Statenvertaling - 4 - 18

Total number of words is 4317
Total number of unique words is 1050
47.8 of words are in the 2000 most common words
63.7 of words are in the 5000 most common words
73.8 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
zijn land, gelijk als Ik bezoeking gedaan heb over den koning
van Assur.
19. En Ik zal Israel weder tot zijn woning brengen, en hij zal weiden
[op] den Karmel en [op] den Basan; en zijn ziel zal op het
gebergte van Efraim en Gilead verzadigd worden.
20. In die dagen en te dier tijd, spreekt de HEERE, zal Israels
ongerechtigheid gezocht worden, maar zij zal er niet zijn, en de
zonden van Juda, maar zullen niet gevonden worden; want Ik zal
ze dengenen vergeven, die Ik zal doen overblijven.
21. Tegen het land Merathaim, trek tegen hetzelve op, en tegen de
inwoners van Pekod; verwoest en verban achter hen, spreekt de
HEERE, en doe naar alles, wat Ik u geboden heb.
22. Er is een krijgsgeschrei in het land, en een grote breuk.
23. Hoe is de hamer der ganse aarde [zo] afgehouwen en verbroken!
Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen.
24. Ik heb u een strik gesteld, dies zijt gij ook gevangen, o Babel!
2500
dat gij het niet wist; gij zijt gevonden, en ook gegrepen, omdat
gij u tegen den HEERE [in] [strijd] gemengd hebt.
25. De HEERE heeft Zijn schatkamer opengedaan, en de
instrumenten Zijner gramschap voortgebracht; want dat is een
werk van den Heere, den HEERE der heirscharen, in het land
der Chaldeen.
26. Komt aan tegen haar van het uiterste, opent haar schuren,
vertreedt haar als korenhopen, en verbant ze; laat ze geen
overblijfsel hebben.
27. Doodt met het zwaard al haar varren, laat ze afgaan ter slachting;
wee over hen, want hun dag is gekomen, de tijd hunner
bezoeking!
28. Er is een stem der gevluchten en ontkomenen uit het land van
Babel, om in Sion te verkondigen de wraak des HEEREN, onzes
Gods, de wraak Zijns tempels.
29. Laat [u] horen tegen Babel, gij schutters! gij allen, die den boog
spant! legert u tegen haar rondom, laat niemand van hen
ontkomen; vergeldt haar naar haar werk, doet haar naar alles,
wat zij gedaan heeft; want zij heeft trotselijk gehandeld tegen
den HEERE, tegen den Heilige Israels.
30. Daarom zullen haar jongelingen vallen op haar straten, en al
haar krijgslieden te dien dage uitgeroeid worden, spreekt de
HEERE.
31. Ziet, Ik [wil] aan u, gij trotse! spreekt de Heere, de HEERE der
heirscharen; want uw dag is gekomen, de tijd, dat Ik u bezoeken
zal.
32. Dan zal de trotse aanstoten en vallen, en er zal niemand zijn, die
hem opricht; ja, Ik zal een vuur aansteken in zijn steden, dat zal
2501
alle plaatsen rondom hem verteren.
33. Zo zegt de HEERE der heirscharen: De kinderen Israels en de
kinderen van Juda zijn te zamen verdrukt geweest; en allen, die
hen gevangen hadden, hebben hen vast gehouden; zij hebben
hen geweigerd los te laten.
34. [Maar] hun Verlosser is sterk, HEERE der heirscharen is Zijn
Naam; Hij zal hun twist zekerlijk twisten, opdat Hij het land in
rust brenge, maar de inwoners van Babel beroere.
35. Het zwaard zal zijn over de Chaldeen, spreekt de HEERE; en
over de inwoners van Babel, en over haar vorsten, en over haar
wijzen.
36. Het zwaard zal zijn over de leugenaars, dat zij zot worden; het
zwaard zal zijn over haar helden, dat zij versagen;
37. Het zwaard zal zijn over zijn paarden en over zijn wagenen, en
over den gansen gemengden hoop, die in het midden van hen is,
dat zij tot wijven worden; het zwaard zal zijn over haar schatten,
dat zij geplunderd worden.
38. Droogte zal zijn over haar wateren, dat zij uitdrogen; want het is
een land van gesneden beelden, en zij razen naar de
schrikkelijke [afgoden].
39. Daarom zo zullen de wilde dieren der woestijnen met de wilde
dieren der eilanden [daarin] wonen; ook zullen de jonge struisen
daarin wonen; en men zal er geen verblijf meer hebben in
eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van geslacht tot
geslacht.
40. Gelijk God Sodom en Gomorra en haar naburen heeft
omgekeerd, spreekt de HEERE, [alzo] zal niemand aldaar
wonen, en geen mensenkind in haar verkeren.
2502
41. Ziet, daar komt een volk uit het noorden; en een grote natie, en
geweldige koningen zullen van de zijden der aarde opgewekt
worden.
42. Boog en spies zullen zij voeren; wreed zijn zij, en zullen niet
barmhartig zijn; hun stem zal bruisen als de zee, en op paarden
zullen zij rijden; het is toegerust als een man ten oorlog, tegen u,
o dochter van Babel!
43. De koning van Babel heeft hunlieder gerucht gehoord, en zijn
handen zijn slap geworden; benauwdheid heeft hem
aangegrepen, weedom als van een barende [vrouw].
44. Ziet, gelijk een leeuw van de verheffing der Jordaan, zal hij
opkomen tegen de sterke woning; want Ik zal hen in een
ogenblik daaruit doen lopen; en wie [daartoe] verkoren is, [dien]
zal Ik tegen haar bestellen; want wie is Mij gelijk, en wie zou
Mij dagvaarden? En wie is de herder, die voor Mijn aangezicht
bestaan zou?
45. Daarom hoort den raadslag des HEEREN, dien Hij over Babel
heeft beraadslaagd, en Zijn gedachten, die Hij gedacht heeft
over het land der Chaldeen: Zo de geringsten van de kudde hen
niet zullen nedertrekken! Zo hij de woning boven hen niet zal
verwoesten!
46. De aarde is bevende geworden van het geluid der inneming van
Babel, en het gekrijt is gehoord onder de volken.


2503
Jeremia
Hoofdstuk 51
1. Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal een verdervenden wind
opwekken tegen Babel, en tegen degenen, die daar wonen in het
hart van degenen, die tegen Mij opstaan.
2. En Ik zal Babel wanners toeschikken, die haar wannen, en haar
land uitledigen zullen; want zij zullen ten dage des kwaads van
rondom tegen haar zijn.
3. De schutter spanne zijn boog tegen [dien], die spant, en tegen
[dien], die zich verheft in zijn pantsier; en verschoont haar
jongelingen niet, verbant al haar heir;
4. Dat de verslagenen liggen in het land der Chaldeen, en de
doorstokenen op haar straten.
5. Want Israel of Juda zal niet in weduwschap gelaten worden van
zijn God, van den HEERE der heirscharen (hoewel hunlieder
land vol van schuld is), van den Heilige Israels.
6. Vliedt uit het midden van Babel, en redt, een iegelijk zijn ziel;
wordt niet uitgeroeid in haar ongerechtigheid; want dit is de tijd
der wraak des HEEREN, Die haar de verdienste betaalt.
7. Babel was een gouden beker in de hand des HEEREN, die de
ganse aarde dronken maakte; de volken hebben van haar wijn
gedronken, daarom zijn de volken dol geworden.
8. Schielijk is Babel gevallen en verbroken; huilt over haar, neemt
balsem tot haar pijn, misschien zal zij genezen worden.
9. Wij hebben Babel gemeesterd, maar zij is niet genezen; verlaat
2504
haar [dan], en laat ons een iegelijk in zijn land trekken; want
haar oordeel reikt tot aan den hemel, en is verheven tot aan de
bovenste wolken.
10. De HEERE heeft onze gerechtigheden hervoor gebracht; komt
en laat ons te Sion het werk des HEEREN, onzes Gods,
vertellen!
11. Zuivert de pijlen, rust de schilden volkomenlijk toe; de HEERE
heeft den geest der koningen van Medie opgewekt; want Zijn
voornemen is tegen Babel, dat Hij haar verderve; want dit is de
wraak des HEEREN, de wraak Zijns tempels.
12. Verheft de banier op de muren van Babel, versterkt de wacht,
stelt wachters, bereidt de lagen; want gelijk de HEERE heeft
voorgenomen, alzo heeft Hij gedaan, wat Hij over de inwoners
van Babel gesproken heeft.
13. Gij, die aan vele wateren woont, die machtig zijt van schatten!
uw einde is gekomen, de maat uwer gierigheid.
14. De HEERE der heirscharen heeft gezworen bij Zijn ziel:
Ofschoon Ik u met mensen als [met] kevers vervuld heb,
nochtans zullen zij elkander een vreugdegeschrei over u
toeroepen!
15. Die de aarde gemaakt heeft door Zijn kracht, Die de wereld
bereid heeft door Zijn wijsheid, en den hemel uitgebreid door
Zijn verstand;
16. Als Hij Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren in den
hemel, en Hij doet de dampen opklimmen van het einde der
aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen, en doet den wind
voortkomen uit Zijn schatkameren.
17. Een ieder mens is onvernuftig geworden, zodat hij geen
2505
wetenschap heeft; een ieder goudsmid is beschaamd van het
gesneden beeld; want zijn gegoten beeld is leugen, en er is geen
geest in hen.
18. IJdelheid zijn zij, een werk van verleidingen; ten tijde hunner
bezoeking zullen zij vergaan.
19. Jakobs deel is niet gelijk die; want Hij is de Formeerder van
alles, en [Israel] is de roede Zijner erfenis; HEERE der
heirscharen is Zijn Naam.
20. Gij zijt Mij een voorhamer, [en] krijgswapenen; en door u zal Ik
volken in stukken slaan, en door u zal Ik koninkrijken
verderven.
21. En door u zal Ik in stukken slaan het paard en zijn ruiter; en door
u zal Ik in stukken slaan den wagen en zijn ruiter.
22. En door u zal Ik in stukken slaan den man en de vrouw; en door
u zal Ik in stukken slaan den oude en den jonge; en door u zal Ik
in stukken slaan den jongeling en de jonkvrouw.
23. En door u zal Ik in stukken slaan den herder en zijn kudde; en
door u zal Ik in stukken slaan den akkerman en zijn juk [ossen];
en door u zal Ik in stukken slaan landvoogden en overheden.
24. Maar Ik zal Babel en allen inwoneren van Chaldea vergelden al
hun boosheid, die zij gedaan hebben aan Sion, voor ulieder
ogen, spreekt de HEERE.
25. Ziet, Ik [wil] aan u, gij verdervende berg! spreekt de HEERE,
gij, die de ganse aarde verderft, en Ik zal Mijn hand tegen u
uitstrekken, en u van de steenrotsen afwentelen, en zal u stellen
tot een berg des brands.
26. En zij zullen uit u geen steen nemen tot een hoek, ook [geen]
steen tot fondamenten; want gij zult [tot] eeuwige woestheden
2506
zijn, spreekt de HEERE.
27. Verheft de banier in het land, blaast de bazuin onder de
heidenen, heiligt de heidenen tegen haar, roept tegen haar bijeen
de koninkrijken van Ararat, Minni en Askenaz; bestelt een
krijgsoverste tegen haar, brengt paarden opwaarts, als ruige
kevers!
28. Heiligt tegen haar de heidenen, de koningen van Medie, haar
landvoogden en al haar overheden, ja, het ganse land harer
heerschappij.
29. Dan zal het land beven en pijn lijden; want elk een van des
HEEREN gedachten staat vast tegen Babel, om Babels land te
stellen tot een verwoesting, dat er geen inwoner zij.
30. Babels helden hebben opgehouden te strijden, zij zijn gebleven
in de vestingen, hun macht is bezweken, zij zijn tot wijven
geworden; zij hebben hun woningen aangestoken, hun grendels
zijn verbroken.
31. De loper zal den loper tegemoet lopen, en de kondschapper den
kondschapper tegemoet, om den koning van Babel bekend te
maken, dat zijn stad van het einde is ingenomen;
32. En [dat] de veren ingenomen, en de rietpoelen met vuur
verbrand zijn; en [dat] de krijgslieden verbaasd zijn.
33. Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: De
dochter van Babel is als een dorsvloer, het is tijd, dat men ze
trede; nog een weinig, dan zal haar de tijd des oogstes
overkomen.
34. Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft mij opgegeten, hij
heeft mij verpletterd, hij heeft mij gesteld [als] een ledig vat, hij
heeft mij verslonden als een draak, hij heeft zijn balg gevuld van
2507
mijn lekkernijen; hij heeft mij verdreven.
35. Het geweld, dat mij en mijn vlees is aangedaan, zij op Babel!
zegge de inwoneres van Sion; en mijn bloed zij op de inwoners
van Chaldea! zegge Jeruzalem.
36. Daarom, zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal uw twist twisten, en uw
wraak wreken; en Ik zal haar zee droog maken, en haar
springader opdrogen.
37. En Babel zal worden tot [steen] hopen, een woning der draken,
een ontzetting en aanfluiting, dat er geen inwoner zij.
38. Zij zullen te zamen brullen als jonge leeuwen, briesen als
leeuwenwelpen.
39. Als zij verhit zijn, zal Ik hun drank opzetten, en zal hen dronken
maken, opdat zij opspringen; maar zij zullen een eeuwigen slaap
slapen, en niet opwaken, spreekt de HEERE.
40. Ik zal hen afvoeren als lammeren om te slachten, als rammen
met bokken.
41. Hoe is Sesach [zo] veroverd, en de roem der ganse aarde
ingenomen! Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de
heidenen!
42. Een zee is over Babel gerezen, door de veelheid harer golven is
zij bedekt.
43. Haar steden zijn geworden tot verwoesting, een dor land en
wildernis; een land, waarin niemand woont, en waar geen
mensenkind doorgaat.
44. En Ik zal bezoeking doen over Bel te Babel, en Ik zal uit zijn
muil uithalen, wat hij verslonden heeft; en de heidenen zullen
niet meer tot hem toevloeien, [want] ook Babels muur is
gevallen.
2508
45. Gaat uit, Mijn volk, uit het midden van haar, en redt een iegelijk
zijn ziel, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN.
46. En opdat ulieder hart misschien niet week worde, en gij vreest
van het gerucht, dat gehoord zal worden in het land; want er zal
een gerucht komen in het [ene] jaar, en daarna een gerucht in het
[andere] jaar; en er zal geweld zijn in het land, heer over heer.
47. Daarom ziet, de dagen komen, dat Ik bezoeking zal doen over de
gesneden beelden van Babel; en haar ganse land zal beschaamd
worden, en al haar verslagenen zullen in het midden van haar
liggen.
48. En de hemel en de aarde, mitsgaders al wat daarin is, zullen
juichen over Babel; want van het noorden zullen haar de
verstoorders aankomen, spreekt de HEERE.
49. Gelijk Babel geweest is tot een val der verslagenen van Israel,
alzo zullen te Babel de verslagenen des gansen lands vallen.
50. Gij ontkomenen van het zwaard, gaat weg, en blijft niet staan;
gedenkt des HEEREN van verre, en laat Jeruzalem in ulieder
hart opkomen.
51. [Gij] [moogt] [zeggen]: Wij zijn beschaamd geworden, want wij
hebben versmaadheid gehoord, schaamroodheid heeft ons
aangezicht bedekt; omdat uitlandsen over de heiligdommen van
des HEEREN huis gekomen zijn;
52. Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik
bezoeking doen zal over haar gesneden beelden; en de dodelijk
verwonde zal kermen in haar ganse land.
53. Al klom Babel ten hemel op, en al maakte zij vast de hoogte
harer sterkte, zo zullen haar [toch] verstoorders van Mij
overkomen, spreekt de HEERE.
2509
54. Er is een stem des gekrijts uit Babel, en een grote breuk uit het
land der Chaldeen.
55. Want de HEERE verstoort Babel, en zal de grootse stem uit haar
doen vergaan; want hunlieder golven zullen bruisen als grote
wateren; het geruis van hunlieder geluid zal zich verheffen.
56. Want de verstoorder komt over haar, over Babel, en haar helden
zullen gevangen worden; hunlieder bogen zijn verbroken; want
de HEERE, de God der vergelding, zal [hun] zekerlijk betalen.
57. En Ik zal haar vorsten, en haar wijzen, haar landvoogden, en
haar overheden, en haar helden dronken maken; en zij zullen een
eeuwigen slaap slapen, en niet opwaken, spreekt de Koning,
Wiens Naam is HEERE der heirscharen.
58. Zo zegt de HEERE der heirscharen: Die brede muur van Babel
zal ten enemale ontbloot worden, en haar hoge poorten zullen
met vuur aangestoken worden; zodat de volken tevergeefs, en de
natien ten vure zullen gearbeid hebben, dat zij mat worden.
59. Het woord, dat de profeet Jeremia beval aan Seraja, den zoon
van Nerija, den zoon van Machseja, als hij van Zedekia, den
koning van Juda, naar Babel toog, in het vierde jaar zijner
regering; en Seraja was een vreemdzaam vorst.
60. Jeremia nu schreef al het kwaad, dat over Babel komen zou, in
een boek, [te] [weten] al deze woorden, die tegen Babel
geschreven zijn.
61. En Jeremia zeide tot Seraja: Als gij te Babel komt, zo zult gij
zien en lezen al deze woorden;
62. En gij zult zeggen: O HEERE, Gij hebt over deze plaats
gesproken, dat Gij ze zult uitroeien, zodat er geen inwoner in zij,
van den mens tot op het beest, maar dat zij worden zal [tot]
2510
eeuwige woestheden.
63. En het zal geschieden, als gij geeindigd zult hebben dit boek te
lezen, [dan] zult gij een steen daaraan binden, en werpen het in
het midden van den Frath;
64. En zult zeggen: Alzo zal Babel zinken, en niet weder opkomen,
vanwege het kwaad, dat Ik over haar zal brengen, en zij zullen
mat worden. Tot hiertoe zijn de woorden van Jeremia.


2511
Jeremia
Hoofdstuk 52
1. Zedekia was een en twintig jaren oud, als hij koning werd, en hij
regeerde elf jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was
Hamutal, een dochter van Jeremia, van Libna.
2. En hij deed, dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles,
wat Jojakim gedaan had.
3. Want het geschiedde, om den toorn des HEEREN tegen
Jeruzalem en Juda, totdat Hij hen van Zijn aangezicht
weggeworpen had; en Zedekia rebelleerde tegen den koning van
Babel.
4. En het geschiedde in het negende jaar zijner regering, in de
tiende maand, op den tienden der maand, [dat] Nebukadrezar, de
koning van Babel, kwam tegen Jeruzalem, hij en zijn ganse heir,
en zij legerden zich tegen haar, en zij bouwden tegen haar
sterkten rondom.
5. Alzo kwam de stad in belegering, tot in het elfde jaar van den
koning Zedekia.
6. In de vierde maand, op den negenden der maand, als de honger
in de stad sterk werd, en het volk des lands geen brood had;
7. Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden,
en trokken uit des nachts, uit de stad, door den weg der poort
tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de
Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en zij togen [door]
den weg des vlakken velds.
2512
8. Doch het heir der Chaldeen jaagde den koning na, en zij
achterhaalden Zedekia in de vlakke velden van Jericho; en al
zijn heir werd van bij hem verstrooid.
9. Zij dan grepen den koning, en voerden hem opwaarts tot den
koning van Babel naar Ribla, in het land van Hamath; die sprak
oordelen tegen hem.
10. En de koning van Babel slachtte de zonen van Zedekia voor zijn
ogen; en hij slachtte ook al de vorsten van Juda te Ribla.
11. En hij verblindde de ogen van Zedekia, en hij bond hem met
twee koperen ketenen; alzo bracht hem de koning van Babel
naar Babel, en stelde hem in het gevangenhuis, tot den dag zijns
doods toe.
12. Daarna, in de vijfde maand, op den tienden der maand (dit jaar
was het negentiende jaar van den koning Nebukadrezar, den
koning van Babel), als Nebuzaradan, de overste der trawanten,
die voor het aangezicht des konings van Babel stond, te
Jeruzalem gekomen was;
13. Zo verbrandde hij het huis des HEEREN en het huis des
konings; mitsgaders alle huizen van Jeruzalem en alle huizen der
groten verbrandde hij met vuur.
14. En het ganse heir der Chaldeen, dat met den overste der
trawanten was, brak alle muren van Jeruzalem rondom af.
15. Van de armsten nu des volks en het overige des volks, die in de
stad overgelaten waren, en de afvalligen, die tot den koning van
Babel gevallen waren, en het overige der menigte, voerde
Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk weg.
16. Maar van de armsten des lands liet Nebuzaradan, de overste der
trawanten, [enigen] over tot wijngaardeniers en tot akkerlieden.
2513
17. Verder braken de Chaldeen de koperen pilaren, die in het huis
des HEEREN waren, en de stellingen, en de koperen zee, die in
het huis des HEEREN was; en zij voerden al het koper daarvan
naar Babel.
18. Ook namen zij de potten en de schoffelen, en de gaffelen, en de
sprengbekkens, en de rookschalen, en al de koperen vaten, waar
men den dienst mede deed.
19. En de overste der trawanten nam weg de schalen, en de
wierookvaten, en de sprengbekkens, en de potten, en de
kandelaars, en de rookschalen, en de kroezen; wat geheel goud,
en wat geheel zilver was.
20. De twee pilaren, de ene zee, en de twaalf koperen runderen, die
in de plaats der stellingen waren, die de koning Salomo voor het
huis des HEEREN gemaakt had; het koper daarvan, [te] [weten]
van al deze vaten, was zonder gewicht.
21. Aangaande de pilaren, achttien ellen was de hoogte eens pilaars,
en een draad van twaalf ellen omving hem; en zijn dikte was
vier vingeren, [en] hij was hol.
22. En het kapiteel daarop was koper, en de hoogte des enen
kapiteels was vijf ellen, en een net, en granaatappelen op het
kapiteel rondom, alles koper; en dezen gelijk had de andere
pilaar, met granaatappelen.
23. En de granaatappelen waren zes en negentig, [gezet] naar den
wind; alle granaatappelen waren honderd, over het net rondom.
24. Ook nam de overste der trawanten Seraja, den hoofdpriester, en
Zefanja, den tweeden priester, en de drie dorpelbewaarders.
25. En uit de stad nam hij een hoveling, die over de krijgslieden
gesteld was, en zeven mannen uit degenen, die des konings
2514
aangezicht zagen, die in de stad gevonden werden, mitsgaders
den oversten schrijver des heirs, die het volk des lands ten
oorlog opschreef, en zestig mannen van het volk des lands, die
in het midden der stad gevonden werden.
26. Als Nebuzaradan, de overste der trawanten, dezen genomen had,
zo bracht hij hen tot den koning van Babel naar Ribla.
27. En de koning van Babel sloeg hen en doodde hen te Ribla, in het
land van Hamath. Alzo werd Juda uit zijn land gevankelijk
weggevoerd.
28. Dit is het volk, dat Nebukadrezar gevankelijk heeft weggevoerd;
in het zevende jaar, drie duizend drie en twintig Joden;
29. In het achttiende jaar van Nebukadrezar, [voerde] [hij]
[gevankelijk] [weg] achthonderd twee en dertig zielen uit
Jeruzalem;
30. In het drie en twintigste jaar van Nebukadrezar voerde
Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk weg van de
Joden zevenhonderd vijf en veertig zielen. Alle zielen zijn vier
duizend en zeshonderd.
31. Het geschiedde daarna, in het zeven en dertigste jaar der
gevankelijke wegvoering van Jojachin, den koning van Juda, in
de twaalfde maand, op den vijf en twintigsten der maand, dat
Evilmerodach, de koning van Babel, in het [eerste] jaar zijns
koninkrijks, het hoofd van Jojachin, den koning van Juda,
verhief, en hem uit het gevangenhuis uitbracht.
32. En hij sprak vriendelijk met hem, en stelde zijn stoel boven den
stoel der koningen, die bij hem te Babel waren.
33. En hij veranderde de klederen zijner gevangenis; en hij at
geduriglijk brood voor zijn aangezicht, al de dagen zijns levens.
2515
34. En aangaande zijn tering, een gedurige tering werd hem van den
koning van Babel gegeven, elk dagelijks bestemde deel op zijn
dag, tot op den dag zijns doods, al de dagen zijns levens.


2516
Klaagliederen
Hoofdstuk 1
1. [Aleph]. Hoe zit die stad [zo] eenzaam, die vol volks was, zij is
als een weduwe geworden, zij, die groot was onder de heidenen,
een vorstin onder de landschappen, is cijnsbaar geworden.
2. [Beth]. Zij weent steeds des nachts, en haar tranen [lopen] over
haar kinnebakken; zij heeft geen trooster onder al haar
liefhebbers; al haar vrienden hebben trouwelooslijk met haar
gehandeld, zij zijn haar tot vijanden geworden.
3. [Gimel]. Juda is in gevangenis gegaan vanwege de ellende, en
vanwege de veelheid der dienstbaarheid; zij woont onder de
heidenen, zij vindt geen rust; al haar vervolgers achterhalen ze
tussen de engten.
4. [Daleth]. De wegen Sions treuren, omdat niemand op het feest
komt; al haar poorten zijn woest, haar priesters zuchten: haar
jonkvrouwen zijn bedroefd, en zij zelve is in bitterheid.
5. [He]. Haar tegenpartijders zijn ten hoofd geworden, haar
vijanden zijn gerust; omdat haar de HEERE bedroefd heeft,
vanwege de veelheid harer overtredingen; haar kinderkens gaan
henen [in] de gevangenis voor het aangezicht des
tegenpartijders.
6. [Vau]. En van de dochter Sions is al haar sieraad weggegaan;
haar vorsten zijn als de herten, [die] geen weide vinden, en zij
gaan krachteloos henen voor het aangezicht des vervolgers.
7. [Zain]. Jeruzalem is, [in] de dagen harer ellende en harer
2517
veelvuldige ballingschap, indachtig aan al haar gewenste dingen,
die zij van oude dagen af gehad heeft; dewijl haar volk door de
hand des tegenpartijders valt, en zij geen helper heeft; de
tegenpartijders zien haar aan, zij spotten met haar rustdagen.
8. [Cheth]. Jeruzalem heeft zwaarlijk gezondigd, daarom is zij als
een afgezonderde [vrouw] geworden; allen, die haar eerden,
achten haar onwaard, dewijl zij haar naaktheid gezien hebben;
zij zucht ook, en zij is achterwaarts gekeerd.
9. [Teth]. Haar onreinheid is in haar zomen, zij heeft niet gedacht
aan haar uiterste, daarom is zij wonderbaarlijk omlaag gedaald;
zij heeft geen trooster. HEERE, zie mijn ellende aan, want de
vijand maakt zich groot.
10. [Jod]. De tegenpartijder heeft zijn hand aan al haar gewenste
dingen uitgebreid; immers heeft zij aangezien, dat de heidenen
in haar heiligdom gingen, waarvan Gij geboden hadt, dat zij in
Uw gemeente niet komen zouden.
11. [Caph]. Al haar volk zucht, brood zoekende, zij hebben hun
gewenste dingen voor spijs gegeven, om de ziel te verkwikken.
Zie, HEERE, en aanschouw, dat ik onwaard geworden ben.
12. [Lamed]. Gaat het ulieden niet aan, gij allen, die over weg gaat?
Schouwt het aan en ziet, of er een smart zij gelijk mijn smart,
die mij aangedaan is, waarmede de HEERE [mij] bedroefd heeft
ten dage der hittigheid Zijns toorns.
13. [Mem]. Van de hoogte heeft Hij een vuur in mijn beenderen
gezonden, waarover Hij geheerst heeft; Hij heeft voor mijn
voeten een net uitgebreid, Hij heeft mij achterwaarts doen keren,
Hij heeft mij woest en ziek gemaakt den gansen dag.
14. [Nun]. Het juk mijner overtredingen is aangebonden door Zijn
2518
hand, zij zijn samengevlochten, zij zijn op mijn hals
geklommen; Hij heeft mijn kracht doen vervallen; de HEERE
heeft mij in [hun] handen gegeven, ik kan niet opstaan.
15. [Samech]. De Heere heeft al mijn sterken in het midden van mij
vertreden; Hij heeft een bijeenkomst over mij uitgeroepen, om
mijn jongelingen te verbreken; de Heere heeft de wijnpers der
jonkvrouw, der dochter van Juda, aangetreden.
16. [Ain]. Om dezer dingen wille ween ik; mijn oog, mijn oog vliet
af van water, omdat de trooster, die mijn ziel zou verkwikken,
verre van mij is; mijn kinderen zijn verwoest, omdat de vijand
de overhand heeft.
17. [Pe]. Sion breidt haar handen uit, daar is geen trooster voor haar;
de HEERE heeft van Jakob geboden, dat die rondom hem zijn,
zijn tegenpartijders zouden zijn; Jeruzalem is als een
afgezonderde [vrouw] onder hen.
18. [Tsade]. De HEERE is rechtvaardig, want ik ben Zijn mond
wederspannig geweest; hoort toch, alle gij volken, en ziet mijn
smart; mijn jonkvrouwen en mijn jongelingen zijn in de
gevangenis gegaan.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 4 - 19
  • Parts
  • Statenvertaling - 4 - 01
    Total number of words is 4262
    Total number of unique words is 1127
    46.4 of words are in the 2000 most common words
    65.0 of words are in the 5000 most common words
    72.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 02
    Total number of words is 4239
    Total number of unique words is 1129
    42.8 of words are in the 2000 most common words
    63.7 of words are in the 5000 most common words
    72.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 03
    Total number of words is 4261
    Total number of unique words is 1110
    44.0 of words are in the 2000 most common words
    63.6 of words are in the 5000 most common words
    71.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 04
    Total number of words is 4279
    Total number of unique words is 1121
    45.1 of words are in the 2000 most common words
    62.2 of words are in the 5000 most common words
    71.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 05
    Total number of words is 4388
    Total number of unique words is 1072
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    73.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 06
    Total number of words is 4415
    Total number of unique words is 994
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 07
    Total number of words is 4383
    Total number of unique words is 1047
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    68.0 of words are in the 5000 most common words
    76.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 08
    Total number of words is 4378
    Total number of unique words is 1052
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 09
    Total number of words is 4328
    Total number of unique words is 1045
    51.6 of words are in the 2000 most common words
    68.0 of words are in the 5000 most common words
    75.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 10
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1013
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    68.6 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 11
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1001
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.8 of words are in the 5000 most common words
    77.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 12
    Total number of words is 4408
    Total number of unique words is 939
    51.7 of words are in the 2000 most common words
    70.9 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 13
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 779
    58.0 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    81.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 14
    Total number of words is 4470
    Total number of unique words is 920
    53.5 of words are in the 2000 most common words
    72.3 of words are in the 5000 most common words
    79.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 15
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 769
    58.2 of words are in the 2000 most common words
    76.0 of words are in the 5000 most common words
    82.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 16
    Total number of words is 4449
    Total number of unique words is 747
    56.9 of words are in the 2000 most common words
    73.1 of words are in the 5000 most common words
    81.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 17
    Total number of words is 4291
    Total number of unique words is 1016
    45.8 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 18
    Total number of words is 4317
    Total number of unique words is 1050
    47.8 of words are in the 2000 most common words
    63.7 of words are in the 5000 most common words
    73.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 19
    Total number of words is 4196
    Total number of unique words is 1020
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    68.0 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 20
    Total number of words is 4469
    Total number of unique words is 847
    52.3 of words are in the 2000 most common words
    71.0 of words are in the 5000 most common words
    78.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 21
    Total number of words is 4423
    Total number of unique words is 818
    53.4 of words are in the 2000 most common words
    69.8 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 22
    Total number of words is 4328
    Total number of unique words is 809
    51.2 of words are in the 2000 most common words
    69.1 of words are in the 5000 most common words
    78.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 23
    Total number of words is 4339
    Total number of unique words is 912
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    66.9 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 24
    Total number of words is 4352
    Total number of unique words is 855
    44.4 of words are in the 2000 most common words
    61.9 of words are in the 5000 most common words
    71.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 25
    Total number of words is 4496
    Total number of unique words is 746
    54.1 of words are in the 2000 most common words
    72.5 of words are in the 5000 most common words
    80.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 26
    Total number of words is 4510
    Total number of unique words is 707
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    73.0 of words are in the 5000 most common words
    80.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 27
    Total number of words is 4421
    Total number of unique words is 742
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    69.1 of words are in the 5000 most common words
    77.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 28
    Total number of words is 4257
    Total number of unique words is 792
    54.2 of words are in the 2000 most common words
    69.6 of words are in the 5000 most common words
    77.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 29
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 872
    55.9 of words are in the 2000 most common words
    72.7 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Statenvertaling - 4 - 30
    Total number of words is 3887
    Total number of unique words is 812
    55.1 of words are in the 2000 most common words
    72.5 of words are in the 5000 most common words
    79.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.