Johannes Bogerman Willem Baudartius Gerson Bucerus Jacobus Rolandus Hermannus Faukelius Petrus Cornelisz Festus Hommius Antonius Walaeus
Statenvertaling - 1
Statenvertaling - 1 - 51
Total number of words is 2621
Total number of unique words is 767
53.9 of words are in the 2000 most common words
73.0 of words are in the 5000 most common words
81.7 of words are in the 8000 most common words
antwoorden tot getuige; want het zal uit den mond zijns zaads
niet vergeten worden; dewijl Ik weet zijn gedichtsel dat het
heden maakt, aleer Ik het inbreng in het land, dat Ik gezworen
heb.
22. Zo schreef Mozes dit lied te dien dage, en hij leerde het den
kinderen Israels.
23. En Hij gebood Jozua, den zoon van Nun, en zeide: Zijt sterk en
684
heb goeden moed, want gij zult de kinderen Israels inbrengen in
het land, dat Ik hun gezworen heb; en Ik zal met u zijn.
24. En het geschiedde, als Mozes voleind had de woorden dezer wet
te schrijven in een boek, totdat zij voltrokken waren;
25. Zo gebood Mozes den Levieten, die de ark des verbonds des
HEEREN droegen, zeggende:
26. Neemt dit wetboek, en legt het aan de zijde van de ark des
verbonds des HEEREN, uws Gods, dat het aldaar zij ten getuige
tegen u.
27. Want ik ken uw wederspannigheid, en uw harden nek. Ziet,
terwijl ik nog heden met ulieden leve, zijt gij wederspannig
geweest tegen den HEERE; hoe veel te meer na mijn dood!
28. Vergadert tot mij al de oudsten uwer stammen, en uw
ambtlieden; dat ik voor hun oren deze woorden spreke, en tegen
hen den hemel en de aarde tot getuigen neme.
29. Want ik weet, dat gij het na mijn dood zekerlijk zult verderven,
en afwijken van den weg, dien ik u geboden heb; dan zal u dit
kwaad in het laatste der dagen ontmoeten, wanneer gij zult
gedaan hebben, dat kwaad is in de ogen des HEEREN, om Hem
door het werk uwer handen tot toorn te verwekken.
30. Toen sprak Mozes, voor de oren der ganse gemeente van Israel,
de woorden dezes lieds, totdat zij voltrokken waren.
685
Deuteronomium
Hoofdstuk 32
1. Neig de oren, gij hemel, en ik zal spreken; en de aarde hore de
redenen mijns monds.
2. Mijn leer druipe als een regen, mijn rede vloeie als een dauw; als
een stofregen op de grasscheutjes, en als druppelen op het kruid.
3. Want ik zal den Naam des HEEREN uitroepen; geeft onzen God
grootheid!
4. Hij is de Rotssteen, Wiens werk volkomen is; want al Zijn
wegen zijn gerichte. God is waarheid, en is geen onrecht;
rechtvaardig en recht is Hij.
5. Hij heeft het tegen Hem verdorven; het zijn Zijn kinderen niet;
de schandvlek is hun; het is een verkeerd en verdraaid geslacht.
6. Zult gij dit den HEERE vergelden, gij, dwaas en onwijs volk! Is
Hij niet uw Vader, Die u verkregen, Die u gemaakt en u
bevestigd heeft?
7. Gedenk aan de dagen van ouds; merk op de jaren van elk
geslacht; vraag uw vader, die zal het u bekend maken, uw
ouden, en zij zullen het u zeggen.
8. Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen
Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de landpalen der
volken gesteld naar het getal der kinderen Israels.
9. Want des HEEREN deel is Zijn volk, Jakob is het snoer Zijner
erve.
10. Hij vond hem in een land der woestijn, en in een woeste
686
huilende wildernis; Hij voerde hem rondom, Hij onderwees
hem, Hij bewaarde hem als Zijn oogappel.
11. Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn
vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken;
12. [Zo] leidde hem de HEERE alleen, en er was geen vreemd god
met hem.
13. Hij deed hem rijden op de hoogten der aarde, dat hij at de
inkomsten des velds; en Hij deed hem honig zuigen uit de
steenrots, en olie uit den kei der rots;
14. Boter van koeien, en melk van klein vee, met het vet der
lammeren en der rammen, die in Bazan weiden, en der bokken,
met het vette der nieren van tarwe; en het druivenbloed, reinen
wijn, hebt gij gedronken.
15. Als nu Jeschurun vet werd, zo sloeg hij achteruit (gij zijt vet, gij
zijt dik, [ja], [met] [vet] overdekt geworden!); en hij liet God
varen, Die hem gemaakt heeft, en versmaadde den Rotssteen
zijns heils.
16. Zij hebben Hem tot ijver verwekt door vreemde [goden]; door
gruwelen hebben zij Hem tot toorn verwekt.
17. Zij hebben aan de duivelen geofferd, niet aan God; aan de
goden, die zij niet kenden; nieuwe, die van nabij gekomen
waren, voor dewelke uw vaders niet geschrikt hebben.
18. Den Rotssteen, Die u gegenereerd heeft, hebt gij vergeten; en gij
hebt in vergetenis gesteld den God, Die u gebaard heeft.
19. Als het de HEERE zag, zo versmaadde Hij hen, uit toornigheid
tegen zijn zonen en zijn dochteren.
20. En Hij zeide: Ik zal Mijn aangezicht van hen verbergen; Ik zal
zien, welk hunlieder einde zal wezen; want zij zijn een gans
687
verkeerd geslacht, kinderen, in welke geen trouw is.
21. Zij hebben Mij tot ijver verwekt door hetgeen geen God is; zij
hebben Mij tot toorn verwekt door hun ijdelheden; Ik dan zal
hen tot ijver verwekken door diegenen, die geen volk zijn; door
een dwaas volk zal Ik hen tot toorn verwekken.
22. Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in
de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren, en de
gronden der bergen in vlam zetten.
23. Ik zal kwaden over hen hopen; Mijn pijlen zal Ik op hen
verschieten.
24. Uitgeteerd zullen zij zijn van honger, opgegeten van den
karbonkel en bitter verderf; en Ik zal de tanden der beesten
onder hen schikken, met vurig venijn van slangen des stofs.
25. Van buiten zal het zwaard beroven, en uit de binnenkameren de
verschrikking; ook den jongeling, ook de jonge dochter, het
zuigende kind met den grijzen man.
26. Ik zeide: In alle hoeken zoude Ik hen verstrooien; Ik zoude hun
gedachtenis van onder de mensen doen ophouden;
27. Ten ware, dat Ik de toornigheid des vijands schroomde, dat niet
hun tegenpartijen zich vreemd mochten houden; dat zij niet
mochten zeggen: Onze hand is hoog geweest; de HEERE heeft
dit alles niet gewrocht.
28. Want zij zijn een volk, dat door raadslagen verloren gaat, en er is
geen verstand in hen.
29. O, dat zij wijs waren; zij zouden dit vernemen, zij zouden op
hun einde merken.
30. Hoe zoude een enige duizend jagen, en twee tien duizend doen
vluchten, ten ware, dat hunlieder Rotssteen hen verkocht, en de
688
HEERE hen overgeleverd had?
31. Want hun rotssteen is niet gelijk onze Rotssteen, zelfs onze
vijanden rechters zijnde.
32. Want hun wijnstok is uit den wijnstok van Sodom, en uit de
velden van Gomorra; hun wijndruiven zijn vergiftige
wijndruiven; zij hebben bittere bezien.
33. Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift.
34. Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten?
35. Mijn is de wraak en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet
zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de
dingen, die hun zullen gebeuren, haasten.
36. Want de HEERE zal aan Zijn volk recht doen, en het zal Hem
over Zijn knechten berouwen; want Hij zal zien, dat de hand is
weggegaan, en de beslotene en verlatene niets is.
37. Dan zal Hij zeggen: Waar zijn hun goden; de rotssteen, op
welken zij betrouwden?
38. Welker slachtofferen vet zij aten, welker drankofferen wijn zij
dronken; dat zij opstaan en u helpen, dat er verberging voor u
zij.
39. Ziet nu, dat Ik, Ik DIE ben, en geen God met Mij, Ik dood en
maak levend; Ik versla en Ik heel; en er is niemand, die uit Mijn
hand redt!
40. Want Ik zal Mijn hand naar den hemel opheffen, en Ik zal
zeggen: Ik leef in eeuwigheid!
41. Indien Ik Mijn glinsterend zwaard wette, en Mijn hand ten
gerichte grijpt, zo zal Ik wraak op Mijn tegenpartijen doen
wederkeren, en Mijn hateren vergelden.
42. Ik zal Mijn pijlen dronken maken van bloed, en Mijn zwaard zal
689
vlees eten; van het bloed des verslagenen en des gevangenen,
van het hoofd af zullen er wraken des vijands zijn.
43. Juicht, gij heidenen, [met] Zijn volk! want Hij zal het bloed
Zijner knechten wreken; en Hij zal de wraak op Zijn
tegenpartijen doen wederkeren, en verzoenen Zijn land [en] Zijn
volk.
44. En Mozes kwam, en sprak al de woorden dezes lieds voor de
oren des volks, hij en Hosea, de zoon van Nun.
45. Als nu Mozes geeindigd had al die woorden tot gans Israel te
spreken;
46. Zo zeide hij tot hen: Zet uw hart op al de woorden, die ik heden
onder ulieden betuige, dat gij ze uw kinderen gebieden zult, dat
zij waarnemen te doen al de woorden dezer wet.
47. Want dat is geen vergeefs woord voor ulieden; maar het is uw
leven; en door ditzelve woord zult gij de dagen verlengen op het
land, waar gij over de Jordaan naar toe gaat, om dat te erven.
48. Daarna sprak de HEERE tot Mozes, op dienzelfden dag,
zeggende:
49. Klim op den berg Abarim (deze is de berg Nebo, die in het land
van Moab is, die tegenover Jericho is), en zie het land Kanaan,
dat Ik den kinderen Israels tot een bezitting geven zal;
50. En sterf op dien berg, waarheen gij opklimmen zult, en word
vergaderd tot uw volken; gelijk als uw broeder Aaron stierf op
den berg Hor, en werd tot zijn volken vergaderd.
51. Omdat gijlieden u tegen Mij vergrepen hebt, in het midden der
kinderen Israels, aan het twistwater te Kades, in de woestijn Zin;
omdat gij Mij niet geheiligd hebt in het midden der kinderen
Israels.
690
52. Want van tegenover zult gij dat land zien, maar daarheen niet
inkomen, in het land, dat Ik den kinderen Israels geven zal.
691
Deuteronomium
Hoofdstuk 33
1. Dit nu is de zegen, met welken Mozes, de man Gods, de
kinderen Israels gezegend heeft, voor zijn dood.
2. Hij zeide dan: De HEERE is van Sinai gekomen, en is hunlieden
opgegaan van Seir; Hij is blinkende verschenen van het gebergte
Paran, en is aangekomen met tien duizenden der heiligen; tot
Zijn rechterhand was een vurige wet aan hen.
3. Immers bemint Hij de volken! Al zijn heiligen zijn in Uw hand;
zij zullen in het midden tussen Uw voeten gezet worden; een
ieder zal ontvangen van Uw woorden.
4. Mozes heeft ons de wet geboden, een erfenis van Jakobs
gemeente;
5. En Hij was koning in Jeschurun, als de hoofden des volks zich
vergaderden, samen met de stammen Israels.
6. Dat Ruben leve, en niet sterve, en dat zijn lieden [van] getal zijn!
7. En dit is van Juda, dat hij zeide: Hoor, HEERE! de stem van
Juda! en breng hem weder tot zijn volk; zijn handen moeten hem
genoegzaam zijn, en zijt Gij [hem] een Hulp tegen zijn vijanden!
8. En van Levi zeide hij: Uw Thummim en Uw Urim zijn aan den
man, Uw gunstgenoot; dien Gij verzocht hebt in Massa, met
welken Gij getwist hebt aan de wateren van Meriba.
9. Die tot zijn vader en tot zijn moeder zeide: Ik zie hem niet; en
die zijn broederen niet kende, en zijn zonen niet achtte; want zij
onderhielden Uw woord, en bewaarden Uw verbond.
692
10. Zij zullen Jakob Uw rechten leren, en Israel Uw wet; zij zullen
reukwerk voor Uw neus leggen, en dat gans verteerd zal
worden, op Uw altaar.
11. Zegen, HEERE! zijn vermogen, en laat U het werk zijner handen
wel bevallen; versla de lenden dergenen, die tegen hem opstaan
en hem haten, dat zij niet weder opstaan!
12. En van Benjamin zeide hij: De beminde des HEEREN, hij zal
zeker bij Hem wonen. Hij zal hem den gansen dag overdekken,
en tussen Zijn schouders zal hij wonen!
13. En van Jozef zeide hij: Zijn land zij gezegend van den HEERE,
van het uitnemendste des hemels, van den dauw, en van de
diepte, die beneden is liggende;
14. En van de uitnemendste inkomsten der zon, en van de
uitnemendste voortzetting der maan;
15. En van het voornaamste der oude bergen, en van het
uitnemendste der eeuwige heuvelen;
16. En van het uitnemendste der aarde en haar volheid, en [van] de
goedgunstigheid Desgenen, Die in het braambos woonde, kome
[de] [zegening] op het hoofd van Jozef, en op den schedel des
afgezonderden van zijn broederen!
17. Hij heeft de heerlijkheid des eerstgeborenen zijns osses, en zijn
hoornen zijn hoornen des eenhoorns; met dezelve zal hij de
volken te zamen stoten tot aan de einden des lands. Dezen nu
zijn de tien duizenden van Efraim, en dezen zijn de duizenden
van Manasse!
18. En van Zebulon zeide hij: Verheug u, Zebulon! over uw uittocht,
en Issaschar! over uw hutten.
19. Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar zullen zij
693
offeranden der gerechtigheid offeren; want zij zullen den
overvloed der zeeen zuigen, en de bedekte verborgen dingen des
zands.
20. En van Gad zeide hij: Gezegend zij, die aan Gad ruimte maakt!
hij woont als een oude leeuw, en verscheurt den arm, ja ook den
schedel.
21. En hij heeft zich van het eerste voorzien, omdat hij aldaar [in]
het deel des wetgevers bedekt was; daarom kwam hij met de
hoofden des volks; hij verrichtte de gerechtigheid des HEEREN,
en zijn gerichten met Israel.
22. En van Dan zeide hij: Dan is een jonge leeuw; hij zal [als] uit
Bazan voortspringen.
23. En van Nafthali zeide hij: O Nafthali! wees verzadigd van de
goedgunstigheid, en vol van den zegen des HEEREN; bezit
erfelijk het westen en het zuiden.
24. En van Aser zeide hij: Aser zij gezegend met zonen; hij zij zijn
broederen aangenaam, en dope zijn voet in olie.
25. Ijzer en koper zal [onder] uw schoen zijn; en uw sterkte gelijk
uw dagen!
26. Niemand is er gelijk God, o Jeschurun! Die op den hemel vaart
tot uw hulp, en met Zijn hoogheid op de bovenste wolken.
27. De eeuwige God zij u een woning, en van onder eeuwige armen;
en Hij verdrijve den vijand voor uw aangezicht, en zegge:
Verdelg!
28. Israel dan zal zeker alleen wonen, [en] Jakobs oog zal zijn op
een land van koren en most; ja, zijn hemel zal van dauw
druipen.
29. Welgelukzalig zijt gij, o Israel! wie is u gelijk? gij zijt een volk,
694
verlost door den HEERE, het Schild uwer hulp, en Die een
Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden
geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op hun hoogten
treden!
695
Deuteronomium
Hoofdstuk 34
1. Toen ging Mozes op uit de vlakke velden van Moab, naar den
berg Nebo, op de hoogten van Pisga, welke recht tegenover
Jericho is; en de HEERE wees hem dat ganse land, Gilead tot
Dan toe;
2. En het ganse Nafthali, en het land van Efraim en Manasse, en
het ganse land van Juda, tot aan de achterste zee;
3. En het Zuiden, en het effen veld der vallei van Jericho, de
palmstad, tot Zoar toe.
4. En de HEERE zeide tot hem: Dit is het land, dat Ik Abraham,
Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Aan uw zaad zal Ik het
geven! Ik heb het u met uw ogen doen zien, maar gij zult
daarheen niet overgaan.
5. Alzo stierf Mozes, de knecht des HEEREN, aldaar in het land
van Moab, naar des HEEREN mond.
6. En Hij begroef hem in een dal, in het land van Moab, tegenover
Beth-peor; en niemand heeft zijn graf geweten, tot op dezen dag.
7. Mozes nu was honderd en twintig jaren oud, als hij stierf; zijn
oog was niet donker geworden, en zijn kracht was niet vergaan.
8. En de kinderen Israels beweenden Mozes, in de vlakke velden
van Moab, dertig dagen; en de dagen des wenens, van den rouw
over Mozes, werden voleindigd.
9. Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van den Geest der wijsheid;
want Mozes had zijn handen op hem gelegd; zo hoorden de
696
kinderen Israels naar hem, en deden gelijk als de HEERE Mozes
geboden had.
10. En er stond geen profeet meer op in Israel, gelijk Mozes, dien de
HEERE gekend had, van aangezicht tot aangezicht,
11. In al de tekenen en de wonderen, waartoe hem de HEERE
gezonden heeft, om die in Egypteland te doen aan Farao, en aan
al zijn knechten, en aan al zijn land;
12. En in al die sterke hand, en in al die grote verschrikking, die
Mozes gedaan heeft voor de ogen van gans Israel.
niet vergeten worden; dewijl Ik weet zijn gedichtsel dat het
heden maakt, aleer Ik het inbreng in het land, dat Ik gezworen
heb.
22. Zo schreef Mozes dit lied te dien dage, en hij leerde het den
kinderen Israels.
23. En Hij gebood Jozua, den zoon van Nun, en zeide: Zijt sterk en
684
heb goeden moed, want gij zult de kinderen Israels inbrengen in
het land, dat Ik hun gezworen heb; en Ik zal met u zijn.
24. En het geschiedde, als Mozes voleind had de woorden dezer wet
te schrijven in een boek, totdat zij voltrokken waren;
25. Zo gebood Mozes den Levieten, die de ark des verbonds des
HEEREN droegen, zeggende:
26. Neemt dit wetboek, en legt het aan de zijde van de ark des
verbonds des HEEREN, uws Gods, dat het aldaar zij ten getuige
tegen u.
27. Want ik ken uw wederspannigheid, en uw harden nek. Ziet,
terwijl ik nog heden met ulieden leve, zijt gij wederspannig
geweest tegen den HEERE; hoe veel te meer na mijn dood!
28. Vergadert tot mij al de oudsten uwer stammen, en uw
ambtlieden; dat ik voor hun oren deze woorden spreke, en tegen
hen den hemel en de aarde tot getuigen neme.
29. Want ik weet, dat gij het na mijn dood zekerlijk zult verderven,
en afwijken van den weg, dien ik u geboden heb; dan zal u dit
kwaad in het laatste der dagen ontmoeten, wanneer gij zult
gedaan hebben, dat kwaad is in de ogen des HEEREN, om Hem
door het werk uwer handen tot toorn te verwekken.
30. Toen sprak Mozes, voor de oren der ganse gemeente van Israel,
de woorden dezes lieds, totdat zij voltrokken waren.
685
Deuteronomium
Hoofdstuk 32
1. Neig de oren, gij hemel, en ik zal spreken; en de aarde hore de
redenen mijns monds.
2. Mijn leer druipe als een regen, mijn rede vloeie als een dauw; als
een stofregen op de grasscheutjes, en als druppelen op het kruid.
3. Want ik zal den Naam des HEEREN uitroepen; geeft onzen God
grootheid!
4. Hij is de Rotssteen, Wiens werk volkomen is; want al Zijn
wegen zijn gerichte. God is waarheid, en is geen onrecht;
rechtvaardig en recht is Hij.
5. Hij heeft het tegen Hem verdorven; het zijn Zijn kinderen niet;
de schandvlek is hun; het is een verkeerd en verdraaid geslacht.
6. Zult gij dit den HEERE vergelden, gij, dwaas en onwijs volk! Is
Hij niet uw Vader, Die u verkregen, Die u gemaakt en u
bevestigd heeft?
7. Gedenk aan de dagen van ouds; merk op de jaren van elk
geslacht; vraag uw vader, die zal het u bekend maken, uw
ouden, en zij zullen het u zeggen.
8. Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen
Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de landpalen der
volken gesteld naar het getal der kinderen Israels.
9. Want des HEEREN deel is Zijn volk, Jakob is het snoer Zijner
erve.
10. Hij vond hem in een land der woestijn, en in een woeste
686
huilende wildernis; Hij voerde hem rondom, Hij onderwees
hem, Hij bewaarde hem als Zijn oogappel.
11. Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn
vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken;
12. [Zo] leidde hem de HEERE alleen, en er was geen vreemd god
met hem.
13. Hij deed hem rijden op de hoogten der aarde, dat hij at de
inkomsten des velds; en Hij deed hem honig zuigen uit de
steenrots, en olie uit den kei der rots;
14. Boter van koeien, en melk van klein vee, met het vet der
lammeren en der rammen, die in Bazan weiden, en der bokken,
met het vette der nieren van tarwe; en het druivenbloed, reinen
wijn, hebt gij gedronken.
15. Als nu Jeschurun vet werd, zo sloeg hij achteruit (gij zijt vet, gij
zijt dik, [ja], [met] [vet] overdekt geworden!); en hij liet God
varen, Die hem gemaakt heeft, en versmaadde den Rotssteen
zijns heils.
16. Zij hebben Hem tot ijver verwekt door vreemde [goden]; door
gruwelen hebben zij Hem tot toorn verwekt.
17. Zij hebben aan de duivelen geofferd, niet aan God; aan de
goden, die zij niet kenden; nieuwe, die van nabij gekomen
waren, voor dewelke uw vaders niet geschrikt hebben.
18. Den Rotssteen, Die u gegenereerd heeft, hebt gij vergeten; en gij
hebt in vergetenis gesteld den God, Die u gebaard heeft.
19. Als het de HEERE zag, zo versmaadde Hij hen, uit toornigheid
tegen zijn zonen en zijn dochteren.
20. En Hij zeide: Ik zal Mijn aangezicht van hen verbergen; Ik zal
zien, welk hunlieder einde zal wezen; want zij zijn een gans
687
verkeerd geslacht, kinderen, in welke geen trouw is.
21. Zij hebben Mij tot ijver verwekt door hetgeen geen God is; zij
hebben Mij tot toorn verwekt door hun ijdelheden; Ik dan zal
hen tot ijver verwekken door diegenen, die geen volk zijn; door
een dwaas volk zal Ik hen tot toorn verwekken.
22. Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in
de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren, en de
gronden der bergen in vlam zetten.
23. Ik zal kwaden over hen hopen; Mijn pijlen zal Ik op hen
verschieten.
24. Uitgeteerd zullen zij zijn van honger, opgegeten van den
karbonkel en bitter verderf; en Ik zal de tanden der beesten
onder hen schikken, met vurig venijn van slangen des stofs.
25. Van buiten zal het zwaard beroven, en uit de binnenkameren de
verschrikking; ook den jongeling, ook de jonge dochter, het
zuigende kind met den grijzen man.
26. Ik zeide: In alle hoeken zoude Ik hen verstrooien; Ik zoude hun
gedachtenis van onder de mensen doen ophouden;
27. Ten ware, dat Ik de toornigheid des vijands schroomde, dat niet
hun tegenpartijen zich vreemd mochten houden; dat zij niet
mochten zeggen: Onze hand is hoog geweest; de HEERE heeft
dit alles niet gewrocht.
28. Want zij zijn een volk, dat door raadslagen verloren gaat, en er is
geen verstand in hen.
29. O, dat zij wijs waren; zij zouden dit vernemen, zij zouden op
hun einde merken.
30. Hoe zoude een enige duizend jagen, en twee tien duizend doen
vluchten, ten ware, dat hunlieder Rotssteen hen verkocht, en de
688
HEERE hen overgeleverd had?
31. Want hun rotssteen is niet gelijk onze Rotssteen, zelfs onze
vijanden rechters zijnde.
32. Want hun wijnstok is uit den wijnstok van Sodom, en uit de
velden van Gomorra; hun wijndruiven zijn vergiftige
wijndruiven; zij hebben bittere bezien.
33. Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift.
34. Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten?
35. Mijn is de wraak en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet
zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de
dingen, die hun zullen gebeuren, haasten.
36. Want de HEERE zal aan Zijn volk recht doen, en het zal Hem
over Zijn knechten berouwen; want Hij zal zien, dat de hand is
weggegaan, en de beslotene en verlatene niets is.
37. Dan zal Hij zeggen: Waar zijn hun goden; de rotssteen, op
welken zij betrouwden?
38. Welker slachtofferen vet zij aten, welker drankofferen wijn zij
dronken; dat zij opstaan en u helpen, dat er verberging voor u
zij.
39. Ziet nu, dat Ik, Ik DIE ben, en geen God met Mij, Ik dood en
maak levend; Ik versla en Ik heel; en er is niemand, die uit Mijn
hand redt!
40. Want Ik zal Mijn hand naar den hemel opheffen, en Ik zal
zeggen: Ik leef in eeuwigheid!
41. Indien Ik Mijn glinsterend zwaard wette, en Mijn hand ten
gerichte grijpt, zo zal Ik wraak op Mijn tegenpartijen doen
wederkeren, en Mijn hateren vergelden.
42. Ik zal Mijn pijlen dronken maken van bloed, en Mijn zwaard zal
689
vlees eten; van het bloed des verslagenen en des gevangenen,
van het hoofd af zullen er wraken des vijands zijn.
43. Juicht, gij heidenen, [met] Zijn volk! want Hij zal het bloed
Zijner knechten wreken; en Hij zal de wraak op Zijn
tegenpartijen doen wederkeren, en verzoenen Zijn land [en] Zijn
volk.
44. En Mozes kwam, en sprak al de woorden dezes lieds voor de
oren des volks, hij en Hosea, de zoon van Nun.
45. Als nu Mozes geeindigd had al die woorden tot gans Israel te
spreken;
46. Zo zeide hij tot hen: Zet uw hart op al de woorden, die ik heden
onder ulieden betuige, dat gij ze uw kinderen gebieden zult, dat
zij waarnemen te doen al de woorden dezer wet.
47. Want dat is geen vergeefs woord voor ulieden; maar het is uw
leven; en door ditzelve woord zult gij de dagen verlengen op het
land, waar gij over de Jordaan naar toe gaat, om dat te erven.
48. Daarna sprak de HEERE tot Mozes, op dienzelfden dag,
zeggende:
49. Klim op den berg Abarim (deze is de berg Nebo, die in het land
van Moab is, die tegenover Jericho is), en zie het land Kanaan,
dat Ik den kinderen Israels tot een bezitting geven zal;
50. En sterf op dien berg, waarheen gij opklimmen zult, en word
vergaderd tot uw volken; gelijk als uw broeder Aaron stierf op
den berg Hor, en werd tot zijn volken vergaderd.
51. Omdat gijlieden u tegen Mij vergrepen hebt, in het midden der
kinderen Israels, aan het twistwater te Kades, in de woestijn Zin;
omdat gij Mij niet geheiligd hebt in het midden der kinderen
Israels.
690
52. Want van tegenover zult gij dat land zien, maar daarheen niet
inkomen, in het land, dat Ik den kinderen Israels geven zal.
691
Deuteronomium
Hoofdstuk 33
1. Dit nu is de zegen, met welken Mozes, de man Gods, de
kinderen Israels gezegend heeft, voor zijn dood.
2. Hij zeide dan: De HEERE is van Sinai gekomen, en is hunlieden
opgegaan van Seir; Hij is blinkende verschenen van het gebergte
Paran, en is aangekomen met tien duizenden der heiligen; tot
Zijn rechterhand was een vurige wet aan hen.
3. Immers bemint Hij de volken! Al zijn heiligen zijn in Uw hand;
zij zullen in het midden tussen Uw voeten gezet worden; een
ieder zal ontvangen van Uw woorden.
4. Mozes heeft ons de wet geboden, een erfenis van Jakobs
gemeente;
5. En Hij was koning in Jeschurun, als de hoofden des volks zich
vergaderden, samen met de stammen Israels.
6. Dat Ruben leve, en niet sterve, en dat zijn lieden [van] getal zijn!
7. En dit is van Juda, dat hij zeide: Hoor, HEERE! de stem van
Juda! en breng hem weder tot zijn volk; zijn handen moeten hem
genoegzaam zijn, en zijt Gij [hem] een Hulp tegen zijn vijanden!
8. En van Levi zeide hij: Uw Thummim en Uw Urim zijn aan den
man, Uw gunstgenoot; dien Gij verzocht hebt in Massa, met
welken Gij getwist hebt aan de wateren van Meriba.
9. Die tot zijn vader en tot zijn moeder zeide: Ik zie hem niet; en
die zijn broederen niet kende, en zijn zonen niet achtte; want zij
onderhielden Uw woord, en bewaarden Uw verbond.
692
10. Zij zullen Jakob Uw rechten leren, en Israel Uw wet; zij zullen
reukwerk voor Uw neus leggen, en dat gans verteerd zal
worden, op Uw altaar.
11. Zegen, HEERE! zijn vermogen, en laat U het werk zijner handen
wel bevallen; versla de lenden dergenen, die tegen hem opstaan
en hem haten, dat zij niet weder opstaan!
12. En van Benjamin zeide hij: De beminde des HEEREN, hij zal
zeker bij Hem wonen. Hij zal hem den gansen dag overdekken,
en tussen Zijn schouders zal hij wonen!
13. En van Jozef zeide hij: Zijn land zij gezegend van den HEERE,
van het uitnemendste des hemels, van den dauw, en van de
diepte, die beneden is liggende;
14. En van de uitnemendste inkomsten der zon, en van de
uitnemendste voortzetting der maan;
15. En van het voornaamste der oude bergen, en van het
uitnemendste der eeuwige heuvelen;
16. En van het uitnemendste der aarde en haar volheid, en [van] de
goedgunstigheid Desgenen, Die in het braambos woonde, kome
[de] [zegening] op het hoofd van Jozef, en op den schedel des
afgezonderden van zijn broederen!
17. Hij heeft de heerlijkheid des eerstgeborenen zijns osses, en zijn
hoornen zijn hoornen des eenhoorns; met dezelve zal hij de
volken te zamen stoten tot aan de einden des lands. Dezen nu
zijn de tien duizenden van Efraim, en dezen zijn de duizenden
van Manasse!
18. En van Zebulon zeide hij: Verheug u, Zebulon! over uw uittocht,
en Issaschar! over uw hutten.
19. Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar zullen zij
693
offeranden der gerechtigheid offeren; want zij zullen den
overvloed der zeeen zuigen, en de bedekte verborgen dingen des
zands.
20. En van Gad zeide hij: Gezegend zij, die aan Gad ruimte maakt!
hij woont als een oude leeuw, en verscheurt den arm, ja ook den
schedel.
21. En hij heeft zich van het eerste voorzien, omdat hij aldaar [in]
het deel des wetgevers bedekt was; daarom kwam hij met de
hoofden des volks; hij verrichtte de gerechtigheid des HEEREN,
en zijn gerichten met Israel.
22. En van Dan zeide hij: Dan is een jonge leeuw; hij zal [als] uit
Bazan voortspringen.
23. En van Nafthali zeide hij: O Nafthali! wees verzadigd van de
goedgunstigheid, en vol van den zegen des HEEREN; bezit
erfelijk het westen en het zuiden.
24. En van Aser zeide hij: Aser zij gezegend met zonen; hij zij zijn
broederen aangenaam, en dope zijn voet in olie.
25. Ijzer en koper zal [onder] uw schoen zijn; en uw sterkte gelijk
uw dagen!
26. Niemand is er gelijk God, o Jeschurun! Die op den hemel vaart
tot uw hulp, en met Zijn hoogheid op de bovenste wolken.
27. De eeuwige God zij u een woning, en van onder eeuwige armen;
en Hij verdrijve den vijand voor uw aangezicht, en zegge:
Verdelg!
28. Israel dan zal zeker alleen wonen, [en] Jakobs oog zal zijn op
een land van koren en most; ja, zijn hemel zal van dauw
druipen.
29. Welgelukzalig zijt gij, o Israel! wie is u gelijk? gij zijt een volk,
694
verlost door den HEERE, het Schild uwer hulp, en Die een
Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden
geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op hun hoogten
treden!
695
Deuteronomium
Hoofdstuk 34
1. Toen ging Mozes op uit de vlakke velden van Moab, naar den
berg Nebo, op de hoogten van Pisga, welke recht tegenover
Jericho is; en de HEERE wees hem dat ganse land, Gilead tot
Dan toe;
2. En het ganse Nafthali, en het land van Efraim en Manasse, en
het ganse land van Juda, tot aan de achterste zee;
3. En het Zuiden, en het effen veld der vallei van Jericho, de
palmstad, tot Zoar toe.
4. En de HEERE zeide tot hem: Dit is het land, dat Ik Abraham,
Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Aan uw zaad zal Ik het
geven! Ik heb het u met uw ogen doen zien, maar gij zult
daarheen niet overgaan.
5. Alzo stierf Mozes, de knecht des HEEREN, aldaar in het land
van Moab, naar des HEEREN mond.
6. En Hij begroef hem in een dal, in het land van Moab, tegenover
Beth-peor; en niemand heeft zijn graf geweten, tot op dezen dag.
7. Mozes nu was honderd en twintig jaren oud, als hij stierf; zijn
oog was niet donker geworden, en zijn kracht was niet vergaan.
8. En de kinderen Israels beweenden Mozes, in de vlakke velden
van Moab, dertig dagen; en de dagen des wenens, van den rouw
over Mozes, werden voleindigd.
9. Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van den Geest der wijsheid;
want Mozes had zijn handen op hem gelegd; zo hoorden de
696
kinderen Israels naar hem, en deden gelijk als de HEERE Mozes
geboden had.
10. En er stond geen profeet meer op in Israel, gelijk Mozes, dien de
HEERE gekend had, van aangezicht tot aangezicht,
11. In al de tekenen en de wonderen, waartoe hem de HEERE
gezonden heeft, om die in Egypteland te doen aan Farao, en aan
al zijn knechten, en aan al zijn land;
12. En in al die sterke hand, en in al die grote verschrikking, die
Mozes gedaan heeft voor de ogen van gans Israel.
You have read 1 text from Dutch literature.
- Parts
- Statenvertaling - 1 - 01Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3032Total number of unique words is 57858.0 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words78.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 02Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3009Total number of unique words is 62652.7 of words are in the 2000 most common words68.0 of words are in the 5000 most common words73.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 03Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3004Total number of unique words is 66756.0 of words are in the 2000 most common words70.4 of words are in the 5000 most common words76.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 04Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3063Total number of unique words is 63365.3 of words are in the 2000 most common words79.6 of words are in the 5000 most common words85.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 05Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3003Total number of unique words is 61860.9 of words are in the 2000 most common words75.8 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 06Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3068Total number of unique words is 69159.7 of words are in the 2000 most common words73.6 of words are in the 5000 most common words79.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 07Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 64058.5 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 08Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3035Total number of unique words is 66960.1 of words are in the 2000 most common words74.3 of words are in the 5000 most common words81.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 09Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3006Total number of unique words is 66950.6 of words are in the 2000 most common words65.7 of words are in the 5000 most common words72.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 10Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3076Total number of unique words is 61258.6 of words are in the 2000 most common words75.5 of words are in the 5000 most common words81.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 11Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 62063.1 of words are in the 2000 most common words79.0 of words are in the 5000 most common words85.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 12Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3064Total number of unique words is 64559.5 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 13Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2931Total number of unique words is 77356.3 of words are in the 2000 most common words72.2 of words are in the 5000 most common words78.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 14Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3021Total number of unique words is 58860.7 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words79.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 15Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3060Total number of unique words is 54466.4 of words are in the 2000 most common words79.1 of words are in the 5000 most common words84.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 16Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2953Total number of unique words is 62760.4 of words are in the 2000 most common words74.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 17Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2970Total number of unique words is 70159.9 of words are in the 2000 most common words73.8 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 18Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2986Total number of unique words is 69956.3 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words82.3 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 19Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2904Total number of unique words is 61155.5 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words77.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 20Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2971Total number of unique words is 52848.8 of words are in the 2000 most common words64.2 of words are in the 5000 most common words71.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 21Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2982Total number of unique words is 65860.1 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words81.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 22Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2848Total number of unique words is 64857.7 of words are in the 2000 most common words72.5 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 23Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2829Total number of unique words is 48948.1 of words are in the 2000 most common words63.5 of words are in the 5000 most common words71.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 24Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2964Total number of unique words is 40656.8 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 25Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2922Total number of unique words is 49950.5 of words are in the 2000 most common words67.9 of words are in the 5000 most common words78.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 26Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2977Total number of unique words is 54958.0 of words are in the 2000 most common words71.9 of words are in the 5000 most common words78.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 27Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3034Total number of unique words is 39356.7 of words are in the 2000 most common words72.8 of words are in the 5000 most common words79.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 28Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2963Total number of unique words is 48357.9 of words are in the 2000 most common words73.7 of words are in the 5000 most common words83.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 29Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2889Total number of unique words is 53953.9 of words are in the 2000 most common words71.7 of words are in the 5000 most common words77.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 30Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2891Total number of unique words is 54752.9 of words are in the 2000 most common words70.3 of words are in the 5000 most common words78.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 31Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3023Total number of unique words is 54556.0 of words are in the 2000 most common words75.3 of words are in the 5000 most common words83.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 32Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2837Total number of unique words is 40156.3 of words are in the 2000 most common words72.6 of words are in the 5000 most common words79.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 33Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2873Total number of unique words is 53053.7 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words76.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 34Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2707Total number of unique words is 41255.7 of words are in the 2000 most common words71.0 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 35Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3013Total number of unique words is 65656.1 of words are in the 2000 most common words69.8 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 36Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2927Total number of unique words is 62256.0 of words are in the 2000 most common words75.0 of words are in the 5000 most common words82.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 37Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2965Total number of unique words is 58058.7 of words are in the 2000 most common words75.1 of words are in the 5000 most common words84.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 38Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3019Total number of unique words is 64459.6 of words are in the 2000 most common words73.3 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 39Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2895Total number of unique words is 70248.3 of words are in the 2000 most common words62.3 of words are in the 5000 most common words68.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 40Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2763Total number of unique words is 47060.1 of words are in the 2000 most common words76.3 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 41Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2874Total number of unique words is 60452.6 of words are in the 2000 most common words67.4 of words are in the 5000 most common words74.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 42Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2908Total number of unique words is 59057.5 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words77.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 43Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3045Total number of unique words is 64355.8 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words76.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 44Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3075Total number of unique words is 63259.0 of words are in the 2000 most common words77.0 of words are in the 5000 most common words83.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 45Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3037Total number of unique words is 65757.6 of words are in the 2000 most common words74.8 of words are in the 5000 most common words80.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 46Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3093Total number of unique words is 57655.4 of words are in the 2000 most common words71.2 of words are in the 5000 most common words77.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 47Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3061Total number of unique words is 61458.7 of words are in the 2000 most common words76.0 of words are in the 5000 most common words82.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 48Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3027Total number of unique words is 62654.3 of words are in the 2000 most common words70.8 of words are in the 5000 most common words77.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 49Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3017Total number of unique words is 63956.5 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words82.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 50Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3082Total number of unique words is 66258.5 of words are in the 2000 most common words77.2 of words are in the 5000 most common words82.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 51Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2621Total number of unique words is 76753.9 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words81.7 of words are in the 8000 most common words