Johannes Bogerman Willem Baudartius Gerson Bucerus Jacobus Rolandus Hermannus Faukelius Petrus Cornelisz Festus Hommius Antonius Walaeus
Statenvertaling - 1
Statenvertaling - 1 - 28
Jumlah total kata adalah 2963
Jumlah total kata unik adalah 483
57.9 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum
73.7 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum
83.7 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
47. Die ook in dat huis te slapen ligt, zal zijn klederen wassen;
insgelijks, die in dat huis eet, zal zijn klederen wassen.
48. Maar als de priester zal weder ingegaan zijn, en zal merken, dat,
ziet, die plaag aan dat huis niet uitgespreid is, nadat het huis zal
bestreken zijn; zo zal de priester dat huis rein verklaren, dewijl
die plaag genezen is.
49. Daarna zal hij, om dat huis te ontzondigen, twee vogeltjes
nemen, mitsgaders cederenhout, en scharlaken, en hysop.
50. En hij zal den enen vogel slachten in een aarden vat, over levend
water.
51. Dan zal hij dat cederenhout, en dien hysop, en het scharlaken, en
den levenden vogel nemen, en zal die in het bloed des
geslachten vogels en in het levende water dopen; en hij zal dat
huis zevenmaal besprengen.
52. Zo zal hij dat huis ontzondigen met het bloed des vogels, en met
dat levend water, en met den levenden vogel, en met dat
cederenhout, en met den hysop, en met het scharlaken.
53. Den levenden vogel nu zal hij tot buiten de stad, in het open
veld, laten vliegen; zo zal hij over het huis verzoening doen, en
het zal rein zijn.
54. Dit is de wet voor alle plage der melaatsheid, en voor
schurftheid;
55. En voor melaatsheid der klederen, en der huizen;
56. Mitsgaders voor gezwel, en voor gezweer, en voor blaren;
374
57. Om te leren, op welken dag iets onrein, en op welken dag iets
rein is. Dit is de wet der melaatsheid.
375
Leviticus
Hoofdstuk 15
1. Verder sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende:
2. Spreekt tot de kinderen Israels, en zegt tot hen: Een ieder man,
als hij vloeiende zal zijn uit zijn vlees, zal om zijn vloed onrein
zijn.
3. Dit nu zal zijn onreinigheid om zijn vloed zijn: zo zijn vlees zijn
vloed uitzevert, of zijn vlees van zijn vloed zich verstopt, dat is
zijn onreinigheid.
4. Alle leger, waarop hij, die den vloed heeft, zal liggen, zal onrein
zijn, en alle tuig, waarop hij zal zitten, zal onrein zijn.
5. Een ieder ook, die zijn leger zal aanroeren, zal zijn klederen
wassen, en zich met water baden, en zal onrein zijn tot aan den
avond.
6. En die op dat tuig zit, waarop hij, die den vloed heeft, gezeten
zal hebben, zal zijn klederen wassen, en zich met water baden,
en zal onrein zijn tot aan den avond.
7. En die het vlees desgenen, die den vloed heeft, aanroert, zal zijn
klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot aan
den avond.
8. Als ook hij, die den vloed heeft, op een reine zal gespogen
hebben, dan zal hij zijn klederen wassen, en zal zich met water
baden, en onrein zijn tot aan den avond.
9. Insgelijks alle zadel, waarop hij, die den vloed heeft, zal gereden
hebben, zal onrein zijn.
376
10. En al wie iets aanroert, dat onder hem zal geweest zijn, zal
onrein zijn tot aan den avond; en die hetzelve draagt, zal zijn
klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot aan
den avond.
11. Daartoe een ieder, wien hij, die den vloed heeft, zal aangeroerd
hebben, zonder zijn handen met water gespoeld te hebben, die
zal zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn
tot aan den avond.
12. Ook het aarden vat, hetwelk hij, die den vloed heeft, zal
aangeroerd hebben, zal gebroken worden; maar alle houten vat
zal met water gespoeld worden.
13. Als hij nu, die den vloed heeft, van zijn vloed gereinigd zal zijn,
zo zal hij tot zijn reiniging zeven dagen voor zich tellen, en zijn
klederen wassen, en hij zal zijn vlees met levend water baden,
zo zal hij rein zijn.
14. En op den achtsten dag zal hij voor zich twee tortelduiven of
twee jonge duiven nemen; en zal voor het aangezicht des
HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst komen, en
zal ze den priester geven.
15. En de priester zal die bereiden, een ten zondoffer, en een ten
brandoffer; zo zal de priester over hem voor het aangezicht des
HEEREN, vanwege zijn vloed, verzoening doen.
16. Verder een man, als van hem het zaad des bijliggens zal
uitgegaan zijn, die zal zijn ganse vlees met water baden, en
onrein zijn tot aan den avond.
17. Ook alle kleed, en alle vel, aan hetwelk het zaad des bijliggens
wezen zal, dat zal met water gewassen worden, en onrein zijn tot
aan den avond.
377
18. Mitsgaders de vrouw, als een man met het zaad des bijliggens bij
haar gelegen zal hebben; daarom zullen zij zich met water
baden, en onrein zijn tot aan den avond.
19. Maar als een vrouw vloeiende zijn zal, zijnde haar vloed van
bloed in haar vlees, zo zal zij zeven dagen in haar afzondering
zijn; en al wie haar aanroert, zal onrein zijn tot aan den avond.
20. En al hetgeen, waarop zij in haar afzondering zal gelegen
hebben, zal onrein zijn; mitsgaders alles, waarop zij zal gezeten
hebben, zal onrein zijn.
21. En al wie haar leger aanroert, zal zijn klederen wassen, en zich
met water baden, en onrein zijn tot aan den avond.
22. Ook al wie enig tuig, waarop zij gezeten zal hebben, aanroert,
zal zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn
tot aan den avond.
23. Zelfs indien het op het leger geweest zal zijn, of op het tuig,
waarop zij zat, als hij dat aanroerde, hij zal onrein zijn tot aan
den avond.
24. Insgelijks zo iemand zekerlijk bij haar gelegen heeft, dat haar
afzondering op hem zij, zo zal hij zeven dagen onrein zijn;
daartoe alle leger, waarop hij zal gelegen hebben, zal onrein
zijn.
25. Wanneer ook een vrouw, vele dagen buiten den tijd harer
afzondering, van den vloed haars bloeds vloeien zal, of wanneer
zij vloeien zal boven hare afzondering, zij zal al den dagen van
den vloed harer onreinigheid, als in de dagen harer afzondering
onrein zijn.
26. Alle leger, waarop zij al de dagen haars vloeds gelegen zal
hebben, zal haar zijn als het leger harer afzondering; en alle tuig,
378
waarop zij zal gezeten hebben, zal onrein zijn, naar de
onreinigheid harer afzondering.
27. En zo wie die dingen aanroert, zal onrein zijn; daarom zal hij
zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot
aan den avond.
28. Maar als zij van haar vloed rein wordt, dan zal zij voor zich
zeven dagen tellen, daarna zal zij rein zijn.
29. En op den achtsten dag zal zij voor zich twee tortelduiven, of
twee jonge duiven nemen, en zij zal die tot den priester brengen,
aan de deur van de tent der samenkomst.
30. Dan zal de priester een ten zondoffer en een ten brandoffer
bereiden; en de priester zal voor haar, van den vloed harer
onreinigheid, verzoening doen voor het aangezicht des
HEEREN.
31. Alzo zult gij de kinderen Israels afzonderen van hun
onreinigheid; opdat zij in hun onreinigheid niet sterven, als zij
Mijn tabernakel, die in het midden van hen is, verontreinigen
zouden.
32. Dit is de wet desgenen, die den vloed heeft, en van wien het
zaad der bijligging uitgaat; zodat hij daardoor onrein wordt;
33. Mitsgaders van een zwakke vrouw in haar afzondering, en van
degene, die van zijn vloed is vloeiende, voor een man, en voor
een vrouw; en voor een man, die bij een onreine zal gelegen
hebben.
379
Leviticus
Hoofdstuk 16
1. En de HEERE sprak tot Mozes, nadat de twee zonen van Aaron
gestorven waren, als zij genaderd waren voor het aangezicht des
HEEREN, en gestorven waren;
2. De HEERE dan zeide tot Mozes: Spreek tot uw broeder Aaron,
dat hij niet te allen tijde ga in het heilige, binnen den voorhang,
voor het verzoendeksel, dat op de ark is, opdat hij niet sterve;
want Ik verschijn in een wolk op het verzoendeksel.
3. Hiermede zal Aaron in het heilige gaan: met een var, een jong
rund ten zondoffer, en een ram ten brandoffer.
4. Hij zal den heiligen linnen rok aandoen, en een linnen
onderbroek zal aan zijn vlees zijn, en met een linnen gordel zal
hij zich gorden, en met een linnen hoed bedekken; dit zijn
heilige klederen; daarom zal hij zijn vlees met water baden, als
hij ze zal aandoen.
5. En aan de vergadering der kinderen Israels zal hij nemen twee
geitenbokken ten zondoffer, en een ram ten brandoffer.
6. Daarna zal Aaron den var des zondoffers, die voor hem zal zijn,
offeren, en zal voor zich en voor zijn huis verzoening doen.
7. Hij zal ook beide bokken nemen, en hij zal die stellen voor het
aangezicht des HEEREN, aan de deur van de tent der
samenkomst.
8. En Aaron zal de loten over die twee bokken werpen: een lot voor
den HEERE, en een lot voor den weggaanden bok.
380
9. Dan zal Aaron den bok, op denwelken het lot voor den HEERE
zal gekomen zijn, toebrengen, en zal hem ten zondoffer maken.
10. Maar de bok, op denwelken het lot zal gekomen zijn, om een
weggaande bok te zijn, zal levend voor het aangezicht des
HEEREN gesteld worden, om door hem verzoening te doen;
opdat men hem als een weggaanden bok naar de woestijn uitlate.
11. Aaron dan zal den var des zondoffers, die voor hemzelven zal
zijn, toebrengen, en voor zichzelven en voor zijn huis
verzoening doen, en zal den var des zondoffers, die voor
hemzelven zal zijn, slachten.
12. Hij zal ook een wierookvat vol vurige kolen nemen van het
altaar, van voor het aangezicht des HEEREN, en zijn handen vol
reukwerk van welriekende specerijen, klein gestoten; en hij zal
het binnen den voorhang dragen.
13. En hij zal dat reukwerk op het vuur leggen, voor het aangezicht
des HEEREN, opdat de nevel des reukwerks het verzoendeksel,
hetwelk is op de getuigenis, bedekke, en dat hij niet sterve.
14. En hij zal van het bloed van den var nemen, en zal met zijn
vinger op het verzoendeksel oostwaarts sprengen; en voor het
verzoendeksel zal hij zevenmaal met zijn vinger van dat bloed
sprengen.
15. Daarna zal hij den bok des zondoffers, die voor het volk zal zijn,
slachten, en zal zijn bloed tot binnen in den voorhang dragen, en
zal met zijn bloed doen, gelijk als hij met het bloed van den var
gedaan heeft, en zal dat sprengen op het verzoendeksel, en voor
het verzoendeksel.
16. Zo zal hij voor het heilige, vanwege de onreinigheden der
kinderen Israels, en vanwege hun overtredingen, naar al hun
381
zonden, verzoening doen; en alzo zal hij doen aan de tent der
samenkomst, welke met hen woont in het midden hunner
onreinigheden.
17. En geen mens zal in de tent der samenkomst zijn, als hij zal
ingaan, om in het heilige verzoening te doen, totdat hij zal
uitkomen; alzo zal hij verzoening doen, voor zichzelven, en voor
zijn huis, en voor de gehele gemeente van Israel.
18. Daarna zal hij tot het altaar, dat voor het aangezicht des
HEEREN is, uitkomen, en verzoening voor hetzelve doen; en hij
zal van het bloed van den var, en van het bloed van den bok
nemen, en doen het rondom op de hoornen des altaars.
19. En hij zal daarop van dat bloed met zijn vinger zevenmaal
sprengen, en hij zal dat reinigen en heiligen van de
onreinigheden der kinderen Israels.
20. Als hij nu zal geeindigd hebben van het heilige, en de tent der
samenkomst, en het altaar te verzoenen, zo zal hij dien levenden
bok toebrengen.
21. En Aaron zal beide zijn handen op het hoofd van den levenden
bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden der kinderen
Israels, en al hun overtredingen, naar al hun zonden, belijden; en
hij zal die op het hoofd des boks leggen, en zal [hem] door de
hand eens mans, die voorhanden is, naar de woestijn uitlaten.
22. Alzo zal die bok op zich al hun ongerechtigheden in een
afgezonderd land wegdragen; en hij zal dien bok in de woestijn
uitlaten.
23. Daarna zal Aaron komen in de tent der samenkomst, en zal de
linnen klederen uitdoen, die hij aangedaan had, als hij in het
heilige ging, en hij zal ze daar laten.
382
24. En hij zal zijn vlees in de heilige plaats met water baden, en zijn
klederen aandoen; dan zal hij uitgaan, en zijn brandoffer, en het
brandoffer des volks bereiden, en voor zich en voor het volk
verzoening doen.
25. Ook zal hij het vet des zondoffers op het altaar aansteken.
26. En die den bok, welke een weggaande bok was, zal uitgelaten
hebben, zal zijn klederen wassen, en zijn vlees met water baden;
en daarna zal hij in het leger komen.
27. Maar den var des zondoffers, en den bok des zondoffers, welker
bloed ingebracht is, om verzoening te doen in het heilige, zal
men tot buiten het leger uitvoeren; doch hun vellen, hun vlees en
hun mest zullen zij met vuur verbranden.
28. Die nu dezelve verbrandt, zal zijn klederen wassen, en zijn vlees
met water baden; en daarna zal hij in het leger komen.
29. En [dit] zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: gij zult in de
zevende maand, op den tienden der maand, uw zielen
verootmoedigen, en geen werk doen, inboorling noch
vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert.
30. Want op dien dag zal hij voor u verzoening doen, om u te
reinigen; van al uw zonden zult gij voor het aangezicht des
HEEREN gereinigd worden.
31. Dat zal u een sabbat der rust zijn, opdat gij uw zielen
verootmoedigt; het is een eeuwige inzetting.
32. En de priester, dien men gezalfd, en wiens hand men gevuld zal
hebben, om voor zijn vader het priesterambt te bedienen, zal de
verzoening doen, als hij de linnen klederen, de heilige klederen,
zal aangetrokken hebben.
33. Zo zal hij het heilige heiligdom verzoenen, en de tent der
383
samenkomst, en het altaar zal hij verzoenen; desgelijks voor de
priesteren, en voor al het volk der gemeente zal hij verzoening
doen.
34. En dit zal u tot een eeuwige inzetting zijn, om voor de kinderen
Israels van al hun zonden, eenmaal des jaars, verzoening te
doen. En men deed, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.
384
Leviticus
Hoofdstuk 17
1. Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2. Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels,
en zeg tot hen: Dit is het woord, hetwelk de HEERE geboden
heeft, zeggende:
3. Een ieder van het huis Israels, die een os, of lam, of geit in het
leger slachten zal, of die [ze] slachten zal buiten het leger;
4. En dezelve aan de deur van de tent der samenkomst niet brengen
zal, om een offerande den HEERE voor den tabernakel des
HEEREN te offeren; het bloed zal dienzelven man toegerekend
worden, hij heeft bloed vergoten; daarom zal dezelve man uit
het midden zijns volks uitgeroeid worden;
5. Opdat, wanneer de kinderen Israels hun slachtofferen brengen,
welke zij op het veld slachten, dat zij die den HEERE
toebrengen, aan de deur van de tent der samenkomst tot den
priester, en dezelve tot dankofferen den HEERE slachten.
6. En de priester zal het bloed op het altaar des HEEREN, aan de
deur van de tent der samenkomst, sprengen; en hij zal het vet
aansteken, tot een liefelijken reuk den HEERE.
7. En zij zullen ook niet meer hun slachtofferen den duivelen,
welke zij nahoereren, offeren; dat zal hun een eeuwige inzetting
zijn voor hun geslachten.
8. Zeg dan tot hen: Een ieder van het huis Israels, en van de
vreemdelingen, die in het midden van hen als vreemdelingen
385
verkeren, die een brandoffer of slachtoffer zal offeren,
9. En dat tot de deur van de tent der samenkomst niet zal brengen,
om hetzelve den HEERE te bereiden; diezelve man zal uit zijn
volken uitgeroeid worden.
10. En een ieder uit het huis Israels, en uit de vreemdelingen, die in
het midden van hen als vreemdelingen verkeren, die enig bloed
zal gegeten hebben, tegen diens ziel, die dat bloed zal gegeten
hebben, zal Ik Mijn aangezicht zetten, en zal die uit het midden
haars volks uitroeien.
11. Want de ziel van het vlees is in het bloed; daarom heb Ik het u
op het altaar gegeven, om over uw zielen verzoening te doen;
want het is het bloed, dat voor de ziel verzoening zal doen.
12. Daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd: Geen ziel van u
zal bloed eten; noch de vreemdeling, die als vreemdeling in het
midden van u verkeert, zal bloed eten.
13. Een ieder ook van de kinderen Israels en van de vreemdelingen,
die als vreemdelingen in het midden van hen verkeren, die enig
wild gedierte, of gevogelte, dat gegeten wordt, in de jacht
gevangen zal hebben; die zal deszelfs bloed vergieten, en zal dat
met stof bedekken.
14. Want het is de ziel van alle vlees; zijn bloed is voor zijn ziel;
daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd: Gij zult geens
vleses bloed eten; want de ziel van alle vlees, dat is zijn bloed;
zo wie dat eet, zal uitgeroeid worden.
15. En alle ziel onder de inboorlingen of onder de vreemdelingen,
die een dood aas of het verscheurde zal gegeten hebben, die zal
zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot
aan den avond; daarna zal hij rein zijn.
386
16. Maar indien hij [die] niet wast, en zijn vlees niet baadt, zo zal hij
zijn ongerechtigheid dragen.
387
Leviticus
Hoofdstuk 18
1. Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2. Spreek tot de kinderen Israels en zeg tot hen: Ik ben de HEERE,
uw God!
3. Gij zult niet doen naar de werken des Egyptischen lands, waarin
gij gewoond hebt; en naar de werken des lands Kanaan,
waarheen Ik u brenge, zult gij niet doen, en zult in hun
inzettingen niet wandelen.
4. Mijn rechten zult gij doen, en Mijn inzettingen zult gij houden,
om in die te wandelen; Ik ben de HEERE, uw God!
5. Ja, Mijn inzettingen en Mijn rechten zult gij houden; welk mens
dezelve zal doen, die zal door dezelve leven; Ik ben de HEERE!
6. Niemand zal tot enige nabestaande zijns vleses naderen, om de
schaamte te ontdekken; Ik ben de HEERE!
7. Gij zult de schaamte uws vaders en de schaamte uwer moeder
insgelijks, die in dat huis eet, zal zijn klederen wassen.
48. Maar als de priester zal weder ingegaan zijn, en zal merken, dat,
ziet, die plaag aan dat huis niet uitgespreid is, nadat het huis zal
bestreken zijn; zo zal de priester dat huis rein verklaren, dewijl
die plaag genezen is.
49. Daarna zal hij, om dat huis te ontzondigen, twee vogeltjes
nemen, mitsgaders cederenhout, en scharlaken, en hysop.
50. En hij zal den enen vogel slachten in een aarden vat, over levend
water.
51. Dan zal hij dat cederenhout, en dien hysop, en het scharlaken, en
den levenden vogel nemen, en zal die in het bloed des
geslachten vogels en in het levende water dopen; en hij zal dat
huis zevenmaal besprengen.
52. Zo zal hij dat huis ontzondigen met het bloed des vogels, en met
dat levend water, en met den levenden vogel, en met dat
cederenhout, en met den hysop, en met het scharlaken.
53. Den levenden vogel nu zal hij tot buiten de stad, in het open
veld, laten vliegen; zo zal hij over het huis verzoening doen, en
het zal rein zijn.
54. Dit is de wet voor alle plage der melaatsheid, en voor
schurftheid;
55. En voor melaatsheid der klederen, en der huizen;
56. Mitsgaders voor gezwel, en voor gezweer, en voor blaren;
374
57. Om te leren, op welken dag iets onrein, en op welken dag iets
rein is. Dit is de wet der melaatsheid.
375
Leviticus
Hoofdstuk 15
1. Verder sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende:
2. Spreekt tot de kinderen Israels, en zegt tot hen: Een ieder man,
als hij vloeiende zal zijn uit zijn vlees, zal om zijn vloed onrein
zijn.
3. Dit nu zal zijn onreinigheid om zijn vloed zijn: zo zijn vlees zijn
vloed uitzevert, of zijn vlees van zijn vloed zich verstopt, dat is
zijn onreinigheid.
4. Alle leger, waarop hij, die den vloed heeft, zal liggen, zal onrein
zijn, en alle tuig, waarop hij zal zitten, zal onrein zijn.
5. Een ieder ook, die zijn leger zal aanroeren, zal zijn klederen
wassen, en zich met water baden, en zal onrein zijn tot aan den
avond.
6. En die op dat tuig zit, waarop hij, die den vloed heeft, gezeten
zal hebben, zal zijn klederen wassen, en zich met water baden,
en zal onrein zijn tot aan den avond.
7. En die het vlees desgenen, die den vloed heeft, aanroert, zal zijn
klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot aan
den avond.
8. Als ook hij, die den vloed heeft, op een reine zal gespogen
hebben, dan zal hij zijn klederen wassen, en zal zich met water
baden, en onrein zijn tot aan den avond.
9. Insgelijks alle zadel, waarop hij, die den vloed heeft, zal gereden
hebben, zal onrein zijn.
376
10. En al wie iets aanroert, dat onder hem zal geweest zijn, zal
onrein zijn tot aan den avond; en die hetzelve draagt, zal zijn
klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot aan
den avond.
11. Daartoe een ieder, wien hij, die den vloed heeft, zal aangeroerd
hebben, zonder zijn handen met water gespoeld te hebben, die
zal zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn
tot aan den avond.
12. Ook het aarden vat, hetwelk hij, die den vloed heeft, zal
aangeroerd hebben, zal gebroken worden; maar alle houten vat
zal met water gespoeld worden.
13. Als hij nu, die den vloed heeft, van zijn vloed gereinigd zal zijn,
zo zal hij tot zijn reiniging zeven dagen voor zich tellen, en zijn
klederen wassen, en hij zal zijn vlees met levend water baden,
zo zal hij rein zijn.
14. En op den achtsten dag zal hij voor zich twee tortelduiven of
twee jonge duiven nemen; en zal voor het aangezicht des
HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst komen, en
zal ze den priester geven.
15. En de priester zal die bereiden, een ten zondoffer, en een ten
brandoffer; zo zal de priester over hem voor het aangezicht des
HEEREN, vanwege zijn vloed, verzoening doen.
16. Verder een man, als van hem het zaad des bijliggens zal
uitgegaan zijn, die zal zijn ganse vlees met water baden, en
onrein zijn tot aan den avond.
17. Ook alle kleed, en alle vel, aan hetwelk het zaad des bijliggens
wezen zal, dat zal met water gewassen worden, en onrein zijn tot
aan den avond.
377
18. Mitsgaders de vrouw, als een man met het zaad des bijliggens bij
haar gelegen zal hebben; daarom zullen zij zich met water
baden, en onrein zijn tot aan den avond.
19. Maar als een vrouw vloeiende zijn zal, zijnde haar vloed van
bloed in haar vlees, zo zal zij zeven dagen in haar afzondering
zijn; en al wie haar aanroert, zal onrein zijn tot aan den avond.
20. En al hetgeen, waarop zij in haar afzondering zal gelegen
hebben, zal onrein zijn; mitsgaders alles, waarop zij zal gezeten
hebben, zal onrein zijn.
21. En al wie haar leger aanroert, zal zijn klederen wassen, en zich
met water baden, en onrein zijn tot aan den avond.
22. Ook al wie enig tuig, waarop zij gezeten zal hebben, aanroert,
zal zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn
tot aan den avond.
23. Zelfs indien het op het leger geweest zal zijn, of op het tuig,
waarop zij zat, als hij dat aanroerde, hij zal onrein zijn tot aan
den avond.
24. Insgelijks zo iemand zekerlijk bij haar gelegen heeft, dat haar
afzondering op hem zij, zo zal hij zeven dagen onrein zijn;
daartoe alle leger, waarop hij zal gelegen hebben, zal onrein
zijn.
25. Wanneer ook een vrouw, vele dagen buiten den tijd harer
afzondering, van den vloed haars bloeds vloeien zal, of wanneer
zij vloeien zal boven hare afzondering, zij zal al den dagen van
den vloed harer onreinigheid, als in de dagen harer afzondering
onrein zijn.
26. Alle leger, waarop zij al de dagen haars vloeds gelegen zal
hebben, zal haar zijn als het leger harer afzondering; en alle tuig,
378
waarop zij zal gezeten hebben, zal onrein zijn, naar de
onreinigheid harer afzondering.
27. En zo wie die dingen aanroert, zal onrein zijn; daarom zal hij
zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot
aan den avond.
28. Maar als zij van haar vloed rein wordt, dan zal zij voor zich
zeven dagen tellen, daarna zal zij rein zijn.
29. En op den achtsten dag zal zij voor zich twee tortelduiven, of
twee jonge duiven nemen, en zij zal die tot den priester brengen,
aan de deur van de tent der samenkomst.
30. Dan zal de priester een ten zondoffer en een ten brandoffer
bereiden; en de priester zal voor haar, van den vloed harer
onreinigheid, verzoening doen voor het aangezicht des
HEEREN.
31. Alzo zult gij de kinderen Israels afzonderen van hun
onreinigheid; opdat zij in hun onreinigheid niet sterven, als zij
Mijn tabernakel, die in het midden van hen is, verontreinigen
zouden.
32. Dit is de wet desgenen, die den vloed heeft, en van wien het
zaad der bijligging uitgaat; zodat hij daardoor onrein wordt;
33. Mitsgaders van een zwakke vrouw in haar afzondering, en van
degene, die van zijn vloed is vloeiende, voor een man, en voor
een vrouw; en voor een man, die bij een onreine zal gelegen
hebben.
379
Leviticus
Hoofdstuk 16
1. En de HEERE sprak tot Mozes, nadat de twee zonen van Aaron
gestorven waren, als zij genaderd waren voor het aangezicht des
HEEREN, en gestorven waren;
2. De HEERE dan zeide tot Mozes: Spreek tot uw broeder Aaron,
dat hij niet te allen tijde ga in het heilige, binnen den voorhang,
voor het verzoendeksel, dat op de ark is, opdat hij niet sterve;
want Ik verschijn in een wolk op het verzoendeksel.
3. Hiermede zal Aaron in het heilige gaan: met een var, een jong
rund ten zondoffer, en een ram ten brandoffer.
4. Hij zal den heiligen linnen rok aandoen, en een linnen
onderbroek zal aan zijn vlees zijn, en met een linnen gordel zal
hij zich gorden, en met een linnen hoed bedekken; dit zijn
heilige klederen; daarom zal hij zijn vlees met water baden, als
hij ze zal aandoen.
5. En aan de vergadering der kinderen Israels zal hij nemen twee
geitenbokken ten zondoffer, en een ram ten brandoffer.
6. Daarna zal Aaron den var des zondoffers, die voor hem zal zijn,
offeren, en zal voor zich en voor zijn huis verzoening doen.
7. Hij zal ook beide bokken nemen, en hij zal die stellen voor het
aangezicht des HEEREN, aan de deur van de tent der
samenkomst.
8. En Aaron zal de loten over die twee bokken werpen: een lot voor
den HEERE, en een lot voor den weggaanden bok.
380
9. Dan zal Aaron den bok, op denwelken het lot voor den HEERE
zal gekomen zijn, toebrengen, en zal hem ten zondoffer maken.
10. Maar de bok, op denwelken het lot zal gekomen zijn, om een
weggaande bok te zijn, zal levend voor het aangezicht des
HEEREN gesteld worden, om door hem verzoening te doen;
opdat men hem als een weggaanden bok naar de woestijn uitlate.
11. Aaron dan zal den var des zondoffers, die voor hemzelven zal
zijn, toebrengen, en voor zichzelven en voor zijn huis
verzoening doen, en zal den var des zondoffers, die voor
hemzelven zal zijn, slachten.
12. Hij zal ook een wierookvat vol vurige kolen nemen van het
altaar, van voor het aangezicht des HEEREN, en zijn handen vol
reukwerk van welriekende specerijen, klein gestoten; en hij zal
het binnen den voorhang dragen.
13. En hij zal dat reukwerk op het vuur leggen, voor het aangezicht
des HEEREN, opdat de nevel des reukwerks het verzoendeksel,
hetwelk is op de getuigenis, bedekke, en dat hij niet sterve.
14. En hij zal van het bloed van den var nemen, en zal met zijn
vinger op het verzoendeksel oostwaarts sprengen; en voor het
verzoendeksel zal hij zevenmaal met zijn vinger van dat bloed
sprengen.
15. Daarna zal hij den bok des zondoffers, die voor het volk zal zijn,
slachten, en zal zijn bloed tot binnen in den voorhang dragen, en
zal met zijn bloed doen, gelijk als hij met het bloed van den var
gedaan heeft, en zal dat sprengen op het verzoendeksel, en voor
het verzoendeksel.
16. Zo zal hij voor het heilige, vanwege de onreinigheden der
kinderen Israels, en vanwege hun overtredingen, naar al hun
381
zonden, verzoening doen; en alzo zal hij doen aan de tent der
samenkomst, welke met hen woont in het midden hunner
onreinigheden.
17. En geen mens zal in de tent der samenkomst zijn, als hij zal
ingaan, om in het heilige verzoening te doen, totdat hij zal
uitkomen; alzo zal hij verzoening doen, voor zichzelven, en voor
zijn huis, en voor de gehele gemeente van Israel.
18. Daarna zal hij tot het altaar, dat voor het aangezicht des
HEEREN is, uitkomen, en verzoening voor hetzelve doen; en hij
zal van het bloed van den var, en van het bloed van den bok
nemen, en doen het rondom op de hoornen des altaars.
19. En hij zal daarop van dat bloed met zijn vinger zevenmaal
sprengen, en hij zal dat reinigen en heiligen van de
onreinigheden der kinderen Israels.
20. Als hij nu zal geeindigd hebben van het heilige, en de tent der
samenkomst, en het altaar te verzoenen, zo zal hij dien levenden
bok toebrengen.
21. En Aaron zal beide zijn handen op het hoofd van den levenden
bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden der kinderen
Israels, en al hun overtredingen, naar al hun zonden, belijden; en
hij zal die op het hoofd des boks leggen, en zal [hem] door de
hand eens mans, die voorhanden is, naar de woestijn uitlaten.
22. Alzo zal die bok op zich al hun ongerechtigheden in een
afgezonderd land wegdragen; en hij zal dien bok in de woestijn
uitlaten.
23. Daarna zal Aaron komen in de tent der samenkomst, en zal de
linnen klederen uitdoen, die hij aangedaan had, als hij in het
heilige ging, en hij zal ze daar laten.
382
24. En hij zal zijn vlees in de heilige plaats met water baden, en zijn
klederen aandoen; dan zal hij uitgaan, en zijn brandoffer, en het
brandoffer des volks bereiden, en voor zich en voor het volk
verzoening doen.
25. Ook zal hij het vet des zondoffers op het altaar aansteken.
26. En die den bok, welke een weggaande bok was, zal uitgelaten
hebben, zal zijn klederen wassen, en zijn vlees met water baden;
en daarna zal hij in het leger komen.
27. Maar den var des zondoffers, en den bok des zondoffers, welker
bloed ingebracht is, om verzoening te doen in het heilige, zal
men tot buiten het leger uitvoeren; doch hun vellen, hun vlees en
hun mest zullen zij met vuur verbranden.
28. Die nu dezelve verbrandt, zal zijn klederen wassen, en zijn vlees
met water baden; en daarna zal hij in het leger komen.
29. En [dit] zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: gij zult in de
zevende maand, op den tienden der maand, uw zielen
verootmoedigen, en geen werk doen, inboorling noch
vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert.
30. Want op dien dag zal hij voor u verzoening doen, om u te
reinigen; van al uw zonden zult gij voor het aangezicht des
HEEREN gereinigd worden.
31. Dat zal u een sabbat der rust zijn, opdat gij uw zielen
verootmoedigt; het is een eeuwige inzetting.
32. En de priester, dien men gezalfd, en wiens hand men gevuld zal
hebben, om voor zijn vader het priesterambt te bedienen, zal de
verzoening doen, als hij de linnen klederen, de heilige klederen,
zal aangetrokken hebben.
33. Zo zal hij het heilige heiligdom verzoenen, en de tent der
383
samenkomst, en het altaar zal hij verzoenen; desgelijks voor de
priesteren, en voor al het volk der gemeente zal hij verzoening
doen.
34. En dit zal u tot een eeuwige inzetting zijn, om voor de kinderen
Israels van al hun zonden, eenmaal des jaars, verzoening te
doen. En men deed, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.
384
Leviticus
Hoofdstuk 17
1. Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2. Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels,
en zeg tot hen: Dit is het woord, hetwelk de HEERE geboden
heeft, zeggende:
3. Een ieder van het huis Israels, die een os, of lam, of geit in het
leger slachten zal, of die [ze] slachten zal buiten het leger;
4. En dezelve aan de deur van de tent der samenkomst niet brengen
zal, om een offerande den HEERE voor den tabernakel des
HEEREN te offeren; het bloed zal dienzelven man toegerekend
worden, hij heeft bloed vergoten; daarom zal dezelve man uit
het midden zijns volks uitgeroeid worden;
5. Opdat, wanneer de kinderen Israels hun slachtofferen brengen,
welke zij op het veld slachten, dat zij die den HEERE
toebrengen, aan de deur van de tent der samenkomst tot den
priester, en dezelve tot dankofferen den HEERE slachten.
6. En de priester zal het bloed op het altaar des HEEREN, aan de
deur van de tent der samenkomst, sprengen; en hij zal het vet
aansteken, tot een liefelijken reuk den HEERE.
7. En zij zullen ook niet meer hun slachtofferen den duivelen,
welke zij nahoereren, offeren; dat zal hun een eeuwige inzetting
zijn voor hun geslachten.
8. Zeg dan tot hen: Een ieder van het huis Israels, en van de
vreemdelingen, die in het midden van hen als vreemdelingen
385
verkeren, die een brandoffer of slachtoffer zal offeren,
9. En dat tot de deur van de tent der samenkomst niet zal brengen,
om hetzelve den HEERE te bereiden; diezelve man zal uit zijn
volken uitgeroeid worden.
10. En een ieder uit het huis Israels, en uit de vreemdelingen, die in
het midden van hen als vreemdelingen verkeren, die enig bloed
zal gegeten hebben, tegen diens ziel, die dat bloed zal gegeten
hebben, zal Ik Mijn aangezicht zetten, en zal die uit het midden
haars volks uitroeien.
11. Want de ziel van het vlees is in het bloed; daarom heb Ik het u
op het altaar gegeven, om over uw zielen verzoening te doen;
want het is het bloed, dat voor de ziel verzoening zal doen.
12. Daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd: Geen ziel van u
zal bloed eten; noch de vreemdeling, die als vreemdeling in het
midden van u verkeert, zal bloed eten.
13. Een ieder ook van de kinderen Israels en van de vreemdelingen,
die als vreemdelingen in het midden van hen verkeren, die enig
wild gedierte, of gevogelte, dat gegeten wordt, in de jacht
gevangen zal hebben; die zal deszelfs bloed vergieten, en zal dat
met stof bedekken.
14. Want het is de ziel van alle vlees; zijn bloed is voor zijn ziel;
daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd: Gij zult geens
vleses bloed eten; want de ziel van alle vlees, dat is zijn bloed;
zo wie dat eet, zal uitgeroeid worden.
15. En alle ziel onder de inboorlingen of onder de vreemdelingen,
die een dood aas of het verscheurde zal gegeten hebben, die zal
zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot
aan den avond; daarna zal hij rein zijn.
386
16. Maar indien hij [die] niet wast, en zijn vlees niet baadt, zo zal hij
zijn ongerechtigheid dragen.
387
Leviticus
Hoofdstuk 18
1. Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2. Spreek tot de kinderen Israels en zeg tot hen: Ik ben de HEERE,
uw God!
3. Gij zult niet doen naar de werken des Egyptischen lands, waarin
gij gewoond hebt; en naar de werken des lands Kanaan,
waarheen Ik u brenge, zult gij niet doen, en zult in hun
inzettingen niet wandelen.
4. Mijn rechten zult gij doen, en Mijn inzettingen zult gij houden,
om in die te wandelen; Ik ben de HEERE, uw God!
5. Ja, Mijn inzettingen en Mijn rechten zult gij houden; welk mens
dezelve zal doen, die zal door dezelve leven; Ik ben de HEERE!
6. Niemand zal tot enige nabestaande zijns vleses naderen, om de
schaamte te ontdekken; Ik ben de HEERE!
7. Gij zult de schaamte uws vaders en de schaamte uwer moeder
Anda telah membaca teks 1 dari Belanda literatur.
Selanjutnya - Statenvertaling - 1 - 29
- Bagian
- Statenvertaling - 1 - 01Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3032Jumlah total kata unik adalah 57858.0 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum73.0 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum78.6 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 02Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3009Jumlah total kata unik adalah 62652.7 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum68.0 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum73.8 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 03Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3004Jumlah total kata unik adalah 66756.0 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum70.4 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum76.6 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 04Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3063Jumlah total kata unik adalah 63365.3 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum79.6 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum85.9 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 05Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3003Jumlah total kata unik adalah 61860.9 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum75.8 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum81.2 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 06Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3068Jumlah total kata unik adalah 69159.7 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum73.6 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum79.2 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 07Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3040Jumlah total kata unik adalah 64058.5 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum73.4 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum80.5 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 08Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3035Jumlah total kata unik adalah 66960.1 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum74.3 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum81.1 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 09Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3006Jumlah total kata unik adalah 66950.6 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum65.7 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum72.8 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 10Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3076Jumlah total kata unik adalah 61258.6 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum75.5 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum81.8 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 11Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3040Jumlah total kata unik adalah 62063.1 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum79.0 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum85.8 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 12Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3064Jumlah total kata unik adalah 64559.5 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum74.9 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum80.5 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 13Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2931Jumlah total kata unik adalah 77356.3 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum72.2 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum78.8 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 14Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3021Jumlah total kata unik adalah 58860.7 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum74.7 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum79.7 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 15Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3060Jumlah total kata unik adalah 54466.4 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum79.1 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum84.7 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 16Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2953Jumlah total kata unik adalah 62760.4 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum74.4 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum81.0 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 17Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2970Jumlah total kata unik adalah 70159.9 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum73.8 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum81.6 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 18Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2986Jumlah total kata unik adalah 69956.3 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum74.9 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum82.3 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 19Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2904Jumlah total kata unik adalah 61155.5 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum70.9 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum77.6 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 20Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2971Jumlah total kata unik adalah 52848.8 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum64.2 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum71.5 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 21Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2982Jumlah total kata unik adalah 65860.1 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum74.9 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum81.5 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 22Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2848Jumlah total kata unik adalah 64857.7 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum72.5 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum78.4 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 23Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2829Jumlah total kata unik adalah 48948.1 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum63.5 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum71.1 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 24Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2964Jumlah total kata unik adalah 40656.8 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum73.4 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum81.0 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 25Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2922Jumlah total kata unik adalah 49950.5 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum67.9 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum78.5 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 26Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2977Jumlah total kata unik adalah 54958.0 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum71.9 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum78.2 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 27Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3034Jumlah total kata unik adalah 39356.7 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum72.8 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum79.0 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 28Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2963Jumlah total kata unik adalah 48357.9 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum73.7 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum83.7 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 29Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2889Jumlah total kata unik adalah 53953.9 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum71.7 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum77.5 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 30Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2891Jumlah total kata unik adalah 54752.9 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum70.3 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum78.0 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 31Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3023Jumlah total kata unik adalah 54556.0 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum75.3 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum83.6 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 32Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2837Jumlah total kata unik adalah 40156.3 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum72.6 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum79.9 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 33Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2873Jumlah total kata unik adalah 53053.7 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum69.9 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum76.1 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 34Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2707Jumlah total kata unik adalah 41255.7 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum71.0 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum78.4 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 35Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3013Jumlah total kata unik adalah 65656.1 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum69.8 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum78.4 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 36Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2927Jumlah total kata unik adalah 62256.0 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum75.0 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum82.2 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 37Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2965Jumlah total kata unik adalah 58058.7 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum75.1 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum84.5 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 38Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3019Jumlah total kata unik adalah 64459.6 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum73.3 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum81.2 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 39Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2895Jumlah total kata unik adalah 70248.3 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum62.3 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum68.7 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 40Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2763Jumlah total kata unik adalah 47060.1 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum76.3 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum81.6 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 41Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2874Jumlah total kata unik adalah 60452.6 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum67.4 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum74.7 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 42Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2908Jumlah total kata unik adalah 59057.5 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum69.9 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum77.0 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 43Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3045Jumlah total kata unik adalah 64355.8 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum70.9 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum76.0 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 44Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3075Jumlah total kata unik adalah 63259.0 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum77.0 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum83.2 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 45Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3037Jumlah total kata unik adalah 65757.6 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum74.8 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum80.4 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 46Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3093Jumlah total kata unik adalah 57655.4 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum71.2 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum77.1 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 47Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3061Jumlah total kata unik adalah 61458.7 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum76.0 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum82.5 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 48Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3027Jumlah total kata unik adalah 62654.3 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum70.8 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum77.4 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 49Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3017Jumlah total kata unik adalah 63956.5 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum74.7 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum82.9 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 50Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 3082Jumlah total kata unik adalah 66258.5 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum77.2 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum82.8 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum
- Statenvertaling - 1 - 51Setiap baris mewakili persentase kata per 1000 kata paling umum.Jumlah total kata adalah 2621Jumlah total kata unik adalah 76753.9 kata termasuk dalam 2000 kata yang paling umum73.0 kata termasuk dalam 5000 kata yang paling umum81.7 kata termasuk dalam 8000 kata yang paling umum