gij geloof hadt, en niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk
doen, hetgeen den vijgeboom [is] [geschied]; maar indien gij
ook tot dezen berg zeidet: Word opgeheven en in de zee
geworpen! het zou geschieden.
22. En al wat gij zult begeren in het gebed, gelovende, zult gij
ontvangen.
23. En als Hij in den tempel gekomen was, kwamen tot Hem, terwijl
Hij leerde, de overpriesters en de ouderlingen des volks,
zeggende: Door wat macht doet Gij deze dingen? En Wie heeft
U deze macht gegeven?
24. En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord
vragen, hetwelk indien gij Mij zult zeggen, zo zal Ik u ook
zeggen, door wat macht Ik deze dingen doe.
25. De doop van Johannes, van waar was [die], uit den hemel, of uit
de mensen? En zij overlegden bij zichzelven en zeiden: Indien
wij zeggen: Uit den hemel; zo zal Hij ons zeggen: Waarom hebt
gij hem dan niet geloofd?
26. En indien wij zeggen: Uit de mensen: zo vrezen wij de schare;
want zij houden allen Johannes voor een profeet.
27. En zij, Jezus antwoordende, zeiden: Wij weten het niet. En Hij
zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik dit doe.
28. Maar wat dunkt u? Een mens had twee zonen, en gaande tot den
eersten, zeide: Zoon! ga heen, werk heden in mijn wijngaard.
29. Doch hij antwoordde en zeide: Ik wil niet; en daarna berouw
hebbende, ging hij heen.
2997
30. En gaande tot den tweeden, zeide desgelijks, en deze
antwoordde en zeide: Ik [ga], heer! en hij ging niet.
31. Wie van deze twee heeft den wil des vaders gedaan? Zij zeiden
tot Hem: De eerste. Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat
de tollenaars en de hoeren u voorgaan in het Koninkrijk Gods.
32. Want Johannes is tot u gekomen in den weg der gerechtigheid,
en gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars en de hoeren
hebben hem geloofd; doch gij, [zulks] ziende, hebt daarna geen
berouw gehad, om hem te geloven.
33. Hoort een andere gelijkenis. Er was een heer des huizes, die een
wijngaard plantte, en zette een tuin daarom, en groef een
wijnpersbak daarin, en bouwde een toren, en verhuurde dien den
landlieden, en reisde buiten ['s] [lands].
34. Toen nu de tijd der vruchten genaakte, zond hij zijn
dienstknechten tot de landlieden, om zijn vruchten te ontvangen.
35. En de landlieden, nemende zijn dienstknechten, hebben den een
geslagen, en den anderen gedood, en den derden gestenigd.
36. Wederom zond hij andere dienstknechten, meer [in] [getal] dan
de eersten, en zij deden hun desgelijks.
37. En ten laatste zond hij tot hen zijn zoon, zeggende: Zij zullen
mijn zoon ontzien.
38. Maar de landlieden, den zoon ziende, zeiden onder elkander:
Deze is de erfgenaam, komt, laat ons hem doden, en zijn erfenis
[aan] [ons] behouden.
39. En hem nemende, wierpen zij [hem] uit, buiten den wijngaard,
en doodden [hem].
40. Wanneer dan de heer des wijngaards komen zal, wat zal hij dien
landlieden doen?
2998
41. Zij zeiden tot hem: Hij zal den kwaden een kwaden dood
aandoen, en zal den wijngaard aan andere landlieden verhuren,
die hem de vruchten op haar tijden zullen geven.
42. Jezus zeide tot hen: Hebt gij nooit gelezen in de Schriften: De
steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden
tot een hoofd des hoeks; van den Heere is dit geschied, en het is
wonderlijk in onze ogen?
43. Daarom zeg Ik ulieden, dat het Koninkrijk Gods van u zal
weggenomen worden, en een volk gegeven, dat zijn vruchten
voortbrengt.
44. En wie op dezen steen valt, die zal verpletterd worden; en op
wien hij valt, dien zal hij vermorzelen.
45. En als de overpriesters en Farizeen deze Zijn gelijkenissen
hoorden, verstonden zij, dat Hij van hen sprak.
46. En zoekende Hem te vangen, vreesden zij de scharen, dewijl
deze Hem hielden voor een profeet.


2999
Matthéüs
Hoofdstuk 22
1. En Jezus, antwoordende, sprak tot hen wederom door
gelijkenissen, zeggende:
2. Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een zeker koning, die zijn
zoon een bruiloft bereid had;
3. En zond zijn dienstknechten uit, om de genoden ter bruiloft te
roepen; en zij wilden niet komen.
4. Wederom zond hij andere dienstknechten uit, zeggende: Zegt
den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid; mijn ossen,
en de gemeste [beesten] zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed;
komt tot de bruiloft.
5. Maar zij, [zulks] niet achtende, zijn heengegaan, deze tot zijn
akker, gene tot zijn koopmanschap.
6. En de anderen grepen zijn dienstknechten, deden [hun]
smaadheid aan, en doodden hen.
7. Als nu de koning [dat] hoorde, werd hij toornig, en zijn
krijgsheiren zendende, heeft die doodslagers vernield, en hun
stad in brand gestoken.
8. Toen zeide hij tot zijn dienstknechten: De bruiloft is wel bereid,
doch de genoden waren het niet waardig.
9. Daarom gaat op de uitgangen der wegen, en zovelen als gij er
zult vinden, roept ze tot de bruiloft.
10. En dezelve dienstknechten, uitgaande op de wegen, vergaderden
allen, die zij vonden, beiden kwaden en goeden; en de bruiloft
3000
werd vervuld met aanzittende [gasten].
11. En als de koning ingegaan was, om de aanzittende [gasten] te
overzien, zag hij aldaar een mens, niet gekleed [zijnde] met een
bruiloftskleed;
12. En zeide tot hem: Vriend! hoe zijt gij hier ingekomen, geen
bruiloftskleed [aan] hebbende? En hij verstomde.
13. Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en
voeten, neemt hem weg, en werpt [hem] uit in de buitenste
duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden.
14. Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.
15. Toen gingen de Farizeen heen, en hielden te zamen raad, hoe zij
Hem verstrikken zouden in [Zijn] rede.
16. En zij zonden uit tot Hem hun discipelen, met de Herodianen,
zeggende: Meester! wij weten, dat Gij waarachtig zijt, en den
weg Gods in der waarheid leert, en naar niemand vraagt; want
Gij ziet den persoon der mensen niet aan;
17. Zeg ons dan: wat dunkt U? Is het geoorloofd, den keizer
schatting te geven of niet?
18. Maar Jezus, bekennende hun boosheid, zeide:
19. Gij geveinsden, wat verzoekt gij Mij? Toont Mij de
schattingpenning. En zij brachten Hem een penning.
20. En Hij zeide tot hen: Wiens is dit beeld en het opschrift?
21. Zij zeiden tot Hem: Des keizers. Toen zeide Hij tot hen: Geeft
dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is.
22. En zij, dit horende, verwonderden zich, en Hem verlatende, zijn
zij weggegaan.
23. Te dienzelfden dage kwamen tot Hem de Sadduceen, die
zeggen, dat er geen opstanding is, en vraagden Hem.
3001
24. Zeggende: Meester! Mozes heeft gezegd: Indien iemand sterft,
geen kinderen hebbende, zo zal zijn broeder deszelfs vrouw
trouwen, en zijn broeder zaad verwekken.
25. Nu waren er bij ons zeven broeders; en de eerste, [een] [vrouw]
getrouwd hebbende, stierf; en dewijl hij geen zaad had, zo liet
hij zijn vrouw voor zijn broeder.
26. Desgelijks ook de tweede, en de derde, tot den zevende toe.
27. Ten laatste na allen, is ook de vrouw gestorven.
28. In de opstanding dan, wiens vrouw zal zij wezen van die zeven,
want zij hebben ze allen gehad?
29. Maar Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gij dwaalt, niet
wetende de Schriften, noch de kracht Gods.
30. Want in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden
ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods in den
hemel.
31. En wat aangaat de opstanding der doden, hebt gij niet gelezen,
hetgeen van God tot ulieden gesproken is, Die daar zegt:
32. Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs!
God is niet een God der doden, maar der levenden.
33. En de scharen, [dit] horende, werden verslagen over Zijn leer.
34. En den Farizeen, gehoord hebbende, dat Hij den Sadduceen den
mond gestopt had, zijn te zamen bijeenvergaderd.
35. En een uit hen, [zijnde] een wetgeleerde, heeft gevraagd, Hem
verzoekende, en zeggende:
36. Meester! welk is het grote gebod in de wet?
37. En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Heere, uw God,
met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw
verstand.
3002
38. Dit is het eerste en het grote gebod.
39. En het tweede aan dit gelijk, [is]: Gij zult uw naaste liefhebben
als uzelven.
40. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.
41. Als nu de Farizeen samenvergaderd waren, vraagde hun Jezus,
42. En zeide: Wat dunkt u van den Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij
zeiden tot Hem: Davids [Zoon].
43. Hij zeide tot hen: Hoe noemt Hem dan David, in den Geest,
[zijn] Heere? zeggende:
44. De Heere heeft gezegd tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter
[hand], totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank
Uwer voeten.
45. Indien Hem dan David noemt [zijn] Heere, hoe is Hij zijn Zoon?
46. En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand
durfde Hem van dien dag aan [iets] meer vragen.


3003
Matthéüs
Hoofdstuk 23
1. Toen sprak Jezus tot de scharen en tot Zijn discipelen,
2. Zeggende: De Schriftgeleerden en de Farizeen zijn gezeten op
den stoel van Mozes;
3. Daarom, al wat zij u zeggen, dat gij houden zult, houdt [dat] en
doet [het]; maar doet niet naar hun werken; want zij zeggen het,
en doen het niet.
4. Want zij binden lasten, die zwaar zijn en kwalijk om te dragen,
en leggen ze op de schouderen der mensen; maar zij willen die
met hun vinger niet verroeren.
5. En al hun werken doen zij, om van de mensen gezien te worden;
want zij maken hun gedenkcedels breed, en maken de zomen
van hun klederen groot.
6. En zij beminnen de vooraanzitting in de maaltijden, en de
voorgestoelten in de synagogen;
7. Ook de begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd
te worden: Rabbi, Rabbi!
8. Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden; want Een is uw
Meester, [namelijk] Christus; en gij zijt allen broeders.
9. En gij zult niemand uw vader noemen op de aarde; want Een is
uw Vader, [namelijk] Die in de hemelen is.
10. Noch zult gij meesters genoemd worden; want Een is uw
Meester, [namelijk] Christus.
11. Maar de meeste van u zal uw dienaar zijn.
3004
12. En wie zichzelven verhogen zal, [die] zal vernederd worden; en
wie zichzelven zal vernederen, [die] zal verhoogd worden.
13. Maar wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden!
want gij sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen,
overmits gij [daar] niet ingaat, noch degenen, die ingaan zouden,
laat ingaan.
14. Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij
eet de huizen der weduwen op, en [dat] onder den schijn van
lang te bidden; daarom zult gij te zwaarder oordeel ontvangen.
15. Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij
omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken, en als hij het
geworden is, zo maakt gij hem een kind der helle, tweemaal
meer dan gij [zijt].
16. Wee u, gij blinde leidslieden, die zegt: Zo wie gezworen zal
hebben bij den tempel, dat is niets; maar zo wie gezworen zal
hebben bij het goud des tempels, die is schuldig.
17. Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, het goud, of de
tempel, die het goud heiligt?
18. En zo wie gezworen zal hebben bij het altaar, dat is niets; maar
zo wie gezworen zal hebben bij de gave, die daarop is, die is
schuldig.
19. Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, de gave, of het
altaar, dat de gave heiligt?
20. Daarom wie zweert bij het altaar, die zweert bij hetzelve, en bij
al wat daarop is.
21. En wie zweert bij den tempel, die zweert bij denzelven, en bij
Dien, Die daarin woont.
22. En wie zweert bij den hemel, die zweert bij den troon Gods, en
3005
bij Dien, Die daarop zit.
23. Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij
vertient de munte, en de dille, en den komijn, en gij laat na het
zwaarste der wet, [namelijk] het oordeel, en de barmhartigheid,
en het geloof. Deze dingen moest men doen, en de andere niet
nalaten.
24. Gij blinde leidslieden, die de mug uitzijgt, en den kemel
doorzwelgt.
25. Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij
reinigt het buitenste des drinkbekers, en des schotels, maar van
binnen zijn zij vol van roof en onmatigheid.
26. Gij blinde Farizeer, reinig eerst wat binnen in den drinkbeker en
den schotel is, opdat ook het buitenste derzelve rein worde.
27. Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij
zijt den witgepleisterden graven gelijk, die van buiten wel
schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen
en alle onreinigheid.
28. Alzo ook schijnt gij wel den mensen van buiten rechtvaardig,
maar van binnen zijt gij vol geveinsdheid en ongerechtigheid.
29. Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij
bouwt de graven der profeten op, en versiert de graftekenen der
rechtvaardigen;
30. En zegt: Indien wij in de tijden onzer vaderen waren geweest,
wij zouden met hen geen gemeenschap gehad hebben aan het
bloed der profeten.
31. Aldus getuigt gij [tegen] uzelven, dat gij kinderen zijt dergenen,
die de profeten gedood hebben.
32. Gij [dan] ook, vervult de mate uwer vaderen!
3006
33. Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse
verdoemenis ontvlieden?
34. Daarom ziet, Ik zende tot u profeten, en wijzen, en
schriftgeleerden, en uit dezelve zult gij [sommigen] doden en
kruisigen, en [sommigen] uit dezelve zult gij geselen in uw
synagogen, en zult hen vervolgen van stad tot stad;
35. Opdat op u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten is op
de aarde, van het bloed des rechtvaardigen Abels af, tot op het
bloed van Zacharia, den zoon van Barachia, welken gij gedood
hebt tussen den tempel en het altaar.
36. Voorwaar zeg Ik u: Al deze dingen zullen komen over dit
geslacht.
37. Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die
tot u gezonden zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen
bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens
bijeenvergadert onder de vleugels; en gijlieden hebt niet gewild.
38. Ziet, uw huis wordt u woest gelaten.
39. Want Ik zeg u: Gij zult Mij van nu aan niet zien, totdat gij
zeggen zult: Gezegend [is] Hij, Die komt in den Naam des
Heeren!


3007
Matthéüs
Hoofdstuk 24
1. En Jezus ging uit en vertrok van den tempel; en Zijn discipelen
kwamen bij Hem, om Hem de gebouwen des tempels te tonen.
2. En Jezus zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar
zeg Ik: Hier zal niet [een] steen op den [anderen] steen gelaten
worden, die niet afgebroken zal worden.
3. En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot
Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen
zijn, en welk [zal] het teken [zijn] van Uw toekomst, en van de
voleinding der wereld?
4. En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand
verleide.
5. Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben
de Christus; en zij zullen velen verleiden.
6. En gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen; ziet
toe, wordt niet verschrikt; want al [die] dingen moeten
geschieden, maar nog is het einde niet.
7. Want het [ene] volk zal tegen het [andere] volk opstaan, en het
[ene] koninkrijk tegen het [andere] koninkrijk; en er zullen zijn
hongersnoden, en pestilentien, en aardbevingen in verscheidene
plaatsen.
8. Doch al die dingen [zijn] [maar] een beginsel der smarten.
9. Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking, en zullen u
doden, en gij zult gehaat worden van alle volken, om Mijns
3008
Naams wil.
10. En dan zullen er velen geergerd worden, en zullen elkander
overleveren, en elkander haten.
11. En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen
verleiden.
12. En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo
zal de liefde van velen verkouden.
13. Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
14. En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld
gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het
einde komen.
15. Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan
gesproken is door Daniel, den profeet, staande in de heilige
plaats; (die [het] leest, die merke daarop!)
16. Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen;
17. Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te
nemen;
18. En die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen
weg te nemen.
19. Maar wee den bevruchten, en den zogenden [vrouwen] in die
dagen!
20. Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een
sabbat.
21. Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is
geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
22. En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 5 - 12
  • Parts
  • Statenvertaling - 5 - 01
    Total number of words is 4217
    Total number of unique words is 1006
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    64.2 of words are in the 5000 most common words
    73.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 02
    Total number of words is 4275
    Total number of unique words is 1073
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.1 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 03
    Total number of words is 4348
    Total number of unique words is 1048
    49.1 of words are in the 2000 most common words
    67.0 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 04
    Total number of words is 4306
    Total number of unique words is 1147
    43.4 of words are in the 2000 most common words
    62.5 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 05
    Total number of words is 4345
    Total number of unique words is 1055
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 06
    Total number of words is 4318
    Total number of unique words is 922
    52.7 of words are in the 2000 most common words
    69.4 of words are in the 5000 most common words
    77.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 07
    Total number of words is 4282
    Total number of unique words is 966
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 08
    Total number of words is 4367
    Total number of unique words is 976
    52.3 of words are in the 2000 most common words
    69.1 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 09
    Total number of words is 4379
    Total number of unique words is 948
    52.7 of words are in the 2000 most common words
    70.2 of words are in the 5000 most common words
    77.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 10
    Total number of words is 4317
    Total number of unique words is 937
    53.5 of words are in the 2000 most common words
    69.4 of words are in the 5000 most common words
    77.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 11
    Total number of words is 4301
    Total number of unique words is 943
    55.0 of words are in the 2000 most common words
    70.8 of words are in the 5000 most common words
    79.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 12
    Total number of words is 4294
    Total number of unique words is 934
    53.8 of words are in the 2000 most common words
    70.8 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 13
    Total number of words is 4368
    Total number of unique words is 989
    53.1 of words are in the 2000 most common words
    68.4 of words are in the 5000 most common words
    77.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 14
    Total number of words is 4416
    Total number of unique words is 939
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    69.2 of words are in the 5000 most common words
    77.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 15
    Total number of words is 4401
    Total number of unique words is 920
    56.7 of words are in the 2000 most common words
    73.5 of words are in the 5000 most common words
    81.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 16
    Total number of words is 4244
    Total number of unique words is 1024
    52.7 of words are in the 2000 most common words
    69.4 of words are in the 5000 most common words
    78.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 17
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1059
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 18
    Total number of words is 4435
    Total number of unique words is 962
    54.1 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 19
    Total number of words is 4443
    Total number of unique words is 1026
    53.4 of words are in the 2000 most common words
    70.0 of words are in the 5000 most common words
    77.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 20
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 977
    55.6 of words are in the 2000 most common words
    71.2 of words are in the 5000 most common words
    78.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 21
    Total number of words is 4339
    Total number of unique words is 985
    54.5 of words are in the 2000 most common words
    70.5 of words are in the 5000 most common words
    79.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 22
    Total number of words is 4417
    Total number of unique words is 851
    59.2 of words are in the 2000 most common words
    73.4 of words are in the 5000 most common words
    81.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 23
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 727
    61.9 of words are in the 2000 most common words
    76.3 of words are in the 5000 most common words
    84.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 24
    Total number of words is 4443
    Total number of unique words is 763
    58.8 of words are in the 2000 most common words
    76.1 of words are in the 5000 most common words
    83.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 25
    Total number of words is 4516
    Total number of unique words is 662
    61.5 of words are in the 2000 most common words
    78.1 of words are in the 5000 most common words
    84.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 26
    Total number of words is 4349
    Total number of unique words is 977
    55.5 of words are in the 2000 most common words
    70.6 of words are in the 5000 most common words
    78.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 27
    Total number of words is 4269
    Total number of unique words is 1016
    53.9 of words are in the 2000 most common words
    69.3 of words are in the 5000 most common words
    77.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 28
    Total number of words is 4358
    Total number of unique words is 961
    52.5 of words are in the 2000 most common words
    68.1 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 29
    Total number of words is 4186
    Total number of unique words is 996
    50.1 of words are in the 2000 most common words
    64.7 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 30
    Total number of words is 4345
    Total number of unique words is 1039
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    73.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 31
    Total number of words is 4234
    Total number of unique words is 1020
    51.5 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 32
    Total number of words is 4090
    Total number of unique words is 836
    50.8 of words are in the 2000 most common words
    67.4 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 33
    Total number of words is 4230
    Total number of unique words is 897
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    77.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 34
    Total number of words is 4182
    Total number of unique words is 898
    49.2 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 35
    Total number of words is 4280
    Total number of unique words is 858
    51.9 of words are in the 2000 most common words
    67.5 of words are in the 5000 most common words
    75.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 36
    Total number of words is 4180
    Total number of unique words is 867
    52.9 of words are in the 2000 most common words
    70.1 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 37
    Total number of words is 4192
    Total number of unique words is 912
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    65.1 of words are in the 5000 most common words
    72.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 38
    Total number of words is 4129
    Total number of unique words is 856
    50.9 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    76.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 39
    Total number of words is 4111
    Total number of unique words is 955
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 40
    Total number of words is 4079
    Total number of unique words is 889
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    63.8 of words are in the 5000 most common words
    72.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 41
    Total number of words is 3952
    Total number of unique words is 1013
    42.7 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 42
    Total number of words is 3985
    Total number of unique words is 1028
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    61.6 of words are in the 5000 most common words
    69.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 43
    Total number of words is 4067
    Total number of unique words is 1038
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    73.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 44
    Total number of words is 4075
    Total number of unique words is 1131
    45.7 of words are in the 2000 most common words
    64.8 of words are in the 5000 most common words
    73.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 45
    Total number of words is 4060
    Total number of unique words is 955
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    65.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 46
    Total number of words is 4379
    Total number of unique words is 828
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    70.6 of words are in the 5000 most common words
    78.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 47
    Total number of words is 4456
    Total number of unique words is 833
    57.3 of words are in the 2000 most common words
    74.3 of words are in the 5000 most common words
    82.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 48
    Total number of words is 4458
    Total number of unique words is 846
    55.4 of words are in the 2000 most common words
    72.8 of words are in the 5000 most common words
    81.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 5 - 49
    Total number of words is 1005
    Total number of unique words is 346
    67.0 of words are in the 2000 most common words
    79.2 of words are in the 5000 most common words
    84.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.